Bij het na-calculatorische budget bepalen we achteraf wat de kosten hadden mogen zijn op basis van de werkelijke productie/afzet.



Vergelijkbare documenten
Hoofdstuk 26 Kosten en resultaten in de industriële onderneming Diagn.Toets

Hoofdstuk 26 Kosten en resultaten in de industriële onderneming

Kostensoorten

Fabricage kosten Grondstoffen Machinekosten Loon productiepersoneel Hulpafdelingen (onderhoud/magazijn) Deze kosten zijn samen de fabricagekostprijs

OEFENOPGAVEN LESBRIEF INDUSTRIE

Samenvatting door Sabien 1939 woorden 15 juni keer beoordeeld

Opgave 6.2. PDB Kostencalculatie Uitwerkingen hoofdstuk 6. Opgave 6.1

Opgave 9.5 Variabele kosten per stuk: / = 3,75 Totale variabele kosten bij eenheden: ,75 =

Dinsdag hebben we gewerkt aan de spontane casus van de Schoenenfabriek. Volgens afspraak tref je die hieronder 'rustig' uitgeschreven aan.

Heterogene productie (meerdere producten) De directe kosten hebben een rechtstreeks verband met de productie/verkoop van een product.

EXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden

PDB. Antwoordenboek. berekeningen. Financiële administratie & Kostprijscalculatie

Management & Organisatie VWO 5 Hoofdstuk 27 t/m juni 2009 proeftoets 100 minuten. In deze opgave blijft de btw buiten beschouwing.

Samenvatting M&O De Industrie

2 Constante en variabele kosten

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 7

Hoofdstuk 24. Nettowinstopslagmethode

2 Constante en variabele kosten

UITWERKINGEN OPGAVEN

OPGAVEN HOOFDSTUK 6 ANTWOORDEN

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 8

Proefschoolexamen Management & Organisatie 5 vwo. Hoofdstuk 17 tot en met 28. Normering. Aantal punten x = cijfer 63

OPGAVEN HOOFDSTUK 5 ANTWOORDEN

Eerste avonturen met een budgetresultaat Verkenning aan de hand van opdracht 29 uit De Industrie (Stoffels)

OPGAVEN HOOFDSTUK 7 ANTWOORDEN

OPGAVEN HOOFDSTUK 6 UITWERKINGEN

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 10

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 26

OPGAVEN HOOFDSTUK 5 UITWERKINGEN

Vooraf lees de opdracht eerst heel rustig door. Analyseren is echt het halve werk. Want:

Hoofdstuk 3: Resultaten

Uitwerkingen proefexamen II PDB kostencalculatie

M&O VWO 2011/

ANTWOORDEN OPGAVEN HOOFDSTUK 10

1 Kostprijsberekening en bezettingsresultaat

Omschrijf wat er verstaan wordt onder proportioneel variabele kosten.

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 8

d. Contributiemarge: 160 ( 295 -/ /- 66) = Constante kosten /- Bedrijfsresultaat bij direct costing

Cursus Bedrijfseconomie 2

7 Directe en indirecte kosten

Bedrijfseconomische aspecten van de industriële onderneming

PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING UITWERKINGEN 16 EN 17 JUNI 2009

Resultaten in een productie-omgeving Inclusief rekenwerk met een machine-uurtarief

Direct costing en break even analyse

3 Voorcalculatie, nacalculatie en verschillenanalyse

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 9

b. Materiaal Loonkosten Opslag indirecte kosten: 125%

v6mo2p oefentoets vwo M&O 2e periode blad 1 van 5

PROEFEXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden onderdeel Kostprijscalculatie

Voorraadwaardering. Fabricagekosten: = = 25 => fabricage kostprijs

9 Verschillenanalyse en budgettering

UITWERKINGEN OPGAVEN OEFENEXAMEN 1 ASSOCIATIE MBA-KC

Uitwerkingen hoofdstuk 4 Kostenindelingen en kostprijs

Deze examenopgave bestaat uit 11 pagina s, inclusief het voorblad. Dit examen bestaat uit 4 opgaven en omvat 23 vragen.

Deze examenopgave bestaat uit 9 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn.

Management & Organisatie Proeftoets SE 6 vwo 6

2. Bepaal de omvang van de rationele overcapaciteit en splits deze uit naar de gebruikelijke oorzaken.

Break-evenanalyse Het break-evenpunt is de afzet waarbij geen winst maar ook geen verlies wordt gemaakt.

Hoofdstuk 3: Resultaten

Het programma van vandaag

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel COST & MANAGEMENTACCOUNTING DINSDAG 15 DECEMBER UUR

Lever origineel en kopie van het examenpapier in.

De normale afzet van Verhoeven, uitgedrukt in ton/km per jaar, is als volgt verdeeld:

Zie de hierachter opgenomen opgave, waarachter je ook de antwoorden ziet.

De kostprijs en capaciteiten. De normale en werkelijke bezetting De integrale kostprijs Bezettingsresultaten Capaciteiten

Kostencalculatie niveau 5 Correctiemodel voorbeeldexamen 2

Vraag Antwoord Scores. x 100% = 55%

Deze uitwerkingen horen bij het boek Examentraining basiskennis Calculatie BKC van de uitgeverij OBCO, ISBN VERSIE 2 dd

Vraag 1 Toetsterm Beheersingsniveau: K - Aantal punten: 1 Wat is de juiste omschrijving van het begrip technische voorraad?

Vraag 1 Toetsterm Beheersingsniveau: K - Aantal punten: 1 Wat is de juiste omschrijving van het begrip technische voorraad?

Cursus Bedrijfseconomie 2 IBK2BEC20. Tentamentraining

modellen m&o havo Modellen voor management en organisatie 1. Inleiding

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 5

Samengevat bereken je de nettowinst van een onderneming zo:

Antwoorden hoofdstuk 10

* goed lezen! * let op terugrekenen!

EXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden (PDB)

Deze examenopgaven bestaan uit 8 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn.

DOMEINBESCHRIJVING VERSIE 27 MEI 2014 VOORLOPIG CONCEPT

Inkoopprijs 100% + marge 10% = verkoopprijs 110% Stel de inkoopprijs bedraagt 800 en de winstmarge 10% van de

Hoofdstuk 21. De voorraad. Wat is de voorraad waard? Dat is afhankelijk van het product en het moment waarop het gekocht is!

Deze examenopgave bestaat uit 8 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn.

Het tentamen dien je te maken op het uitwerkingenpapier. Je doet dit als volgt!!

C - de totale constante kosten. N - de normale bezetting in stuks

Deze examenopgave bestaat uit 11 pagina s, inclusief het voorblad. Dit examen bestaat uit 5 opgaven en omvat 26 vragen.

ELEMENTAIRE BEDRIJFSECONOMISCHE MODELLEN Auteurs: Fons Vernooij en Paul van der Aa Website: fons-vernooij.nl/bm-site/ebm

Samenvatting Management & Organisatie Eenmanszaak deel 2

Financieel economisch management Examennummer: Datum: 21 november 2009 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur

PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING UITWERKINGEN 22 EN 23 JUNI 2010

DE EENMANSZAAK DEEL 2 VWO SAMENVATTING. Jannes Timmers. De Eenmanszaak deel 2 VWO

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 9

De break-evenanalyse. De break-evenanalyse De veiligheidsmarge Het indifferentiepunt Differentiële kosten

Elementaire Bedrijfseconomie. Uitwerkingen bij het werkboek. Prof. dr. R. Slot Drs. G.H. Minnaar. Zevende druk. Stenfert Kroese Groningen

Dit voorbeeldexamen bestaat uit 20 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen.

opgave 1 Hoeveel bedraagt het opslagpercentage voor de indirecte kosten op de directe kosten die samenhangen met de reiskosten?

EXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden (PDB)

Eindexamen m&o vwo 2001-II

Cost & Managementaccounting. Vrijdag 24 juni uur

Samenvatting Management & Organisatie Eenmanszaak deel 2

De kostprijs en capaciteiten. De normale en werkelijke bezetting De integrale kostprijs Bezettingsresultaten Capaciteiten. dinsdag 14 juni 2016

Transcriptie:

www.jooplengkeek.nl Nacalculatie bij homogene productie Berekening van het bedrijfsresultaat Bij het na-calculatorische budget bepalen we achteraf wat de kosten hadden mogen zijn op basis van de werkelijke productie/afzet. We maken een analyse door deze toegestane kosten te vergelijken met de werkelijke kosten. 1

Berekening van het bedrijfsresultaat Net als bij de voor-calculatie zijn er 2 methoden. belangrijk 1) Bedrijfsresultaat: Verkoopresultaat + budgetresultaat 2) Bedrijfsresultaat: Omzet kosten Het budgetresultaat is gelijk aan: bezettingsresultaat + prijsresultaat + efficiencyresultaat Of budgetresultaat is gelijk aan: Verwachte aantallen * kostprijs werkelijke kosten (In de opgaven zijn het prijsresultaat en efficiencyresultaat vaak niet bekend, nul, of ze worden buiten beschouwing gelaten!) 2

Berekening van het verkoopresultaat Werkelijke afzet * verkoopprijs - Werkelijke afzet * commerciële kostprijs Verkoopresultaat belangrijk Of anders opgeschreven: Verkoopresultaat: werkelijke afzet * ( verkoopprijs - kostprijs) 3

Opgave 1 In les Bereken de verkoopprijs Kostprijs: C/N + V/B ( 450.000 + 90.000) + ( 812.500 + 195.000) = 60.000 65.000 9 + 15,50 = 24,50 Verkoopprijs exclusief BTW: 24,50 / 70 * 100 = 35 Verkoopprijs inclusief BTW: 35 * 1,19 = 41,65 4

Opgave 1 In les Bereken het verwachte bedrijfsresultaat 1 e manier bedrijfsresultaat: Omzet kosten Omzet: verwachte aantallen*prijs = 65.000 * 35 = 2.275.000 Verwachte kosten: var. kosten+const. kosten = 1.547.500 Bedrijfsresultaat: 727.500 2 e manier Verkoopresultaat: verwachte afzet * (verkoopprijs kostprijs) 65.000 * ( 35-24,50 ) = 682.500 Bezettingsresultaat: (verwachte afzet normaal) * C/N (65.000 60.000) * 9 = + 45.000 Bedrijfsresultaat: 682.500 + 45.000 = 727.500 5

Opgave 1 In les Bereken het gerealiseerde bedrijfsresultaat 1 e manier: bedrijfsresultaat: Omzet kosten Omzet: werkelijke aantallen * prijs = 62.000* 35 = 2.170.000 werkelijke kosten: var. kosten + const. Kosten = 1.496.000 Bedrijfsresultaat: 674.000 2 e manier Verkoopresultaat: werkelijke afzet * (verkoopprijs kostprijs) 62.000 * ( 35-24,50 ) = 651.000 Budgetresultaat: werkelijke aantallen * kostprijs werkelijke kosten: 62.000 * 24,50-952.000-544.00 = 23.000 bedrijfsresultaat: 651.000 + 23.000 = 674.000 Let op! Bezettingsresultaat: (werkelijke afzet normaal) * C/N (62.000 60.000) * 9 = + 18.000 6

Opgave 2 huiswerk Bereken de standaardfabricage kostprijs C/N + V/B: 33.000/11.000 + 30.000/ 12.000 = 3 + 2,50 = 5,50 Bereken de commerciële kostprijs De commerciële kosten zijn: 11.000 / 11.000 + 6.000 / 12.000 = 1 + 0,50 = 1,50 De commerciële kostprijs: 5,50 + 1,50 = 7 Bereken het verwachte bezettingsresultaat: (12.000 11.000) * 4 = 4.000 Bereken de verkoopprijs 7 / 100 * 140 = 9,80 Bereken het gerealiseerde verkoopresultaat 11.800 * 2,80 = 33.040 Bereken het bezettingsresultaat (11.800 11.000) * 4 = 3.200 7

Opgave 2 huiswerk Bereken het bedrijfsresultaat Verkoopresultaat: 33.040 Bezettingsresultaat: 3.200 Bedrijfsresultaat: 36.240 Bereken het bedrijfsresultaat Omzet kosten Omzet: aantallen * prijs: 11.800 * 9,80 = 115.640 Kosten: constante kosten: 44.000 Variabele kosten 11.800 * 3 = 35.400 Bedrijfsresultaat: 36.240 8

Opgave 3 huiswerk Bereken de standaardfabricage kostprijs C/N + V/B: 70.000/10.000 + 288.000/ 9.600 = 7 + 30 = 37 Bereken de commerciële kostprijs De commerciële kosten zijn: 20.000 / 10.000 + 28.800 / 9.600 = 2 + 3 = 5 De commerciële kostprijs: 37 + 5 = 42 Bereken het verwachte bezettingsresultaat (fabricage): (9.600 10.000) * 7 = - 2.800 Bereken het verwachte bezettingsresultaat (verkoop): (9.600 10.000) * 2 = - 800 Bereken de verkoopprijs 42 / 80 * 100 = 52,50 exclusief BTW 51,50 * 1,19 = 62,48 inclusief BTW 9

Opgave 3 huiswerk Bereken de verwachte verkoopwinst Aantallen * (verkoopprijs kostprijs) 9.600 * ( 52,50-42 ) = 100.800 Bereken het verwachte bedrijfsresultaat 1 e manier Omzet kosten Omzet: 9.600 * 52,50 = 504.000 Variabele kosten: 9.600 * ( 30 + 3) = 316.800 Constante kosten: 70.000 + 20.000 = 90.000 Bedrijfsresultaat: 97.200 2 e manier Verkoopwinst + bezettingsresultaat 100.800 + ( - 2.800-800 ) = 97.200 10

Opgave 3 huiswerk Bereken het gerealiseerde bedrijfsresultaat 1 e manier Omzet kosten Omzet: 9.000 * 52,50 = 472.500 Variabele kosten: 9.000 * ( 30 + 3) = 297.000 Constante kosten: 70.000 + 20.000 = 90.000 Bedrijfsresultaat: 85.500 2 e manier Verkoopwinst + bezettingsresultaat Verkoopwinst: 9.000 * ( 52,50-42) = 94.500 Bezettingsresultaat: (9.000 10.000) * 9 = - 9.000 Bedrijfsresultaat: 94.500-9.000 = 85.500 11

Nacalculatie bij homogene productie Analyse van het bedrijfsresultaat De werkelijke productie/afzet is niet gelijk aan de verwachte productie/afzet. Dit heeft gevolgen voor de efficiency en prijsverschillen. Vaak is sprake van een gemengd budget. Daarmee wordt bedoeld een combinatie van constante kosten en variabele kosten. Een fabricage afdeling heeft bijvoorbeeld voor een gedeelte constante kosten (vast personeel) en variabele kosten (grondstoffen). Achteraf worden de toegestane kosten vastgesteld met behulp van de werkelijke productie/afzet. 12

Opgave 4 huiswerk Bereken het nacalculatorisch budget voor februari Variabele kosten: 30.000 * 1,40 = 42.000 Constante kosten: 600.000 per jaar Constante kosten februari: 600.000 / 12 = 50.000 Budget: 42.000 + 50.000 = 92.000 13

Opgave 5 In les Fabricage kostprijs c/n + v/b 288.000 / 36.000 + 486.000 / 32.400 = 8 + 15 = 23 Commerciële kostprijs Commerciële kosten: 54.000 / 36.000 + 97.200 / 32.400 = 1,50 + 3 = 4,50 Commerciële kostprijs: 23 + 4,50 = 27,50 Verkoopprijs exclusief BTW: 27,50 + 4,50 (winst) = 32 Verkoopprijs inclusief BTW: 32 * 1,19 = 38,08 14

Opgave 5 In les Bereken het nacalculatorische budget voor januari Variabele kosten: 2.800 * ( 15 + 3) = 50.400 Constante kosten: ( 288.000 + 54.000) /12 = 28.500 Budget: 78.900 Bereken het budgetresultaat Toegestane variabele kosten: 50.400 Werkelijke variabele kosten: 50.850 Budget resultaat: - 450 Toegestane constante kosten: 28.500 Werkelijke constante kosten: 28.850 Budgetresultaat: - 350 Samen: budgetresultaat: - 800 15

Opgave 6 huiswerk a) Wat zijn proportioneel variabele kosten? Dan zijn de variabele kosten rechte evenredig met de productie en afzet. ( de kosten zijn per product hetzelfde) b) Bereken de standaard kostprijs per 100 producten. Grondstoffen: 50 * 5 = 250 Lonen: 32 * 15 = 480 Machine kosten: 195.000 / 390.000 * 100 = 50 (constant) 170.000 / 400.000 * 100 = 42,50 (variabel Totaal: 822,50 c) Bereken de verkoopprijs per 100 producten 822,50 * 1,20 = 987 (exclusief BTW) 16

Opgave 6 huiswerk d) Welk voordeel heeft 13 perioden i.p.v. 12 maanden? De perioden zijn even lang (maanden niet) e) Bereken het gerealiseerde bedrijfsresultaat. Opbrengsten 30.000 * 987 / 100 = 296.100 Kosten: Grondstoffen: 16.200 * 5,10 = 82.620 Lonen: 9.500 * 14,75 = 140.125 Machinekosten: 28.000 Bedrijfsresultaat: 45.355 f) Bereken het verkoopresultaat 30.000/ 100 * ( 987-822,50) = 49.350 f) Bereken het bezettingsresultaat (30.000-390.000/13 ) * 50 = 0 17

Opgave 6 huiswerk f) Bereken de prijsresultaten per kosten soort (standaard prijs werkelijke prijs) * werkelijke hoeveelheid Grondstoffen ( 5,00-5,10) * 16.200 = - 1.620 Lonen ( 15,00-14,75) * 9.500 = + 2.375 f) Bereken het efficiency resultaat (standaard hoeveelheid werkelijke hoeveelheid) * standaard prijs Grondstoffen: (30.000 * 50 / 100 16.200) * 5 = - 6.000 Loon: (30.000 * 32 / 100 9.500) * 15 = + 1.500 Budget machinekosten: 30.000/100 * ( 42,50+ 50) = 27.750 werkelijk: 28.000 Resultaat: - 250 g) Bereken het bedrijfsresultaat aan de hand van f) 49.350-0 - 1.620 + 2.375-6.000 + 1.500-250 = + 45.355 18

Nacalculatie bij homogene productie Beleidsbeslissingen We vergelijken de nacalculatie met de voorcalculatie en bepalen of er beleidsbeslissingen genomen moeten worden. Deze beslissingen hebben betrekking op: De kosten De prijzen 19

Opgave 7 In les Bereken de jaarlijkse constante kosten Afschrijving (450.000-29.700) / 6 = 70.050 Overige constante kosten: 13.950 Totaal: 84.000 Bereken de standaardkostprijs 84.000/24.000 + 300.000 / 15.000 = 20 + 3,50 = 23,50 Bereken de verkoopprijs + winstopslag: 23,50 * 1,2 = 28,20 + BTW: 28,20 * 1,19 = 33,56 20

Opgave 7 In les d) Winst & verlies rekening (voorcalculatie) Winst & verliesrekening 2007 Omzet 15.000 * 28,20 423.000 Kosten Variabele kosten Constante kosten 300.000 84.000 Resultaat + 39.000 e) Budget januari Variabele kosten: 1.400 * 20 = 28.000 Constante kosten: 84.000 / 12 = 7.000 21

Opgave 7 In les f) Winst & verlies rekening (nacalculatie) Winst & verliesrekening 2007 Omzet 1.400 * 28,20 39.480 Kosten Variabele kosten Constante kosten 28.300 7.200 Resultaat + 3.980 g) Er kunnen betere beslissingen worden genomen als er meer informatie is. Dus als er prijs en efficiency resultaten bekend zijn. 22

Opgave 8 huiswerk 3 voorbeelden van variabele kosten. Het doek, de arbeidstijd en het bijvoegen van het noodpakket. 3 voorbeelden van constante kosten. Huisvesting, afschrijvingskosten van de machine, rentekosten, algemene kosten (directie). 3 voor beelden van directe kosten. Het doek, de arbeidstijd en het bijvoegen van het noodpakket. (de variabele kosten zijn ook directe kosten in dit geval) (als een (machine)kosten maar voor 1 product wordt gebruikt zijn het ook directe kosten, anders niet) 3 voorbeelden van indirecte kosten. Huisvesting, afschrijvingskosten van de machine, rentekosten, algemene kosten (directie). 23

Opgave 8 huiswerk Massaproductie of stukproductie?. Massaproductie, er wordt geen rekening gehouden met specifieke wensen van de klant. (alleen bij fase 6, het noodpakket) Welke specifieke kosten zijn er in fase 1? Materiaal, arbeidskosten en machinekosten. Welke specifieke kosten zijn er in fase 3? arbeidskosten en machinekosten. Welke specifieke kosten zijn er in fase 6? Kosten voor het noodpakket, dit zijn in ieder geval materiaal (grondstofkosten) en misschien ook een klein beetje arbeidskosten. Waarom voldoen aan ISO-normen? De ISO-norm garandeert dat het proces aan kwalitatieve eisen voldoet. 24

Opgave 9 huiswerk Formule efficiency resultaat: belangrijk (standaard hoeveelheid werkelijke hoeveelheid) * standaard prijs Of anders opgeschreven: Standaard hoeveelheid * standaard prijs werkelijke hoeveelheid * standaard prijs a) Efficiencyresultaat op grondstoffen Standaard hoeveelheid * standaard prijs 5.100 / 100 * 24 * 9 = 11.016 Werkelijke hoeveelheid * standaard prijs 1.227 * 9 = 11.043 verschil - 27 b) Efficiencyresultaat op lonen Standaard hoeveelheid * standaard prijs 5.100 / 100 * 16 * 15 = 12.240 Werkelijke hoeveelheid * standaard prijs 812* 15 = 12.180 verschil + 60 25

Opgave 9 huiswerk Formule prijsresultaat: (standaard prijs werkelijke prijs) * standaard hoeveelheid belangrijk Of anders opgeschreven: Standaard prijs * standaard hoeveelheid werkelijke prijs * standaard hoeveelheid c) prijsresultaat op grondstoffen standaard prijs * werkelijke hoeveelheid 9 * 1.227 = 11.043 Werkelijke prijs * werkelijke hoeveelheid 11.383,20 (gegeven) verschil - 340,20 d) prijsresultaat op lonen Standaard prijs * werkelijke hoeveelheid 15 * 812 = 12.180 Werkelijke prijs * werkelijke hoeveelheid 12.079,40 (gegeven) verschil + 100,60 26

Opgave 9 huiswerk e) prijsresultaat op variabele machinekosten standaard prijs * werkelijke hoeveelheid 5 * 204 = 1.020 Werkelijke prijs * werkelijke hoeveelheid 1.071,20 (gegeven) verschil - 51,20 f) prijsresultaat op constante machine kosten Standaard prijs * normale hoeveelheid 20 * 60.000 / 12 / 100 * 4 = 4.000 Werkelijke prijs * werkelijke hoeveelheid 4.150(gegeven) verschil - 150 27

Opgave 9 huiswerk Formule bezettingsresultaat: (werkelijke aantallen normale aantallen) * constante kosten per eenheid Of anders opgeschreven: belangrijk (werkelijke aantallen normale aantallen) * C / N g) Bezettingsresultaat op machinekosten (werkelijke uren normale uren) * C/N = (204 - (60.000/12/100*4)) * 20 = + 80 h) Waarom is er geen bezettingsresultaat op grondstoffen? Grondstoffen zijn variabele kosten i) Bereken de begrote constante machinekosten per jaar 60.000 / 100 * 4 * 20 = 48.000 j) Bereken het verkoopresultaat Werkelijke aantallen * ( prijs kostprijs) 5.100 * ( 6-5,56 (gegeven)) = 2.244 28

Opgave 9 huiswerk Formule verkoopresultaat: werkelijke aantallen * (verkoopprijs - kostprijs) belangrijk j) Bereken het verkoopresultaat Werkelijke aantallen * ( prijs kostprijs) 5.100 * ( 6-5,56 (gegeven)) = 2.244 29

Opgave 9 huiswerk k) Bereken het bedrijfsresultaat Alle voorgaande resultaten bij elkaar + 2.244 + 60 + 100,60 + 80-27 - 340,20-51,20-150 = + 1.916,20 l) Bereken het bedrijfsresultaat ( omzet kosten) omzet 5.100 * 6 = 30.600 Kosten Grondstoffen- lonen- machinekosten 11.383,20 12.079,40 1.071,20 4.150 verschil 1.916,20 30

Opgave 9 huiswerk m) Welke beleidsbeslissingen zal de directie nemen? Kijk naar de grootste bedragen! Het verkoopresultaat is het belangrijkste. De verkochte aantallen in vergelijking met de normale aantallen bepalen in grote mate het resultaat. Kijk naar de grootste verliesposten! Het prijsresultaat op grondstoffen - 340,20 31

Opgave Hoofdstuk In les huiswerk Niet in les belangrijk 32