Inhoudsopgave: Daltonhandboek Minister Marga Klompéschool



Vergelijkbare documenten
Waarom kiest t Kienholt voor Daltononderwijs?

niet apart, maar samen

WAT IS DALTONONDERWIJS?

Ons daltononderwijs. In dit nummer. Inrichting van de lokalen. Maart 2018 Nieuwsbrief Dalton

Checklist groep 3 4 Doorgaande lijn Daltononderwijs

1 De Johannes de Doperschool, een bijzondere school

Hoofdstuk 6. De weektaak The assignment represents a contract between student and teacher (Helen Parkhurst)

Doorgaande lijn Vrijheid in Gebondenheid Groep 1-2 Groep 3 Groep 4 Groep 5 Groep 6 Groep 7 Groep 8. instructie aan de. doen.

Nieuws. Dalton. Hallo Allemaal, Ouders in de klas. Dit Daltonkrantje is gemaakt met inbreng van ouders, kinderen en leerkrachten.

Welkom 29 oktober 2015

ZELFSTANDIG WERKEN OP DE. TWEEMASTER /Catamaran

Daltonontwikkelingsplan van

GRO TE REIS. Het leven is één WAAR DE SCHOOL VOOR STAAT 2

Inleiding. Start met proefabonnement. acadin 1

1. Inhoudsopgave - 2 -

De Kiezel en de Kei weektaken januari

Daltonhandboek Het Kompas

3 Hoogbegaafdheid op school

Vrijheid, vrijheid in gebondenheid of toch maar verantwoordelijkheid? Het begrip vrijheid in de praktijk van het Nederlandse daltononderwijs

Uitgangspunten: Daltononderwijs. Waar komen wij vandaan?

Zelfstandig Leren

Plannen Groep 1/ 2. Taken plannen groep 1/2 Cds De Klister, Marieke Folkers

De dagelijkse praktijk op de Fredericus

BAS: Weektaken. Oktober 2016

Daltonlijn. Verantwoordelijkheid

Huiswerkbeleid op basisschool De Leerlingst

IK-DOELEN BIJ DE DALTONUITGANGSPUNTEN

Afspraken zelfstandig werken / werken met de weektaak

Informatie groep 5 (schooljaar )

Zelfstandig werken op CBS Ichthus. Beleidsdocument over zelfstandig werken

Beleidsdocument: Zelfstandig werken

Huiswerkbeleid Onderwijsteam 7

Fluitend naar school. obs de Zandheuvel

Huiswerkbeleid Daltonschool Meander

BAS: Zelfstandige Leerhouding

Groepsbrief groep 1en 2

Informatie groep 5 Daltonschool In Balans Schooljaar 2015/2016

Verslag ouderavond FIT(s) OP DE KRING

leerlijn zelfstandig werken o.b.s. Theo Thijssen - Assen

Kinderen leren de hele dag door. Huiswerk

De vragen sluiten aan bij de belevingswereld van de leerlingen en zijn onderverdeeld in de volgende vijftien categorieën:

Zelfstandig werken = actief en zelfstandig leren van een leerling. Het kan individueel of in een groep van maximaal 6 leerlingen.

LESBESCHRIJVING HOGESCHOOL ROTTERDAM PABO. Hoofdfase

Werken met instructieblokken

Groepsbrief. Aan de ouders van de kinderen uit groep 1 en 2

BAS: Zelfstandige Leerhouding

HUISWERKBELEID. Inhoudsopgave Inleiding Het doel van dit huiswerkbeleid Voorwaarden huiswerkbeleid... 2

Beleidsnotitie Zelfstandig werken OBS DE BOUWSTEEN

- Betrokkenheid - Vertrouwen - Verantwoordelijkheid Betrokkenheid is motivatie. Leerlingen die gemotiveerd zijn, ontwikkelen zich.

Sabine Sommer is Interne begeleider van de bovenbouw.. Zij gaat vooral over de zorg van de kinderen.

Wat is verantwoordelijkheid en waarom is het belangrijk?

Algemene belangrijke zaken

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt:

Het huiswerk heeft de volgende functies: - Het kan er toe bijdragen dat kinderen niet achterop raken met het onderwijsprogramma

Met welk werk kunnen kinderen uit groep 5-6 thuiskomen en hoe kunt u uw kind thuis helpen?

Dalton op De Windwijzer

Doel Het vergroten van de motivatie en het zelfvertrouwen van de leerlingen, het bevorderen van de effectieve leertijd en sociale vaardigheden.

Informatieavond groep 6

DALTON-ONTWIKKELINGSPLAN

Huiswerkbeleid Onderwijsteam 7

Leerlijn zelfstandig werken. Schooljaar

Versie Zelfstandig werken

Plan van aanpak: werken met Acadin in je eigen groep en je school

Er kan pas over Coöperatief Leren gesproken worden als er gewerkt wordt volgens een aantal basisprincipes kortweg GIPS genoemd.

Joannesschool: een TOM-school

Zelfstandige leerhouding 3 Begeleid zelfstandig leren

Informatieboekje groep 1 & 2 van Aurora

Daltonbasisschool De Springplank

OPBOUW ZELFSTANDIGE BASISHOUDING BIJ KINDEREN

Het verbeteren van zelfwerkzaamheid van 2 havo/vwo leerlingen.

Identiteitsdocument van Jenaplanschool de Sterrenwachter

Reflectiegesprekken met kinderen

DALTON IN DE PRAKTIJK

1. Beeldbeschrijving Observatieformulier Het drukke kind 3 Uitleg bij het observatieformulier De benaderingen 5

1. Inhoudsopgave - 2 -

Informatieboekje. Groep 4. Juliana van Stolbergschool

Inhoud. Daltonschool De Vrijheid

Protocol Zelfstandig werken Bisschop Ernst.

K.B.S. De Plataan voor katholiek basisonderwijs Vledderstraat 3E 7941 LC Meppel tel

Rondleiding door school met tekst en foto s

CBS DE VAART Informatieboekje groep 3 en 4

Basisschool De Poolster straalt, vanuit deze gedachte werkt het team samen met de kinderen en ouders aan kwalitatief goed onderwijs op onze school.

Huiswerkprotocol Mattheusschool

Onderwijs van deze tijd,

Les Dieren met een baan, thema vermaak

Huiswerkbeleid

Positieve houding. Hoge verwachtingen. Flexibele planning

INFORMATIE OVER GROEP 4/5.

Beleidsstuk Zelfstandig Werken

Nieuwsbrief De Vreedzame School

De Leessleutel wordt iets van jezelf

Huiswerkbeleid van CBS De Zaaier

Bijlage 3. Visitatie lidscholen primair onderwijs Nederlandse Dalton Vereniging. Visitatieverslag

Visitatieverslag Zie handleiding visitatie lidscholen primair onderwijs (Gebaseerd op Toetsingskader Erkenning Daltoninstellingen)

Nieuwsbrief. 18 september 2015

Rondleiding door school met tekst en foto s

Werken met de weektaak

Schooljaar Groep 4

Tussenschoolse opvang

Informatieavond groep 5

Transcriptie:

Katholieke basisschool voor Daltononderwijs Robert Kochplaats 346-348 3068 JD Rotterdam 010-4206661 info@mmkschool.nl

Inhoudsopgave: Inleiding blz. 3 Voor wie is dit document geschreven blz. 4 Daltononderwijs; de visie blz. 5 Daltonprincipes: *vrijheid in gebondenheid blz. 6 *zelfstandigheid blz. 7 *samenwerking blz. 8 Daltononderwijs op de Min. Marga Klompéschool blz. 9 Dalton in de praktijk: *schoolregel blz. 11 *elkaar helpen blz. 11 *open kasten blz. 12 *dagkleuren blz. 12 *dagritmekaarten/ rooster blz. 12 *timetimer blz. 13 *weekagenda blz. 13 *huishoudelijk takenbord blz. 13 *maatjes(bord) blz. 14 *stoplicht blz. 15 *geluidsthermometer blz. 15 *stilteteken blz. 15 *gangkaart blz. 16 *computerkaart blz. 16 *werkplekken buiten de klas blz. 16 *stil-werkplek in de klas blz. 17 *checklist werken buiten de klas blz. 18 *bloktijd blz. 18 *stilte 10 minuten blz. 18 *evaluatie blz. 19 *weektaak: Groep 1: blz. 19 Groep 2: blz. 20 Groep 3: blz. 20 Groep 4 t/m 8: blz. 20 *afspraken als de weektaak niet af is blz. 21 *instructiebord blz. 21 *tijdsbesteding aan weektaak blz. 22 *weekplanner blz. 22 *keuzewerk blz. 24 *nakijken blz. 24 *opzoekboekje blz. 25 *logboekje blz. 25 *coachingsgesprek blz. 25 *instructietafel blz. 26 *portfolio blz. 26 *WO (verwerkingsvormen) blz. 27 *tutoren blz. 27 *differentiatie blz. 28 *groepsdoorbroken werken blz. 29 *takenkaart lezen blz. 29 *leerkrachtvaardigheden blz. 30 *leerlingvaardigheden blz. 30 Bijlagen: 1: Leerlingvaardighedenlijst blz. 31 2: Leerkrachtvaardighedenlijst blz. 33 3: Weekplanner groep 2 blz. 34 4: Weekplanner groep 3 blz. 35 5: Weekplanner groep 4 blz. 36 6: Weekplanner groep 5 t/m 8 blz. 37 7: Takenkaart lezen groep 3 blz. 39 2

Inleiding In dit handboek staat beschreven hoe het team van de katholieke basisschool Minister Marga Klompé invulling geeft aan het Daltononderwijs. Wij vinden het belangrijk om als team een te hebben. Niet omdat het moet, maar omdat we trots zijn op ons onderwijs en we ervoor willen zorgen dat de gemaakte afspraken levend blijven binnen onze school. Daltononderwijs kenmerkt zich in onze ogen door haar flexibiliteit. In dit handboek worden daarom alleen de hoofdlijnen van ons onderwijs aangegeven. De leerkrachten op de hebben de ruimte om binnen deze hoofdlijnen hun persoonlijke kleur aan het Daltononderwijs te geven. Afwijken van de hoofdlijnen is alleen mogelijk met gegronde redenen en in overleg met de Daltoncoördinator en interne begeleider op onze school. Het Daltononderwijs op onze school zal een proces van continue ontwikkeling zijn. Dit handboek is geschreven om de gemaakte afspraken, zoals ze nu zijn vast te leggen. Iedere leerkracht, ervaren of beginnend, kan daardoor in dit handboek lezen hoe er bij ons op school gewerkt wordt en de afspraken terugvinden. Wij vinden het belangrijk dat er voor onze leerlingen een duidelijke doorgaande lijn is van groep 1 t/m 8. Doordat er veranderingen kunnen, en zeker ook zullen, plaatsvinden is het van groot belang dat dit document jaarlijks wordt aangepast door de Daltoncoördinator. December 2010, Margot Uljee, Daltoncoördinator 3

Voor wie is dit document geschreven? Sinds 1 september 2007 is onze school officieel een Daltonschool in oprichting. We hopen dat de school in het schooljaar 2010/2011 het felbegeerde Daltoncertificaat in ontvangst mag nemen. De leerkrachten op de moeten allemaal individueel gecertificeerde Daltonleerkrachten zijn. Nieuwe leerkrachten behalen dit certificaat door de cursus Dalton van de RVKO bij te wonen. Dat wil echter niet zeggen dat we dan ook klaar zijn met de schoolontwikkeling. Het is juist de bedoeling dat het Daltononderwijs op onze school zich blijft ontwikkelen. We zullen verder groeien in onze ontwikkeling als Daltonleerkracht, waardoor ook de handelswijzen in de klassen veranderen. We borgen inmiddels een doorgaande lijn waar we als school trots op zijn! Een team van enthousiaste leerkrachten bouwt de school op en naarmate de tijd verstrijkt of de school groeit zullen er steeds meer nieuwe leerkrachten het team komen versterken. Het is dus belangrijk dat het nieuwe personeel wordt ingewerkt en op de hoogte wordt gesteld over onze afspraken. Elk nieuw personeelslid krijgt het en zal ingewerkt worden door de Daltoncoördinator en eventuele duocollega. De meest recente versie van het is altijd op ons netwerk te vinden, namelijk in de digitale Daltonmap. De doelgroepen voor dit zijn: Ouders en leerlingen (startende) Leerkrachten en invalleerkrachten Pabo-stagiaires Onderwijsinspectie Visiteurs van de Nederlandse Dalton Vereniging Het bestuur van de Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs (RVKO) Andere basisscholen die inspiratie nodig hebben voor hun Daltonontwikkeling Andere belangstellenden 4

Daltononderwijs; de visie De Daltonpedagogiek is gebaseerd op de ideeën van de Amerikaanse onderwijzeres Helen Parkhurst (1886-1973). Zij keek terug op haar eigen basisschoolperiode als erg demotiverend. Ze vond het als kind namelijk erg moeilijk om alleen maar stil te zitten en te luisteren naar haar leerkracht. Toen zij zelf leerkracht werd, besloot ze in 1905 te gaan experimenteren met het geven van onderwijs. Dat moest ook wel, want ze werkte als enige leerkracht op een schooltje met zo n 40 leerlingen van diverse leeftijden en met verschillende intelligentieniveaus. Ze kon dus onmogelijk klassikaal lesgeven in deze klas en besloot de kinderen te laten kiezen uit de door haar aangeboden leerstof. Ze ging met haar leerlingen een samenwerkingsverband aan, waarbij de leerling zich verplichtte het gekozen leerdoel binnen een bepaalde tijd te bereiken. Helen Parkhurst beloofde daarbij te helpen, wanneer nodig. In 1922 legde Parkhurst haar ideeën vast in het boek Education on the Dalton Plan, nadat zij ook enige tijd had samengewerkt met Maria Montesorri. In haar boek beschreef zij haar drie belangrijkste principes: o Vrijheid o Zelfstandigheid o Samenwerking Ze beschreef verder niet hoe haar principes precies uitgevoerd moesten worden. Ze vond dat iedereen hier zelf invulling aan kon geven. Dalton is namelijk een onderwijsvisie en heeft geen vast voorgeschreven systeem. Al snel werden er andere Daltonscholen opgericht over heel de wereld. In Nederland werd in 1928 de eerste Daltonschool opgericht. Daarmee was de ontwikkeling van het Daltononderwijs nog niet klaar. Kenmerkend voor het Daltononderwijs is dat het zich steeds aanpast aan de veranderende eisen en verwachtingen van de samenleving. De principes Vrijheid, Zelfstandigheid en Samenwerking blijven gehandhaafd, maar hebben door de jaren heen andere accenten gekregen. De precieze uitvoering van het Daltononderwijs is dan ook op elke school anders. Wel ziet men op elke school onderstaand figuur terug in het daltononderwijs. 5

Vrijheid in Gebondenheid/Verantwoordelijkheid Vrijheid is van groot belang wanneer we willen dat een leerling leert om eigen keuzes te maken en oplossingen te bedenken. Zonder deze vrijheid wordt de leerling niet uitgedaagd om over deze keuzes na te denken. Echter, vrijheid betekent niet dat alles ineens mag en kan op onze school. Er wordt vrijheid in gebondenheid gecreëerd. Dit betekent dat onze leerlingen binnen bepaalde grenzen de mogelijkheid hebben om eigen keuzes te maken. Het gaat er in het Daltononderwijs om dat de leerkracht vertrouwen heeft in het eigen kunnen van de leerling en deze hierdoor zijn of haar verantwoordelijkheid neemt. Er worden duidelijke afspraken gemaakt tussen leerkracht en leerling. De leerling moet te allen tijde verantwoording aan de leerkracht kunnen afleggen. Hoe het principe Vrijheid in gebondenheid vorm krijgt binnen de Minister Marga Klompéschool kunt u verderop in dit handboek lezen. Uiteraard gebeurt dit in de onderbouw op een andere manier dan in de bovenbouw. 6

Zelfstandigheid Op onze school vinden wij het belangrijk dat de leerlingen veel zelfstandig kunnen werken. We willen namelijk dat onze leerlingen later volwassenen worden die zelfstandig kunnen denken en handelen. Daarvoor is het wel nodig dat je al van jongs af aan leert hoe je aan informatie komt en deze verwerkt, hoe je keuzes maakt en hoe je om kan gaan met problemen die je tegen komt. Dit vraagt om een enigszins individuele benadering, want niet ieder mens is immers hetzelfde. De leerkrachten op onze school hebben daarom onder andere een begeleidende en coachende rol en voeren met onze leerlingen coachingsgesprekken. Het initiatief hiertoe kan zowel bij de leerling als bij de leerkracht liggen. Een basisvoorwaarde voor zelfstandig werken is dat er een goed pedagogisch klimaat moet zijn, waarin de leerling zich veilig voelt en kan vertrouwen op de leerkracht. De leerling heeft vertrouwen nodig in zichzelf en in zijn of haar omgeving om zich te kunnen ontwikkelen. Dit klimaat creëren we door er voor de kinderen te zijn en ècht te luisteren. De leerkrachten hebben een open houding en zien de leerlingen als gelijkwaardig. We nemen ze serieus en geven hen vertrouwen door ze verantwoordelijkheid te geven. De zelfstandigheid van leerlingen kan namelijk alleen gedijen wanneer hen voldoende vrijheid en verantwoordelijkheid wordt geboden. Uiteraard wordt dit vanaf groep 1 in fases opgebouwd. Daarnaast willen kinderen van nature graag zelf actief bezig zijn en komt het zelfstandig werken de motivatie ook ten goede. Het moment van zelfstandig werken geeft de leerkracht ook ruimte om leerlingen extra te helpen die deze hulp nodig hebben. Iedere leerling is op dat moment op zijn of haar eigen niveau aan het werk en op deze manier wordt de leertijd effectief gebruikt. Bovendien zal de leerling eerder een succeservaring beleven doordat hij/zij op eigen niveau werkt. 7

Samenwerking Samen kunnen werken staat centraal in onze maatschappij. Daarom vinden wij het van groot belang dat we hier onze leerlingen ook goed op voorbereiden. Samenwerken gaat niet bij iedereen van nature en daarom worden er op onze school vaardigheden aangeleerd die de kinderen kunnen gebruiken tijdens het samenspelen en samenwerken. Soms wordt er samengewerkt in groepjes, maar ook met één of twee maatjes is mogelijk. Hierbij heeft de leerling soms de vrijheid om een eigen maatje te kiezen, maar het kan ook zijn dat de leerling een maatje of groepje krijgt toegewezen door de leerkracht. Het is namelijk ook in onze samenleving niet altijd zo dat je alleen samenwerkt met mensen die je zelf kiest. Bovendien kiest onze school bewust voor groepsdoorbroken werken op bepaalde momenten. Hierdoor leren onze leerlingen ook met kinderen uit andere klassen en dus van andere leeftijden samen te werken, te spelen of te begeleiden. Een goed voorbeeld hiervan is het tutorleren. Het tutorleren zal de komende schooljaren een speerpunt van de school worden. We vinden het belangrijk dat onze leerlingen van elkaar leren en elkaar inspireren. 8

Dalton op de Vanaf 1 september 2007 is onze school officieel een Daltonschool in oprichting. We werken er hard aan om in het schooljaar 2010/2011 een gecertificeerde Daltonschool te zijn. De leerkrachten zijn zelf individueel gecertificeerde Daltonleerkrachten. Het team heeft de plaats bepaald die de op dit moment inneemt op de ontwikkelingslijnen. We hebben er nadrukkelijk met elkaar voor gekozen om vanuit een klassikale structuur aan de drie pijlers vorm te geven. De kinderen werken dus niet de hele dag zelfstandig aan hun taak, er zijn ook momenten waarop we met de hele klas de leerstof behandelen. Uiteraard wordt er gedifferentieerd in niveau en hoeveelheid. Op onze school willen we de nadruk leggen op de pijler verantwoordelijkheid. Verantwoordelijkheid: Op de ontwikkelingslijn van verantwoordelijkheid bevindt de Marga Klompéschool zich bij het blok van de gedeelde sturing. Leerlingen bij ons op school kunnen in hun eigen ritme en volgorde werken aan de weektaken. Ook is er een keuzetaak. De plek van werken en het maatje kiest de leerling ook zelf. Onze school kiest er bewust voor om niet geheel de plek van leerlinggestuurd in te nemen op de ontwikkelingslijn van verantwoordelijkheid. Wel willen wij graag de komende jaren werken aan het invoeren van een portfolio voor elke leerling en het initiatief van de leerling bij zijn of haar eigen leerproces vergroten. Ook willen de leerkrachten dat de leerlingen meer betrokken zijn bij het maken van hun eigen leerdoelen. Een goed middel hiervoor zijn de coachingsgesprekken. Hier is voor de Marga Klompéschool nog groei te boeken. Ook kan er op de weektaak nog meer ruimte gemaakt worden voor eigen keuze van leerstof. Zelfstandigheid Op de ontwikkelingslijn van zelfstandigheid neemt onze school een plek in tussen het blok zelfstandig leren en zelfverantwoordelijk leren. Ons streven is om er naar toe te werken dat wij over een aantal jaar een plek hebben tussen zelfverantwoordelijk leren en zelfsturend leren. Geheel zelfsturend leren streven wij niet na voor onze school en leerlingen. Op dit moment kunnen onze leerlingen taakgericht werken aan een (week)taak. De leerlingen pakken zelf het benodigde materiaal en vragen hulp wanneer nodig, ook aan klasgenoten. De leerlingen kijken zelfstandig na en registreren hun werk. De leerlingen maken een eigen planning met betrekking tot hun weektaken en lossen zelf problemen op die voorkomen bij de uitvoering van een taak. De school wil graag dat de leerlingen in de toekomst zichzelf monitoren tijdens het werken aan een taak (de leerlingen vragen zichzelf af of ze op de goede weg zitten, registreren leervorderingen, stellen eventueel plannen bij). Ook vinden wij het van belang dat de leerlingen beter om kunnen gaan met aanpakgedrag en diverse leerstrategieën en didactische routes kunnen hanteren. Wij streven ernaar dat leerlingen meer gaan evalueren op hun eigen leerproces en leerdoelen. Nu gebeurt de evaluatie veelal alleen nog op de resultaten van de taak. Samenwerking: Op de ontwikkelingslijn van samenwerking neemt onze school de plek in aan het begin van coöperatief leren. Er wordt veel samengewerkt en aandacht besteed aan sociale vaardigheden. De leerlingen mogen ook buiten de klas samenwerken en zijn goed op de 9

hoogte van de daarbij horende afspraken. Er zijn systemen binnen de klas zoals de stiltekapitein, groepsverantwoordelijke, materialenbaas etc. De school wil graag de positie innemen aan het einde van het blok coöperatief leren. We willen daarom meer systematische aandacht aan hogere sociale vaardigheden, zoals discussiëren. Ook willen we meer en systematischer met de coöperatieve werkvormen gaan werken. Het tutoren zal de komende periode een speerpunt worden. Nu gebeurt dat ook al, maar alleen nog voor het vakgebied technisch lezen. We willen dit graag ook voor andere vakken op gaan bouwen. Hierbij denken wij vooral aan groepsoverstijgend tutoren. 10

Daltononderwijs in de praktijk Kenmerkend voor onze school is dat de kinderen weektaken en keuzetaken hebben. Ze maken hiervoor zelf een planning, bepalen de volgorde waarin ze gaan werken, de plek waar ze gaan werken en met wie ze samenwerken. De leerkrachten hebben hierbij een ondersteunende rol. Het initiatief ligt zoveel mogelijk bij de leerlingen. In het volgende hoofdstuk wordt zoveel mogelijk uitgelegd hoe het één en ander op onze school werkt. Schoolregel: We zorgen er met elkaar voor dat iedereen zich op school veilig voelt en het naar z n zin heeft! Aan het begin van het schooljaar wordt er door iedere groep een poster gemaakt, ingelijst en in de klas opgehangen, waarop deze regel duidelijk zichtbaar is. Naar aanleiding van de schoolregel worden er in de klas verdere afspraken gemaakt over de omgang met elkaar. Elkaar helpen: Wij vinden het van groot belang dat onze leerlingen elkaar helpen. Dit bevordert namelijk de zelfstandigheid, leert leerlingen samen te werken en zich verantwoordelijk te voelen voor elkaar. We helpen de leerlingen door in de klas aan te leren hoe je iemand kan helpen. Op school hanteren we de regel eerst hulp vragen aan een maatje, dan aan een andere klasgenoot en daarna aan de leerkracht. 11

Open kasten: Een voorwaarde om tot een goede zelfstandigheid te komen is door verantwoordelijkheid/ vertrouwen te geven. De leerlingen mogen op onze school dus zelf materiaal uit de kasten halen, zoals bijvoorbeeld werkjes bij de kleuters of woordenboeken in de bovenbouw. De leerling zorgt er zelf weer voor dat het materiaal op de juiste plek wordt opgeruimd en netjes blijft. Dagkleuren: Daltononderwijs werkt met dagkleuren. Op de Min.MargaKlompéschool hebben de dagen de volgende kleuren: Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag Zondag =geel =oranje =rood =paars =blauw =groen =groen Deze dagkaarten hangen in elke klas. In alle groepen wordt met een pijltje aangegeven welke dag het vandaag is. Dagritmekaarten/ rooster: In elke klas kunnen de leerlingen zien wat er die dag op het programma staat. De groepen 1 t/m 3 maken gebruik van Piramide dagritmekaarten. De groepen 4 t/m 8 kunnen het rooster op het bord lezen. Tevens staat er op het schoolbord altijd een datum. 12

Timetimer: In alle groepen zijn 2 timetimers (oftewel terugloopklokken) aanwezig. Op deze klok kunnen kinderen zien hoeveel tijd ze nog hebben voor het maken van een bepaalde taak. Zelfs de jongere leerlingen kunnen dit zien, omdat de klok werkt met een rood vlak. Hoe groter het rode vlak, hoe meer tijd. Het leert de kinderen zich bewust te worden van de tijd en hun planning. Het vergroot de zelfstandigheid. Weekoverzicht (vanaf groep 5): Vanaf groep 5 staat er op het bord een weekoverzicht. Leerlingen zien hierop de activiteiten en het huiswerk van die week staan. Op deze manier worden leerlingen zich bewust van de tijdsindeling en leren zij als het ware met een agenda om te gaan. Vanaf groep 7 hebben de leerlingen elke dag een eigen agenda mee waarin ze activiteiten en huiswerk opschrijven, ter voorbereiding op het gebruik van de agenda in het voortgezet onderwijs. Huishoudelijk takenbord: In elke groep hangt een huishoudelijk takenbord. Hierop staan de taakjes die gedaan moeten worden om ervoor te zorgen dat onze leeromgeving prettig blijft. De leerlingen hebben gedurende één week de verantwoordelijkheid om een bepaalde taak op zich te nemen. Dit kan bijvoorbeeld vegen zijn, maar ook melkpakjes wegbrengen of schriften uitdelen kan een taak zijn. We vinden het belangrijk om de leerlingen te leren dat de school ook van hen is en dat we er dus met z n allen voor zorgen dat het een goede, gezellige en leerbare omgeving blijft. 13

Maatjes (bord): In elke klas hangt een maatjesbord. Hierop hangen naamkaartjes van de kinderen en kunnen er steeds maatjes naast elkaar gehangen worden. De maatjes worden door de leerlingen zelf gekozen, maar soms kan een leerkracht ook de maatjes bepalen. In de bovenbouw kiezen de leerlingen hun maatje voor een periode van 3 weken (dit is dezelfde periode als de thema s van wereldoriëntatie). Zij gaan dan ook zoveel mogelijk naast hun maatje(s) zitten en maken alle samenwerkingsopdrachten met dit maatje. Maatjes zijn betekent dat je als eerste hulp gaat vragen aan elkaar als je ergens niet uitkomt. Pas daarna vragen de leerlingen een andere klasgenoot om hulp. Wanneer dat niet voldoende hulp oplevert wordt de leerkracht ingeschakeld. Stoplicht: In elke groep hangt een stoplicht. Dit is een symbool voor de uitgestelde aandacht. Het geeft de leerlingen tijdens alle lessen duidelijkheid wanneer zij wel of niet mogen overleggen en hulp mogen vragen aan de leerkracht. Groen = Je mag overleggen met de leerkracht en klasgenoten. Oranje= Je mag alleen met klasgenoten overleggen, dus niet met de leerkracht. Rood = Je werkt stil aan je taak. 14

Geluidsthermometer: De geluidsthermometer werkt in alle groepen als ondersteuning van het stoplicht als deze op groen of oranje staat. De leerkracht of een leerling die deze verantwoordelijkheid heeft kan door middel van een magneet aangeven hoe het geluidsniveau in de klas is. Ook kan er voor gekozen worden de leerlingen de verantwoordelijkheid te geven zelf het geluidsniveau te laten bepalen. Zij mogen dan zelf de magneet verschuiven. Rood: er wordt veel te hard gepraat Oranje: het mag best iets stiller Geel: zo is het prima Groen: het is helemaal stil De thermometer hangt op een goede zichtbare plek in de klas, liefst naast de timetimer en het stoplicht. Stilteteken: In alle groepen (en bijvoorbeeld tijdens vieringen) maken wij gebruik van het stilteteken. De leerkracht geeft aan stilte en aandacht te willen door zijn/haar hand in de lucht te steken, zonder verbale ondersteuning. De leerlingen nemen het gebaar over en geven daarmee aan aandacht te hebben voor de leerkracht. Pas als iedereen het gebaar heeft gemaakt en daarmee dus aandacht toont begint de leerkracht met praten. Groepsverantwoordelijke (vanaf groep 3,in ontwikkeling): In de klassen wordt gewerkt met systemen zoals de stiltekapitein en materialenbaas. De leerlingen in een tafelgroepje zijn allemaal verantwoordelijk voor een bepaalde taak en zorgen dat hun klasgenoten in de groep zich aan de bijbehorende afspraken houden. Zo kan een leerling bijvoorbeeld verantwoordelijk zijn voor het geluidsniveau in het groepje of zorgt ervoor dat de benodigde materialen gepakt en opgeruimd worden. Deze systemen vergroten de zelfstandigheid en verantwoordelijkheid. 15

Gangkaart: Leerlingen mogen alleen op de gang werken indien zij een gangkaart bij zich hebben. Op deze gangkaart staan de gedragsregels voor het werken buiten de klas. De kinderen moeten een gangkaart inleveren indien zij zich niet conform de regels op de kaart gedragen. Alle leerkrachten mogen de leerlingen hierop aanspreken. Zonder kaart mag de leerling niet op de gang werken en moet dus terug naar de klas. In de lagere groepen worden er meestal 2 gangkaarten meegegeven, waardoor de leerling een extra kans heeft wanneer er een gangkaart ingeleverd moet worden. Hoe werken wij op de gang? 1) Wij overleggen zachtjes. 2) Wij praten alleen met kinderen waar we mee samenwerken. 3) We blijven aan onze werkplek zitten. 4) Als we klaar zijn ruimen we onze werkplek op. 5) We zorgen ervoor dat anderen geen last van ons hebben. 6) Alle juffen en meesters letten op deze regels. Als we ons niet aan deze regels houden worden we teruggestuurd naar de klas. Help elkaar volgens de regels te werken! Computerkaart (vanaf groep 5): In elke klas zijn er minimaal twee computers te vinden. Naast deze computerplekken kunnen de kinderen vanaf groep 5 ook gebruik maken van de computerplekken op de gang. Als de leerlingen gebruik willen maken van een computer pakken zij zelf een computerkaart. De computerplekken in de klas dienen als eerst benut te worden. Indien deze bezet zijn, mogen de leerlingen uitwijken naar de gang. De leerlingen dienen zich te houden aan de regels die vermeld staan op de computerkaart. Er zijn in elke klas vier groene computerkaarten beschikbaar. Hoe werken wij op de computer? 1) Als ik alleen werk ben ik stil. 2) Als we samenwerken overleggen we zachtjes. 3) Wij praten alleen met kinderen waar we mee samenwerken. 4) We blijven aan onze werkplek zitten. 5) Als we klaar zijn ruimen we onze werkplek op. 6) We zorgen ervoor dat anderen geen last van ons hebben. 7) Alle juffen en meesters letten op deze regels. Als we ons niet aan deze regels houden worden we teruggestuurd naar de klas. Help elkaar volgens de regels te werken! Werkplekken buiten de klas: Buiten de klassen zijn er een aantal werkplekken te vinden waar de leerlingen gebruik van kunnen maken. Het betreft samenwerkplekken en stil-werkplekken. De samenwerkplekken zijn plekken waar leerlingen in groepjes samen kunnen werken en waar zij mogen overleggen met de liniaalstem. De liniaalstem is een zachte stem. De samenwerkplekken zijn te herkennen aan het groene kaartje met het samenwerksymbool. Samenwerkplek 16

De stil-werkplekken kunnen gebruikt worden door bijvoorbeeld leerlingen die zich niet kunnen concentreren. De leerlingen werken hier alleen en mogen hier niet praten. De stilwerkplekken zijn te herkennen aan het rode kaartje met het stil-werkpleksymbool. Stil-werkplek Hal groep 1/ 2: In de groepen 1 en 2 is er op de gang een projecthoek ingericht waar leerlingen buiten de klas in spelen. Deze projecthoek is ingericht naar aanleiding van het project waar in de groep mee gewerkt wordt. Hal groep 3/ 4: Groep 3 heeft net zoals de kleutergroepen een eigen projecthoek. Groep 4 heeft een apart gedeelte van dezelfde hal tot beschikking, afgeschermd door schotten, waar twee grote tafels staan. Dit zijn samenwerkplekken. Hal groep 5 t/m 8: In de aula en hal zijn stil-werkplekken, samenwerkplekken en computerplekken gecreëerd. Er mogen maximaal 8 leerlingen met een gangkaart op deze plekken werken en 4 leerlingen op de computer. De groepen hebben een bloktijdrooster gemaakt, zodat er zo optimaal mogelijk gebruik gemaakt kan worden van de plekken (rooster hangt op diverse plekken in de klassen en gang). Als leerlingen op de gang willen gaan werken, dan hoeven zij dit niet te vragen aan de leerkracht. Zij pakken een gangkaart en kijken op de checklist bij de deur welke spullen zij dienen mee te nemen naar de gang. Bij de deur hangt wel een lijst waarop zij een kruisje bij hun naam dienen te zetten. Op die manier kan de leerkracht ingrijpen op het moment dat er leerlingen te vaak op de gang werken en andere leerlingen nauwelijks aan de beurt komen. Stil-werkplek in de klas (vanaf groep 3): Het streven is om in de klas een stil-werkplek te creëren waar de leerlingen zonder toestemming te vragen mag gaan werken wanneer hij/zij bijvoorbeeld moeite heeft met zich te concentreren of even niet gestoord wil worden. Op deze plek wordt niet gepraat. 17

Checklist werken buiten de klas (vanaf groep 4): Wanneer de leerlingen buiten de klas gaan werken kijken zij op de gele checklist die bij de deur hangt om te zien of zij alle spullen bij zich hebben. Dit voorkomt onnodig lopen en storen. Bloktijd (vanaf groep 2): Alle leerlingen op onze school werken met een weektaak. De periode waarin de kinderen aan hun weektaak mogen werken noemen we bij ons op school bloktijd. Uiteraard zijn de weektaken in de kleutergroepen en groep 3 nog klein en worden deze in elke groep uitgebreid. Doordat de kinderen zelfstandig aan het werk kunnen met een weektaak wordt de zelfstandigheid van de leerling vergroot. Ze mogen zelf de taken inplannen en verdelen over de week met behulp van een weekplanner (vanaf groep 2). Ook maken ze zelf een keuze waar en met wie (welk maatje) ze de taak gaan maken. De leerkrachten ondersteunen leerlingen bij dit proces waar nodig. Tijdens de bloktijd wordt er met uitgestelde aandacht gewerkt. We gebruiken hiervoor in alle klassen het stoplicht. In deze periode geeft de leerkracht extra instructie of verdieping aan leerlingen die dit nodig hebben. De leerkracht mag dan niet door de andere leerlingen gestoord worden. Tijdens de bloktijd kan een leerling ook op het keuzebord werken. Er wordt gestart met de weektaak op maandag. De leerlingen krijgen dan ook instructie. In de weektaken wordt differentiatie toegepast op niveau en werktempo. Niet iedereen heeft dezelfde hoeveelheid taken. Wanneer de weektaak af is wordt er in de bovenbouw gewerkt met een logboekje. De kinderen werken dan aan een eigen project, waar zij zelf een plan voor opgesteld hebben. Stilteminuten (vanaf groep 3): De start van de bloktijd gebeurt met stilteminuten. Hoeveel stilteminuten gehanteerd worden is afhankelijk van de groep. Na de instructie van de leerkracht en het beantwoorden van vragen gaat het stoplicht op rood en wordt de timetimer (eventueel samen met de eierwekker) op het aantal 18

stilteminuten gezet. De timetimer staat op een zichtbare plek voor de leerlingen of wordt op het digitale schoolbord geprojecteerd. Als het de leerlingen is gelukt om tijdens de stilteminuten helemaal stil te werken kan hier eventueel een beloning aan gekoppeld worden. Deze periode dwingt de leerlingen in alle rust aan hun weektaken te beginnen en eerst zelf te proberen alvorens ze hulp komen vragen. Dit is dus een periode van uitgestelde aandacht. Evaluatie: Na elke bloktijd en ook na diverse andere momenten wordt er in de groepen geëvalueerd. Dit gebeurt door middel van gesprekjes, spelletjes, duimen in de lucht steken, kaartjes etc. Dit verschilt per klas en uiteraard ook per dag. De kracht zit hier in de afwisseling van evaluatievormen. De kleuters evalueren aan het eind van de middag hun dag tijdens de dagafsluiting. Het evalueren neemt een belangrijke plek in bij het verantwoordelijk zijn voor het eigen leerproces en het bewust worden dat het niet altijd gaat om het eindproduct, maar ook om de weg ernaar toe. Dit is immers het moment waarop feedback gegeven wordt en de kinderen leren om kritisch naar de eigen manier van werken/spelen te kijken. Weektaak groep 1: In groep 1 staat vooral het spelen voorop. Omdat de ontwikkelingsmaterialen uit de kast ook belangrijk zijn voor hun ontwikkeling, moeten de kinderen minimaal 1 keer in de week een flink werkje doen. Later in het jaar wordt dat 2 keer. De kinderen plannen zelf in wanneer zij dit gaan doen. Op het bord hangen de (gekleurde) dagen van de week. Op vrijdagmiddag vraagt de leerkracht aan alle kinderen wanneer zij in de volgende week hun flinke werkje gaan doen. Het naamkaartje van het kind komt dan onder de dagkaart van de dag die ze zelf gekozen hebben. Kinderen die het volgende jaar naar groep 2 gaan, hebben een groen kaartje (later in het jaar 2 groene kaartjes). Kinderen die in groep 1 blijven, hebben een wit kaartje. 19

Weektaak groep 2 In groep 2 wordt gestart met het aanleren van werken met een papieren weekplanner. De weektaken zijn onderverdeeld in verschillende ontwikkelingsgebieden. Deze hebben ieder de naam en een pictogram van een dier: Hond = rekenactiviteit Paard = taal Vis = samenwerken/ samenspelen Koe = creatieve activiteit Konijn = werkblad (diverse leergebieden) Deze dieren zijn ook terug te vinden op de keuzekaartjes van het keuzebord. Als ze gaan werken aan bijv. de weektaak hond, kiezen ze op het bord een taak waar een hond bij staat. De kinderen houden zelf bij welke taken ze gemaakt hebben door de taak af te tekenen wanneer ze hem gedaan hebben. Afhankelijk van de groep is het streven om in groep 2 te eindigen met 5 weektaken. Weektaak groep 3 Er is drie dagen per week een bloktijd ingeroosterd. In groep 3 wordt gewerkt met een simpele papieren versie van de weekplanner die wat meer uitgebreid is dan in groep 2. Er staan in groep 3 altijd 3 verplichte weektaken op de weekplanner en daarnaast nog keuzetaken (ook wordt er in groep 3 naast de weekplanner gewerkt met een takenkaart voor lezen, zie elders in dit handboek). Van tevoren wordt ingepland door middel van het kleuren van een hokje op welke dagen de taken gemaakt zullen worden. Wanneer de taken ook daadwerkelijk gemaakt zijn kleuren de leerlingen een hokje met de kleur van die dag. De kinderen kunnen zien hoeveel tijd zij in de week hebben om te werken aan hun 3 weektaken en keuzetaken, met hoeveel kinderen ze de taak samen mogen maken en er is een smiley om te evalueren hoe de taak is gemaakt. In de bloktijd mogen de kinderen ook een keuzetaak doen. Ze hangen dan een kaartje op het keuzebord of kiezen een extra keuzetaak die op de weekplanner staat. Weektaak groep 4 t/m 8 In de groepen 4 t/m 8 wordt er elke dag aan de weektaken gewerkt in de bloktijd. De leerlingen hebben allemaal een eigen plastic bloktijdmapje waarin zij elke dag hun weekplanner en hun gemaakte weektaken inleveren (in de nakijkbak). De leerkracht zet een + achter de taak op de weekplanner als deze voldoende en volledig gemaakt is. De gemaakte weektaken worden door de leerkracht uit het mapje gehaald, de weekplanner blijft erin zitten. Ook kan er een komen te staan. De taak is dan niet voldoende of volledig gemaakt. Het werk blijft in het mapje zitten en de leerling gaat de taak verbeteren. Zodra deze af is wordt het weer ingeleverd in het bloktijdmapje en wordt er van de een + gemaakt als de leerkracht het nu in orde vindt. Dit systeem wordt gedurende groep 4 aangeleerd en steeds wat verder uitgebreid. In groep 4 ligt de nadruk op het leren plannen en de verandering van losse werkbladen naar het verwerken in schriften. Er wordt begonnen met elke dag een half uur bloktijd in groep 4, aan het eind van het jaar is dit elke dag een uur. Vaste onderdelen van de weektaak zijn taal, wereldoriëntatie, (begrijpend) lezen en spelling. Ook worden er een keuzetaken opgenomen in de weektaak. Deze taken moeten ook gemaakt worden, maar de leerling kan kiezen welke taak hij/zij maakt. Aan het einde van de week moet er bij alle taken een + staan. Indien een leerling afwezig is geweest worden er weektaken weggestreept. Ook worden de taken qua hoeveelheid en moeilijkheidsgraad op de leerling afgestemd. Middels het 20

wegstrepen kan er in de hoeveelheid gedifferentieerd worden. Leerlingen die meer of minder aankunnen krijgen een aangepaste weekplanner. Leerlingen die tijdens de bloktijd vaak aan de instructietafel zitten kunnen hun taken niet allemaal afkrijgen. De leerkracht streept bij deze kinderen taken weg of maakt de taken samen aan de instructietafel. Afspraken als de weektaak niet af is: Het kan voorkomen dat ondanks differentiatie in hoeveelheid en moeilijkheidsgraad een leerling toch zijn/haar weektaken niet af heeft. In eerste instantie is het voor de leerkracht belangrijk om samen met de leerling te overleggen waarom dat zo is en te inventariseren of het nodig is om alles af te maken. Leerlingen krijgen zo veel mogelijk onder schooltijd de kans om het alsnog af te maken. Vanaf groep 5 geven we het werk op vrijdagmiddag mee naar huis als het na de extra tijd nog niet af is. Het is dan huiswerk voor maandag geworden. Kinderen die het maken van de planning lastig vinden, krijgen hierbij begeleiding of er wordt voor die leerling met een dagtaak gewerkt, waarbij er wel naar toe gewerkt wordt dat deze zich uitbreid en wellicht weer naar een weektaak toe kan. Instructiebord (vanaf groep 5): Vanaf groep 5 hangt er in de klas een instructiebord. Hierop kunnen de leerlingen de hele weekplanning met betrekking tot extra instructie tijdens de bloktijd zien. Op het bord hangen de dagen van de week en de vakgebieden. In groep 5 wordt het bord bijna alleen ingevuld door de leerkracht. In de hogere groepen kunnen de leerlingen ook zelf inschrijven voor bepaalde instructies of een coachingsgesprek. De leerkracht geeft aan in welke hokjes leerlingen zich die week in kunnen schrijven en de leerlingen schrijven met een andere kleur stift hun naam in het hokje, zodat duidelijk is dat zij zelf hebben ingeschreven. Daarnaast schrijft de leerkracht zelf ook namen op van kinderen die bijvoorbeeld structureel aan de instructietafel zitten of juist leerlingen waarvan de leerkracht het nodig vindt om nog eens een keertje iets uit te leggen/verdiepen. 21

Tijdsbesteding aan weektaken: tijdsbesteding aan w eektaak per dag 70 60 Tijd (minuten) 50 40 30 20 10 0 1 2 3 4 5 6 7 8 Groepen tijdsbesteding aan weektaak per week tijd (uren) 7 6 5 4 3 2 1 0 1 2 3 4 5 6 7 8 groepen De weekplanner(vanaf groep 2) In groep 1 hebben de leerlingen nog geen papieren weekplanner. Zij plannen op het bord in wanneer zij aan hun weektaak gaan werken. Vanaf groep 2 wordt aangeleerd om met een eenvoudige papieren weekplanner te gaan werken. De weektaken worden aangeduid met een dier, ze plannen in op welke dag ze de weektaak gaan maken en kleuren het hokje met de kleur van de dag wanneer de weektaak af is. Tot slot kleuren zij de duim omhoog of omlaag als evaluatie op de planning. In groep 3 verandert het formulier. Er wordt aangegeven op welke dagen zij aan de weektaak kunnen werken en er is ruimte waar de leerlingen hun naam invullen. Ze kleuren de taak met de kleur van de dag waarop ze de taak willen maken. Als de taak af is wordt de taak gekleurd met de kleur van die dag. Ook kunnen de leerlingen door middel van het tekenen van een poppetje aangeven hoe ze vonden dat de taak ging. Er staat aangegeven met hoeveel personen de taak gemaakt moet worden. 22

In groep 4 verandert het formulier naar het formulier waarmee in de gehele bovenbouw wordt gewerkt. Er vindt een opbouw van taken en tijd plaats naarmate de kinderen ouder worden. Elke weekplanner begint met een weeknummer en de schoolregel. Ook staat aangegeven hoeveel tijd er per dag aan bloktijd zal zijn. Daarna vult de leerling in met wie hij/zij deze periode maatje is. De kinderen plannen de taken bij aanvang van de week in. Zodra een taak af is wordt deze gekleurd met de kleur van de dag waarop de taak is afgerond. De taak staat beschreven met de nummers van bladzijdes en nummers van oefeningen. Daarnaast geeft de leerkracht ook aan hoe lang een gemiddelde leerling over de taak zal doen. Hierdoor kan de leerling een goede planning voor de gehele week maken. Bij de taak is ook vermeld met hoeveel personen er gewerkt moet worden en wie de taak nakijkt. In de laatste kolom komt een + of te staan, dit is de ruimte waar de leerkracht evalueert op de taak (zie kopje: weektaak). Bovendien is er op elke weekplanner een speerpunt te vinden. Dit is een opdracht die aangeeft waar we deze week extra aandacht voor willen vragen. Bijna altijd is dit een opdracht op het gebied van de sociaal-emotionele ontwikkeling. Daarnaast is er op het formulier nog ruimte voor de leerkracht om aan te geven wat een leerling als extra opdracht moet maken. Hier kan de leerkrachten bijvoorbeeld bij rekenen invullen: oefenen breuken, 15 minuten. De leerling mag zelf materiaal uit de kast pakken waarmee hij/zij dan de breuken kan oefenen. Ook deze taak wordt ingepland. Als de leerling op het keuzebord heeft gewerkt noteert hij/zij wat er gedaan is en hoe lang. Tot slot vindt er een schriftelijke evaluatie plaats op het formulier van de leerling zelf. 23

Keuzewerk: We vinden het belangrijk dat onze leerlingen zelf keuzes mogen maken op school, zodat ze betrokken zijn bij hun eigen leerproces. Tijdens de speel/werkles van de kleuters werken zij daarom s ochtends aan hun weektaken en mogen zij s middags zelf kiezen wat zij gaan doen en hangen hun naamkaartje op het keuzebord. In groep 3 en 4 wordt het keuzebord tijdens de weektaken, maar ook op andere momenten ingezet. Op het bord hebben de leerlingen keuze uit diverse educatieve spelletjes, ontwikkelingsmaterialen en bijvoorbeeld de computer. In de groepen 1 t/m 4 hangt een keuzebord van Piramide. In de groepen 5 t/m 8 wordt het keuzebord ingezet tijdens de bloktijd. Eén van de weektaken is namelijk een keuzetaak. De leerlingen mogen dan kiezen wat zij gaan doen en hangen hun kaartje op het keuzebord. Vaak hangen er wat opdrachten die om wat meer tijd vragen, zoals een muurkrant. De leerlingen werken er dan een langere tijd aan. Ze noteren op hun weekplanner wat ze hebben gedaan, hoe lang en eventueel met wie. In de groepen 5 t/m 8 staat een blauw keuzebord. Nakijken: We vinden het heel belangrijk dat leerlingen zelf hun werk corrigeren. Dit doen we omdat het ten gunste komt van het leerproces. Een leerling ziet onmiddellijk hoe hij/zij het werk gemaakt heeft en zal zich afvragen hoe deze fout ontstaan is. De leerling kan alsnog de fout proberen te verbeteren. Ook geeft het de leerling inzicht in eigen kunnen en waar eventueel nog hulp bij nodig is. Al vanaf groep 1 mogen leerlingen bepaalde opdrachten zelf corrigeren. Er wordt veelal gewerkt met zelfcorrigerend ontwikkelingsmateriaal. Vanaf groep 4 wordt de kinderen ook aangeleerd om schriftelijk werk na te kijken. Naarmate de kinderen ouder worden kunnen zij zelf steeds meer zelf nakijken. Niet ieder kind zal echter even nauwkeurig na kunnen kijken, dus wordt het nakijken per leerling afgestemd. De ene leerling zal hierbij meer ondersteund moeten worden door de leerkracht dan de andere leerling. De nakijkboekjes staan op een vaste plaats in de klas, vaak de nakijktafel genoemd. De leerlingen gebruiken een groene pen om het werk te corrigeren. Er liggen nakijkregels bij de antwoordenboekjes. 24

Uiteraard betekent het niet dat de leerkracht de schriften niet meer inkijkt. Het is van groot belang dat ook de leerkracht de schriften inziet om nauw betrokken te blijven bij de ontwikkeling van de leerling. Toetsen worden nooit door leerlingen nagekeken. Opzoekboekje (vanaf groep 5): Alle kinderen in de groepen 5 t/m 8 hebben een opzoekboekje in hun la of ze staan op een centrale plek in de klas. Hierin kunnen zij afspraken en de uitleg van de meest voorkomende onderwerpen van schoolvakken terugvinden. Hierin zijn bijvoorbeeld rekenstrategieën, spellingsregels en uitleg van de breuken terug te vinden. Voordat een leerling de leerkracht of klasgenootjes om hulp vraagt zoekt hij/zij eerst in het opzoekboekje. Logboekje (vanaf groep 5, in ontwikkeling): De leerlingen hebben een logboekje voor als zij klaar zijn met hun weektaak of ander werk. Ze mogen dan werken aan een door henzelf gekozen project. In het logboekje staat een plan van aanpak dat de leerling zelf heeft gemaakt en goed gekeurd is door de leerkracht. De leerling kan hiermee zelfstandig aan de slag en kan de spullen uit de kast in de bovenbouwhal pakken zonder hulp te hoeven vragen. Coachingsgesprek (in ontwikkeling): De leerkrachten gaan met regelmaat een coachingsgesprek aan met hun leerlingen. Het doel van zo n gesprek is: - Ervoor zorgen dat het kind betrokken wordt bij het eigen leerproces - Ervoor zorgen dat het kind zich gehoord voelt - Reflectievermogen van het kind verbeteren - Relatie tussen de leerkracht en kind verbeteren - Inzicht in gedachten, gevoelens, interesses en wensen van het kind vergroten Vooral de eigen inbreng van het kind is belangrijk. In groep 1 t/m 3 worden nog geen individuele coachingsgesprekken gevoerd. Elke week wordt er in de klas een kaartje opgehangen met een leerlingvaardigheid welke veelvuldig besproken zal worden. In groep 4 maken de leerlingen kennis met een individueel coachingsgesprek. Ze kiezen een kaartje met een leerlingvaardigheid, waarover het gesprek zal gaan (minimaal 1 keer per jaar). In groep 5 t/m 8 bereiden de leerlingen zelf het gesprek voor door de voorbereidingslijst en leerlingvaardighedenlijst in te vullen. Ook het portfolio is een vast onderdeel van het gesprek 25

(minimaal 2 keer per jaar, daarnaast kunnen de leerlingen zich inschrijven op het instructiebord wanneer zij nog een coachingsgesprek willen). De leerlingvaardighedenlijst en het voorbereidingsformulier gaan in het portfolio. Instructietafel(vanaf groep 3): Vanaf groep 3 staat er in elke klas een grote tafel met een aantal krukken. Deze instructietafel wordt gebruikt om individuele leerlingen of groepjes leerlingen extra instructie te geven. Tijdens de bloktijd neemt deze tafel een belangrijke plek in. De leerkracht geeft dan veel extra instructie,terwijl de rest van de klas zelfstandig aan het werk is. Ook tijdens de andere lessen wordt de tafel gebruikt voor bijvoorbeeld de verlengde instructie of verdieping voor leerlingen die moeilijkere of andere leerstof aankunnen. Portfolio (in ontwikkeling): Alle leerlingen hebben een portfolio, welke bestaat uit de volgende onderdelen: 1) Trots - Hierin komen spullen die zij gemaakt hebben waarop ze bijzonder trots zijn(vanaf groep 1). 2) Lezen - Vanaf groep 3 is er ook het onderdeel lezen toegevoegd. Hierin bewaren de leerlingen hun spullen m.b.t. de steropdrachten van lezen (en in groep 3 bijvoorbeeld werkbladen van het leren lezen). 3) W.O. - Vanaf groep 4 komen hierin de spullen die ze gemaakt hebben met wereldoriëntatie. Wat er in niet inpast wordt gefotografeerd of bijvoorbeeld op een cd gezet. 4) Coaching - Vanaf groep 5 komt er ook een onderdeel coachingsgesprekken in. Hier bewaart de leerling zijn/haar voorbereidingsformulier en leerlingvaardighedenlijst. 5) Logboek - Vanaf groep 5 doen de leerlingen hun logboek (zie eerder) in het portfolio. 26

Wereldoriëntatie (vanaf groep 4): Vanaf groep 4 krijgen de leerlingen het vak WO aangeboden. Er wordt gewerkt in thema s van drie aansluitende weken. Voor de verwerking van de stof kunnen de kinderen kiezen uit verschillende verwerkingsvormen. In groep 4 worden de eerste verwerkingsvormen aangeboden. Elk schooljaar komen daar een aantal verwerkingsvormen bij. In elke groep worden deze nieuwe verwerkingsvormen voor de kerstvakantie aangeboden. Na de kerstvakantie kunnen de leerlingen per blok een keuze maken uit de aangeleerde verwerkingsvormen. Groep 4 Groep 5 Groep 6 Groep 7 Groep 8 werkbladen methode werkbladen methode werkbladen methode werkbladen methode werkbladen methode tekenopdracht tekenopdracht tekenopdracht tekenopdracht tekenopdracht collage collage collage collage collage muurkrant muurkrant muurkrant muurkrant samenvatting samenvatting samenvatting samenvatting verslag verslag verslag verslag kwartet kwartet kwartet memory memory memory werkstuk werkstuk N.B. Dikgedrukt betekent nieuw aan te leren in deze groep presentatie d.m.v. Powerpoint Wereldoriëntatiebord (vanaf groep 4): De leerlingen kiezen samen met hun maatje een verwerkingsvorm uit bovenstaand overzicht. Ze werken gedurende drie weken tijdens de bloktijd aan deze opdracht. Op het WO-bord hangen de verwerkingsvormen met daaronder ruimte voor de naamkaartjes van de leerlingen. Per rapportperiode mag elke verwerkingsvorm maar één keer gekozen worden. De leerlingen houden dit zelf bij op hun registratieformulier. Wanneer ze aan het werk gaan, pakken ze de uitlegkaart uit de WO kast die de bovenbouw gezamenlijk gebruikt. Op deze uitlegkaart staat een stappenplan, waardoor de leerling houvast heeft en weet aan welke eisen de opdracht moet voldoen. In de W.O. kast liggen ook de materialen die de kinderen nodig hebben. Tutoren: We werken twee keer in de week gedurende een kwartier met tutorlezen door de gehele school. De oudere leerlingen tutoren dan de jongere kinderen. Het vergroot niet alleen het saamhorigheidsgevoel, maar geeft de leerlingen ook een succeservaring. Het vergroot het zelfvertrouwen van de tutoren, zij staan nu immers goed boven de stof en kunnen hun kennis overdragen. De tutoren worden van tevoren opgeleid en werken met de wacht-hint-prijs methode. 27

De tutor haalt zijn tutorleerling op in de klas en ze gaan dan samen naar de tutorplek. De tutor registreert hoe het is gegaan en wat er is gelezen op zijn/haar administratieblad. Dit tutormapje wordt bewaard in de klas van de tutor. In de kleutergroepen komen tutoren voorlezen. Er wordt na een bepaalde periode van tutoren gewisseld, zodat iedereen aan de beurt komt. De kinderen die geen tutor zijn of niet getutord worden, krijgen leesinstructie van hun eigen leerkracht of zijn zelfstandig aan het lezen met de daarbij horende steropdrachten voor de verwerking. Differentiatie: Op school wordt gedifferentieerd op basis van werktempo en leervermogen. Bij rekenen, taal en begrijpend lezen hanteren we daarom de volgende groepjes: *wit *geel: *rood: *groen: Deze leerlingen presteren onder gemiddeld. Zij krijgen extra (of verlengde) instructie en een aangepast aantal taken. Eventueel is een eigen leerlijn nodig (begrijpend lezen: Ruitgroep). Deze leerlingen presteren gemiddeld en maken nagenoeg de gehele lesstof zoals deze in de methode wordt gegeven. Ze doen mee met de gehele instructie (begrijpend lezen: Cirkelgroep). Deze leerlingen presteren iets boven gemiddeld en krijgen extra verdieping. Hoeven niet altijd met de gehele instructie mee te doen (begrijpend lezen: Stergroep). Deze leerlingen presteren zeer boven gemiddeld en mogen in een routeboekje werken, waardoor ze de les verkort doorlopen. Vervolgens krijgen ze extra uitdaging d.m.v. ander lesmateriaal. Op het bord maakt de leerkracht een schema waarop duidelijk te zien is wat elke groep moet maken. Ook hangen de groepjes ergens zichtbaar in de klas. Bijv. wit geel rood WB 18 oef 1a oef 1 oef 1 oef 2b oef 2 oef 2 oef 3, 1 e rij oef 3 oef 3 oef 3 OB blz20-21 oef 1 a,b,c oef 1 oef 1 steropdracht 28

Groepsdoorbroken werken/spelen: Het groepsdoorbroken werken/spelen vindt voornamelijk plaats bij vieringen en projecten. Het doel van het groepsdoorbroken werken is dat de kinderen uit verschillende klassen elkaar leren kennen en elkaar leren helpen. Tevens kunnen ze hun talent delen met leerlingen uit andere klassen. Het vergroot het saamhorigheidsgevoel op onze school. Daarnaast leren de kinderen ook alle leerkrachten kennen. Takenkaart Lezen (groep3): In groep 3 wordt heel veel tijd besteed aan het aanvankelijk lezen. De leesmethode heeft allerlei uitdagende materialen om te oefenen met lezen. Na een klassikale instructie op het digitale schoolbord, gaan de kinderen zelfstandig aan de slag met de activiteiten op de takenkaart. Ze kunnen een keuze maken uit het werken op de computer, werken met de letterdoos, de stempeldoos, het ringboekje, het klikklakboekje, de speelleesset etc. Als een werkje af is dan wordt het vakje van die taak gekleurd met de dagkleur. Elke dag wordt er aan de takenkaart gewerkt (30 á 45 minuten). De takenkaart is voor één kern uit de methode Veilig Leren Lezen. Hier doet groep 3 ongeveer 3 weken over. De opdrachten aan de linkerzijde van de dikke streep ( leesboekje, werkboekje en Veilig & Vlot) zijn de zogenaamde moet opdrachten. De volgorde mogen de kinderen zelf bepalen. Wel moeten deze opdrachten eerst gedaan worden voordat ze verder gaan met de mag opdrachten aan de rechterkant van de streep. 29

Leerlingvaardigheden: Dit is een lijst met vaardigheden waarvan wij vinden dat onze leerlingen deze bij het afscheid in groep 8 allemaal moeten beheersen. Vanaf groep 5 wordt deze lijst ook door de leerlingen zelf ingevuld en tijdens de coachingsgesprekken kijken leerkracht en leerlingen ernaar en hebben er overleg over. Zie bijlage 2. Leerkrachtvaardigheden: Dit is een lijst die opgesteld is door alle teamleden. Wij vinden als school dat iedere leerkracht op onze school over deze competenties moet beschikken. Zie bijlage 3. We zorgen er met elkaar voor dat iedereen op school zich veilig voelt en het naar z n zin heeft!. 30

Bijlage 1: leerlingvaardighedenlijst DIT KAN IK AL ALS IK GA SAMENWERKEN DATUM Ik kan samen problemen oplossen Ik kan kiezen tussen alleen werken of samenwerken Ik kan luisteren Ik laat iemand uitpraten Ik kan een complimentje geven Ik kan een oplossing bedenken met respect voor de ander Ik kan een ander helpen Ik kan met kritiek omgaan Ik kan rekening houden met een ander Ik durf een ander te vertrouwen Ik kan initiatief nemen Ik durf voor mijn mening uit te komen Ik kan met iedereen samenwerken Ik kom afspraken na Ik sta open voor de ideeën van een ander Ik laat anderen meedoen Ik kan nee zeggen Ik reageer vriendelijk op anderen Ik kan hulp geven zonder voor te zeggen DIT KAN IK AL ALS IK ZELFSTANDIG WERK DATUM Ik kan taakgericht werken Ik kan geconcentreerd werken Ik kan zonder toezicht werken Ik kan mijn dag/weektaak zelf plannen Ik kan mijn dag/weektaak zelf uitvoeren Ik kan zelf keuzes maken voor een verwerking Ik kan materialen halen en netjes en compleet opruimen Ik kan een keuze maken uit de juiste materialen Ik kan de materialen op de juiste wijze gebruiken Ik maak mijn taak af Ik ben kritisch op mijn eigen werk Ik kan mijn eigen werk nakijken Ik kan mijn eigen werk administreren 31

IK NEEM AL VERANTWOORDELIJKHEID DATUM Ik ben op tijd Ik houd mij aan de afgesproken regels Ik werk zo netjes mogelijk Ik voel mij verantwoordelijk voor de netheid van het lokaal Ik draag bij aan een goede sfeer in de klas Ik accepteerde ander zoals hij is Ik toon belangstelling voor anderen Ik durf om verduidelijking te vragen Ik kan een goede tutor zijn van iemand Ik ben persoonlijk aanspreekbaar Ik kan mijn eigen fouten erkennen Ik kan omgaan met mijn emoties Ik durf een beslissing te nemen. Ik ga moeilijke situaties niet uit de weg Ik voel mij verantwoordelijk voor mijn leren Ik heb een leergierige houding 32

Bijlage 2:Leerkrachtvaardighedenlijst op de Min.MargaKlompéschool Algemeen 1. De leerkracht is in staat om veiligheid te bieden. 2. De leerkracht schept een klimaat waarin leerlingen zich geactiveerd en gestimuleerd voelen. 3. De leerkracht is in staat de inrichting van de klas op de instructie af te stemmen. 4. Regels en afspraken zijn voor leerkracht en leerling duidelijk. 5. De leerkracht kan werken met het registratiesysteem Parnassys. ALGEMEEN Ik ben in staat veiligheid te bieden Ik kan de inrichting van mijn klas op de instructie afstemmen Ik kan regels en afspraken duidelijk maken. Ik zorg voor een stimulerende werkomgeving door de aankleding van het lokaal GEVEN VAN EEN INHOUDELIJK GOEDE INSTRUCTIE Ik ben op de hoogte van de leerlijnen Ik weet welk doel ik met de les wil bereiken Ik draag op boeiende wijze kennis over Ik leer anderen gericht hun kennis en vaardigheden te benutten Ik zorg voor een evenwichtige, niet voorspelbare beurtverdeling Ik leer leerlingen op elkaar te reageren Ik geef leerlingen voldoende tijd om op een vraag/opdracht te reageren Ik richt me in de interactie op waarneembaar gedrag Ik ben in staat onderwerpen binnen een kort tijdsbestek effectief te bespreken GEVEN VAN INSTRUCTIE/VERLENGDE INSTRUCTIE AAN SUBGROEPJES Ik kan verschillen tussen leerlingen signaleren Ik kan werken volgens het directe instructiemodel Ik geef taakinstructie Ik zeg tegen de kinderen die het betreft dat ze naar de instructietafel kunnen gaan. Ik werk met een klein groepje aan de instructietafel Ik evalueer het zelfstandig werken Ik ben in staat leerlingen bij de start van hun werk hulp te bieden Ik merk signalen bij leerlingen op over een minder geslaagde aanpak en kan zo nodig bij sturen Ik ben in staat de ander op een respectvolle, constructieve manier met diens gedrag te confronteren. EEN GOEDE KLASSENMANAGEMENT OM ZELFSTANDIG WERKEN TE STIMULEREN Ik bespreek regels vooraf Ik bespreek de regels voor zelfstandig werken Ik zorg voor een goede verzorging van de werkplekken en materialen Ik zorg ervoor dat de materialen een vaste plek hebben Ik creëer werkperiodes waarin kinderen zelfstandig kunnen werken Ik houd de administratie/registratie bij in Parnassys SAMENWERKING Ik leg aan de kinderen uit hoe ze elkaar kunnen helpen Ik gebruik verschillende coöperatieve werkvormen REFLECTIE Ik laat kinderen zelf hun werk nakijken Ik laat kinderen zelf hun fouten verbeteren Ik geef op een respectvolle, positieve manier feed-back aan leerlingen. Ik stuur aan op een concrete oplossing en resultaat VERANTWOORDELIJKHEID Ik stel aan het einde van de les, samen met de kinderen, een aantal aandachtspunten op voor de volgende les. (Dit kan zowel inhoudelijk zijn als op het gebied van klassenmanagement) Ik stimuleer de kinderen om zelf hun werk te plannen en te realiseren. 33

Bijlage 3: weekplanner groep 2 Naam: Soort weektaak Dag Af Hoe heb ik deze week gewerkt? 34