Leveringsvoorwaarden voor werken van beeldende kuns Beroepsvereniging van Beeldende unsenaars BB Amserdam Gedeponeerd er griffie van de Arrondissemens-Rechbank e Amserdam d.d. 23-6-1983 onder nummer 174/1983 - waarin evens is opgenomen Uireksel van de Aueurswe 1912, inzake beeldende kuns. Arikel 1. Algemene Bepalingen 1.1 Degene, die enige vorm van beeldende kuns koop, opdrach o vervaardiging geef of een overeenkoms aangaa me één of meerdere beeldende kunsenaar(s), me he doel kunswerken in eigendom e verkrijgen, e verzamelen, e verhandelen, in bruikleen e geven of op één of andere wijze openbaar e maken, word in deze leveringsvoorwaarden aangeduid als de koper/opdrachgever. Alle handelingen worden geach, als opdrach o levering e zijn gegeven. 1.2 Degene, die beroepsmaig enige vorm van beeldende kuns uivoer en lever, word hierin verder aangeduid als de kunsenaar. Arikel 2. Domicilie 2.1 De koper/opdrachgever en de kunsenaar kiezen domicilie er plaase waar de kunsenaar is gevesigd. 2.2 Alle leveringen worden geach van daarui e zijn gedaan. 2.3 De bealingen dienen eveneens aldaar e worden gedaan. Arikel 3. Prijsopgaven 3.1 Alle prijsopgaven zijn vrijblijvend, enzij uidrukkelijk anders is overeengekomen. 3.2 Als een bindende prijsopgave word gewens, geld deze slechs o wee maanden na dao. 3.3 Alle prijsopgaven worden schrifelijk bevesigd. 3.4 Bij samengeselde prijsopgaven besaa geen verpliching o levering van een gedeele van de opdrach egen een overeenkomsig gedeele van de voor he geheel opgegeven prijs. Bij geschil gelden deze regels. 3.5 Indien ijdens de periode van de koop/opdrachovereenkoms maeriaalprijzen en/of lonen van derden bij he werk berokkenen onvoorzien verhoogd worden, is de kunsenaar gerechigd deze verhogingen aan de koper/opdrachgever door e berekenen. 3.6 Indien na een opdrach o prijsberekening en prijsopgave voor een nog ui e voeren kunswerk, de opdrach o uivoering en levering langer dan één maand uiblijf, is de kunsenaar gerechigd de kosen van he onderzoek, schesen en prijsberekening aan de koper/opdrachgever in rekening e brengen, 30 dagen na dao van de schrifelijke prijsopgave. 3.7 Opdrachen zonder honorering worden nie aanvaard en bij prijsopgaven is nimmer he aueursrech inbegrepen. Arikel 4. Aankopen en/of opdrachen 4.1 Alle aankopen/opdrachen dienen wederzijds schrifelijk e worden bevesigd me vermelding van de overeengekomen prijs, de inhoud van de aankoop/opdrach en de leveringsermijn. 4.2 Indien de aankoop/opdrachbevesiging slechs eenzijdig door de kunsenaar word gedaan en daaregen binnen ach dagen door de koper/opdrachgever geen bezwaar word gemaak, zal de inhoud van deze bevesiging de parijen binden en rechsgeldig zijn. 4.3 De koper/opdrachgever is gehouden, alle gegevens me berekking o de gewense levering, vooraf aan de kunsenaar e versrekken. 4.4 De kunsenaar is verplich, de koper/opdrachgever vooraf bekend e maken me de door hem e sellen leveringsvoorwaarden. (Bijvoorbeeld door afgife van een gedruk exemplaar van deze omschrijving). 4.5 De kunsenaar garandeer, da he geleverde - of nog e leveren - kunswerk door hem is - of nog zal worden - bedach, onworpen en gemaak. Hij is gerechigd zijn werk e signeren en van een iel en/of code e voorzien. Alle door de kunsenaar vervaardigde werksukken zijn beschermd door de We op he Aueursrech 1912.
4.6 De koper/opdrachgever zal zijn beoordeling van een onwerp baseren op de in de koop/opdrachbevesiging vermelde gegevens. Hij zal uierlijk binnen de periode van wee maanden na onvangs van een onwerp, schrifelijk en gemoiveerd aan de kunsenaar mededelen of he onwerp door hem is goedgekeurd, dan wel he onwerp nog oeliching door de kunsenaar behoef of, da een voorsel o enige wijziging word gedaan. De koper/opdrachgever zal een onwerp nie mogen afkeuren alvorens de kunsenaar ui e nodigen zijn onwerp mondeling oe e lichen. 4.7 Onwerpen - in welke vorm ook - blijven he geeselijk eigendom van de kunsenaar, me he uisluiend rech op openbaarmaking en exploiaie. Onwerpen blijven ook zijn maeriëel eigendom, enzij nadrukkelijk en schrifelijk anders is overeengekomen. De kunsenaar lever zijn onwerp(en) uisluiend om een indruk e geven van een nog e leveren c.q. ui e voeren kunswerk, voorzien van een schrifelijke begroing voor de uivoeringskosen. 4.8 Indien de koper/opdrachgever een varian op he eerse onwerp, ofwel één of meerdere nieuwe onwerpen verlang, worden deze exra werkzaamheden afzonderlijk aan hem in rekening gebrach. 4.9 Enkelvoudige handeling is een aankoop/opdrach o levering van een gereed kunswerk ui voorraad. Meervoudige handeling is een aankoop/opdrach o levering van een nieuw e maken onwerp en de uivoering volgens di - of meerdere onwerpen - van een kunswerk. 4.10 Indien de echnische uivoering van een bepaald kunswerk gedeelelijk of geheel door derden moe worden gerealiseerd, is de kunsenaar die de opdrach onving o levering van he gehele werk, verplich oezich e houden op de goede uivoering. De kunsenaar is veranwoordelijk voor he arisieke resulaa van he gehele kunswerk. Derden, die door de kunsenaar me de uivoering van gedeelen of he geheel van een werksuk zijn belas, zijn egenover hem veranwoordelijk voor he echnische resulaa. De kunsenaar bepaal de keuze van de uivoerder(s), enzij vooraf anders is overeengekomen. 4.11 Indien de aankoop/opdrach o levering inhoud, da een proefsuk in he gekozen maeriaal, een model ofwel een maquee van he onwerp door de kunsenaar geleverd moe worden, komen deze bijkomende werkzaamheden als exra kosen voor rekening van de koper/opdrachgever. Arikel 5. Bijkomende kosen 5.1 Ten behoeve van een in opdrach vervaardigd en geleverd kunswerk zijn bovendien voor rekening van de koper/opdrachgever - voor zover van oepassing - : onderzoek- en voorbereidingswerkzaamheden, hulpmaerialen, produciemiddelen, ussenproducen, verpakking, ranspor(en), ransporrisico s, reis- en verblijfkosen en BTW. 5.2 Alle hulpmiddelen/maerialen, produciemiddelen en ussenproducen behoren bij de aelierinvenaris van de kunsenaar en blijven diens eigendom, ook wanneer zij aan de koper/opdrachgever op rekening zijn geseld. De kunsenaar is nie verplich o bewaring daarvan, enzij vooraf anders is overeengekomen. Indien is overeengekomen, da deze bewaard moeen worden, is de kunsenaar gerechigd daarvoor bewaar-, opslagen verzekeringskosen in rekening e brengen. Arikel 6. Levering 6.1 De kunsenaar is verplich de hem opgedragen werken e leveren op de overeengekomen ijd zoals vermeld in zijn opdrachbevesiging. Als door onvoorziene omsandigheden daarvan moeen worden afgeweken, dien di ijdig en gemoiveerd door hem aan de koper/opdrachgever schrifelijk bekend e worden gemaak. 6.2 Tenzij anders is overeengekomen, is de koper/opdrachgever verplich he door hem opgedragen kunswerk direc na gereedkoming in onvangs e nemen en - in overeensemming me de opdrachovereenkoms - e beoordelen voor akkoord. De koper/opdrachgever dien alles e doen om he op ijd leveren door de kunsenaar mogelijk e maken en indien daaraan onvoorzien nie kan worden voldaan, hem da ijdig en gemoiveerd schrifelijk mede e delen. 6.3 De me de kunsenaar overeengekomen leveringsermijn is door de koper/opdrachgever seeds als bij benadering en nimmer als volsreke ermijn aan e merken, enzij he egendeel uidrukkelijk en schrifelijk me de kunsenaar is overeengekomen.
6.4 Indien door welke oorzaak ook, levering van een kunswerk door de koper/opdrachgever word verraagd, is de kunsenaar gerechigd om over he oaal van de overeengekomen prijs, ofwel he nog reserende eindbedrag mé de daarbij komende kosen e beschikken en de rekening aan de koper/opdrachgever e preseneren op he einde van de overeengekomen leveringsermijn. Indien de leveringsermijn vooraf nie nadrukkelijk en schrifelijk is overeengekomen, dan is de kunsenaar gerechigd zijn rekening e preseneren onmiddelijk na he versrijken van de normaal benodigde ijd voor he gereedmaken van zijn kunswerk. 6.5 De kunsenaar is gerechigd bewaar-, opslag- en verzekeringskosen in rekening e brengen over de periode vanaf he einde van de overeengekomen leveringsermijn o aan he momen waarop de door de koper/opdrachgever de daadwerkelijke levering is mogelijk gemaak. Arikel 7. Annulering 7.1 Indien een koop/opdrachovereenkoms door de koper/opdrachgever word eruggenomen, erwijl de kunsenaar reeds in een gevorderd sadium is gekomen me voorbereiding, uivoeringswerkzaamheden en/of verbinenissen me derden, zal de koper/opdrachgever gehouden zijn, de gehele som van alle kosen die bij he o sand komen van he kunswerk berokken zijn, aan de kunsenaar e voldoen. 7.2 Indien de gegeven omsandigheden waaronder de koop/opdrachovereenkoms werd gesloen zich zodanig wijzigen, da de kunsenaar ui arisieke of maeriële overwegingen geen mogelijkheden meer zie, de oorspronkelijk bedoelde opdrach naar behoren ui e voeren, is hij gerechigd die overeenkoms op e zeggen en e annuleren, echer me behoud van zijn rech, de o op da momen gemaake kosen voor zijn verriche werkzaamheden in rekening e brengen, onverminderd zijn rech op een nieuwe opdrachovereenkoms volgens die gewijzigde omsandigheden. 7.3 Indien de kunsenaar door overmach zijn verplichingen volgens de koop/opdrachovereenkoms nie kan nakomen, worden deze verplichingen uigeseld o de overmachsoesand is geëindigd. Als de kunsenaar na drie maanden nog nie in saa is zijn verplichingen na e komen en de levering van he werk geen langer uisel oesaa, is de koper/opdrachgever gerechigd de overeenkoms op e zeggen, waarbij hij is gehouden o bealing van de o da momen door de kunsenaar verriche werkzaamheden me de daarbij komende kosen. 7.4 Door uisel van bealing of faillissemen van de koper/opdrachgever, is de kunsenaar gerechigd de opdrachovereenkoms onmiddelijk en per aangeekende brief op e zeggen, onder bijvoeging van de rekening voor de o da momen onsane kosen van en voor zijn verriche werkzaamheden. Arikel 8. Bealingen 8.1 De kunsenaar is gerechigd, bealingen in meerdere ermijnen e vorderen, e ween bij de onvangs en aanvaarding van de: - aankoop/opdrachbevesiging - levering van een schesonwerp - aanvang van de uivoering van een kunswerk - levering van een volooid kunswerk - verzoek aan de koper/opdrachgever indien di voor de voorgang van he werk nodig blijk e zijn. 8.2 De koper/opdrachgever dien zijn bealingen e doen binnen derig dagen na de daum van de rekening, die in overeensemming me de opdrachovereenkoms door de kunsenaar is afgezonden. 8.3 Bij overschrijding van de bealingsermijn, is de koper/opdrachgever een weelijk vasgeselde rene verschuldigd o aan de daum van de algehele voldoening. In da geval is de kunsenaar gerechigd zijn werkzaamheden aan de opdrach op e schoren, oda de koper/opdrachgever he verschuldigde bedrag, verhoogd me de rene, heef beaald. Bealingen worden geach e zijn voldaan, wanneer de kunsenaar he bedrag van zijn rekening heef onvangen.
8.4 Alle kosen, zowel gerechelijke als buiengerechelijke, die onsaan bij de invordering van he door koper/ opdrachgever verschuldigde en nie ijdig beaalde bedrag, zijn voor rekening van de koper/opdrachgever o minimaal 10% (ien procen) van he me de koper/opdrachgever overeengekomen en schrifelijk bevesigde eindbedrag. 8.5 He maerieel eigendom van he kunswerk geef de eigenaar nie he rech o vermenigvuldiging of reproducie of enige andere vorm van exploiaie. Ingevolge de Aueurswe 1912 is di laasgenoemde rech uisluiende aan de kunsenaar - de maker van he kunswerk - voorbehouden, enzij vooraf en egen een bepaald honorarium, nadrukkelijk en schrifelijk anders me de kunsenaar is overeengekomen. Arikel 9. lachen 9.1 lachen dienen schrifelijk gemoiveerd binnen veerien dagen na onvangs van he geleverde kunswerk aan de kunsenaar gezonden e worden. 9.2 De koper/opdrachgever word geach akkoord e gaan me he geleverde kunswerk, als de kunsenaar binnen de ermijn van veerien dagen geen klachen heef onvangen. Indien in een bijzonder geval die ermijn voor de koper/opdrachgever verlenging behoef, zal de kunsenaar naar redelijkheid een langere ermijn van nog eens veerien dagen oesaan. 9.3 Als uierlijk ach dagen na onvangs van een rekening van de kunsenaar, door de koper/opdrachgever geen schrifelijke aanmerking is gemaak op he berekende bedrag, word hij geach deze rekening e hebben aanvaard en goedgekeurd. Arikel 10. Geschillen 10.1 Een geschil ussen de koper/opdrachgever en de kunsenaar is aanwezig als één van beiden verklaar da zulks he geval is. 10.2 Voor alle geschillen die ussen de koper/opdrachgever en de kunsenaar, diens erfgenamen of rechhebbenden mochen zijn onsaan, kan overeengekomen worden deze voor e leggen aan een arbiragecommissie, die de geschillen kan beslechen door een voor beide parijen bindend advies. De evenredige samenselling van de arbiragecommissie zal enminse besaan ui: - één veregenwoordiger van de organisaie die deze leveringsvoorwaarden heef uigegeven, - één veregenwoordiger van de koper/opdrachgever, en - een onafhankelijke en erkende juris als voorzier. 10.3 Indien arbirage nie gewens word of nie he gewense resulaa oplever, beslis de gewone burgerlijke recher. Arikel 11. Erecode 11.1 De koper/opdrachgever die voor hezelfde projec aan meerdere kunsenaars egelijk een opdrach wens e geven, dien hiervan alle daarbij e berekken kunsenaars op de hooge e sellen. 11.2 Als dezelfde opdrach eerder door de koper/opdrachgever aan andere kunsenaars is gegeven, zal hij di dienen bekend e maken, ongeach of die eerdere opdrach door vorige kunsenaars is aanvaard of nie. 11.3 Indien meerdere kunsenaars egelijk een zelfde opdrach o he maken van een onwerp van de koper/ opdrachgever onvangen, zullen deze kunsenaars in onderlinge collegiale overeenkoms, hun onwerphonorarium me de helf van da bedrag verhogen.
Robbe mphuis
Uireksel van de Aueurswe 1912 inzake beeldende kuns Voor zover van deze leveringsvoorwaarden nie word afgeweken, zijn de bepalingen en beperkingen van de Aueurswe 1912 - waarin opgenomen alle wijzigingen m.b.. de beeldende kunsen - op he werk van de kunsenaar en diens rechsverhouding o de koper/opdrachgever van oepassing. Arikel 1 He aueursrech is he uisluiend rech van de maker van een werk van leerkunde, weenschap of kuns, of van diens rechverkrijgenden, om di openbaar e maken en e verveelvoudigen, behoudens de beperkingen bij de we geseld. (B.W. 625) Arikel 2 He aueursrech word beschouwd als een roerende zaak. (B.W. 567). He gaa over bij erfopvolging en is vabaar voor gehele- of gedeelelijke overdrach. Gehele- of gedeelelijke overdrach van he aueursrech kan nie anders geschieden dan door middel van een auhenieke- of onderhandse ake. Zij omva alleen die bevoegdheden, waarvan de overdrach in de ake is vermeld of ui aard en srekking der gesloen overeenkoms noodzakelijk voorvloei. He aueursrech, hewelk oekom aan de maker van he werk, zomede - na he overlijden van de maker - he aueursrech op nie openbaar gemaake werken, da oekom aan degene, die he als erfgenaam of rechhebbende van de maker verkregen heef, is nie vabaar voor beslag. (B.W./Rv. 447) Arikel 4 Behoudens bewijs van he egendeel word voor de maker gehouden, hij die op he werk als zodanig is aangeduid, of bij gebreke van zulk een aanduiding, degene, die bij de openbaarmaking van he werk als maker daarvan is bekend gemaak door hem, die he openbaar maak. Arikel 6 Indien een werk is o sand gebrach door een ander, onder leiding en oezich van die andere, word deze als de maker van da werk aangeduid. Arikel 7 Indien de arbeid in diens van een ander verrich, besaa in he vervaardigen van bepaalde werken van leerkunde, weenschap of kuns, dan word als de maker van die werken aangemerk diegene, in wiens diens de werken zijn vervaardigd, enzij door parijen anders is overeengekomen. Arikel 19 Als breuk op he aueursrech op een porre word nie beschouwd de verveelvoudiging daarvan door, of en behoeve van, de geporreeerde of, na diens overlijden, zijn nabesaanden. Beva eenzelfde afbeelding he porre van wee of meer personen, dan saa die verveelvoudiging aan ieder hunner en aanzien van andere porreen dan zijn eigen, slechs vrij me oesemming van die andere personen, of gedurende ien jaren na hun overlijden, van hun nabesaanden. Ten aanzien van een foografisch porre word mede nie als inbreuk op he aueursrech beschouwd, he openbaarmaken daarvan in een nieuwsblad of ijdschrif door of me oesemming van een der personen, in he eerse lid genoemd, mis daarbij de naam van de maker, voor zover deze op of bij he porre is aangeduid, vermeld word. Di arikel is slechs van oepassing en aanzien van porreen, welke vervaardigd zijn ingevolge een opdrach, door of vanwege de geporreeerde personen, of en hunnen behoeve aan de maker gegeven.
Arikel 20 Tenzij anders is overeengekomen is degene, wien he aueursrech op een porre oekom, nie bevoegd di openbaar e maken zonder oesemming van de geporreeerde, of gedurende ien jaren na diens overlijden, van diens nabesaanden. Beva eenzelfde afbeelding he porre van wee of meer personen, dan is en aanzien van de gehele afbeelding de oesemming vereis van alle geporreeerden of, gedurende ien jaren na hun overlijden, van hun nabesaanden. Arikel 21 Is een porre vervaardigd zonder daaroe srekkende opdrach, de maker door of vanwege de geporreeerde - of e diens behoeve - gegeven, dan is de openbaarmaking daarvan door degene, die he aueursrech daarop oekom nie geoorloofd, voor zover een redelijk belang van de geporreeerde, of na zijn overlijden, van een van zijn nabesaanden zich egen de openbaarmaking verze. Arikel 24 Tenzij anders is overeengekomen blijf de maker van enig schilderwerk, nieegensaande de overdrach van zijn aueursrech, bevoegd gelijke schilderwerken e vervaardigen. Arikel 25 De maker van een werk heef, zelfs nada hij zijn aueursrech heef overgedragen, de volgende rechen: a) He rech zich e verzeen egen de openbaarmaking van he werk onder een andere naam als de zijne, alsmede egen he aanbrengen van enige wijziging in de benaming van he werk of in de aanduiding van de maker, voor zover deze op of in he werk voorkomen, dan wel in verband daarmede zijn openbaar gemaak. b) He rech zich e verzeen egen elke andere wijziging in he werk, enzij deze wijziging van zodanige aard is, da he verze zou zijn in srijd me de redelijkheid. c) He rech zich e verzeen egen elke misvorming, verminking of andere aanasing van he werk, welk nadeel zou kunnen oebrengen aan de eer of de naam van de maker of aan zijn waarde in deze hoedanigheid. De onder a, b en c genoemde rechen komen, na he overlijden van de maker o aan he vervallen van he aueursrech oe, aan de door de maker bij uierse wilsbeschikking aangewezene, e.v. Arikel 27 Nieegensaande de gehele- of gedeelelijke overdrach van zijn aueursrech, blijf de maker bevoegd een rechsvordering er verkrijging van schadevergoeding in e sellen egen degene, die inbreuk op he aueursrech heef gemaak. De bevoegdheid kom, na he overlijden van de maker, oe aan zijn erfgenamen of rechhebbenden, o aan he vervallen van he aueursrech. Arikel 28 He aueursrech geef de bevoegdheid voorwerpen, in srijd me da rech openbaar gemaak, zomede nie geoorloofde verveelvoudigingen in beslag e nemen op de wijze en me inachneming van de bepalingen, voorgeschreven voor he beslag o erugvordering van roerende goederen, en hezij dezelve als zijn eigendom op e vorderen, hezij de vernieiging of onbruikbaarmaking daarvan e eisen. Gelijke bevoegdheid o inbeslagneming en opvordering besaa en aanzien van he bedrag der oegangsgelden, beaald voor he bijwonen van een voordrach, een op- of uivoering of een enoonselling of voorselling, waardoor inbreuk op he aueursrech word gedaan (Rv. 721). Indien afgife word gevorderd van de zaken in he eerse lid bedoeld, zal de recher kunnen gelasen, da die afgife nie zal geschieden dan egen een bepaalde, door de eiser e bealen vergoeding. Ten aanzien van zaken waarbij inbreuk op he aueursrech word gemaak, kan de recher op vordering van de gerechigde gelasen, da de gedaagde zodanige maaregelen zal reffen, da de inbreuk op he aueursrech word opgeheven, me veroordeling van gedaagde o een bepaalde som gelds als schadevergoeding, in geval binnen een bepaalde ijd nie aan s rechers bevel is voldaan (B.W./Rv. Ar. 1401). Alles onverminderd de srafvervolging wegens inbreuk op he aueursrech en de burgelijke rechsvordering er bekoming van schadevergoeding.
Arikel 31 Hij die opzeelijk inbreuk maak op een anders aueursrech, word gesraf me gevangenissraf van en hoogse zes maanden of geldboee van en hoogse vijf en winigduizend gulden. (Zie ook Ar. 36a en 36b.) Arikel 37 Hoofdsuk III, De duur van he aueursrech. He aueursrech verval door verloop van 50 jaren, e rekenen van de 1e januari van he jaar, volgende op he serfjaar van de maker. De duur van een gemeenschappelijk aueursrech op eenzelfde werk, aan wee of meer personen als gezamelijke makers daarvan oekomende, word berekend van de 1e januari van he jaar, volgende op he serfjaar van de langslevende hunner.