Hoofdstuk 3: Resultaten

Transcriptie

1 Hoofdstuk 3: Resultaten M&O VWO 2011/2012

2 Overzicht H3: Resultaten Management & Organisatie Centraal Examen (CE) 1. Rechtsvormen 2. Prijsberekening 3. Resultaten 4. Balans 5. Liquiditeitsbegroting 6. Beoordelen Commercieel Niet commercieel Industriële onderneming Break even Berekening & Analyse Overzicht Vaste activa Vlottende activa Opbrengsten/ kosten en inkomsten/ uitgaven Handelsonderneming Resultatenrekening Liquiditeitsbegroting Kengetallen Investeren Eigen vermogen Vreemd vermogen Transitieve posten 2

3 Overzicht Resultaten Resultaten Resultaten berekenen & ananlyseren Resultatenrekening Handelsonderneming Industriële onderneming Brutowinstopslag methode Massaproductie Nettowinstopslagmethode Stukproductie Wat doen we? Vaststellen winst Waarom? Daar gaat het ons om bij organisaties met winstoogmerk: winst 3

4 Resultatenberekening relatie met H2 Nota bene: Resultaten hangen nauw samen met de prijzen van je product(en). Dit hoofdstuk bouwt verder op de basis van het vorige hoofdstuk. Omzet is de afzet (aantal verkochte producten) vermenigvuldigd met de verkoopprijs. (P x Q) Brutowinst is de winst zonder aftrek van de bedrijfskosten. Dus de omzet verminderd met de inkoopwaarde van de omzet. Nettowinst is de winst mét aftrek van de bedrijfskosten. Nettowinst is hetzelfde als bedrijfsresultaat Voorcalculatie = begroting = verwacht Nacalculatie = werkelijk = achteraf 4

5 Resultatenberekening brutowinstopslag Resultatenberekening volgens de brutowinstopslagmethode Verkoopprijs = inkoopprijs + opslagpercentage ( %) (H2) Voorcalculatorische winst Omzet inkoopwaarde omzet = verwachte brutowinst Verkoopkosten + algemene kosten = overheadkosten Overheadkosten + inkoopkosten = verwachte bedrijfskosten Verwachte brutowinst verwachte bedrijfskosten = verwachte nettowinst Nacalculatorische winst Omzet inkoopwaarde omzet = werkelijke brutowinst Verkoopkosten + algemene kosten = overheadkosten Overheadkosten + inkoopkosten = werkelijke bedrijfskosten Werkelijke brutowinst werkelijke bedrijfskosten = werkelijke nettowinst 5

6 Resultatenberekening nettowinstopslag (1) Resultatenberekening volgens de nettowinstopslagmethode Verkoopprijs = inkoopprijs + opslagpercentage inkoopkosten ( %) + opslagpercentage overheadkosten ( %) + opslagpercentage winst ( %) (H2) Voorcalculatorische winst Omzet kostprijs omzet = verwacht verkoopresultaat Verwacht verkoopresultaat +/ begrotings resultaat (0) = verwachte nettowinst Nacalculatorische winst Omzet kostprijs omzet= werkelijk verkoopresultaat t werkelijk verkoopresultaat budgetresultaten = werkelijke nettowinst 6

7 Resultatenberekening nettowinstopslag (2) Budgetresultaten voor de nettowinstopslagmethode Budgetresultaten: welke voor en nadelen zijn er behaald t.o.v. de begroting? Toegestaan bedrag: wat had het mogen kosten? Werkelijk bedrag: hoeveel heeft het in werkelijkheid gekost? Budgetresultaat op inkopen (vb: stijgende prijzen > negatief budgetresultaat) Toegestaan bedrag = werkelijke afzet VVP Werkelijk inkoopbedrag = inkoopwaarde + inkoopkosten Toegstaan bedrag inkoopbedrag = budgetresultaat op inkopen Budgetresultaat op overhead (vb: warme winter, minder energiekosten > positief budgetresultaat) Toegestaan bedrag = werkelijke afzet overheadkosten per product Toegestaan bedrag werkelijke overheadkosten = budgetresultaat op overhead 7

8 Resultatenberekening overzicht Resultaten t Resultaten berekenen & ananlyseren Resultatenrekening Handelsonderneming Industriële onderneming Brutowinstopslag methode Massaproductie Nettowinstopslagmethode Stukproductie Binnen de industriële onderneming zijn er 2 berekeningsmogelijkheden. 1. De optelsom van de resultaten. 2. Het verschil tussen de opbrengsten en de kosten. 8

9 Resultatenberekening massaproductie Voorcalculatie (H2) Winstberekening kun je bij massaproductie op 2 verschillende manieren doen. Verwacht verkoopresultaat + bezettingsresultaten = verwacht bedrijfsresultaat Opbrengsten kosten +/ voorraadverandering = verwacht bedrijfsresultaat Voorraadverandering is relevant als er meer/minder geproduceerd dan verkocht is. bezettings resultaat fabricagekosten = (BP NP) bezettings resultaat verkoopkosten = (BA NA) CS NA bedrijfsre sultaat = verkoopresultaat + bezettingsresultaten CS NP 9

10 Massaproductie Verschillenanalyse (1) Er kunnen verschillen ontstaan tussen de begroting en de werkelijkheid. Dit kun je natuurlijk pas achteraf zien. Het is belangrijk om te weten hoe die verschillen zijn ontstaan, zodat we ze het volgende jaar kunnen voorkomen. Efficiencyverschil (er is meer gewerkt met minder kosten) Prijsverschil (er is bijvoorbeeld goedkoper ingekocht) 10

11 Massaproductie Verschillenanalyse (2) Relevante begripppen Afk. Uitleg Voorbeeld Standaardhoeveelheid sh Wat is er normaal nodig 2 manuren voor 1 product BEL voor de productie? Werkelijke hoeveelheid wh Wat was er in feite nodig voor de productie? Standaardprijs sp Hoeveel kost productie normaal? 2,5 manuren voor 1 product BEL 1 manuur kost 50 euro Werkelijkeprijs wp Hoeveelkostte in fit feite 1 manuur kost t49,50 euro de productie? efficiency verschil = (sh wh) sp prijsversc hil = (sp wp) wh 11

12 Resultatenberekening massaproductie Nacalculatie Bij de nacalculatie zijn er weer 2 methodes, die nauw samenhangen met die van de voorcalculatie. Verkoopresultaat +/ verschillen = bedrijfsresultaat Verschillen: prijsverschil, efficiencyverschil, bezettingsresultaten (formules uit H2) Opbrengsten kosten +/ voorraadverandering = bedrijfsresultaat Voorraadverandering is relevant als er meer/minder geproduceerd dan verkocht is. 12

13 Resultatenberekening stukproductie Winstberekening kun je bij stukproductie ook op 2 verschillende manieren doen. Dit lijkt op wat we gedaan hebben bij de nettowinstopslagmethode van de handelsonderneming. (budgetresultaten) Het gaat om een nacalculatie! 1e manier Gerealiseerd verkoopresultaat (winstopslag afzet) + budgetresultaten = bedrijfsresultaat Budgetresultaten op grondstofkosten, loonkosten en indirecte kosten Wat is toegestaan? En wat is werkelijk uitgegeven? 2e manier Werkelijke omzet werkelijke kosten = bedrijfsresultaat Werkelijke kosten = grondstofkosten, loonkosten, indirecte kosten. 13

14 Resultatenberekening overzicht Handelsonderneming Brutowinstopslag: omzet inkoopwaarde omzet bedrijfskosten Nettowinstopslag: omzet inkoopwaarde omzet budgetresultaten Industriële onderneming Massaproductie: Verkoopresultaat + verschillen + bezettingsresultaten Opbregsten kosten +/ voorraadverandering Stukproductie: Verkoopresultaat + budgetresultaten Omzet kosten 14

15 Resultaten Resultatenrekening Resultaten Resultaten berekenen & ananlyseren Resultatenrekening Handelsonderneming Brutowinstopslag methode Industriële onderneming Massaproductie Nettowinstopslagmetho de Stukproductie De resultatenrekening is onderdeel van het jaarverslag van een onderneming. Het moet jaarlijks opgemaakt worden. BTW is niet relevant (de ondernemer is alleen maar een doorgeefluik van de overheid) 15

16 Resultaten Resultatenrekening Omzet Inkoopwaarde v.d. omzet _ Brutowinst Inkoopkosten _ Bruto omzetresultaat Afschrijvingskosten Verkoopkosten Algemene kosten + Overhead kosten _ Netto omzetresultaat Rentebaten Rentelasten Financieringsresultaat + _ Bedrijfsresultaat uit gewone bedrijfsvoering Vennootschapsbelasting _ Resultaat na belastingen 16

17 Tips & Tricks Gebruik de kruistabel om geen fouten met procenten te maken! Weet telkens met welke onderneming je te maken hebt. Handelsonderneming, bruto of nettoopslagmethode Industriële onderneming, masaa of stukproductie Voorcalculatie is NIET hetzelfde als nacalculatie! Verwachting vs. werkelijkheid Bij resultaten wordt geen BTW betrokken. Als er meerdere manieren zijn, kunnen ze beiden gevraagd worden. De formules hoef je niet uit je hoofd te weten, je moet ze wel helemaal begrijpen! 17