AOS docentonderzoek bijeenkomst 5 Methode van onderzoek Rian Aarts & Kitty Leuverink 1
De methode = (onderzoeks)aanpak In de methode ook wel onderzoeksaanpak genoemd - beschrijf je hoe je een antwoord gaat vinden op de hoofdvraag (uitgesplitst in deelvragen) van je onderzoek. Het belang van een goede onderzoeksvraag Mijn onderzoeksvraag waar ik destijds mee aan het worstelen ben geweest is nog steeds niet ok. Die gaat nl uit van aantrekkelijker maken en dat kun je zo lastig meten. Hoe kan ik mijn theorielessen met behulp van digitale middelen aantrekkelijker maken voor de leerlingen?" 2
Opdracht Wanneer kies je (niet) voor deze onderzoeksmethode? 1. Observeren 2. Interviewen 3. Enquête Zeg iets over: voordelen, nadelen, aantal respondenten, kosten, mogelijkheden,. Keuze van methode Draagt de onderzoeksactiviteit bij aan het beantwoorden van de onderzoeksvraag? Is de methode van dataverzameling de meest efficiënte manier om aan de data te komen? Is er triangulatie ingebouwd? (meerdere databronnen en methoden) Per deelvraag: past de methode van dataverzameling bij de deelvraag? Vul de keuzehulp in. 3
Methode beschrijven: vier vragen 1. Op welke onderzoeks(deel)vraag is de onderzoeksactiviteit gericht? 2. Waaraan ontleen je data? = Wat ga je doen? Beschrijving van de activiteit: wat en hoe. 3. Wie heb je daarvoor nodig? (beschrijving respondenten) 4. Wanneer voer je de activiteit uit? Planning maken. Methode (=aanpak) in het onderzoeksverslag In de aanpak beschrijf je hoe je tot een antwoord op de geformuleerde onderzoeksvragen bent komen. Bij elk onderdeel reflectie: verantwoording van de keuzes. 1. Proefpersonen (respondenten) Wie heb je bevraagd / geïnterviewd / geobserveerd / etc.? 2. Onderzoeksinstrument Waarmee heb je de respondenten bevraagd / geïnterviewd / geobserveerd / etc.? Hoe is het instrument opgebouwd? Verantwoording van de keuzes. 3. Procedure Op welke manier ben je te werk gegaan (plaats, tijd, afspraken met respondent, etc.) 4. Analyse van de gegevens Hoe heb je de gegevens geanalyseerd? 4
Wie = Respondenten Bron: Baarda, B. (2014). Dit is onderzoek! Wanneer Tijdsplanning: laat zien welke activiteiten je in welke volgorde wilt uitvoeren. In de vorm van: een agenda, tijdlijn of stroomschema. Randvoorwaarden: uren, hulpmiddelen, materialen, ruimtes 5
Voorbeeld: schema voor methode Deelvragen Onderzoeksactiviteit Planning in de tijd: wanneer? 1. Wat wordt verstaan onder zelfstandig leren? definiërend 2. Welke werkvormen voor zelfstandig leren zijn er; wat zijn ervaringen daarmee? beschrijvend 3. In hoeverre is zelfstandig leren al te vinden in schrijfopdrachten? beschrijvend, vergelijkend 1a. Wat: tekstbronnen bestuderen: vakliteratuur 1b. Wat: interviews Wie: collega s sectie 1b1. opstellen 1b2. afnemen 1b3. analyseren 2a. Wat: tekstbronnen bestuderen: vakliteratuur, onderzoeksliteratuur 2b. Wat: interviews Wie: docenten school X 3a. Wat: tekstbronnen bestuderen: documenten, schrijfopdrachten. 3b. Wat: Interviews Wie: collega s sectie, leerlingen week 12-13 week 14 week 15-16 week 17-18 week 12-13 week 14-15 Opdrachten Opdracht 1: Onderzoek naar de rijvaardigheid van vrouwen. Opdracht 2: Tevreden werknemers Opdracht 3: Inrichten van een onderzoek over relaties op de werkvloer. Opdracht 4: Respondenten in een onderzoek naar opvoeding. Opdracht 5: Voor- en nadelen per methode bij onderzoek naar je winkelcentrum. Bron: Fischer, T., & Julsing, M. (2000). Onderzoek doen! Kwantitatief en Kwalitatief onderzoek. Noordhof Uitgevers. 6
Het onderzoeksplan Inleiding Praktijkprobleem Onderzoeksdoel, onderzoeksvraag en literatuurstudie Methode (= onderzoeksaanpak) (zie blz. handboek 161-162) Opdracht Analyseer (in tweetallen) de onderzoeksmethode uit de artikelen. Welke methode is gebruikt? Hoe is de methode beschreven? Duur: 10 minuten 7
Opdracht: keuze en verantwoording van methode Ga aan zelfstandig aan de slag: Kies een methode van onderzoek. Maak daarbij gebruik van de keuzehulp (zie website). Beschrijf (verantwoord!) en plan de onderzoeksactiviteiten. Deadline concept onderzoeksplan 11 december (AOSMB) 14 december (AOSWB) 8