Dementie Riëtte Oudenaarden, verpleegkundig specialist geriatrie Vergeetachtig of dement? 2 1
Vergeetachtig of dement? 3 Dementie is meer dan vergeten Verstoring op meerdere domeinen. Lichamelijke problemen kunnen geheugen beïnvloeden Spanning, gebrek aan concentratie kan tot geheugenstoornis lijden Depressie kan lijken op dementie 4 2
Symptomen 1. Vergeetachtigheid 2. Problemen met dagelijkse handelingen 3. Vergissingen met tijd en plaats 4. Taalproblemen 5. Kwijtraken van spullen 6. Slecht beoordelingsvermogen 7. Terugtrekken uit sociale activiteiten 8. Veranderingen in gedrag en karakter 9. Onrust 10. Problemen met het zien 5 Het brein in 4 niveaus 4. VOLLEDIG BEWUSTZIJN keuzes maken verantwoordelijkheid nemen aanpassen besef van tijd emoties aanvoelen 3. EMOTIONEEL BEWUSTZIJN correct mee omgaan herkenning uiten binnen houden Cognitieve brein bang boos bedroefd blij zien voelen proeven ruiken horen 2. BASALE EMOTIES 1. ZINTUIGELIJKE WAARNEMING Emotionele brein 6 3
Wat te doen bij verdenking dementie Observeren Zijn er mogelijk andere oorzaken voor veranderd gedrag Bespreekbaar maken Overleg evt met vertrouwd persoon Huisarts/praktijkondersteuner Verwijzing geriatrie of geheugenpoli Waarom een diagnose? Dementie is niet te genezen MAAR Oorzaken van vergeten soms behandelbaar Beloop dementie beïnvloedbaar Informatie en ondersteuning afgestemd op diagnose 4
9 Geheugenonderzoek Het verhaal is het belangrijkst: - Anamnese - Hetero anamnese - Geheugen - Dagelijks functioneren - Persoonlijkheid - Medicijnen en alcohol Lichamelijk onderzoek, Neurologisch onderzoek Geheugentest klokteken test, CCD! 10 5
11 Alzheimer Communicatie met andere zenuwcellen is verstoord Schade in en tussen cellen 6
Verschijnselen bij Alzheimer Korte termijngeheugenstoornis Confabuleren Desoriëntatie Inzicht beperkt of ontbreekt Verstoring ADL en BDL Apraxie Decorumverlies 13 Vasculaire dementie Stoornissen in de bloedvoorziening Wisselend beloop Opvallende traagheid in denken en handelen Risicofactoren: hypertensie, roken, TIA, hartritmestoornissen, Diabetes Mellitus, hypercholesterolemie Na CVA heeft 90% van patiënten verandering in cognitief functioneren. 14 7
Vasculaire schade 15 Frontotemporale dementie (FTD) 16 8
Kenmerken FTD Ontstaat meestal tussen 40e en 60e jaar Inzicht ontbreekt Geheugen blijft lang intact Gedrag en persoonlijkheid verandert Ontremming Sociaal gedrag raakt verstoord 17 Pauze 18 9
Omgaan met dementie Rust Reinheid Regelmaat Respectvolle benadering Actief blijven neem niet uit handen wat iemand zelf nog kan Vermijd testsituaties Overvraag niet Vaste structuren Omgaan met dementie Ga niet in discussie Alert op non-verbaal gedraag Positief bevestigen Aandacht voor gevoelens (eenzaamheid, verdriet, angst) Wees lief voor elkaar Tel ook wat je hebt, niet alleen wat je mist Humor relativeert 10
21 Kauwen is als lopen 22 11
Beweging verbetert leervermogen en geheugen, en blijkt heilzaam bij psychische klachten als stress, verslaving en depressiviteit. 23 Bewegen loont de moeite 24 12
Het brein in 4 niveaus 4. VOLLEDIG BEWUSTZIJN keuzes maken verantwoordelijkheid nemen aanpassen besef van tijd emoties aanvoelen 3. EMOTIONEEL BEWUSTZIJN correct mee omgaan herkenning uiten binnen houden Cognitieve brein bang boos bedroefd blij zien voelen proeven ruiken horen 2. BASALE EMOTIES 1. ZINTUIGELIJKE WAARNEMING Emotionele brein 25 Aansluiten bij belevingswereld 4. VOLLEDIG BEWUSTZIJN keuzes maken verantwoordelijkheid nemen aanpassen besef van tijd emoties aanvoelen 3. EMOTIONEEL BEWUSTZIJN correct mee omgaan herkenning uiten binnen houden 2. BASALE EMOTIES bang boos bedroefd blij 1. ZINTUIGELIJKE WAARNEMING zien voelen proeven ruiken horen 4. VOLLEDIG BEWUSTZIJN keuzes maken verantwoordelijkheid nemen aanpassen besef van tijd emoties aanvoelen 3. EMOTIONEEL BEWUSTZIJN correct mee omgaan herkenning uiten binnen houden 2. BASALE EMOTIES bang boos bedroefd blij 1. ZINTUIGELIJKE WAARNEMING zien voelen proeven ruiken horen 26 13
Uitdaging 27 Zo mooi kan het zijn https://www.youtube.com/watch?v=ulwbmuuutl0 28 14
Patiënt A. loopt, in ons spitsuur, over de gangen. Ze klampt iedereen aan. Ze weet niet waar ze is en wat ze moet doen. Veel tijd om haar gerust te stellen is er niet. Patiënt wordt steeds angstiger en daarom wil ze naar huis, naar moeder. De chaos in haar hoofd verdwijnt door deze gedachte en ze loopt naar de uitgang. Daar wordt ze tegen gehouden. Patiënt begint te vechten. - Op dat moment zien we veel ziekteverschijnselen (in de vorm van gedragsproblemen) en patiënt lijkt flink dement. Een half uur later zien we patiënt A. bij de activiteitenbegeleiding zitten. Ze is nu rustig en zit gezellig te praten. We zien nauwelijks ziekteverschijnselen bij haar. - Als wij haar nu voor de eerste keer zouden zien, dan zouden wij haar licht dement inschatten. Maar het is dezelfde persoon die een half uur geleden nog zo zwaar dement leek. Hoe kan dat? Door de omgeving! De omgeving is nu gunstig. In een gunstige omgeving zie je minder ziekteverschijnselen en in een ongunstige omgeving zie je er méér. 29 Omgangsadvies Ga uit van wat iemand nog wél kan Niet in discussie Informatie kort en duidelijk Daglicht en BEWEGEN Humor 30 15
Blijf actief! https://www.youtube.com/watch?v=h9lkwnexdam 32 16
Vragen?? 33 https://www.youtube.com/watch?v=h9lkwnexdam 34 17