ADVIES. D, gevestigd te B, het bevoegd gezag van C te E, een school voor speciaal basisonderwijs, verweerder

Vergelijkbare documenten
ADVIES. in het geding tussen: de heer A, wonende te B, verzoeker, C, gevestigd te B, het bevoegd gezag van basisschool D te B, verweerder

ADVIES. Stichting C, gevestigd te C, het bevoegd gezag van basisschool D te C, verweerder gemachtigde: mevrouw mr. N. Stommels

ADVIES. in het geding tussen: mevrouw [verzoekster], wonende te [woonplaats], gemachtigde: mevrouw mr. A. Post

School moet de ouder erop wijzen dat voor het vinden van een andere passende school haar medewerking nodig is. ADVIES

ADVIES. Het oordeel van de Commissie is reeds bij brieven van 10 oktober 2018 aan partijen meegedeeld.

ADVIES. in het geding tussen: mevrouw A, wonende te B, verzoekster, gemachtigde: de heer mr. H.J. Stuyt

geschil over toelating leerling. Het conflictueuze verleden met de moeder is nu geen grond om de leerling niet toe te laten tot de school.

ADVIES. [verzoekster], wonende te [woonplaats], moeder van [de leerling], verzoekster, gemachtigde: [naam gemachtigde]

De Commissie is niet bevoegd om een oordeel te geven over een besluit van het samenwerkingsverband over toelating tot een Talentklas.

De aangeboden school voor so is voor de leerling voldoende nabij, waardoor op dit punt is voldaan aan de zorgplicht van de school.

Geschil over toelating leerling. De school heeft onvoldoende invulling gegeven aan haar onderzoeksplicht. ADVIES

in het geding tussen: de heer A, wonende te B, bezwaarde het College van Bestuur van het C, gevestigd te D, verweerder 1. VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Bezwaar toelaatbaarheidsverklaring speciaal onderwijs is ongegrond, omdat de school handelingsverlegen is geworden.

Geschil over verwijdering leerling. De veiligheidssituatie van de leerling is van invloed op het vinden van een andere passende school.

Geschil over verwijdering. Het besluit is redelijk omdat de school niet kan voorzien in de ondersteuningsbehoefte van de leerling.

ADVIES. de Stichting voor openbaar primair onderwijs E, gevestigd te B, het bevoegd gezag van F te B, verweerder

ADVIES. 1) Verzoekster is de moeder van L. L zit vanaf groep 1 op E (hierna: de school). Het schooljaar zit hij in groep 5.

ADVIES. Stichting C, gevestigd te D, het bevoegd gezag van basisschool E (verder: de school), verweerder

De verwijdering is redelijk is omdat de school niet meer kan voorzien in de ondersteuningsbehoefte van de leerling ADVIES

ADVIES. Stichting B, gevestigd te Houten, het bevoegd gezag van C, verweerder gemachtigde: de heer mr. S.G. van der Galiën

Ontwijken zorgplicht door proefplaatsing af te spreken, zonder de leerling aan te laten melden, is in strijd met Wet passend onderwijs.

Geschil over verwijdering twee leerlingen. School en ouders hebben geen vertrouwen meer in elkaar. Het verwijderingsbesluit is redelijk.

ADVIES. F, Stichting voor Katholiek Onderwijs, gevestigd te G, het bevoegd gezag van E, verweerder

ADVIES. de Stichting C, gevestigd te B-Zuidoost, het bevoegd gezag van de C (de school), te B Zuidoost, verweerder

ADVIES. in het geding tussen: [Verzoekers], wonende te [woonplaats], verzoekers, gemachtigde: de heer mr. W.D. Berkhout

ADVIES. 1. Verzoekster is de moeder van F. F heeft vanaf zijn vierde jaar tot en met groep 5 onderwijs gevolgd op basisschool J, te K.

School mag een leerling niet verwijderen als speciaal onderwijs aangewezen is en er geen tlv voor speciaal onderwijs is afgegeven.

ADVIES. de Stichting B, gevestigd te L, het bevoegd gezag van C, een scholengemeenschap voor voortgezet onderwijs, verweerder

ADVIES. het College van Bestuur van C, gevestigd te B, het bevoegd gezag van D, verweerder

ADVIES. Stichting [verweerder], gevestigd te Tiel, het bevoegd gezag van basisschool [de school] te [vestigingsplaats], verweerder

ADVIES. Het oordeel van de Commissie is op 16 mei 2018 toegezonden aan partijen.

ADVIES. in het geding tussen: de heer en mevrouw [klagers], wonende te [woonplaats], verzoekers, gemachtigde: mevrouw mr. A.M.T.

ADVIES. [het samenwerkingsverband], gevestigd te [vestigingsplaats], verweerder

Het verzoek is niet-ontvankelijk omdat er (nog) geen sprake is van een situatie die op één lijn is te stellen met verwijdering.

ADVIES. [Verweerder], gevestigd te [vestigingsplaats], het bevoegd gezag van [de school] te [vestigingsplaats], verweerder

ADVIES. het College van Bestuur van C, gevestigd te B, het bevoegd gezag van D te B, verweerder

ADVIES. de Stichting D, gevestigd te C, het bevoegd gezag van school E, verweerder gemachtigde: de heer mr. C.J. Verhaart

Praktijkschool heeft onvoldoende voldaan aan zijn plicht om een andere school bereid te vinden de leerling toe te laten.

SAMENVATTING. de heer A, wonende te B en mevrouw C, wonende te D, hierna te noemen verzoekers gemachtigde: mevrouw mr. A.M.T.

ADVIES. in het geding tussen: Stichting [bezwaarde] te [vestigingsplaats], bezwaarde. [Samenwerkingsverband], te [vestigingsplaats], verweerder

ADVIES. in het geding tussen: A en B, wonende te X, verzoekers,

Geschil over verwijdering. Het geschil over terugplaatsing naar 3 havo is ontvankelijk omdat dit in feite neerkomt op verwijdering.

Geschil over verwijdering. Een reguliere basisschool mag een leerling vanwege fysiek grensoverschrijdend gedrag verwijderen.

ADVIES. [Bestuur], het bevoegd gezag van [school1] te [vestigingsplaats], verweerder gemachtigde: mevrouw mr. C.F.J.

SAMENVATTING ADVIES. het College van Bestuur van D, gevestigd te E, het bevoegd gezag, verder te noemen verweerder

De ondersteuningsbehoefte van de leerling rechtvaardigt de afgifte van een toelaatbaarheidsverklaring speciaal basisonderwijs.

Toelating van leerling met ontwikkelingsachterstand onvoldoende onderzocht. ADVIES

ADVIES. in het geding tussen: [bezwaarden], wonende te [woonplaats], bezwaarden gemachtigde: de heer mr. C.J. Driessen

ADVIES. in het geding tussen: [verzoekster] en [verzoeker], wonende te [woonplaats], verzoekers, gemachtigde: mevrouw mr. F.M.

ADVIES. [het schoolbestuur], gevestigd te [vestigingsplaats], het bevoegd gezag van [de school], verweerder gemachtigde: de heer mr. J.A.

ADVIES. C, gevestigd te D, het bevoegd gezag van de school voor speciaal onderwijs E, verweerder gemachtigde: mevrouw mr. F.J.

ADVIES. de [het bestuur] te [vestigingsplaats] het bevoegd gezag van [de school], verweerder

ADVIES. de heer [verzoeker] en mevrouw [verzoekster], wonende te [plaatsnaam], verzoekers gemachtigde: de heer mr. R.F. Bakker

ADVIES. [bevoegd gezag], gevestigd te [vestigingsplaats], het bevoegd gezag van [school 1], verweerder gemachtigde: mevrouw mr. M.

ADVIES. Stichting [verweerder], gevestigd te [vestigingsplaats], het bevoegd gezag van [de school] te [vestigingsplaats],

ADVIES. Stichting C, gevestigd te K, het bevoegd gezag van D te K (de school), verweerder gemachtigde: mevrouw mr. I.A. Hoen

ADVIES. de Stichting C, gevestigd te D, het bevoegd gezag van de school voor E te D, verweerder gemachtigde: mevrouw mr. I.A. Hoen

SAMENVATTING Geschil over toelating leerling tot mavo; VO

ADVIES. het College van Bestuur van D, het bevoegd gezag van E, gevestigd te M, verweerder

ADVIES. in het geding tussen: mevrouw A, wonende te Y, verzoekster, de Stichting B, gevestigd te Z, het bevoegd gezag van C te M, verweerder

ADVIES. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, het bevoegd gezag van F, verweerder

ADVIES /advies d.d. 27 mei 2019 pagina 1 van 6

J A A R V E R S L A G Landelijke Bezwaaradviescommissie Toelaatbaarheidsverklaring (LBT) Meer informatie op

ADVIES. in het geding tussen: de heer A en mevrouw B, wonende te C, verzoekers, gemachtigde: mevrouw mr. S.M. Depmann

ADVIES. de D, gevestigd te E, het bevoegd gezag van basisschool F te C, verweerder

ADVIES. in het geding tussen: [bezwaarde], wonende te [woonplaats], bezwaarde gemachtigde: de heer mr. J.A.P.F. Hoens

Geschil over verwijdering wegens een incident met fysiek geweld. Gezien de ernst van het incident is de voorgenomen verwijdering redelijk.

AD V I ES. in het geding tussen: mevrouw A, wonende te B, hierna te noemen verzoekster

ADVIES. Stichting [verweerder], gevestigd te [plaats], het bevoegd gezag van basisschool [de school], verweerder gemachtigde: mevrouw mr. A.C.M.

ADVIES. de heer [klager] en mevrouw [klaagster], wonende te [plaatsnaam], verzoekers, gemachtigde: mevrouw mr. M.J. Zennipman

ADVIES /advies d.d. 14 november 2018 pagina 1 van 5

ADVIES. Stichting B, gevestigd te Z, het bevoegd gezag van J media en vormgeving, verweerder

ADVIES. in het geding tussen: mevrouw A en de heer B, wonende te R, bezwaarden

ADVIES. [bevoegd gezag], gevestigd te [vestigingsplaats], het bevoegd gezag van [school], verweerder gemachtigde: mevrouw mr. G.J.

mevrouw [verzoekster] en de heer [verzoeker], wonende te [woonplaats], verzoekers, gemachtigde: mevrouw I. de Groot

Geschil over voorgenomen verwijdering. School heeft vanwege de veiligheid kunnen besluiten tot verwijdering van de leerling.

ADVIES. [schoolbestuur], gevestigd te [vestigingsplaats], het bevoegd gezag van [school], verweerder gemachtigde: mevrouw mr. M.P.

ADVIES. [het schoolbestuur], gevestigd te [vestigingsplaats], het bevoegd gezag van [de school], verweerder

ADVIES. Stichting D, gevestigd te P, het bevoegd gezag van basisschool C te O, verweerder

Toelaatbaarheidsverklaring praktijkonderwijs is onverenigbaar met gelijktijdige toelating tot vmbo. ADVIES. in het geding tussen:

ADVIES. in het geding tussen: De heer en mevrouw A, wonende te B, verzoekers, C, gevestigd te B, het bevoegd gezag van D te B

ADVIES. in het geding tussen: [bezwaarde], wonende te [woonplaats], bezwaarde gemachtigde: mevrouw mr. S. Jurkovich

de C, gevestigd te B, het bevoegd gezag van openbare basisschool D te B, verweerder

ADVIES. [bevoegd gezag], gevestigd te [vestigingsplaats], het bevoegd gezag van de [school] te [vestigingsplaats], verweerder

ADVIES. Stichting C gevestigd te D, het bevoegd gezag van christelijke basisschool E te B, verweerder gemachtigde: de heer mr. C.J.

De ondersteuningsbehoefte van de leerling rechtvaardigt geen afgifte van een toelaatbaarheidsverklaring-sbo. ADVIES

de heer [verweerder], waarnemend directeur van openbare basisschool [de school] (hierna: de school) te [vestigingsplaats], verweerder

ADVIES. Stichting D, gevestigd te O, het bevoegd gezag van de school, verweerder gemachtigde: mevrouw mr. B.T. Brouwer

ADVIES. C., gevestigd te B, het bevoegd gezag van D, een school voor mavo en vmbo te B, verweerder gemachtigde: mevrouw mr. A.C.M.

ADVIES. in het geding tussen: mevrouw A, wonende te B, verzoekster,

ADVIES. De C voor rk, pc en interconfessioneel voortgezet onderwijs voor B en omstreken, gevestigd te B, het bevoegd gezag van het D te B, verweerder

Geschil over verwijdering. De feitelijke situatie is gelijk te stellen met verwijdering. ADVIES

Geschil over verwijdering leerling. Het staat onvoldoende vast dat de school de leerling geen passend onderwijs meer kan bieden.

ADVIES. basisschool F te B, vertegenwoordigd door mevrouw C, directeur, verweerster

ADVIES. in het geding tussen: de heer en mevrouw A, wonende te Q, bezwaarden gemachtigde: mevrouw mr. M. Smit

ADVIES. in het geding tussen: [bezwaarde], wonende te [woonplaats] Samenwerkingsverband [verweerder], gevestigd te [vestigingsplaats]

Klacht over begeleiding leerling. De school heeft onvoldoende regie genomen en onvoldoende gecommuniceerd. ADVIES

in het geding tussen: de heer A en mevrouw B, wonende te C, de heer D, wonende te E, mevrouw F, wonende te G, verzoekers

ADVIES. in het geding tussen: mevrouw [bezwaarde], wonende te [woonplaats], gemachtigde: de heer mr. O.F.X. Roozemond

Aanmelden en Zorgplicht versie

Transcriptie:

107766 De zorgplicht voor het vinden van een andere passende school rust op de school van aanmelding, ook als de leerling nog staat ingeschreven bij een andere school in het geding tussen: mevrouw A, wonende te B, verzoekster, en ADVIES D, gevestigd te B, het bevoegd gezag van C te E, een school voor speciaal basisonderwijs, verweerder 1. VERLOOP VAN DE PROCEDURE Op 19 juni 2017 heeft verzoekster aan de Commissie een geschil voorgelegd over het besluit van 7 juni 2017 waarmee F de toelating tot sbo C is geweigerd. Verweerder heeft op 4 juli 2017 een verweerschrift ingediend. De mondelinge behandeling van het geschil vond plaats op 13 juli 2017 te Utrecht. Verzoekster en haar echtgenoot waren ter zitting aanwezig. Namens verweerder waren aanwezig ter zitting mevrouw V, clusterdirecteur, mevrouw W, schoolleider en de heer X, bestuurlijk beleidsmedewerker. Namens het samenwerkingsverband, was ter zitting aanwezig de heer Y, directeur. 2. DE FEITEN 1. Verzoekster is de moeder van F. F is geboren op 26 mei 2006. F is bekend met Nonverbal Learning Disorders (NLD). 2. F heeft de groepen 1, 2 en 3 gevolgd op basisschool G te B. Daarna volgde hij groep 4/5 in het speciaal basisonderwijs (sbo H te I). Na een korte periode in groep 5 heeft hij van 14 november 2014 tot en met 28 augustus 2015 dagbehandeling gekregen bij T (jeugdpsychiatrie). Daarna is hij gestart op het speciaal onderwijs en heeft daar opnieuw groep 5 gedaan. F is in oktober 2016 thuis komen te zitten. F staat ingeschreven op de J (cluster 4). Deze so-school valt onder een ander schoolbestuur dan dat van verweerder. 3. In december 2016 is F psychodiagnostisch onderzocht. De intelligentie van F werd toen vastgesteld op 96 (disharmonisch profiel). De klinisch psycholoog adviseerde voor F: - ambulante therapie (Acceptance and Commitment Therapy); - een systeemtherapeut voor ondersteuning bij de opvoeding; - een pedagogisch-didactisch plan; - oefenen in de omgang met leeftijdgenootjes; - gerichte sport en o.a. een buddy om F te coachen. 107766/ advies d.d. 28 augustus 2017 pagina 1 van 5

4. Op 19 januari, 2 maart, 3 april en 29 mei 2017 is er multidisciplinair overleg (mdo) gevoerd waarbij naast de beide ouders onder andere aanwezig waren de leerplichtambtenaar, een medewerker van het Centrum voor Jeugd en Gezin, het Centrum voor Consultatie en Expertise (CCE), een Onderwijszorgconsulent, een medewerker van het samenwerkingsverband, de intern begeleider en de schoolcoördinator van de J. Op 3 april en 29 mei 2017 was bij dit overleg ook de schoolleider van C betrokken. 5. Op 3 april 2017 heeft C aangegeven dat er een tekort was aan informatie door het ontbreken van een actueel ontwikkelingsperspectief en een pedagogisch-didactisch plan, waardoor niet kon worden bepaald of de school F kon aannemen. 6. Op 6 juni 2017 heeft C schriftelijk aan verzoekster laten weten dat F niet tot de school wordt toegelaten. In de brief staat dat: - de school in de bewuste groep 7 veel leerlingen met externaliserend gedrag heeft waardoor F overprikkeld kan worden hetgeen kan leiden tot negatieve ervaringen die het zelfbeeld negatief beïnvloeden; - er in de school onvoldoende mogelijkheden zijn om omgang met leeftijdgenootjes te oefenen; - binnen het schoolondersteuningsprofiel de hulpvraag van F niet voldoende beantwoord kan worden. 7. Verzoekster heeft daarna een verzoekschrift bij de Commissie ingediend. 3. STANDPUNTEN VAN PARTIJEN Standpunt verzoekster F heeft in zijn schoolcarrière goede periodes gehad en tijden waar er door omstandigheden sprake was van terugval. Eind oktober 2016 kwam hij thuis te zitten. Dit was na een periode waarbij zijn ondersteuning op school niet goed was georganiseerd en F zich er, door allerlei factoren ook niet meer veilig voelde. De ouders hebben toen het CCE ingeschakeld en F laten onderzoeken. Dit onderzoek was begin 2017 afgerond en is besproken tijdens het mdo van 19 januari 2017. De J zou contacten met andere scholen gaan leggen om gefaseerd, via een andere locatie of school, F weer het onderwijs in te leiden. Ouders en de J waren het in dit kader met elkaar eens dat de J niet de best passende onderwijsplek voor F was om hem succesvol te laten terugkeren naar het onderwijs. De school had geen lokaal beschikbaar waar met F gewerkt kon gaan worden aan het schoolrijp maken. Tijdens het mdo van 2 maart 2017 heeft de J aangegeven dat zij hierover contact zou opnemen met sbo C. Deze school ligt dicht bij het huis van verzoekster en had daarom toen nog haar voorkeur. Er zijn daarna verschillende afspraken met en overleggen bij C geweest. F is vanuit de J aangemeld bij sbo C in E. Beide scholen behoren deels tot hetzelfde schoolbestuur. Het besluitvormingsproces bij C heeft veel te lang geduurd (ruim drie maanden). C wist intern vanaf het eerste moment al dat het F niet zou toelaten. De school is gekomen met een waslijst aan vragen. Een deel van de gevraagde informatie was niet relevant omdat die was achterhaald. Ook hadden sbo H en T verkeerde diagnoses gesteld en is de J te laat geweest met het opstellen van een groeidocument. C heeft geen contact opgenomen met verzoekster, de Onderwijszorgconsulent of het CCE. Dit alles heeft het vertrouwen in de school bij verzoekster zo ernstig geschaad, dat zij niet langer wil dat F naar C gaat. Nadat C F had geweigerd, was er geen 107766/ advies d.d. 28 augustus 2017 pagina 2 van 5

andere passende school voor F. Verzoekster heeft uiteindelijk op eigen initiatief, samen met een Onderwijszorgconsulent voor F een plaats geregeld bij K te L. Dit is speciaal onderwijs. Standpunt verweerder De J en C behoren niet tot hetzelfde schoolbestuur. De J heeft zich bij C gemeld met een hulpvraag. Het ging in eerste instantie om meedenken over de terugkeermogelijkheden van F naar het onderwijs. Omdat deze hulpvraag onduidelijk was voor C, heeft de directeur gevraagd om een multidisciplinair overleg. In tweede instantie zou het gaan om het beschikbaar stellen van een ruimte waar F kon werken om weer schoolrijp te worden. Daarna ging het om de mogelijkheid F te laten integreren. Uiteindelijk was de wens dat F zou worden ingeschreven bij C. Er is overigens geen schriftelijke aanmelding geweest. Omdat het al op verschillende scholen niet was gelukt met F, wilde C een goed besluit nemen en beoordelen of het de geschikte school kon zijn voor F. De school heeft zich daarbij willen baseren op recente en volledige informatie. Bij het tweede multidisciplinair overleg heeft de directeur van C gezegd dat er geen beslissing genomen kon worden door het ontbreken van een volledig dossier. F zat al een lange periode thuis en er was geen dossier over zijn ondersteuningsbehoefte. Het pedagogisch plan is er pas gekomen op verzoek van de directeur van C. De omstandigheden op C komen niet overeen met de specifieke ondersteuningsbehoefte van F, zoals is aangegeven in het besluit. Het schoolbestuur van de J heeft na de weigering van de toelating, voor F andere scholen gezocht. 4. INBRENG SAMENWERKINGSVERBAND De totale duur van de beoordeling of F naar C kon heeft ruim 10 weken geduurd. Dit is slechts een overschrijding van de wettelijke termijn met enkele dagen. De zorgplicht ligt bij het schoolbestuur van de J omdat F daar staat ingeschreven. Die school heeft drie alternatieven aangeboden. Daarnaast wilden nog twee scholen onderzoek doen of F geplaatst kon worden. 5. OVERWEGINGEN VAN DE COMMISSIE Bevoegdheid en ontvankelijkheid bij toelating De Commissie is op grond van artikel 43 lid 2 van de Wet op het primair onderwijs (WPO) bevoegd kennis te nemen van geschillen tussen ouders en het bevoegd gezag van een school die ontstaan bij de toepassing van onder meer artikel 40 lid 3, 4 en 5 WPO betreffende de (weigering) toelating van een leerling met een extra ondersteuningsbehoefte. Het verzoek heeft hierop betrekking. Nu verder het verzoek tijdig is ingediend, is de Commissie bevoegd en is het verzoek ontvankelijk. De beoordeling van het verzoek om toelating De aanmelding bij een school moet schriftelijk gebeuren volgens artikel 40 lid 2 WPO. Hierdoor kan worden bepaald wanneer de termijn van tien weken is verstreken die voor de beoordeling van de aanmelding geldt (artikel 40 lid 6 WPO). Ten aanzien van F is er geen schriftelijke aanmelding geweest maar heeft zich, startend vanuit een hulpvraag, het verzoek ontwikkeld om F in te schrijven bij C. Hierdoor kan de Commissie niet vaststellen of er een overschrijding van de tien weken termijn is geweest. F heeft een ingewikkelde schoolloopbaan achter de rug, heeft lang thuis gezeten en over hem zijn kennelijk niet altijd de juiste diagnoses gesteld. Daarnaast was het 107766/ advies d.d. 28 augustus 2017 pagina 3 van 5

door C te beoordelen dossier niet compleet. De beoordeling van het verzoek om toelating heeft naar het oordeel van de Commissie, gezien deze omstandigheden, niet onredelijk lang geduurd. Bij de voorbereiding van het multidisciplinair overleg van 29 mei 2017 was er volgens de gzpsycholoog van C, sprake van een zeer onvolledig dossier. De vragen die deze gz-psycholoog heeft gesteld ziet de Commissie, anders dan verzoekster, niet als overbodig. De gehele onderwijsloopbaan van F overziend, was er voor verweerder voldoende reden om nauwkeurig de ondersteuningsbehoefte van F te onderzoeken en te beoordelen of de overstap van speciaal onderwijs naar speciaal basisonderwijs op C voor F een passende oplossing zou zijn. Mede gezien het feit dat eerder door sbo H niet kon worden voorzien in de ondersteuningsbehoefte van F. Bovendien is in het CCE-verslag, waartegen verzoekster geen inhoudelijke bezwaren heeft, gesproken over een zeer ernstige problematiek bij F waarvoor eigenlijk klinische opname geadviseerd wordt maar dat de kans nu groot is dat F een opname als bewijs zal ervaren dat hij het allemaal fout heeft gedaan, waardoor de problematiek zich verder verdicht en hij nog moeilijker toegankelijk wordt voor therapie. De gz-psycholoog van C concludeerde dat een sboschool voor de door het CCE geadviseerde intensieve ambulante therapie niet geschikt is. Verweerder heeft daar in het bestreden besluit aan toegevoegd dat de groep waarin F op C terecht zou komen, voor hem ongeschikt is vanwege het aantal leerlingen met externaliserend gedrag. De Commissie is niet gebleken dat voor verweerder bij voorbaat al vaststond dat F niet zou worden toegelaten tot C. Verweerder heeft voldoende onderzoek gedaan en zich daarbij mede laten adviseren door de gz-psycholoog van de school, een deskundige waarvan mag worden verondersteld dat deze een juiste inschatting kan maken of C aan F kan bieden. De Commissie acht het voldoende aannemelijk dat een groep waarin een aanzienlijk aantal leerlingen met externaliserend gedrag zit, die voor verweerder een gegeven vormt, op dit moment voor F niet geschikt is om met succes het onderwijs op te gaan pakken. Verweerder heeft daarom in redelijkheid tot zijn besluit kunnen komen om F de toelating tot de school te weigeren. Andere passende school bij weigering toelating, zorgplicht In artikel 40 lid 4 WPO is bepaald dat het bevoegd gezag van een school niet eerder een besluit tot weigering toelating neemt, dan nadat het bevoegd gezag er, na overleg met de ouders en met inachtneming van de ondersteuningsbehoefte van de leerling en de schoolondersteuningsprofielen van de betrokken scholen, voor heeft zorg gedragen dat een andere school bereid is de leerling toe te laten. Bij de aanmelding behoort een school te controleren of zij tevens de school van voorkeur is. Want in dat geval ontstaat zorgplicht indien de school het verzoek om toelating van een leerling met een extra ondersteuningsbehoefte weigert. Verweerder heeft aangegeven dat het (uiteindelijk) om een aanmelding ging van F bij C. Het bevoegd gezag van C had daarom de zorgplicht moeten oppakken en met verzoekster in overleg moeten gaan over een andere passende school voor F. Dit is nagelaten. Verweerder heeft geen andere passende school voor F gezocht. Weliswaar heeft het schoolbestuur van de J andere scholen bereid gevonden om F te plaatsen. Maar een correcte invulling van de zorgplicht brengt met zich mee dat het bevoegd gezag van de school van aanmelding op de uitvoering van de zorgplicht regie houdt. Die uitvoering kan niet stilzwijgend worden overgenomen door de school waar de leerling nog staat ingeschreven. Omdat verweerder aan de juiste invulling van de zorgplicht is voorbij gegaan, is het verzoek gegrond. 107766/ advies d.d. 28 augustus 2017 pagina 4 van 5

6. OORDEEL Op grond van bovenstaande overwegingen oordeelt de Commissie het verzoek gegrond. Aldus gedaan te Utrecht op 28 augustus 2017 door mr. D. Ghidei, voorzitter, P. Kuiper en drs. M.H.W.C. Voeten, leden, in aanwezigheid van mr. S.J.F. Schellens, secretaris. mr. D. Ghidei, voorzitter voorzitter mr. S.J.F. Schellens secretaris 107766/ advies d.d. 28 augustus 2017 pagina 5 van 5