KAREL DE GROTE-HOGESCHOOL DEPARTEMENT LERARENOPLEIDING VOORTRAJECT DIDACTIEK BACHELOR ZORGVERBREDING EN REMEDIËREND LEREN STUDIEGIDS

Vergelijkbare documenten
STUDIEGIDSS. Campus Markgrave Antwerpen

Instroombeleid banaba s lerarenopleiding. BNB zorgverbreding & remediërend leren BNB buitengewoon onderwijs

banaba-opleidingen BuO en Zorg, postgraduaat ICO

Bijlage 1/5 Competentiematrix

KAREL DE GROTE-HOGESCHOOL STUDIEGEBIED ONDERWIJS BACHELOR BUITENGEWOON ONDERWIJS. Deeltijdse opleiding Tweede jaar STUDIEGIDS ACADEMIEJAAR

KAREL DE GROTE-HOGESCHOOL STUDIEGEBIED ONDERWIJS BACHELOR ZORGVERBREDING EN REMEDIËREND LEREN. Voltijdse opleiding STUDIEGIDS ACADEMIEJAAR

Competenties van leerkrachten in scholen met een katholiek geïnspireerd opvoedingsproject

zorgvisie Heilige familie Lagere school

G.V.Basisschool Hamont-Lo

De specifieke lerarenopleiding

Didactische competentie algemeen (DCA) A. Algemeen. Theorie X Praktijk Semester 1 X Semester 2 Semester 3 Semester 4

Didactische competentie algemeen (DCA) A. Algemeen. Theorie X Praktijk Semester 1 X Semester 2 Semester 3 Semester 4

Competentiematrix. Bachelor na bachelor. Buitengewoon onderwijs

bachelor-na-bachelor buitengewoon onderwijs campus Tielt

bachelor-na-bachelor buitengewoon onderwijs campus Kortrijk

ECTS- FICHE. L.Fret, H. Hicketick, S. Van Schoubroeck

Gids voor de praktijkschool (GPS) schoolversie Bachelor in het onderwijs: buitengewoon onderwijs Bachelor in het onderwijs: zorgverbreding en

GEBOEID DOOR ZORG? Departement Lerarenopleiding Campus Hemelrijk Hemelrijk 25, 3500 Hasselt T F

BACHELOR NA BACHELOR IN HET ONDERWIJS BRUGGE

BaCHeLor Na BaCHeLor in HeT onderwijs BUiTeNgeWooN onderwijs

De cursist moet geen opleidingsonderdelen afgewerkt hebben of gelijktijdig volgen.

THEMA 1 PREVENTIE EN REMEDIËRING VAN ONTWIKKELINGS- EN LEERACHTERSTANDEN *

Academiejaar 2013/2014. navorming. Mentor Klinisch Onderwijs. Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen

Verantwoordelijke opleidingsonderdeel

1 Basiscompetenties voor de leraar secundair onderwijs

Mentorenvorming D1. Sessie 2. Elisa Vandenbussche

elk kind een plaats... 1

Hieronder wordt de procedure voor de beoordeling van de bekwaamheid van de student in de beroepspraktijk kort weergegeven.

Didactische competentie oefenlessen. A. Algemeen. Theorie Praktijk X Semester 1 Semester 2 Semester 3 X Semester 4

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 3 (jaar 3)

De competenties die prioritair aan bod komen tijdens dit opleidingsonderdeel zijn:

Specifieke lerarenopleiding ECTS-fiches. ECTS-Fiche Vakdidactische oefeningen 1 Code: Academiejaar: Aantal studiepunten: 6

De lat hoog voor iedereen! Conferentie Steunpunt GOK

Psychopedagogische Competentie (PPC) A. Algemeen. Theorie X Praktijk Semester 1 Semester 2 X Semester 3 Semester 4

Ronde van Vlaanderen Omgaan met Diversiteit

Didactische competentie oefenlessen. A. Algemeen. Theorie Praktijk X Semester 1 Semester 2 Semester 3 X Semester 4

Functiebeschrijving mentor

Verslag over de opvolgingsdoorlichting van School met de Bijbel Mijn Oogappel te MARKE

ECTS- FICHE. Bij aanvang van dit opleidingsonderdeel dient de cursist over de volgende competenties te beschikken:

Een kleurrijke spiegel van de diversiteit op school

Betreft: Praktijk 3 de jaar Bachelor Lager Onderwijs. Beste mentor

ECTS-fiche. Specifieke lerarenopleiding Praktijk oriëntatie

ECTS-fiche. 1. Identificatie. Specifieke lerarenopleiding Maatschappelijk en beroepsgericht handelen in de onderwijspraktijk

Info praktijk 2 BaLO Academiejaar

1. Functionele gehelen

Verantwoordelijke opleidingsonderdeel: Gretel Van Heukelom

Doorstroming en oriëntering

1. Zorgvisie: elk kind telt op t Veld.

Vakdidactische Studie (VDS) Algemeen. A. Algemeen. Theorie Praktijk X Semester 1 Semester 2 X Semester 3 Semester 4

Vakdidactische Studie (VDS) Algemeen. A. Algemeen. Theorie Praktijk X Semester 1 Semester 2 X Semester 3 Semester 4

Kinderen met specifieke onderwijsbehoeften Ontwikkelingsgericht werken

De HGW-bril toegepast in de cel leerlingenbegeleiding

MICROTEACHING: een kort lesfragment door een student gegeven aan medestudenten.

HANDELINGSGERICHT WERKEN BELEIDSVOEREND VERMOGEN BELEIDSVOEREND VERMOGEN. Onderwijsbehoeften van de leerling 11/09/2013

Klasmanagement (KLM) A. Algemeen. Theorie x Praktijk Semester 1 Semester 2 Semester 3 x Semester 4

De verhouding tussen de basiscompetenties, de Dublindescriptoren en de domeinspecifieke leerresultaten

pedagogie van het jonge kind PJK: Opvoeding en Coaching

Onderwijs en Maatschappij (OMA) A. Algemeen. Theorie X Praktijk Semester 1 Semester 2 Semester 3 Semester 4 X

Klaar voor redelijke aanpassingen

Didactische werkvormen in het hoger onderwijs. Sandra Heleyn, Isabelle Claeys, Ann Verdonck

Wij gaan met plezier naar school.

Visie op het basisaanbod

Overzicht van de trajecten

Uitdagingen voor de professionalisering en de loopbaan van leerkrachten. Geert Devos.

Verantwoordelijke opleidingsonderdeel: Gretel Van Heukelom. De cursist moet de volgende opleidingsonderdelen afgewerkt hebben of gelijktijdig volgen:

Buitengewoon onderwijs - Bijkomende of gespecialiseerde opleidingen voor leerkrachten

De lat hoog voor iedereen! Conferentie Steunpunt GOK

Klasmanagement (KLM) A. Algemeen. Theorie x Praktijk Semester 1 Semester 2 Semester 3 x Semester 4

De lat hoog voor iedereen! Conferentie Steunpunt GOK

Heikamperweg AZ Asten-Heusden

infobrochure methodeonderwijs De Lotus

ECTS- FICHE. centrum CVO Horito Campus Blairon. Bij aanvang van dit opleidingsonderdeel dient de cursist over de volgende competenties te beschikken:

FUNCTIEBESCHRIJVING VOOR HET AMBT VAN LERAAR

Informatiebrochure. Verkorte opleiding: Professionele Bachelor in de Verpleegkunde (Brugopleiding)

Mentorenvorming 2 BaKO 22 oktober 2018

VERSLAG VAN DE PROEFDOORLICHTING INSPECTIE 2.0 VBS Sint-Jansschool te Menen (19059)

ONDERWIJS EN INNOVATIE OP DE LINDERTE

KIJKWIJZER VOOR PAV-BUNDELS

ECTS-fiche. Opleiding Didactische Competentie algemeen

WERKPLEKLEREN OPLEIDINGSFASE 3 ACADEMIEJAAR Geachte stagementor, vakmentor(en)

ECTS- FICHE. Via secretariaat en/of website. Bij aanvang van dit opleidingsonderdeel dient de cursist over de volgende competenties te beschikken:

Samen maken we BUITENGEWOON onderwijs!

ECTS-fiche. 1. Identificatie. Opleiding Didactische Competentie algemeen. Lestijden 80 Studiepunten 6 Ingeschatte totale

Leren met ambitie. jong en oud, hand in hand. een thuis vanuit. redelijkheid/rationaliteit, hartelijkheid/emotionaliteit, geloof/zingeving

Van barrière naar redelijke aanpassing

Prodiaen het protocol Wiskundeproblemen en dyscalculie

GROEIDOSSIER Praktijk SOV

Psychopedagogische Competentie (PPC) A. Algemeen. Theorie X Praktijk Semester 1 Semester 2 X Semester 3 Semester 4

Zorgvuldig communiceren: het belang van een samenwerkingsmodel Dr. Inge Van Trimpont

ECTS- FICHE. Via secretariaat en/of website. Bij aanvang van dit opleidingsonderdeel dient de cursist over de volgende competenties te beschikken:

2.1. Gegevens m.b.t. de situering van onze onderwijsinstelling Gegevens met betrekking tot lokale situatie

ECTS-fiche. 1. Identificatie. Opleiding Module Didactische competentie stage 3

SPECIFIEKE INFO PRAKTIJK 1 BaLO

Leraar en verantwoordelijkheden (LEV) A. Algemeen. Theorie X Praktijk Semester 1 Semester 2 Semester 3 Semester 4 X

VISIE. Met opvoeden en onderwijzen beogen leerkrachten de harmonische ontplooiing van de totale persoon.

Inhoud. Inleiding 9. 5 Planning Leerdoelen en persoonlijke doelen Het ontwerpen van het leerproces Planning in de tijd 89

Vragenlijst deelnemers Vlaams Lerend Netwerk STEM SO

Informatiebrochure. Verkorte opleiding: Professionele Bachelor in de Verpleegkunde (Brugopleiding)

Transcriptie:

KAREL DE GROTE-HOGESCHOOL DEPARTEMENT LERARENOPLEIDING VOORTRAJECT DIDACTIEK BACHELOR ZORGVERBREDING EN REMEDIËREND LEREN STUDIEGIDS ACADEMIEJAAR 2012-2013 Campus Markgrave Van Schoonbekestraat 143 2018 Antwerpen

DEEL 1 1. Inleiding 2. Onze krachtlijnen 3. De competenties als uitgangspunt 4. Opleidingsonderdelen 5. Werkervaring /stage tijdens de opleiding 6. Aanwezigheden 7. Evaluatie 8. KdG-mail, blackboard, roosters en e-studentservice 9. Coördinatie, ondersteuners en begeleiders van de opleiding 10. Toelichting bij de opbouw van de studiegids Bijlage 1: Competentiematrix Zorgverbreding en remediërend leren DEEL 2 Eigenlijke studiegids

1. INLEIDING Welkom in de opleiding Bachelor Zorgverbreding en remediërend leren aan KdG-Hogeschool. BaZo staat voor Bachelor na Zorgverbreding en remediërend leren, een opleiding van zestig studiepunten. Deze opleiding kan je voltijds (BaZo) of deeltijds (BaZo 1, BaZo 2) volgen dan wel spreiden over maximaal vijf jaar. We vormen mensen opdat ze kinderen of jongeren met specifieke noden en mogelijkheden zouden (leren) liefhebben. Dit (leren) liefhebben vormt immers de fun of het fun -dament van onze opleiding. Samen met een adviserende stuurgroep, de lesgevers, de scholen en de studenten proberen we die opdracht vorm én inhoud te geven in een buitengewoon en zorgverbredend opleidingsprogramma. De professionele ontwikkeling van de leerkracht en de ontwikkeling van het team en de school tot een boeiend leer en leefklimaat staan daarbij centraal. De uitwerking ervan vind je verder in deze studiegids. Onze visie mikt tijdens het hele traject op de persoonlijke ontwikkeling van elke mens. Zo spreken we niet langer over kinderen en jongeren met een handicap, maar hebben we het over kinderen en jongeren met specifieke noden én mogelijkheden. Als gewone medemensen dragen ook zij betekenisvol aan onze samenleving bij. Wij vinden dan ook dat deze kinderen en jongeren, waar ze zich nu ook bevinden, in het gewoon of in het buitengewoon onderwijs, kwaliteitsvolle aandacht en vorming verdienen. Dat maakt onze opleiding in de ware zin van het woord inclusief. Om dit mogelijk te maken, willen wij alle leerkrachten uitnodigen, vormen en stimuleren opdat ze de groei in henzelf ook bij hun leerlingen zouden helpen realiseren. Binnen de opleidingsonderdelen professioneel ontwikkelingsplan en communicatie wordt daar zelfs expliciet aandacht aan besteed. Wij hopen uiteindelijk dat leerkrachten, maar ook alle onderwijsmedewerkers, door diepgaande én geduldige processen van onderwijzen en opvoeden, hun vele talenten mogen helpen zichtbaar maken. Het studiecontract van de hogeschool bestaat uit 2 elementen die online ter beschikking zijn : - het Hogeschool Onderwijs en Examenreglement (HOE), met departementale aanvullingen - de Studiegids per opleiding In deze studiegids proberen we je wegwijs te maken doorheen de opleiding. Hierin vind je informatie over je opleidingsprogramma en toelichting bij de verschillende evaluatievormen. We wensen je heel veel succes! Het BaBO/ZO-team

2. ONZE KRACHTLIJNEN Met onze opleidingen willen wij: - een gespecialiseerde opleiding bieden aan volwassenen - die bijdragen tot een deskundige en toekomstgerichte pedagogisch didactische vorming en begeleiding - van kinderen/jongeren met specifieke noden en mogelijkheden in het buitengewoon en gewoon onderwijs - en dit in samenwerking met alle betrokken partijen. Een gespecialiseerde opleiding aan volwassenen Het leerproces van deze opleiding is vrij specifiek. Het gaat om een opleiding voor mensen die reeds een professionele bachelor of een academische master op zak hebben, en/of instappen met een brede beroepservaring. Daarom is de opleiding gebaseerd op de principes van de volwassenvorming. Wij wensen leerkrachten op te leiden tot personen die zelfstandig problemen kunnen oplossen in hun praktijk/werksituatie. Een leerproces kan immers niet anders zijn dan een constructieve ontmoeting tussen theorie en praktijk, met wederzijds respect en waardering. Wij verwachten de bereidheid om praktische ervaringen en problemen uit de praktijk/werksituatie in te brengen en uit te wisselen, om van elkaar te leren. Volwassenen leren op een eigen specifieke wijze. Wij willen met onze opleiding tegemoet te komen aan deze verwachtingen van onze leraar/studenten. De opleidingsdoelstellingen kaderen dan ook in een onderwijsvisie aangepast aan de lerende volwassene: 1. Begeleidingsmodel 2. Duale visie op leren: theorie en praktijk staan in een voortdurende wisselwerking 3. Delen van expertise: dit verwijst zowel naar het netwerk van lesgevers (specialisten en ervaringsdeskundigen) als naar de verplichte aanwezigheid van de studenten in de lessen 4. Zelfstandigheid en zelfsturing: dit geldt zowel voor de samenstelling van het keuzetraject, de keuze in het werkplekleren als voor de verwerking van bepaalde opleidingsonderdelen. Deskundige en toekomstgerichte pedagogische didactische vorming en begeleiding De bedoeling van de opleiding is dat de student in de praktijk kinderen/jongeren met specifieke noden en mogelijkheden pedagogische en didactische ondersteuning kan bieden. De specialisten die deze kennis en vaardigheden bezitten, zijn enerzijds de praktijkmensen die dagelijks met deze kinderen/jongeren werken en anderzijds experten die zeer betrokken zijn op de praktijk vanuit hun specifieke deskundigheid, al dan niet in een schoolcontext. Zo maakt de student kennis met de knowhow die in het werkveld ontwikkeld is en willen we een samenwerking bevorderen tussen alle actoren die bij het onderwijsgebeuren betrokken zijn. Uitwisselingen met het buitenland maken het mogelijk dat docenten én studenten hun visie en hun praktijk kunnen toetsen aan internationale ontwikkelingen. Kinderen/jongeren met specifieke noden en mogelijkheden in het gewoon of buitengewoon onderwijs Kinderen/jongeren met specifieke noden en mogelijkheden worden in Vlaanderen in het gewoon of in het buitengewoon onderwijs begeleid. Wij streven ernaar de opleiding vanuit het kind of jongere te bekijken, waar of in welke onderwijscontext hij zich ook bevindt. De leraar buitengewoon onderwijs, de klasleraar, de GONbegeleider, de zorgcoördinator, de interne zorgbegeleider, werken in hoofdzaak met dezelfde problematiek. Daarom vinden we het noodzakelijk dat leraren vanuit verschillende achtergronden met elkaar ervaringen uitwisselen en zo een eigen visie uitbouwen. Deze visie moet zowel uitgaan van de behoeften als van de begaafdheden van het kind en de jongere. Op die manier wensen wij bij te dragen aan de uitbouw van meer inclusief onderwijs. In samenwerking met de betrokken partijen Omwille van de maatschappelijke evolutie in de school- en onderwijscultuur, waar dialoog en overleg meer en meer centraal komen te staan, en omwille van de toenemende (wetenschappelijke) kennis, zijn communicatie en samenwerking essentiële voorwaarden voor de optimale ondersteuning van kinderen en jongeren.

3. DE COMPETENTIES ALS UITGANGSPUNT De te verwerven competenties voor deze opleiding bestaan uit 5 functionele gehelen: De afgestudeerde student is in staat om: 1. planmatig te handelen ten aanzien van specifieke onderwijsbehoeften op individueel, groeps- en schoolniveau, in duurzame interactie met alle betrokkenen, en daarbij zorgvragen te formuleren en permanent bij te stellen met nadruk op observatie, assessment en handelingsgerichte diagnostiek; 2. positief en deskundig om te gaan met elke vorm van diversiteit door het onderwijsaanbod, de leerlijnen en de inhouden uit de diverse leerdomeinen functioneel af te stemmen op de specifieke onderwijsbehoeften van de leerlingen; 3. vanuit een gedeelde zorg constructief en emancipatorisch samen te werken met de leerlingen, de ouders / gezinnen en met alle betrokkenen in het team/de omgeving van de leerling met specifieke onderwijsbehoeften; 4. het proces van handelingsplanning te implementeren door collegiale consultatie, coaching van collega s, beleidsondersteuning en coördinatie op schoolniveau. 5. gestructureerd te leren uit eigen en andermans ervaringen via het cyclisch proces en het eigen handelen dynamisch en creatief bij te sturen. In de bijlage vind je een competentiematrix waarin deze 5 functionele gehelen worden vertaald en geconcretiseerd. Om het diploma van Bachelor Zorgverbreding en Remediërend leren te verwerven, moet elke student de eindcompetenties op integratieniveau behalen. Het voortraject didactiek is verplicht te volgen door studenten die, voorafgaand aan deze bachelor, geen professionele bachelor lerarenopleiding volgden of geen andere specifieke lerarenopleiding. De student moet zich hiervoor in zijn eerste opleidingsjaar inschrijven en het moet afgerond zijn vooraleer de student credits kan verwerven voor de opleidingsonderdelen van de Bachelor Buitengewoon Onderwijs of Bachelor Zorgverbreding en Remediërend leren. We werken aan de basiscompetenties didactiek waardoor de student de startcompetenties verwerft die noodzakelijk zijn voor de specifieke (ortho)didactische competenties op integratie- en evt. expertniveau van de opleiding. (cfr. compentiematrix in bijlage) 4. OPLEIDINGSONDERDELEN Er zijn 2 soorten opleidingsonderdelen: een enkelvoudig opleidingsonderdeel (eolod) een samengesteld opleidingsonderdeel (solod), bestaande uit deelopleidingsonderdelen (dolod) waaraan aparte studiepunten toegekend worden. Het opleidingsonderdeel didactiek is een enkelvoudig opleidingsonderdeel. De student respecteert de volgtijdelijkheid van opleidingsonderdelen, zoals beschreven in de studiegids. In uitzonderlijke gevallen kan hiervan afgeweken worden na overleg met de opleidingscoördinator.

5. WERKERVARING / STAGE TIJDENS DE OPLEIDING De student die Zorgverbreding en Remediërend leren volgt, doet praktijkervaring op in het onderwijs en dit in de vorm van officieel werk of stage.. De student voltijdse opleiding die werkervaring opdoet in de vorm van stage, doet 4 dagdelen per week stage. Voor deze stage zijn er 2 periodes werkervaring voorzien: - 1 oktober 2012 tot en met 21 december 2012-7 januari 2013 tot en met 31 mei 2013 De student mag tijdens zijn voltijdse opleiding ook officieel werken. Dit kan echter maximaal halftijds en op lesvrije dagdelen ; de lessen moeten immers gevolgd kunnen worden Indien de student meer dan halftijds werkt schakelt hij automatisch over naar de deeltijdse opleiding. De student deeltijdse opleiding die niet officieel werkt in onderwijscontext loopt stage in onderwijscontext. Hij doet 2 dagdelen per week stage en dat op twee verschillende plaatsen in de opeenvolgende opleidingsjaren van de opleiding. Deze stages starten de eerste week van oktober en lopen tot de laatste week van mei. De student doet werkervaring op in een school voor gewoon lager of secundair onderwijs en als het kan in een school waar expliciet voor inclusief onderwijs gekozen is vanuit het pedagogisch project. Hij werkt dan in die school met kinderen met specifieke noden en mogelijkheden. Indien de student officieel werkt geeft hij ten laatste 1 oktober 2012 hiervan een attest aan de opleidingsondersteuner Voor verdere informatie in verband met de werkervaring verwijzen we naar het Vademecum werkervaring 6. AANWEZIGHEDEN Voor het verwerven van de theoretische inzichten en praktische vaardigheden is de regelmatige aanwezigheid van de student in de lessen vereist. De opleiding wil ook zoveel mogelijk praktisch zijn, wat impliceert dat de student aan de gevarieerde activiteiten, dikwijls in groepsverband (discussie, voorbereiding, opdrachten, ) deelneemt. Om dit alles vlot en zinvol te kunnen organiseren, is het noodzakelijk dat de student regelmatig aanwezig is in de lessen. Aanwezigheid in de lessen is dan ook een voorwaarde om te kunnen slagen voor een opleidingsonderdeel. Indien je niet aanwezig kan zijn op een geplande cursus dien je zo snel mogelijk het onthaal (Denise Hulsmans) te verwittigen en breng je een gewettigd attest binnen. Indien de cursus op verplaatsing wordt georganiseerd, dien je ook de school/organisatie te verwittigen van je afwezigheid. Bij langdurige afwezigheid (langer dan 3 weken) neemt de student contact op met de ombuds om afspraken te maken met betrekking tot (aanpassing van) het studieprogramma.

7. EVALUATIE Een statuut van examenstudent is niet mogelijk in deze opleiding. De evaluatie van het opleidingsonderdelen gebeurt aan de hand van opdrachten. Deze staan omschreven in de Evaluatiewijzer. De student is verantwoordelijk voor het indienen van zijn schriftelijke opdrachten. De verantwoordelijke van het opleidingsonderdeel/de onderwijsactiviteit geeft hieromtrent sluitende instructies. We verwachten dat taken tijdig worden ingediend. Bij het niet afgeven van de taak op de indiendatum, krijgt de student een nul. Bij overmacht richt de student zich tot de ombuds die, in overleg met de lector, een alternatieve indiendatum kan bepalen. Als een opdracht op zich een deelopleidingsonderdeel van een samengesteld opleidingsonderdeel vormt, wordt deze geïnterpreteerd als een examen en wordt de regelgeving van het examen toegepast. De student moet zich voor dit opleidingsonderdeel in zijn eerste opleidingsjaar inschrijven en het moet afgerond zijn vooraleer de student credits kan verwerven voor de opleidingsonderdelen van de Bachelor Zorgverbreding en Remediërend leren. De stage is niet herhaalbaar binnen hetzelfde academiejaar. 8. KDG-MAIL, BLACKBOARD, ROOSTERS en E-STUDENTSERVICE Het is verplicht om regelmatig je KdG-mail en blackboard te raadplegen. Op blackboard http://bb.kdg.be (voor nieuwe studenten vanaf 8/8/2012) wordt via de mededelingen belangrijke informatie weergegeven zoals wijzigingen, annulatie (door ziekte lesgever bv), data voor afspraken, Op blackboard vind je ook de evaluatiewijzer, informatie omtrent internationaliseringen en het Hoe. Het is ook langs deze weg dat lesgevers hun cursussen, interessante achtergrondinformatie, of een voorbereidingstaak opgeven. Het is dus een belangrijk communicatie-instrument dat je tijdens lesweken regelmatig moet raadplegen. Je lessenrooster kan je raadplegen via http://roosters.kdg.be in de loop van de eerste week van september. Op http://e-studentservice.kdg.be kan je terecht voor je persoonlijke gegevens, je inschrijvingsprogramma, - attesten, en later ook voorlopige punten en definitief rapport. Je vindt hier ook onder mijn actueel studiecontract de grensdatum van elk opleidingsonderdeel. Dit is de datum waarop je ten laatste kan uitschrijven voor dat opleidingsonderdeel.

9.COORDINATIE, ONDERSTEUNERS EN BEGLEIDERS VAN DE OPLEIDING Het team De inhoudelijke planning en organisatie van het vormingspakket wordt opgemaakt door het team. De studenten kunnen bij hen steeds terecht met suggesties en /of vragen in verband met de opleiding. Leen Stoffels opleidingscoördinator leen.stoffels@kdg.be 03 613 14 60 0477 72 99 15 Griet Van Balen Heidi Lagast verantwoordelijke internationalisering stagecoördinatie studieloopbaancoördinator ombuds griet.vanbalen@kdg.be 03 613 14 60 heidi.lagast@kdg.be 0475 33 79 58 Opleidingsondersteuners Griet Van Dun 03/ 613 14 25 griet.vandun@kdg.be Tamara Deroover 03/ 613 14 39 tamara.deroover@kdg.be Onhaalmedewerker Denise Hulsmans 03/ 613 15 00 denise.hulsmans@kdg.be Mentorschap In de school waar je werkervaring doet, is een mentor aanwezig voor aanvangsbegeleiding. Hij is de persoon waarbij je steeds terecht kan met taak- of persoonsgerichte vragen. Deze mentor is niet noodzakelijk de klasleerkracht bij wie je stage loopt. Leertrajectbegeleider Tijdens je opleiding krijg je een leertrajectbegeleider toegewezen. Hij is de persoon die je begeleidt tijdens je leerproces. Hij geeft de POP-sessies en en evalueert je portfolio. Je kan bij je leertrajectbegeleider ook altijd terecht met vragen, suggesties en/of problemen.

10.TOELICHTING BIJ DE OPBOUW VAN DE STUDIEGIDS In deze studiegids vind je al de nodige informatie over de opleidingsonderdelen. Per opleidingsonderdeel vind je: - of het een enkelvoudig of samengesteld onderdeel is - het aantal studiepunten (SP) dat het opleidingsonderdeel telt. 1 SP (studiepunt) staat voor 25 uur studielast. De studielast is het aantal uren dat je in normale omstandigheden in de loop van het academiejaar moet werken om voor dat opleidingsonderdeel te kunnen slagen. Het gaat daarbij niet alleen om de contacturen, maar ook om je stage-uren, de uren die je thuis werkt voor je opleiding, de tijd nodig voor taken, groepswerk, - de wegingscoëfficiënt die aangeeft voor welk aandeel het opleidingsonderdeel in rekening wordt gebracht - in welke periode het opleidingsonderdeel loopt Verder wordt voor elk opleidingsonderdeel aangegeven : - de begin- of toelatingsvoorwaarde - wat de doelstellingen zijn - de inhoud - hoe en wanneer geëvalueerd wordt, ook voor de tweede zitperiode - de studiematerialen - de (kern)competenties die je via dit opleidingsonderdeel kan verwerven. De omschrijving van de competenties waarnaar wordt verwezen, vind je in bijlage. Deze zijn de rode draad van de opleiding.

BIJLAGE 1: Competentiematrix zorg/ico 1.Planmatig begeleider van leerlingen met specifieke onderwijsnoden Kerncompetenties Startniveau Integratieniveau Expertniveau 1.1. Een positieve grondhouding bezitten met betrekking tot de mogelijkheden en toekomstkansen van de leerlingen Op zoek gaan naar kennis en advies omtrent de ontwikkelingsmogelijkheden van kwetsbare leerlingen Geloof tonen in ontwikkelingskansen van iedere leerling Het recht op communicatie en sociaal contact erkennen als fundamentele behoefte en als voorwaarde tot leren Verdedigen van het recht op persoonlijke ontwikkeling en de ontplooiingskansen van ieder kind Actief op zoek gaan naar ontwikkelingskansen via observatie, interactie en via gebruik van beschikbare hulpmiddelen Getuigen van een doordacht en volgehouden engagement t.a.v. elke leerling in alle omstandigheden Zich actief inzetten tegen elke vorm van achterstelling van elke leerling 1.2. Gegevens verzamelen, selecteren en ethisch correct hanteren als basis voor een goede beeldvorming van de leerling en herkenning van zijn noden Signalen zien van problemen bij leerlingen Herkennen van signalen van leer-, gedrags- of ontwikkelingsproblemen bij de leerling Beluisteren van het beeld dat CLB, collega s en ouders geven van een leerling met speciale noden Bevragen van collega s omtrent diagnostische gegevens, schoolloopbaan en andere relevante informatie betreffende de leerlingen Zich bewust zijn van de vereiste om deontologisch om te gaan met gegevens van leerlingen In alle omstandigheden deontologisch correct omgaan met de gegevens van individuele leerlingen en hun omgeving Benoemen van signalen van leer-, gedrags- of ontwikkelingskansen en - problemen bij de leerling. Leerlingen kritisch en gedetailleerd observeren over een langere periode Herkennen en benoemen van kansen en problemen in de brede context. Actief op zoek gaan naar informatie om zich een totaalbeeld te kunnen vormen van een leerling met een specifieke ondersteuningsvraag. Kennis bezitten van handelingsgerichte diagnostiek, diagnostische instrumenten en hun toepassingen. Gebruik maken van diagnostische gegevens, observaties en informatie uit de brede context (schoolloopbaan, gezin, ruime omgeving). Gebruik maken van kennis van specifieke ondersteuningsvragen en maatschappelijke achterstellingmechanismen als duiding en als De observaties correct interpreteren vanuit meerdere referentiekaders in overleg met het team Een uitgebreider en geïntegreerde beeldvorming van de leerling weergeven op basis van observaties in de dagelijkse schoolcontext en nieuwe informatie uit de omgeving

achtergrondinformatie. Selecteren van de meest relevante gegevens als basis voor een voorlopige beeldvorming van de leerling. Rapporteren van relevante gegevens die kunnen bijdragen in de beeldvorming. In overleg hypothesen kunnen formuleren omtrent de oorzaken en de aard van grote leer-, gedrags- of ontwikkelingsverschillen bij individuele leerlingen, rekening houdend met alle beschikbare gegevens. De ondersteuningsvraag steeds verder verfijnen, rekening houdend met het kind in zijn context, incl. beperkende en beschermende factoren. De verschillende mogelijke ondersteuningsvragen afleiden en beoordelen vanuit verschillende referentiekaders Ondersteuningsvragen kunnen afleiden uit de beeldvorming. 1.3. Individuele doelen formuleren en gebruiken als basis voor de planning, uitvoering en opvolging van de begeleiding en het onderwijs van de leerling met speciale noden Bereid zijn doelen aan te passen aan de individuele noden van leerlingen De nood erkennen aan systematische begeleiding van individuele leerlingen Op zoek gaan naar voorschriften en tips omtrent de aanpak van leerlingen met speciale noden In overleg en op basis van een ondersteuningsvraag relevante doelen selecteren, uit ondermeer de eindtermen en de ontwikkelingsdoelen, rekening houdend met een breed toekomstperspectief van de leerling en met de gegeven context Op basis van de verschillende mogelijke ondersteuningsvragen en vanuit de verschillende referentiekaders relevante doelen selecteren uit ondermeer de eindtermen en de ontwikkelingsdoelen rekening houdend met een breed toekomstperspectief van de leerling en met de gegeven context. Bereid zijn tot intensieve en individueel aangepaste evaluatie van leerlingen In overleg prioritaire doelen koppelen aan de ondersteuningsvraag, op individueel niveau, gelinkt aan de doelen op groepsniveau Vanuit de geselecteerde doelen prioritaire doelen koppelen aan de ondersteuningsvraag, op schoolniveau

Steeds creatief op zoek gaan naar nieuwe stappen in de ontwikkeling die de toekomstkansen zinvol verruimen Het ondersteuningsplan dynamisch en creatief bijsturen 1.4. Coördineren van het planmatig handelen ten aanzien van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften Zich verantwoordelijk voelen voor een systematische opvolging van leerlingen met speciale noden De betrokken partijen aanspreken en uitnodigen voor overleg De verschillende fasen uit het proces van handelingsplanning kennen en hanteren met een voortdurende bijsturing en verfijning van elk van de stappen (beeldvorming, prioritaire doelen bepalen, strategie bepalen, uitvoering en evaluatie). Heldere en inzichtelijke afspraken maken met meerdere partijen die betrokken zijn bij de opvolging van de leerling Op klassenraden en bij informeel overleg een correcte en gepaste formulering weergeven van de specifieke onderwijsnoden, de mogelijkheden en beperkingen van de leerlingen en de afspraken rond de aanpak en de opvolging hiervan Erop toezien dat de zorgafspraken die rond een leerling gemaakt werden in het team worden nageleefd binnen een redelijke termijn Met het oog op een lange termijn planning de verschillende fasen in de handelingsplanning evalueren en bijsturen De functie van voorzitter opnemen in een vergadering of overleg. De voorbereiding van een leerlingbespreking op zich nemen Het planmatig werken verantwoorden in een dossier, dat de beeldvorming, de doelen, de aanpak en de opvolging weergeeft Toezien op de coherentie en continuïteit van de handelingsplanning. Het verslag van een leerlingbespreking schrijven Vet = verdiept bij realisatie LZK Cursief = verplaatst van kolom bij realisatie LZK

2.Vertaler van het onderwijsaanbod, de leerlijnen en inhouden uit diverse leerdomeinen, rekening houdend met de specifieke onderwijsnoden van de leerlingen Kerncompetenties Startniveau Integratieniveau Expertniveau 2.1. Waarderen van de diversiteit in de klasgroep, als uitdaging voor het zoeken naar aanpassingen en als meerwaarde voor het leerproces van iedere leerling Iedere individuele leerling in de groep erkennen en betrekken bij de activiteiten Op zoek gaan naar het kind achter het label Een leerbevorderende, responsieve onderwijs- en begeleidingsstijl hanteren t.a.v. individuele leerlingen Spontaan in interactie gaan met alle leerlingen, hoe verschillend zij ook zijn De groepsdynamiek gebruiken en versterken als leerbevorderende factor voor alle leerlingen Model staan voor onderwijs- en begeleidingsstijlen, die de diversiteit van leerlingen benutten, bv co-teaching. Het recht erkennen op individualisering van de aanpak bij leer-, gedrags- en ontwikkelingsverschillen in de klasgroep Coöperatief leren gevarieerd en doelgericht inzetten als middel tot interactie en samenwerking 2.2. Diversiteit breed observeren en in kaart brengen 2.3. Differentiëren van het aanbod en de aanpak, op basis van de leer-, gedrag- en ontwikkelingsverschil len in de groep Kennis hebben van volgsystemen. Objectief observeren in verschillende situaties en op verschillende ontwikkelingsdomeinen. Herkennen van grote verschillen tussen kinderen Zich bewust zijn van de nood aan aanpassingen bij grote verschillen tussen leerlingen Lezen van de ondersteuningsvragen als indicaties voor aanpassingen van het klasaanbod Differentiatiemaatregele n tav de individuele leerlingen hanteren. Analyseren van objectief verzamelde gegevens in verschillende situaties en op verschillende ontwikkelingsdomeinen. Hanteren van observatiemethoden in schoolcontext Lezen van de ondersteuningsvragen als indicaties voor aanpassingen van het klasaanbod Een brede waaier aan differentiatievaardighede n hanteren en gevarieerd inzetten Soepel omgaan met differentiatiemaatregele n (incl. pre-teaching, tutoring...) Differentiëren in instructie en verwerking in functie van de noden van de leerlingen Moeilijk gedrag van een groep begrijpen in een gegeven context De eigen begeleidingsstijl aanpassen aan grote verschillen in gedrag Anticiperen op wijzingen in diversiteit van schoolpubliek In functie van leer-, gedrag- en ontwikkelingsverschillen een schoolvisie uitbouwen en bijsturen. 2.4. Het ontwerpen van Het belang kennen van communicatie en De communicatiemogelijkhe De communicatiemogelijkhe

Kerncompetenties Startniveau Integratieniveau Expertniveau een krachtige leeromgeving om de taalvaardigheid, communicatie- en interactiemogelijkhed en van de leerling te bevorderen interactie voor de sociale en cognitieve ontwikkeling Geen pestgedrag tolereren in de klas- of schoolgroep den van de leerlingen kennen Werk maken van verbondenheid in de klas Waarderen van spontane interacties en open communicatie tussen leerlingen Actief op zoek gaan naar aangepaste communicatiemiddelen en ondersteuning voor leerlingen met communicatieve beperkingen Het eigen aandeel erkennen in het ontwikkelen van de communicatievaardighei d van de leerlingen den van de leerlingen uitbreiden via een doelgerichte en consequente aanpak Bevragen van de ouders en ondersteuners naar verbetering van de communicatiemogelijkhe den Actief gevarieerde sociale contacten en interacties tussen de leerlingen en met bredere netwerken bevorderen Specifieke communicatiemiddelen kennen Gebruik maken van een interactiestijl en beschikbare middelen die de communicatie en taalvaardigheid bevorderen van leerlingen met beperkingen op vlak van communicatie en / of taalvaardigheid 2.5. Een deskundige en evenwichtige afstemming bieden van het onderwijsaanbod incl. de leerlijnen - op de specifieke onderwijsnoden van de leerlingen, rekening houdend met een breed toekomstperspectief, maatschappelijke participatie en alle leerdomeinen Bereid zijn het tempo, het aanbod en de instructie aan te passen aan de individuele verwerkingsmogelijkhed en van de leerling met speciale noden Verkennen en toetsen van kleine aanpassingen van het programma aan de noden van de leerling Zich bewust zijn van de nood aan afstemming van een geïndividualiseerd aanbod op het groepsprogramma, met het oog op aansluiting bij de klasgroep De verschillende niveaus van planmatig handelen benoemen en gebruiken (groepsniveau) Vanuit de verschillende ondersteuningsvragen doelen selecteren voor het groepswerkplan Aanbieden van leerinhouden die recht doen aan diversiteit in de maatschappij Op zoek gaan naar authentieke en realistische leercontexten, zoals de brede school De verschillende niveaus van planmatig handelen benoemen en gebruiken op schoolniveau. Vanuit de verschillende ondersteuningsvragen doelen selecteren voor het schoolwerkplan De beschikbare leerlijnen kritisch benaderen, aanvullen en wijzigen op schoolniveau Het eigen didactisch handelen ten aanzien van de individuele leerling en de groep creatief en dynamisch bijsturen Individualiseren en aanpassen van het onderwijsaanbod, rekening houdend met het kind in zijn context Leerlijnen aanpassen voor de individuele afstemming van het Blijvende op zoek gaan naar maximale participatiekansen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften, in de huidige context en in de toekomst

Kerncompetenties Startniveau Integratieniveau Expertniveau onderwijsaanbod Het geïndividualiseerd aanbod weer afstemmen op de groepsaanpak met het oog op maximale participatie Leeftijdsadequaat handelen ten aanzien van leerlingen met specifieke onderwijsnoden

3. Partner van ouders, leerlingen en een ruim team van betrokkenen uit de omgeving van de leerling met specifieke onderwijsnoden, vanuit een maatschappelijke verbondenheid Kerncompetenties Startniveau Integratieniveau Expertniveau 3.1. In de samenwerking model staan voor een realistische en emancipatorische begeleiding Opkomen voor kwetsbare leerlingen Bevragen van collega s naar procedures voor samenwerking Herkennen van problematische opvoedingssituaties Openstaan voor vragen en bekommernissen van alle partijen rond leerlingen met specifieke onderwijsnoden Een brede kijk hebben op factoren die tot problematische opvoedingssituaties kunnen leiden Op de hoogte zijn van de maatschappelijke structuren van achterstelling Dromen en toekomstplannen beluisteren die ouders voor hun kinderen koesteren Erkennen en waarderen van het geloof dat ouders tonen in de mogelijkheden van hun kind Een positieve kijk hebben op de eigen inbreng van ouders en leerlingen In het schoolteam opkomen voor de mening van de ouders en de leerling De kansen om ouders en leerlingen weerbaar te maken tegen achterstelling, zien en benutten. Informatie kennen en ter beschikking stellen omtrent schooleigen procedures, netwerken en andere vormen van ondersteuning Actief op zoek gaan naar alle partijen die een rol kunnen spelen in de begeleiding op langere termijn 3.2 Planmatig werken aan ouderbetrokkenheid en ouder-participatie (In)formele contacten met alle ouders kunnen aangaan. Moeilijk bereikbare ouders betrekken bij de klaswerking Toegankelijk maken van mondelinge en schriftelijke informatie voor alle ouders. Diversiteit van de ouders benutten Schoolvisie uitbouwen mbt ouderparticipatie en ouderbetrokkenheid Uitwisselen van ervaringen onder ouders (opvoedingsondersteuning) 3.3 Planmatig samenwerken aan een duurzame interactie met de buurt en de schoolomgeving. Bewust zijn van de risicoen beschermende factoren van de betrokken partijen. Doelgericht informele en formele contacten onderhouden met de betrokken partijen Schoolvisie uitbouwen op het planmatig en duurzaam samenwerken met de buurt en de schoolomgeving. De principes van open communicatie kennen Communicatievaardigheden bezitten die een constructieve samenwerking ondersteunen Op betrokken en actieve wijze de leerling, de ouders en het team bevragen met betrekking tot een wenselijke en mogelijke aanpak Met de betrokken partijen een voortdurende dialoog

Kerncompetenties Startniveau Integratieniveau Expertniveau aangaan rond de handelingsplanning en de dagelijkse begeleiding van de leerlingen De principes van open communicatie toepassen bij de meeste oudercontacten en contacten met andere partijen 3.4 Constructief samenwerken met het hulpverleningsnetwerk (welzijn, gezondheid..) Zich informeren over betekenisvolle relaties voor de leerling Bereid zijn tot langdurige samenwerking Zich informeren over de rol van paramedici, vakcollega s, ondersteuners en andere professionelen in de begeleiding van leerlingen met speciale noden Oog hebben voor de aanvaardings- en verwerkingsprocessen bij leerlingen, ouders en familie Initiatief nemen in de samenwerking met ouders van leerlingen met speciale noden Een netwerk van betrokken partijen opzoeken, uitnodigen of samenstellen, rekening houdend met betekenisvolle relaties voor de leerling In oudercontacten de behoeften van ouders en omgeving achterhalen en integreren in de aanpak De inbreng van de teamleden (paramedici, vakcollega s, ondersteuners en anderen) beluisteren en integreren in de afspraken en aanpak Erkennen van ieders rol en bijdrage in het team Het gelijkgericht denken in een groep die handelt vanuit verschillende referentiekaders bevorderen Actief streven naar een transdisciplinaire aanpak in de samenwerking Ondersteuning bieden aan leerlingen, ouders en familie in hun aanvaarding- en verwerkingsproces. Een gesprek en een groep leiden bij overleg (klassenraden, multidisciplinair overleg, informele contacten)

4. Coach van collega s en coördinator van beleidsondersteunende maatregelen bij de implementatie van het planmatig handelen op klas- en schoolniveau Kerncompetenties Startniveau Integratieniveau Expertniveau 4.1. Ruime coachingvaardighede n ontwikkelen en collegiale ondersteuning bieden De expertise van anderen (h)erkennen Draaischijf zijn in de uitwisseling van expertise tussen collega s. Informatieve vragen stellen over de onderwijspraktijk en ervaringen van anderen Kennis hebben van meerdere referentiekaders rond coaching Met collega s in team werken aan schoolklimaat waarin verdraagzaamheid, communicatie, conflicthantering, openheid en respect tav diversiteit belangrijke waarden zijn. Delen van ervaringen uit de eigen onderwijspraktijk De onderwijspraktijk observeren in meerdere scholen Aansluiten bij de opvattingen, ervaringen, kennis en vaardigheden van de betrokken scholen, leerkrachten en andere partijen Zicht hebben op de krachten en weerstanden bij veranderingsprocessen in een schoolteam Bewust en kritisch kijken naar het eigen referentiekader omtrent coaching Gepast inspelen op krachten en weerstanden bij veranderingsprocesse n in meerdere schoolteams Stimuleren van reflectieve vaardigheden bij collega s. 4.2. Beleidsondersteuning bieden met betrekking tot onderwijsvernieuwing, projecten en schoolvisie Een ondersteunende rol opnemen in schoolprojecten die onderwijsvernieuwin g en visieontwikkeling nastreven Bestaan en belang van een schoolcultuur onderkennen Een constructieve bijdrage leveren in het (her)formuleren van schoolvisie en onderwijsvernieuwingsprojecte n Deelnemen aan werkgroepen die de visie van de school bevragen en bijsturen De kenmerken duiden van een eigen schoolcultuur Initiatieven nemen in het vormgeven van aangepaste leerlijnen in het team Initiatieven nemen in onderwijsvernieuwingsprojecte n op school ten aanzien van leerzorg Een constructieve bijdrage leveren in het vormgeven van schooleigen leerlijnen Uitbouwen en coördineren van werkgroepen Een nascholingsplan vanuit de noden van het schoolteam uitstippelen In het team een wezenlijke bijdrage leveren tot het tot standkomen, bijsturen en actualiseren van het schoolwerkplan

5. Zichzelf sturende en geëngageerde persoon die voortdurend leert uit eigen en andermans ervaringen en uit meerdere bronnen. Kerncompetenties Startniveau Integratieniveau Expertniveau 5.1 Bereid zijn zich voortdurend te informeren en bij te scholen( mbt zorgbreed werken op leerling-, klas- en schoolniveau). Zich aangesproken en betrokken voelen wanneer informatie over zorgbreed werken op leerling-, klas- of schoolniveau in de actualiteit is. Actief op zoek gaan naar actuele informatie over zorgbreed werken op leerling-, klas- of schoolniveau via literatuur en bijscholing. Zich actief inzetten om de kennis over zorgbreed werken op leerling-, klasof schoolniveau te verspreiden door deelname aan werkgroepen e.d. 5.2 Bevragen, overleggen en voortdurend bijsturen van het eigen handelen. De noodzaak erkennen van open communicatie rond het eigen handelen als middel tot leren in de praktijk Zich bewust zijn van zijn handelingsverlegenheid t.a.v. specifieke zorgnoden op leerling-, klas- en schoolniveau. Geloven in het eigen aandeel in de ontwikkeling van het zorgbrede werk op leerling-, klas- en schoolniveau. Vanuit introspectie over eigen biografie, referentiekader en normen zich inleven en respect tonen voor anderen. Voortdurend bevragen van het eigen handelen t.a.v. alle leerlingen via mentoring en intervisie. Het eigen aandeel zien in het tot stand komen van moeilijk of positief gedrag van de leerlingen. Open staan voor en aanvaarden van collegiale ondersteuning. Bewust en kritisch kijken naar de eigen begeleidingsstijl. Het eigen handelen bijsturen vanuit een reflectie over het eigen aandeel in het gedrag van leerlingen en teamgenoten. De eigen maatschappelijke verantwoordelijkheid t.a.v. specifieke zorgnoden op leerling-, klas- en schoolniveau zien. Handelen in voortdurend overleg, open voor tips en kritische bemerkingen van andere partijen. De expertise van anderen integreren in het eigen functioneren. Handelen vanuit een maatschappijgericht verantwoordelijkheidsgevoel t.a.v. specifieke zorgnoden op leerling-, klas- en schoolniveau.

Karel de Grote-Hogeschool Katholieke hogeschool Antwerpen vzw Studiegids Academiejaar 2012-13 Studiegebied Opleiding Traject Onderwijs Voorbereidingsprogramma ZO VB-ZO 1 (Voltijds modeltraject) Soort opleiding Diplomatitel Toelatingsvoorwaarden Studieomvang Onderwijstaal Begindatum Einddatum Vakantie Aansluit- en vervolgopleidingen Voorbereidingsprogramma Geen 5 studiepunten (ECTS) Nederlands 18-9-2012 17-9-2013 Kerstvakantie van 24-12-2012 tot 6-1-2013 Paasvakantie van 1-4-2013 tot 14-4-2013 Zomervakantie van 1-7-2013 tot 31-8-2013 Pagina 1 van 10 - versie: 2012.6.19

Karel de Grote-Hogeschool Opleidingsprofiel Katholieke hogeschool Antwerpen vzw Pagina 2 van 10 - versie: 2012.6.19

Karel de Grote-Hogeschool Katholieke hogeschool Antwerpen vzw Eindcompetenties Zie competentiematrix in bijlage. Pagina 3 van 10 - versie: 2012.6.19

Karel de Grote-Hogeschool Katholieke hogeschool Antwerpen vzw Modeltrajecten Modeltraject VB-ZO - deeltraject VB-ZO 1 Pagina 4 van 10 - versie: 2012.6.19

Karel de Grote-Hogeschool Katholieke hogeschool Antwerpen vzw Opleidingsprogramma VB-ZO 1 (Voltijds modeltraject) studiepunten tijdsorganisatie DLO/12-13/VB-ZO/DIDBASIS Didactiek - basisonderwijs 5 Periode 1+2+3 DLO/12-13/VB-ZO/DIDSO Didactiek - secundair onderwijs 5 Periode 1+2+3 Pagina 5 van 10 - versie: 2012.6.19

Karel de Grote-Hogeschool Katholieke hogeschool Antwerpen vzw Studiegebied Opleiding Onderwijs Voorbereidingsprogramma ZO Voorbereidingsprogramma Tijdsorganisatie: Periode 1+2+3 Docent(en): Vinck Wendy Studiepunten: 5 Wegingsfactor: 5 Quotering: Op 20 (tot op een geheel getal) Delibereerbaar Studiebelasting: 125u Contacturen per jaar: 30u Soort opleidingsonderdeel: enkelvoudig opleidingsonderdeel Trajectschijf: 1 Soort contract: DIP, CRD, EXD, EXC Onderwijstaal: Nederlands Opleidingsonderdeel DLO/12-13/VB-ZO/DIDBASIS - Didactiek - basisonderwijs Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) De student is verbonden aan het onderwijs door werk of stage en werkt er met kinderen met specifieke noden en mogelijkheden. De student heeft geen pedagogisch didactisch bekwaamheidsbewijs. Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud Doelgroep: Basisonderwijs en BuSO OV1/2/3 Tijdens deze sessies wordt ingegaan op de verschillende componenten van het didactisch proces. Daarnaast wordt ingezoemd op basisdidactiek van rekenen en taal en dit op verschillende niveaus (GO, BuBoa, Buso) Volgende thema s komen aan bod ; 1. Doelen 2. Opbouw van een lesactiviteit 3. Klasklimaat klasmanagement 4. Sticordi-maatregelen, organisatievormen, observatie en evaluatie 5. Basisdidactiek rekenen 6. Basisdidactiek taal 7. Projectwerking, thematisch werken 8. Socio-emotionele ontwikkeling Doelstellingen De student - begrijpt het nut en de nood van ontwikkelingsdoelen, leerplandoelen en eindtermen - interpreteert, selecteert en formuleert soorten doelen binnen concrete klassituaties. - verkent aspecten van een goed opgebouwde activiteit - voelt via ervaringsgerichte activiteiten de verschillende kenmerken van een les aan, en kan deze binnen andere contexten benoemen - heeft inzicht in de wezenlijke componenten van een handleiding, een activiteit - analyseert lesvoorbereidingen kritisch - bepaalt en begrijpt factoren die een klasklimaat - (h)erkent en integreert de vijf rollen van de leraar: gastheer, presentator, didacticus, pedagoog, afsluiter, (coach) - optimaliseert de effectiviteit van een leerinhoud door gepaste werkvormen/organisatievorm te kiezen. - verkent didactische strategieën die effect hebben op leerprestaties - bepaalt een didactische aanpak waardoor kennis, inzichten, vaardigheden en attitudes gerealiseerd worden. - benoemt zorgverbredende maatregelen juist vanuit de verschillende sticordi-maatregelen (stimuleren, compenseren, remediëren, dispenseren). - bespreekt de functie van heterogene/homogene klasgroepen - bekijkt differentiëren ruim - bekijkt evalueren in een breder kader van procesgericht werken. - past kenmerken van evalueren toe in concrete klassituaties. - evalueert kwaliteitsvol onderwijzen op leerkrachtniveau, taakkenmerken, leerlingniveau. - ziet het uiteindelijke doel in van wiskunde-onderwijs. - benoemt en bepaalt de verschillende deeldomeinen van het leerdomein rekenen - ontdekt de belangrijkste didactische principes van rekenen via interactieve rekenopdrachten. - bekijkt rekenmateriaal m.b.t. de leerdomeinen, didactische principes en accenten en in functie van deze kaders de sterktes en zwaktes bepalen. - ziet wat het uiteindelijke doel, de intentie is van taal-onderwijs. - kan taal integreren als een communicatief gebeuren. - benoemt en bepaalt de verschillende deeldomeinen van het leerdomein taal - ervaart de verschillende verwerkingsniveaus en aspecten van taal. - verwerft inzicht bij de kerngedachten van taalvaardigheid in het buitengewoon onderwijs en de zorg - bepaalt vanuit kaders de sterktes en zwaktes van taalmateriaal m.b.t. de leerdomeinen, verwerkingsniveaus en aspecten. - ziet het uiteindelijke doel in van wereldoriëntatie/algemene sociale vorming - benoemt en bepaalt de verschillende deeldomeinen van het leerdomein wereldoriëntatie/algemene sociale vorming - ziet de verschillen tussen een projectwerking en thematisch werken in, somt deze op en zet ze bewust in - geeft invulling aan een project vanuit verschillende leerdomeinen. - is in staat taakgerichte activiteiten kiezen bij een project/thema. - ziet het uiteindelijke doel in van het leerdomein socio-emotionele ontwikkeling - benoemt en bepaalt de verschillende deeldomeinen van het leerdomein socio-emotionele ontwikkeling - beleeft een aantal mogelijkheden om te ontdekken hoe inzichten, vaardigheden en attitudes tot ontplooiing kunnen komen binnen het leerdomein socio-emotionele ontwikkeling Werkvormen Werkvorm Spreiding Startmoment(en) Contacturen (30u) 3 periodes periode 1 Zelfstudie (95u) 3 periodes periode 1 Pagina 6 van 10 - versie: 2012.6.19

Karel de Grote-Hogeschool Katholieke hogeschool Antwerpen vzw Evaluatie Ex. kans Moment Vorm Gewicht Herhaal baar? 1 van september tot en met juni 2 augustusseptember Studiematerialen (onder voorbehoud) Toelichting opdracht 100% Ja Schriftelijke opdracht opdracht 100% NVT Schriftelijke opdracht Voorwaarde om te slagen is dat de student deelnam aan de lessen Eerste zittijd Dit opleidingsonderdeel wordt geëvalueerd door middel van een schriftelijke opdracht. Voor de verwachtingen en criteria hieromtrent verwijzen we naar de evaluatiewijzer; "Schriftelijke opdrachten". Tweede zittijd Schriftelijke opdracht opgegeven door de lesgever. Medium Studiemateriaal Auteur Uitgever ISBN Cursus Digitale leeromgeving Te verwerven competenties (zie lijst met competenties vooraan) Kerncompetenties: 1, 2 BNB Syllabus: wordt tijdens de lessen zelf gegeven BNB Evaluatiewijzer Pagina 7 van 10 - versie: 2012.6.19

Karel de Grote-Hogeschool Katholieke hogeschool Antwerpen vzw Studiegebied Opleiding Onderwijs Voorbereidingsprogramma ZO Voorbereidingsprogramma Tijdsorganisatie: Periode 1+2+3 Docent(en): Vinck Wendy Studiepunten: 5 Wegingsfactor: 5 Quotering: Op 20 (tot op een geheel getal) Delibereerbaar Studiebelasting: 125u Contacturen per jaar: 30u Soort opleidingsonderdeel: enkelvoudig opleidingsonderdeel Trajectschijf: 1 Soort contract: DIP, CRD, EXD, EXC Onderwijstaal: Nederlands Opleidingsonderdeel DLO/12-13/VB-ZO/DIDSO - Didactiek - secundair onderwijs Toelatingsvoorwaarden (volgtijdelijkheid) De student is verbonden aan het onderwijs door werk of stage en werkt er met kinderen met specifieke noden en mogelijkheden. De student heeft geen pedagogisch didactisch bekwaamheidsbewijs. Studievoortgang Geen specifieke studievoortgangsmaatregel. Leerinhoud Doelgroep: gewoon Secundair onderwijs en BuSO OV4 Tijdens deze sessies wordt ingegaan op de verschillende componenten van het didactisch proces. Daarnaast wordt ingezoemd op basisdidactiek van rekenen en taal en dit op verschillende niveaus (GO, BuBoa, Buso) Volgende thema s komen aan bod ; 1. Doelen 2. Opbouw van een lesactiviteit 3. Klasklimaat klasmanagement 4. Sticordi-maatregelen, organisatievormen, observatie en evaluatie Sessie 5 t.e.m.8 Hoe kunnen we leerlingen helpen met diverse leerproblemen? We gaan vooral leerstijlgericht en talentgericht aan de slag. Daarbij leren we de cruciale leercompetenties herkennen en remediëren. We bekijken welke recente theorieën over leren dit proces kunnen ondersteunen. Daarnaast plaatsen we Leren Leren in een breder kader. We vertrekken van de VOET (vakoverschrijdende eindtermen) en nemen de stap naar het ontwikkelen van leerlijnen. Hoe kan een school Leren Leren integreren en organiseren? Welke taken kunnen studiebegeleiders, GON- en GOK-begeleiders hierin opnemen? Aan de hand van praktijkvoorbeelden reiken we mogelijke oplossingen aan. 9. Groepswerk: herhaling, evaluatie, reflectie Doelstellingen De student - begrijpt het nut en de nood van ontwikkelingsdoelen, leerplandoelen en eindtermen - interpreteert, selecteert en formuleert soorten doelen binnen concrete klassituaties. - verkent aspecten van een goed opgebouwde activiteit - voelt via ervaringsgerichte activiteiten de verschillende kenmerken van een les aan, en kan deze binnen andere contexten benoemen - heeft inzicht in de wezenlijke componenten van een handleiding, een activiteit - analyseert lesvoorbereidingen kritisch - bepaalt en begrijpt factoren die een klasklimaat - (h)erkent en integreert de vijf rollen van de leraar: gastheer, presentator, didacticus, pedagoog, afsluiter, (coach) - optimaliseert de effectiviteit van een leerinhoud door gepaste werkvormen/organisatievorm te kiezen. - verkent didactische strategieën die effect hebben op leerprestaties - bepaalt een didactische aanpak waardoor kennis, inzichten, vaardigheden en attitudes gerealiseerd worden. - benoemt zorgverbredende maatregelen juist vanuit de verschillende sticordi-maatregelen (stimuleren, compenseren, remediëren, dispenseren). - bespreekt de functie van heterogene/homogene klasgroepen - bekijkt differentiëren ruim - bekijkt evalueren in een breder kader van procesgericht werken. - past kenmerken van evalueren toe in concrete klassituaties. - evalueert kwaliteitsvol onderwijzen op leerkrachtniveau, taakkenmerken, leerlingniveau. - herkent de eigen leerstijl en erkent de impact ervan op de doceerstijl; - verwerft inzicht in de cruciale leercompetenties en de daarmee verbonden remediëringsstrategieën; - beseft dat begrip van de werking van het puberbrein essentieel is om jongeren bij te staan in hun leerproces; - heeft inzicht in talentgericht onderwijs; - is zich bewust van de kracht van motiverende werkvormen; - kan leerproblemen herkennen en benoemen en er een aangepaste coaching aan verbinden; - erkent het belang van de VOET en het ontwikkelen van leerlijnen; - is zich bewust van de waaier van leeractiviteiten die Leren Leren op een secundaire school omvat; - heeft inzicht in de integratie en organisatie van Leren Leren binnen een secundaire school; - verkent de mogelijke taken van studiebegeleiders, GON- en GOK-begeleiders binnen het kader van Leerzorg ; - kan de link leggen tussen de schoolidentiteit en de geboden leerzorg Werkvormen Werkvorm Spreiding Startmoment(en) Contacturen (30u) 3 periodes periode 1 Zelfstudie (95u) 3 periodes periode 1 Pagina 8 van 10 - versie: 2012.6.19

Karel de Grote-Hogeschool Katholieke hogeschool Antwerpen vzw Evaluatie Ex. kans Moment Vorm Gewicht Herhaal baar? 1 van september tot en met juni 2 augustusseptember Studiematerialen (onder voorbehoud) Toelichting opdracht 100% Ja Schriftelijke opdracht opdracht 100% NVT Schriftelijke opdracht Voorwaarde om te slagen is dat de student deelnam aan de lessen Eerste zittijd Dit opleidingsonderdeel wordt geëvalueerd door middel van een schriftelijke opdracht. Voor de verwachtingen en criteria hieromtrent verwijzen we naar de evaluatiewijzer; "Schriftelijke opdrachten". Tweede zittijd Schriftelijke opdracht opgegeven door de lesgever. Medium Studiemateriaal Auteur Uitgever ISBN Cursus Digitale leeromgeving Te verwerven competenties (zie lijst met competenties vooraan) Kerncompetenties: 1, 2, 4.2 BNB Syllabus: wordt tijdens de lessen zelf gegeven BNB Evaluatiewijzer Pagina 9 van 10 - versie: 2012.6.19

Karel de Grote-Hogeschool Katholieke hogeschool Antwerpen vzw Globaal overzicht studiematerialen (herhaling) Medium Digitale leeromge ving Studiemateriaal en auteur BNB Evaluatiewijzer Uitgever en ISBN Code opl.onderdeel DLO/12-13/VB-ZO/DIDBASIS DLO/12-13/VB-ZO/DIDSO Cursus BNB Syllabus: wordt tijdens de lessen zelf gegeven DLO/12-13/VB-ZO/DIDBASIS DLO/12-13/VB-ZO/DIDSO Pagina 10 van 10 - versie: 2012.6.19