Deze toets bestaat uit 3 opgaven (34 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes!

Vergelijkbare documenten
NATUURKUNDE 8 29/04/2011 KLAS 5 INHAALPROEFWERK HOOFDSTUK

NATUURKUNDE KLAS 5. PROEFWERK H8 JUNI 2010 Gebruik eigen rekenmachine en BINAS toegestaan. Totaal 29 p

OOFDSTUK 8 9/1/2009. Deze toets bestaat uit 3 opgaven (31 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes!

oefen vt vwo5 h6 Elektromagnetisme Opgaven en uitwerkingen vind je op Oefen vt vwo5 h6 Elektromagnetisme Opgave 1.

Opgave 1. Voor de grootte van de magnetische veldsterkte in de spoel geldt: = l

Mkv Magnetisme. Vraag 1 Twee lange, rechte stroomvoerende geleiders zijn opgehangen in hetzelfde verticale vlak, op een afstand d van elkaar.

Deeltoets II E&M & juni 2016 Velden en elektromagnetisme

Repetitie magnetisme voor 3HAVO (opgavenblad met waar/niet waar vragen)

Hoofdstuk 6: Elektromagnetisme

Eindexamen natuurkunde havo I

Opgave 5 Een verwarmingselement heeft een weerstand van 14,0 Ω en is opgenomen in de schakeling van figuur 3.

Examen HAVO en VHBO. Natuurkunde

Elektro-magnetisme Q B Q A

. Vermeld je naam op elke pagina.

We willen dat de magnetische inductie in het punt K gelijk aan rul zou worden. Daartoe moet men door de draad AB een stroom sturen die gelijk is aan

Opgave 1 Nieuw element Vwo Natuurkunde 1, I. Opgave 3

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (8N010)

Oplossing examenoefening 2 :

Begripsvragen: Elektrisch veld

Newton - HAVO. Elektromagnetisme. Samenvatting

Hoofdstuk 29 Electromagnetische Inductie en de wet van Faraday. Copyright 2009 Pearson Education, Inc.

Tentamen Natuurkunde I Herkansing uur uur donderdag 7 juli 2005 Docent Drs.J.B. Vrijdaghs

Uitwerkingen opgaven hoofdstuk Het magnetisch veld

TENTAMEN NATUURKUNDE

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME


Tentamen Fysica: Elektriciteit en Magnetisme (MNW en SBI)

Vraag Antwoord Scores. methode 1 Omdat de luchtweerstand verwaarloosd wordt, geldt: v( t) = gt. ( ) ( ) 2

Vak: Elektromagnetisme ELK Docent: ir. P.den Ouden nov 2005

VWO Module EM. Elektromagnetisme

3.1 Magneten en elektromagneten

1 Overzicht theorievragen

Hoofdstuk 12 Elektrische velden. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

NATUURKUNDE. Figuur 1

Vragenlijst MAGNETISME. Universiteit Twente Faculteit Gedragswetenschappen

Examen VWO. tijdvak 1 vrijdag 20 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

VLAKKE PLAATCONDENSATOR

Hoofdstuk 13 Magnetische velden. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Eindexamen vwo natuurkunde pilot 2014-II

In een U-vormige buis bevinden zich drie verschillende, niet mengbare vloeistoffen met dichtheden ρ1, ρ2 en ρ3. De hoogte h1 = 10 cm en h3 = 15 cm.

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Vrijdag 27 mei totale examentijd 3 uur

-0,20,0 0,5 1,0 1,5 0,4 0,2. v in m/s -0,4-0,6

Opgave 3 Staafmagneten, hoefijzermagneten, naaldmagneten en schijfmagneten.

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2016 TOETS APRIL :15 12:15 uur

Eindexamen natuurkunde 1-2 vwo 2005-I

- KLAS 5. a) Bereken de hellingshoek met de horizontaal. (2p) Heb je bij a) geen antwoord gevonden, reken dan verder met een hellingshoek van 15.

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2014 TOETS APRIL uur

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (3D020)

Eindronde Natuurkunde Olympiade 2014 theorietoets deel 1

Opgave: Deeltjesversnellers

-Zoek de eventuele benodigde gegevens op in het tabellenboek. -De moeilijkere opgaven hebben een rood opgavenummer.

Hoofdstuk 12 Elektrische velden. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Opgave 3 Staafmagneten, hoefijzermagneten, naaldmagneten en schijfmagneten.

natuurkunde bezem vwo 2016-I

1.3 Transformator Werking van een dynamo

Woensdag 21 mei, uur

1. Een karretje op een rail

TENTAMEN NATUURKUNDE

Examen VWO. natuurkunde. tijdvak 2 woensdag 22 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Havo 5 oefen et

Schriftelijk examen: theorie en oefeningen Fysica: elektromagnetisme

Tentamen Natuurkunde A uur uur woensdag 10 januari 2007 Docent Drs.J.B. Vrijdaghs. Vul Uw gegevens op het deelnameformulier in

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (8N010)

Schriftelijk examen 2e Ba Biologie Fysica: elektromagnetisme

RBEID 16/5/2011. Een rond voorwerp met een massa van 3,5 kg hangt stil aan twee touwtjes (zie bijlage figuur 2).

Vrijdag 19 augustus, uur

Woensdag 24 mei, uur

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 4

Eindexamen vwo natuurkunde I

Eindexamen natuurkunde 1-2 vwo 2004-II

TENTAMEN NATUURKUNDE

Maandag 15 juni, uur

Tentamen E&M 25 Juni 2012

Hoofdstuk 27 Magnetisme. Copyright 2009 Pearson Education, Inc.

7 Elektriciteit en magnetisme.

Theorie Stroomtransformatoren. Tjepco Vrieswijk Hamermolen Ugchelen, 22 november 2011

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (8N010)

Examen HAVO - Compex. natuurkunde 1,2

Lees dit voorblad goed! Trek op alle blaadjes kantlijnen

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Elektromagnetisme. 4 november Brenda Casteleyn, PhD

Extra College; Technieken, Instrumenten en Concepten

Eindronde Natuurkunde Olympiade 2015 theorietoets deel 1

Magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek (1)

EXAMEN HOGER ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1973 NATUURKUNDE. Vrijdag 25 mei, uur

b. Bereken de vervangingsweerstand RV. c. Bereken de stroomsterkte door de apparaten.

7 College 01/12: Electrische velden, Wet van Gauss

Eindronde Natuurkunde Olympiade 2018 theorietoets deel 1

Leerstof: Hoofdstukken 1, 2, 4, 9 en 10. Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk. Let op dat je alle vragen beantwoordt.

Oefeningenexamen Fysica 2 1ste zit

Eindexamen natuurkunde pilot vwo II

Vraag Antwoord Scores

Eindexamen natuurkunde pilot vwo II

Eindexamen vwo natuurkunde 2013-I

toelatingsexamen-geneeskunde.be

Dit examen bestaat uit 11 opgaven Bijlage: 1 antwoordblad

Tentamen. Elektriciteit en Magnetisme 1. Woensdag 22 juni :00-12:00. Schrijf op elk vel uw naam en studentnummer. Schrijf leesbaar.

Eindexamen natuurkunde 1 vwo 2004-II

Lees dit voorblad goed! Trek op alle blaadjes kantlijnen

Opgave 1 Millenniumbrug

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2018 TOETS 1

Transcriptie:

NATUURKUNDE KLAS 5 PROEFWERK HOOFDSTUK OOFDSTUK 8 03/05/2010 Deze toets bestaat uit 3 opgaven (34 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes! Opgave 1: Eerste elektromotor (2p + 3p + 2p + 3p) In 1821 presenteerde de Engelsman Michael Faraday de allereerste elektromotor. Bijgaande figuur toont het principe. Door een vertikaal opgestelde spoel met een lengte van 3,0 cm sturen we een stroom van 0,5 A. In de kring is een metalen schijf met sleepcontacten opgenomen. a) Bepaal de richting van het magneetveld B met duidelijke tekening en uitleg. b) Bereken de grootte van het magneetveld B, als we lucht op de plaats van de spoelkern hebben. c) Leg met een duidelijk schema van relevante vectoren uit in welke richting de schijf gaat draaien d) Leg uit met welke factor de lorentzkracht op de schijf toeneemt als de stroomsterkte driemaal zo groot wordt. Opgave 2: Zweven (3p + 3p + 2p + 5p) Een formule voor de elektrische veldsterkte tussen twee metalen platen is U = d met U de spanning tussen de platen (in V) en d de afstand tussen de platen (in m). Tussen twee horizontale metalen platen (onderlinge afstand 5,0 cm) heerst een homogeen elektrisch veld met veldsterkte 5,0 10 9 V/m. Daarbij lopen de veldlijnen verticaal van boven naar beneden. Een oliedruppeltje met een massa van 18,0 mg blijkt in dit veld te blijven zweven. a) Beredeneer of het oliedruppeltje positief of negatief geladen is. Maak hiertoe eerst een schets van de situatie waarin je de krachten aangeeft die op het druppeltje werken. b) Bereken de grootte van de lading op het oliedruppeltje. We vervangen nu het oliedruppeltje door een even zwaar druppeltje met tegenovergestelde lading en laten het net onder de bovenste plaat los. c) Bereken de spanning tussen de twee platen. d) Bereken de snelheid waarmee het druppeltje de onderste plaat bereikt. Heb je bij onderdeel b en/of c geen antwoord gevonden, neem dan een lading van 5,0 10-14 C en/of een spanning van 2,0 10 8 V.

Opgave 3: Stuwmotor (2p + 2p + 3p + 4p) De Yamato 1 is een zeeschip zonder schroef. Het schip wordt voortgestuwd door de lorentzkracht. In figuur 2a is een doorsnede van het schip afgebeeld. a) b) stuwmotor Figuur 2: a) Doorsnede van de boot b) Een Figuur 3: De binnenkant van de stuwmotor De aandrijfmotor van het schip bevat zes stuwbuizen. Figuur 2b is een opengewerkte tekening van zo'n stuwbuis. De stuwbuizen zijn aan de voor- en achterkant open. Het zeewater kan vrij in en uit de stuwbuis stromen. In elke buis zitten twee identieke metalen platen A en B. Er bevindt zich dus zeewater tussen de platen in de buis. Op de platen A en B is een spanningsbron aangesloten die een constante spanning levert. Zie figuur 3. Omdat zeewater een (matige) geleider is, gaat er een stroom lopen tussen plaat A en plaat B. Van plaat A naar plaat B gaat een stroom lopen van 4,0 ka. De afmetingen van de platen zijn aangegeven in figuur 4 (25 cm x 180 cm). De afstand tussen de platen is 20 cm. In de hele ruimte tussen de platen wordt een homogeen magnetisch veld aangelegd. Het veld is van boven naar beneden gericht. Dit is in figuur 4 met grote pijlen aangegeven.

Figuur 4: Richting van het magnetische veld a) Leg uit hoe de lorentzkracht gericht is. Schrijf als uitleg duidelijk op je blaadje in welke richting de andere grootheden werken en welke regel je hebt gebrukt. b) Leg uit hoe de boot gaat bewegen: in de richting van de lorentzkracht, in tegenovergestelde richting van de lorentzkracht of loodrecht op de lorentzkracht? De grootte van de magnetische inductie is 3,9 T. c) Bereken de grootte van de lorentzkracht die opgewekt wordt in één buis. Het magnetische veld tussen de platen wordt opgewekt door spoelen die zich aan zowel de bovenkant als de onderkant van de platen bevinden. De spoelen zijn zodanig opgesteld dat elk paar spoelen (boven en onder de platen) samen een veld van 3,9 T opwekken tussen deze spoelen. In figuur 5 is zo n paar spoelen (S 1 en S 2 ) als black box weergegeven, met daartussen het gedeelte van de platen waar de spoelen op werken. Elke spoel is 30 cm lang en heeft 2000 windingen. Ook is elke spoel voorzien van een weekijzeren kern die het veld van de spoel 40 maal versterkt. Verder is de afstand van de spoelen tot de platen verwaarloosbaar klein, zodat je mag aannemen dat het veld van een spoel rondom deze spoel hetzelfde is als het veld ín de spoel. d) Bereken de elektrische stroomsterkte in de spoelen. EINDE S 1 B S 2 Figuur 5: Spoelen

UITWERKING 1 uit Biezeveld en Mathot: Scoop, Natuurkunde voor de bovenbouw 4/5 vwo, 1994, p 226 1a) 2p - richting stroom in tekening - rechterhandregel of kurketrekker: B naar beneden 1b) 3p - 5 windingen en mu_0 opzoeken - B = mu_0 NI/l gebruiken - 1,257 x 10^-6 x 5 x 0,5 / 0,03 = 1,0 10^-4 T completeren 1c) 2p - consequent B en I tekenen - consequente conclusie F_lor (LHR of kurketrekker, gebruik pijlstaart/punt) uit papier, draaiing met klok mee van boven gezien 1d) 3p - B = mu_0 NI/l evenredig met I - F = B i l - conclusie F evenredig met I^2, dus 3^2 = 9x groter 2a) 3p Tekening met F z en F e, even groot, F z omlaag, F e omhoog Veld naar beneden: bovenste plaat positief F e naar boven, dus druppeltje negatief 2b) 3p F z = m g = 18,0 10-6 kg 9,81 = 1,77.10-4 N E = F e/q q = F e/e en F e = F z = 1,77 10-4 N q = 1,77 10-4 /5,0 10 9 = 3,5 10-14 C 2c) 2p U = E d = 5,0 10 9 0,050 = 2,5 10 8 V (2p) 2d) 5p Bovenin: E z en E e, onderin: E k, dus ΔE z + ΔE e = ΔE k ΔE z = mgh = 18,0 10-6 9,81 0,05 = 8,83 10-6 J ΔE e = q U = 3,5 10-14 2,5 10 8 = 8,83 10-6 J (moeten uiteraard gelijk zijn, want in vorige situatie was er evenwicht ) ΔE k = 1,77 10-5 J ½ mv 2 = 1,77 10-5 J ½ 18,0 10-6 v2 = 1,77 10-5 v 2 = 1,96 v = 1,4 m/s (Zonder E z kom je op 1,4/wortel(2) = 1,0 m/s uit max. 3 punten) 3a) 2p B naar beneden, stroom van + naar (= naar achteren), LH-regel Dus: F L naar links. 3b) 2p lorentzkracht op water naar links water wordt naar links geduwd Dus boot precies de andere kant op zet af op het water 3c) 3p lengte van draad water in veld = 20 cm = 0,20 m F L = B.I l = 3,9 4 10 3 0,20 = 3,1 kn 3d) 4p Elke spoel levert helft van veld, dus 1,95 T Voor spoel zonder kern geldt dan B=1,95/40=0,04875 T Met N=2000 en l= 0,30 m volgt dan: I = 0,04875 0,30/(4 PI E-7 2000)= 5,8 A (2p)

Het wordt nu dus: 1) 10 punten, 2) 13 punten, 3) 11 punten, Totaal 34 punten