Milieurapport ophoging Duin Oostvoornse Meer. Presentatie gemeente Westvoorne, 18 mei 2015

Transcriptie

1 Milieurapport ophoging Duin Oostvoornse Meer Presentatie gemeente Westvoorne, 18 mei 2015

2 Agenda toelichting milieurapport Context Doel onderzoek (scope) Bevindingen per thema Kansen en nadere onderzoeken

3 Context milieurapport Intentieovereenkomst onderzoek ophogen duinenrij. Onderzoek opgesplitst in drie deelstudies: Visualisatie van een verhoogde duinenrij (H+N+S landschapsarchitecten); hoe ziet een dergelijke hoge duin er dan uit? Civieltechnische mogelijkheden voor het verhogen van de duinenrij inclusief een inschatting van de bijbehorende kosten; Milieueffecten van een verhoogde duinenrij; wat zijn de effecten van de ophoging op de milieukwaliteit in Oostvoorne? Vervolg in uitvoeringsprogramma recreatieve visie Oostvoornse Meer

4 Impressie ophoging Duin

5 Doel onderzoek (scope) Uitgangspunt rapport is een studie naar twee situaties; de combivariant (zie vorige dia) en de optie met scherm. Het rapport beschrijft de effecten van de visuele afscherming van de havenindustrie vanuit de gemeente Westvoorne. De onderzoeken richten zich, in overleg met de betrokken partijen, hoofdzakelijk op de eindsituatie. Dit betekent dat: 1. Het milieurapport geen gedetailleerde effect analyse van de aanlegfase bevat. 2. Het milieurapport wel een algemene beschouwing van de aanlegfase bevat.

6 Inhoud rapport In het milieurapport zijn de onderstaande aspecten in beeld gebracht: Geluid; Luchtkwaliteit (fijn stof en stikstofdioxide) en grofstof (kwalitatief); Geur (kwalitatief); Lichtuitstraling (kwalitatief); Externe Veiligheid; Natuur (kwalitatief inzicht van de consequenties (externe werking) voor het nabijgelegen Natura2000-gebied Voornes Duin ); Enkele overige aspecten; water, recreatie, bodem en archeologie (kwalitatief).

7 Geluid De duinenrij heeft een afschermend effect op het geluid vanuit het Haven Industrieel Complex (HIC): Afscherming voor industrielawaai geschat op maximaal 1 db, voor weg- en railverkeerlawaai op maximaal 2 db. Verschil in afscherming tussen de duinenrij als zandduinen of als muur is klein. Keuze voor afscherming maakt niet uit. 5 db(a) geluidreductie is voor het menselijk oor goed waarneembaar. Het effect van de afscherming zal daarom met name voor wegverkeer en railverkeer op enkele punten waarneembaar zijn.

8 Indicatieve zone waarbinnen geluid in de aanlegfase waarneembaar is

9 Luchtkwaliteit en grofstof Luchtkwaliteit: Duin/ scherm heeft geen relevante invloed op de concentraties luchtverontreinigende stoffen. Grofstof: Direct na de aanleg kan bij een duin in beperkte mate overlast zijn door (grof) stof. Voor grof stof zijn geen grenswaarden of andere normen opgenomen in de Wet milieubeheer. Grofstof: Bij ongunstige weersomstandigheden (wind en langdurig droge perioden) kan verstuiving van duinzand optreden. Gelet op de grote afstand tussen het duin en de woningen in Oostvoorne is stofhinder niet te verwachten.

10 Geur De duinenrij of het scherm zal indien gerealiseerd geen geurhinder veroorzaken. Het aspect geur is daarom niet van belang na realisatie.

11 Lichtuitstraling Door de duinenrij / scherm wordt het zicht op het havengebied vanuit Oostvoorne grotendeels weggenomen de directe lichtuitstraling van het havengebied zal niet meer waarneembaar. Indirecte lichthinder (weerkaatsing van licht door deeltjes in de atmosfeer) zal nog wel waarneembaar zijn. Door realisatie van het duin zal de huidige 0,1 lux contour van het havengebied verschuiven naar het noorden. Hetzelfde effect is te verwachten indien er sprake is van de plaatsing van een scherm.

12 Externe Veiligheid Het project heeft geen effecten voor het plaatsgebonden risico. Zowel in de huidige als de toekomstige situatie bevinden zich geen kwetsbare- of beperkt kwetsbare objecten binnen PR 10-6 contouren van risicobronnen in de omgeving. Ten aanzien van het groepsrisico geldt dat het project geen verandering qua personendichtheid tot gevolg heeft en dus geen invloed heeft op de hoogte van het groepsrisico. In geval van een calamiteit met gevaarlijke stoffen bij een van de risicobronnen ten noorden van de projectlocatie, kan een duinenrij of scherm een risico reducerend effect hebben.

13 Natura 2000 gebied Conclusie: Bij realisatie duinenrij, volgens voorkeursvariant, is er als gevolg van direct ruimtebeslag mogelijk sprake van een (significant) negatief effect op twee habitattypen en één habitatsoort (groenknolorchis) van het Natura 2000 gebied Voornes Duin.

14

15 Natura 2000 gebied Vervolgstappen: 1. Exact oppervlakteverlies bepalen na vaststelling inrichting. 2. Standplaatsen groenknolorchis inventariseren voor nauwkeurige effectbepaling. 3. Uitwerken in Passende beoordeling (= vaststellen of er daadwerkelijk sprake is van significante effecten). 4. Voorstel/verkenning mitigatie en compensatie. 5. Doorlopen ADC-toets. ADC-toets: De haalbaarheid hangt af van de mate van de onderbouwing van Alternatieven, de Dwingende reden van groot openbaar belang en het treffen van Compensatie. Advies: geen direct ruimtebeslag Natura 2000 gebied Voornes Duin (kans minder op moeten doorlopen ADC-toets)

16 Natuurnetwerk Nederland (voorheen EHS) De duinophoging bevindt zich grotendeels in NNN-gebied waardoor oppervlakteverlies plaatsvindt op natuurbeheertypen Conclusie: in NNN sprake van negatieve effecten op de wezenlijke kenmerken van het NNN.

17 Natuurnetwerk Nederland (voorheen EHS) Vervolgstappen: 1. Exact oppervlakteverlies bepalen na vaststelling inrichting. 2. Onderzoek alternatieven en/of afweging sprake van groot openbaar belang 3. Opstellen NNN-compensatieplan Advies: geen direct ruimtebeslag NNN geen noodzaak tot opstellen compensatieplan

18 Flora en fauna Op de locaties van de duinophoging kunnen een aantal (zwaar) beschermde soorten verwacht worden Om de mate van verstoring te kunnen inschatten is een aanvullende gebiedsinventarisatie nodig. Middels passende maatregelen hoeft de Flora- en faunawet geen belemmering te vormen voor het voornemen van de duinophoging.

19 Water Zowel een duin als een scherm kunnen in de gebruiksfase gevolgen hebben voor grondwaterstroming en waterhuishouding. Deze effecten (ook in relatie tot de aanwezige natuurwaarden) is een aandachtspunt en dient nader te worden onderzocht. Als gevolg van de voorziene duinenrij zal een deel van het Oostvoornse Meer als duin worden gebruikt. Het effect van deze afscherming op water wordt vooralsnog negatiever ingeschat dan het effect van een scherm.

20 Bodem & Archeologie Binnen het plangebied zijn geen bodemverontreinigingen bekend. Aangezien er daarnaast geen graafwerkzaamheden voorzien zijn (als gevolg van de aanleg van de duinenrij wordt alleen zand opgebracht) vormt dit geen belemmering. De aan te brengen grond dient te voldoen aan de relevante wet- en regelgeving.

21 Samenvatting milieueffecten

22 Kansen Versterken recreatieve mogelijkheden Mogelijkheid (bij Duin) om meer natuurgebied toe te voegen grenzend aan Natura2000-gebied Voornes Duin Door afscherming zijn op diverse terreinen winsten te behalen

23 Nader onderzoek Geotechniek De realisatie van een duinlichaam heeft gevolgen voor de druk op de grond en mogelijke geotechnische verschuivingen van bodemlagen. Het is ook relevant om de gevolgen van het duin op de (water)bodem en waterkwaliteit van het Oostvoornse Meer te onderzoeken. Water Voor het plan zal een watertoets moeten worden doorlopen. Afhankelijk van de keuze voor een scherm of een duin zal bij het Waterschap advies en wellicht de noodzakelijke vergunning moeten worden aangevraagd.

24 Nader onderzoek Natuur Gelet op de uitkomsten van de natuurtoets en de ligging van het Natura2000 gebied Voorns Duin is een passende beoordeling noodzakelijk. Ook indien er als gevolg van herlocatie van de voorziene duinenrij en/of scherm geen sprake is van direct ruimtebeslag is een passende beoordeling noodzakelijk. Indien significante negatieve effecten op Natura 2000 gebied niet kunnen worden uitgesloten (volgt uit passende beoordeling) dan moet een ADC-toets worden doorlopen. In de ADC-toets wordt achtereenvolgens bepaald: 1. of er Alternatieven zijn voor het plan (die geen of minder gevolgen hebben); 2. of er Dwingende redenen van groot openbaar belang zijn voor het plan; 3. of er voldoende Compensatie voor de schade aan de natuur getroffen kan worden.

25 Er dient een compensatieplan te worden opgesteld gelet op de aantasting van het Natuurnetwerk Nederland (NNN). Indien er als gevolg van herlocatie van de voorziene duinenrij en/of scherm geen sprake is van direct ruimtebeslag (NNN) vervalt de verplichting tot het opstellen van een compensatieplan. In het kader de flora en faunawet is een aanvullende gebiedsanalyse nodig In het verlengde van de passende beoordeling geldt ook een plan M.E.R.-plicht gelet op de wettelijke koppeling in het Beluit m.e.r.

26 Nader onderzoek Archeologie Het ophogen van grond binnen de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie' is niet zondermeer mogelijk. Voor de noordelijke oever zijn werkzaamheden niet dieper dan 3 m beneden maaiveld of met een oppervlak van ten hoogste 200 m 2 niet vergunningplichtig. Gelet op de dubbelbestemming dient er voor aanvang van de werkzaamheden een archeologisch onderzoek worden uitgevoerd.

27 Nader onderzoek Milieueffectrapportage Als gevolg van ligging in en nabij Natura2000-gebieden kunnen (significant) negatieve effecten op voorhand niet worden uitgesloten. In een Passende Beoordeling dient dit nader geanalyseerd en beoordeeld te worden. Gelet op het besluit m.e.r. betekent dit ook dat een plan M.e.r. moet worden opgesteld.

28 Vervolg Vragen? Kans?