Bezielingsonderzoek resultaten VvAA, september 2017

Vergelijkbare documenten
Het geheim van vitale fysiotherapeuten

MEDEWERKERSONDERZOEK 2017

MEDEWERKERSONDERZOEK 2018

Jonge werknemers en werkstress: een beknopte weergave van de feiten

Komt een dokter bij de coach. Medical coaching in Nederland Drs. Anouk Bogers 16 november 2017

BedrijfsGezondheidsIndex 2008:

Medisch leiderschap Hoe neem je zelf de regie in je werk ben je een rolmodel? Annette van Ginkel 12 april 2019

Medewerkersonderzoek

BedrijfsGezondheidsIndex 2007

Wat is eigenlijk PSA?

Werkbeleving 21 maart Bea Voorbeeld

Bevlogenheid van studenten en docenten. Debbie Jaarsma Hoogleraar Evidence-Based Medical Education & Innovation (UMCG)

BedrijfsGezondheidsIndex 2006

Achtergrond informatie Mentale Vitaliteit Quickscan Bevlogenheid

Analyse Mentaal Kapitaal. Stimuleren van energie en veerkracht als antwoord op stress en burn-out in uw organisatie

Vervolgonderzoek omtrent de psychosociale gesteldheid van politiepersoneel

rapportage Producentenvertrouwen kwartaal 1. Deze resultaten zijn tevens gepubliceerd in de tussenrapportage economische barometer (5 juni 2002)

Vragenlijst mentale vitaliteit. Koninklijke Burger Groep B.V.

GGZ medewerkers aan het woord

Medewerkersonderzoek. Meting november Uw projectmanager Meike Post. Samenvatting 't Dijkhuis. E: T: +31 (0)

Work Engagement Scan

WBSQ Results 1 3/16/2016

HRM Monitor. te gebruiken voor o.a. medewerkers tevredenheidsonderzoek. tevens te gebruiken voor het meten van belangrijke HR thema s als

Bevlogen aan het werk!

Achtergrond informatie Mentale Vitaliteit Quickscan Bevlogenheid

WERKBELEVING IN DE VERZEKERINGSBRANCHE

Wie kent het Groene Hart?

Succesvol Job Craften Hoe maak je je werk leuk(er)? Interventie bij een Politiekorps

Crisismonitor Drechtsteden

Vertrouwelijk GROEPSRAPPORTAGE EINDMETING Voorbeeldteam Aantal deelnemers:

ENERGIE- LEVERANCIERS

De kunst bevlogen te blijven

Vitaal personeel. Wilmar Schaufeli. Universiteit Utrecht. Workshop Vitaal Personeel - GGZ kennisdag

Enquête SJBN

Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016

Today is a good day to upgrade yourself. Trendrapport 2018 Learning & Development

De psychosociale gezondheid van politiepersoneel

HPC-O. Human Performance Contextscan Organisatierapportage <Naam onderwijsinstelling> Datum: Opdrachtgever: Auteur:

Werken in Vlaanderen: vermoeiend of plezierig?

Vertrouwelijk GROEPSRAPPORTAGE Voorbeeldteam Aantal deelnemers:

Werkbeleving. Naam: Bea Voorbeeld. Datum:

Samenvatting Medewerkersonderzoek Hogeschool der Kunsten Hogeschool der Kunsten

Crisismonitor Drechtsteden

Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015

Monitoring gebruikerstevredenheid invoering 130 km/h

Algemeen rapport resultaat

Resultaten medewerkers tevredenheidsonderzoek Valkenhof najaar 2018

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Crisismonitor Drechtsteden juni 2010 (cijfers tot en met april 2010)

In balans op het werk

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Burn-out: een uitslaande brand?

Rapport Nationale aios enquête De werkomstandigheden van aios in beeld

De Belgische kinesitherapeut verdient euro per jaar, een tandarts en een huisarts

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid

Medewerkersonderzoek. mei Uw consultant Roelle van Esch. Erasmus Universiteit Rotterdam ibmg. E:

Crisismonitor Drechtsteden

Psychosociale arbeidsbelasting

Rapport Duurzame Inzetbaarheid

Analyse van de vooraanmeldingen voor de lerarenopleidingen

Werkstress hoger management

In 2015 is NV schade opnieuw goed beoordeeld door werknemers en werkgevers

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015

SUR-V.com. HR Monitor. Stel snel en eenvoudig een wetenschappelijk verantwoord HR onderzoek op.

Hoe medewerkers bevlogen aan het werk houden?

Business Case Vitaliteit & Inzetbaarheid. Enkele voorbeelden

De aantrekkelijke werkgever. De 6 pijlers onder een organisatie waar mensen met plezier goed werken - en dat nog verder vertellen ook

PIAAC IN FOCUS 3: VOLWASSENEN MET ZWAK ONTWIKKELDE VAARDIGHEDEN: ONTWIKKELINGEN SINDS 1996

Inge Test

LANG LEVE DE WERKDRUK!

Derde kwartaal Conjunctuurenquête Nederland. Provincie Flevoland

Bijlage I: Woningmarktcijfers 4 e kwartaal 2007

Samenvatting, conclusies en discussie

Joost Meijer, Amsterdam, 2015

Verschillenanalyse effect nieuwe BKR. Samenvatting. Inleiding. datum Directie Kinderopvang, Ministerie SZW. aan

Goed 67% Medewerker Tevredenheid Onderzoek. Respons: Gemiddelde Beoordeling. Publicatie Medewerker Tevredenheidsonderzoek

BETREFT ZRM METING EN ANALYSE en METING MAATSCHAPPELIJK RENDEMENT

Vierde kwartaal Conjunctuurenquête Nederland. Provincie Zuid-Holland

Conjunctuurenquête Nederland. Tweede kwartaal Coenrapportomslag eerstekwartaal.indd 1

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Inhoud. KvK Oost Nederland - Kennis- en Adviescentrum COEN Oost Nederland Groothandel Kwartaalcijfers Pagina 1 van 27

Resultaten Brugklas. Tevredenheidonderzoek Inleiding

Resultaten Conjuntuurenquete 2018

Aantal respondenten Aantal benaderd

Factsheet Indicatie zorgvraag Amsterdam 2030 Prognoses van functioneren en chronische aandoeningen 1

80% VAN DE NEDERLANDERS TYPEERT ZICH ALS GOEDE-DOELENGEVER,

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014

Onderzoek Arbeidsongeschiktheid. In opdracht van Loyalis. juni 2013

Crisismonitor Drechtsteden augustus 2010 (cijfers tot en met juni 2010)

KWARTAALMONITOR JULI Omzetontwikkeling van freelancers en flexwerkers in Nederland

PERSBERICHT Brussel, 14 december 2016

DE BURN-OUT SPECIALIST

FACTS & FIGURES Trends in museum- en tentoonstellingsbezoek ( ) Mathijs De Baere

Vitaliteit: belangrijk voor elke ondernemer!

De business case voor Vitaliteit. Loes Meijlink, TheSparkCompany, 2011

Een eigen bedrijf is leuk!

Leeswijzer rapporten

- PERSBERICHT - Utrecht, 20 september FINANCIËLE ZORGEN IN DE ZORG SECTOR HOUDEN AAN -

Allochtonen op de arbeidsmarkt

Transcriptie:

Bezielingsonderzoek resultaten 2017 VvAA, september 2017

Inhoudsopgave 1. Bezieling: wat is het? 2. Bezielingsonderzoek Bezielingsonderzoek door de jaren heen: VvAA houdt vinger aan de pols Belangrijkste bevindingen 2017 Wat is er onderzocht? 3. Onderzoeksresultaten Impactanalyse algemeen Mentale batterij Energiebronnen en stressoren Brandende thema s Leeftijdsanalyse Impactanalyse verschillende beroepsgroepen 2

Bezieling: wat is het? Sterk versimpeld is bezieling de balans tussen stressoren en energiebronnen (Job Demands-Resources- (JD-R)- model). Een beetje stress hebben we nodig om lekker te kunnen werken, en kunnen we prima hebben als we ook genoeg energiebronnen hebben. Wat voor zorgprofessionals de belangrijkste energiebronnen en stressoren en brandende thema s zijn, hebben wij samen met dr. prof. Wilmar Schaufeli in kaart gebracht in 2014 en sindsdien houden we vinger aan de pols.

Bezielingsonderzoek

Bezieling onderzocht Het zijn roerige tijden voor de zorgprofessional. Ook in 2017 blijkt zo n 1 op de 5 Nederlandse zorgprofessionals bezield aan het werk. Waar zit dat m in? Is het nou veel of weinig? Wat kun je eraan doen? En, niet onbelangrijk: hoe houdt u bezieling vast? VvAA doet vanaf 2014 onderzoek naar bezieling Nationaal Welzijnsonderzoek Zorg (bezieling, werkplezier en energie) 2014 Quickscan bezieling Zorgprofessionals 2015 Quickscan bezieling Zorgprofessionals 2017 De onderzoeken zijn verricht door Triple i Human Capital i.o.v. VvAA. Triple i is het onderzoeksbureau van prof. dr. Wilmar Schaufeli. Belangrijkste bevindingen 2017 De groep zorgprofessionals als totaal vertoont een relatief stabiel beeld over de jaren heen Zorgprofessionals zijn meer bevlogen dan gemiddeld werkend Nederland Regelruimte gemiddelde tot stijgende trend (mate waarin men timing, hoeveelheid en inhoud van werk zelf kan bepalen) Zorgprofessionals vertonen een goede fit met hun baan De ervaren waardering door patiënten/cliënten verschilt sterk per beroepsgroep De werkdruk neemt toe onder specialisten en dierenartsen Werk-privé balans vooral bij medisch specialist aandachtspunt Emotionele belasting lijkt te stijgen Het uiten van emoties wordt makkelijker gevonden

Wat is er onderzocht? Weerbaarheid, Optimisme Flexibiliteit, Eigen grenzen stellen Zelfvertrouwen Invloed als leidinggevende op werkeisen en energiebronnen, sfeer op de afdeling, omgangsvormen, taakverdeling Job Demands & Resources-model De energie (de mentale batterij) van zorgprofessionals en de verschillen hierin per beroepsgroep Energiebronnen en stressoren, ook in het algemeen en naar beroepsgroep

Inzoomen op de job demands en resources JD-R Werkeisen/stressbronnen (job demands) Werkdruk Conflicten Veranderingen Bureaucratie Werkeisen kosten energie De batterij raakt leeg Bij onvoldoende herstel > Burn-out Stressproces: Verminderde inzetbaarheid, hoger verzuim, lagere betrokkenheid, slechte(re) arbeidsprestaties Energiebronnen (job resources) Regelmogelijkheden Afwisseling Prestatiefeedback Loopbaanmogelijkheden Energiebronnen werken motiverend en zorgen voor persoonlijke groei- en ontwikkeling De batterij raakt opgeladen Motivatieproces: Inzetbaarheid, betrokkenheid en goede arbeidsprestaties 7

Wat is er nog meer onderzocht? Toegevoegd door VvAA aan het onderzoek zijn de brandende thema s: Regeldruk: de mate waarin men zich beperkt voelt door regels en procedures Productiedruk: de mate waarin de kwaliteit van het werk te leiden heeft onder tijdsdruk en productie-eisen Afstemmingsproblemen: de mate waarin men vindt dat samenwerking en afstemming met collega's ondermaats is Juridisering: de mate waarin men zich beperkt voelt door de toegenomen juridisering en claim cultuur Inkomensstress: de mate waarin men zich zorgen maakt over het eigen inkomen Imagostress: de mate waarin men zich beperkt voelt door het publieke imago van het beroep Respons is totstandgekomen uit deze onderzoeksgroep: Respons naar beroepsgroep Totaal 2015 Respons 31-08-2017 % tov 2015 Medisch specialist 590 472 80% Huisarts 430 444 103% Fysiotherapeut 388 383 99% Tandarts 264 296 112% Dierenarts 130 89 68% Apotheker 224 101 45% GGZ Rubriek anders 216 Anders 784 752 96% Totaal 2810 2753 98% 8

Respons relatief gelijk aan 2015 De respons van deze meting in 2017 (zie vorige pagina) is vergelijkbaar met die van de quickscan die in 2015 is uitgevoerd. Respondenten zijn verdeeld over de beroepsgroepen medisch specialist, huisarts, fysiotherapeut, tandarts, dierenarts, apotheker, GGZ en overige beroepsgroepen in de gezondheidszorg. Er zitten relatief meer tandartsen in de steekproef en relatief minder dierenartsen en vooral minder apothekers. Toch kunnen we de resultaten significant voor de respectievelijke beroepsgroepen noemen. De doelgroep GGZ is ten opzichte van 2015 apart inzichtelijk gemaakt en met 216 invullers relatief goed vertegenwoordigd. De groep dierenartsen is te klein om een impactanalyse uit te voeren, maar levert naar verwachting wel een betrouwbaar beeld van de werkelijkheid op. Demografische verdeling onderzoeksgroep

Onderzoeksresultaten

Wat bepaalt de energie van alle zorgprofessionals? In onderstaande impactanalyse tonen we een algemene regressieanalyse, die de belangrijkste beïnvloeders oplevert van bezieling en burn-out. Deze analyse is ook in 2015 uitgevoerd en de resultaten van 2017 zijn hiermee vergeleken. Een hoger gewicht betekent een relatief sterkere invloed. Bezieling 0,25 Passend werk Burn-out 0,2 Emotionele belasting 0,19 Leren en ontwikkelen 0,18 Werk-privé 0,18 Trots 0,18 Waardering 0,18 Emotionele dissonantie 0,13 Regelruimte 0,11 Productiedruk - 0,13 Emotionele dissonantie -0,11 Passend werk Passend werk en emotionele belasting en dissonantie zijn de belangrijkste voorspellers van burn-out en bezieling voor zorgprofessionals als totaalgroep. Dat was in 2015 ook al zo. De overige voorspellers zijn ook bijna hetzelfde als toen. Alleen afstemmingsproblemen spelen nu geen rol meer. 11

12 Mentale batterij

Wat is de mentale energie van alle zorgprofessionals? De groep zorgprofessionals als totaal vertoont een relatief stabiel beeld. Met een scherp oog is een lichte stijging in bezieling en ook een lichte stijging in burn-outklachten zichtbaar. Het beeld dat ontstaat is dat relatief meer zorgprofessionals hun bezieling hebben kunnen vinden, maar dat er ook een kanttekening te plaatsen is. Er zijn namelijk ook meer zorgprofessionals met verhoogde burn-outklachten. Als gevolg hiervan zien we dat de middengroep iets slinkt. De verschillen zijn klein, waardoor vooral de relatieve stabiliteit ten opzichte van 2015 opvalt voor de groep zorgprofessionals als totaal.

Mentale energie per beroepsgroep Medisch specialisten De mentale energie van de medisch specialisten is redelijk stabiel, waarbij wel een lichte daling van het aantal bezielde specialisten te zien is We zien ook een lichte daling van het aantal specialisten dat kampt met verhoogde burn-outklachten. 14

Mentale energie per beroepsgroep Huisartsen De mentale energie van huisartsen vertoont een lichte stijging van het aantal huisartsen dat kampt met verhoogde burn-outklachten. De bezieling is op het niveau van twee jaar geleden. 15

Mentale energie per beroepsgroep Fysiotherapeuten De groep fysiotherapeuten is zeer bezield aan het werk, wat nog meer het geval is dan in 2015. Het aantal fysiotherapeuten dat kampt met verhoogde burn-outklachten neemt ook toe, waardoor de middengroep slinkt. 16

Mentale energie per beroepsgroep Tandartsen De mentale energie van tandartsen kenmerkt zich in 2017 door een grote groep die bezield aan het werk is. De dalende trend van het aantal tandartsen met burn-outklachten is gekeerd. Er hebben dit jaar meer tandartsen last van verhoogde burn-outklachten. 17

Mentale energie per beroepsgroep Dierenartsen De bezieling van de dierenartsen is flink gedaald, terwijl het aantal dierenartsen met burn-outklachten ongeveer gelijk is gebleven. Aangezien de groep dierenartsen relatief klein is, moeten we deze verschillen met enige voorzichtigheid interpreteren. Toch is het verschil in bezieling dusdanig groot dat er van een significant verschil sprake is. 18

Mentale energie per beroepsgroep Apothekers De situatie van apothekers op het gebied van mentale energie lijkt zich te verbeteren ten opzichte van 2014 en 2015. Het aantal apothekers met burn-outklachten daalt, terwijl het aantal bezielde apothekers stijgt. 19

Mentale energie per beroepsgroep Overige beroepsgroepen De mentale energie van de overige groep is lastig te interpreteren vanwege het heterogene karakter van de steekproef (het is onduidelijk uit welke beroepsgroepen deze groep exact bestaat). Opvallend genoeg zien we wel dat net als bij apothekers zowel bezieling als op burnout verbeteringen zichtbaar zijn. 20

Mentale energie per beroepsgroep GGZ De mentale energie van de GGZ professionals is iets minder gunstig ontwikkeld dan het totaal, waarbij vooral het aantal bezielde medewerkers lager is dan gemiddeld onder Nederlandse zorgprofessionals, terwijl het aantal GGZ-werkers met burnoutklachten net boven het gemiddelde van de Nederlandse zorgprofessional ligt. Let wel: ten opzichte van de gemiddelde Nederlandse werknemer scoort de GGZ-werker nog steeds ruim hoger (gem. NL = 14,5% bezieling). Qua burnoutklachten scoren de GGZwerkers relatief gelijk aan het algemene Nederlandse gemiddelde. 21

22 Energiebronnen en stressoren

Zo werken energiebronnen Uitkomsten bezielingsonderzoek 2017 0,25-0,13 Passend werk 0,19 Leren en ontwikkelen 0,18 Trots 0,18 Waardering 0,13 Regelruimte Emotionele dissonantie Bij energiebronnen gaat het om aspecten van het werk die positief worden ervaren, ze zijn motiverend en geven juist energie. Energiebronnen zijn van belang om goed om te kunnen gaan met werkeisen. Wanneer je het bijvoorbeeld erg druk hebt is het fijn om de (regel)mogelijkheid te hebben om zelf prioriteiten te kunnen stellen waardoor in ieder geval het meest belangrijke werk kan worden gedaan. Energiebronnen zorgen ook voor persoonlijke groei- en ontwikkeling. Zo leer je door goede feedback hoe je je werk beter kunt doen, en kun je je talenten beter ontwikkelen wanneer je hogerop kunt komen. Energiebronnen zijn motiverend en zorgen ervoor dat de batterij wordt opgeladen en dat je je gezond voelt en goed kunt presteren (het motivatieproces); het zijn energiegevers. 23

Passend werk De mate waarin men past bij het werk dat men doet Zorgprofessionals vertonen een goede fit met hun baan Voor zorgprofessionals geldt over het algemeen dat de baan goed past bij wat men wil en kan. Deze fit is het sterkst bij GGZ medewerkers, waar mensen hun ei goed kwijt kunnen in het werk. Apothekers maken een inhaalslag en komen dichtbij het gemiddelde van het totaal. Het werk past duidelijk beter bij hun wensen en capaciteiten dan in 2014 en 2015. 24

Leer- en ontwikkelmogelijkheden De mate waarin men kan leren en zichzelf kan ontwikkelen op het werk Leren en ontwikkelen op een hoog niveau, vooral bij GGZ De leer- en ontwikkelmogelijkheden van zorgprofessionals zijn goed ontwikkeld. Ook hier geldt dat GGZ medewerkers hoger dan gemiddeld scoren. Apothekers lijken te stijgen in de loop van de jaren. De rest van de professionals bewegen zich rond het gemiddelde van de totale groep zorgprofessionals. 25

Waardering patiënten % dat vaak/altijd waardering krijgt van patiënten De ervaren waardering verschilt sterk per beroepsgroep Op het gebied van waardering scoren de zorgprofessionals in redelijk stabiel over de tijd. Toch valt op dat de scherpe daling van waardering die ervaren werd door specialisten in 2015 niet ten gunste is gekeerd in 2017. Tegelijkertijd zien we een daling in de loop van de jaren onder dierenartsen en in mindere mate bij tandartsen. Apothekers herstellen van de zeer lage scores in 2014. 26

Regelruimte De mate waarin men de timing, hoeveelheid en inhoud van het werk zelf kan bepalen Regelruimte gemiddelde tot stijgende trend Voor wat betreft de regelruimte lijkt het dat deze in de lift zit, maar de relatief hoge score van GGZ én relatief hoge respons in deze doelgroep zou een opdrijvend effect kunnen hebben. Voor Apothekers en de categorie overig is een duidelijke stijging zichtbaar. Opvallend genoeg dalen de dierenartsen, wat betekent dat zij in mindere mate het gevoel hebben zelf te kunnen bepalen wat ze wanneer en op welke manier moeten doen. 27

Zo werken stressoren Uitkomsten bezielingsonderzoek 2017 0,2 Emotionele belasting Bij werkeisen (stressoren) gaat het om aspecten van het werk die als belastend worden ervaren, ze zijn verbonden met inspanning en kosten dus energie. 0,18 Werk-privé 0,18 Emotionele dissonantie 0,11 Productiedruk -0,11 Passend werk Zo kost het vanzelfsprekend energie om met werkdruk om te gaan, maar ook met zeurende collega s of met voortdurende veranderingen in het werk. Wanneer deze inspanningen blijven voortduren en er onvoldoende herstel plaatsvindt, leidt dit tot stress en kan er uiteindelijk zelfs een burn-out optreden, met alle negatieve gevolgen van dien. Dit wordt het stressproces genoemd. De batterij is dan leeg, alle energie is opgebruikt, de gezondheid en de inzetbaarheid lopen gevaar en de arbeidsprestatie is beneden peil. In die zin kunnen werkeisen dus als stressoren worden opgevat: het zijn energievreters. 28

Emotionele belasting De mate waarin het werk emotioneel belastend is Emotionele belasting lijkt te stijgen Het hebben van emotioneel belastende contacten op het werk is voor alle zorgprofessionals een mogelijke stressbron, en vooral een uitdaging voor GGZ-medewerkers. Tandartsen en apothekers vertonen de minste emotionele belasting en ook fysiotherapeuten hebben er minder mee te maken. Opvallend genoeg zien we over de jaren heen wel een stijging onder dierenartsen. 29

Werk-privé conflict % dat vaak/altijd problemen heeft om werk en privé te combineren Werk-thuis balans vooral bij medisch specialist aandachtspunt Het balanceren van werk en privé gaat medisch specialisten slechter af dan voorheen. Dierenartsen en apothekers hebben het juist weer beter in de vingers dan in voorgaande jaren. De scherpe daling van fysio s van 2014 naar 2015 lijkt gestabiliseerd. 30

Emotionele dissonantie De mate waarin men op het werk emoties moet onderdrukken Het uiten van emoties wordt makkelijker gevonden De mate waarin de zorgprofessionals op hun werk emoties moeten onderdrukken is over de hele linie afgenomen. De verschillen zijn het grootst bij apothekers. Dit betekent dat men zijn of haar emoties authentieker uit op het werk. Overigens is dit niet te wijten aan de iets hogere aantal vrouwen in de steekproef. Vrouwen en mannen verschilden namelijk niet in mate van emotionele dissonantie. 31

Werkdruk De mate waarin men veel werk te doen heeft De werkdruk neemt toe onder specialisten en dierenartsen De werkdruk van de groep zorgprofessionals als geheel is min of meer gelijk gebleven. Toch zien we dat medisch specialisten met een hogere werkdruk kampen en dat dit ook voor dierenartsen het geval is. Apothekers blijven net als in vorige jaren veruit met de hoogste werkdruk kampen. 32

Zes brandende thema s 1. Regeldruk 2. Productiedruk 3. Afstemmingsproblemen 4. Juridisering 5. Inkomensstress 6. Imagostress 33

1. Regeldruk De mate waarin men zich beperkt voelt door regels en procedures De regeldruk is vooral opvallend gestegen onder tandartsen en dierenartsen. Ze bewegen zich naar het gemiddelde van het totaal. Dit totaal stijgt ook enigszins ten opzichte van 2015. Onder fysiotherapeuten en apothekers blijft de regeldruk hoog, net als bij GGZ. Hebt u op uw werk te maken met overbodige regels, procedures en voorschriften? 34

Bron van regeldruk De zorgverzekeraar blijft de grootste bron van regeldruk voor alle beroepsgroepen, behalve bij tandartsen en dierenartsen. Medisch specialisten lijken relatief weinig last te hebben van verzekeraars, maar hebben meer te duchten van toezichthouders/inspectie en overige partijen. 35

2. Productiedruk De mate waarin de kwaliteit van het werk te leiden heeft onder tijdsdruk en productie-eisen De mate waarin de kwaliteit van het werk leidt onder de productiedruk blijft over de hele linie gelijk. Alleen de apothekers lijken beter met de productie-eisen te kunnen omgaan. Hun kwaliteit van werken leidt minder onder de productiedruk dan voorheen. Het is moeilijk om betekenisvolle kwaliteit eenvoudig te meten: 36

3. Afstemmingsproblemen De mate waarin men vindt dat samenwerking en afstemming met collega's ondermaats is De problemen die ontstaan door gebrekkige overdrachten en afstemming zijn zeer stabiel in de tijd en veranderen niet. Bovendien komen afstemmingsproblemen weinig voor. Men belast anderen hierdoor niet meer of minder dan voorheen. 37

4. Juridisering De mate waarin men zich beperkt voelt door de toegenomen juridisering en claimcultuur De juridisering van het werk is wel degelijk een thema voor de meeste beroepsgroepen. Er is een duidelijke stijging waarneembaar ten opzichte van 2015. Deze stijging is het meest sterk onder huisartsen, fysiotherapeuten en tandartsen. Dierenartsen lijken het minst te maken te hebben met veranderende juridische kaders. Een kwart van alle respondenten geeft aan dat juridische kaders regelmatig tot altijd een nadelige invloed hebben. De toegenomen wet- en regelgeving beïnvloedt de relatie met mijn patiënt nadelig 38

5. Inkomensstress De mate waarin men zich zorgen maakt over het eigen inkomen De spanning die men ervaart van de zorgen over het eigen inkomen zijn gedaald sinds 2014. Bij iedere beroepsgroep is deze dalende trend te bespeuren. Het grootst zijn de verschillen onder specialisten. Ik voel me onzeker over de toekomst van mijn baan: 39

6. Imagostress De mate waarin men zich beperkt voelt door het publieke imago van het beroep Het imago van de zorgprofessionals verbetert, of althans, men voelt zich minder gehinderd door het imago van het beroep. Vooral specialisten en apothekers geven aan dat dit het geval is. Dierenartsen vertonen daarentegen een stijgende trend. Twee derde van alle respondenten geeft aan trots te zijn op het imago van de eigen beroepsgroep. Het lijkt dat deze trots meer voorkomt dan de stress die men ervaart van het imago van de beroepsgroep. Ik ben trots op het goede imago van mijn beroepsgroep: 40

41 Leeftijdsanalyse

Leeftijdsanalyse: bezieling % hoogbezield: De groep 46-55 jaar lijkt het meest bezield aan het werk te zijn. De groep eind dertig/ begin 40 komt er het minst goed vanaf. 42

Leeftijdsanalyse: invloed op energiebronnen Passend werk De hele beroepsgroep vertoont een goede fit. Opvallend genoeg is deze onder jonge professionals niet anders dan onder oudere professionals. Er is hier geen sprake van een selectie effect, waarbij in de oudere groepen alleen die professionals overblijven die een goede fit ervaren. Leer- en ontwikkelmogelijkheden Men zou kunnen verwachten dat leer- en ontwikkelmogelijkheden onder jonge groepen hoger zou liggen, maar dat is niet zo. Dit kan met het meegroeien van de taken met de verantwoordelijkheden van professionals te maken hebben (en daarmee met leeftijd). Waardering De oudere leeftijdsgroep ervaart een hogere waardering voor het werk dat ze doen. Opvallend genoeg was dit beeld in 2015 net anders. In dat jaar scoorden de groep 46-55 het hoogst op waardering. Regelruimte De regelruimte is vooral hoog onder oudere zorgprofessionals. Naarmate men verder in de carrière komt, krijgt men waarschijnlijk ook meer verantwoordelijkheden en daarmee gepaard meer ruimte en zeggenschap om het werk naar eigen inzicht in te delen. 43

Leeftijdsanalyse: burn-out De stress bij jongere leeftijdsgroepen is afgenomen in de afgelopen jaren. Men ervaart minder burn-outklachten. De groep 46-55 jaar steekt er in 2017 iets bovenuit en is er slechter aan toe dan in 2015. 44

Leeftijdsanalyse: invloed op stressoren Emotionele belasting De emotionele belasting is min of meer gelijk over de leeftijdscohorten. Alle leeftijdsgroepen ervaren ongeveer dezelfde belasting door emotionele contacten. Werk-privé balans De werk-privé balans lijkt in 2017 alleen hoger te liggen bij jongeren. De oudere groepen hebben er relatief minder last van. Emotionele dissonantie Ook het kunnen uiten van gevoelens is stabiel binnen 2017 over de leeftijden.. Werkdruk De werkdruk is in 2017 het hoogst onder jongere professionals. De categorie 46-55 jaar ervaart de minst hoge werkdruk. 45

Leeftijdsanalyse: invloed op brandende thema s 1. Regeldruk De regeldruk is voor alle leeftijden in gelijke mate een issue. 2. Productiedruk De productiedruk is min of meer gelijk gebleven voor alle cohorten, hoewel van een lichte stijging in de groep 36-45 jaar sprake is. 3. Afstemmingsproblemen Afstemmingsproblemen zijn voor alle cohorten in gelijke mate een issue. 4. Juridisering De stijging van de druk die men ervaart door juridisering lijkt het meest zichtbaar in de groepen onder de 55 jaar. In de 55+ groep is de stijging stabiel. 5. Inkomensstress Het meest zorgen maakt men zich over het eigen inkomen in de leeftijdscategorie 46-55 jaar. Jongeren hebben een langer loopbaanperspectief en hebben over het algemeen minder lasten. Mogelijk ervaren ze daardoor minder stress van het inkomen. 6. Imagostress Het imagostress lijkt vooral onder professionals in de leeftijd 36-45 jaar te zijn afgenomen in de loop der jaren. 46

47 Impactanalyse verschillende beroepsgroepen

Medisch specialist Passend werk, waardering en emotionele dissonantie zijn het belangrijkst voor bezieling. Emotionele dissonantie/belasting en werk-privé voor burn-out onder medisch specialisten. Productiedruk speelt bij beide ook een rol Het beeld van 2017 komt overeen met dat uit 2015, met dien verstande dat afstemming en juridisering nu zijn verdwenen. Deze factoren hebben hun invloed op bezieling en burn-out in 2017 verloren. 48

Verschillen van impact Medisch specialist Toelichting + : toename van deze factor t.o.v. 2015 - : afname van deze factor t.o.v. 2015 In deze analyse zijn alleen de factoren meegenomen die in 2017 t.o.v. 2015 zijn gewijzigd met als doel om de invloed van deze veranderingen op bezieling en burn-out te verklaren. Een positieve weging op burn-out is als een negatief invloed te interpreteren. Op bezieling is dit andersom. Indien geen wegingen staan bij factoren die wel zijn veranderd, dan hebben deze veranderingen geen invloed op veranderingen in bezieling en burn-out gehad. Kijken we naar de voorspellers die veranderd zijn bij tussen 2015 en 2017 dan zien we dat werkdruk, werk-privé, regeldruk en juridisering zijn toegenomen. De beide eerstgenoemden versterken burn-out. Inkomensstress is afgenomen en dat werkt gunstig uit op burn-out. Ook is emotionele dissonantie verminderd, hetgeen van invloed is op bezieling (positief) en burn-out (negatief). Conclusie Verlagen van burn-out en vergroten van bezieling vergt eenzelfde aanpak. Van belang voor beide is leren & ontwikkelen, trots op het imago en minder emotionele dissonantie/belasting en productiedruk. Voor bezieling is waardering belangrijk. De emotionele dissonantie is afgenomen en dat blijkt gunstig te zijn voor zowel bezieling als burn-out. Het feit dat medisch specialisten zich authentieker uiten en hun emoties minder hoeven te onderdrukken heeft een positieve uitwerking p zowel bezieling als burn-out onder medisch specialisten. Daartegenover staat een toename van de werkdruk en werk-privé, hetgeen burn-out verhoogt. 49

Huisarts Veruit het belangrijkst voor bezieling onder huisartsen zijn leer- en ontwikkelingsmogelijkheden. Voor burn-out is dit emotionele belasting en werk-privé disbalans. Opvallend is de geringe rol voor emotionele dissonantie. Kennelijk kunnen huisartsen in hun rol meer zichzelf zijn. Ook productiedruk speelt bij burn-out en bezieling een (geringe) rol. De voorspellers zijn grosso modo hetzelfde als in 2015, met dien verstande dat afstemming geen rol meer speelt en emotionele dissonantie een net zo geringere rol als toen. 50

Verschillen van impact Huisarts Toelichting + : toename van deze factor t.o.v. 2015 - : afname van deze factor t.o.v. 2015 In deze analyse zijn alleen de factoren meegenomen die in 2017 t.o.v. 2015 zijn gewijzigd met als doel om de invloed van deze veranderingen op bezieling en burnout te verklaren. Een positieve weging op burnout is als een negatief invloed te interpreteren. Op bezieling is dit andersom. Indien geen wegingen staan bij factoren die wel zijn veranderd, dan hebben deze veranderingen geen invloed op veranderingen in bezieling en burnout gehad. Van de veranderingen ten opzichte van 2015 spelen afgenomen waardering en toegenomen juridisering de belangrijkste rol; en die is dus negatief. Daar staat tegenover dat de inkomensstress is afgenomen hetgeen een positief effect op burn-out heeft. Conclusie Voor huisartsen zijn vooral leer- en ontwikkelingsmogelijkheden van belang en daarnaast emotionele dissonantie/belasting, specifiek voor burn-out. Ook leidt productiedruk tot minder bezieling en meer burn-out. Geen van deze factoren is sinds 2015 veranderd, waardoor de invloed van deze factoren op de mentale energie geen verklaringen vormen voor de toename in burn-outklachten. Wel is de waardering en de inkomensstress afgenomen en de juridisering toegenomen. De (kleine) toename in burn-outklachten is te verklaren uit de afname van waardering en toename van juridisering, waar de afname van inkomensstress juist een compenserende factor is. Huisartsen hebben daar minder last van dan voorheen. 51

Fysiotherapeut Veruit het belangrijkst voor bezieling is passend werk, gevold door waardering. Voor burn-out is emotionele dissonantie het belangrijkst, gevolgd door gebrek aan passend werk en werk-privé disbalans. De voorspellers zijn grosso modo hetzelfde als in 2015, met dien verstande dat alle Brandende Thema s in 2017 als voorspellers zijn verdwenen. In 2015 was vooral productiedruk van belang. Ook is werkdruk bij burn-out verdwenen. 52

Verschillen van impact Fysiotherapeut Toelichting + : toename van deze factor t.o.v. 2015 - : afname van deze factor t.o.v. 2015 In deze analyse zijn alleen de factoren meegenomen die in 2017 t.o.v. 2015 zijn gewijzigd met als doel om de invloed van deze veranderingen op bezieling en burnout te verklaren. Een positieve weging op burnout is als een negatief invloed te interpreteren. Op bezieling is dit andersom. Indien geen wegingen staan bij factoren die wel zijn veranderd, dan hebben deze veranderingen geen invloed op veranderingen in bezieling en burnout gehad. Alleen de Brandende Thema s juridisering (toegenomen) en inkomensstress (afgenomen) zijn ten opzichte van 2015 veranderd. De laatstgenoemde heeft een effect op bezieling en burn-out, de eerstgenoemde alleen op burn-out. Conclusie Het hebben van passend werk is essentieel voor het welzijn van fysiotherapeuten. Dat is echter ten opzichte van 2015 niet veranderd en verklaart het algemene hoge niveau van bezieling onder fysiotherapeuten. Juridisering en inkomensstress zijn wel ten opzichte van 2015 veranderd, maar de effecten daarvan op burn-out en bezieling zijn bescheiden. De verlaging van inkomensstress is wel voor een deel verantwoordelijk voor de lichte stijging in bezieling onder fysiotherapeuten. Het remt hun bezieling minder af dan voorheen kan worden geconcludeerd. 53

Tandarts Veruit het belangrijkst voor bezieling onder tandartsen zijn leer- en ontwikkelingsmogelijkheden. Voor burn-out is dit emotionele belasting/dissonantie en werkdruk; evenals een gebrek aan leer- en ontwikkelmogelijkheden. Van de Brandende Thema s speelt alleen juridisering een geringe rol, evenals werkdruk (alleen bij burn-out). De voorspellers zijn grosso modo hetzelfde als in 2015, met dien verstande dat alle Brandende Thema s in 2017 als voorspellers zijn verdwenen (met uitzondering van juridisering) en dus geen wezenlijke invloed hebben op de bezieling en burn-out van tandartsen. 54

Verschillen van impact Tandarts Toelichting + : toename van deze factor t.o.v. 2015 - : afname van deze factor t.o.v. 2015 In deze analyse zijn alleen de factoren meegenomen die in 2017 t.o.v. 2015 zijn gewijzigd met als doel om de invloed van deze veranderingen op bezieling en burnout te verklaren. Een positieve weging op burnout is als een negatief invloed te interpreteren. Op bezieling is dit andersom. Indien geen wegingen staan bij factoren die wel zijn veranderd, dan hebben deze veranderingen geen invloed op veranderingen in bezieling en burnout gehad. Bij tandartsen zijn ten opzichte van 2015 alleen de Brandende Thema s veranderd: inkomen (verbeterd), regeldruk (verslechterd) en juridisering (verslechterd). Met name juridisering heeft een effect. Conclusie Tandartsen zouden vooral moeten inzetten op leer- en ontwikkelingsmogelijkheden, en voor wat burn-out betreft op verminderen van de emotionele belasting/dissonantie en werkdruk. Deze werkaspecten zijn niet veranderd ten opzichte van 2015 wat de interpretatie van de verschillen lastig maakt. Het feit dat juridisering toeneemt en een negatief effect heeft op zowel bezieling als burn-out zien we niet terug in de resultaten, waardoor we kunnen concluderen dat deze effecten relatief zwak zijn op bezieling. De toename van tandartsen met burn-outklachten is wel ten delen te verklaren uit de toename in juridisering. 55

Apotheker Veruit het belangrijkst voor bezieling van apothekers zijn leer- en ontwikkelingsmogelijkheden. Voor burn-out is dat emotionele dissonantie. Wat vooral opvalt is het relatief geringe aantal voorspellers, maar omdat de bovengenoemde voorspellers een uitzonderlijk sterk effect hebben is het percentage verklaarde variantie hetzelfde als bij de andere groepen. Kennelijk hangen de andere voorspellers sterk samen met de twee meest belangrijke. De voorspellers van 2017 verschillen van die van 2015. Aangezien dat bij andere groepen niet het geval is, is hier iets aan de hand. Het kan zijn dat de groep te klein is waardoor de schattingen niet accuraat zijn. In 2015 namen er 224 apothekers deel, tegen 101 in 2017. 56

Verschillen van impact Apotheker Toelichting + : toename van deze factor t.o.v. 2015 - : afname van deze factor t.o.v. 2015 In deze analyse zijn alleen de factoren meegenomen die in 2017 t.o.v. 2015 zijn gewijzigd met als doel om de invloed van deze veranderingen op bezieling en burnout te verklaren. Een positieve weging op burnout is als een negatief invloed te interpreteren. Op bezieling is dit andersom. Indien geen wegingen staan bij factoren die wel zijn veranderd, dan hebben deze veranderingen geen invloed op veranderingen in bezieling en burnout gehad. De situatie is ten opzichte van 2015 verbeterd voor apothekers: meer regelruimte en passend werk, minder emotionele dissonantie, werk-privé, productiedruk, imago- en inkomensstress. Dit heeft echter een beperkt effect op burn-out en bezieling; alleen passend werk en dissonantie hebben een effect op bezieling en burn-out. Conclusie Het beeld bij apothekers wijkt sterk af van dat van de andere groepen. Zo zijn er slechts weinig (sterke) voorspellers, die bovendien verschillend zijn voor burn-out en bezieling. Verder verschilt het beeld sterk (als enige groep) van 2015. Opvallend is tenslotte wel dat er veel ten goede is veranderd sinds 2015, waarvan passend werk en emotionele dissonantie een strek effect hebben op bezieling en burn-out. Apothekers plukken de vruchten van een betere fit met hun wensen en capaciteiten en het feit dat ze voelen dat ze zichzelf kunnen zijn op het werk en hun emoties kunnen tonen. 57

GGZ De belangrijkste voorspellers van bezieling zijn passend werk en waardering, voor burn-out zijn dat emotionele dissonantie/belasting en gebrek aan waardering. Ook speelt werkdruk een bescheiden rol bij burn-out. Van de Brandende Thema s is juridisering van belang voor burn-out. In 2015 is deze groep niet apart onderzocht. 58

Verschillen van impact GGZ In 2015 is deze groep niet separaat onderzocht. Conclusie Inzetten op passend werk en waardering lijkt van groot belang voor GGZ-werkers, al is het laatste natuurlijk moeilijk te organiseren. Aan de kant van burn-out gaat het vooral om emotionele belasting/dissonantie, maar ook om werkdruk en juridisering. Dit is een herkenbaar beeld, vooral wat betreft de waardering door patiënten, die is wellicht niet zo vanzelfsprekend in de GGZ dan in andere delen van de zorg. 59