Je ziet hier 3 snelheidsmeters. Welke meter geeft de hoogste snelheid aan?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Je ziet hier 3 snelheidsmeters. Welke meter geeft de hoogste snelheid aan?"

Transcriptie

1 Heeft Uw kind problemen met redactiesommen? Hieronder staan een aantal redactiesommen specifiek voor groep 7 en 8 van de basisschool U kunt het gebruiken voor wat extra training. Van welke combinatie van getallen is het gemiddelde 7? 10 en 9 en 2 9 en 3 en 2 5 en 7 en 8 7 en 0 en 7 Van welke cirkel is ongeveer 30% blauw gekleurd? Je ziet hier 3 snelheidsmeters. Welke meter geeft de hoogste snelheid aan? 2/3 + 1/4 = 11/12 ; 9/12 ; 3/12 ; 3/7 3/9-1/3 = 0 ; 2/6 ; 2/9 ; 1/9

2 Wat is juist? 1 en 2 zijn beide onjuist;1 en 2 zijn beide juist;alleen 1;alleen 2 Jan zet stappen van 1 meter. Hoeveel stappen moet hij zetten voor hij in Krimp is? 800 stappen;8000 stappen;8 stappen;80 stappen Kijk naar het plaatje en beantwoord de vraag 12 vierkantjes;10 vierkantjes;14 vierkantjes;het goede antwoord staat er niet bij Hoe zwaar schat je het gewicht van een konijn? 4kg ; 40kg ; 40gram ; 400gram Een bromfiets rijdt 40 km op 1 liter. Na 100km heeft hij...liter verbruikt 2,5 ; 1,5 ; 60 ; 80 Een fietser reed 5000 meter in 7½ minuut. Hoeveel km per uur is dat gemiddeld per uur? 40 ; 20 ; 50 ; 90

3 Een machine vult in 3 minuten 15 flesjes met appelsap. Hoeveel zijn er dat per uur? 300 flesjes ; 900 flesjes 20 flesjes ; 45 flesjes 1 hectare =...vierkante meter ; 100 ; 1000 ; vierkante meter =...vierkante cm ; ; ; Hoe hard loopt een wandelaar? 5km per uur 1km per uur 10km per uur 15km per uur Hans koopt 1 krop sla, 1 kilo wortelen en 2 kilo appels. Hoeveel moet hij betalen? 6,36 euro 5,38 euro 7,38 euro 4,89 euro Carla koopt 3 kroppen sla en 1 kilo appels. Ze betaalt met 5 euro. Hoeveel krijgt ze terug? 1,70 euro 1,19 euro 1,72 euro Ze heeft geld te weinig

4 Willeke gaat trakteren op appels. In 1 kilo zitten 9 appels. Ze moet voor 30 kinderen appels hebben. Hoeveel kilo moet ze kopen? 3 1/3 kilo 4 kilo 9 kilo 3 1/2 kilo Richard koopt 1 kilo appels en 2 kilo peren. Hij betaalt met 10 euro. Hoeveel krijgt hij terug? 3,04 euro 3,55 euro 1,06 euro Hij heeft geld te weinig Ria haalt een halve kilo gehakt, 200 gram ham en 200 gram boterhamworst. Ze betaalt met 15 euro. Hoeveel krijgt ze terug? 4,10 euro 10,90 euro 6 euro Ze heeft geld te weinig

5 Mevrouw Jansen koopt drie kilo rundvlees, acht karbonades en één kilo gehakt. Hoeveel moet ze betalen? 47,00 euro 45,00 euro 52,40 euro 30,80 euro "Dat is dan 57,40 euro" zei de slager. Hoeveel kilo rundvlees heb je gekocht? 7 kilo 20,5 kilo Ongeveer 16 kilo Dat kan je niet uitrekenen Tomas koopt 6 karbonades en een halve kilo gehakt. Sanne koopt 1 kilo rundvlees, 1 kilo gehakt en 100 gram ham. Hoeveel betalen ze samen? 32,00 euro 26,60 euro 28,40 euro 27,90 euro

6 In de etalage ligt voor 74,10 euro aan karbonades. Hoeveel karbonades liggen er? 39 stuks Ongeveer 25 stuks 93 stuks Dat kan je niet uitrekenen Sanne betaalde met 25 euro. Ze kreeg 5,40 euro terug. Ze kocht 200 g. ham en rundvlees. Hoeveel kilo rundvlees kocht ze? 2 kilo rundvlees 1 kilo rundvlees 3 kilo rundvlees Dat kan je niet uitrekenen Jeroen kocht een stuk boterhamworst van 400 gram en voor 5,40 euro gehakt. Hoeveel moet hij betalen? 9,80 euro 11,80 euro 17,20 euro Dat kan je niet uitrekenen

7 Thomas koopt een halve kilo gehakt, een halve kilo rundvlees, 3 karbonades en 100 g. ham. Hij betaal met 15 euro. Hoeveel krijgt hij terug? Hij krijgt niets terug 0,50 euro 2,30 euro Hij heeft geld te weinig De omtrek van een lokaal is 34 m. De breedte is 8 m. Wat is de oppervlakte? 72 m² 720 m² 27 m² 136 m² De lengte van een luciferdoosje is 5 cm. De breedte is 3,5 cm. Hoeveel is de oppervlakte? 17,5 cm² 17,0 cm² 8,5 cm² 175 cm² Een kamer wordt belegd met plavuizen. De kamer heeft een oppervlakte van 36 m². Elke tegel is 30 cm bij 30 cm. Hoeveel tegels komen er te liggen? 40 tegels 400 tegels 4000 tegels 50 tegels In de badkamer komen tegels van 10 cm bij 10 cm. Er komen 500 tegels te liggen. Hoeveel m² is de badkamer? 5 m² 50 m² 0,5 m² 10 m²

8 Op een wand van de kamer komen kurktegels. Hoeveel kurktegels heb je nodig? 107 tegels 106 tegels 192 tegels 150 tegels In de tuin van 15 bij 9 m komt een tegelpad van twee tegels breed. Hoeveel vierkante meter tuin blijft er over? 126,0 m² 129,6 m² 162,0 m² 10,5 m²

9 Een plein is 60 m lang en 40 m breed. Er staan gemiddeld 2 mensen op een vierkante meter. Hoeveel mensen staan er op het plein? 4800 mensen 8400 mensen 2400 mensen 1200 mensen Vader zet bloembollen in de tuin. De tuin is 8 m bij 7 m. Op elke vierkante meter plant hij gemiddeld 5 bollen. Hoeveel bollen komen er in de tuin? 280 bollen 820 bollen 355 bollen 56 bollen Een boom is 22 m lang. Er worden paaltjes van gezaagd van 150 cm. Hoeveel paaltjes komen er? 14 paaltjes 15 paaltjes 146 paaltjes 147 paaltjes Thomas heeft een rol touw van 85 m. Sanne meet haar touw en komt op 66 m en 75 cm. Hoeveel is het touw van Thomas langer? 18,25 m 12,85 m 18,75 m 17,25 m Onze straat is 400 m lang. Om de 25 m staat een lantaarnpaal aan beide kanten van de straat. Hoeveel lantaarnpalen staan er? 32 lantaarnpalen 23 lantaarnpalen 30 lantaarnpalen 34 lantaarnpalen De omtrek van een lokaal is 36 m. De lengte en breedte zijn gelijk. Hoeveel is de lengte? 9 m 6 m 18 m 12 m

10 De lengte van een weiland 8 hm. De breedte is 90 m. Hoeveel m is de omtrek? 1780 m 1870 m 196 m 340 m De omtrek van een tafel is 700 cm. De lengte is 20 dm. Hoeveel m is de breedte? 1,5 m 0,15 m 2,0 m 0,7 m De lengte van een potlood is 18 cm. Als je van 50 potloden één lange rij maakt, hoelang is die rij dan? 9 m 90 cm 900 mm 9 dm Je hangt 30 tekenbladen op een rij zoals aangegeven op het plaatje. Hoe lang wordt deze rij? 8,25 m 82,5 m 7,50 m 9,00 m

Meten is weten ANTWOORDENBOEK. 88972 Meten is weten. Antwoordenboek. = 95 mm 6 cm = 60 mm 10 cm = 100 mm. 1 cm = 15 mm 9 cm

Meten is weten ANTWOORDENBOEK. 88972 Meten is weten. Antwoordenboek. = 95 mm 6 cm = 60 mm 10 cm = 100 mm. 1 cm = 15 mm 9 cm Meten is weten Antwoordenboek Opdracht 1 1 cm = 10 mm 4 cm = 40 mm 5 mm 4 cm = 45 mm 1 cm = 15 mm 9 cm = 95 mm 6 cm = 60 mm 10 cm = 100 mm Opdracht 2 1 cm = 10 mm 4 cm = 40 mm 1,5 cm = 15 mm 6,5 cm = 65

Nadere informatie

1. Bereken. 2. Bereken. Oefenopgaven. F. 2 km = cm G. 3 dm = mm H. 4,5 cm = m I. 250 dm = dam J. 3,12 hm = dm

1. Bereken. 2. Bereken. Oefenopgaven. F. 2 km = cm G. 3 dm = mm H. 4,5 cm = m I. 250 dm = dam J. 3,12 hm = dm Oefenopgaven. 1. Bereken. A. 5 m = cm B. 4 hm = dm C. 3 km = m D. 300 cm = dm E. 2500 m = km F. 2 km = cm G. 3 dm = mm H. 4,5 cm = m I. 250 dm = dam J. 3,12 hm = dm 2. Bereken. A. 3 dm² = cm² B. 4 cm²

Nadere informatie

2 BBL. Oppervlakte. 5.1 Eenheden van oppervlakte

2 BBL. Oppervlakte. 5.1 Eenheden van oppervlakte H5 Oppervlakte 2 BBL 5.1 Eenheden van oppervlakte 1a. Vraag aan je docent een vel met hokjes van 1 cm bij 1 cm. b. Teken op het papier een vierkant met zijden van 1 cm. c. Schrijf in het vlak 1 cm². d.

Nadere informatie

www.wijzeroverdebasisschool.nl

www.wijzeroverdebasisschool.nl www.wijzeroverdebasisschool.nl Sweelinck & De Boer B.V., Den Haag Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar

Nadere informatie

Bloemlezing uit 36 bladzijden voor een eerste indruk. inzicht in het complete metriek stelsel. Op een eenduidige

Bloemlezing uit 36 bladzijden voor een eerste indruk. inzicht in het complete metriek stelsel. Op een eenduidige Meten is weten Bloemlezing uit 36 bladzijden voor een eerste indruk Leer- Meten en is oefenboek weten Bloemlezing metriek uit stelsel 36 bladzijden voor ISBN: een 978-90-821249-1-0 eerste indruk Auteur

Nadere informatie

Het Metriek Stelsel. Over meten, omtrek, oppervlakte en inhoud

Het Metriek Stelsel. Over meten, omtrek, oppervlakte en inhoud Het Metriek Stelsel Over meten, omtrek, oppervlakte en inhoud lengte in meter afkorting naam hoeveel meter 1 km kilometer 1 000 1 hm hectometer 100 1 dam decameter 10 1 m meter 1 1 dm decimeter 0,1 1 cm

Nadere informatie

Overstapprogramma 6-7

Overstapprogramma 6-7 Overstapprogramma - Cijferend optellen 9 Verdeel het getal. Het getal 8 kun je verdelen in: duizendtallen honderdtallen tientallen eenheden D H T E 8 D H T E 8 = 8 9 9 9 = = = = Zet de getallen goed onder

Nadere informatie

Vastgesteld: naam... datum... Paraaf... cijfer = score x 0,41379-1,5862 (met een minimum van 1).

Vastgesteld: naam... datum... Paraaf... cijfer = score x 0,41379-1,5862 (met een minimum van 1). Tentamen rekenen 2F Naam... klas... locatie... Datum... tijdsduur 60 minuten. (versie: 30-3-2015) Vastgesteld: naam... datum... Paraaf... cijfer = score x 0,41379-1,5862 (met een minimum van 1). Opgave

Nadere informatie

Meting. Werkbladen, antwoorden, scoring, interpretatie

Meting. Werkbladen, antwoorden, scoring, interpretatie Werkbladen, antwoorden, scoring, interpretatie Dit is versie 2.0 van de methode Reken Remedie en is met de grootste zorgvuldigheid samengesteld. Mochten er onverhoopt fouten in voor komen, zou u zo vriendelijk

Nadere informatie

Naam: Klas:.. Oppervlakte 1/11

Naam: Klas:.. Oppervlakte 1/11 Naam: Klas:.. Oppervlakte 1/11 Wat is oppervlakte? Als je op een groene school zit heb je vaak te maken met oppervlakte. Bij het aanleggen van een tuin of een terras, bij het bemesten van grond, bij het

Nadere informatie

Het metriek stelsel. Grootheden en eenheden.

Het metriek stelsel. Grootheden en eenheden. Het metriek stelsel. Metriek komt van meten. Bij het metriek stelsel gaat het om maten, zoals lengte, breedte, hoogte, maar ook om gewicht of inhoud. Er zijn verschillende maten die je moet kennen en die

Nadere informatie

Wat betekenen de getallen? Samen bespreken. Kies uit kilometer, meter, decimeter of centimeter.

Wat betekenen de getallen? Samen bespreken. Kies uit kilometer, meter, decimeter of centimeter. 70 blok 5 les 23 C 1 Wat betekenen de getallen? Samen bespreken. 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 60 981 540 C 2 Welke maten horen erbij? Samen bespreken. Kies uit kilometer, meter, decimeter of centimeter.

Nadere informatie

1 Inleiding 2 Lengte en zijn eenheden 3 Omtrek 4 Oppervlakte 5 Inhoud. Meten is weten. Joke Braaksma. November 2010

1 Inleiding 2 Lengte en zijn eenheden 3 Omtrek 4 Oppervlakte 5 Inhoud. Meten is weten. Joke Braaksma. November 2010 November 2010 Wat kunnen we allemaal meten? Wat kunnen we allemaal meten? 1. Lengte / breedte / hoogte / omtrek / oppervlakte / inhoud en volume 2. Tijd 3. Gewicht 4. Geld 5. Temperatuur Wij gaan ons

Nadere informatie

Duizend 3 getallen achter de komma 230 duizend 230 000 46 duizend 46 000 Andersom 345 600 345,6 duizend 24 500 24,5 duizend

Duizend 3 getallen achter de komma 230 duizend 230 000 46 duizend 46 000 Andersom 345 600 345,6 duizend 24 500 24,5 duizend Hoofdstuk 5 5A Grote getallen Duizend 3 getallen achter de komma 230 duizend 230 000 46 duizend 46 000 Andersom 345 600 345,6 duizend 24 500 24,5 duizend Miljoen 6 getallen achter de komma 230 miljoen

Nadere informatie

Materiaal. Spelbeschrijving. Iedere speler gooit één keer met de dobbelsteen. De speler die het hoogste aantal ogen gooit begint.

Materiaal. Spelbeschrijving. Iedere speler gooit één keer met de dobbelsteen. De speler die het hoogste aantal ogen gooit begint. Materiaal Per speler een pion. Spelbord. Kaartjes met redactieopgaven. Een controleblad met de antwoorden (de kaartjes zijn genummerd, de antwoorden zijn op nummer op te zoeken). Kladpapier/uitrekenpapier.

Nadere informatie

4 Schat. ja / nee 1 punt / 0 punten. 3 gram links en 9 + 1 gram rechts. nee. Alle gewichten van 1 t/m 13 gram.

4 Schat. ja / nee 1 punt / 0 punten. 3 gram links en 9 + 1 gram rechts. nee. Alle gewichten van 1 t/m 13 gram. 31 32 1 2 4 Schat ja / 1 punt / 0 punten 3 gram links en 9 + 1 gram rechts Alle gewichten van 1 t/m 13 gram. 17 gram Alle gewichten van 1 t/m 40 gram ja 2 91 = 182 cm 2? - - - - - - - - - - - - - - - -

Nadere informatie

Antwoorden rekenopdracht OPPERVLAKTE

Antwoorden rekenopdracht OPPERVLAKTE Antwoorden rekenopdracht OPPERVLAKTE 1. Wanneer gaat het over oppervlakte? Omcirkel het goede antwoord. a. Els gaat de schutting verven oppervlakte/inhoud b. Peter vult het zwembadje met water oppervlakte/inhoud

Nadere informatie

Hoeveel kinderen zitten er in elke groep van de Kameleonschool? Kleur het goede aantal hokjes. b 28 =

Hoeveel kinderen zitten er in elke groep van de Kameleonschool? Kleur het goede aantal hokjes. b 28 = les 23 en 24 blok 4 41 Teken de afstanden. 1 cm is in het echt 10 km. Van Amsterdam naar Alkmaar: 40 km. Controleer met je liniaal. aa Van Amsterdam naar Den Helder: 80 km. 8 cm b Van Almelo naar Utrecht:

Nadere informatie

6 a 22,5 gram b v = 1,5m. 7 a 1,95 kg b g = 0,78 v c 13 / 0,78 16,7 dm 3. 8 a. b p = 200d

6 a 22,5 gram b v = 1,5m. 7 a 1,95 kg b g = 0,78 v c 13 / 0,78 16,7 dm 3. 8 a. b p = 200d Hoofdstuk 1 GETALLEN EN GRAFIEKEN 1. INTRO 1 a De slak klimt een uur met constante snelheid, glijdt dan een uur langzaam naar eneden, stijgt dan weer een uur, enz. 1,5 m/u c,5 m/u d 8 uur en 4 minuten

Nadere informatie

handleiding pagina s 678 tot 686 1 Handleiding 1.2 Huistaken huistaak 20: bladzijde 614 2 Werkboek 3 Posters 4 Scheurblokken

handleiding pagina s 678 tot 686 1 Handleiding 1.2 Huistaken huistaak 20: bladzijde 614 2 Werkboek 3 Posters 4 Scheurblokken week les toets en foutenanalyse handleiding pagina s 678 tot 686 nuttige informatie Handleiding. Kopieerbladen pagina 69: oppervlakte ruit pagina 500: kaart van België pagina 50: afstandentabel België

Nadere informatie

SRD 39.600, + SRD 60.900, = ton A 1,005 B 10,05 C 100,5 D 1005

SRD 39.600, + SRD 60.900, = ton A 1,005 B 10,05 C 100,5 D 1005 VAK : REDACTIEREKENEN EN CIJFEREN DATUM : DONDERDAG 0 JULI 009 TIJD : 08.5 09.45 UUR SRD 9.600, + SRD 60.900, = ton A,005 B 0,05 C 00,5 D 005 Chantal heeft drie rekenrepetities gemaakt. Het gemiddelde

Nadere informatie

www.wijzeroverdebasisschool.nl Breuken Maak de sommen 3 6 van 210 =. 1 4 van 284 =. 5 7 van 280 =. 1 3 van 264 =. 2 6 van 282 =. 2 5 van 375 =. 2 3 van 420 =. 3 4 van 320 =. 2 5 van 450 =. 1 4 van 268

Nadere informatie

Stenvertblok Rekenen 4 Antwoorden

Stenvertblok Rekenen 4 Antwoorden Stenvertblok Rekenen Antwoorden Stenvertblok Rekenen Antwoorden Auteur Gré Schreuder D. Huigen Illustraties Ben Horsthuis Richard Flohr Omslag Metamorfose ontwerpers BNO, Deventer Uitgeverij Bekadidact,

Nadere informatie

Luc Gheysens - Extremumvraagstukken p.1

Luc Gheysens - Extremumvraagstukken p.1 EXTREMUMVRAAGSTUKKEN 1 Bepaal twee getallen x en y waarvan de som 144 is en waarvoor het product maximaal is. En voor welke waarden is het product x 3. y 2 maximaal? 2 Aan de vier hoeken van een vierkantig

Nadere informatie

klas 2-3 - 4 "Eenheden"

klas 2-3 - 4 Eenheden Naam: klas 2-3 - 4 "Eenheden" Klas: Het woord eenheid betekent dat dingen hetzelfde zijn. In de natuurkunde, scheikunde en techniek kan van alles gemeten worden. Iedereen kan elkaars metingen pas gebruiken

Nadere informatie

Bij het meten van breedte, dikte, diepte, hoogte en afstand bepaal je de lengte. De eenheid van lengte is de meter.

Bij het meten van breedte, dikte, diepte, hoogte en afstand bepaal je de lengte. De eenheid van lengte is de meter. Boekverslag door Eline 801 woorden 23 april 2016 6.8 5 keer beoordeeld Vak Rekenen Rekenen hoofdstuk 5 Meten Paragraaf 1 Lengte Lengte Bij het meten van breedte, dikte, diepte, hoogte en afstand bepaal

Nadere informatie

Colofon RekenGroen. Rekenen voor vmbo- groen en mbo- groen Extra Rekenmodule Oppervlakte Leerlingtekst Versie 1.0. November 2012 Auteurs: Mieke

Colofon RekenGroen. Rekenen voor vmbo- groen en mbo- groen Extra Rekenmodule Oppervlakte Leerlingtekst Versie 1.0. November 2012 Auteurs: Mieke Colofon RekenGroen. Rekenen voor vmbo- groen en mbo- groen Extra Rekenmodule Oppervlakte Leerlingtekst Versie 1.0. November 2012 Auteurs: Mieke Abels, Monica Wijers, Elise van Vliet, Vincent Jonker www.rekengroen.nl

Nadere informatie

Tijd: seconden, minuten, uren, dagen, weken, maanden, jaren

Tijd: seconden, minuten, uren, dagen, weken, maanden, jaren Uren, Dagen, Maanden, Jaren,. Tijd: seconden, minuten, uren, dagen, weken, maanden, jaren 1 minuut 60 seconden 1 uur 60 minuten 1 half uur 30 minuten 1 kwartier 15 minuten 1 dag (etmaal) 24 uren 1 week

Nadere informatie

Kies uit: 10,25 11,5 11,125 10,875 11,875 10,125 10,50 11,001 10,99 11,75

Kies uit: 10,25 11,5 11,125 10,875 11,875 10,125 10,50 11,001 10,99 11,75 Blok les. Hoeveel kilometer is er gefietst? Wat stond er bij vertrek op de teller van Murat?. Zet in volgorde van klein naar groot. a,8 m b 0,7 km c, kg d, g,8 m 7 km kg, g 8 m 7, km 0,0 kg 0, g 0,8 m

Nadere informatie

Het Metriek Stelsel. Over meten, omtrek, oppervlakte en inhoud

Het Metriek Stelsel. Over meten, omtrek, oppervlakte en inhoud Het Metriek Stelsel Over meten, omtrek, oppervlakte en inhoud 1 3 COLOFON DiKiBO presenteert Het het complete Metriek Stelsel reken-zakboek voor groep voor 6, 7 en groep 8 5 & 6 3 Auteur: Nicolette de

Nadere informatie

De antwoorden op de Toets Verhoudingen zijn separaat op deze website opgenomen.

De antwoorden op de Toets Verhoudingen zijn separaat op deze website opgenomen. Handig met getallen Antwoorden Verhoudingen De antwoorden bij de opgaven van het hoofdstuk Verhoudingen zijn hier kort en bondig dus zonder uitleg weergegeven. Ze zijn per paragraaf gerangschikt. De paragrafen

Nadere informatie

BLAD 21: AAN DE OPPERVLAKTE

BLAD 21: AAN DE OPPERVLAKTE BLAD 21: AAN DE OPPERVLAKTE 1. Maak het getal a. In de figuur hiernaast zie je zes getallen staan: één in het rondje, en vijf in de rechthoek. Probeer nu om het getal in de cirkel te 'maken' met de getallen

Nadere informatie

27/11/2012 SCHATTEN....en niet alleen op zolder

27/11/2012 SCHATTEN....en niet alleen op zolder SCHATTEN...en niet alleen op zolder 2 3 1 68,3 x 21,5 3415 683 1366 1468,45 146845 Komma vergeten! Schatten: 70 x 20 = 1400 Ik schat 15 m hoog. Situatie Een magazijnier moet een bestelling plaatsen. Voor

Nadere informatie

11 Meten en maten. Er zijn nog meer maten. Die gebruik je minder vaak. uit het hoofd

11 Meten en maten. Er zijn nog meer maten. Die gebruik je minder vaak. uit het hoofd De dollar heeft een andere waarde dan de euro. De verhouding van de waarde van de ene munt ten opzichte van de andere heet de wisselkoers. Als je een munt koopt, betaal je de aankoopkoers. De aankoopkoers

Nadere informatie

16 a. b a. b 6a. de Wageningse Methode Antwoorden H21 OPPERVLAKTE HAVO 1

16 a. b a. b 6a. de Wageningse Methode Antwoorden H21 OPPERVLAKTE HAVO 1 Hoofdstuk OPPERVLAKTE HAVO 5 a De rechthoeken zijn bij 6 lucifers, of bij 5 lucifers, of 3 bij 4 lucifers.. INTRO Oppervlakte snelweg = 0 km 8 m = 0.000 m 8 m = 360.000 m. Zijde vierkant = 360. 000 = 600

Nadere informatie

Werkblad bij lesvoorbereiding Breuken. 1. Vereenvoudig de volgende breuken: 2. Maak de volgende sommen: Schrijf de berekening erbij!

Werkblad bij lesvoorbereiding Breuken. 1. Vereenvoudig de volgende breuken: 2. Maak de volgende sommen: Schrijf de berekening erbij! Werkblad bij lesvoorbereiding Breuken 1. Vereenvoudig de volgende breuken: 2. Maak de volgende sommen: Schrijf de berekening erbij! 3. En nu iets moeilijker. Schrijf de berekening erbij! Werkblad bij lesvoorbereiding

Nadere informatie

Onderwijsassistent REKENEN BASISVAARDIGHEDEN

Onderwijsassistent REKENEN BASISVAARDIGHEDEN Onderwijsassistent REKENEN BASISVAARDIGHEDEN Verhoudingstabel Wat zijn verhoudingen Rekenen met de verhoudingstabel Kruisprodukten Wat zijn verhoudingen * * * 2 Aantal rollen 1 2 12 Aantal beschuiten 18

Nadere informatie

Optellen IT1 Antwoord M3 IT6 Antwoord M

Optellen IT1 Antwoord M3 IT6 Antwoord M Optellen IT1 Antwoord M3 IT6 Antwoord M5 8 + 1 38 + 23 2 + 5 47 + 48 5 + 3 26 + 57 4 + 6 55 + 38 IT2 Antwoord E3 IT7 Antwoord E5 14 + 3 200 + 380 4 + 15 240 + 80 12 + 7 440 + 270 2 + 16 245 + 383 IT3 Antwoord

Nadere informatie

SAMENVATTING BASIS & KADER

SAMENVATTING BASIS & KADER SAMENVATTING BASIS & KADER Afronden Hoe je moet afronden hangt af van de situatie. Geldbedragen rond je meestal af op twee decimalen, 15,375 wordt 15,38. Grote getallen rondje meestal af op duizendtallen,

Nadere informatie

... ... Bereken hoeveel liter benzine de auto verbruikt voor de heen- en terugreis samen. Schrijf hieronder de berekening op. ... ... ... ...

... ... Bereken hoeveel liter benzine de auto verbruikt voor de heen- en terugreis samen. Schrijf hieronder de berekening op. ... ... ... ... EEN DAGJE UIT Meneer Kremers woont in Maastricht Hij gaat met de auto een dagje naar Scheveningen De afstand van Maastricht naar Scheveningen is 225 km 2p 1 Bereken hoeveel kilometer de heen- en terugreis

Nadere informatie

Vastgesteld: naam... datum... Paraaf... cijfer = score x 0, ,8588 (met een minimum van 1).

Vastgesteld: naam... datum... Paraaf... cijfer = score x 0, ,8588 (met een minimum van 1). Tentamen rekenen 2F Naam... klas... locatie... Datum... tijdsduur 60 minuten. (versie: 30-3-2015) Vastgesteld: naam... datum... Paraaf... cijfer = score x 0,42353-1,8588 (met een minimum van 1). Opgave

Nadere informatie

Spiekboekje. Knowledgebridge Onderwijs Hein v.d. Velden

Spiekboekje. Knowledgebridge Onderwijs Hein v.d. Velden Spiekboekje Knowledgebridge Onderwijs Hein v.d. Velden 1 rekenen tot 20 verliefde getallen verliefde getallen zijn samen 10 1+9= 2+8= 3+7= 10 4+6= 5+5= 0+10= 2 getallenlijn 20 + plus 7 + 6= 7 + 3 = 10

Nadere informatie

Leerlijnen groep 5 Wereld in Getallen

Leerlijnen groep 5 Wereld in Getallen Leerlijnen groep 5 Wereld in Getallen 1 2 3 4 REKENEN Boek 5a: Blok 1 - week 1 Oriëntatie - Getallen tot en met 1000 - Tafels 0 t/m 6 en 10 - Herhalen strategieën - Herhalen hele, halve uren en kwartieren

Nadere informatie

TOELICHTING METRIEK STELSEL

TOELICHTING METRIEK STELSEL TOELICHTING METRIEK STELSEL 2 3 642_rv_wb_metriek_stelsel_bw.indd 2 8-03-3 23: liter ml 00 4 5 6 642_rv_wb_metriek_stelsel_bw.indd 3 8-03-3 23: Rekenvlinder Metriek stelsel Toelichting Uitgeverij Zwijsen

Nadere informatie

Uitwerkingen oefeningen hoofdstuk 3

Uitwerkingen oefeningen hoofdstuk 3 Uitwerkingen oefeningen hoofdstuk 3 3.4.1 Basis Tijd meten 1 Juli heeft 31 dagen. Wanneer 25 juli op zaterdag valt, valt 31 juli dus op een vrijdag. Augustus heeft ook 31 dagen. 1 augustus valt dus op

Nadere informatie

Inhoud. Eenheden... 2 Omrekenen van eenheden I... 4 Omrekenen van eenheden II... 9 Omrekenen van eenheden III... 10

Inhoud. Eenheden... 2 Omrekenen van eenheden I... 4 Omrekenen van eenheden II... 9 Omrekenen van eenheden III... 10 Inhoud Eenheden... 2 Omrekenen van eenheden I... 4 Omrekenen van eenheden II... 9 Omrekenen van eenheden III... 10 1/10 Eenheden Iedere grootheid heeft zijn eigen eenheid. Vaak zijn er meerdere eenheden

Nadere informatie

Wiscattraining. Erasmus Education l Rotterdam ANTWOORDEN

Wiscattraining. Erasmus Education l Rotterdam ANTWOORDEN Wiscattraining Erasmus Education l Rotterdam ANTWOORDEN Antwoorden v2.1 18 oktober 2018 Onderdeel 1 BASISBEWERKINGEN 1. a) 1975 b) 6500 c) 17025 d) 4950 e) 44513 f) 442,45 g) 443,47 h) 442,45 i) 4973,91

Nadere informatie

A 30 liter B 36 liter C 42 liter D 60 liter. Het 2 e getal is A 270 B 540 C 720 D 810

A 30 liter B 36 liter C 42 liter D 60 liter. Het 2 e getal is A 270 B 540 C 720 D 810 VAK : REDACTIEREKENEN EN CIJFEREN DATUM : DONDERDAG 20 JULI 2017 TIJD : 08.15-09.45 UUR Een klok wijst 23.10 uur. 16 uur eerder was het op de klok 1 5 Paramaribo Coronie Nickerie 144 km 96 km A 6.45 uur.

Nadere informatie

Hoofdstuk 5 gaat over rekenen. Deel 2 is eigenlijk herhaling van alle stof. Trainen voor het examen.

Hoofdstuk 5 gaat over rekenen. Deel 2 is eigenlijk herhaling van alle stof. Trainen voor het examen. Hoofdstuk 5 gaat over rekenen. Deel 2 is eigenlijk herhaling van alle stof. Trainen voor het examen. Het werkt als volgt, Je maakt een opgave bijv. opgave 1. Hoe gaat het ook al weer denk je dan. Nou,

Nadere informatie

Verkorte versie van de SYLLABUS REKENEN 2F EN 3F (VO en MBO, versie mei 2015) Aanpassing van product van CvTE

Verkorte versie van de SYLLABUS REKENEN 2F EN 3F (VO en MBO, versie mei 2015) Aanpassing van product van CvTE Verkorte versie van de SYLLABUS REKENEN 2F EN 3F (VO en MBO, versie mei 2015) Aanpassing van product van CvTE 1. Inleiding Vanaf 1 oktober 2015 gelden nieuwe afspraken omtrent het rekenexamen 3F. De exameneisen

Nadere informatie

Leerlijnen rekenen: De wereld in getallen

Leerlijnen rekenen: De wereld in getallen Leerlijnen rekenen: De wereld in getallen Groep 7(eerste helft) Getalbegrip - Telrij tot en met 1 000 000 - Uitspraak en schrijfwijze van de getallen (800 000 en 0,8 miljoen) - De opbouw en positiewaarde

Nadere informatie

15 a De rechthoeken zijn 1 bij 6 lucifers, of 2 bij 5 lucifers, of 3 bij 4 lucifers. Zie figuur: Hoofdstuk 21 OPPERVLAKTE HAVO 21.

15 a De rechthoeken zijn 1 bij 6 lucifers, of 2 bij 5 lucifers, of 3 bij 4 lucifers. Zie figuur: Hoofdstuk 21 OPPERVLAKTE HAVO 21. Hoofdstuk 1 OPPERVLAKTE HAVO 1.1 INTRO 15 a De rechthoeken zijn 1 bij 6 lucifers, of bij 5 lucifers, of 3 bij 4 lucifers. Zie figuur: 1 Oppervlakte snelweg = 0 km 18 m = 0.000 m 18 m = 360.000 m. Zijde

Nadere informatie

rekentrainer jaargroep 7 Fietsen op Terschelling. Teken en vul in. Zwijsen naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs

rekentrainer jaargroep 7 Fietsen op Terschelling. Teken en vul in. Zwijsen naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs Zwijsen jaargroep 7 naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs Waar staat deze paddenstoel ongeveer? Teken op de kaart. Welke afstand of welke route fietsen de kinderen? naam route afstand Janna

Nadere informatie

Leerlijnen groep 7 Wereld in Getallen

Leerlijnen groep 7 Wereld in Getallen Leerlijnen groep 7 Wereld in Getallen 1 2 REKENEN Boek 7a: Blok 1 - week 1 in geldcontext 2 x 2,95 = / 4 x 2,95 = Optellen en aftrekken tot 10.000 - ciferend; met 2 of 3 getallen 4232 + 3635 + 745 = 1600

Nadere informatie

Tafelkaart: tafel 1, 2, 3, 4, 5

Tafelkaart: tafel 1, 2, 3, 4, 5 Tafelkaart: tafel 1, 2, 3, 4, 5 1 2 3 4 5 1x1= 1 1x2= 2 1x3= 3 1x4= 4 1x5= 5 2x1= 2 2x2= 4 2x3= 6 2x4= 8 2x5=10 3x1= 3 3x2= 6 3x3= 9 3x4=12 3x5=15 4x1= 4 4x2= 8 4x3=12 4x4=16 4x5=20 5x1= 5 5x2=10 5x3=15

Nadere informatie

Examenopgaven VMBO-BB 2003

Examenopgaven VMBO-BB 2003 Examenopgaven VMBO-BB 2003 tijdvak 1 woensdag 21 mei 11.30-13.00 uur WISKUNDE CSE BB Naam kandidaat Kandidaatnummer Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje. Dit examen bestaat uit 26 vragen. Voor dit

Nadere informatie

Klok dag en nacht. Hulpkaart OPTELLEN/AFTREKKEN

Klok dag en nacht. Hulpkaart OPTELLEN/AFTREKKEN OPTELLEN/AFTREKKEN Zet de getallen onder elkaar in je schrift eerst zelf proberen uit te rekenen bij aftrekken: denk om lenen bij optellen: denk om doorschuiven geen vergissingen? bij lang nadenken: rekenmachine

Nadere informatie

9.1 Oppervlakte-eenheden [1]

9.1 Oppervlakte-eenheden [1] 9.1 Oppervlakte-eenheden [1] De omtrek van een figuur bereken je door uit te rekenen hoe lang het is als je één keer langs de rand van de figuur gaat. Omtrek = l + l + l + l + l + l + l + l = 14 + 8 +

Nadere informatie

Blok 1 Herhalingstoets

Blok 1 Herhalingstoets 7 herhalingstoetsen Blok 1 Herhalingstoets 1 Hoeveel ongeveer? Maak vast. 2 Hoeveel ongeveer? Kleur het juiste wolkje. 9000 10.000 20.000 30.000 40.000 50.000 5899 + 2900 8000 40.109 3 Reken uit. 4 Reken

Nadere informatie

Examen VMBO-KB 2005 WISKUNDE CSE KB. tijdvak 2 dinsdag 21 juni 13.30 15.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VMBO-KB 2005 WISKUNDE CSE KB. tijdvak 2 dinsdag 21 juni 13.30 15.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Examen VMBO-KB 2005 tijdvak 2 dinsdag 21 juni 13.30 15.30 uur WISKUNDE CSE KB Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 26 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 84 punten te behalen.

Nadere informatie

7 2, 3, 5, 7, 11, 13, 17, 19, 29, 31,

7 2, 3, 5, 7, 11, 13, 17, 19, 29, 31, Hoofdstuk.0 INTRO De som is, of 0, of. Dat zijn de enige met vier mogelijkheden, zie eerste twee kolommen. Som Mogelijkheden Product Manieren om het product te schrijven + 8 + 7 + + 5 8 8 0 8 of 7 of 5

Nadere informatie

7 a patroonnummer a patroonnummer a h = z

7 a patroonnummer a patroonnummer a h = z Hoofdstuk 3 FORMULES 3.1 PATRONEN EN FORMULES 3 a 10 22 c? d De beweringen a b = b a en a + b = b + a zijn juist. e 15 a 12 a 18 a f a + 8 10 + a a + 14 b zijde vierkant 3 4 5 6 7 aantal gekleurde hokjes

Nadere informatie

Toelatingsexamens en Ondersteunend Onderwijs

Toelatingsexamens en Ondersteunend Onderwijs VOORBLAD VOORBEELDEXAMEN 2015 Vak: Rekenkunde (voorbeeldexamen) De volgende hulpmiddelen zijn toegestaan bij het examen: geen Aantal vragen: 20 Aantal pagina s: 4 Bijlage(n): antwoorden oefentoets Beoordeling

Nadere informatie

x = 12 of x = -12 x = 5 of x = -5 x = 5 of x = -7 x = 7 of x = x = 2 15 a x(x + 10) = 600 b x = 20 meter 16 x(x + 5) = 24, dus x = 3

x = 12 of x = -12 x = 5 of x = -5 x = 5 of x = -7 x = 7 of x = x = 2 15 a x(x + 10) = 600 b x = 20 meter 16 x(x + 5) = 24, dus x = 3 Hoofdstuk VWO.0 INTRO De som is, of 0, of. Dat zijn de enige met vier mogelijkheden, zie eerste twee kolommen. Som Mogelijkheden Product Manieren om het product te schrijven + 8 + 7 + + 5 8 8 0 8 of 7

Nadere informatie

Bij het cijferend optellen beginnen we bij de eenheden en werken we van rechts naar links:

Bij het cijferend optellen beginnen we bij de eenheden en werken we van rechts naar links: Cijferend optellen t/m 1000 Voor u ligt de verkorte leerlijn cijferend optellen groep 5 van Reken zeker. Deze verkorte leerlijn is bedoeld voor de leerlingen die nieuw instromen in groep 6 en voor de leerlingen

Nadere informatie

BLAD 1: PLEINTJES, ZAKKEN DROP EN WORST

BLAD 1: PLEINTJES, ZAKKEN DROP EN WORST BLAD 1: PLEINTJES, ZAKKEN DROP EN WORST 1. Pleintjes en zakken drop a. Tegelpleintjes Een plein van 4 bij 6 tegels. Totaal... tegels Een plein van 8 bij 15 tegels. Totaal... tegels Een plein van 12 bij

Nadere informatie

Oefenexamen rekenen 3F - 2013

Oefenexamen rekenen 3F - 2013 1. Op tijd op school Als je 10 minuten doet over 2,5 km, fiets je dus 2,5 x 6 = 15 km/uur Je legt in totaal 9 km op dit tempo af. 9 is 3 / 5 van 15, dus je doet daar ook 3 / 5 van een uur over: 60/5 =

Nadere informatie

LENGTE. 1. DOORSTREEP DE BEGRIPPEN WAARVAN JE DE LENGTE NIET KUNT METEN. hoogte inhoud diepte breedte omtrek afstand temperatuur oppervlakte

LENGTE. 1. DOORSTREEP DE BEGRIPPEN WAARVAN JE DE LENGTE NIET KUNT METEN. hoogte inhoud diepte breedte omtrek afstand temperatuur oppervlakte LENGTE. DOORSTREEP DE BEGRIPPEN WAARVAN JE DE LENGTE NIET KUNT METEN. hoogte inhoud diepte breedte omtrek afstand temperatuur oppervlakte 2. AAN WELKE VOORWERP IN DE KLAS VIND EEN LIJNSTUK VAN (ONGEVEER)

Nadere informatie

rekentrainer jaargroep 7 Fietsen op Terschelling. Teken en vul in. Zwijsen naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs

rekentrainer jaargroep 7 Fietsen op Terschelling. Teken en vul in. Zwijsen naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs Zwijsen jaargroep 7 naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs Waar staat deze paddenstoel ongeveer? Teken op de kaart. Welke afstand of welke route fietsen de kinderen? naam route afstand Janna

Nadere informatie

2 Noteer de letter die de plaats aanduidt van het getal op de getallenas. nr. 8

2 Noteer de letter die de plaats aanduidt van het getal op de getallenas. nr. 8 Toetswijzer extra Naam : Klasnr: Getallenkennis 1 Noteer de getallen met cijfers nrs 6,7,19,en 20 5,9 miljoen vierhonderd en tien duizendste 2 Noteer de letter die de plaats aanduidt van het getal op de

Nadere informatie

2016 W. Danhof / P. Bandstra Bandstra Speciaal Rekenadvies

2016 W. Danhof / P. Bandstra  Bandstra Speciaal Rekenadvies Blad 1: Optellen Optellen Antwoord Tijd Overschr. IT1 Fase 1a M3 A. D. M. H. Voorbeeld: 3 + 5 = Check evt. getalbegrip tot 10 8 + 1 O Gebruik makend van omkering 3 + 5 >> 5 + 3 = 8 2 + 5 O Doortellend

Nadere informatie

Verhoudingen - Voorbeeldtoets bij 'Handig met getallen, 2', hoofdstuk 1

Verhoudingen - Voorbeeldtoets bij 'Handig met getallen, 2', hoofdstuk 1 Verhoudingen - Voorbeeldtoets bij 'Handig met getallen, 2', hoofdstuk 1 Deze toets bestaat uit 20 opgaven. Voor elke goede oplossing krijg je 2 punten; vanaf 28 punten is de toets voldoende. Je kunt de

Nadere informatie

REKENEN Hfst 1-3 PROCENTEN. Procenten betekent per honderd.

REKENEN Hfst 1-3 PROCENTEN. Procenten betekent per honderd. REKENEN Hfst 1-3 PROCENTEN Procenten betekent per honderd. Percentage Groeifactor 1% 1/100 0,01 2% 2/100 0,02 10% 10/100 0,10 99% 99/100 0,99 104% 104/100 1,04 150% 150/100 1,50 Rekenen met procenten:

Nadere informatie

: 7 VAK : REDACTIEREKENEN EN CIJFEREN DATUM : VRIJDAG 4 APRIL 2014 TIJD : UUR

: 7 VAK : REDACTIEREKENEN EN CIJFEREN DATUM : VRIJDAG 4 APRIL 2014 TIJD : UUR VAK : REDACTIEREKENEN EN CIJFEREN DATUM : VRIJDAG 4 APRIL 2014 TIJD : 08.15 09.15 UUR ELEMENTAIRE REKENOPERATIES 3 Staartdelingen en delingen t/m 100.000 Reken de opgaven I en II na. 1 377,6 : 32 =...

Nadere informatie

qwertyuiopasdfghjklzxcvbnmq ertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwer tyuiopasdfghjklzxcvbnmqwerty

qwertyuiopasdfghjklzxcvbnmq ertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwer tyuiopasdfghjklzxcvbnmqwerty qwertyuiopasdfghjklzxcvbnmq wertyuiopasdfghjklzxcvbnmqw ertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwer tyuiopasdfghjklzxcvbnmqwerty Procentrekenen voor vmbo kader uiopasdfghjklzxcvbnmqwertyui INKIJK EXEMPLAAR Sjoerd Bongaerts

Nadere informatie

1. Hoeveel per stuk? a. Hiernaast zie je vier aanbiedingen uit de supermarkt. Hoeveel moet je per stuk ongeveer betalen?...

1. Hoeveel per stuk? a. Hiernaast zie je vier aanbiedingen uit de supermarkt. Hoeveel moet je per stuk ongeveer betalen?... BLAD 26: BREUKEN 1. Hoeveel per stuk? a. Hiernaast zie je vier aanbiedingen uit de supermarkt. Hoeveel moet je per stuk ongeveer betalen?............ b. Neem je rekenmachine en bepaal de precieze prijs

Nadere informatie

Cito-trainer groep 8. opgave 1. Hoeveel weegt de koffer? Breng leren tot leven. 5 kilogram 15 kilogram 30 kilogram

Cito-trainer groep 8. opgave 1. Hoeveel weegt de koffer? Breng leren tot leven. 5 kilogram 15 kilogram 30 kilogram opgave 1 Hoeveel weegt de koffer? volwassenen: maximaal 20 kilogram bagage kinderen: maximaal 10 kilogram bagage De koffer van Isa is 1 2 deel van het maximum gewicht te zwaar. 5 kilogram 15 kilogram 30

Nadere informatie

Vragen Rekenvaardigheid Pabo

Vragen Rekenvaardigheid Pabo Vragen Rekenvaardigheid Pabo 60 minuten 29 opgaven Probeer onderstaande opgaven binnen de gestelde tijd te maken. De antwoorden staan op http://lopabo.fontys.nl Te behalen 60 punten. 45 punten is 5,5 Bij

Nadere informatie

STADSBOERDERIJ SCHOOLTUINTJES

STADSBOERDERIJ SCHOOLTUINTJES STADSBOERDERIJ SCHOOLTUINTJES Rekenen voor vmbo-groen en mbo-groen Colofon RekenGroen. Rekenen voor vmbo- groen en mbo- groen Module Stadsboerderij Schooltuintjes Leerlingtekst Versie 1.0. November 2012

Nadere informatie

1.Tijdsduur. maanden:

1.Tijdsduur. maanden: 1.Tijdsduur 1 etmaal = 24 uur 1 uur = 60 minuten 1 minuut = 60 seconden 1 uur = 3600 seconden 1 jaar = 12 maanden 1 jaar = 52 weken 1 jaar = 365 (of 366 in schrikkeljaar) dagen 1 jaar = 4 kwartalen 1 kwartaal

Nadere informatie

BLAD 16: HAM EN KAAS. b. Bij de maatbeker horen verschillende inhoudsmaten. Hiernaast staan ze op een rij. Schrijf op de stippeltjes wat het betekent.

BLAD 16: HAM EN KAAS. b. Bij de maatbeker horen verschillende inhoudsmaten. Hiernaast staan ze op een rij. Schrijf op de stippeltjes wat het betekent. BLAD 16: HAM EN KAAS 1. Hoeveel is het goedkoper? a. Twee aanbiedingen bij de supermarkt. Hoeveel cent is het goedkoper? 6 witte bolletjes:... 10 scharreleieren:... b. Reken van deze aanbiedingen ook uit

Nadere informatie

TOETS REKENEN / WISKUNDE. Naam:... School:...

TOETS REKENEN / WISKUNDE. Naam:... School:... TOETS REKENEN / WISKUNDE Naam:... School:... Datum:... Groep:... 1A. Hoofdrekenen: optellen en aftrekken Reken de sommen op je eigen manier uit. Gebruik het kladblaadje als je een tussenstap wilt noteren.

Nadere informatie

spiekboek rekenen beter rekenen op de entreetoets van het Cito groep

spiekboek rekenen beter rekenen op de entreetoets van het Cito groep spiekboek rekenen beter rekenen op de entreetoets van het Cito groep de o ra en a oor a 1. ik lees de opgave 2. ik kijk naar het plaatje 3. wat is de som die schrijf ik op kladpapier 4. ik kijk naar de

Nadere informatie

Blok 1 Herhalingstoets

Blok 1 Herhalingstoets herhalingstoetsen Blok 1 Herhalingstoets 1 Reken uit en maak vast. Vul het getallenkaartje in. 1 0 00 00 H T E 1 00 + 00 = Hoeveel potloden? Vul in. Hoeveel krijgt ieder? Verdeel met vier kinderen. 0 00

Nadere informatie

Hoofdstuk 12 GETALLEN EN GRAFIEKEN. d e = 1,5p ; p = 3 2 e e euro's kronen f k = 9e ; e =

Hoofdstuk 12 GETALLEN EN GRAFIEKEN. d e = 1,5p ; p = 3 2 e e euro's kronen f k = 9e ; e = Hoofdstuk 1 GETALLEN EN GRAFIEKEN 1.0 INTRO 1 a De slak klimt een uur met onstante snelheid, glijdt dan een uur langzaam naar eneden, stijgt dan weer een uur, enz. 1,5 m/u 0,5 m/u d 8 uur en 40 minuten

Nadere informatie

Antwoordblad Rekentoets 3F

Antwoordblad Rekentoets 3F Antwoordblad Rekentoets 3F Vraag 1 Het goede antwoord is: 259,65 K - 273,15 Cº = 0 K - 13,5 Cº = 273,15-13,5 = 259,65 K Vraag 2 Vraag 3 Vraag 4 Het goede antwoord is: 1150 kwh Gemiddeld kwh per huishouden

Nadere informatie

de Wageningse Methode Antwoorden H12 GETALLEN EN GRAFIEKEN 1

de Wageningse Methode Antwoorden H12 GETALLEN EN GRAFIEKEN 1 Hoofdstuk GETALLEN EN GRAFIEKEN.0 INTRO a De slak klimt een uur met onstante snelheid, glijdt dan een uur langzaam naar eneden, stijgt dan weer een uur, enz.,5 m/u 0,5 m/u d 8 uur en 40 minuten tot 0 gram:

Nadere informatie

7. 123 187 45 - - - - - - + 355 8. 35/595\17 59 35 245 245

7. 123 187 45 - - - - - - + 355 8. 35/595\17 59 35 245 245 Antwoorden CITO 14-15 1. 295 187 - - - - - - + 482 2. 11/935\85 93 Hoe vaak past 11 in 93 88 8*11=88, dit is het grootste getal dat we van 93 af kunnen halen. 55 93-88=5 dan schuiven we de andere 5 ook

Nadere informatie

wizbrain 2015 Veel succes en vooral veel plezier.!! je hebt 75 minuten de tijd rekenmachine is niet toegestaan

wizbrain 2015 Veel succes en vooral veel plezier.!! je hebt 75 minuten de tijd rekenmachine is niet toegestaan www.e-nemo.nl www.education.ti.com Veel succes en vooral veel plezier.!! Stichting Wiskunde Kangoeroe rekenmachine is niet toegestaan je hebt 75 minuten de tijd www.smart.be www.sanderspuzzelboeken.nl

Nadere informatie

Rembrandt College Veenendaal. Protocol medicijnverstrekking. Begeleiding van leerlingen met dyscalculie Rembrandt College

Rembrandt College Veenendaal. Protocol medicijnverstrekking. Begeleiding van leerlingen met dyscalculie Rembrandt College Rembrandt College Veenendaal Protocol medicijnverstrekking Begeleiding van leerlingen met dyscalculie Rembrandt College Mei 206 Begeleiding van leerlingen met dyscalculie Leerlingen met dyscalculie krijgen

Nadere informatie

5 a. naam Hulp. blad 1. Hoeveel euro? Vul in. Rekenrijk 5a Noordhoff Uitgevers bv

5 a. naam Hulp. blad 1. Hoeveel euro? Vul in. Rekenrijk 5a Noordhoff Uitgevers bv 5 a naam Hulp blad Hoeveel? Vul in 905 70 85 567 69 0 90 69_RR_KM_5a.indb 85 5 8-08-00 :05: 5 a naam Hulp blad Welke som hoort bij de tegelvloer? Welke keersom hoort bij het donkere stuk? Welke keersom

Nadere informatie

HET GROTE REKENBOEK OEFENBOEK. Antwoorden en Uitwerkingen VOORBEELDPAGINA S

HET GROTE REKENBOEK OEFENBOEK. Antwoorden en Uitwerkingen VOORBEELDPAGINA S Bestelnr. Het grote rekenboek - oefenboek - Antwoorden en uitwerkingen K-Publisher B.V. Prins Hendrikstraat NL- CS Bodegraven Telefoon +()- Telefax +()- info@k-publisher.nl www.k-publisher.nl HGRB-Methode-Antwoorden-M_:Opmaak

Nadere informatie

WISKUNDE: HERHALINGSOEFENINGEN EINDE ZESDE LEERJAAR

WISKUNDE: HERHALINGSOEFENINGEN EINDE ZESDE LEERJAAR WISKUNDE: HERHALINGSOEFENINGEN EINDE ZESDE LEERJAAR Getallenkennis: getalbegrip 1. Noteer het getal: 5D 2H 6HD 7t 9d 2. Noteer het getal: MMXVIII Getallenkennis: werken met gegevens 3. Hoeveel maanden

Nadere informatie

1) Welk getal moet voor het driehoekje worden ingevuld zodat de vergelijking klopt? 2) Schrijf 5/8 als een decimaal getal.

1) Welk getal moet voor het driehoekje worden ingevuld zodat de vergelijking klopt? 2) Schrijf 5/8 als een decimaal getal. Referentietoets 2F Opdracht 4 Deel 1 Maak deze opgaven zonder rekenmachine. Je mag kladpapier gebruiken. Bij decimale getallen, rond je af op 2 cijfers na de komma. 1) Welk getal moet voor het driehoekje

Nadere informatie

straat Van uur tot en met 3.30 uur is A 7 uren en 40 minuten. B 8 uren en 20 minuten. C 8 uren en 40 minuten. D 16 uren en 20 minuten.

straat Van uur tot en met 3.30 uur is A 7 uren en 40 minuten. B 8 uren en 20 minuten. C 8 uren en 40 minuten. D 16 uren en 20 minuten. VAK : REDACTIEREKENEN EN CIJFEREN DATUM : DINSDAG 9 JULI 0 TIJD : 08.5 09.45 UUR 4 Van 9.50 uur tot en met.0 uur is A 7 uren en 40 minuten. B 8 uren en 0 minuten. C 8 uren en 40 minuten. D 6 uren en 0

Nadere informatie

KAPSTOK REKENEN inhoud

KAPSTOK REKENEN inhoud KAPSTOK REKENEN inhoud pagina Optellen 2 Optellen cijferen 3 Aftrekken 4 Aftrekken cijferen 5 Vermenigvuldigen 6 Vermenigvuldigen cijferen 7 Delen 8 Tafels 9 Deeltafels 10 Breuken 11 Meten 12 Tijd wijzers

Nadere informatie

Handig met getallen 3 / 3a Antwoorden meten

Handig met getallen 3 / 3a Antwoorden meten Handig met getallen 3 / 3a Antwoorden meten Startopgave 1: a. 45 mm b. Ong. 10 m c. 75 cm d. Ong. 150 cm 2 e. Ong. 600 cm 2 f. 9 dm 2 g. 10 liter h. 15 cl i. 75 ml j. 20 kg k. 800 g l. 30 g Startopgave

Nadere informatie

de Wageningse Methode Antwoorden H12 GETALLEN EN GRAFIEKEN 1

de Wageningse Methode Antwoorden H12 GETALLEN EN GRAFIEKEN 1 Hoofdstuk GETALLEN EN GRAFIEKEN.0 INTRO a De slak klimt een uur met onstante snelheid, glijdt dan een uur langzaam naar eneden, stijgt dan weer een uur, enz.,5 m/u 0,5 m/u d 8 uur en 40 minuten tot 0 gram:

Nadere informatie

= Om van de zoo naar school te gaan, moet Kleine Kangoe twee keuzes maken. Noem deze keuzes A en B.

= Om van de zoo naar school te gaan, moet Kleine Kangoe twee keuzes maken. Noem deze keuzes A en B. 1. Als je vervangt door 3 in de uitdrukking + + 6 = + + +, dan verkrijg je: 3 + 3 + 6 = 3 + 3 + 3 + 3. Kangoeroewedstrijd editie Koala: jaargang 2010, probleem 1. c Vlaamse Wiskunde Olympiade v.z.w. 2.

Nadere informatie

DEZE VRAGEN MAAK JE ZONDER REKENMACHINE. JE MAG WEL KLADPAPIER GEBRUIKEN. vraag 1: 5 1,65 = vraag 2: 60% van 450 is. vraag 3: 12 34 + 8 34 = vraag 4:

DEZE VRAGEN MAAK JE ZONDER REKENMACHINE. JE MAG WEL KLADPAPIER GEBRUIKEN. vraag 1: 5 1,65 = vraag 2: 60% van 450 is. vraag 3: 12 34 + 8 34 = vraag 4: DEZE VRAGEN MAAK JE ZONDER REKENMACHINE. JE MAG WEL KLADPAPIER GEBRUIKEN. vraag 1: 5 1,65 = vraag 2: 60% van 450 is vraag : 12 4 + 8 4 = vraag 4: 4 deel = % vraag 5: 2,98 + 0, = vraag 6: 1 + 46 + 27 +

Nadere informatie