COACHEN EN TRAINEN Korte weergave Geschreven door: Freek Verbeet Body2Coach
1. Wat is coaching? In mijn eigen nieuwe boek, waar ik nog mee bezig ben, schrijf ik over coaching. Door middel van verschillende visies te bestuderen ben ik tot de conclusie gekomen dat de volgende definitie het beste past bij coaching in de fitness/sportbranche (Nederlandse orde van Beroeps coaches NOBCO, 2004): Coaching is een gestructureerd en doelgericht proces, waarbij de coach op interactieve wijze de gecoachte aanzet tot effectief gedrag Je wil namelijk een sporter of groep sporters van A naar B brengen, maar hoe doe je dat? Dat gebeurt door middel van coaching en natuurlijk de juiste trainingen. Hierover lees je straks meer in mijn eigen boek.
2. Verschil coaching en training Je ziet vaak trainers die veel van trainingsleer en anatomie afweten, maar drastisch weinig van coaching. Natuurlijk zit hier een groot verschil in, namelijk: Coaching: Coaching is een interactief leerproces dat zich richt op gedragsverandering van de klant om effectief gedrag te stimuleren. - Welke vragen ga ik stellen om informatie te krijgen? - Hoe benader ik de sporter(s) het beste? - Waarom wekt deze leerstijl een frustratie op bij de sporter(s)? - Waarom heeft hij/zij last van bepaalde knelpunten? - Welke cues werken het beste bij de sporter(s)? Training: de (trainings)middelen die je gebruikt om een sporter van A naar B te brengen - Trainingsschema s - Periodisering - Trainingsdagen zelf - Trainingsmaterialen - Lesvoorbereidingsformulieren (gedeeltelijk ook coaching) De één spitst zich op het gedrag en het andere is een middel om een sportdoelstelling te realiseren. Hier ontdek je dat beide wel degelijk verschillen van elkaar! Dit beschrijf ik ook weer meer in mijn eigen boek.
3. Welke tips of adviezen geef je mij? Ik vind een aantal punten bij een goede coach belangrijk om mee te beginnen: 1. Je positie tijdens een verhaal Hoe je staat of zit tegenover een sporter is essentieel. Je moet continu in zicht staan of zitten. Hierdoor kan je oogcontact met de sporter maken, waardoor hij/zij ziet dat je geïnteresseerd bent. 2. Hoe kijk jij naar een oefening? Als een sporter een oefening uitvoert, waarom sta je dan achter je sporter? Probeer een betere positie te vinden voor jezelf, waar je de sporter ziet en hij/zij jou. Ik vind de positie van 45 graden (voorkant) ten opzichte van de sporter een fijne positie. Dat verschilt ook weer per oefening. 3. Hoe vertel jij jouw verhaal? Vertel je in één toonsoort jouw hele verhaal of gebruik je intonaties? Het gebruik van verschillende toonsoorten en non-verbale communicatie zorgt ervoor dat jouw sporter geconcentreerder blijft. Zorg ervoor dat jouw sporter alle tips en cues overneemt. Zoals je als trainer weet: elke kleine verbetering is toch weer een stap verder naar succes! 4. Stel je de juiste vragen? Gesprekstechnieken worden niet voor niets geoefend door professionals. Het gebruik van deze technieken (metaforen, open- en gesloten vragen, et cetera) zorgen ervoor dat je meer informatie uit je sporters haalt voor je beginsituatie. Hoe meer informatie, hoe beter je een sporter kan helpen. Zo simpel is het. De voorbeeldvragen beschrijf ik kort in mijn boek, omdat je hierin je eigen pad moet vinden. 5. Gebruik je humor? Het gebruik van humor is belangrijk in jouw verhaal als trainer. Wanneer je alleen maar serieus bent in je trainingen, zal je ook veel potentiële sporters verliezen. Probeer een stijl van humor te vinden, waarin je jezelf het beste voelt. Dan zorgt dat voor ijsbrekers en meer vertrouwen bij je sporter. 6. Pas je jouw stemgebruik aan naar de situatie? Wanneer een sporter een rustig persoon is: ga je dan hard praten of juist zacht? Level je mee met je sporter of blijf je op jouw eigen niveau werken? Deze tip zal ik verder beschrijven in mijn boek. 7. Praat je niet teveel? Veel trainers weten veel en praten daarom ook veel. Draai de rollen eens om en stel je voor dat je een leek bent in je vakgebied. Je krijgt een trainer en die vertelt jou urenlang theorieën over voeding en beweging. Hoeveel onthoud je nu daadwerkelijk? Als je de vraag met niet veel beantwoordt, dan zit je goed. Veel informatie gaat verloren en je onthoudt alleen punten die dicht bij je staan. Probeer daarom alleen de kernpunten te benoemen en die van toepassing zijn op jouw sporters niveau. Een beginner heeft drie (beginner)cues nodig bij een
beweging, maar een gevorderde sporter maar één of twee die net de oefening beter maken. Waarschijnlijk heeft de gevorderde sporter meer een oh ja moment, omdat hij de cues al eerder heeft gehoord. Dit is slechts een handjevol van de tips en adviezen die in mijn boek terugkomen. Door middel van dit document hoop ik je aan het denken te hebben gezet, zodat je niet alleen gaat richten op trainen, maar ook op coachen. Heel veel succes! Groeten, Freek Verbeet Body2Coach