1 2 3 4 5 6 7 8 9 SPORT IN HET gemeentebreed beleid Hoe normaal is integraal werken binnen het lokaal (sport)beleid van jouw gemeente?
INTEGRAAL IS HET NIEUWE NORMAAL * Vlaamse gemeenten kennen een traditie van een doorgedreven specialisering met personeelsleden met elk hun deskundigheid. Dergelijke professionalisering is positief, maar heeft ook een keerzijde. Financieel is het moeilijk houdbaar om voor elk probleem waar een gemeente mee geconfronteerd wordt een specialist in huis te hebben. Ook dreigt door de verkokering de samenhang in de dienstverlening naar de burger te vervagen. Een eerste stap om dit probleem aan te pakken is inclusief werken. Hierbij overleggen verschillende gemeentelijke diensten met elkaar zodat ze geen dubbel werk doen, maar elkaar net aanvullen en verrijken door samen te werken. Het uiteindelijke doel is echter integraal werken. Het vertrekpunt is dan niet welke deskundigheid en welke middelen hebben we maar wel welke noden hebben onze inwoners en hoe kunnen we onze deskundigheid inzetten om bij te dragen aan de maatschappelijke doelstellingen uit het bestuursakkoord. Integraal werken betekent sectorale expertise, doelgroepenbeleid, categoriaal en territoriaal beleid op een zinvolle manier combineren om zo goed mogelijk bij te dragen aan de visie en missie van het bestuur. Dit uit zich ook in het feit dat sinds 2013 integraal wordt gezien als het nieuwe normaal. In 2013 stelden gemeenten en steden voor het eerst een integraal meerjarenplan op voor het totale gemeentelijke beleid. Niet denken vanuit sectoren, maar vanuit het geheel van de gemeente. Niet gewoon samenwerken en afstemmen, maar gezamenlijk doelstellingen formuleren. Dit integraal plannen wordt mogelijk gemaakt of versterkt door het instrumentarium van de beleids- en beheerscyclus (BBC). * Op basis van Hilde Plas (2013). De integratie van vrijetijdsbeleid in het gemeentelijk meerjarenplan. In Werken met het meerjarenplan en de BBC in cultuur en cultureel erfgoed, jeugd en sport. en David Nassen (2014). Strategische planning van sport op gemeentelijk niveau. In Cursus Sportfunctionaris.
Het ontstaan van vrijetijdsdiensten illustreert dat de tendens naar samenwerking en afstemming tussen verschillende beleidsdomeinen al enkele jaren was ingezet. Waar efficiëntiewinsten oorspronkelijk misschien aan de basis lagen, heeft men nu meer een sterker lokaal beleid en betere dienstverlening voor ogen. Een evenwicht dat in deze evolutie naar integraal werken bewaard moet worden, is dat tussen een algemene beleidsvisie en sectorale expertise en deskundigheid. De planning en uitvoering van bepaalde deelaspecten van het beleid vragen nu eenmaal specifieke expertise. Enkele beleidsuitdagingen die een integrale aanpak vragen en waar sport kan toe bijdragen in samenwerking met andere sectoren: Kindvriendelijke gemeente Duurzame gemeente Een sterk verenigingsleven Gezonde gemeente Levenslang en levensbreed leren Een gemeente van topprestaties Gelijke participatiekansen Vitale wijken Bekijk ook de 5 bouwstenen voor een sterk lokaal sportbeleid op www.isbvzw.be
GEMEENTEBREED BELEID BIJ ONZE NOORDERBUREN DE BLIK VAN Remco Hoekman, senior onderzoeker Mulier Instituut In Nederland zijn er door de decentralisaties in het sociaal domein meer taken bij de gemeenten komen te liggen waardoor samenwerkingen tussen de afdelingen logischer geworden zijn. Met name daar waar het gaat om beleidsontwikkeling is sport geen aparte afdeling meer waar beleid en uitvoering bij elkaar zitten. Sport komt binnen een bredere beleidsafdeling te zitten waar ook welzijn, gezondheid en zorg toe behoren. Sportbeleid wordt dus steeds vaker ontwikkeld samen met andere partijen, zowel uit het veld als uit het gemeentehuis. Op die manier wordt het beleid ook integraler. Sport komt binnen een bredere beleidsafdeling te zitten waar ook welzijn, gezondheid en zorg toe behoren. We hebben in 2016 de monitor lokaal sportbeleid uitgevoerd. Daar merkten we dat gezondheid een belangrijk doel geworden was van het beleid. Terwijl in het verleden vooral sportdeelname bovenaan stond, merkten we nu dat dat voorbijgestreefd was door het bevorderen van de gezondheid, het aanzetten tot bewegen en sociale participatie en integratie. Dat zit in het integrale beleid. Als het dan gaat over het traject van beleidsontwikkeling, merk je dat dat vooral gebeurt samen met gezondheidsontwikkeling en de afdeling welzijn. Daarmee wordt
dus ook ingespeeld op een bredere maatschappelijke agenda die gekoppeld is aan de decentralisaties in Nederland en waarbij sport dus als instrument wordt ingezet. Wat wel zo is, is dat het grootste deel van het geld vastzit in accommodaties. Wat ook weer betekent dat je beperkte vrijheidsgraden hebt om die andere sociale doelen te realiseren. Een sportvereniging zal snel gekozen worden als een partner in de samenwerking met maatschappelijke betekenis. Bij de decentralisaties is er niet evenredig veel geld verhuisd van landelijk naar lokaal. De bedoeling was dat er door de decentralisaties efficiëntiewinsten kwamen waardoor hetzelfde of meer gerealiseerd kon worden met minder middelen. Bij samenwerkingen speelde dan ook mee welke partijen goedkoop bij konden dragen aan de te realiseren doelstellingen. Het voordeel van sport daarbij is dat het een grotendeels vrijwillige sector is die bovendien een groot deel van de samenleving aanspreekt. Dat is één van de redenen dat een sportvereniging snel gekozen zal worden als een partner in de samenwerking met maatschappelijke betekenis. Je kan je afvragen of verenigingen daar voldoende voor uitgerust zijn, maar wat je wel merkt is dat er vanuit het beleid meer en meer een beroep wordt gedaan op die verenigingen. Het is dus niet zo dat de afdelingen bij elkaar zijn gaan zitten en dat er vanuit bijvoorbeeld gezondheid geld wordt overgemaakt aan de sport. Het is eerder zo dat gezondheid een bepaald budget heeft maar daarmee niet alle doelstellingen kan realiseren, dus zoekt het partners die kunnen helpen om die doelstellingen te realiseren vanuit hun eigen agenda. In de sport in Nederland is sowieso al een tijdje vooral ingezet op sport als middel omdat sinds de jaren 80 sportdeelname niet meer als een primair beleidsprobleem werd gezien. En dus moest de legitimering om in te zetten op sport ergens anders gezocht worden en dat werd sport als middel, hoe sport bijdraagt aan de bredere samenleving.
Bekijk het interview met Remco Hoekman op www.isbvzw.be/tendensen In de beleidsnota s ligt de nadruk op het gezondheidsaspect van sport, maar in de beleidsuitvoering gaat het toch vooral over accommodatie en stimulering plus wat gerichte subsidies om maatschappelijke doelgroepen aan te spreken. Concreet wordt er vanuit het beleid vaak geredeneerd: als mensen maar gaan sporten, dan komt de rest vanzelf. Over het algemeen hebben gemeenten te weinig aandacht voor monitoring en evaluatie. Hooguit hebben ze een indicatie dat het beleid van betekenis is, maar echt weten doen ze het niet. Aangezien de budgetten klein zijn, is de stap groot om daarvan een deel in te zetten voor onderzoek. De sportsector is er meer eentje van het aanpakken en kiest er dus eerder voor nieuwe activiteiten op te zetten dan te gaan meten of de dingen die ze gedaan hebben iets opgeleverd hebben. Als je het ook hebt over de sport als middel - doelen is het ook niet makkelijk om de component sport hierin te gaan isoleren. Bijvoorbeeld bevorderen van gezondheid van de bevolking, sport is daar één onderdeel van. Maar er zijn nog een hele hoop andere programma s en interventies die hier ook een rol in spelen. Concreet wordt er vanuit het beleid vaak geredeneerd: als mensen maar gaan sporten, dan komt de rest vanzelf.
ZO KAN DE TOEKOMST ER UIT ZIEN Onze gemeente wil een zorgzame gemeente zijn. De dienst sport startte een participatieproces om ideeën te verzamelen hoe sport hieraan kan bijdragen. Volgend jaar starten er twee projecten die hieruit voortvloeiden. Twee sportclubs zullen naschoolse opvang en huiswerkbegeleiding aanbieden en een groepje jonge senioren zal initiatieven rond valpreventie begeleiden. Als klimaatgemeente zet onze gemeente in op klimaat en energie en tegen 2030 wil ze zelfs klimaatneutraal zijn. Duurzaamheid is een reflex op alle vlakken, dus ook in de sport. De dienst sport geeft met haar sportinfrastructuur het goede voorbeeld en moedigt sportclubs en sporters aan hetzelfde te doen. Bij de bouw van de nieuwe sporthal koos men trouwens voor een multifunctionele accommodatie met naast ruimte om te sporten ook een wijkgezondheidscentrum, de buitenschoolse kinderopvang, repetitieruimtes en de bibliotheek. En bij de werkgroep sportpromotie betrekken we altijd iemand anders van de vrijetijdsdienst. Zo kunnen we snel koppelingen maken met andere gemeentelijke initiatieven. Het diensthoofd sport investeert veel tijd in de relaties met andere beleidsdomeinen en in het zichtbaar maken van de maatschappelijke meerwaarde van sport. Want bepaalde keuzes worden niet in euro s afgewogen, maar op basis van de mogelijke impact. Bekijk het animatiefilmpje van deze case op www.isbvzw.be/tendensen
De tendensfiches zijn ook digitaal beschikbaar op www.isbvzw.be/tendensen WORDT VERVOLGD Tendensen evolueren, dus deze fiches ook. Daarom voorzien we nog enkele losse aanvullingen die je makkelijk bij deze fiches kan toevoegen. Houd je brievenbus dus regelmatig in de gaten. Meer weten? Vlaams Instituut voor Sportbeheer en Recreatiebeleid vzw (ISB) August De Boeckstraat 1 - bus 3 9100 Sint-Niklaas Tel: 03 780 91 00 email: secretariaat@isbvzw.be www.isbvzw.be like ons: ISB vzw volg ons: twitter@isbvzw wissel uit: forum.isbvzw.be voor meer inspiratie: www.isbkennisbank.be inhoud en brochure: ISB vzw I maart 2018 I Grafisch ontwerp en lay-out: choco cvba