Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015

Vergelijkbare documenten
Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015

Resultaten Conjunctuurenquete 2014

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014

Resultaten Conjunctuurenquête jaar 2017

Willemstad, mei Resultaten Conjunctuurenquête 2016

Resultaten Conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2018

Resultaten Conjuntuurenquete 2018

RESULTATEN CONJUNCTUURENQUETE 1STE HELFT 2018

JAARGANG 13 / NR 2 / 2015

Derde kwartaal Conjunctuurenquête Nederland. Nederland totaal

Inhoud. KvK Oost Nederland - Kennis- en Adviescentrum COEN Oost Nederland Groothandel Kwartaalcijfers Pagina 1 van 27

Vierde kwartaal Conjunctuurenquête Nederland. Provincie Limburg

Inhoud. KvK Oost Nederland - Kennis- en Adviescentrum COEN Oost Nederland Vervoer, opslag en communicatie Kwartaalcijfers Pagina 1 van 26

Bedrijfsleven optimistischer

Inhoud. KvK Oost Nederland - Kennis- en Adviescentrum COEN Horeca, makelaardij en reisbranche Oost Nederland Kwartaalcijfers Pagina 1 van 18

COEN in het kort. Inhoud rapport. Toelichting. Nederland. Herstel komt in zicht. Conjunctuurenquête Nederland I rapport vierde kwartaal 2014

Tweede kwartaal Conjunctuurenquête Nederland. Provincie Zeeland

Conjunctuurenquête Nederland. Tweede kwartaal Coenrapportomslag eerstekwartaal.indd 1

Coen in het kort. Inhoud rapportage. Toelichting. Provincie Limburg. Negatief beeld bij alle indicatoren

CONJUNCTUUR MONITOR INTERIEURBOUW EN MEUBELINDUSTRIE. Sterk voor u en onze branche EERSTE HELFT 2016

Saldo economisch klimaat. Q (verwacht) -39,8

Eerste kwartaal Conjunctuurenquête Nederland. Provincie Limburg

Derde kwartaal Conjunctuurenquête Nederland. Provincie Flevoland

Conjunctuurenquête Nederland. Tweede kwartaal Bedrijfsleven onveranderd positief

Conjunctuurenquête Nederland

Fedecom Economische Barometer. Deelnemers Fedecom Economische Barometer. De sombere voorspellingen komen in het 2 e kwartaal uit!

KvK-barometer provincie Utrecht

Conjunctuurenquête Nederland

Stemming onder ondernemers in het MKB

M Na regen komt? De MKB-ondernemer als weerman van het economische klimaat. A. Ruis

Resultaten Bedrijven Census 2014: hoe is de administratie van bedrijven op Curacao geregeld?

53% 47% 51% 54% 54% 53% 49% 0% 25% 50% 75% 100% zeer moeilijk moeilijk komt net rond gemakkelijk zeer gemakkelijk

Consumentenvertrouwen in verzekeraars. Juli 2015

Conjunctuurenquête Nederland. Derde kwartaal Vertrouwen bedrijfsleven neemt toe

Conjunctuurtest voorjaar 2012

FME Postbus AD Zoetermeer T E I HALFJAARLIJKS ONDERZOEK Conjunctuurenquête voorjaar 2016

Derde kwartaal Conjunctuurenquête Nederland. Provincie Gelderland

De volgende twee stellingen met betrekking tot scholing van uitzend-/detacheringskrachten zijn aan het Metalektropanel voorgelegd:

Fedecom Economische Barometer. Deelnemers Fedecom Economische Barometer. Zowel de realisatie als de verwachtingen stellen teleur.

Fedecom Economische Barometer. Deelnemers Fedecom Economische Barometer. Export herstelt zich, prijsdruk houdt aan.

CONJUNCTUUR MONITOR INTERIEURBOUW EN MEUBELINDUSTRIE. Sterk voor u en onze branche TWEEDE HELFT 2016

Conjunctuurenquête voorjaar 2013

Derde kwartaal Conjunctuurenquête Nederland. Provincie Utrecht

Kwartaalmonitor VHG 01

Crisismonitor. SSC / Onderzoek en Informatie. uitgave juni Wat is in Breda veranderd ten opzichte van crisismonitor van april?

Conjunctuurenquête Nederland. Derde kwartaal Oplopend personeelstekort bij bedrijven

Conjunctuurenquête Nederland. Eerste kwartaal 2016

ECONOMISCHE MONITOR EDE 2012 / 1

M Meer snelgroeiende bedrijven en meer krimpende bedrijven in Nederland

Joost Meijer, Amsterdam, 2015

ONDERNEMERSVERTROUWEN MINDER HOOG. Conjunctuurenquête Nederland Eerste kwartaal 2019

HALFJAARLIJKS ONDERZOEK. Conjunctuurenquête najaar 2015

Barometer Arbeidsmarkt Regio Achterhoek (BARA) Oktober 2011

Conjunctuurenquête Nederland. Tweede kwartaal Record aantal ondernemers verwacht toename personeel

HISWA Conjunctuurenquête. 1 e kwartaal Amsterdam, 27 mei 2016 Jeroen van den Heuvel Sjoerd van Tilburg

CONJUNCTUUR MONITOR INTERIEURBOUW EN MEUBELINDUSTRIE. Sterk voor u en onze branche EERSTE HELFT

Het ondernemersvertrouwen stabiliseert in november

Conjunctuurenquête Technologische Industrie Nederland

Update Financieringsmonitor MKB September 2009

Productiegroei industrie afgenomen in derde kwartaal

Monitor Bouwketen. Daan Holtackers

Nieuwsbrief Zeeuwse arbeidsmarktmonitor Nummer 5: december 2015

PERSONEELSTEKORT BEDRIJVEN LOOPT VERDER OP. Conjunctuurenquête Nederland Vierde kwartaal 2018

M Starters en de markt. drs. A. Bruins drs. D. Snel

Conjunctuurenquête Nederland. Vierde kwartaal 2017

Conjunctuurenquête Nederland

M Beperkte groei werkgelegenheid in het MKB

Conjunctuur enquête. Technologische Industrie Nederland

Herstel in de industrie zet door. Samenvatting. Totale industrie. Omzet stijgt. Eerste kwartaal 2014

Het ondernemersvertrouwen neemt in november verder toe

Aantal medewerkers Zuidoost-Brabant

WERKGELEGENHEIDSBAROMETER EERSTE KWARTAAL 2016

EERSTE RESULTATEN ARBEIDSKRACHTENONDERZOEK CURAÇAO 2005

Ouderschapsverlof. Ingrid Beckers en Clemens Siermann

Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid

Het ondernemersvertrouwen herstelt zich in november

jul/09 mei/09 jun/09 sep/09 sep/08 jan/09 feb/09 mrt/09 jun/09 aug/09 sep/09 aug/09

Vierde kwartaal Conjunctuurenquête Nederland. Provincie Zuid-Holland

Ondernemersvertrouwen stabiliseert in februari

Conjunctuurenquête Nederland. Vierde kwartaal 2015

Eerste Resultaten Arbeidskrachtenonderzoek 2002 EERSTE RESULTATEN ARBEIDSKRACHTEN ONDERZOEK CURAÇAO 2002

Kwartaaloverzicht arbeidsmarkt 2005/2

Regionale resultaten voor de Kamer van Koophandel Brabant

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017

De belangrijkste conclusies die op basis van de tellingen in 2018 (in vergelijking met 2016) kunnen worden getrokken zijn:

Afname arbeidsproductiviteit in Curaçao zet voort in de periode 2009 tot en met 2011

Vierde kwartaal Conjunctuurenquête Nederland. Provincie Zeeland

Financiering in het MKB

Arbeidsmarkt in vogelvlucht

Vakantiewerk in het mkb 2004

Dienstensector houdt vertrouwen

Conjunctuurenquête Nederland. Tweede kwartaal Ondernemersvertrouwen voor derde kwartaal op rij gestegen

Monitor Bouwketen. Voorjaar Marien Vrolijk

Factsheet 24 november 2010 LO

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Licht herstel economie in derde kwartaal 2009

Highlights COEN 4 e kwartaal 2010

MKB investeert in kennis, juist nu!

Allochtonen op de arbeidsmarkt

Stadsmonitor. -thema Openbare Ruimte-

Afbrokkeling van het ondernemersvertrouwen in augustus

Transcriptie:

Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015 Willemstad, Mei 2016

Inhoudsopgave Inleiding... 2 Methodologie... 3 Resultaten conjunctuurenquête... 3 Concluderende opmerkingen... 17 1 CBS Curaçao mei 2016

Inleiding In november en december 2015 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) een groot aantal bedrijven benaderd met vragenlijsten. Doel van deze enquête is om op reguliere basis, twee maal per jaar in juni en december, actuele informatie te verschaffen over bedrijfsmatige en economische parameters en ontwikkelingen. Daarnaast dient het inzicht te geven in verwachtingen en opinies van ondernemers. In dit verslag wordt nader ingegaan op de resultaten van de opinievragen van de enquête. Kwantitatieve gegevens over de exploitatiekosten worden hier niet besproken en de omzetten slechts in beperkte mate. Allereerst wordt er een korte inleidende beschouwing gegeven over de methodologie zoals die voor de enquête wordt gebruikt. Met de verkregen gegevens van de bedrijven (NV s en eenmanszaken met een balans en winst- & verliesrekening) wordt een beeld gegeven van de volgende onderwerpen: investeringsbelemmeringen en bevorderingen, concurrentiepositie, vertrouwen in de economie, vertrouwen in de toekomst, mening ten aanzien van het investeringsklimaat, omzetmutaties, bedrijfsresultaten, verwachtingen voor het komende jaar. Bij vertrouwen in de toekomst, mening ten aanzien van het investeringsklimaat en omzetmutaties wordt ook inzicht gegeven in de situatie per bedrijfstak en naar aantallen werknemers. Bij de verschillende onderwerpen wordt er een vergelijking gemaakt met voorgaande periode, van een half jaar daarvoor (de enquête wordt immers twee keer per jaar uitgevoerd). Uitzondering daarop zijn de omzetmutaties en bedrijfsresultaten. Deze worden vergeleken met de resultaten van december van het voorgaande jaar. 2 CBS Curaçao mei 2016

Methodologie De conjunctuurenquête wordt twee keer per jaar onder de bedrijven op Curaçao gehouden. In juni wordt geënquêteerd over het eerste halfjaar van het lopende kalenderjaar, in december over het gehele jaar. Dit wordt gedaan met behulp van enquêteurs en via email (ongeveer 50% van het totaal aantal benaderde bedrijven). Het onderzoek wordt uitgevoerd bij alle bedrijven met tien of meer werknemers, terwijl van de bedrijven vanaf drie tot tien werknemers een steekproef wordt genomen. De CE is aldus voor een deel een steekproefonderzoek. Door het nemen van een steekproef wordt een schatting gemaakt van de karakteristieken van de gehele populatie (alle bedrijven) en kunnen daar op een verantwoorde wijze uitspraken over worden gedaan. Onder bedrijven wordt hier verstaan NV s en eenmanszaken met een balans en winst- & verliesrekening. Bij de steekproeftrekking (voor de bedrijven van drie tot tien werknemers) wordt uitgegaan van een betrouwbaarheid van 95 procent (5% foutenmarge, z-waarde van 1,96). Bij een populatie van ruim 2.000 bedrijven (vanaf 3 werknemers tot 10 werknemers) komt dat op het moment van trekking neer op in totaal 323 bedrijven. De steekproef wordt proportioneel getrokken, waarbij rekening wordt gehouden met en uitgegaan van het aantal bedrijven per bedrijfstak. Resultaten conjunctuurenquête Investeringsbelemmeringen en bevorderingen Bijna 45 procent van de benaderde bedrijven heeft aangegeven te hebben geïnvesteerd in de laatste helft van 2015 (zie figuur 1). Dat is iets meer (4% punten) dan in juni 2015 en ook meer dan vorige perioden. Voor een hoger percentage moeten we terug gaan naar december 2011 toen dit bijna 50 procent was. 3 CBS Curaçao mei 2016

Van de bedrijven heeft 38 procent aangegeven dat er van investeringsbelemmeringen sprake is geweest. Dit is 2 procentpunten meer in vergelijking met juni 2015. Zoals doorgaans het geval, is ook nu weer het tekort aan financiële middelen de grootste investeringsbelemmering (zie figuur 2). Dit percentage is het laatste halfjaar van 2015 vrijwel niet veranderd en uitgekomen op 22 procent van de bedrijven. Het aandeel bedrijven dat een slechte marktverwachting als belemmering heeft aangegeven, is afgenomen van 17 naar 15 procent. Overheidsbeleid als belemmering is in de laatste helft van 2015 met 14 procent van de bedrijven onveranderd gebleven. De investeringen zijn naar de mening van de bedrijven vooral bevorderd door de beschikbaarheid van financiële middelen (figuur 3). Het percentage bedrijven dat dit aangeeft is iets afgenomen is met 13 procent ten opzichte van juni 2015 onveranderd gebleven. Ook afgelopen periode is van bevordering van de investeringen door de beschikbaarheid van gekwalificeerd personeel vrijwel geen sprake geweest. Dat percentage is blijven steken op 4 procent. De verwachtingen ten aanzien van de markt is met 6 procent eveneens onveranderd gebleven, net als de rendementsverwachting (5%). 4 CBS Curaçao mei 2016

Concurrentiepositie Bij de concurrentiepositie op de binnenlandse markt (zie figuur 4) is weinig verandering opgetreden. Wel hebben in vergelijking met juni 2015 afgelopen december 2015 wat meer bedrijven aangegeven dat er van een verslechtering sprake is. Dit percentage is toegenomen van 21 naar 26 procent. Een vrijwel gelijk gebleven percentage bedrijven heeft aangegeven dat de concurrentiepositie verbeterd is: van bijna 10 naar ruim 9 procent. De meeste bedrijven hebben aangegeven dat de concurrentiepositie onveranderd is gebleven. Dit percentage is met 55 procent iets lager dan juni 2015 (57%). 5 CBS Curaçao mei 2016

Vertrouwen in de economie Het vertrouwen in de economie is naar de mening van de ondernemers het laatste halfjaar van 2015 iets verslechterd en aan de positieve trend van de afgelopen perioden is vooralsnog een einde gekomen (zie figuur 5). Het aandeel bedrijven wat heeft aangegeven dat het vertrouwen in de economie is verminderd, is namelijk niet verder afgenomen maar iets toegenomen, van 31 naar 33 procent van de bedrijven per december 2015. Ook is het laag percentage van de bedrijven wat heeft aangegeven dat het vertrouwen in de economie het afgelopen halfjaar is verbeterd van nog geen 6 naar 4 procent gegaan. Het percentage ondernemers dat heeft aangegeven dat het vertrouwen gelijk is gebleven, is ten opzichte van afgelopen juni 2015 met 63 procent gelijk gebleven. Vertrouwen in de toekomst Het percentage bedrijven dat in december 2015 heeft aangegeven vertrouwen te hebben in de toekomst, is in vergelijking met juni van dat jaar iets afgenomen van 51 naar 50 procent (zie figuur 6). Het aandeel bedrijven dat heeft aangegeven géén vertrouwen te hebben in de toekomst is bovendien toegenomen van 20 naar 22 procent. Het vertrouwen in de toekomst is aldus iets minder positief geworden. Wat minder bedrijven hebben aangegeven geen mening te hebben over de gestelde vraag. Dit is ten opzichte van afgelopen juni 2015 afgenomen van 29 naar 27 procent per afgelopen december 2015. 6 CBS Curaçao mei 2016

Indien gekeken wordt naar de resultaten van het vertrouwen in de toekomst op bedrijfstakniveau bij de grotere bedrijfstakken (zie figuur 7), dan zijn er ook afgelopen perioode vrij duidelijke verschillen. Vooral bij de handel en de industrie is het vertrouwen relatief laag: respectievelijk 40 en 42 procent heeft aangegeven vertrouwen te hebben, hetgeen voor beide bedrijfstakken 3 procentpunt minder is dan vorige periode (juni 2015). Bovendien zijn er bij de handel, industrie en ook horeca veel bedrijven die expliciet hebben aangegeven géén vertrouwen te hebben in de toekomst: respectievelijk 30, 24 en 27 procent. De bouw scoort qua vertrouwen wederom met 48 procent iets onder het gemiddelde en bij de overige bedrijfstakken ligt het vertrouwen boven het gemiddelde (van 50%). Met name is dat het geval bij de zakelijke diensten (66%) en financiële diensten (79%). Opvallend is de teruggang van het vertrouwen bij transport & communicatie van 69 (juni 2015) naar 53 procent per december 2015. Het percentage geen mening is vrijwel navenant toegenomen; van 23 naar 38 procent. 7 CBS Curaçao mei 2016

Bij het vertrouwen in de toekomst naar het aantal werknemers van de bedrijven wordt een indeling gemaakt in 3 groepen, te weten 3 tot 10 werknemers (klein), 10 tot 50 werknemers (middelgroot) en 50 of meer werknemers (groot). Wederom is gebleken dat bij de grotere bedrijven, vanaf 10 werknemers, duidelijk meer bedrijven vertrouwen in de toekomst hebben dan bij de kleine bedrijven (zie figuur 8). Wel zijn de verschillen wat afgenomen in vergelijking met vorige periode. Bij deze kleine bedrijven tot 10 werknemers bedraagt dit vertrouwen per december 2015 bijna 40 procent, bij de grote bedrijven van 50 en meer werknemers 6o procent. In juni 2015 waren deze percentages 37 en 62 procent. Bij de kleine bedrijven heeft 29 procent aangegeven géén vertrouwen te hebben in de toekomst. Dit was 28 procent in juni 2015. Bij de middelgrote- en grote bedrijven ligt dit percentage met 21 en 18 procent duidelijk lager. In juni 2015 bedroegen deze percentages 21 en 10 procent. 8 CBS Curaçao mei 2016

Mening ten aanzien van het investeringsklimaat De mening ten aanzien van het investeringsklimaat (zie figuur 9) is enigzins verslechterd in vergelijking met juni 2015. Het aandeel bedrijven dat heeft aangegeven het klimaat goed te vinden, is nagenoeg gelijk gebleven; een verandering van ruim 6 naar nog geen 7 procent. Meer bedrijven hebben echter aangegeven het klimaat slecht te vinden. Dat is toegenomen van 31 naar 34 procent. De meeste bedrijven, 59 procent, beoordelen het investeringsklimaat als matig hetgeen 4 procentpunten minder is dan vorige periode (63%). Bij de perceptie van het investeringsklimaat op bedrijfstakniveau zijn de handel, horeca en industrie de bedrijfstakken met de minst positieve perceptie. Relatief veel bedrijven in deze bedrijfstakken vinden het investeringsklimaat slecht. De handel doet dat per december 2015 met 49 procent. In juni 2015 was dat met 38 procent duidelijk minder. Bij de horeca en industrie bedraagt het respectievelijk 39 en 37 procent. Het percentage bedrijven dat het investeringsklimaat goed vindt, is bij de 9 CBS Curaçao mei 2016

industrie met 15 procent het hoogste van de bedrijfstakken. Bij de zakelijke- en de financiële diensten is de perceptie duidelijk positiever c.q. minder slecht. Van deze bedrijfstakken hebben respectievelijk slechts 19 en 21 procent van de bedrijven aangegeven het investeringsklimaat slecht te vinden. Opvallend genoeg vinden bij de bouw erg veel bedrijven het investeringsklimaat matig (74%) en vind niet één bedrijf het goed, een unicum. De perceptie van het investeringsklimaat als afgeleide van het aantal werknemers van de bedrijven laat net als bij vertrouwen in de toekomst vrij duidelijke verschillen zien. Bij de kleine bedrijven is de mening ten aanzien van het investeringsklimaat minder gunstig dan bij de grotere bedrijven van 10 werknemers of meer (zie figuur 11). Bij de kleine bedrijven vindt 50 procent het investeringsklimaat matig en 44 procent slecht (was met respectievelijk 55 en 41% gunstiger in juni 2015). Bij de grote bedrijven vanaf 50 werknemers zijn deze percentages gunstiger; 64 procent vindt het matig en slechts 26 procent vindt het slecht (ook hier met 71 en 21% gunstiger in juni 2015). De middelgrote bedrijven zitten daar tussenin met percentages van respectievelijk 61 (matig) en 33 procent (slecht). Bij alle bedrijven zijn de percentages van een goede perceptie van het investeringsklimaat laag. Bij de kleine bedrijven bedraagt dit 6 procent. Bij de middelgrote- en grote bedrijven vindt 6 respectievelijk 10 procent het investeringsklimaat goed. 10 CBS Curaçao mei 2016

Omzetmutaties De omzetmutaties geven inzicht in welke mate de omzet is veranderd in vergelijking met het voorgaande jaar. In vergelijking met december 2014 is er een lichte verslechtering opgetreden en is het percentage toename van de omzet afgenomen van 38 naar 34 procent. Het percentage bedrijven waar de omzet is afgenomen is navenant toegenomen en wel van 48 naar 52 procent. Bij de omzetmutaties op bedrijfstakniveau (voor de grotere bedrijfstakken, figuur 13) valt op dat bij vooral bij de handel relatief erg weinig bedrijven (26%) een toename van de omzet hebben gehad. Bij de industrie hebben veel bedrijven (61%) aangegeven dat men te maken heeft gehad met een afname van de omzet in vergelijking met 1 jaar geleden. Een verslechtering ten opzichte van december 2014 toen dit 10 procentpunten minder was. Bij nog geen 50 procent van de bedrijven binnen de bedrijfstakken horeca en financiële diensten zijn de omzetten toegenomen (respectievelijk met 48 en 49%). 11 CBS Curaçao mei 2016

Bij de horeca is bovendien het percentage afname met 43 procent het laagste percentage van de verschillende bedrijfstakken. De verschillen in de mutaties van de omzet naar rato van het aantal werknemers van de bedrijven zijn wederom afgenomen ten opzichte van de vorige periode (juni 2015), zie figuur 14. Dat is vooral te wijten aan een verslechtering van de situatie bij de grotere bedrijven (vanaf 50 werknemers) waar de situatie nu identiek is in vergelijking met de middelgrote bedrijven (10-50 werknemers). Bij de kleine bedrijven is de situatie wederom minder gunstig dan bij de grotere bedrijven. Bij de kleine bedrijven is er bij 28 procent sprake van een toename van de omzetten (was 29% per juni 2015). Precies 50 procent heeft te maken gehad met een afname (was 51%). Bij de middelgrote bedrijven bedragen deze percentages 35 (toename) en 52 procent (afname). Een vrijwel vergelijkbare situatie in vergelijking met juni 2015 toen dit respectievelijk 36 en 50 procent was. Bij de grote bedrijven ligt het percentage toename omzet op 36 procent. Een verslechtering van 4 procentpunten in vergelijking met juni 2015. De afname van de omzetten is bij de grote bedrijven nu gelijk aan die bij de middelgrote bedrijven: 52 procent. In juni 2015 bedroeg dit met 41 procent duidelijk minder. 12 CBS Curaçao mei 2016

Bedrijfsresultaten Indien de bedrijfsresultaten ten opzichte van het voorgaande jaar in ogenschouw worden genomen, blijkt dat er in 2015 van een kleine verbetering sprake is geweest. Er zijn iets minder bedrijven die hebben aangegeven dat de bedrijfsresultaten zijn verslechterd, dit is licht afgenomen van 26 naar 25 procent. Het percentage bedrijven wat heeft aangegeven dat de resultaten verbeterd zijn, is duidelijk toegenomen van 21 naar 26 procent (figuur 15). De percentages bedrijven veranderen in verlies en veranderen in winst zijn beide met 1 procentpunt afgenomen. Het aantal bedrijven waar het bedrijfsresultaat ongeveer gelijk is gebleven (traditie getrouw bij veruit de meeste bedrijven het geval) is afgenomen van 41 naar 39 procent. Het aandeel bedrijven welke het jaar 2015 met een positief bedrijfsresultaat heeft afgesloten is ruim 54 procent. Dit is 6 procentpunten lager dan het verwachtings- 13 CBS Curaçao mei 2016

percentage van juni 2015 en nog geen 1 procentpunt lager in vergelijking met december 2014 (55%; zie figuur 16). Bijna 46 procent van de geïnterviewde bedrijven heeft afgelopen december aangegeven een negatief bedrijfsresultaat over 2015 te hebben behaald, een kleine toename van 1 procentpunt ten opzichte van december. Hiermee is duidelijk geworden dat er vooralsnog sprake blijft van een hoog percentage bedrijven die niet in staat zijn winst uit de onderneming te behalen. Opgemerkt dient te worden dat deze percentages géén inzicht geven in de omvang van de bedrijfsresultaten en evenmin in eventuele faillissementen. Figuur 17 laat de verwachting van de bedrijfsresultaten zien als afgeleide van de grootte van bedrijven. Wat ook in deze periode opvalt is het duidelijke verschil tussen de kleinere bedrijven met 3 tot 10 werknemers en de grotere vanaf 10 werknemers. Het verschil tussen de middelgrote- en de grote bedrijven is minimaal geworden. Het percentage van de kleine bedrijven met winst is met 39 procent (december 2015) niet veranderd ten opzichte van een jaar daarvoor (2014). Bij de middelgrote bedrijven is er nauwelijks verandering opgetreden. Hier is het percentage bedrijven met winst met 1 procentpunt toegenomen, van 58 naar 59 procent. De grotere bedrijven zijn het qua winstgevendheid duidelijk slechter gaan doen. Hier heeft 59 procent aangegeven winst te gaan behalen in 2015, een afname van maar liefst 6 procentpunten in vergelijking met eind 2014. Daarmee lijkt het er op dat ook veel van de grotere bedrijven aan het eind van hun financieel weerstandsvermogen zijn en/of niet meer in staat zijn de kosten te verlagen c.q. inkomsten te verhogen. Dat is verontrustend te noemen. 14 CBS Curaçao mei 2016

Verwachtingen voor het jaar 2016 Ieder jaar wordt er in december middels de enquête aan de ondernemers gevraagd de verwachting aan te geven voor het komende jaar van de mutaties van omzet, investeringen en personeel. De verwachting voor wat betreft de omzetten is wat minder positief, zie figuur 18. Dit is nu 39 procent en was ruim 43 procent in december 2014. Een bijna gelijk percentage ondernemers verwacht een afname van de omzetten, bijna 18 procent (was 19%). Ook bij de investeringen zien we een beperkte negatieve wijziging (zie figuur 19). Het percentage geen investeringen is vrijwel gelijk gebleven, van 26 naar 27 procent. Wat minder ondernemers verwachten een toename van de investeringen; van 17 naar 13 procent en iets minder een afname: van 11 naar 10%. Evenveel is met 4 procentpunten afgenomen naar 39 procent van de bedrijven. 15 CBS Curaçao mei 2016

Geheel in lijn met de bedrijfsresultaten en de verwachtingen ten aanzien van omzetten en investeringen laat ook de verwachting van de omvang van het personeel een licht negatieve ontwikkeling zien (figuur 20). Iets minder bedrijven verwachten een toename van het aantal personeelsleden (van 16 naar 15%) en het percentage bedrijven die een afname verwachten is met bijna 12 procent vrijwel gelijk gebleven. 16 CBS Curaçao mei 2016

Concluderende opmerkingen De opinies en bedrijfsresultaten van de conjunctuurenquête van december 2015 laten gemiddeld genomen een licht negatieve ontwikkeling zien. Ten opzichte van afgelopen perioden (december 2014 en juni 2015) is er gemiddeld genomen sprake van een lichte verslechtering van een in vele gevallen op zich al niet zo goede situatie. Verbetering en versterking van het economisch- en investeringsklimaat lijkt wenselijk te zijn. Wat meer bedrijven (4% punten) hebben aangegeven te hebben geïnvesteerd in de tweede helft van 2015. Het percentage investeringsbelemmeringen is echter met 2 procentpunten toegenomen naar 38 procent. Bij de concurrentiepositie op de binnenlandse markt is van een lichte verslechtering sprake. Dat is eveneens het geval bij het vertrouwen in de economie over de laatste helft van 2015. Het aandeel bedrijven dat eind 2015 heeft aangegeven vertrouwen te hebben in de toekomst, is iets toegenomen van 51 naar 50 procent. Bovendien is geen vertrouwen toegenomen van 20 naar 22 procent van de bedrijven. Vooral bij de handel, horeca en de industrie is het wederom niet goed gesteld met het vertrouwen in de toekomst en ligt dit onder het gemiddelde. Bij de zakelijke- en vooral de financiële diensten is dat wel het geval en is het vertrouwen in de toekomst relatief goed. Ook de mening ten aanzien van het investeringsklimaat is licht verslechterd in vergelijking met juni 2015. Ook hier zijn de handel, horeca en de industrie de bedrijfstakken met de minst positieve perceptie. Bij de bouw vind niet één bedrijf het investeringsklimaat goed en ook hier is de perceptie van het zakelijke- en financiële diensten relatief goed. In de tweede helft van 2015 is er een verslechtering opgetreden met 4 procentpunten van het percentage toename van de omzet. Dat is namelijk afgenomen naar slechts 34 procent van de bedrijven. De meeste bedrijven (52%) hebben aangegeven een afname van de omzet te hebben gehad. Bij de kleine bedrijven tot 10 werknemers blijft de situatie minder gunstig dan bij de grotere bedrijven met 10 of meer werknemers. Wel zijn de verschillen wederom kleiner geworden. Bij slechts 28 procent van de kleine bedrijven was er sprake van een toename van de omzetten. Precies 50 procent heeft te maken gehad met een afname. Het aandeel bedrijven welke 2015 heeft afgesloten met een positief bedrijfsresultaat is iets lager in vergelijking met december 2014 (van 55% naar 54%). Bij de middelgrote- en grote bedrijven ligt dit op 59 procent. Bij de kleine bedrijven is dat 39 procent (61 procent heeft aangegeven verlies te zullen maken over het jaar). Een 17 CBS Curaçao mei 2016

groot verschil wat bovendien aangeeft dat kleine onderneming nog steeds te maken hebben met economisch gezien moeilijke tijden. De verwachtingen voor 2016 zijn niet zo positief. Althans in die zin dat minder bedrijven dan in december 2014 een toename van de omzetten en investeringen verwachten. Ook verwachten iets minder bedrijven dan in 2014 een toename van de omvang van het personeelsbestand. *********** 18 CBS Curaçao mei 2016