Een goede ruimtelijke ordening. Henry de Roo

Transcriptie

1 Een goede ruimtelijke ordening Henry de Roo

2 Afwijken bestemmingsplan (1) artikel 2.12, lid 1, a, sub 1 Wabo binnenplans afwijken artikel 2.12, lid 1, a, sub 2 Wabo de gevallen genoemd in artikel 4, Bijlage II Bor artikel 2.12, lid 1, a, sub 3 Wabo een activiteit die niet in strijd is met een goede ruimtelijke onderbouwing (besluit goed motiveren met ruimtelijke onderbouwing)

3 Geen ruimtelijke onderbouwing, maar Artikel 2.12 lid 1 sub a onder 2 Wabo bepaalt dat een kruimelvergunning slechts wordt verleend indien die activiteit niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening Wel of niet afwijken is een vrije beschikking, vraagt dus een goede motivering en een belangenafweging

4 Elk besluit Moet voldoen aan: Artikel 3:2 Awb (zorgvuldigheidsbeginsel) Artikel 3:4 Awb (evenredigheidsbeginsel) Artikel 3:46 Awb (motiveringsbeginsel)

5

6 Mogelijkheden uit artikel 4 zijn groot ECLI:NL:RVS:2011:BU1640, 26 oktober 2011 uit de tekst van artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onderdeel a, onder 2º van de Wabo blijkt niet dat is beoogd de toepassing van deze bevoegdheid te beperken tot planologisch ondergeschikte gevallen. Toepassing van de bevoegdheid is uitsluitend beperkt tot de categorieën van gevallen, genoemd in artikel 4 van de bij het Bor behorende Bijlage II uit de tekst van artikel 4, aanhef en eerste lid, van de bij het Bor behorende Bijlage II, noch uit de geschiedenis van totstandkoming daarvan, blijkt dat beoogd is de toepassing van deze bepaling te beperken tot één bijbehorend bouwwerk per perceel of aanvraag om omgevingsvergunning

7

8 Kruimels kunnen gecombineerd (1) ECLI:NL:RVS:2017:744, 22 maart 2017: Het college was bevoegd om voor de uitbreiding van de begane grond van het pand op de grondslag van artikel 4, eerste lid, van bijlage II van het Bor af te wijken van het bestemmingsplan en voor de wijziging van het gebruik van het pand voor gestapelde bewoning op de grondslag van artikel 4, negende lid, van bijlage II van het Bor af te wijken van het bestemmingsplan. De Afdeling wijst in dit verband op de Nota van toelichting bij het besluit tot wijziging van het Bor per 1 november 2014 (Stb. 2014, 333 p ) waarin is vermeld dat de verscheidene onderdelen van artikel 4 van bijlage II in één omgevingsvergunning gecombineerd kunnen worden toegepast en dat het zo mogelijk is om tegelijkertijd een omgevingsvergunning te verlenen voor een bepaald gebruik, bedoeld in artikel 4, negende lid, van een bestaand hoofdgebouw en voor de bouw en het gebruik van een bijbehorend bouwwerk, bedoeld in artikel 4, eerste lid

9 Kruimels kunnen gecombineerd (2) ECLI:NL:RVS:2017:819, 29 maart 2017 De rechtbank heeft terecht overwogen dat het college bevoegd was om op grondslag van zowel het eerste als het negende lid van artikel 4, van bijlage II van het Bor van het bestemmingsplan af te wijken voor onderscheidenlijk de uitbreidingen van de watertoren en het gebruik van de watertoren als zelfstandig kantoorgebouw. De rechtbank heeft in dit verband terecht verwezen naar de Nota van toelichting bij het besluit tot wijziging van het Bor per 1 november 2014 (Stb. 2014, 333 p ) waarin is vermeld dat verscheidene onderdelen van artikel 4 van bijlage II van het Bor gecombineerd kunnen worden toegepast en dat het zo mogelijk is om tegelijkertijd een omgevingsvergunning te verlenen voor een bepaald gebruik bedoeld in artikel 4, negende lid, van een bestaand hoofdgebouw en voor de bouw en het gebruik van een bijbehorend bouwwerk, bedoeld in artikel 4, eerste lid

10 Ruimtelijke toetsing Inhoudelijke beoordeling van een aanvraag. Aan de hand van: (Algemene) wet- en regelgeving Rijks-, Provinciaal en (vooral!) gemeentelijk beleid Een goede ruimtelijke ordening (niet gedefinieerd, maar in basis een algehele complexe belangenafweging. Een goede ruimtelijke ordening dient bij te dragen aan de kwaliteit van de leefomgeving)

11 Aanvaardbaar woon- en leefklimaat Het bevoegd gezag zorgt ook voor een aanvaardbaar woon- en leefklimaat. Dit gebeurt in het kader van een "goede ruimtelijke ordening" (art 3.1 Wro). Het beginsel van een goede ruimtelijke ordening blijft van toepassing voor alle ruimtelijke ontwikkelingen.

12 Beleidsmatige aspecten Rijksbeleid Provinciaal beleid Regionaal beleid Gemeentelijk beleid

13 Ladder Duurzame Verstedelijking Zorgvuldig omgaan ruimtelijk gebruik (beslag) Bij nieuwe stedelijke ontwikkelingen Gewijzigd 1 juli 2017 De begrippen 'actuele' en 'regionale' zijn geschrapt. De nieuwe Ladder bevat geen treden meer. De treden 1 en 2 zijn samengevoegd en trede 3 is geschrapt. Aantonen van de behoefte is voldoende

14 Veel jurisprudentie Jurisprudentie laat als algemene lijn zien, dat bij herbestemming c.q. functiewijziging van bestaande gebouwen geen sprake is van een nieuwe stedelijke ontwikkeling bij functiewijziging sec. Er geen sprake is van een ladderplichtige activiteit. Overigens is op basis van artikel 5.20 van het Besluit omgevingsrecht de ladder niet van toepassing op kruimelgevallen. Echter in het kader van goede ruimtelijke ordening is wel getoetst aan de behoefte -vraag

15 Relevante toetskaders Volgende (niet) zichtbare omgevingsfactoren kunnen van toepassing zijn op een ruimtelijke ontwikkeling: Archeologie Bodem Externe veiligheid (Bevi) Ecologie (Wnb) Water(toets) Milieu(hinder) Geluid en akoestiek Verkeer en vervoer Luchtkwaliteit

16 Archeologie

17

18

19

20 Externe veiligheid (Bevi) Speelt een rol als vergunning wordt verleend voor (beperkt) kwetsbare objecten (woningen, kinderdagverblijven etc) Bevi bevat veiligheidsafstanden tussen risicobronnen en (beperkt) kwetsbare objecten Risicobronnen zijn: gastransportleidingen, route gevaarlijke stoffen, hoogspanningsmasten, inrichtingen in of nabij een plangebied etc.

21 Plaatsgebonden en groepsrisico Voor het aspect externe veiligheid zijn twee begrippen van belang: het plaatsgebonden risico (grenswaarde); en het groepsrisico (oriënterende waarde).

22

23

24

25 Hogedrukgasleidingen Bron: handboek buisleidingen in bestemmingsplannen

26 Bodemonderzoek

27 Waar is voortraject informatie halen? Gemeentelijk bodemkwaliteitskaart

28 Ecologie De bescherming van plant- en diersoorten is in Nederland geregeld in Wet Natuurbescherming. Deze wet is op 1 januari 2017 in werking getreden en beschermd ruim 900 soorten in Nederland voorkomende planten- en diersoorten. Deze wet vervangt de huidige Flora- en faunawet, Natuurbeschermingswet en Boswet.

29 Ecologie Soorten onderzoek: Gebiedsbescherming - Natura 2000 gebieden (Natuurbeschermingswet); - Beschermde natuurmonumenten; - Wetlands; - Nationale Landschappen; - Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Soortenbescherming Bescherming van soorten: verbodsbepalingen Wet Natuurbescherming (voorheen: Flora en Faunawet)

30 Gebiedsbescherming?

31

32

33 Geluid Belangrijke basis in ruimtelijke afweging voor het aspect geluid is de Wet geluidhinder (Wgh) Biedt geluidgevoelige functies bescherming tegen geluidsoverlast van wegverkeer-, spoorweg- en industrielawaai Wgh van toepassing bij vaststellen bestemmingsplannen en verlenen omgevingsvergunningen (artikel 2.1 lid 1 onder c. Wabo)

34 Wegverkeerslawaai Een weg heeft een zone die zich uitstrekt vanaf de as van de weg tot de volgende breedte aan weerszijden van de weg. Deze zone verschilt per het aantal rijbanen en of de weg binnen of buiten een stedelijk gebied ligt. In de tabel is te zien hoe groot deze zones zijn. De zones gelden niet voor wegen binnen woonerven en op wegen waar een maximumsnelheid geld van 30 kilometer per uur. Voor woningen binnen een zone bestaat een maximum toelaatbare geluidbelasting van de gevel van 48 db. Er kan echter een Besluit hogere grenswaarde worden vastgesteld. Voor woningen buiten een stedelijk gebied gaat het om 53 db en voor woningen binnen het stedelijk gebied gaat het om 63 db.

35

36 Wet geluidhinder vs. Wabo Toetsing Wgh: bij ruimtelijke ontwikkelingen waarbij langer dan tien jaar wordt afgeweken van het bestemmingsplan. 11. Ander gebruik van gronden of bouwwerken dan bedoeld in de onderdelen 1 tot en met 10, voor een termijn van ten hoogste tien jaar.

37 Bij binnenplanse of tijdelijke afwijking geldt Wgh niet maar zal bevoegd gezag toch moeten toetsen of sprake is van een goede ruimtelijke ordening. Uitspraak ABRvS 3 oktober 2007 nr /1 Het bevoegd gezag moet voor het garanderen van een aanvaardbaar verblijfsklimaat ook het aspect geluid bij de belangenafweging betrekken.

38 Verkeer, vervoer en parkeren Nieuwe functies betekenen meestal ook dat er sprake is of zal of kan zijn van een toename van verkeersbewegingen, alsmede ontstaat er een parkeerbehoefte. Uitgangspunt is dat nieuwe functies geen onevenredige extra hinder veroorzaken voor reeds aanwezige functies in de omgeving. Van belang bij (nieuwe) ruimtelijke ontwikkelingen: 1. Toename verkeersintensiteit; 2. Parkeerplaatsen.

39 Parkeren in bestemmingsplan Einde parkeernorm in bouwverordening (29 november 2014) Overgangsregeling tot 1 juli 2018 (nieuwe plannen na 29 november vallen hier niet onder) Ontbreken parkeernorm in bestemmingsplan vormt een probleem Naast normen ook ontheffingsmogelijkheid opnemen

40 Salderen: hoe zat dat ook alweer? Bij functiewijzigingen of verbouwingsprojecten dient bij het bepalen van de parkeervraag niet alleen rekening te worden gehouden met het nieuwe gewijzigde plan, maar heeft ook de oude, bestaande functie zijn doorwerking op de parkeerbehoefte. Door het salderen van de parkeervraag, houd je alleen rekening met de toevoeging in parkeervraag ten behoeve van het ruimtelijke plan. Bij salderen verminder je de parkeervraag van het ruimtelijke plan met de parkeervraag van de reeds bestaande situatie. Voor de bestaande situatie zijn immers al parkeerplaatsen aanwezig.

41 Bepalen parkeerbehoefte Opgenomen in (recente) bestemmingsplannen Vastgestelde gemeentelijke parkeerbeleid

42 Rekenen met parkeren

43 Leestip

44

45 Waar heeft aanvraag betrekking op? let op: Gaat het om een aanvraag voor de activiteit bouwen die strijdig is met het bestemmingsplan, dan omvat de ingediende aanvraag impliciet een aanvraag tot afwijking van het bestemmingsplan (artikel 2.10, lid 2 respectievelijk 2.11, lid 2)

46 Consequenties Wordt alleen vergunning verleend voor bouwen maar is tevens sprake van strijd met het bestemmingsplan, dan bevat deze vergunning ook de activiteit afwijken van bestemmingsplan Een niet aangevraagde binnenplanse afwijking of een kruimelafwijking kan van rechtswege ontstaan (de reguliere procedure is immers van toepassing)