METHODE VOOR HET METEN VAN PRESTATIES VAN GOEDE DOELEN ORGANISATIES



Vergelijkbare documenten
Voorlichtingsbijeenkomst Aanvraag procedure Keurmerk Goede Doelen. 30 juni 2009 Den Haag

Welkom! Voorlichtingsbijeenkomst Keurmerk Goede Doelen. De Lindenberg, Nijmegen. Woensdag 7 oktober 2009

Toelichting bij vragenlijst Keurmerk Goede Doelen

HANDLEIDING VOOR HET OPSTELLEN VAN MEETBARE DOELSTELLINGEN

2. Werkzaamheden Organisatieontwikkeling Voorlichting en fondsenwerving Activiteiten...8

Enquête. Gebruik bij uw antwoorden SVP de door ons aangebrachte nummering. Uw antwoorden ontvangen wij graag uiterlijk op donderdag 26 januari retour.

Benchmarkmodel. Bedrijf XYZ. eindresultaten klanten beleid. Analyse en leggen verbanden. Kwaliteit Tevredenheid Kosten. Waardering.

Voorbeelden bij vragenlijst Keurmerk Goede Doelen

DM FONDSENWERVING BENCHMARK NEDERLAND

Verslag opinieonderzoek validatiestelsel

CO 2 jaarverslag 2013* * Dit betreft alleen de A.Hak bedrijven die zijn gecertificeerd voor de CO2 Prestatieladder, niveau 3

Stichting Kinderfondsen Nederland

6 Inhoud. 5 Voorwoord. 7 Sectoronderzoek. 16 Goede doelen over welzijn en samenleving. 25 Vijf goede doelen in het kort

Hoofd Bedrijfsvoering (Manager Operations) Utrecht

Zorgvuldiger selecteren, gerichter ontwikkelen en objectiever beoordelen

Beleidsplan

Beleidsplan Stichting VieAmi 2016

Beleidsnotitie Stichting Vrienden van Bernhoven

Beleidsplan

Stappenplan kostenverdeelmodel

Visie op Transparantie en Toezicht

2015 t/m Dier&Recht Beleidsplan & Beloningsbeleid

Raad op zaterdag 24 september 2016

VRAGEN REACTIES GOEDE DOELEN. Amnesty International (te zien in de reportage)

Klachtenregeling Stichting van het Kind

Beleidsplan FairFriends Foundation fa ir frie n d s

PG-monitor Factsheet. Organisaties van patiënten, gehandicapten en ggz-cliënten. support

Jaarverslag 2013 januari 2013 tot en met december 2013 versie 1.0

Inhoud. Inleiding Ciske de Rat Foundation Strategie Kernprincipes en uitgangspunten Statutaire doelstelling 4

Jaarverslag Stichting St. Radboud van Utrecht.

Prestatiebeloning werkt nauwelijks, maar prestatieafstemming

Publieksvertrouwen in de goede doelensector. Onderzoeksrapportage Mei 2007

Beleidsplan Joy for Children Hagestein, juli 2013

Beleidsplan 2014 Stichting Fonds Welkomhuis

Beleidsplan Joy for Children Hagestein, juli 2013

Monitor CGL-producten 2014

Beleidsplan Stichting Gelukskoffer

Toolkit Cliëntenparticipatie Zorg en Welzijn

Stichting Vrienden van PARK VOSSENBERG

NAAR EEN KWALITATIEF GOED KEURMERK VOOR GOEDE DOELEN ORGANISATIES IN NEDERLAND

Amsterdam, December 2012

Vergelijking tussen het CBF-Keur en het Keurmerk ISF/SNGDT

Onderzoeksrapport Randstad WerkMonitor 2016 kwartaal 2 Houding ten aanzien van tijdelijk werk. Randstad Nederland

Social Key Performance Indicators en meetbare resultaten Door: Rob van den Brink

Werven bij vermogensfondsen. Annemieke van der Horst-Schouten

Geen van de bestuursleden is zelfstandig bevoegd om besluiten te nemen namens Stichting kans4you.

Meting september 2014

E-book. In 7 stappen naar een effectieve HR-cyclus

Aantal HR-vacatures bereikt ongekende hoogte

Beleidsplan stichting Tongen in Purmerend

Hoofdlijnen beleidsplan Ronald McDonald Kinderfonds

Beleidsplan Joy for Children

Stichting Vrienden van Zorgboerderij De Molenhoeve

Beleidsplan Stichting Stop Dierenleed Nederland. Almere, januari 2014

Beleidsplan

NIEUWE JAARVERSLAGREGELS RJ650

Stichting Vrienden van De Rozelaar. Beleidsplan 2016

erfenissen die zij gebruikt voor een sociaal belang. Overleg met uw adviseur over de voorwaarden voor een SBBI.

Management-/ energiereview CO2 prestatieladder

Beleidsplan fondsenwerving HagaVrienden

Plan Stichting Vrienden van het Groene Hart Ziekenhuis. Samen gaat onze zorg verder

Convenant tussen. Stichting Seniorenraad Meierijstad en. Stichting Welzijn De Meierij

2018 t/m Varkens in Nood Beleidsplan & Beloningsbeleid

De werkgroep ziet ook voor 2011 de volgende opdracht voor zichzelf:

Contractor Safety Award 2016 Inschrijfformulier

Even voorstellen: Historie

Stichting Madowo Siaya

Beleidsplan Stichting Luz Alba

Casestudy Monitor Regiobeeld 2025 Regio Alkmaar

De aanwezigheid van de directeur bij de bestuursvergaderingen zal deze samenwerking optimaliseren.

Beleidsplan Stichting Move for MS Mei 2012 Versie 1.0.

Uit de beleidsvisie maakt de AFM op dat vier modellen voor de inrichting van de corporatie te onderscheiden zijn. Dit zijn:

van budget naar prestatie

Beleidsplan Stichting Samen voor Later GEGEVENS

RESULTATEN TRAJECTEVALUATIES. Aantoonbaar Betere Ambulante Begeleiding

2015 t/m Varkens in Nood Beleidsplan & Beloningsbeleid

Versie mei Beleidsplan

Onderzoek naar de effectiviteit van Business Control 2018

BELEIDSPLAN Stichting HIVSAN Fonds. Versie 8 mei van 7 Stichting HIVsan Fonds

BOT Integraal beleidsplan sociaal domein Doelenboom en indicatoren

Beleidsplan Stichting Smile on a Face

Agenda Toekomst van het (interbestuurlijk) Toezicht:

Raad op zaterdag Eindhoven 28 januari 2017 Ronde 1 van uur

Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2012

Gedragscodes en klachten

Jaarverslag. schulddienstverlening Een goede start

Centrale vraag van het onderzoek is: Hoe verhoudt de omvang van het ambtelijk apparaat van onze gemeente zich tot dat van andere gemeenten?

De Geefwet en donaties aan cultuur in Nederland *1. René Bekkers, Saskia Franssen,

Indicatorenset. voor monitoring en verantwoording over de Wmo Werkgroep 2 Ontwikkelen een systematiek. (versie: oktober 2014)

Kwaliteitszorg met behulp van het INK-model.

Succesvolle toepassing van 360 graden feedback: De keuze van het 360 instrument en de voorbereiding op het 360 traject

Kwaliteitsonderzoek begeleiding

Normen Erkenningsregeling - versie 1 december 2017a

Fondsenwervingsbeleid Saffier De Residentiegroep en Zorginstelling Saffier De Residentie

80% VAN DE NEDERLANDERS TYPEERT ZICH ALS GOEDE-DOELENGEVER,

Beleidsplan. Voor de jaren

Thermische prestatie contracten

Stinafo. Samen voor het gehandicapte kind. Jaarplan en begroting

Stichting Kinderhulp Benelux

Transcriptie:

METHODE VOOR HET METEN VAN PRESTATIES VAN GOEDE DOELEN ORGANISATIES

Copyright juni 2006 Stichting Nationale Goede Doelen Test (www.goededoelentest.nl). Dit boekje wordt u gratis aangeboden door de Stichting Nationale Goede Doelen Test, De Oude Molen 1a, 1184 VW Ouderkerk a/d Amstel, 020 305 9100, info@nationalegoededoelentest.nl. Het merk CHAMP en de uitwerking van de methode CHAMP zijn eigendom van de Stichting Nationale Goede Doelen Test. Goede Doelen Organisaties (als zodanig bekend bij de belastingdienst) mogen, voor eigen gebruik, onbeperkt en zonder enige verplichtingen aan de Stichting Nationale Goede Doelen Test gebruikmaken van CHAMP, mits de bron expliciet vermeld wordt. De Stichting Nationale Goede Doelen Test stelt het wel zeer op prijs als organisaties die gebruikmaken van CHAMP de Stichting informeren over hun ervaringen met CHAMP (info@nationalegoededoelentest.nl). Op basis van deze ervaringen kan CHAMP worden verbeterd.

V o o r w o o r d Vanuit donateurs en media klinkt alweer enkele jaren de roep steeds luider om transparantie en verantwoording van zogeheten Goede-Doelen-Organisaties (GDO s). Het gaat daarbij met name om de besteding van beschikbaar gestelde gelden en om behaalde resultaten. Deze roep is volstrekt terecht en een groot aantal GDO s spant zich meer en meer in om heldere antwoorden te geven en verantwoording af te leggen. Echter de meeste bestaande methoden om prestaties te meten hebben tekortkomingen. Ze zijn ofwel zo ingewikkeld dat toepassing ervan een onevenredig zware inspanning vergt of zo simplistisch dat ze niet het gewenste inzicht opleveren. Met haar CHAMP (CHarity Assessment Method of Performance) lijkt de Stichting Nationale Goede Doelen Test de gulden middenweg gevonden te hebben. Medewerkers van onze organisaties, Stichting Nationale Goede Doelen Test en Change-up hebben de afgelopen tijd hard gewerkt om CHAMP en een variant van CHAMP uit te werken voor drie goede doelen sectoren: ontwikkelingssamenwerking, gezondheidszorg en welzijn. De eerste resultaten daarvan zijn hoopgevend. In dit stadium weten we nog niet zeker of de prestaties van GDO s op een objectieve, kwantitatieve manier kunnen worden gemeten. Maar voor ons staat wel vast dat toepassing van CHAMP tenminste zal leiden tot kwalitatieve handvatten waarmee donateurs en media veel beter dan tot nu toe prestaties van soortgelijke GDO s kunnen vergelijken. Dit is een belangrijke stap voorwaarts. Vandaar dat wij iedereen in de goede doelen sector aanbevelen om dit boekje goed te lezen. CHAMP geeft weliswaar niet het ultieme antwoord op de verlangens van donateurs en media, maar kan wel helpen om de prestaties van GDO s inzichtelijker en beter vergelijkbaar te maken. Michael Rutgers, directeur Astmafonds Ronald van der Giessen, directeur Oranje Fonds Sylvia Borren, directeur Oxfam Novib

C r i t e r i a d i e d o n a t e u r s r e l e v a n t v i n d e n b i j d e k e u z e v a n e e n g o e d d o e l Werkterrein Effectiviteit Locatie CBF keurmerk Rapportage Specifiek doneren Nat. / Intern. org. % Overhead Eigen projecten Religieuze basis 0 10 20 30 40 50 60 70 80 Bron: Nationale Goede Doelen Test; circa 26.000 volledig ingevulde testen.

I n l e i d i n g Ons land kent, net als alle andere welvarende landen, heel veel organisaties die een goed doel dienen. De doelen die door deze organisaties gediend worden, lopen ver uiteen, variërend van wereldwijde aidsbestrijding tot het opvangen van zwervers in Amsterdam. Ook de grootte en de professionaliteit van deze Goede-Doelen-Organisaties (GDO s) varieert sterk. Voor donateurs is het met deze veelheid aan organisaties niet eenvoudig om vast te stellen aan welke instantie zij hun gift het best kunnen schenken. Eén van de voornaamste criteria waarop ze hun keus willen baseren, is de vraag hoe goed GDO s erin slagen het gekozen doel ook te bereiken, met andere woorden, hoe goed zij presteren. Maar juist in hun prestaties verschaffen GDO s nog niet veel inzicht. Dit is begrijpelijk, omdat er tot op heden geen goede (breed geaccepteerde) meetmethoden bestaan. Daarnaast heerst er ook wel angst bij GDO s voor vergelijking op basis van geleverde prestaties. Wil de goede doelensector blijven voortbestaan en serieus genomen blijven worden, dan is verdere professionalisering, onder andere door eenduidige verslaglegging van de bereikte resultaten, onvermijdelijk. Daarom heeft de Stichting Nationale Goede Doelen Test op basis van een internationale inventarisatie van relevante methoden in samenwerking met Change-up, een Nederlands adviesbureau voor GDO s, een methode ontwikkeld voor het meten van de prestaties van GDO s: CHAMP, CHarity Assessment Method of Performance. Dit boekje vormt een compacte inleiding in de opbouw en de werking van CHAMP. Binnenkort is aanvullende informatie te vinden op www.goededoelentest.nl, onder de knop goede doelen en vervolgens CHAMP.

De prestaties van elke GDO kunnen worden onderverdeeld in 5 niveau s C H A M P - P r e s t a t i e s o p 5 n i v e a u s EFFECT OP MAATSCHAPPIJ EFFECT OP DOELGROEP OUTPUT ACTIVITEITEN INPUT

H o e z i e t C H A M P e r u i t? De prestaties van GDO s worden bepaald door effectiviteit wat bereiken we ermee? en door efficiëntie hoe snel en kosteneffectief bereiken we dat? 3. Output: welke concrete resultaten produceert de GDO met haar kernactiviteiten, gebruikmakend van de input-factoren (geld, vrijwilligers, etc.)? Effectiviteit en efficiëntie zijn op vijf niveaus te onderscheiden en te meten: 1. Effect op de maatschappij: hoe wordt de maatschappij beïnvloed door het effect dat de GDO bij haar doelgroep realiseert? 4. Activiteiten: hoe efficiënt zijn de kernactiviteiten van de GDO? 5. Input: hoe effectief en efficiënt zijn de activiteiten die te maken hebben met input-factoren zoals fondsenwerving en werving van vrijwilligers? 2. Effect op de doelgroep: hoe wordt de situatie van de doelgroep van de GDO aantoonbaar verbeterd door de output van de GDO?

10 1. Effect op de maatschappij 2. Effect op de doelgroep 3. Output 4. Activiteiten 5. Input Goede prestaties op niveau 5, 4 en 3 zijn belangrijk voor een GDO. De donateurs en de media zijn echter met name geïnteresseerd in prestaties op niveau 2 en 1. Met name op deze niveaus is het dus zinvol om de prestaties van GDO s te kunnen vergelijken, mits allerlei factoren die de prestaties beïnvloeden ook redelijk vergelijkbaar zijn. Bij een doel als aidsbestrijding bijvoorbeeld worden de prestaties van een GDO beïnvloed door factoren als de bereikbaarheid van mensen met aids en de kosten van medicijnen. Dergelijke factoren verschillen per land, moment en project. Dus bij de vergelijking van prestaties van GDO s moet goed gekeken worden naar wat voor het betreffende type goede doel de factoren zijn die de prestaties beïnvloeden.

Bij de uitwerking van CHAMP heeft de Stichting Nationale Goede Doelen Test de goede doelen onderverdeeld in een viertal hoofdsectoren: 1. Ontwikkelingssamenwerking 2. Gezondheidszorg 3. Natuur & milieu 4. Welzijn, cultuur & sport 11 Vervolgens zijn deze hoofdsectoren, in samenwerking met GDO s uit de betreffende hoofdsectoren, onderverdeeld in een aantal subsectoren en programma s.

Voor elk prestatieniveau worden de prestaties inzichtelijk gemaakt middels specifieke indicatoren P r e s t a t i e i n d i c a t o r e n Fictief voorbeeld van CHAMP Iedereen onder dak PRESTATIE NIVEAU Indicator Omschrijving & wijze van berekenen 12 1. EFFECT MAATSCHAPPIJ Verbeteren leefomgeving Toename veiligheid Afname kosten opvang Verbetering in rapportcijfers voor ervaren veiligheid en leefomgeving Kosten voor opvang in de startsituatie minus kosten voor opvang na 2 jaar 2. EFFECT DOELGROEP % geïntegreerde daklozen Kosten per geïntegreerde dakloze persoon Aantal daklozen dat na 2 jaar nog in een huis woont/werk heeft / totaal aantal daklozen basisjaar Aantal gereïntegreerde daklozen / uitgaven 2 jaar 3. OUTPUT % geslaagden Kosten per geslaagde Aantal daklozen dat programma heeft afgerond / totaal aantal daklozen Aantal daklozen dat programma heeft afgerond / uitgaven 4. ACTIVITEITEN # benaderde per vrijwilligersuur Kosten per dakloze persoon Aantal daklozen dat benaderd is / beschikbare vrijwilligersuren Aantal daklozen in programma / uitgaven 5. INPUT # euro per dakloze persoon % kosten fondsenwerving Kosten per vrijwilliger Totale inkomsten / alle daklozen in het verzorgingsgebied Kosten fondsenwerving / totale inkomsten Aantal vrijwilligersuren / kosten werven vrijwilligers

H o e w e r k t C H A M P i n d e p r a k t i j k? Een fictief voorbeeld illustreert de werking van de methode: Neem de Rotterdamse Stichting Iedereen onder dak. Zij heeft zich ten doel gesteld het gevoel van veiligheid voor Rotterdammers te vergroten en de kwaliteit van hun leefomgeving te verbeteren door daklozen van de straat te halen en te begeleiden naar een leven in een woning met betaald werk. Om de prestaties te meten zijn prestatie-indicatoren ontwikkeld. Voor elk prestatieniveau minimaal één indicator. Op elk van de vijf niveaus levert de Stichting prestaties, waarbij niveau 1 het hoogste niveau is en niveau 5 het laagste: 1. Effect op maatschappij: Uit een enquête onder inwoners van de Rotterdamse binnenstad blijkt dat zij zich gemiddeld 15% veiliger voelen, en dat hun leefomgeving beduidend aangenamer is geworden. 2. Effect op doelgroep: Van de 400 daklozen leiden 250 inmiddels meer dan 2 jaar geen daklozen bestaan meer. Zij wonen in huizen, hebben een betaalde baan en geven aan dat hun leven er beter op geworden is. 3. Output: 400 van de 600 daklozen hebben het programma afgerond. 4. Activiteiten: De vrijwilligers hebben geïnventariseerd hoeveel daklozen Rotterdam in 2005 telt en waar zij zich plegen op te houden. Zij hebben 600 daklozen benaderd en zijn met alle 600 het Onder dak -programma gestart. 5. Input: Er is in 2005 40.000,= opgehaald en er zijn 50 vrijwilligers geworven, die in totaal 2500 uur inzetbaar zijn voor de Stichting. 13

Prestaties van een specifieke GDO zijn vergelijkbaar met de prestaties van GDO s uit dezelfde sector door sector-indicatoren te hanteren P r e s t a t i e i n d i c a t o r e n Fictief voorbeeld van CHAMP Iedereen onder dak PRESTATIE NIVEAU Indicatoren Iedereen onder dak Indicatoren voor welzijn en gezondheidszorg GDO-sector 14 1. EFFECT MAATSCHAPPIJ 2. EFFECT DOELGROEP Verbeteren leefomgeving Toename veiligheid Afname kosten opvang % geïntegreerde daklozen Kosten per geïntegreerde dakloze persoon Toename welzijn Afname kosten voor zorgverlening % van de doelgroep dat geïntegreerd is Kosten per persoon waarvan het probleem opgelost wordt 3. OUTPUT % geslaagden Kosten per geslaagde % deelnemers dat het project met het beoogde resultaat afsluit Kosten per persoon met het beoogde resultaat 4. ACTIVITEITEN # benaderde daklozen per vrijwilligersuur Kosten per dakloze persoon Aantal geïdentificeerde personen met het probleem per vrijwilligersuur Kosten per behandelde persoon met het probleem 5. INPUT # euro per dakloze persoon % kosten fondsenwerving Kosten per vrijwilliger Beschikbare euro s per persoon in doelgroep % kosten fondsenwerving Kosten per vrijwilliger

De prestatie-indicatoren voor een stichting als Iedereen onder dak zijn afgeleid van de meer generieke indicatoren voor de sector. De Stichting Nationale Goede Doelen Test werkt er samen met een aantal GDO s hard aan om voor elke sector zo snel mogelijk een set sector specifieke prestatie-indicatoren gereed te hebben. Met de aanpak die de Stichting Nationale Goede Doelen Test samen met Change-up heeft ontwikkeld, blijkt het mogelijk te zijn om in twee sessies van een halve dag met een aantal GDO s een goede set prestatie-indicatoren voor een sector te ontwikkelen. Zodra de sector specifieke prestatie-indicatoren gereed zijn, inclusief de wijze waarop de waardes van de indicatoren bepaald kunnen worden, zullen ze worden gepubliceerd op de www.goededoelentest.nl. Voor individuele GDO s wordt het dan betrekkelijk eenvoudig om een set indicatoren te ontwikkelen die specifiek van toepassing is op de betreffende GDO. 15

16 N a t i o n a l e G o e d e D o e l e n T e s t

H o e g a a t C H A M P t o e g e p a s t w o r d e n i n d e N a t i o n a l e G o e d e D o e l e n T e s t? Zoals gezegd: hoe hoger het niveau waarop de prestaties van een GDO in kaart te brengen zijn, hoe beter de feitelijke prestatie van deze GDO te meten valt. Voor elke GDO die deelneemt aan de Nationale Goede Doelen Test stelt de Stichting Nationale Goede Doelen Test, in overleg met de betreffende GDO, vast wat het hoogste niveau is waarop zij haar prestaties meet en in haar jaarverslag rapporteert. Van dat niveau wordt in de Nationale Goede Doelen Test geregistreerd hoe deze GDO op de betreffende indicatoren scoort. De vergelijking tussen GDO s behelst dan twee stappen: 1. Hoe hoger het niveau waarop de GDO prestaties meet en rapporteert, hoe beter. In de verbeterde versie van de Nationale Goede Doelen Test, die onlangs online is gegaan, krijgt de donateur een 10-tal vragen voorgelegd. Vragen als: op welk gebied moet jouw goede doel actief zijn?; moet jouw goede doel een lokale of internationale organisatie zijn?; moet jouw goede doel in het bezit zijn van het CBF-keurmerk? Op basis van de antwoorden op deze vragen, wordt een top-10 goede doelen samengesteld die het beste past bij de betreffende donateur. Vervolgens worden deze 10 goede doelen gerangschikt op basis van hun relatieve prestaties; in de twee stappen zoals hiervoor beschreven. 17 2. De prestaties van GDO s op dat hoogste niveau worden onderling vergeleken. Deze stap kan uiteraard pas worden genomen als een behoorlijk aantal GDO s in hun jaarverslagen prestatie-indicatoren opnemen, met daarbij een beschrijving van de factoren die de prestaties (waarschijnlijk) beïnvloeden.

18 H o e v e r d e r? Als Stichting Nationale Goede Doelen Test hopen wij met de Nationale Goede Doelen Test en nu ook met CHAMP een ontwikkeling in gang te zetten die leidt tot een situatie waarin donateurs hun keuze (mede) kunnen bepalen op basis van de prestaties van GDO s. Hierdoor zullen relatief goed presterende GDO s relatief veel donaties ontvangen. En relatief minder presterende GDO s zullen worden gestimuleerd om beter te gaan presteren. Dit leidt tot een opwaartse prestatiespiraal in de goede doelensector waardoor een groter deel van de goede doelen daadwerkelijk gerealiseerd wordt. De komende maanden zullen wij verder gaan met het uitwerken van CHAMP voor de verschillende GDO-sectoren. Wij komen graag in contact met GDO s die CHAMP voor hun organisatie en voor hun sector willen uitwerken. Deze GDO s kunnen contact opnemen met Femke van der Horst, directeur van de Stichting Nationale Goede Doelen Test, op: 020-3059293. De ontwikkelingen en ervaringen met betrekking tot CHAMP zullen wij publiceren op www.goededoelentest.nl onder de knop goede doelen en vervolgens CHAMP. Elke GDO mag CHAMP zonder enige verplichting richting de Stichting Nationale Goede Doelen Test uitproberen en toepassen. Uiteraard hopen wij dat veel GDO s dit gaan doen. GDO s die CHAMP uitproberen, zullen ervaren dat toepassing van CHAMP ook nuttige inzichten oplevert voor intern gebruik (voor het bepalen van de strategie, voor het alloceren van budgetten, voor het beoordelen van managers, etc.). GDO s die ondersteuning willen hebben bij het toepassen van CHAMP, kunnen contact opnemen met Hans Gierkink, partner van Change-up en mede-ontwikkelaar van CHAMP, op: 0172-498656.