n u m m e r 154 s e p t. 2 0 1 0 L e d e n b l a d N e d e r l a n d s e M e l k v e e h o u d e r s V a k b o n d Ganzenschade wordt nog steeds onderschat Dat ganzen meer schade aanrichten dan door bepaalde organisaties wordt aangegeven, is al door onderzoek van de WUR vastgesteld in een rapport. Het is niet alleen de schade van het weggevreten gras maar ook de gevolgschade die meegenomen dient te worden. LNV heeft beloofd het beleid aan te passen, maar hiervan hebben we nog niets gemerkt. Daarom vond de NMV het tijd om maar weer eens het probleem onder de aandacht te brengen. In dit nummer: - EMB biedt EC wetsontwerp melkbundeling aan - Toetsingskader Verdrag van Lissabon - Gezamenlijke brief nieuwe plattelandsbeleid - Voorlopig PAS roept vragen op - Tijdelijke vrijstelling scheurverbod In een brief aan de minister heeft de NMV aangegeven dat de maatregelen niet of onvoldoende werken en dat de regels m.b.t. schadevergoeding niet voldoen. Het is niet te begrijpen dat een grondgebruiker een eigen risico heeft van 250,- terwijl men weinig kan doen tegen de schade die ganzen en smienten aanrichten. De grondgebruiker moet en zal alle mogelijke maatregelen nemen om de dieren te verjagen. Deze maatregelen kosten al veel tijd en geld, die men niet vergoed krijgt. Daarnaast worden nog vele schadevergoedingsaanvragen afgewezen, doordat het Faunafonds van mening is dat de schade niet op de juiste wijze is aangevraagd of omdat er niet voldoende maatregelen gebruikt zijn. Ook het begrip adequaat gebruik in de ontheffing om ganzen af te schieten wordt volgens de NMV niet juist gebruikt. Want aan het gebruik van een ontheffing zitten nogal wat voorwaarden en het is dan te makkelijk om te zeggen dat er geen recht op schadevergoeding is, omdat er geen adequaat gebruik is gemaakt van de ontheffing. Onlangs heeft FrieslandCampina aangegeven om meer in te zetten op salmonellabeheersing bij melkvee bedrijven. FrieslandCampina gaf aan dat 85% van haar leden de status salmonella-gunstig heeft. Wat ook hen verbaasde was dat in Noord- en Zuid-Holland, Friesland en het Rivierengebied vaker een ongunstige uitslag wordt gemeten. In die gebieden heeft 25% van haar weinig praktisch leden met salmonella in de melk te maken. Dat juist in deze gebieden veel ganzen voorkomen heeft het SOVON en het CBS al aangetoond. Voor de NMV is het nog steeds niet duidelijk of ganzen die foerageren op percelen van melkveehouders salmonella kunnen overdragen. Hiervoor zal een praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek moeten worden uitgevoerd. De NMV vindt dat niet de melkveehouderij hiervoor verantwoordelijk gehouden kan worden en verzoekt het ministerie van LNV een onderzoek te doen en hiervoor doeltreffende maatregelen te nemen.
EMB biedt Europese Commissie wetsontwerp melkbundeling aan Om melkbundeling op Europees niveau mogelijk te maken, heeft de EMB met hulp van Dr. Schroth een wetsontwerp opgesteld om voor de melkveehouderij derogatie te krijgen van het kartel verbod. Deze vrijstelling is nodig om tegenwicht te krijgen t.o.v. de melkverwerkende industrie. Het wetsontwerp grijpt in op artikel 101 van het EC-verdrag: het antikartel artikel. Het unieke aan dit proces is dat nu proactief de EMB met een zelf opgesteld wetsvoorstel richting de EC gaat. Het voorstel is inmiddels aangeboden aan de EC en aan verschillende Europarlementariërs. Getracht wordt om z.s.m. in contact te treden met de ambtenaar van de EC die dit behandelt. De essentie van het wetsvoorstel is dat het melkveehouders de mogelijkheid biedt om maximaal 30% van de totale in de EU geproduceerde melk te bundelen. Voorwaarde is dat deze bundeling plaatsvindt met melk uit meerdere landen en nationaal gezien maximaal 80-85% van de melk vertegenwoordigt. Als voorbeeld: alle melk van Nederland mag gebundeld worden, mits er ook melk uit bijv. Duitsland of België daarbij is gebundeld. Van eminent belang voor de sector is dat alleen primaire producenten in de melkbundeling kunnen participeren en dat de zuivelindustrie wordt uitgesloten. Om het wetsvoorstel door het Europees Parlement aangenomen te krijgen, zal de NMV blijven lobbyen bij de Nederlandse Europarlementariërs. NMV-leden vragen samen met Europese collega s aandacht voor toekomstig zuivelbeleid In alle vroegte vertrok er maandag 12 juli een volle bus met melkveehouders richting Brussel. Het doel van deze reis was om met deze EMB-actie de Europese ministerraad van landbouw erop te wijzen dat de aanbevelingen van de High Level Expert Group on Milk geen enkel uitzicht bieden op een structurele verbetering van het gezinsinkomen van de Europese melkveehouders. De aanbevelingen van de HLGM bieden geen enkel perspectief voor de producenten. Erger nog, zij zullen de hervorming van de zuivelmarkt verder doorvoeren en sluiten niet uit dat de extreem lage melkprijzen van 2009 terug zullen keren. De formeel uitgeschreven contracten over de levering van melk, waar de High Level Expert Group voor pleit, zorgt ervoor dat melkveehouders een speelbal worden van de melkindustrie. Zolang zij zich niet mogen verenigen in producentenorganisaties hebben zij geen enkele onderhandelingspositie op een termijnmarkt voor melk. Melkveehouders zijn dan totaal afhankelijk van de zuivelfabrieken die als sterkste marktpartij de voor- waarden zullen bepalen. De EMB is er van overtuigd dat alleen een publieke regulering van de melkproductie en -markt kan zorgen voor een duurzame oplossing voor de melkcrisis. Zonder volumeregulering in de zuivelmarkt, zullen eerlijke producentenprijzen onmogelijk zijn. Bovendien overvoert te veel geproduceerde goedkope melk niet alleen onze eigen markten, maar ook markten in ontwikkelingslanden. Dit betekent in veel gevallen het einde van de lokale productie en een toename van de armoede. EMB plant demonstratie op 22 september in Straatsburg Op 22 september heeft de EMB een demonstratie voor het Europarlement in Straatsburg op de agenda gezet. Houd de site van uw vakbond in de gaten, daar zullen wij u nader informeren wanneer de exacte details bekend zijn. 2
Gemeenschappelijk Landbouwbeleid gaat ons allen aan! Instrumenten voor melkproductie aangepast aan de maatschappelijke behoeften De conferentie GLB na 2013 vond op 19 en 20 juli in Brussel plaats. Deze conferentie werd georganiseerd door de Agricultural and Rural Convention (ARC), een maatschappelijke alliantie die streeft naar een wezenlijke verschuiving in het landbouwbeleid en de versterking van het platteland. De meerderheid van de deelnemers kwam tot de conclusie dat een grondige hervorming van het EU-landbouwbeleid nodig is. Vertegenwoordigers van de EMB die de conferentie bijwoonden, benadrukten dat het toekomstige beleid moet worden gericht op de belangen van melkveehouders en consumenten. Met deze conferentie heeft Europees Commissaris voor Landbouw Dacian Cioloş een nieuw pad ingeslagen. De samenleving moet meer betrokken worden bij het definiëren van de doelstellingen en instrumenten van het EU-landbouwbeleid. Daarom namen mensen uit alle geledingen van de maatschappij, net als vele kritische deskundigen, deel aan de conferentie. Niet alleen als sprekers op het podium, maar ook in het publiek. De conferentie maakte duidelijk dat het van groot belang is dat de producenten kostendekkende prijzen krijgen op de zuivelmarkt. Het landbouwbeleid moet regels en instrumenten aanreiken, zodat producenten zich zo kunnen organiseren dat ze op gelijke voet kunnen onderhandelen over prijzen en volumes met de industrie. Verder moet de Europese melkproductie worden aangepast aan de vraag van de bevolking in Europa, zowel in kwaliteit als volume. Overschotten, in de vorm van standaard producten op de wereldmarkt, leiden tot verstoringen van de markt en zijn dus een bedreiging voor het bestaan van producenten in Europa en daarbuiten. Voor het eerst in de geschiedenis van Europa hebben meer dan 50 verschillende groepen overeenstemming bereikt over gemeen- Toetsingskader Verdrag van Lissabon De NMV meent dat de bewindvoerders in hun beleid onvoldoende rekening houden met de in het Verdrag van Lissabon geformuleerde doelstellingen. In art. 39 van het Verdrag van Lissabon staat onder andere dat het gemeenschappelijk landbouwbeleid als doel heeft de landbouwbevolking een redelijke levensstandaard te verzekeren en markten te stabiliseren. Dit betekent dat de Europese landbouwministerraad bij haar beleid deze doelstelling zal moeten meenemen. Nadere oriëntatie maakte duidelijk dat het moeilijk is de ministerraad op haar tekortkoming aan te spreken. Zelfs wanneer na verloop van tijd de uitwerking van politieke keuzes zichtbaar worden, blijft nog altijd de vraag of het beleid de oorzaak is van een niet redelijke levensstandaard of niet stabiele markten. Ondanks dit gegeven heeft de NMV gemeend er goed aan te doen aan de Europese ministerraad te vragen hoe zij de besluitvorming toetst aan de doelstellingen in art. 39, lid 1, punt b en c van het Verdrag van Lissabon. Om de ernst van deze kwestie te onderstrepen is een kopie van de brief gestuurd naar Landbouwcommissaris Dacian Cioloş. Wij houden u op de hoogte van de uitkomst van ons verzoek. schappelijke beginselen voor een toekomstig EU-landbouwbeleid. Een ieder uit de samenleving kan in de komende maanden blijven bijdragen aan dit proces op de website van ARC: www.arc2020.eu. In de herfst zal Europees Commissaris voor Landbouw Cioloş een gezamenlijk document met voorstellen voor een ingrijpende hervorming worden overhandigd. Een stap vooruit bij mededingingswetgeving, melkveehouders op gelijke voet met zuivelverwerkers EMB presenteert veelbelovende ontwerp-verordening Op 8 juli overhandigde de EMB de ontwerpverordening voor groepsvrijstelling aan Georg Häusler, de kabinetschef van EU-landbouwcommissaris Dacian Cioloş. Deze vrijstelling van de Mededingingswet zou melkveehouders toestaan zich onafhankelijk van zuivelfabrieken te bundelen en gemeenschappelijke marktordeningsregels vorm te geven. Deze verordening is een belangrijke voorwaarde voor de onderhandelingen op gelijke voet tussen melkproducenten en zuivelbedrijven. Groepsvrijstellingen zijn gangbare praktijken binnen het MKB en kunnen eenvoudig worden toegepast op de positie van de melkproducenten, om het verdwijnen van tienduizenden melkveebedrijven in Europa te voorkomen. De maatregel is bedoeld om een kader te scheppen, dat helpt de nadelen van het vermarkten van boerderijmelk teniet te doen en in de toekomst een onvervalste mededinging tussen melkproducenten en zuivelbedrijven mogelijk te maken. Daarnaast wordt ook bereikt dat er tussen de melkfabrieken echte concurrentie om de rauwe melk ontstaat. 3
Gezamenlijke brief nieuwe plattelandsbeleid Samen met de Vereniging Nieuwe Natuur? Nee! en de vakbonden NVV, NVP, NAV en de NMV is er een brief gestuurd aan alle leden van de Tweede Kamer. Als organisaties maken we ons zorgen over de ontwikkeling van natuur. Hele grote gebieden worden als natuur aangewezen, hiervoor is heel veel landbouwgrond nodig en de omringende landbouwgrond en landbouwbedrijven krijgen te maken met vele beperkingen en extra kosten. In de brief wordt de aandacht gevraagd voor een nieuw plattelandsbeleid met grote besparingsmogelijkheden. Een nieuw plattelandsbeleid kan een grote rol spelen bij het duurzaam leefbaar houden van onze samenleving en bij het gezond maken van onze economie. Daarbij zijn besparingen mogelijk van honderden miljoenen, zo niet miljarden. Voorgesteld wordt: - Het landbouwareaal niet verder aan te tasten en zo mogelijk te vergroten. - Het landbouwbeleid te richten op een zodanige marktregulering dat aantrekkelijke inkomsten voor de primaire producenten van landbouwproducten continu verzekerd zijn. - De te beperkende natuur-, milieu-,water- en R.O. regelgeving te herzien en te vereenvoudigen, zodat ontwikkelingen in de landbouw weer ruimte krijgen. - Het natuurbeleid te richten op de kwaliteit van de natuur, niet op de hectaren, en vooral op agrarisch 4 en particulier beheer, die dezelfde faciliteiten krijgen die gelden voor traditionele natuurbeheer-organisaties. - Uit de landbouwpraktijk opkomende initiatieven tot integratie van biodiversiteit in de bedrijfsvoering te stimuleren. - Bij de uitvoering van de Europese verplichtingen voor Natura 2000, evenals bij de uitvoering van de Kaderrichtlijn Water (KRW), niet verder te gaan dan de Europese eisen en de verdere uitvoering van de Ecologische Hoofd Structuur (EHS) en de latere uitbreidingen daarvan te staken. - De subsidies aan natuur- en milieu-actiegroepen sterk te beperken of te beëindigen. Resultaat: - Uitvoering van het voorstel zal leiden tot een blijvend levenskrachtig platteland, tot meer voedselen energiezekerheid, en tot een doelmatiger natuur-, water- en milieubeleid, met een sterkere natuur en een fraaier landschap. - Voor de overheden een besparing van vele honderden miljoenen of zelfs miljarden. Een echte win-win situatie! De hele brief kunt u lezen op de site van de NMV: www.nmv.nu. Melkveehouderij is en blijft een grondgebonden bedrijfstak Inspraak NMV op de Ontwerpverordening Ruimte Noord-Brabant De Verordening Ruimte bevat de regelgeving waarmee gemeenten rekening moeten houden bij het ontwikkelen van bestemmingsplannen. Provincie Noord-Brabant heeft onlangs haar verordening ruimte op een aantal punten gewijzigd. Aangezien de NMV zich niet volledig in de ontwerpverordening kon vinden, maakte zij gebruik van de inspraakmogelijkheid. Hieronder staan de meest belangrijke pijnpunten die de NMV bij Gedeputeerde Staten onder de aandacht brachten. Opstallende melkveehouderijbedrijven classificeert de provincie Noord-Brabant ten onrechte als overig niet-grondgebonden agrarische bedrijven. Dit is onjuist gelet op het feit dat ook deze bedrijven voor hun melkproductie zijn aangewezen op ruwvoer dat afkomstig is van grond dat aan het bedrijf gebonden is. Bovendien zorgen opstallende bedrijven ervoor dat laaggelegen percelen of percelen met een hoge grondwaterstand middels maai-grasland op een verantwoorde manier rendabel worden gemaakt. Niet onbelangrijk is bovendien het feit dat de definitie intensieve veehouderij niet voldoet aan de Reconstructiewet die in Brabant van kracht is. In haar Ontwerpverordening bepaalt de provincie Noord-Brabant dat nieuw vestiging van grondgebonden bedrijven niet is toegestaan. Dit maakt het voor bedrijven in bijvoorbeeld Natura 2000-gebieden onmogelijk zich elders te vestigen wanneer ze hier omwille van een economische bedrijfsvoering toe gedwongen worden. Dit doet afbreuk aan het bestaansrecht van dergelijke bedrijven en is dan ook in beginsel onjuist. Bovendien vreest de NMV dat wanneer aan de nieuw vestiging van niet grondgebonden bedrijven geen paal en perk wordt gesteld, dit melkveehouders zal stimuleren om hun bedrijfsvoering zo
aan te passen dat deze voldoet aan de definitie niet grondgebonden. Deze omwenteling pakt negatief uit voor de economische rentabiliteit van de sector, het milieu en de diergezondheid. Intensieve bedrijven in Noord-Brabant op slot Voor boeren met een intensieve veehouderij (ook melkveehouders die hun dieren opstallen of een kleinere huiskavel hebben dan 8 melkkoeien/ ha) in een extensiveringsgebied in Noord-Brabant geldt dat per 1 oktober 2010 een slot op de muur wordt gezet: vanaf die datum geldt als omvang van het agrarisch bouwblok de op dat moment bestaande bebouwing, de in aanbouw zijnde of de op basis van een volledige ontvankelijke bouwaanvraag te vergunnen bebouwing. Dit betekent dat deze bedrijven hun rechten kunnen veiligstellen door voor 1 oktober een aanvraag voor een bouwvergunning in te dienen. Ook de provincies Limburg en Zeeland zijn aan het onderzoeken of ze dezelfde lijn van Brabant kunnen volgen. Opzoeken gebied Indien u niet weet in wat voor gebied (extensivering, verweving of landbouwontwikkeling) uw bedrijf ligt, kan dit op de site van de provincie Noord-Brabant worden opgezocht. Zie onderstaande link: http://www.brabant.nl/kaarten/ ruimtelijke-ordening-kaarten/veehouderijbedrijvenkaart.aspx. Voorlopig Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) roept vragen op Op 1 juli jl. is het Voorlopig Programma Stikstof aan de Tweede Kamer aangeboden. De PAS is erop gericht de stikstofdepositie op Natura 2000-gebieden omlaag te brengen. Normaliter zorgt een dergelijk document voor meer duidelijkheid ten aanzien van het ingezette beleid. De PAS doet dat zeer zeker niet, het programma roept alleen maar meer vragen op. Effect van stikstof De basis voor het beleid is uiterst wankel. Wetenschappelijke studies geven geen duidelijk beeld in hoeverre ammoniak vermestend of verzurend is. Het rapport De bijdragen van niet-gemodelleerde bronnen aan de verzurende en vermestende depositie (no. 550039001) van het Planbureau voor de leefomgeving is slechts één van de rapporten waarin vermeld wordt dat er nog veel onbekend is over het effect van stikstof op het milieu. Vreemd genoeg gaan de ministeries van LNV en VROM hier volledig aan voorbij bij het opstellen van het Programma Stikstof. Voorkeur voor technische maatregelen In de PAS wordt de voorkeur uitgesproken voor technische maatregelen om de stikstofdepositie te reduceren. De beleidsmakers hebben hiervoor de voorkeur vanwege het feit dat deze optie kosteneffectiever is dan het verkleinen van de omvang van de veehouderij. Men gaat hierbij volledig voorbij aan het feit dat, wanneer de stikstofdepositie middels technische maatregelen wordt opgelost, de melkproductie verder zal stijgen. Het eindresultaat zal dan zijn een even zo hoge stikstofdepositie als gevolg van een groeiende veestapel en een lage melkprijs. De ministeries stimuleren met dit beleid een grootschalige melkveehouderij en houden geen rekening met een kleinschalige melkveehouderij waar veelal weidegang wordt toegepast. Bedrijven op slot In de PAS is aangegeven dat als het verwachte effect niet wordt bereikt aanvullende maatregelen worden getroffen om binnen de kritische depositiewaarden te blijven. De in de toekomst te verwachten aanvullende maatregelen zijn dermate onduidelijk dat ondernemen in een Natura 2000-gebied welhaast onmogelijk wordt gemaakt. Ook biedt de PAS geen ruimte voor uitbereiding van bedrijven wanneer dit omwille van de bedrijfseconomische bedrijfsvoering noodzakelijk is. Europese aanpak De NMV pleit voor één Europabreed Natura 2000-beleid. Dit zorgt voor een eerlijke concurrentieverhouding tussen Europese melkveehouders. Bovendien is de stikstofproblematiek grensoverschrijdend. De Nederlandse overheid schuift dit terzijde en implementeert een nationaal beleid dat zwaardere eisen stelt dan de door Europa gestelde minimum eisen. Rondetafelgesprek Naar aanleiding van de constructieve inbreng van de NMV bij tot standkoming van de voorlopige PAS heeft de Vaste Commissie voor LNV van de Tweede Kamer de NMV uitgenodigd voor een rondetafelgesprek over de PAS. Op donderdag 9 september zal de NMV deelnemen aan dit rondetafelgesprek dat de VKC organiseert ter voorbereiding op een met de minister van LNV te voeren debat. 5
Versnelde toelating emissiearme systemen Het is inmiddels bijna 2 jaar geleden dat de NMV een voorstel heeft ingediend bij het ministerie van VROM om, in afwachting van definitieve meetresultaten van proefstallen, een voorlopige emissiefactor toe te kennen aan emissiearme systemen. Dit om er voor te zorgen dat op korte termijn een breed scala aan emissiearme e systemen voor de praktijk beschikbaar komt. Ondanks de bereidheid binnen VROM om hier invulling aan te geven, is dit nog steeds s niet gerealiseerd. De mogelijkheid tot een tijdelijke factor is alleen mogelijk voor die emissiearme systemen, waarvoor een viertal proefstal aanvragen zijn goedgekeurd, met daarbij de verplichting om de emissie te meten. Daarnaast moet minimaal een reductie van 15% gehaald worden t.o.v. de gewone roostervloer met beweiding. Dit betekent dat alleen systemen met een verwachte emissie van 8,1 of lager voor deze voorlopige factor in aanmerking komen. In eerste instantie konden veel systemen hier niet aan voldoen. Inmiddels hebben echter de meeste fabrikanten aanpassingen gedaan, waardoor nu toch meerdere systemen binnen deze norm vallen. Helaas dient het volgende obstakel zich weer aan. Bij de aangevraagde proefstallen blijkt veel verschil te zijn in de beschikbare loopoppervlakte per koe. De hoeveelheid besmeurde oppervlakte per koe is een zeer bepalende factor voor de ammoniakemissie per koe. Wanneer je minder dieren houdt op dezelfde oppervlakte neemt de emissie per dier toe. De besmeurde oppervlakte per koe in de aangevraagde proefstallen loopt uiteen van 3 tot 6 m 2 per koe. Het ministerie van VROM heeft daarbij advies gevraagd aan o.a. de NMV hoe hier mee om te gaan. De 6 NMV heeft daarbij aangedrongen om uit te gaan van een gemiddelde loopoppervlakte van 4,5 m 2 per koe en alle systemen om te rekenen naar die oppervlakte. Hiermee wordt in ieder geval voorkomen dat veehouders die kiezen voor ruimere stallen worden afgestraft door een hogere emissiefactor. Daarnaast sluit deze norm ook aan bij het gemiddelde aantal m 2 van alle proefstal aanvragen en is ook het ministerie van LNV voornemens om in toekomstige welzijnseisen voor de melkveehouderij een minimale eis van 4,5 m 2 loopoppervlakte per koe op te nemen. De optie om met m 2 -tabellen te gaan werken om de emissie te bepalen, ziet de NMV als erg complex. Het leidt tot lastige discussies met vergunningverleners over welke ruimtes wel en niet onder die m 2 - eis vallen en stimuleert om zo klein mogelijk te bouwen, wat het dierenwelzijn niet ten goede komt. De NMV heeft nogmaals de urgentie benadrukt om een snelle beschikbaarheid te regelen, aangezien in een aantal provincies nieuwbouw vrijwel alleen mogelijk is wanneer er emissiearm gebouwd wordt. Daarnaast heeft de NMV geadviseerd om ook opties als dakisolatie, regelmatig mestschuiven en gestuurde ventilatie separaat op te nemen. Melkveehouders krijgen dan meer mogelijkheden om door een combinatie van meerdere systemen te komen tot de gewenste emissiebeperking. Tijdelijke vrijstelling scheur verbod weinig praktisch NMV gematigd positief over vrijstelling vernietigingsverbod grasland Door de langdurige droogte zijn veel graslandpercelen in heel Nederland in een zeer slechte staat geraakt. De NMV verzocht minister Verburg daarom, om per direct vrijstelling te verlenen voor het scheuren van graslandpercelen op zand- en lössgrond. Positief is het feit dat er een ontheffing is afgegeven om grasland te scheuren van 1 tot 15 september. Een mooi resultaat van de NMV-inzet voor dit onderwerp. Jammer is het dat de ontheffing niet geheel aansluit bij de praktijk. Alleen wanneer het grasland met minder dan 5% van het oorspronkelijk geteelde gras is bedekt of voor meer dan 30% uit kweek bestaat mag grasland worden vernieuwd. Dit sluit echter nauwelijks aan bij de praktijk. De HerinzaaiWijzer, waarmee een economische afweging gemaakt kan worden van herinzaai van grasland, geeft aan dat wanneer op zandgrond het aandeel landbouwkundig goed gewaardeerde grassen lager is dan 50% graslandvernieuwing tot een saldoverhoging leidt (bron: Animal Science Group Wageningen UR). De NMV vindt het dan ook jammer dat de zode pas volgende week mag worden vernietigd. Immers van de ontheffingsperiode gaat één week verloren omdat het grasland eerst doorgespoten dient te worden alvorens er kan worden gescheurd.
Rapport HAS KennisTransfer Inventarisatie wettelijke gedragcode De NMV heeft het rapport Inventarisatie wettelijke gedragscode, dat Ir. M. Gijsberts en Ir. P. Rousseau (HAS KennisTransfer) in opdracht van de NMV schreven, toegezonden aan de zuivelcoöperaties, minister Verburg en de Vaste Tweede Kamercommissie voor LNV. Voor de NMV was de vraag aan de onderzoekers: hoe kunnen leden van een zuivelcoöperatie een betere bescherming krijgen en meer inzicht krijgen in het doen en laten van hun coöperatie. In het rapport geven de auteurs aan dat het, in het kader van de transparantie van het gevoerde beleid en de bescherming van de zeggenschap van de leden, goed zou zijn wanneer de zuivelcoöperaties een met de code Tabaksblat vergelijkbare wettelijke gedragscode zouden implementeren. De huidige code voor zuivelcoöperaties, de NCR-code, is geen wettelijke gedragscode die de coöperaties kan dwingen om bepaalde afspraken na te komen. De NMV hoopt dat coöperaties in gaan zien dat wettelijke regels zowel voordelen heeft voor de leden als voor de coöperatie. Het rapport is in te zien op de NMVsite: www.nmv.nu. VAN DE VOORZITTER Sturingselementen na 2015 Samen met onze vice-voorzitter heb ik onlangs een gesprek gehad op het ministerie over sturingselementen na 2015. De vraag die men zich op het ministerie stelt, is of er een volumebeleid moet komen na 2015. En zo ja, hoe moet die er uit zien. Doordat er op dit moment nog geen nieuw kabinet is, staat deze ontwikkeling even stil, maar een nieuwe minister zal dit snel weer oppakken. Als alles doorgaat zoals gepland, verdwijnt in 2015 de melkquotering en verdwijnen ook de dierrechten in de intensieve veehouderij. Welke gevolgen heeft dat voor het aantal stuks vee dat in Nederland gehouden wordt? Komt er een explosieve groei, of valt dat wel mee? De belangrijkste vraag is: hoe blijft Nederland binnen zijn milieugebruiksruimte? Ruimte wat betreft fosfaatplaatsing, ammoniakuitstoot en uitstoot van broeikasgassen. Deze vraag blijkt veel actueler te zijn dan verwacht: we zitten er nu al boven!!! Nederland heeft met Brussel afgesproken dat de fosfaatproductie in Nederland niet hoger mag zijn dan de fosfaatproductie van 2002. Deze afspraak is onderdeel van het 4 e Nitraatactieplan en dus voorwaarde voor het verkrijgen van de derogatie. De fosfaatproductie van 2008 blijkt echter al boven dit niveau te liggen. Minimaal weliswaar, maar het ligt er boven. En Brussel weet dit ook. De reactie is zeer eenvoudig: Nederland moet zich aan de afspraken houden, dus zorg maar dat de fosfaatproductie zakt. De stijging van de fosfaatproductie is overigens goed te verklaren. Het melkquotum is vanaf 2006 ieder jaar verruimd en zoals van Nederlandse melkveehouders verwacht mag worden, melken we dat ieder jaar vol. Het aantal stuks vee dat daar voor nodig is, groeit dus mee. Het aantal kippen, varkens en geiten blijkt echter ook gegroeid. Hier zijn waarschijnlijk veel latente rechten in gebruik genomen. Op dit moment richt men zich nog vooral op het voerspoor. Door meer fosfaatarme grondstoffen in de brok te verwerken, zal de fosfaatopname en dus ook de uitstoot via de mest afnemen. De vraag is echter hoe lang dit voldoet. De quotumuitbreiding is ook in 2009 en 2010 doorgegaan en blijft doorgaan. Het aantal stuks vee blijft dus toenemen. Hoewel niemand hier nog aan wil, zal er toch een nieuwe beperking moeten komen. In 2012 starten al weer de onderhandelingen voor het 5 e Nitraatactieplan. Als Nederland niet aantoont zich te houden aan de afspraken komt een volgende derogatie serieus in gevaar. De fosfaatproductie is onderdeel van de onderhandelingen. Deze ontwikkeling toont eens te meer aan, dat melkveehouders die denken straks als de melkquotering er vanaf is zonder beperking vol gas vooruit te kunnen zichzelf voor de gek houden. Er zullen nieuwe beperkingen komen en de investeringen zullen verschuiven van melkquotum naar zaken als grond, dier- en/ of ammoniakrechten en emissiearme stallen, in het ergste geval volledig dicht, met een luchtwasser er op. Hans Geurts, voorzitter NMV 7
Agenda 20 september NMV-bestuursvergadering om 20.00 uur in De Witte Bergen te Eemnes. 23 september NMV-stand op de Agrarische Schouw te Joure van 8.30 tot 16.30 uur. 24 september BBQ voor alle NMV-ers in regio Noord-Overijssel bij fam. Palland te Kamperveen vanaf 20.30 uur. Opgeven voor 21-9. Op de NMV-site www.nmv.nu vindt u actueel nieuws. Adressen NMV Secretariaat NMV Tabaksland 73, 4031 MH Ingen tel. 0344-655336 / fax 0344-655221 email info@nmv.nu www.nmv.nu Contactpersonen NMV Groningen en Drenthe: Steef Pronk, De Wilp, 0594-642922 Friesland: Harm Wiegersma, Rinsumageest, 0511-421083 Flevoland: Laurens van Bavel, Zeewolde, 036-5228630 Noord-Overijssel: Ronald van der Scheer, Kamperveen, 06-53398247 Oost-Nederland: Marion Logtenberg, Baak, 0575-441504 Rivierengebied: Peter van Beest, Lienden, 0344-662334 Gelderse Vallei/Utrecht-Oost: Kees Groenestein, Eemnes, 035-5313970 Noord-Holland Noord: Sjaak Ruyter, Schagen, 0224-297156 Gooi- en Vechtstreek: Jan Galesloot, Weesp, 0294-253447 De Ronde Venen: Rene Wahle, Zevenhoven, 06-10648997 Krimpenerwaard en Lopikerwaard: Chiel Markus, Papekop, tel. 0348-565588 Alblasserwaard en Vijfheerenlanden: Teunis Sterk, Hei- en Boeicop, 0347-342132 Holland-West: Ard van der Harg, Pijnacker, 06-13433540 West-Brabant, Zeeland en Zuidhollandse Eilanden: M. Bouwmeester, Bosschenhoofd, 0165-317667 Langstraat e.o.: Frank van Pelt, Oosteind, 0162-437955 Midden-Brabant: Jos Klijs, Tilburg, 0161-451717 De Kempen: Peter Vingerhoets, Diessen, 013-5041373 Maaskant: Pieter Sommers, Elsendorp, 0492-359008 Limburg en Zuidoost-Brabant: Gerda Huzen, Nederweert, 0495-631100 U kunt zich aanmelden als lid of informatie aanvragen via de contact personen of bij het NMV-secretariaat. NMV-meldpunt I&R: tel. 06-2732 8094 Foto Koebont : Roeland Koning 8 Onderhandelingen met ballonvaarders helaas mislukt Rechtszaak van lid Ledenactie Vele NMV-ers hebben al via MAIN Energie geprofiteerd van de gunstige tarieven en besparen nu zo n 10 tot 20% per jaar op hun energienota. Naast de financiële voordelen, bieden wij u ook persoonlijk contact. Bij MAIN Energie krijgt u direct een medewerker aan de lijn, die uw vragen kan beantwoorden. U heeft geen administratieve rompslomp en MAIN Energie zegt voor u uw huidige contract op. Voor meer informatie bel naar MAIN Energie, tel. 020-6653267, en vermeld duidelijk dat u lid bent van de NMV en van het NMV-tarief gebruik wilt maken. Zijn er daarna nog vragen over het tarief of anderszins, bel dan met het NMV-secretariaat, dan zullen wij samen met u en MAIN Energie de onduidelijkheden wegnemen. De onderhandelingen die de NMV voerde met de KNVvL (Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Luchtvaart) afdeling ballonvaart en de PBN (Professionele Ballonvaarders Nederland) hebben niet tot overeenstemming geleid. Met name over de vergoeding aan de landeigenaar bij een onaangekondigde landing op diens percelen kon geen overeenstemming worden bereikt. De NMV, die haar leden adviseert een vergoeding van 50 euro per landing te vragen, stelde ook voor om dit tarief in een nieuw convenant op te nemen. De vertegenwoordigers van de ballonvaarders vonden dit een te hoge vergoeding mede omdat de landeigenaar via de wet verplicht is zijn land open te stellen voor het landen van ballonnen. Ook LTO-Nederland bereikte dit keer geen overeenstemming met de ballonvaarders. De gedragscode ballonvaren die PBL, KNVvL en LTO in 2005 gezamenlijk ondertekenden heeft hierdoor geen betekenis meer. Op 23 september 2010 om 10.30 uur zal een pleidooi worden gehouden in de bodemprocedure tegen FrieslandCampina door twee melkveehouders. De bodemprocedure is een vervolg op de reeds bijna 10 jaar durende kortgeding-zaak tegen het KKM-systeem van voormalig FrieslandCoberco. De zitting is openbaar. Belangstellenden en geïnteresseerden zijn welkom daar ook naar toe te komen. De zitting vindt plaats in het Gerechtshof Paleis van Justitie aan het Wilhelminaplein 1 te Leeuwarden. Bent u nog geen lid van de NMV? En wilt u lid zijn van een organisatie waarin u mee kan denken, praten en beslissen? Word dan nu lid van de NMV: de sectorale belangenbehartiger van en voor melkveehouders waar uw inkomen en belang centraal staan. Word nu lid tot 1 januari 2012 en betaal maar 10 extra! En ontvang als welkomstgeschenk één van de prachtige De faire melk-doeken of een NMV-overall. Ook wanneer u uw collega lid maakt, beloont de NMV dit met één van de welkomstgeschenken. Meer informatie over De faire melk vindt u op: www.defairemelk.nl. Geef u op bij het NMV-secretariaat, tel. 0344-655336 of via onze site www.nmv.nu. De NMV-overalls zijn ook te bestellen. Ze kosten 29,- per stuk, de verzendkosten bedragen 7,50. Verkrijgbaar in de maten 50, 52, 54, 56, 58, 60 en 62. De overalls zijn ook te bestellen in kindermaten 116, 128, 134, 140, 158 en 164. De kinderoveralls kosten 35,- per stuk.