Toetswijzer Toepassingen juni



Vergelijkbare documenten
'I:' 1; : indirect meten meetinstrumenten

handleiding pagina s 994 tot Handleiding 1.2 Huistaken huistaak 26: bladzijde 841 huistaak 29: bladzijde Werkboek 3 Posters

2 Noteer de letter die de plaats aanduidt van het getal op de getallenas. nr. 8

I Meetkunde 4VC { Wat leerde ik? - Schaduwbeelden - Oriëntatie - kijklijnen - vraagstukken. I - Het soortelijk gew'rcht

WISKUNDE: HERHALINGSOEFENINGEN EINDE ZESDE LEERJAAR

Meten en metend rekenen Wat leerde ik? - Afstand, tijd, snelheid - De lijnschaai en de breukschaal. Meetkunde Wat leerde ik?

handleiding pagina s 707 tot Handleiding 1.1 Kopieerbladen pagina 640: soortelijk gewicht 1.2 Huistaken huistaak 21: bladzijde Werkboek

Blok 6 MR vraag 1: de oppervlakte van vlakke figuren met een grillige vorm berekenen

---9. r-: I Getallenkenni:li. Tips voor de toets. Meetkunde. Bewerldngen. Meten en metend rekenen

TOETS SPRONG Zoek het kleinste gemeenschappelijk veelvoud van... / 2,5. 2 Zoek de grootste gemeenschappelijke deler van...

8.1 Inhoud prisma en cilinder [1]

o na blok Naam:. Klasnr.:

handleiding pagina s 956 tot Handleiding

i TiPDenk aan de rechthoeksstrategie!

Vastgesteld: naam... datum... Paraaf... cijfer = score x 0, ,8588 (met een minimum van 1).

straat Van uur tot en met 3.30 uur is A 7 uren en 40 minuten. B 8 uren en 20 minuten. C 8 uren en 40 minuten. D 16 uren en 20 minuten.

e) 124 op 300 b) 15 op 45 f) 412 op 500 c) 38 op 45

M.R. 56 : Overzicht scenario s.

Hoofdstuk 6 Inhoud uitwerkingen

handleiding pagina s 678 tot Handleiding 1.2 Huistaken huistaak 20: bladzijde Werkboek 3 Posters 4 Scheurblokken

Extra oefeningen: vergelijkingen en ongelijkheden

1. Bereken. 2. Bereken. Oefenopgaven. F. 2 km = cm G. 3 dm = mm H. 4,5 cm = m I. 250 dm = dam J. 3,12 hm = dm

11 Junior Wiskunde Olympiade : tweede ronde

handleiding pagina s 412 tot Handleiding 1.1 Kopieerbladen nihil 1.2 Huistaken nihil 2 Werkboek

Blok 6 MR vraag 1: de oppervlakte van vlakke figuren met een grillige vorm berekenen

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 1 dinsdag 15 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Blok 6A - Vaardigheden

handleiding pagina s 1016 tot Handleiding 1.2 Huistaken nihil 2 Werkboek 3 Posters poster 1: Heuristiek poster 7: Schaal 4 Scheurblokken

1. rechthoek. 2. vierkant. 3. driehoek.

9.1 Oppervlakte-eenheden [1]

Noordhoff Uitgevers bv

Herhalingsles 4 Metend rekenen 1 Weeroefeningen

Materiaal. Spelbeschrijving. Iedere speler gooit één keer met de dobbelsteen. De speler die het hoogste aantal ogen gooit begint.

handleiding pagina s 444 tot Handleiding 1.2 Huistaken huistaak 10: bladzijde Werkboek 3 Posters poster 1: Heuristiek 4 Scheurblokken

Teken een diagonaalvlak naar keuze in de originele kubus. Teken dit diagonaalvlak plat op je blad op ware grootte.

A 155 B 310 C 3838 D

Examen VMBO-BB. wiskunde CSE BB. tijdvak 21 donderdag 24 mei uur. Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje.

Examen VMBO-GL en TL. wiskunde CSE GL en TL. tijdvak 2 dinsdag 21 juni 13:30-15:30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

-----~8. GetaUenkennis Wat leerde ik? - Breuken: herhaling en inoefening - Romeinse djfers. Meetkunde Wat leerde ik?

7 cm. Bereken de inhoud van het stuk appeltaart in cm³. Een vliegtuig vliegt op 12 km hoogte en begint met dalen onder een hoek van 3.

DEZE VRAGEN MAAK JE ZONDER REKENMACHINE. JE MAG WEL KLADPAPIER GEBRUIKEN. vraag 1: 5 1,65 = vraag 2: 60% van 450 is. vraag 3: = vraag 4:

handleiding pagina s 198 tot Handleiding

Examen VMBO-GL en TL. wiskunde CSE GL en TL. tijdvak 2 dinsdag 18 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Oppervlakte en inhoud van ruimtelijke figuren

REKENEN. Les Probleemoplossend Rekenen. Hoofdstuk 13 -

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 1 maandag 21 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

( ) + (100 10) Schat het quotiënt, maak de delingen en noteer de juiste waarde van de rest.

Naam:... Datum: =. 2 x 15 = =. 4 x 12 = =. 6 x 7 = =. 100 : 4 = =. 36 : 6 =.

gemeenschappelijke delers: g.g.d.: Noteer de delers in het schema. Omcirkel de gemeenschappelijke delers. Kleur de g.g.d. blauw.

Hoofdstuk 18: De ruimtefiguren. 1. Kleur de ontwikkeling, die een kubus vormt, in.

Tips en truuks - opgaven

Toetswijzer examen Cool 2.1

Taakanalytisch Leerlingvolgsysteem. Wiskunde. Eerste tot en met vijfde leerjaar van het lager onderwijs. Gompel&Svacina. Toetsen

0,6 = 6 / 10 0,36 = 36 / 100 0,05 = 5 /100 2,02 = 2 gehelen en 2 / 100

handleiding pagina s 430 tot Handleiding 1.2 Huistaken nihil 2 Werkboek 5A: bladzijden 60, 61, 69, 75 en 76 5B: bladzijden 6, 15, 21, 22 en 23

Het Metriek Stelsel. Over meten, omtrek, oppervlakte en inhoud

toetswijzer wiskunde curriculumdifferentiatie 6de leerjaar *De waarde van natuurlijke getallen en kommagetallen, bv = 8 D + 5 H + 6 T + 0 E

Het metriek stelsel. Grootheden en eenheden.

wizprof maart 2013 Veel succes en vooral veel plezier.!! je hebt 75 minuten de tijd rekenmachine is niet toegestaan

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

: 7 VAK : REDACTIEREKENEN EN CIJFEREN DATUM : VRIJDAG 4 APRIL 2014 TIJD : UUR

a a Leg 3 getallen van 2 cijfers en tel ze op. b d Bedenk sommen waar 180 uitkomt. Meer antwoorden. b Uit welke som komt 103?

Opgave 2. ( 4 punten) Bereken de breedte van de tafel, afgerond op hele centimeters. Schrijf de berekening op.

Blok 1 Herhalingstoets

Blok 1 Herhalingstoets

1 Junior Wiskunde Olympiade : tweede ronde

HET GROTE REKENBOEK OEFENBOEK. Antwoorden en Uitwerkingen VOORBEELDPAGINA S

Determinatietoets Rekenen 2F Deze toets bestaat in totaal uit 50 opgaven verdeeld over twee onderdelen.

leeftijd leeftijd 1-15 d 3-5 m 6-23 m 2-3 j 3-5 j 5-9 j j j j j j j

1 Junior Wiskunde Olympiade : tweede ronde . (D)

Het Metriek Stelsel. Over meten, omtrek, oppervlakte en inhoud

Hoofdstuk 8 - Ruimtefiguren

Toets 13 Toets na blok 4 Naam:... Klasnr.:...

Bereken de oppervlakte van de donkere gedeelten in de tekeningen hieronder.

1) Welk getal moet voor het driehoekje worden ingevuld zodat de vergelijking klopt? 2) Schrijf 5/8 als een decimaal getal.

Vergelijkingen met één onbekende

handleiding pagina s 964 tot Handleiding 1.1 Kopieerbladen pagina 915: km Huistaken huistaak 27: bladzijde Werkboek 3 Posters

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 2 dinsdag 18 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Naam:... Nr... SPRONG 6

Je ziet hier 3 snelheidsmeters. Welke meter geeft de hoogste snelheid aan?

Hoofdstuk 2 boek 1 havo b Oppervlakte en inhoud.

M.R Overzicht scenario s leerlingengedeelte met schermafdruk

Naam:... Nr... SPRONG 5. a Kleur het juiste percentage van de figuren en vul in hoeveel percent er overblijft.

Examen VMBO-BB 2005 WISKUNDE CSE BB. tijdvak 2 maandag 20 juni uur. Naam kandidaat Kandidaatnummer

Aanvulling hoofdstuk 1 uitwerkingen

1 Wiskunde, zeker. 1, 2, 3, 5, 6, 7. 8, 10, 11, 12 en 13 eurocent. duimstok Timmerman Hoe lang iets is.

1 Junior Wiskunde Olympiade : tweede ronde

a De!diameter ~ an een ci rkel is 4 cm. -;:> ~ fl-"" Noteer de formule om de omtrek en de oppervlakte van een cirkel te berekenen.

Examen HAVO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

Vastgesteld: naam... datum... Paraaf... cijfer = score x 0, ,5862 (met een minimum van 1).

Bij deze PTA-toets hoort een uitwerkbijlage, die behoort bij opdracht 4c. Pagina 1 van 8. Vestiging Westplasmavo

SRD , + SRD , = ton A 1,005 B 10,05 C 100,5 D 1005

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 2 dinsdag 17 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Stenvertblok Rekenen 4 Antwoorden

TOETS SPRONG Cirkeldiagrammen aflezen... / 3. Bo Dumont leerkring Wout Datum: Nr. 13. Uitgeverij VAN IN 1 van / 5

Rekenboekje met antwoorden

Wiskunde Uitwerkingen Leerjaar 1 - Periode 3 Meetkunde 3D Hoofdstuk 4 t/m 7

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 1 vrijdag 21 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO. Wiskunde B (oude stijl)

Les 20: gelijknamige breuken, gelijkwaardige breuken en breuken vereenvoudigen

Transcriptie:

Toetswijzer Toepassingen juni Naam :... Klasnr.:... 1. Sam wil 3,5 kg margarine. Eén pakje weegt 250 g. 3,5 kg = 3500 g Hoeveel pakjes moet Sam kopen? 3500 : 250 = 14 Sam moet 14 ~akjes ko~en. 2. Lien loopt 1500 m in 6 minuten. Bereken haar gemiddelde 6 min. -->1500 m 10x!! 10x 60 min. --> 15000 m snelheid in km per uur. 15 km ~er uur =15km 3. Van de kinderen van onze klas draagt 4/5 een jeans. 1/5 = 5 Vijf kinderen dragen geen jeans. 5/5 = 25 Hoeveel kinderen zijn er in onze klas? 25 kinderen 4. Ik heb drie flessen van 1 liter. Eén fles vul ik volledig met 1 I + 0,5 I + 0,25 I water, de tweede vul ik maar half en de derde vul ik voor een = 1,751 vierde. Hoeveel water heb ik in de drie flessen samen? 1,75 I water 5. Tijdens de koopjesdagen koopt mama een jas van 200 euro, 40 % van 200 = 80 die nu afgeprijsd is met 40 % korting. 200-80 = 120 Hoeveel betaalt mama die jas? 120 euro 6. In de klas van juf Chris zitten 24 kinderen. 24-2 = 22 Er zijn twee jongens minder dan er meisjes zijn. 22 : 2 = 11 Hoeveel meisjes zitten er in de klas van juf Chris? 11+2=13 13 meisjes 7. Vul de etiketten in. Je mag je ZRM gebruiken. 3,75 x 4,69 = perziken kaas 4,69 euro/kg 12,99 euro/kg 3,75 kg 0,739 kg prijs: 17,58 euro prijs: 9,60 euro 17,58

2 8. Tuinman Wim verdient bruto 35 euro per uur. Hij werkt 5 dagen per week en 8 uur per dag. Bereken het bruto weekloon van Wim (dus zonder bijdragen en belastingen). 1400 euro 5 x 8 = 40 40 x 35 euro = 1400 euro Voor belastingen en onkosten betaalt Wim 45 % van zijn loon. 45 % van 1400 = Hoeveel houdt Wim over na één week? 630 770 euro 1400-630 = 770 9. De stompe hoek van een rechthoekig trapezium meet 135. Bereken de grootte van de andere hoeken. De andere hoeken meten 90, 90 en 45. Totaal van de 4 hoeken is altijd 180 10. Te Koop: groot stuk bosgrond met twee caravans op 4760 m>' Rustige ligging. Prijs caravan: 2250 euro per caravan Prijs bosgrond: 4, 15 euro per m 2 Bereken de prijs van de grond met de twee caravans. 24 254 1 m' --; 4,15 x 4760! 4760 m' --; 19 754 2 x 2250 = 4500 19 754 + 4500 = 24 254 11. Deze figuur is een vierde van een ruit. Bereken de omtrek en de oppervlakte van de ruit. 1,5C~ d1 = 2 x 1,5 cm = 3cm 3cm omtrek = 4 x z = 4 x 3,4 cm = 13,6 cm d2 = 2 x 3 cm = 6cm oppervlakte = d1 x d2 = 3cm x 6cm = 9 cm 2 2 2

3 12. In de tabel kun je aflezen hoeveel punten 8 kinderen behaalden bij een spel. Het maximum bedraagt 175 punten. Totaal: 935 punten Bram 125 Noteer het gemiddelde aantal punten 935 : 8 = 116,875 Sofie 145 van de acht kinderen. 116,875 Kaat 105 Stan 130 Noteer de mediaan van het aantal 0-105-115-125-130- Laura 0 punten van de acht kinderen. 127,5 140-145-175 Kim 175 Wout behaalde 14,97 % van de punten. 125 + 130 = 255 Wout 140 255 : 2 = 127,5 Marie 115 13. Jo zet 12 000 euro uit in de bank. Hij krijgt een jaarrente van 4 % van 12 000 = 480 4 %. Na één jaar is de 12 000 euro van Jo aangegroeid tot 12480 euro. 12000 + 480 = 12 480 14. In een park staan zeven rijen bomen. In totaal zijn er 147 147 :7 =21 bomen en in elke rij staan er evenveel. Morgen worden alle 2 x 21 = 42 bomen van de tweede en de vierde rij gekapt 147-42 = 105 Hoeveel bomen zullen er blijven staan? 105 15. Van de erfenis van een tante zonder kinderen krijgen drie 1/2 + 1/5 + 1/4 = nichtjes 1/2, 1/5 en 1/4 deel. Welk deel van de erfenis is niet 10/20 + 4/20 + 5/20 = voor hen? 19/20 1/20 20/20-1 9/20 = 1/20 16. Een zandbak heeft de vorm van een rechthoek van 8 m bij 3 m. 8 m x 3 m x 0,20 m = De bak wordt gevuld met een laag zand van 20 cm dik. 4,8 m' Hoeveel m J zand is daarvoor nodig? 4,8 m 2 17. Welk uur ontbreekt in deze uurtabel? Alle treinen rijden even Duu r rit = 1 A5 uur lang over de afstand. Dus: + 1A5 Vertrek Brugge 4.21 6.12 8.58 Aankomst Luik 6.06 7.57 10.43

4 18. ~;\ ' '"",, - -~ 12 28 De prijzen van boek A en boek B verhouden zich als ~ en I 12/28 = 3/7 19. Nora krijgt 150 % meer zakgeld. Vroeger kreeg ze 15 euro per 100 % -4 15 maand. Hoeveel krijgt ze nu? 150% -4 225 37,5 37,5 20. Het maandelijks brutoloon van mevrouw Devos is 2184 euro. Ze betaalt 102 euro bijdragen en 518 euro belasting. Bereken het nettoloon van mevrouw Devos. 1564 Bereken haar jaarlijkse nettoloon. 18 768 102 + 518 = 620 2184-620 = 1564 12x 1564= 18 768 21. Bereken de omtrek en/of de oppervlakte van de figuren. 20 cm omtrek = Som van de zijden = 8 x 20 cm = 160 cm oppervlakte = 8 x b x a = 8 x 20 cm x 24 cm = 2 2 1920 cm' oppervlakte = b x h 2 x (3 cm x 1,5 cm) = 2 x 4, 5 cm' = -- 9 cm' 2 x (3 cm x 1 cm) = 2 x 3 cm' = 6 cm' 2 x (1,5 cm x 1 cm) = 2 x 1 5 cm' = 3 cm', -- - 9 cm' + 6 cm' + 3 cm' = 18 cm'

5 22. Bereken de oppervlakte en de prijs van beide bouwgronden. Prijs: 84 euro per m 2 50 m 40 m 4 ~ oppervlakte prijs 1 1 1500 m 2 126 000 10 rri 4 40 m ~ 2 1000 m 2 84 000 1. (8+ b) x h = L (40 m + 20 m) x 50 m= I 3000 m 2 : 2 = 1500 m 2 1500 x 84 = 126 000 2. b x h = 2 40 m x 50 m = 2 23. Deze fiets is in werkelijkheid 215 cm lang. Vul het schema in en zoek de schaal. l1l 0 de tekenin 1 cm ~ In werkelijkheid 72 cm 216 cm :3 De fiets is getekend op schaal 1/72 24. Bereken de totale oppervlakte van het lichaam dat hieronder getekend is. :3 ~'..r 2 x opp. grondvlak = 2 x (r x r x TT) = 2 x 3,5 cm x,5 cm x 3,14 =... 76,93 cm 2 2 x opp. zijvlak = 2 x (2 x r x TT) x h = 2 x (2 x 3,5 c x 3,14 x 12 cm = 527,52 cm 2.., cm~ 76,93 cm 2 + 527,52 cm 2 = 604,45 cm 2 25. Een tuinman legt een cirkelvormig bloemperk aan met een diameter van 3,4 m. Hij plant 4 lavendelstruiken op 1 m 2. Hoeveellavendelstruiken moet de tuinman kopen? J... I-.p............./.!.. ~.... ~... 'f.. ~................... ~~.. f..... x..:..................... ''''f_:m~... :-:-:-7.... 3.6. ~...........A1iëo.o1 ~ '1'f'. ~ -1, 1-'W\.. I"(. I< re..)< Tr' -= 1,""'" IC 1/1- "'" 3" 11(.I.. = Q/o1 IV'. /"V a ot,,-~fy(l

6 26. Op een veld staan twee palen: één van tien meter hoog en één van acht meter hoog. Vanaf de top van de ene paal is een touw strak gespannen naar de top van de andere paal. De palen worden tegen elkaar aan geschoven. De onderkant van het touw hangt nu één meter boven de grond. Hoe lang is het touw? A: Het touw is ongeveer 19 meter lang. 10 m 8m B: Het touw is ongeveer 18 meter lang. :!trrv W 1/fr\... C: Het touw is ongeveer 17 meter lang. 10 m 8m & et touw is ongeveer 16 meter lang. 1 m van de grond 27. Boer Fons verkoopt 1000 kg aardappelen. Voor de helft van zijn oogst krijgt hij 0,15 euro per kg. De helft van wat overblijft, verkoopt hij voor 65 euro. De rest doet hij van de hand voor 0,10 euro per kg. Hoeveel brengt de totale oogst van boer Comeel op? 500 x ~ 0(15 :: g et)f(.o,j. 50 ~ -6> S f.mjto,i5;o )(- - 1 10 = J5 e.wco /bseuxo.............. ~b.5.. ~..................... 28. Voor een gezond tussendoortje op een zomerkamp koopt de leiding allerlei fruitsoorten en maakt een lekkere fruitsalade klaar. Bavo en Gitte mengen 3 kg perziken aan 4,70 euro per kg, 5 kg bananen aan 1,90 euro per kg, 2 kg kiwi's aan 3 euro per kg en 4 kg appelen aan 1,50 euro per kg. Bereken de prijs van 1 kg fruitsalade. 3)(~ ~70:::~1~ 1 / 5x 4':6..1,<fo~ -~~5 ~ }(-.3 ",CG 4 X =61,so=~f r- ~4~~ 35G............ ==G.:... c:z,5.4............ ~ 3 ~6 ~-11j.= e J.,S'f

7 29. Op kamp maakt de kookploeg soep klaar in een enorme ~ > 30C1'>'l kookpot. De diameter is 60 cm en de hoogte meet 75 cm. -A- -- 60 CM- De pot is tot 15 cm van de rand met soep gevuld. Hoeveel liter C 7-SCATI! 1SG-I>\) soep zit er in de kookpot?!til"jt K1r' xp..- = 0 3oc.o do"," )( 3, 1/f >< :: :::.:' ::. ' ::." :ji.i3.,.s6~:.. -16:1560 ~ t... ::.. ::.::..:::::::.. :: ::::. ::: ::::: - 30. Bereken het volume en het gewicht van de ruimtefiguren in massief marmer. Het soortelijk gewicht van marmer is 2,7. afmetingen volume gewicht cilinder r=7cm;h =11 cm 1.6!J.!.1j}f3. ~.&.8'f. t J- balk h = 6 dm ; b = 4 dm ; I = 25 cm bow Ab'J...H.,., kubus ribbe = 9 cm 1J.'f.cd 1~~~ ~ -169,5(0 -t 31. Op de bouwdoos van de locomotief staat: schaal 1 :300. Hoe groot is de locomotief in werkelijkheid?..................,.....,.. -...... -,-.......... -.-......... 3çp.. ~.. rr :.,ej:(.................... 32. Een vrachtwagen staat geladen op de weegbrug. Hij weegt 15 ton. tarra: 4500 kg -1)'~ + 4,5 ~ 9YL laadvermogen: 12 ton,ab, 5 ~ Mag de vrachtwagen de weg op? Waarom wel of waarom niet? 33. Een wandelaar stapt van Vilvoorde naar Kampenhout met een.-1(.(,. -?> s-t,., gemiddelde snelheid van 5 km per uur. Hoeveel km heeft hij al.~ {I.y: ~ afgelegd als hij 1 uur 45 minuten onderweg is?.-15~ -'7 1,J.Sc...................,......................,.....><fr )11" rt-.........................................................,a 4Su.. -9 'ii 9~ 0.............................................. -...

8 34. Sarah nam deel aan een vijfdaagse fietstocht. Ze reed een gemiddelde van 285 km per dag. De eerste dag reed ze 270 km, de tweede dag 265 km, de derde dag 305 km en de vierde dag 290 km. Bereken hoeveel km Sarah de vijfde dag aflegde............ J.. 7J5... -tm.................. 35. Een ploeg spoorarbeiders moeten een nieuwe spoorlijn leggen van Vilvoorde naar Mechelen. De ploeg bestaat uit 16 arbeiders en de klus wordt in 112 dagen afgewerkt. Hoe lang duurt diezelfde klus met 28 arbeiders? '........ b.4.. J (j 36. Oom Jan werkt als bediende in een speelgoedwinkel. Hij ontvangt elke maand een vast loon van 1450 euro. Hij krijgt ook 10 % van het bedrag van het speelgoed dat hij verkoopt. Voor de maand december stort de eigenaar 2050 euro op de rekening van oom Jan. Voor hoeveel heeft oom Jan die maand december verkocht? 3. 70 -+- J..6S + 3oS" +.2..,0::: -1-130 14.lS - 11?-0 _ ~"35 -'» -11.td. '" Q.. :1( ~ f.k'! 40... -?> 4Ittd.. Y <f.2,&,,,, -7 r;;v J. P<TV.AO~ 1'1D -f -? -. 60 P t 11 o1.p.400 % --;;> g 6/'aj:oo........... ~... 6'~...................... 37. Bereken het totale gewicht van en massieve eiken kubus met een ribbe van 3,2 dm. Het soortelijk gewicht van eik is 0,9. 1:. IC' ft.. ". -t. :: 3;Zc-... -\..1e-)< ~.tc... ::: 3~ +6~ ~... X 0, "f:: ;, "f 49~v.2. 1- ~ ol"'!, 4'11 ~ 38. Meneer Meivis koopt 200 stoelen aan 45 euro per stoel. Hij verkoopt 3/5 van de stoelen en wint hierop 30 %. De rest verkoopt hij aan 40 euro per stoel. Maakt meneer Meivis nog winst? Zo ja, hoeveel?.... ~:;Ao... J.J..o...,.,..... :... q=.~~4...:t.j:o...................................... ~......... 3o~ ""'"' 1(5': 1"3,~ 4> +-13, '>= Ç'B,S" 211'.~.: 1.to S 01.10 x ~!;1f,!>.:?<I>k~ 1"'0 K Q:!jo ::: 3 t.oo e.w-<o