Voorlichtingspublicatie Betreft de onderwijssector(en) Informatie CFI/ICO Primair Onderwijs po 079-3232.333 Toelichting leerlingentelling basisonderwijs (bo) 1 oktober 2008 Bestemd voor scholen voor basisonderwijs (bo) inwerkingtreding n.v.t Geldigheidsduur n.v.t. Juridische grondslag Artikel 11, 6e lid Bekostigingsbesluit WPO Officiële publicatie n.v.t. Relatie tot eerdere publicaties n.v.t. 1 / 11
Inhoud: 1. Inleiding 2. Tijdpad telprocedure 3. Aandachtspunten bij telling 3.1 Telpakket naar de scholen sturen 3.2 Telformulier invullen en ondertekenen 3.3 Telformulier naar CFI sturen 3.3.1 Gevolgen van niet tijdig inzenden van de telgegevens 3.4 Gewaarmerkt afschrift archiveren 3.5 Afschriften naar B&W sturen 3.6 Overzicht Geregistreerde Telgegevens naar het bevoegd gezag sturen 3.7 Correcties sturen naar CFI 3.8 Controle door de Inspectie 3.9 Steekproefcontrole departementale Auditdienst 4. Toelichting op het vragenformulier 4.1 Toelichting bij voorblad 4.2 Vraag 1: aantal leerlingen 4.2.1 Het gewicht van een leerling 4.2.2 Vraag 1A: De oude gewichtenregeling 4.2.3 Vraag 1B: De nieuwe gewichtenregeling 4.3 Vraag 2: aantal leerlingen naar land van herkomst 4.4 Vraag 3: aantal leerlingen met een niet-nederlandse nationaliteit (CUMI) 4.5 Vraag 4: leerlingen naar school van herkomst 4.6 Vraag 5: opgave ongeoorloofd verzuim Bijlage A: Lijst afkortingen nationaliteiten 1. Inleiding In deze toelichting wordt informatie verstrekt over de leerlingentelling voor de basisscholen op 1 oktober 2008. CFI verzamelt en valideert de telgegevens in samenwerking met het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). De leerlingentelling op 1 oktober vormt de basis voor de personele en materiële bekostiging van basisscholen. Wijzigingen Er is vorig jaar een inhoudelijke wijziging in vraag 1 van het telformulier aangebracht. Deze vraag is door de invoering van de nieuwe gewichtenregeling opgesplitst in vraag 1A en vraag 1B. Vooruitlopend op de invoering van het onderwijsnummer is toen ook een wijziging doorgevoerd in de wijze waarop de leerlingentelling bij CFI ingediend kan worden en is de lijst codering nationaliteiten aangepast (vraag 3 van het telformulier). Het telpakket Het telpakket bevat de cd-rom en de papieren telformulieren. Het gebruik van de cd-rom kent grote voordelen ten opzichte van de papieren telformulieren. Hierbij valt onder andere te denken aan het inlezen van de leerlingengegevens vanuit de leerlingenadministratie en het automatisch genereren van de totalen. Wanneer u de cd-rom gebruikt, worden de leerlingengegevens elektronisch naar CFI verzonden. 2 / 11
U ontvangt een bevestiging per e-mail op het moment dat CFI de elektronisch aangeleverde gegevens heeft ontvangen. Deze elektronische manier van gegevensaanlevering komt in grote lijnen overeen met de toekomstige werkwijze als het Onderwijsnummer voor het Primair Onderwijs (PO) is ingevoerd. Een verschil is echter dat u dan de gegevens aanlevert bij de Informatie Beheer Groep in Groningen. Tot het zover is, blijft echter CFI de ontvangende partij. In het vervolg van deze toelichting zal worden ingegaan op: - het tijdpad telprocedure (hoofdstuk 2); - de aandachtspunten bij telling (hoofdstuk 3); - de toelichting op vragenformulier (hoofdstuk 4). 2. Tijdpad telprocedure Hieronder zijn de stappen aangegeven die voor de telling van 1 oktober van belang zijn. Bij elke stap is de betreffende datum aangegeven. In de laatste kolom is per stap opgenomen wie de (hoofd)uitvoerder of verantwoordelijke is van/voor de stap. Activiteit Uiterlijke datum Actie van Telpakket naar de scholen sturen 22 september 2008 CFI Wettelijke teldatum 1 oktober 2008 Telformulier invullen (en papieren telformulier ondertekenen) Op of na 1 oktober 2008 School Telformulier naar CFI sturen 15 oktober 2008 School Gewaarmerkt afschrift of uitdraai vanaf de cd-rom archiveren 15 oktober 2008 Bevoegd gezag / school Afschrift naar Burgemeester & Wethouders (B&W) sturen 15 oktober 2008 Bijzondere school Binnen een week na ontvangst verzending ontvangstbevestiging naar bevoegd gezag sturen 26 oktober 2008 CFI 'Overzicht Geregistreerde Telgegevens' (OGT) naar het bevoegd gezag sturen 7 november 2008 CFI Correcties n.a.v. verwerking telgegevens naar CFI sturen Indien nodig: binnen 2 weken na de datum van het OGT Bevoegd gezag / school Gewaarmerkt afschrift OGT archiveren 20 november 2008 Bevoegd gezag / school Afschrift OGT naar B&W sturen 20 november 2008 Bijzondere school Steekproefcontrole departementale Auditdienst Tweede kwartaal 2009 Auditdienst 3 / 11
3. Aandachtspunten bij telling Op een aantal stappen van de telprocedure wordt in dit hoofdstuk nader ingegaan. 3.1 Telpakket naar de scholen sturen Het telpakket van 1 oktober 2008 wordt medio september rechtstreeks aan de formele hoofd- en nevenvestigingen van de scholen gezonden. Ook dit jaar bestaat weer de mogelijkheid om gebruik te maken van het Elektronisch Formulieren Systeem (EFS). Dit programma is speciaal ontwikkeld voor het elektronisch aanleveren van telgegevens. Het telpakket wordt aan iedere hoofd- en nevenvestiging toegezonden. Meer informatie hierover is in de handleiding EFS opgenomen. Het pakket dat aan de school wordt gezonden bestaat uit: - één set originele telformulieren en een retourenveloppe (het voorblad van de formulierenset is voorzien van een unieke barcode); - één cd-rom (installatie EFS-programma); - de handleiding EFS ten behoeve van het gebruik van de cd-rom. Het telpakket wordt in enkelvoud verstrekt. Benodigde afschriften moeten zelf worden vervaardigd. Wanneer gebruik wordt gemaakt van het EFS, kan de school op eenvoudige wijze een afdruk van de telopgave maken (zie hiervoor de handleiding EFS). U wordt er op gewezen dat gebruik van de originele papieren formulieren of een origineel elektronisch verstuurd bericht, noodzakelijk is voor de verwerking. Nevenvestigingen zoals bedoeld in artikel 85 van de Wet op het primair onderwijs (WPO), zijn altijd ontstaan vanuit een zelfstandig bekostigde school. Er wordt per (neven)vestiging apart geteld. Het BRINnummer van een nevenvestiging bestaat uit het BRIN-nummer van de hoofdvestiging, gevolgd door het volgnummer (2 posities) van de nevenvestiging. Voor de hoofdvestiging wordt het volgnummer '00' gebruikt. De administratie van elke vestiging moet op de hoofdvestiging beschikbaar zijn ten behoeve van controles. 3.2 Telformulier invullen Gelet op de voordelen van het elektronisch invullen voor u en voor de verwerking door CFI vraag ik u deze wijze van aanleveren van telgegevens, als dat maar enigszins mogelijk is, te gebruiken. Belangrijkste voordelen van het gebruik van het EFS zijn: - Bij het invoeren van de gegevens door de school worden door het EFS direct controles uitgevoerd. Daardoor kunnen eventuele fouten direct door de school verbeterd worden. Zo zullen de gegevens bij aanbieding aan CFI betrouwbaarder zijn en zal minder gebruik gemaakt worden van de correctieronde. - Wanneer u gebruik maakt van het EFS kan een directe relatie worden gelegd met uw geautomatiseerde leerlingenadministratie. De leverancier van uw software moet de software daarvoor wel aanpassen. Daarna is het mogelijk om de leerlingengegevens automatisch in het door EFS gevraagde formaat in te lezen. - Bij het invullen van het telformulier komt benodigde informatie vanuit het EFS beschikbaar op het moment dat deze relevant is. U kunt zodoende desgewenst gebruik maken van de diverse ingebouwde tabellen (onder andere nationaliteiten bij vraag 3 en BRIN-nummers bij vraag 4). Als dat nodig is kan ook door gebruik van de helpfunctie aanvullende informatie direct beschikbaar worden gemaakt via het beeldscherm. Bij het gebruik van EFS kan het BRIN-nummer van de school geselecteerd worden uit een tabel. Hiervoor is een tabel met BRIN-nummers binnen EFS opgenomen. 4 / 11
Op het papieren telformulier zijn de volgende gegevens voorbedrukt: - BRIN-nummer van de school; - teldatum; - naam en adres van de school. Daar waar totalen gevraagd worden op het papieren telformulier, is het noodzakelijk deze - mede ter controle van uw opgave - in te vullen. Een toelichting op het voorblad en de vragen 1 t/m 5 treft u in hoofdstuk 4 aan. Als u vragen heeft over de formulieren en/of over de cd-rom kunt u contact opnemen met het Informatiecentrum Primair Onderwijs (tel. 079-323 23 33). 3.3 Telformulier naar CFI sturen Gebruik van het EFS maakt het mogelijk om de telgegevens elektronisch aan CFI te verzenden: Bij een goed voltooide verzending krijgt u een elektronische ontvangstbevestiging. Als het papieren telformulier wordt gebruikt, moet u de originele formulieren gebruiken, inclusief het blad met de gegevens van de contactpersoon en ondertekening door de directeur. Het bevoegd gezag hoeft dit niet te ondertekenen! Het adres waar de telformulieren naar toegezonden kunnen worden, staat vermeld op het telformulier. Voor een probleemloze verwerking vraag ik u met nadruk de telgegevens op één manier in te zenden, dus of alleen als elektronisch bericht (verzenden vanuit het EFS) of alleen op het papieren telformulier via de post. 3.3.1 Gevolgen van niet tijdig inzenden van de telgegevens Artikel 161, lid 1, van de WPO bepaalt dat het bevoegd gezag de minister voor 15 oktober de opgave van het aantal leerlingen zendt. Als de opgave niet voor 15 oktober aan de minister is gezonden, wordt het sanctiebeleid toegepast (opschorting van de vergoeding), dat gebaseerd is op artikel 164 van de WPO. Als de telgegevens voor de voortzetting of beëindiging van de bekostiging of voor de opheffing of instandhouding van een school noodzakelijk zijn, stelt de minister in geval de telgegevens niet tijdig zijn ingezonden overeenkomstig artikel 161, lid 1, van de WPO het aantal leerlingen ambtshalve vast. Bij de beoordeling of het telformulier tijdig is ingezonden, is bij verzending per post de datum van het poststempel bepalend. Bij een elektronische opgave is de door CFI geregistreerde datum van binnenkomst bepalend. Voor meer informatie over het sanctiebeleid kunt u Uitleg Gele katern raadplegen (nummer 1 d.d. 21 januari 2004, blz. 16 tot en met 23). 3.4 Gewaarmerkt afschrift archiveren In uw administratie moet u een afschrift van het telformulier of een uitdraai van de cd-rom opslaan, voorzien van een waarmerk door het bevoegd gezag. Dit afschrift is de basis voor de controle door de accountant. 3.5 Afschriften naar B&W sturen Bijzondere scholen moeten eveneens een afschrift van hun opgave van de vragen 1 en 2 sturen aan burgemeester en wethouders van de gemeente waarin de school is gevestigd (artikel 11, lid 1 van het Besluit bekostiging WPO). 5 / 11
3.6 Overzicht Geregistreerde Telgegevens (OGT) naar het bevoegd gezag sturen In het verleden is het voorgekomen dat opgegeven basisgegevens en totalen niet overeenkwamen. Ik wijs u er dan ook met nadruk op de basisgegevens en de totalen goed te controleren. Indien u gebruik maakt van de cd-rom worden de ingevulde gegevens automatisch getotaliseerd. De telgegevens worden in de maanden oktober en november 2008 door CFI verwerkt. Er is nu de optie om gebruik te maken van een digitaal overzicht geregistreerde telgegevens (OGT). Dit heeft tot gevolg dat u het OGT niet meer per post toegezonden krijgt vanuit CFI. U kunt zelf het OGT raadplegen en downloaden van cfi.nl onder Primair Onderwijs, tellingen. Het OGT (op dit overzicht wordt de opgave van de vragen 1 en 2 weergegeven) is een dag na verwerking van de telgegevens door CFI beschikbaar op cfi.nl. Dit overzicht kunt u, net als de papieren versie, gebruiken voor het indienen van correcties. U heeft hiervoor tot twee weken na de datum genoemd op het OGT de tijd. U moet een kopie van het OGT, voorzien van een waarmerk door het bevoegd gezag, bewaren in uw administratie. 3.7 Correcties sturen naar CFI Het OGT moet door de school worden gecontroleerd op juistheid. Als de gegevens op het overzicht juist zijn, wordt dit overzicht opgeslagen in de administratie van de school (en NIET naar CFI opgestuurd). Eventuele correcties moeten binnen 2 weken na de datum van het OGT aangeven worden op een kopie van dit overzicht en opgestuurd worden naar CFI. De correcties bij voorkeur met een rode pen aangeven. De datum die van toepassing is, staat op het OGT vermeld. Te laat binnengekomen correcties worden niet meer in de procedure van de 1 oktobertelling verwerkt. Deze correcties kunnen in dat geval pas in het kader van de procedure rond de controle door de instellingsaccountant aan CFI ter verwerking worden aangeboden. Indien niet binnen 2 weken wordt gereageerd, gaat CFI ervan uit dat de gegevens op de verstrekte overzichten akkoord zijn. Correcties in verband met in- en uitschrijving (als bedoeld in artikel 8 van het Besluit bekostiging WPO) moeten overeenkomstig artikel 11, lid 5 van het Besluit bekostiging WPO binnen 6 weken na de teldatum aan CFI worden gemeld. Op het afschrift van het OGT met de betreffende correctie(s) moet in de rechterbovenhoek een 'U' komen te staan, waardoor het voor CFI duidelijk is dat het om een correctie gaat die te maken heeft met een aanpassing van de datum van uitschrijving. Gebruik voor de wijzigingen bij voorkeur een rode pen. Op het voorblad van het OGT worden de gegevens van de contactpersoon ingevuld en geeft u tevens aan dat het om een correctie gaat. Dit blad wordt gedateerd en ondertekend door het bevoegd gezag van de school. U stuurt deze correctie aan: CFI Eenheid BEK (PO-tellingen) Postbus 606 2700 ML Zoetermeer Naar aanleiding van uw correctie wordt een bijgewerkt OGT aangemaakt wat ook weer te vinden is op cfi.nl. (zie punt 3.6). Mochten daar nog fouten op voorkomen dan kunnen deze vóór 1 juli 2009, samen met de accountantsverklaring met betrekking tot onder andere de juistheid van de basisgegevens, worden gemeld. 6 / 11
3.8 Controle door de Inspectie De Inspectie van het Onderwijs houdt geen steekproefsgewijze controles meer van de opgave van het aantal leerlingen en de leerlingenadministratie. Deze taak wordt nog slechts door of namens de departementale Auditdienst vervuld. De Inspectie kan echter nog steeds overgaan tot het controleren van de leerlingenadministratie, als daar tijdens de uitvoering van de specifieke inspectietaken aanleiding toe bestaat. De Inspectie zal u tijdens de controle inlichten over de te volgen procedures rond eventueel aan te brengen correcties. 3.9 Steekproefcontrole departementale Auditdienst De departementale Auditdienst (AD) controleert bij een steekproef de opgave en de leerlingenadministratie van de scholen. De AD begint met de controle in het tweede kwartaal van het jaar volgend op de teldatum. De uitkomsten van eventuele administratieve controles worden gerapporteerd aan CFI. 4. Toelichting op het vragenformulier 4.1 Toelichting bij voorblad Als blijkt dat de voorbedrukte gegevens van de school onjuist zijn moet u een BRIN-mutatieformulier (BMF) zenden aan: CFI Eenheid OND/ODS Postbus 606 2700 ML Zoetermeer In dat geval moet u, om de verwerking van de telgegevens toch mogelijk te maken, de telgegevens door middel van de papieren telformulieren aanleveren, samen met een kopie van uw BRIN-mutatieformulier. De wettelijke teldatum is 1 oktober 2008. De ondertekeningsdatum op het formulier moet op of na de teldatum liggen. Het aantal leerlingen op 1 oktober kan immers niet vóór die datum worden vastgesteld. In het belang van een snelle verwerking kan het nodig zijn dat er contact met uw school wordt opgenomen. U wordt daarom verzocht de naam van uw contactpersoon in te vullen en het telefoonnummer waaronder deze tijdens schooluren bereikbaar is. 4.2 Vraag 1: aantal leerlingen Conform artikel 10, lid 1 en 2, van het Besluit bekostiging WPO worden de leerlingen geteld die op de teldatum op de school staan ingeschreven en niet vanaf het begin van het schooljaar tot de teldatum (1 oktober 2008) meer dan de helft van het aantal schooldagen zonder geldige reden hebben verzuimd. Zie voor 'geldige redenen' de Leerplichtwet 1969, artikelen 11 t/m 15. 4.2.1 Het gewicht van een leerling Het gewicht van een leerling is bepaald bij inschrijving (1e schooldag) op de basisschool. De leefsituatie van de leerling op het moment van inschrijven op de basisschool is bepalend voor het gewicht van die leerling gedurende de gehele periode dat die leerling (nog) op die basisschool is ingeschreven. Vanaf 1 augustus 2006 geldt de nieuwe gewichtenregeling. Deze wordt in stappen ingevoerd, gespreid over vier jaar. Elk jaar wordt naast de nieuwe instroom ook een leeftijdsgroep van de zittende leerlingen volgens de nieuwe systematiek geteld. 7 / 11
Voor de leerlingentelling van 1 oktober 2008 dienen de leerlingen die op deze datum vier tot en met negen jaar zijn volgens de nieuwe gewichtenregeling te worden geteld. Vraag 1 is daarom uitgesplitst in 1A en 1B, waarbij bij vraag 1A leerlingen moeten worden opgegeven die volgens de oude gewichtenregeling zijn gewogen en bij vraag 1B de leerlingen die volgens de nieuwe gewichtenregeling zijn gewogen. Het gewicht van een leerling wordt bepaald bij inschrijving op een basisschool. Bij samenvoeging van twee of meer basisscholen moeten de leerlingengegevens van de opgeheven instelling(en) worden gevoegd bij het leerlingenbestand van de school die blijft bestaan. Het is dus niet de bedoeling dat de gewichten opnieuw worden vastgesteld. Bij een samenvoeging is immers geen sprake van het opnieuw toelaten van een leerling. 4.2.2 Vraag 1A: De oude gewichtenregeling Bij vraag 1A dienen alleen de leerlingen die gewogen zijn volgens de oude gewichtenregeling geteld te worden. Dit zijn op 1 oktober 2008 de leerlingen van tien jaar en ouder. Leerlingen die op deze teldatum jonger zijn dienen bij vraag 1B geteld te worden. Volgens de oude gewichtenregeling wordt gewerkt met de gewichten 0,25 voor kinderen met laag opgeleide autochtone ouders, 0,40 voor schipperskinderen, 0,70 voor kinderen van trekkende bevolking en 0,90 voor kinderen van laag opgeleide allochtone ouders. Bij het papieren telformulier moet u, ter controle, ook de totalen per leeftijdsgroep en achterstandscategorie / geslacht invullen. Het ministerie van OCW en CFI hebben in 2003 de brochure Leerlingenadministratie en gewichtenregeling voor basisscholen opgesteld waarin uitleg gegeven wordt over de leerlingenadministratie en de oude gewichtenregeling. Deze brochure is te downloaden vanaf de website www.cfi.nl en kan worden gevonden onder PO / archief brochures. Nb. 1. Derde generatie Molukse bevolkingsgroep. Volgens de 0,90-regeling voldoen leerlingen slechts aan de bedoelde criteria, als tenminste één van de ouders voldoet aan de voorwaarden. Leerlingen waarvan beide ouders geboren zijn in Nederland (de zogenaamde derde generatie) voldoen hier dus niet meer aan. Voor leerlingen uit de Molukse bevolkingsgroep worden echter geen voorwaarden gesteld aan de herkomst en/of geboorteplaats van de ouders. Deze leerlingen voldoen dus ook na de tweede generatie aan de bedoelde criteria. Nb. 2. Weging en een éénoudergezin. In een éénoudergezin is de situatie van de ouder die daadwerkelijk het gezag over het kind uitoefent bepalend. Nb. 3. Niet-Engelstalige landen buiten Europa. Voor toepassing van de (0,90) gewichtenregeling geldt dat naast een maximaal niveau van opleiding van de vader/verzorger of moeder/verzorgster of het beroep van de meest verdienende ouder, ook sprake moet zijn van een niet-nederlandse culturele achtergrond. Van een niet-nederlandse culturele achtergrond is sprake wanneer van de leerling tenminste één van de ouders, naast de in artikel 1 van het Besluit bekostiging WPO met name genoemde landen, geboren is in een ander niet-engelstalig land buiten Europa, met uitzondering van Indonesië. Voor deze regeling worden onder Engelstalige landen buiten Europa de volgende landen verstaan: Verenigde Staten van Amerika, Canada, Australië en Nieuw-Zeeland. Alle andere landen buiten Europa kunnen dus beschouwd worden als niet-engelstalig land buiten Europa. 8 / 11
Onder het niet-europese deel van de voormalige Sovjet Unie vallen de volgende landen: Armenië, Azerbajdsjan, Georgië, Kazachstan, Kyrgyzstan, Tadzjikistan, Toerkmenistan en Oezbekistan. Dit zijn derhalve niet-engelstalige landen buiten Europa. Alle overige landen behoren tot de Russische Federatie of behoren tot het Europese gedeelte van de voormalige Sovjet Unie. 4.2.3 Vraag 1B: De nieuwe gewichtenregeling Bij vraag 1B dienen alleen de leerlingen die gewogen zijn volgens de nieuwe gewichtenregeling geteld te worden. Dit zijn op 1 oktober 2008 de leerlingen van vier tot en met negen jaar. Leerlingen die op deze teldatum ouder zijn dienen bij vraag 1A geteld te worden. Het criterium om aan een leerling al dan niet een gewicht toe te kennen, is volgens de nieuwe gewichtenregeling het opleidingsniveau van de ouder(s). Er wordt gewerkt met twee gewichten: 0,3 en 1,2. Om de nieuwe gewichten te kunnen bepalen is per leerling een nieuwe ouderverklaring nodig. Bij het papieren telformulier moet u, ter controle, ook de totalen per leeftijdsgroep en achterstandscategorie / geslacht invullen. Het ministerie van OCW en CFI hebben voor uitleg over de nieuwe gewichtenregeling en de toepassing hiervan de brochure Nieuwe gewichtenregeling basisonderwijs opgesteld. De geactualiseerde versie van deze brochure is te downloaden vanaf de website www.cfi.nl en kan worden gevonden onder PO / brochures. Ook kan de brochure telefonisch worden besteld via het informatiecentrum Primair Onderwijs. U kunt dit informatiecentrum bereiken via het telefoonnummer 079-323 2333 op werkdagen van 08.30 tot 12.00 uur en van 13.00 tot 17.00 uur of via ico@cfi.nl. In deze brochure is tevens een voorbeeld van de nieuwe ouderverklaring gegeven. 4.3 Vraag 2: aantal leerlingen naar land van herkomst Het op te geven aantal leerlingen bij deze vraag is mede bepalend voor de mi-bekostiging voor Nederlands Onderwijs aan AndersTaligen (NOAT). Een bij deze vraag bedoelde leerling met een niet- Nederlandse culturele achtergrond dient te voldoen aan één van onderstaande punten: a. behoort tot de Molukse bevolkingsgroep; b. van wie ten minste één van de ouders of voogden afkomstig is uit Griekenland, Italië, (voormalig/oud) Joegoslavië, Kaapverdië, Marokko, Portugal, Spanje, Tunesië of Turkije; c. van wie ten minste één van de ouders of voogden afkomstig is uit Suriname, Aruba of de Nederlandse Antillen; d. van wie ten minste één van de ouders of voogden als vreemdeling rechtmatig verblijf heeft op grond van een verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 28 of 33 van de Vreemdelingenwet 2000; e. van wie ten minste één van de ouders of voogden afkomstig is uit een ander niet-engelstalig land buiten Europa, echter met uitzondering van Indonesië (zie ook de beschrijving in paragraaf 4.2 onder N.B. 3). Onder 'afkomstig uit' moet verstaan worden 'geboren in'. Het totaal aantal leerlingen bij vraag 2 moet groter of gelijk zijn aan het totaal aantal leerlingen bij de 0,90-categorie bij vraag 1A. N. b.: Onder voormalig Joegoslavië moet bij deze vraag zowel Servië en Montenegro worden verstaan als de overige landen die deel uit maakten van het voormalige Joegoslavië. 9 / 11
4.4 Vraag 3: aantal leerlingen met een niet-nederlandse nationaliteit Deze gegevens worden gevraagd om inzicht te verschaffen in de mate waarin kinderen met een niet- Nederlandse nationaliteit onderwijs ontvangen op Nederlandse scholen. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de GBA-lijst van de gemeente. De in te vullen nationaliteit wordt als volgt bepaald:- bij meerdere nationaliteiten van een leerling waaronder de Nederlandse, is de Nederlandse nationaliteit bepalend; als bij meerdere nationaliteiten van een leerling de Nederlandse niet voorkomt moet de nationaliteit van de biologische vader worden ingevuld. Dit geldt ook als de leerling deel uitmaakt van een éénoudergezin, is geadopteerd of een ander als pleegouder heeft. Omwille van de administratieve verwerking kunt u alleen de coderingen van de bijgevoegde lijst met nationaliteiten gebruiken. Als de nationaliteit niet kan worden vastgesteld kunt u 'Onbekend' (YYY) invullen en wanneer de leerling geen nationaliteit heeft 'Stateloos' (XXX). Wanneer het telformulier niet voldoende ruimte biedt voor het aantal nationaliteiten kunt u fotokopieën gebruiken. Bij gebruik van meer dan 1 blad vult u de totalen in op het laatste blad. 4.5 Vraag 4: Leerlingen naar school van herkomst Deze vraag wordt gesteld om zicht te krijgen op de leerlingenstromen tussen de verschillende scholen binnen het (Nederlands) primair onderwijs. Bij deze vraag moet per school van herkomst (BRIN-nummer) het aantal leerlingen (jongens en meisjes getotaliseerd) worden opgegeven dat in de periode van 1 oktober 2007 tot en met 1 oktober 2008 op uw school is ingeschreven. Het gaat hier uitsluitend om leerlingen die op 1 oktober 2008 op uw school staan ingeschreven en die, voordat zij op uw school instroomden, ingeschreven waren op een andere school voor primair onderwijs of speciaal onderwijs in Nederland. Het aan het BRIN-nummer toegevoegde nummer van de nevenvestiging hoeft hier niet te worden opgegeven. Wanneer uw school samengevoegd is en de opgeheven school is geen nevenvestiging geworden van uw school, dan moeten hier ook de leerlingen worden vermeld die afkomstig zijn van de opgeheven school. Het elektronisch formulier maakt het - in de vorm van een BRIN-bestand - mogelijk het (de) BRINnummer(s) van de school (scholen) op te geven, voor zover deze zijn te achterhalen. Lukt het achterhalen bij gebruik van het elektronisch formulier niet, dan kan er in die uitzonderlijke situatie het BRIN-nummer van de direct naastgelegen school van de school van herkomst worden ingevuld. Als het papieren telformulier gebruikt wordt en het BRIN-nummer niet te achterhalen is kan worden volstaan met het (eventueel op een bijlage) vermelden van de naam, het adres en de plaats van vestiging van de school van herkomst en de bijbehorende aantallen. Wanneer u gebruik maakt van een dergelijke bijlage, moet u wel uw eigen BRIN-nummer op deze bijlage vermelden. 4.6 Vraag 5: opgave ongeoorloofd verzuim Doel van deze vraag is inzicht te verkrijgen in de omvang van het ongeoorloofd relatief verzuim (ex artikel 25, lid 3, van de Leerplichtwet 1969) in Nederland, onder meer ten behoeve van de evaluatie van het landelijk beleid en van het beleid van scholen en gemeenten gericht op het terugdringen van het schoolverzuim. Behalve door middel van een vraag bij de PO-telformulieren zal informatie over het ongeoorloofd verzuim bij de gemeenten ingewonnen worden. 10 / 11
Men spreekt van relatief verzuim wanneer een leerplichtige wel staat ingeschreven op een school doch deze een aantal dagdelen niet heeft bezocht. Ongeoorloofd verzuim, waarvan bijvoorbeeld sprake is in geval van spijbelen, staat tegenover geoorloofd verzuim waarvan bijvoorbeeld sprake is bij ziekte. U moet hier het aantal dagdelen (ochtenden en middagen) ongeoorloofd relatief verzuim in het schooljaar 2007-2008 opgeven, uitgesplitst naar jongens en meisjes. Indien er geen verzuim is geweest, moet u nul (0) invullen. De hoofddirecteur CFI, Drs. Jan Jurgen Huizing 11 / 11