Sectoraal comité van het Rijksregister

Vergelijkbare documenten
Gelet op de aanvraag van het Belgische Rode Kruis ontvangen op 11/10/2011;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het comité");

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het Comité");

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Sectoraal comité van het Rijksregister

Gelet op de aanvraag van het Parlement van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ontvangen op 15/10/2013;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het Comité");

Het Sectoraal comité van het Rijksregister (hierna "het Comité");

Gelet op de aanvraag van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Kind en Gezin ontvangen op 04/02/2011;

Gelet op de aanvraag van het Instituut voor Gerechtelijke Opleiding ontvangen op 15/03/2012;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Gelet op de aanvraag van de FOD Mobiliteit en Vervoer ontvangen op 03/11/2011;

Gelet op de aanvraag van het Agentschap Ondernemen, afdeling Inspectie Economie, ontvangen op 13/07/2009;

Gelet op de bijkomende informatie ontvangen op 11/06/2009 en 13/07/2009;

Gelet op de aanvraag van het Vlaams Subsidieagentschap voor Werk en Sociale Economie ontvangen op 25/10/2011;

Gelet op de aanvraag van het Agentschap Inspectie RWO ontvangen op 12/09/2011;

Gelet op de aanvraag van de Orde van Vlaamse Balies, ontvangen op 31/07/2015;

Gelet op de aanvraag van het Vlaams Woningfonds van de Grote Gezinnen cvba ontvangen op 27/06/2011;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het comité");

BERAADSLAGING RR Nr 27 / 2007 van 12 september 2007

Gelet op de aanvraag van de Chef Defensie ontvangen op 23/08/2010; Gelet op de bijkomende informatie ontvangen op 16 en 24/11/2010;

Gelet op de aanvraag van de Naamloze Vennootschap van Publiek Recht Bpost ontvangen op 11/08/2011;

BERAADSLAGING RR Nr 25 / 2007 VAN 18 JULI 2007

Gelet op de aanvraag van de Vlaamse Toezichtcommissie (ten behoeve van Vlabel) ontvangen op 21/01/2014;

Brussel, De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister (hierna "het Comité");

BERAADSLAGING RR Nr 26 / 2007 van 12 september 2007

Gelet op de aanvraag van de Vlaamse Landmaatschappij ontvangen op 03/11/2011;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister (hierna "het Comité");

Gelet op de aanvraag van het Agentschap Ondernemen - Afdeling Economisch Ondersteuningsbeleid van de Vlaamse Overheid ontvangen op 19/10/2011;

Brussel, COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER BERAADSLAGING RR Nr 52 / 2005 van 21 december 2005

Gelet op de aanvraag van de provincie Luik ontvangen op 11/02/2013;

voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme (RN/MA/2010/130)

Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het Comité");

Gelet op de aanvullende informatie ontvangen op 18 april 2017, 8 juni 2017, 26 en 28 september 2017;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het Comité");

Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het Comité");

Gelet op de aanvraag van de FOD Mobiliteit en Vervoer ontvangen op 14/07/2011; Gelet op de bijkomende informatie ontvangen op 20 oktober 2011;

Sectoraal comité van het Rijksregister

Gelet op de aanvraag van het Vlaams Agentschap Kind en Gezin ontvangen op 16 mei 2017;

Gelet op de aanvraag van de Vlaamse Vervoersmaatschappij De Lijn, ontvangen op 14/07/2014;

Gelet op de aanvraag van het Vlaams Energieagentschap ontvangen op 18/08/2017;

Gelet op de bijkomende informatie, ontvangen op 18 mei, 5 en 9 juni 2015;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Brussel, De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

Sectoraal comité van het Rijksregister

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Gelet op de aanvraag van het extern verzelfstandigd agentschap Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen ontvangen op 06/06/2011;

BERAADSLAGING RR Nr 12 / 2006 van 24 mei 2006

Betreft: aanvraag van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid tot uitbreiding van beraadslagingen nrs. 36/2008 en 01/2009 (RN/MA/2011/303)

Gelet op de aanvraag van het Vlaams Agentschap voor Kwaliteitszorg in Onderwijs en Vorming (AKOV) ontvangen op 15/06/2011;

Gelet op de aanvraag van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid ontvangen op 28/07/2010;

Gelet op de aanvraag van het Universitair Medisch Centrum Sint-Pieter ontvangen op 28/10/2013;

Gelet op de aanvraag van Eandis System Operator cvba, ontvangen op 04/05/2016;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister (hierna "het Comité");

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Gelet op de aanvraag van het technisch en juridisch advies gericht aan de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken op 11/01/2013;

Sectoraal comité van het Rijksregister

Gelet op de aanvraag van het Autonoom Provinciebedrijf Provinciaal Onderwijs Antwerpen, ontvangen op 15/01/2014;

Betreft: aanvraag van de FOD Justitie om het Rijksregisternummer te gebruiken met het oog op het e-deposit pilootproject (RN-MA )

Gelet op de aanvraag van de FOD Mobiliteit en Vervoer, ontvangen op 08/11/2013;

Gelet op de aanvraag van Vlaamse Radio- en Televisieomroep (VRT), ontvangen op 08/11/2012;

Gelet op de aanvraag van het Vlaams Energieagentschap ontvangen op 5 augustus 2016;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister (hierna "het comité");

december 2007 tot uitbreiding van het machtigingsbesluit van 22 mei 2001;

Sectoraal comité van het Rijksregister

Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het Comité");

Sectoraal comité van het Rijksregister. Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het Comité");

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Gelet op de aanvraag van ORES ontvangen op 11/05/2010; Gelet op de bijkomende inlichtingen, ontvangen op 19 juli en 5 augustus 2010;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister (hierna "het Comité");

Gelet op de bijkomende informatie ontvangen op 22/03 en 12/05/2016;

Gelet op de aanvraag van het technisch en juridisch advies gericht aan de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken op 11/09/2013;

Gelet op de aanvraag van de Autoveiligheid nv en het Bureau voor Technische controle nv ontvangen op 15/03/2011;

Brussel, COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER BERAADSLAGING RR Nr 51 / 2005 van 21 december 2005

Brussel, COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER BERAADSLAGING Nr 02 / 2004 van 15 maart 2004

Gelet op de aanvraag van het Agentschap voor Binnenlands Bestuur ontvangen op 24/02/2012; Gelet op de bijkomende informatie ontvangen op 22/03/2012;

Betreft: aanvraag tot herziening van de beraadslaging RR nr. 34/2012 (RN-MA )

Gelet op de bijkomende inlichtingen, ontvangen op 17/02/2014;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister (hierna "het comité");

Gelet op de aanvraag van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid ontvangen op 08/07/2011;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Gelet op de aanvraag van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid ontvangen op 28/03/2012;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Gelet op de aanvraag van het Fonds voor bestaanszekerheid van de metaalverwerkende nijverheid, ontvangen op 02/10/2014;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Gelet op de aanvraag van het Beroepsinstituut van erkende boekhouders en fiscalisten, ontvangen op 19/03/2014;

Gelet op de aanvraag van de Nationale Raad van de Orde van Architecten ontvangen op 14/12/2010;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister (hierna "het comité");

Brussel, COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER BERAADSLAGING RR Nr 26 / 2005 VAN 6 JULI 2005

Gelet op de aanvraag van de AD Veiligheid en Preventie van de FOD Binnenlandse Zaken ontvangen op 31/05/2010;

Gelet op de aanvraag van het technisch en juridisch advies gericht aan de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken op 12/06/2014;

BERAADSLAGING RR Nr 28 / 2007 van 12 september 2007

BERAADSLAGING RR Nr 27 / 2006 VAN 18 OKTOBER 2006

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Transcriptie:

1/11 Sectoraal comité van het Rijksregister Beraadslaging RR nr 74/2009 van 23 december 2009 Betreft: aanvraag met betrekking tot het gebruik van het Rijksregisternummer van de residentiële eindafnemers door hun respectieve leveranciers van elektriciteit en aardgas en de distributienetbeheerders, uitsluitend met het oog op de automatische toepassing van de sociale maximumprijzen aan de beschermde residentiële eindafnemers (RN/MA/2009/267) Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het Comité"); Gelet op de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen (hierna "WRR"); Gelet op de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis; Gelet op het koninklijk besluit van 17 december 2003 tot vaststelling van de nadere regels met betrekking tot de samenstelling en de werking van bepaalde Sectorale comités opgericht binnen de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer; Gelet op de aanvraag van de Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie (namens de leveranciers van elektriciteit en aardgas en de distributienetbeheerders), ontvangen op 22/10/2009; Gelet op de aanvraag van het technisch en juridisch advies gericht aan de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken op 01/12/2009; Gelet op het verslag van de Voorzitter;

Beraadslaging 74 /2009-2/11 Beslist op 23 december 2009, na beraadslaging, als volgt: I. VOORWERP VAN DE AANVRAAG 1. De aanvraag werd ingediend door de Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie (hierna FOD Economie) namens de leveranciers van elektriciteit en aardgas en de distributienetbeheerders (hierna energieleveranciers 1 ).. 2. De aanvraag houdt in dat de energieleveranciers de machtiging verkrijgen: -om het Rijksregisternummer bij hun respectieve residentiële eindafnemers op te vragen; -dit Rijksregisternummer intern op te slaan; -vervolgens dit nummer te gebruiken als unieke identificator in de uitwisseling van identificatiegegevens met de FOD Economie. 3. De aanvraag houdt tevens in dat de FOD Economie gemachtigd wordt tot de uitwisseling van het Rijksregisternummer met de energieleveranciers. 4. Zowel voor de FOD Economie als de respectieve leveranciers zou dit uitsluitend gebeuren met het oog op de automatische toepassing van de maximumprijzen voor de levering van elektriciteit en aardgas aan de beschermde residentiële eindafnemers met een laag inkomen of in een onzekere situatie. 5. In tegenstelling tot de FOD Economie (cf. de beraadslaging RR nr. 28/2008 van 4 juli 2008), zijn de energieleveranciers niet gemachtigd om het Rijksregisternummer van hun klanten op te vragen, noch uit te wisselen. Thans dringt deze dwingende behoefte zich op ter vervulling van de taken van algemeen belang die hen werden toevertrouwd door of krachtens een wet, meer bepaald de Programmawet van 27 april 2007 en haar uitvoeringsbesluit van 28 juni 2009 2. 1 Zoals gedefinieerd in artikel 3, 6 van de Programmawet van 27 april 2007. 2 Betreffende de automatische toepassing van de maximumprijzen voor de levering van elektriciteit en aardgas aan de beschermde residentiële eindafnemers met een laag inkomen of in een onzekere situatie.

Beraadslaging 74 /2009-3/11 6. Aanleiding voor onderhavige aanvraag was de vaststelling dat de matching welke de FOD Economie opzette tussen de identificatiegegevens verkregen bij de energieleveranciers, het Rijksregister en de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, zoals bepaald in de artikelen 3, 7 en 8 van het reeds vermeld koninklijk besluit en zoals beschreven in beraadslaging nr. 09/015 van 3 maart 2009 van de afdeling Sociale Zekerheid van het Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid niet bevredigend was. Er werd geen 100 % procent match bekomen inzake wie in aanmerking komt voor automatische toepassing van het sociaal tarief, omdat de leveranciers ter zake actueel niet mogen werken met het Rijksregisternummer van hun klanten. Het resultaat werd daardoor negatief beïnvloed, gelet op de kwaliteit van de verkregen klantgegevens van de energieleveranciers, zoals het ontbreken van gegevens of het gebruik van afkortingen in straatnamen. 7. Hoe vollediger en correcter echter deze gegevens zouden zijn, hoe beter ook het resultaat van de automatische toepassing zal zijn. Het gebruik van het Rijksregisternummer zou met andere woorden tegemoet komen aan voornoemd gebrek en dus het resultaat van de automatische overeenstemming aanzienlijk verbeteren. 8. Om de werklast van de leveranciers te verlichten stelt de FOD Economie voor dat het gemachtigd zou worden voor de doorgifte van het Rijksregisternummer van de betrokken residentiële eindafnemers aan de respectieve energieleveranciers. De FOD Economie zou op basis van de ontvangen klantenbestanden van de energieleveranciers voor iedere betrokken residentiële eindafnemer aan de hand van een automatische toepassing nagaan welk Rijksregisternummer deze eindafnemer heeft. Het doel hiervan is dat de FOD Economie op basis van het resultaat van deze overeenstemming aan de energieleveranciers voor de betrokken residentiële eindafnemers meedeelt voor welke betrokken residentiële eindafnemers er een Rijksregisternummer werd gevonden. Vervolgens zal aan de energieleveranciers worden gevraagd om de eindafnemers waarvoor geen Rijksregisternummer werd meegedeeld, te contacteren, hun Rijksregisternummer op te vragen en op te slaan, zodat dit nummer vervolgens uitgewisseld kan worden met de FOD Economie.

Beraadslaging 74 /2009-4/11 II. ONDERZOEK VAN DE AANVRAAG A. TOEPASSELIJKE WETGEVING A.1. Wet van 8 augustus 1983 (WRR) 9. Op basis van artikel 8 WRR kan een machtiging om het identificatienummer van het Rijksregister te gebruiken worden verleend door het Sectoraal comité van het Rijksregister aan de overheden, de instellingen en de personen die zijn bepaald in artikel 5, eerste lid WRR, hetzij onder andere aan openbare en private instellingen van Belgisch recht voor de informatie die zij nodig hebben voor het vervullen van taken van algemeen belang die hen zijn toevertrouwd door of krachtens een wet, een decreet of een ordonnantie of voor taken die uitdrukkelijk als zodanig erkend worden door het Comité (artikel 5, eerste lid, 2 WRR). 10. De FOD Economie is wettelijk gelast te zorgen voor de automatische toepassing van de maximumprijzen voor de levering van elektriciteit en aardgas aan beschermde residentiële afnemers met een laag inkomen of in een onzekere situatie. De energieleveranciers zijn wettelijk verplicht het met dit doeleinde in de schoot van de FOD Economie opgericht informatiesysteem te voeden (zie artikel 7, 1 van bedoelde Programmawet en de artikelen 3 en 4 van het koninklijk besluit van 28 juni 2009). Onder de gegevens die ze omtrent hun eindafnemers moeten meedelen, bevindt zich een unieke identificator van de klant, alsook, indien de leveranciers daarover beschikken, het identificatienummer van de sociale zekerheid (zie artikel 7, 3 van vermelde Programmawet en artikel 3 van bedoeld KB). Artikel 7, 3 van de Programmawet bepaalt voorts dat voorzover dit noodzakelijk blijkt voor de automatische toepassing van de maximumprijzen voor de levering van elektriciteit en aardgas, kan door de leveranciers een unieke identificator worden gebruikt met het oog op de identificatie van de eindafnemers. 11. Het gebruik van een unieke identificator door de leveranciers met het oog op de identificatie van de eindafnemers is dus reeds expliciet voorzien in artikel 7, 3 van de Programmawet van 27 april 2007 en kadert in een opdracht van algemeen belang die hen door deze wet en haar uitvoeringsbesluit(en) werd toevertrouwd, met name om te komen tot een automatische toepassing van de maximumprijzen voor de levering van elektriciteit en aardgas. Zowel de afdeling Sociale Zekerheid van het Sectoraal comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid in haar beraadslaging nr. 09/015 van 3 maart 2009, als de Commissie in haar advies nr. 14/2009 van 29 april 2009 adviseerden om ter zake het identificatienummer van het Rijksregister te gebruiken. Een eerstvolgende wetswijziging zal,

Beraadslaging 74 /2009-5/11 aldus de aanvraag, overigens bepalen dat deze unieke identificator het identificatienummer van het Rijksregister is. 12. Het Comité is derhalve van oordeel dat de leveranciers in aanmerking komen om het identificatienummer van het Rijksregister te gebruiken in hun hoedanigheid van instellingen van Belgisch recht die belast zijn met het vervullen van taken van algemeen belang die hen zijn toevertrouwd door of krachtens een wet (artikel 5, eerste lid, 2 WRR). A.2. Wet van 8 december 1992 (WVP) 13. Op grond van artikel 4 WVP vormt het identificatienummer van het Rijksregister een persoonsgegeven, waarvan de verwerking slechts is toegelaten voor welbepaalde, uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigde doeleinden. Dit persoonsgegeven moet bovendien toereikend, ter zake dienend en niet overmatig zijn, uitgaande van de doeleinden waarvoor het wordt verwerkt. B. FINALITEIT 14. Het resultaat van een automatische toepassing op de identificatiegegevens verkregen bij de energieleveranciers, het Rijksregister en de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid wordt momenteel negatief beïnvloed door de kwaliteit van de verkregen identificatiegegevens van de energieleveranciers (ontbreken van gegevens, het gebruik van afkortingen in straatnamen, ). Het resultaat van de automatische toepassing is suboptimaal, wegens gebrek in hoofde van de leveranciers aan toelating om het Rijksregisternummer van hun klanten te gebruiken in de communicatie met de FOD Economie. 15. Het gebruik van het Rijksregisternummer door de leveranciers beoogt een gerechtvaardigd doeleinde, met name om een foutloze en snelle automatische toepassing van het sociaal tarief ten behoeve van de beschermde residentiële afnemers van elektriciteit en aardgas die een laag inkomen hebben of in een onzekere situatie verkeren te kunnen bewerkstellingen, overeenkomstig de bepalingen van de Programmawet van 27 april 2007 en haar uitvoeringsbesluit(en). 16. Het Comité is derhalve van oordeel dat het doeleinde welbepaald, uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigd is in de zin van art. 4, 1, 2, WVP.

Beraadslaging 74 /2009-6/11 C. PROPORTIONALITEIT C.1. Ten overstaan van het identificatienummer 17. Door het gebruik van het identificatienummer van het Rijksregister, dat een uniek nummer is aan de hand waarvan iemand zonder enige foutenmarge kan worden geïdentificeerd, kunnen vergissingen m.b.t. de persoon vermeden worden in het kader van de automatische toepassing van het sociaal tarief. 18. Het Comité stelt derhalve vast dat het gebruik van het identificatienummer, in het licht van het opgegeven doeleinde, in overeenstemming is met artikel 4, 1, 3, WVP. C.2. Ten opzichte van de duur van de machtiging 19. De machtiging wordt gevraagd voor onbepaalde duur, aangezien de opdracht met betrekking tot het automatisch toekennen van de sociale maximumprijzen niet in de tijd beperkt is. 20. Het Comité stelt derhalve vast dat een machtiging van onbepaalde duur nodig is om het doel van algemeen belang toevertrouwd door of krachtens een wet te kunnen realiseren (artikel 4, 1, 3 WVP). C.3. Ten opzichte van de bewaartermijn 21. De energieleveranciers dienen de identificatiegegevens van hun respectieve residentiële eindafnemers slechts te bewaren voor een bepaalde termijn. Deze termijn omvat de periode waarin deze eindafnemers klant zijn bij hun respectieve energieleverancier, verlengd met een periode van 2 jaar in het kader van de klachtenbehandeling. De klanten beschikken namelijk over een termijn van 12 maanden om hun elektriciteit- en/of gasfactuur te betwisten. Gezien de leveranciers in sommige gevallen hiervoor eerst informatie moeten opvragen bij derden, lijkt een maximum periode van 24 maand redelijk. 22. Het Comité stelt derhalve vast dat een maximale retentie van 2 jaar na de klantrelatie billijk is in het licht van artikel 4, 1, 5, WVP.

Beraadslaging 74 /2009-7/11 C.4. Intern gebruik en/of mededeling aan derden 23. Uit de aanvraag blijkt dat het identificatienummer intern zal worden gebruikt door de leveranciers, maar ook zal meegedeeld worden aan derden, namelijk de FOD Economie. 24. Het Comité stelt vast dat dit aanvaardbaar is. Het identificatienummer van het Rijksregister kan immers gebruikt worden in relaties met derden (in casu de FOD Economie) voor zover zulks kadert in de doeleinden met het oog op dewelke die derden eveneens gemachtigd werden om dit nummer te gebruiken. Het Comité stelt vast dat de doeleinden van het gebruik van beide organisaties te maken hebben met de automatische toepassing van het sociaal tarief. De FOD Economie werd reeds gemachtigd tot het gebruik van het Rijksregisternummer door het Sectoraal comité van het Rijksregister naar aanleiding van de beraadslaging RR nr. 28/2008 van 4 juli 2008. Zo bekeken is de huidige aanvraag die inhoudt dat de FOD Economie tevens gemachtigd zou moeten worden voor de uitwisseling van het Rijksregisternummer met de leveranciers eigenlijk zonder voorwerp. C.5. Netwerkverbindingen 25. Gelet op punt C.4. zal door de leveranciers op basis van het identificatienummer van het Rijksregister van hun klanten dus informatie met derden worden uitgewisseld en zullen bijgevolg netwerkverbindingen tot stand komen, namelijk met de FOD Economie. 26. Dergelijke netwerkverbindingen die voortvloeien uit het gebruik van het identificatienummer van het Rijksregister, zijn inherent aan de gelijklopende doelstellingen van algemeen belang van de FOD Economie en de respectieve leveranciers. Zij roepen voor het Comité vanuit het oogmerk van de WVP derhalve geen bijzondere opmerkingen op. 27. Het Comité vestigt er volledigheidshalve de aandacht op dat indien er later andere netwerkverbindingen mochten tot stand komen, de leveranciers het Comité daarvan voorafgaandelijk op de hoogte moeten brengen.

Beraadslaging 74 /2009-8/11 D. BEVEILIGING D.1. Consulent inzake informatieveiligheid 28. De identiteit van de consulent inzake informatieveiligheid werd meegedeeld via het veiligheidsevaluatieformulier, maar enkel voor wat betreft de FOD Economie en niet voor de leveranciers. De betrokkene voor wat betreft de FOD Economie werd reeds door het Comité als veiligheidsconsulent aanvaard in het kader van beraadslagingen RR nr. 40/2008 van 30 juli 2008 en RR nr. 12/2009 van 18 februari 2009. 29. Artikel 10 WRR verplicht iedere instantie die het Rijksregisternummer verwerkt om een consulent inzake informatieveiligheid aan te stellen. Een consulent inzake informatieveiligheid moet in alle onafhankelijkheid de informatieveiligheid kunnen appreciëren. Met betrekking tot de persoon van consulent inzake informatieveiligheid, zal elke leverancier in het veiligheidsevaluatieformulier moeten uitweiden over: -het functieprofiel, met aanduiding van de plaats in de organisatie, de resultaatgebieden en de vereiste competenties; -de vorming die de betrokkene heeft genoten of zal genieten; -de tijd die de betrokkene aan de functie kan besteden; -de eventuele andere functies die de betrokkene uitoefent en die niet onverenigbaar mogen zijn met de functie van consulent inzake informatieveiligheid. 30. Het doorsturen van de nodige informatie over de consulent inzake informatieveiligheid gebeurt best gezamenlijk voor alle leveranciers door de FOD Economie zelf. D.2. Informatieveiligheidsbeleid 31. Er werd via het veiligheidsevaluatieformulier informatie m.b.t. het informatieveiligheidsbeleid verstrekt, maar enkel voor wat betreft de FOD Economie en niet voor de leveranciers. Uit het veiligheidsevaluatieformulier van de FOD Economie, kan opgemaakt worden dat van de 14 veiligheidsmaatregelen die door de Comité in het algemeen worden aanbevolen bij de verwerking van persoonsgegevens, er 13 zijn gerealiseerd. Enkel het voorzien in urgentieprocedures bij veiligheidsincidenten waarbij persoonsgegevens betrokken zijn ontbreekt, maar de aanvraag stelt dat deze op korte termijn beschreven zullen worden.

Beraadslaging 74 /2009-9/11 32. Aangezien het Comité in onderhavige aanvraag enkel in kennis werd gesteld van het veiligheidsbeleid van de FOD Economie (die in naam van de leveranciers de aanvraag introduceerde), moeten de onderscheiden leveranciers aan het Comité alsnog informatie doorsturen over hun eigen veiligheidsbeleid zodat het Comité kan beoordelen of aan zekere minimumvereisten werd voldaan. Het doorsturen van de nodige informatie over het informatieveiligheidsbeleid gebeurt best gezamenlijk voor alle leveranciers door de FOD Economie zelf. 33. Het Comité vestigt de aandacht erop dat de respectieve energieleveranciers adequate technische en organisatorische maatregelen moeten treffen opdat het Rijksregisternummer uitsluitend verwerkt zou worden voor het vervullen van de taak van algemeen belang waarvan sprake in de Programmawet van 27 april 2007. Het Comité wijst erop dat het gebruik van het identificatienummer voor andere doeleinden dan deze die eertijds werden goedgekeurd bij koninklijk besluit of door deze machtiging van het Comité, niet is toegelaten. 34. Indien het Comité ten slotte aan de FOD Economie en aan de leveranciers een vragenlijst met betrekking tot de informatieveiligheidstatus zou toesturen, moet deze lijst waarheidsgetrouw worden ingevuld en terugbezorgd aan het Comité. Het Comité zal de ontvangst bevestigen en behoudt zich het recht voor om, indien daartoe aanleiding bestaat, te reageren. D.3. Personen die het identificatienummer van het Rijksregister mogen gebruiken en lijst van deze personen 35. In de aanvraag worden de categorieën personen vermeld die met het Rijksregisternummer zullen werken. Het Comité stelt vast dat, binnen de FOD Economie, zowel de beheerders (informatici) van de ICT-dienst als van de algemene directie Energie, die direct betrokken zijn bij de uitvoering van de toepassing, toegang hebben tot de unieke identificator. De medewerkers van IBM zullen in de opstart- en testfase van de programmatoepassing eveneens toegang hebben tot dit gegeven. Bij de respectieve energieleveranciers hebben de beheerders (informatici) van hun ICT-dienst, die direct betrokken zijn bij de uitvoering van de toepassing toegang tot dit gegeven. Hier wordt toegang verleend aan de dossierbeheerders om individuele dossiers van residentiële eindafnemers op te volgen. 36. De FOD Economie, de respectieve leveranciers en hun technische onderaannemers moeten, zoals voorgeschreven door artikel 12 WRR, een lijst opstellen waarop de personen bij naam vermeld worden die het Rijksregisternummer gebruiken. Deze lijst zal voortdurend geactualiseerd en ter beschikking van het Comité gehouden worden.

Beraadslaging 74 /2009-10/11 37. De personen die op deze lijst worden opgenomen moeten daarenboven een verklaring ondertekenen waarin zij zich ertoe verbinden de veiligheid en het vertrouwelijk karakter van het rijksregisternummer te bewaren. OM DEZE REDENEN, Het Comité 1 machtigt de FOD Economie en de respectieve leveranciers, vermeld in de bijlage die aan deze beraadslaging is toegevoegd, onder de voorwaarden bepaald in deze beraadslaging en met het oog op de doeleinden vermeld in punt B om het identificatienummer van het Rijksregister te gebruiken. Deze machtiging zal evenwel slechts uitwerking krijgen ten overstaan van de respectieve leveranciers, nadat het Comité, via de FOD Economie, voor elke leverancier, op basis van het behoorlijk ingevulde en ondertekende Evaluatieformulier voor elkeen die toegang tot of verbinding met het Rijksregister vraagt en aangaande de referentiemaatregelen voor de beveiliging van elke verwerking van persoonsgegevens, heeft vastgesteld dat zij: -over een consulent inzake informatieveiligheid beschikken die de nodige garanties biedt (punt D.1.); -over een informatieveiligheidsbeleid beschikken die de nodige garanties biedt (punt D.2.); 2 bepaalt dat wanneer het Comité aan de FOD Economie en aan de leveranciers, een vragenlijst met betrekking tot de informatieveiligheidstatus toestuurt, zij deze lijst waarheidsgetrouw moeten invullen en terugbezorgen aan het Comité. Het Comité zal de ontvangst bevestigen en behoudt zich het recht voor om, indien daartoe aanleiding bestaat, te reageren. Voor de Administrateur m.v., De Voorzitter, (get.) Patrick Van Wouwe (get.) Mireille Salmon

Beraadslaging 74 /2009-11/11 ENERGIELEVERANCIERS (= LEVERANCIERS VAN ELEKTRICITEIT EN AARDGAS) EN DISTRIBUTIENETBEHEERDERS Situatie 2009: BELPOWER DONG ENERGY SALES ECOPOWER ELECTRABEL CUSTOMER SOLUTIONS ESSENT BELGIUM LAMPIRIS NUON BELGIUM SPE LUMINUS AIEG AIESH ALG EANDIS : GASELWEST, IMEA, IMEWO, INTERGEM, IVEKA, IVERLEK, SIBELGAS INFRAX : INTER-ENERGA, IVEG, WVEM ORES : IDEG, IEH, IGH, INTERLUX, INTERMOSANE, INTEREST, SEDILEC, SIMOGEL PBE MERKSPLAS : EBEM, AGEM REGIE DE WAVRE SIBELGA TECTEO (ALE) WASE WIND