BEDRIJFSVERG EL KING BELEGGING WAARDERING Succesmaatstaven voor beursondernemingen Prof. Dr. S.W. Douma en Dr. M.R. Kabir Inleiding Voor het vaststellen van de mate van succes van een beursonderneming kunnen verschillende maatstaven worden gebruikt. Er zijn maatstaven die uitsluitend gebruik maken van boekhoudkundige gegevens, er is één maatstaf (het marktrendement) die uitsluitend gebruik maakt van beurskoersen en uitgekeerde dividenden en er zijn maatstaven die op boekhoudkundige gegevens én op beurskoersen zijn gebaseerd. Succesmaatstaven worden veelvuldig gebruikt in wetenschappelijke studies waarin men de 'performance' van ondernemingen probeert te verklaren. Succesmaatstaven worden ook gebruikt in de financiële pers om ondernemingen onderling te vergelijken. In beide gevallen kan de volgende vraag worden gesteld: 'Maakt het veel uit welke maatstaf wordt gebruikt om het succes van beursondernemingen te meten?' Succes is natuurlijk een subjectief begrip. Wat de een belangrijk vindt is voor een ander wellicht van ondergeschikt belang, en omgekeerd. Een werknemer heeft belang bij continuïteit van zijn eigen baan, bij goede primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden, bij carrièremogelijkheden en bij een goede sfeer op het werk. Een aandeelhouder heeft belang bij een zo hoog mogelijk rendement op haar belegging. Een veïschaffer van vreemd vermogen is vooral geïnteresseerd in het vermogen
weten welk gedeelte daarvan wordt veroorzaakt door een investering in jaar t-1, welk gedeelte door een investering in jaar t-2, enzovoort. Deze cash-flow profües zijn echter niet bekend. Bosch (1989) heeft dat probleem opgelost door de heroïsche aanname dat de cash-flow profiles voor alle ondernemingen in een grote steekproef gelijk waren. Met deze aanname was hij in etaat om deze cash-flow profiles te schatten. Vervolgens
marktpartijen kunnen worden gemanipuleerd. Dat
van l januari 1988 tot en met 31 december 1992
Tabel 2: Enkelvoudige correlaties tussen de zes succesmaatstaven REV RTV NWM Q K/W MR REV.82* 54* 56*.11-.44* RTV l.53*.53*.19.44* NWM l.10.02.34* G 1.06.15 K/W 10 MR
Tabel 6: De top tien gebaseerd op de rentabiliteit van
Tabel 8: De tien ondernemingen met het grootste verschil tussen MR en REV Porceleyne Fles IHC Galand
Bijlage Rang bedrijf 1 2 3 \ 5 6 7 8 9 10 11 i2 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 Kon. Olie Unilever Philips Akzo Elsevier AEGON Heineken Ahold
Rang 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 bedrijf Ahrend j Macintosh ACF Samas Twcntschc
Rang bedrijf MW REV RTV 10O ChuuilioiiUelsgebuuwoii *fc 1.34 1.45 101 Braat 28 28 28 27 25 24 24 19.54 22.04 8.26 1.83 9.11 5.28 10.45 21.81 3.27 7.38 1.67 11.48-22.29 7.95 9.95-3.84-6.01 3.52 i.oo 5.27-3.15 0.63-52.68 6.99 7.32 6.08 0.76 5.49 2.01 7.06 102 Union 103 Textielgroep Twenthe 104 Krasnapolsky 105 106 107 108 109 110 111 112 Neways De Boer Boekhoven Ubbink De Drie Electronics Van Der Hoop Simac Wolff&Co. Gouda Vuurvast ' 113 Springstoffenfabriek 1 14 Pie Medical 115 Alanheri 116 Burgman Heybroek 117 Inter/View 118 119 120 121 122 123 122 Van der Giessen Kiene Mulder Boskoop Wyers Auto ind. "Rotterdam" Porceleyne Fles 24 23 23 20 18 17 17 14 13 8 16.47 0.85 4.97 3.12 8.23-1.56 3.05 4.28-0.18-2.30 0.43 NWM lo.ie 4.20 2.33 1.55 3.25 1.03 2.69 8.24 _ 2.16 0.64 3.62 2.56 0.63-0.80-0.15 0.69 0.78 4.83-0.04 0.24-1.94 2.64-0.31 0.36-5.66 MK Q 8. 40 O.66 11.18 19.12 26.74 19.25-7.13 19.35 11.26-3.84 3.12 1.85 4.33 5.64-0.76-3.72 24.59-18.39-5.25 14.93 1.45 1.97 0.70 0.81 1.28 0.65 0.94 2.13 1.11 1.02 0.61 0.86 1.68 1.49 0.89 0.75 2.42 0.21-4.2O 2.38 4.26-12.94 6.49 10.51 0.77 0.60 0.60 1.73 MAART 1996 K/w