Stichting Fondsenbeheer Spoorwegmuseum Jaarrapport 2017
Inhoudsopgave Pagina Verslag van het bestuur 2 Doelstelling van de Stichting 2 Economie en financiële markten 2 Beleggingsbeleid Portefeuille 2 Stortingen en onttrekkingen 3 Jaarrekening 5 Balans per 31 december 2017 6 Winst-en-verliesrekening over 2017 7 Grondslagen voor de waardering en de resultaatbepaling 8 Toelichting op de balans per 31 december 2017 9 Toelichting op de winst-en-verliesrekening over 2017 11 1
Verslag van het bestuur Doelstelling van de Stichting Door het toenmalig geheten Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur werd in 1988 een afkoopsom verstrekt aan de Stichting Fondsenbeheer Spoorwegmuseum (SFSM) in verband met de beeindiging van de jaarlijkse subsidiëring van het Nederlands Spoorwegmuseum. SFSM heeft ten doel het beleggingsbeleid en het beleggingsbeheer ten aanzien van deze afkoopsom vast te stellen en uit te voeren, alsmede ten aanzien van alle andere fondsen die aan SFSM ten behoeve van het Spoorwegmuseum ten deel zouden vallen. De gerealiseerde beleggingsopbrengsten dienen uitsluitend gebruikt te worden voor uitkeringen aan het Spoorwegmuseum voor het in stand houden en het optimaal doen functioneren van het museum. Economie en financiële markten Het jaar 2017 was een jaar waarin de ontwikkelde economieën een robuuste groei lieten zien. Het Bruto Binnenlands Product (BBP) van de Verenigde Staten (VS) groeide met 2,5%. In de Eurozone groeide het BBP met 2,7%, waarbij de groei door de Eurozonelanden redelijk breed werd gedragen. Naast de economische groei bleven ook de centrale banken hun stempel op de financiële markten drukken. De Fed verhoogde, ondanks de achterblijvende inflatie, de rente drie keer met 0,25% op basis van de sterke economische groei en sterke werkgelegenheidscijfers. Daarnaast begon de Fed met afbouwen van de balans, die sinds het uitbreken van de financiële crisis significant was gegroeid. De ECB (Eurozone) verhoogde de rente niet, ondanks de aantrekkende economische groei die plaatsvond. Een achterblijvende inflatie en de economische groei - die in deze regio nog broos was - waren de redenen voor de ECB om terughoudend te zijn met monetaire verkrapping. De ECB lijkt september 2018 aan te gaan kondigen om het stimuleringsprogramma versneld af te gaan bouwen en op termijn de rente te gaan verhogen. De Amerikaanse S&P 500 liet, zoals in 2016, wederom een positief rendement zien en steeg 19,4%. Ook in Europa waren de rendementen weer goed met 12,5%. In de VS bleef de tienjaarsrente onveranderd op 2,4%. De Duitse tienjaarsrente steeg van 0,2% primo 2017 naar 0,4% ultimo 2017. Beleggingsbeleid Portefeuille De portefeuille behaalde in 2017 een rendement van 4,5%. Het rendement op de aandelenportefeuille bedroeg 13,0% en op de obligatieportefeuille werd een rendement van 0,5% behaald. Mandaat voor de vermogensbeheerder Portefeuille De benchmarkweging van aandelen bedraagt 33% en die van vastrentende waarden 67% onderverdeeld naar 31% staatsobligaties en 36% bedrijfsobligaties. Hierbij gelden bandbreedtes van 0% tot 40% voor aandelen en 60% tot 100% voor vastrentende waarden. Maximaal 1,5 miljoen wordt aangehouden op de Rabobank spaarrekening. De wegingen en bandbreedtes voor aandelen, obligaties en de liquiditeiten Kasbank worden berekend op basis van de portefeuille exclusief de Rabobank spaarrekening. 2
Kenmerken mandaat Mandaat Bandbreedte Aandelen 33% 0%-40% Vastrentende waarden 67% 60%-100% Staatsobligaties 31% 25%-100% Bedrijfsobligaties 36% 0%-40% Liquiditeiten Kasbank 0% 0%-5% Totaal exclusief spaarrekening Rabobank 100% Spaarrekening Rabobank *) n.v.t. Maximaal 1,5 miljoen *) De verantwoordelijkheid van de Rabobank spaarrekening valt onder het bestuur, dat wil zeggen niet onder het mandaat van de vermogensbeheerder. Aandelen De aandelenportefeuille is belegd in euro genoteerde aandelen die onderdeel uitmaken van de MSCI EMU. Dit is tevens de benchmark. Het bestuur beslist in specifieke gevallen als hiervan wordt afgeweken. Buiten de benchmark mag worden belegd in Shell. Er worden goedlopende ondernemingen gekozen die waarde creëren op de lange termijn. De portefeuille bestaat uit ongeveer 25 namen. Vastrentende waarden Staatsobligatieportefeuille wordt belegd in staatsobligaties genoteerd in euro s en uitgegeven door landen die deelnemen aan de Europese Monetaire Unie. Er mag gezamenlijk maximaal 15% van de staatsobligatieportefeuille belegd worden in Spanje en Italië. Daarnaast mag maximaal 15% belegd worden in Ierland. Er mag niet belegd worden in staatsobligaties van Portugal en Griekenland. Tot staatsobligaties worden ook gerekend obligaties uitgegeven door supranationale instellingen met minimaal een AA rating. Bedrijfsobligaties worden belegd in bedrijven die een hoofdzetel in één van de eurolanden hebben. Er mag niet belegd worden in bedrijfsobligaties uitgegeven door Portugese, Italiaanse, Ierse, Griekse en Spaanse bedrijven. Zolang er vermogen staat op de Rabobank spaarrekening wordt niet belegd in Rabobank obligaties. De minimale omvang van de lening is 500 miljoen. De obligaties dienen een minimale kredietwaardigheid van A te hebben. Bij de selectie van obligaties wordt rekening gehouden met de kredietwaardigheid op de lange termijn. De maximale looptijd is 10 jaar. De benchmark is de Merrill Lynch euro government exclusief PIIGS, alle looptijden langer dan 1 jaar. Duratie De rente ligt momenteel op een historisch laag niveau. De duratie van de obligatieportefeuille is daarom (tijdelijk) verlaagd naar ongeveer 4 à 4,5. Als de rente is gestegen zal het bestuur beoordelen of de duratie wordt opgehoogd. Gebruik benchmarks De rendementen van SFSM worden indicatief vergeleken met een benchmark. Het is geen doel op zich om een hoger rendement dan de benchmark te behalen. Doel is een goed rendement op de lange termijn. Spaarrekening Rabobank Zolang de rentes laag zijn, wordt maximaal 1,5 miljoen aangehouden op de Rabobank spaarrekening. Als de rente is gestegen wordt het gebruik van de spaarrekening door het bestuur opnieuw beoordeeld. Stortingen en onttrekkingen Stortingen De NS Groep NV heeft in 2017 een storting naar SFSM gedaan van 1,0 miljoen. ProRail BV heeft in 2017 een storting gedaan van 750.000. 3
Onttrekkingen In 2017 is in totaal 1.750.000,- overgemaakt van SFSM naar het Spoorwegmuseum. Dit ter financiering van de exploitatiekosten en incidentele investeringen. In 2016 was 242.178 uitgekeerd als exploitatiebijdrage voor 2016, maar is achteraf niet nodig gebleken. Dit bedrag is daarom als exploitatiebijdrage voor 2017 verantwoord. Er is een bedrag van 684.799 gereserveerd als exploitatiebijdrage voor 2017, die in de loop van 2018 zal worden overgemaakt naar het Spoorwegmuseum. 4
Jaarrekening 5
Balans per 31 december 2017 (bedragen in euro's) Activa *) 31-12-2017 31-12-2016 Beleggingen (1) 8.860.498 9.630.061 Overlopende activa (2) 0 242.178 Liquide middelen (3) 1.385.292 236.158 Totaal activa 10.245.790 10.108.397 Passiva Eigen vermogen (4) 9.546.861 10.093.648 Kortlopende schulden (5) 698.929 14.749 Totaal passiva 10.245.790 10.108.397 *) De nummering verwijst naar de toelichting 6
Winst-en-verliesrekening over 2017 (bedragen in euro's) 2017 2016 Inkomsten uit beleggingen Interest (6) 173.906 180.066 Dividenden (7) 67.279 64.005 241.185 244.071 Beleggingsresultaten Beleggingsresultaten obligaties -150.345-21.733 Beleggingsresultaten aandelen 320.725 74.672 170.380 52.939 Lasten Kosten inzake effecten (8) -31.193-31.498 Overige kosten (9) -182 0 Resultaat 380.190 265.512 7
Grondslagen voor de waardering en de resultaatbepaling Beleggingen Aandelen zijn gewaardeerd op actuele waarde, zijnde de beurskoers per balansdatum. Obligaties zijn gewaardeerd op actuele waarde, waarbij de opgelopen rente onderdeel uitmaakt van de waardering. Overige activa en passiva De overige activa en passiva zijn gewaardeerd op nominale waarde. Inkomsten uit beleggingen De inkomsten uit beleggingen betreffen de aan het verslagjaar toe te rekenen opbrengsten van de beleggingen. Ten aanzien van dividenden is uitsluitend het in het verslagjaar ter beschikking gestelde dividend als opbrengst verantwoord. Beleggingsresultaten Verschillen tussen de beurswaarde aan het begin van het boekjaar respectievelijk de aankoopwaarde in het verslagjaar en beurswaarde aan het eind van het verslagjaar respectievelijk de verkoopwaarde zijn verantwoord onder beleggingsresultaten. Overige baten en lasten De overige baten en lasten zijn opgenomen voor de aan het verslagjaar toe te rekenen bedragen. 8
Toelichting op de balans per 31 december 2017 (bedragen in euro s ) (1) Beleggingen Beleggingen 31-12-2017 31-12-2016 De beleggingen bestaan uit: Obligaties 5.591.542 6.562.368 Aandelen 3.268.956 3.067.693 8.860.498 9.630.061 De nominale waarde van de obligaties bedraagt per 31 december 2017 5.035.000 en per 31 december 2016 5.652.899. De mutaties in de beleggingen zijn als volgt: 2017 2016 Obligaties Balans per 1 januari 6.562.368 6.547.963 Aankopen 786.366 1.122.494 Verkopen/aflossingen -1.606.847-1.086.356 Beleggingsresultaat en mutatie opgelopen rente -150.345-21.733 Stand per 31 december 5.591.542 6.562.368 Aandelen Balans per 1 januari 3.067.693 2.983.631 Aankopen 3.179 24.024 Verkopen -122.641-14.633 Beleggingsresultaat 320.725 74.671 Stand per 31 december 3.268.956 3.067.693 (2) Overlopende activa 31-12-2017 31-12-2016 Vooruit betaalde bedragen 0 242.178 (3) Liquide middelen 31-12-2017 31-12-2016 Rekening-courant Kasbank 35.426 236.158 Rekening-courant Rabobank 4.866 0 Rabobank Sparen 1.345.000 0 1.385.292 236.158 De liquide middelen staan ter vrije beschikking van de Stichting. 9
4) Eigen vermogen Het eigen vermogen muteerde als volgt: 2017 2016 Balans per 1 januari 10.093.648 9.660.958 Stortingen 1.750.000 2.550.000 Onttrekkingen -2.676.977-2.382.822 Resultaat boekjaar 380.190 265.512 Balans per 31 december 9.546.861 10.093.648 De onttrekking betreft de bijdrage in de exploitatiekosten 2017. (5) Kortlopende schulden 31-12-2017 31-12-2016 Te betalen onttrekkingen 684.799 0 Nog te betalen kosten effectentransacties 13.726 14.749 Nog te betalen overig 402 0 698.929 14.749 Te betalen onttrekkingen betreft de gereserveerde bedrag van 684.799 als exploitatiebijdrage voor 2017. De nog te betalen kosten betreft de vergoeding voor vermogensbeheer over het derde en vierde kwartaal 2017 die aan SPF Beheer BV verschuldigd is. 10
Toelichting op de winst-en-verliesrekening over 2017 (bedragen in euro s) (6) Interest De post interest betreft: 2017 2016 Obligaties 174.633 180.655 Rekening-courant -727-589 173.906 180.066 Betreft in het verslagjaar ontvangen interest. (7) Dividenden De post dividenden betreft: 2017 2016 Aandelen 67.279 64.005 67.279 64.005 De dividenden betreffen in het verslagjaar ontvangen bedragen. (8) Kosten inzake effecten 2017 2016 Vermogensbeheerkosten -27.697-29.394 Overig -3.496-2.104-31.193-31.498 De overige kosten betreffen met name bankkosten. (9) Overige kosten 2017 2016 Overig -182 0-182 0 11
Utrecht, 8 juni 2018 Het bestuur, drs. M.R. Andringa ir. P.E.M. Buck drs. B.A.J. Hendriks drs. R.P. Klein Wassink 12