Nederlandse Melkveehouders Vakbond

Transcriptie

1 Nederlandse Melkveehouders Vakbond Mening Nederlandse melkveehouders over melkmarkt Resultaten Dronten, 14 september 2009 Prosu BV De Drieslag JZ Dronten Tel Ing. Peter Arkenbout 1

2 Inhoudsopgave Aanleiding Doelstelling en probleemstelling Methode van onderzoek Resultaten 2

3 Aanleiding De Nederlandse Melkveehouders Vakbond (NMV) heeft Prosu Databased Marketing benaderd onderzoek uit te voeren naar de houding van de Nederlandse melkveehouder ten aanzien van de huidige melkmarkt. De resultaten van dit onderzoek staan verwoord in dit rapport. 3

4 Doelstelling en probleemstelling Doelstelling Inzicht krijgen in de mening van de Nederlandse melkveehouder over de melkmarkt, opdat de Nederlandse Melkveehouders Vakbond bij het ondernemen van acties rekening kan houden met de mening van de Nederlandse melkveehouder. Probleemstelling Wat vindt de Nederlandse melkveehouder een gepaste oplossing gezien de problemen op de huidige melkmarkt? 4

5 Methode van onderzoek Methode van onderzoek De data is verkregen door het afnemen van telefonische interviews. De gemiddelde interviewtijd was ongeveer 2,5 minuten. De interviews zijn uitgevoerd van 31 augustus 2009 tot en met 9 september Doelgroep en steekproef Sterk gespecialiseerde melkveehouderijbedrijven (CBS 41) behoren in dit onderzoek tot de doelgroep. Binnen deze doelgroepen zijn 2 subdoelgroepen te onderscheiden: bedrijven met minder dan 70 melkkoeien en bedrijven met 70 of meer melkkoeien. De gerealiseerde steekproef is per subdoelgroep representatief voor Nederland op basis van het aantal melkveebedrijven per provincie. Zo is bijvoorbeeld de verhouding tussen de provincies Gelderland en Flevoland wat betreft het aantal bedrijven in de steekproef gelijk met de verhouding in de werkelijke populatie. Weging De resultaten van de totale netto steekproef zijn representatief voor Nederland door weging op basis van aantallen bedrijven in de subdoelgroepen en provincies. Doelgroep Populatie (aantal bedrijven in Nederland) Geplande steekproef Gerealiseerde netto steekproef Kleine melkveebedrijven (minder dan (53%) melkkoeien) Grote melkveebedrijven (groter dan (47%) melkkoeien) Totaal

6 Respons Bereikte melkveehouders (n = 416) 77% 23% 0% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Meegewerkt (n = 321) Weigering (n = 95) Van alle bereikte melkveehouders heeft 77% zijn of haar medewerking verleend aan het onderzoek. Dit is een responspercentage dat vergelijkbaar is met de responspercentages binnen dezelfde doelgroep. 6

7 Regulering of Liberalisering Welk beleid vindt u het meest passend? (Basis is alle respondenten, n = 321) 70% 60% 50% 40% 0% 59% 53% 45% 45% 37% 11% 9% Minder dan 70 melkkoeien (n = 154) Meer dan 70 melkkoeien (n = 167) Totaal (n = 321) Liberalisering Regulering W eet niet De meerderheid (53%) van de melkveehouders vindt regulering het meest passende beleid. In de groep van bedrijven met 70 of meer melkkoeien kiest men even vaak voor liberalisering als voor regulering. In de groep bedrijven met minder dan 70 melkkoeien kiest men significant vaker voor regulering. De beide groepen bedrijven verschillen hierin in significant. 7

8 Bereidheid minder te produceren Bent u bereid om minder te produceren om de prijs op een kostendekkend niveau te houden? (Basis is alle respondenten, n = 321) 80% 70% 60% 50% 40% 70% 65% 68% 0% 8% 5% Minder dan 70 melkkoeien (n = 154) 70 melkkoeien of meer (n = 167) Totaal (gewogen, n = 321) 25% Ja Nee Weet niet Een ruime meerderheid van de Nederlandse melkveehouder is bereid minder melk te produceren voor een kostendekkende melkprijs. 8

9 Gekozen beleid versus bereidheid minder te produceren Welk beleid vindt u het meest passend? Bent u bereid minder te produceren voor een kostendekkende melkprijs? Ja Nee Weet niet Liberalisering (n = 121) 29% 55% 16% Regulering (n = 166) 92% 5% 2% Weet niet (n = 34) 78% 14% 8% Zoals verwacht mag worden is bijna iedereen (92%) die regulering het meest passende beleid vindt, bereid minder te produceren ten behoeve van een kostendekkende melkprijs. Van de melkveehouders die gekozen hebben voor liberalisering is toch nog 29% bereid minder te produceren. De melkveehouders die nog geen keuze hebben gemaakt voor liberalisering of regulering zijn veelal (78%) bereid minder te produceren. Verder valt op in de groep liberalisering de meest weet niet wordt geantwoord, wanneer gevraagd wordt naar de bereidheid minder te produceren. 9

10 Bekendheid plan European Milk Board Kent u het plan van de European Milk Board (EMB)? (Basis is alle respondenten, n = 321) 90% 80% 70% 60% 50% 40% 69% 81% 75% 0% 29% 18% 24% 3% 1% 2% Minder dan 70 melkkoeien (n = 154) 70 melkkoeien of meer (n = 167) Totaal (gewogen, n = 321) Ja Nee Weet niet Melkveehouders met 70 of meer melkkoeien zijn vaker (81%) op de hoogte van het plan van de EMB dan hun collega s met minder dan 70 melkkoeien (69%) (significant). 10

11 Bereidheid deelname Europese melkleverstop Zou u deelnemen aan Europese melkleverstop? (Basis is alle respondenten, n = 321) 90% 80% 70% 60% 50% 40% 69% 77% 73% 0% 21% 17% 19% 8% 6% Minder dan 70 melkkoeien (n = 154) 70 melkkoeien of meer (n = 167) Totaal (gewogen, n = 321) Ja Nee Weet niet Bijna driekwart van de melkveehouders is op dit moment niet bereid mee te doen aan een melkleverstop. Hierin verschillen de kleinere en grotere bedrijven niet significant van mening. 11

12 Redenen geen deelname melkleverstop Redenen om niet mee te doen aan een melkleverstop (Basis is alle respondenten die niet deelnemen aan melkleverstop, n = 252) 40% 35% 33% 35% 36% 34% 28% 25% 15% 5% 0% 21% 15% 16% 14% 13% 14% 11% 9% 11% 6% 6% 1% 1% 1% Minder dan 70 melkkoeien (n = 113) 70 melkkoeien of meer (n = 139) Totaal (n = 252) Het heeft geen zin, politiek luistert niet Het heeft geen zin weinig deelnemers Financieel niet mogelijk Ik lever aan de spotmarkt Uit principe tegen Melk laten weglopen is zonde Anders Weet niet De redenen om niet mee te doen aan een eventuele melkleverstop zijn divers. Met name de verwachting er te weinig deelnemers zijn wordt het meest genoemd. 12

13 Redenen wel deelname melkleverstop Redenen om wel mee te doen aan een melkleverstop. (Basis is alle respondenten die wel deelnemen aan melkleverstop, n = 76) 60% 50% 40% 0% 52% 49% 46% 39% 39% 32% 24% 21% 19% 16% 3% 14% 2% Minder dan 70 melkkoeien (n = 38) 70 melkkoeien of meer (n = 38) Totaal (n = 76) 17% Ik vecht voor de toekomst van mijn bedrijf, een melkleverstop hoort daarbij Ik ben solidair met collega's Heeft geen zin, w einig deelnemers Ik lever aan de spotmarkt Anders Van de melkveehouders die aangeven eventueel mee te doen aan een melkleverstop is solidariteit met collega s de meest genoemde reden. Opvallend is dat de kleinere bedrijven deze reden het meest noemen. Grotere bedrijven kijken meer vanuit het eigen bedrijf en geven aan voor het eigen bedrijf te vechten. Een melkleverstop hoort daarbij. Een aantal melkveehouder zou wel meedoen aan een melkleverstop maar verwacht geen succes, omdat er te weinig collega s mee zullen doen. 13

14 Lidmaatschap belangenorganisatie Van welke belangenorganisatie bent u lid? (Basis alle respondenten, n = 321) 70% 60% 50% 40% 58% 63% 60% 0% 35% 31% 27% 24% 19% 21% 3% 1% 2% Minder dan 70 melkkoeien (n = 154) Meer dan 70 melkkoeien (n = 167) Totaal (n = 321) LTO NMV/DDB Geen lid Weet niet Van de ondervraagde melkveehouders zegt 60% lid te zijn van de LTO en 31% lid van de NMV of DDB. 21% van de melkveehouders hebben geen lidmaatschap bij een belangenorganisatie. Enkele (14%) van de melkveehouders zijn lid van meerdere belangenorganisaties. 14