Onderzoek betrokkenheid ouders/opvoeders verkeersveiligheid Bijlage 3: Beschrijving totstandkoming interventies op basis van gedragsanalyse Den Haag, december 2017 Dr. Bert Pol Carolien Veldkamp MSc Joost Baalbergen MSc
Bijlage 3: Totstandkoming interventies op basis van gedragsanalyse 1 Onderzoek als belangrijke basis In Fase 1 en 2 hebben we meerdere onderzoeken uitgevoerd. Uit deze onderzoeken kwam belangrijke informatie naar voren voor het ontwikkelen van doelgroepen, het definiëren en verklaren van het gewenste gedrag, en het ontwikkelen van interventies. In de vorige fase hebben we het gedrag onderzocht en de verklarende factoren in kaart gebracht. Ook zijn de doelgroepen gedefinieerd waarop interventies gericht kunnen worden. In Fase 3 en in dit rapport wordt de volgende stap gezet: interventieontwikkeling. De interventies die we voorstellen sluiten aan bij de resultaten uit ons onderzoek, zijn wetenschappelijk onderbouwd, en bevatten de praktische implementatie. De interventieontwikkeling heeft plaatsgevonden met behulp van het Behavior Change Wheel, een wetenschappelijk onderbouwde methode voor interventieontwikkeling. 2 Behavior Change Wheel voor interventieontwikkeling Het Behavior Change Wheel, ontwikkeld door Susan Michie (2014), is een goed onderbouwde methode om interventies te ontwikkelen die gedrag veranderen. De eerste stap is het definiëren van het doelgedrag (in dit geval: het geven van en voorbeeldgedrag). De tweede stap is het in kaart brengen van de verklarende factoren van het gedrag. Dit hebben wij in Fase 2 volbracht. De gedragsfactoren, wat er nodig is om het gedrag te veranderen, zijn in te delen in kennis, motivatie of omgeving. Dit zijn de drie gedragsdeterminanten. De derde stap is het overwegen van de verschillende typen interventies die mogelijk zijn per gedragsfactor. Michie heeft per gedragsfactor of gedragsdeterminant een lijst opgesteld welke typen interventies mogelijk effectief zijn. Uiteraard hangt de effectiviteit af van het specifieke gedrag dat we willen bereiken. 2
3 Typen interventies per doelgroep Per doelgroep hebben we een uitgebreid overzicht opgesteld van de volgende elementen: de benodigde gedragsfactoren (wat is er nodig voor het gewenste gedrag?), per gedragsfactor bij welke determinant deze hoort (capability, motivation, opportunity), en vervolgens welke typen interventies hiervoor allemaal mogelijk zijn. Dit is gebaseerd op het overzicht van Michie van intervention functions. 3
Tabel 1. Ouders kinderen 0-4 jaar Wat is er nodig voor het Gedragsdeterminant Type interventie (doel) gewenste gedrag? Automatisme doorbreken Belang voorbeeldgedrag Kennis Kennis Kennis Kennis ontwikkeling kind Kennis Rol als ouder in Motivatie Intentie tot goed gedrag Motivatie Juiste risicoperceptie Motivatie Sociale support/culturele normen (andere ouders) Motivatie en opportunity Modelling Aanknopingspunten Waar kan interventie op inspelen? Met welke drempels moet rekening gehouden worden? Wat zijn geschikte contactmomenten en kanalen om de groep te bereiken? Welke momenten of lifeevents zijn geschikt? Waarden: Veiligheid, gezondheid Interesses en belevingswereld: Opvoeding, voeding, veiligheid. Dieren, natuur, familie. Veel nieuwe informatie Veel onderwerpen om mee bezig te houden Huisarts, consultatiebureau, crèche, peuterspeelzaal. Supermarkt, speeltuin. Winkels. Facebook, vloggers Belangrijke momenten in de ontwikkeling (kind zet eerste stapjes), kind gaat voor het eerste naar de peuterspeelzaal. 4
Tabel 2. Ouders kinderen 5-11 jaar Wat is er nodig voor het Gedragsdeterminant Type interventie (doel) gewenste gedrag? Automatisme doorbreken Kennis van Kennis Kennis vaardigheden Kennis kinderen Bewustzijn van Kennis kennisgebrek Bewust van eigen verkeerde gedrag (inzicht in eigen gedrag) Kennis/cognitieve vaardigheid/attention, training, environmental restructuring, enablement Prioriteit geven aan Motivatie (goals, intention), enablement Haast verminderen Motivatie? Behavioral regulation?, trianing,, enablement Juiste risicoperceptie Motivatie Veilige omgeving om te oefenen Opportunity: fysieke omgeving Training, restriction, environmental restructuring, Tijd om te oefenen Sociale support/culturele normen (andere ouders) Aanknopingspunten Waar kan interventie op inspelen? Met welke drempels moet rekening gehouden worden? Wat zijn geschikte contactmomenten en kanalen om de groep te bereiken? Welke momenten of lifeevents zijn geschikt? Motivatie (intentie)/opportunity Motivatie en opportunity enablement Modelling Waarden: Veiligheid, balans zelfstandigheid Interesses, belevingswereld: Voeding, school, veiligheid. Vriendjes/vriendinnetjes, spelen, sporten. Andere onderwerpen eisen aandacht op. Haast. Denken dat het om anderen gaat. Informatie-overload. School, sportclubs, muziekles, zwemles. Buurt, speeltuin, supermarkt. In het verkeer met kind. Facebook, youtube. Kind gaat eerste keer naar school, eerste schoolweek, nieuw schooljaar, seizoenswisselingen, kind gaat naar groep 8, kind krijgt nieuwe fiets. 5
Tabel 3. Ouders kinderen 12-18 jaar Wat is er nodig voor het gewenste gedrag? Automatisme doorbreken Kennis van belang bij oudere kinderen Prioriteit aan jongeren Kennis van eigen rol: invloed die ze hebben op jongeren, betrokkenheid Gelegenheid om met kind te praten over verkeer Gedragsdeterminant Kennis Motivatie Kennis, self-efficacy Omgeving, motivatie Type interventie (doel) Besef risico s jongeren verkeer Motivatie, risicoperceptie Kennis vaardigheden kind Kennis Auto: zelf goed gedrag Kennis, motivatie vertonen, enablement, enablement, enablement Aanknopingspunten Waar kan interventie op inspelen? Met welke drempels moet rekening gehouden worden? Wat zijn geschikte contactmomenten en kanalen om de groep te bereiken? Welke momenten of lifeevents zijn geschikt? Zelfstandigheid, veiligheid School, toekomst, sociale contacten, regels Denken geen invloed te hebben Zijn niet veel met kinderen in verkeer Eigen netwerk, informatieavonden school. Samen met kind dagje uit, kind met de auto ergens heen brengen. Facebook, kranten online Kind gaat eerste keer naar middelbare school (brugklas) of nieuwe school, eerste schoolweek, kind kan (scooter)rijlessen gaan nemen. 6
Extra condities voor speciale doelgroepen Voor onderstaande doelgroepen (o.a. laaggeletterden en ouders die niet kunnen fietsen) gelden speciale condities. Daarnaast zijn echter de condities zoals hierboven bij de andere doelgroepen genoemd geldig voor deze speciale groepen. Tabel 4. Speciale doelgroepen Wat is er nodig voor het gewenste gedrag? Lager opgeleiden Kunnen begrijpen van informatie Gedragsdeterminant Capability (kennis) Type interventie (doel) Restructuring environment (omgeving/tekst aanpassen) Hoger opgeleiden Achtergrondinformatie Capability (kennis) Tijd willen maken Motivation (intentie) incentivization, coercion, enablement Meervoudige problematiek Cognitieve ruimte om bezig te zijn met Financiële middelen voor bijvoorbeeld fiets Capability (kennis), motivatie (intentie) Opportunity (geld/fiets) incentivization, enablement Enablement, restructuring environment Laaggeletterden en digitaal beperkt vaardigen Kunnen begrijpen van Capability (kennis) informatie Restructuring environment (omgeving/tekst aanpassen) Ouders die niet (kunnen) fietsen Kunnen fietsen Physical capability Training Hebben van een fiets Physical opportunity Environmental restructuring (faciliteren?) Normaal vinden om te Social opportunity Modelling, enablement fietsen Willen fietsen samen (andere ouders) motivation (intention), motivation (beliefs about consequences), Persuasion, Incentivisation, coercion 7
8