Plan van aanpak (Hoog)begaafdheid op basisschool de Lemborgh

Vergelijkbare documenten
Beleid voorsprongleerlingen/excellente leerlingen Juni 2014

Maart Protocol (Hoog)begaafdheid. Doel van het protocol.

OBS De Hobbitstee Leerdam

Meer- of Hoogbegaafdheidsprotocol

Met ingang van het schooljaar hanteert de Vosseschans structureel beleid rond het omgaan met hoogbegaafdheid.

Protocol Meer - en Hoogbegaafdheid Nutsschool Hertogin Johanna-Poolster

- school de Ontmoeting Jenaplanschool voor basisonderwijs

Protocol hoogbegaafdheid Protocol Hoogbegaafdheid

Plan van aanpak voor kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong of (hoog)begaafde kinderen

Elk kind recht heeft op een doorgaande lijn van ontwikkeling in het onderwijs.

Plusklas PWA Beusichem

Beleid (hoog)begaafdheid. Hoe gaan we om met begaafde en hoogbegaafde kinderen op De Krommen Hoek

KINDEREN DIE MEER KUNNEN

Beleid voorsprongleerlingen/excellente leerlingen Juni 2014

Vragenlijst Excellentieregeling Basisonderwijs

Samenvatting Protocol Excellente leerlingen

Visie en beleid ten aanzien van beter presterende leerlingen

(Hoog)begaafde protocol OBS Prins Claus

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt:

Algemene inleiding. Twee voorbeelden van definities:

Den Dolder, Beleidsplan meer- en hoogbegaafde kinderen bijgesteld november 2013

Werken in het Lab Beleid verrijkingsklassen Stichting KBO Haarlem-Schoten (concept 2 oktober 2015)

Protocol leertijdverkorting

Protocol Hoogbegaafdheid

De Ploeterklas* OG ZWeM

het fundament christelijke basisschool genderen Protocol Leerlingenzorg Speciale Leergroep ~ huidige situatie ~

Protocol begaafdheid op de Curtevenne

Protocol doubleren en versnellen (def. versie 5/1/2015)

ZORGGids CBS TOERMALIJN FRANEKER

Protocol Begaafdheid

Protocol Hoogbegaafdheid

Wat doet een kind op school? Leren! Verleggen van je grenzen en fouten maken.ook voor leerlingen die makkelijk leren!

(Hoog)begaafdenwijzer Lorentzschool.

Beleidsplan Meer- en Hoogbegaafdheid

Beleid VPCO-Plusklas

Protocol Hoogbegaafdheid

Beleid Meer - en Hoogbegaafdheid NUT Periode januari 2014 t/m januari 2016

Protocol (Hoog)begaafdheid B.S. Mikado

Beleidsstuk meer- /hoog begaafdheid

Beleid hoog- en meerbegaafde leerlingen

Beleid VPCO - Plusklas

Richtlijnen voor de overgang naar de volgende groep. Doubleren of Versnellen; te nemen stappen

Protocol Doublure. Doublure protocol Basisschool De Zonnewijzer Diepenveen

Protocol (Hoog) Begaafdheid

Meerbegaafden protocol

JAARPLAN Samen werken aan de toekomst! Bekkampstraat AH Hengevelde

BASISSCHOOL ST. RADBOUD SLIMPAD LB HEILOO TEL

Leerling volgen in hun ontwikkeling vanaf groep 1

Behandeld met HB specialist in de periode september november Besproken in pedagogisch team d.d Kwaliteitszorg Notitie Nobel

Protocol: Hoogbegaafdheid: Samenvatting protocol en ouderbrief

Beleidsstuk. Beleidsstuk Meer- en hoogbegaafdheid

Protocol Plusklas. Aanleiding

Digitale checklist '(Hoog)begaafdenwijzer Basisonderwijs' Schoolgegevens

BELEIDSPLAN PLUSKLAS

VALCKESTEYN Beleid Doubleren of Versnellen

Overgangsprotocol OPO Ameland Groep 1 tot en met 4

R.K. Basisschool t Ruimteschip - Opmeer. Beleid Hoogbegaafdheid en Meerkunners

R.-K. basisschool Leuvensbroek XN Nijmegen Beleidsplan Hoogbegaafdheid

Bijlage 8: Definitie basisondersteuning meer- en hoogbegaafdheid

Protocol meerpresteerders

RT+ ZORGPLAN. obs De Pijlstaart Pijlstaartlaan GR Vinkeveen

Compacten en verrijken voor getalenteerde kinderen.

Wij geven het kind de ruimte. om hun talenten te ontwikkelen.

Beleidsplan plusklas OBS de Botter Ridderkerk

BELEIDSPLAN TOPTALENTEN OBS DE PIJLSTAART BELEIDSPLAN TOPTALENTEN. obs De Pijlstaart Pijlstaartlaan GR Vinkeveen JUNI juni 2012.

PROTOCOL (Hoog)Begaafdheid

Jaarverslag

RT+ ZORGPLAN. obs De Pijlstaart Pijlstaartlaan GR Vinkeveen

Verantwoord plus. Stichtingbeleidsnotitie Hoogbegaafden

Protocol overgang (2/3 en verder) obs De Barkentijn. Beschrijving van afspraken rondom overgang, doubleren en versnellen

Compacten bij rekenen

PROTOCOLLEN. Stappenplan t.a.v. doubleren Bij de besluitvorming over een doublure worden de volgende stappen genomen:

3 Hoogbegaafdheid op school

Kwaliteitszorg OBS De Springplank Januari 2014

Jaarplan Jaar Datum 15 juni 2016

Inhoud. Veenendaal, Onderwerp: verantwoording van ons onderwijs. Beste ouder(s)/verzorger(s),

Protocol begaafdheid op de Curtevenne

AMBITIEKAART PASSEND ONDERWIJS

Talentbeleid vastgesteld

Groep 1 t/m 8 Prins Mauritsschool Delft

Kwadraatonderwijs. Kwadraat, passend onderwijs voor begaafde leerlingen

Protocol begaafdheid

Het jonge kind uitgedaagd!

Talmaschool afdeling Athena

3/12/2012. Hoogbegaafdheid is een zegen, toch geen probleem? EXTREEM SUCCESVOL

Protocol schoolverlenging en schoolversnelling

Hoofdstuk 2 Begripsformulering doorstroming, doublure en versnelling Hoofdstuk 5 Doorstroming in de kleuterbouw 6

Toezeggingen. en Pork) en de gemeente Vlagtwedde/O2SV (De Clockeslach, De Klimop, De Vlinder, Op d Esch, Plaggenborg en Willem Lodewijck).

Samenwerking. Betrokkenheid

Protocol Doubleren 1

Stimuleren van excellentie in het basisonderwijs: Tussenrapportage 2011 inclusief 2e meting. Stichting Jong Leren Aanvraagnummer: 36

Beleidsplan Meer- en hoogbegaafdheid. Nutsschool Laan van Poot

Hoogbegaafd in de klas. Het meisje met de vleugels. Inhoud werkwinkel. Cognitieve luik. 1. het cognitieve aspect. 2.

Zijnsluik en het handelen van de leraar

In dit document gaan we nader in op het schoolspecifieke beleid rondom meer- en hoogbegaafdheid. Allereerst bepalen we wat wij hieronder verstaan:

Doel De leerkrachten ontwikkelen een visie op het gebied van begeleiding van meer- en hoogbegaafde leerlingen op de school.

RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE BASISSCHOOL BISSCHOP ERNST

DE PLUSBUS. Informatiebrochure voor ouders

Een kijkje in de groepen.

Transcriptie:

Plan van aanpak (Hoog)begaafdheid op basisschool de Lemborgh full speed werken leren leren afstemmen onderwijsaanbod Uitdagen van begaafde en hoogbegaafde leerlingen op onze school. hoge opbrengst Inleiding: Vanuit de resultaten van het leerlingvolgsysteem blijkt dat de kinderen met een speciale onderwijsbehoefte aan de onderkant goed worden bediend. Aan de andere kant hebben wij een groep kinderen op school die zich nog beter zouden kunnen ontwikkelen. Om deze kinderen beter te kunnen bedienen is het belangrijk dat de aandacht meer komt te liggen op àlle leerlingen. passend binnen de groepsdynamiek opbrengst gericht werken afgestemd onderwijsaanbod De groepsdynamiek. Eén van de groepen die meer aandacht nodig blijkt te hebben is de groep meer en hoogbegaafde leerlingen. Met name in de differentiatie in het onderwijsaanbod aan de bovenkant is volgens ons winst te behalen. De opbrengst van de leerresultaten kan beter denken wij. Vandaar dat we met dit zorgplan willen inzetten op de verrijking die past binnen ons onderwijsconcept. Rechtvaardigheid, gelijkheid en full speed kunnen werken zijn voor ons belangrijke waarden die voor alle kinderen gelden en die mede sturing hebben gegeven aan de opzet van dit zorgplan. Door gebruik te maken van de groepsdynamiek ontstaat er een passend aanbod voor alle kinderen waardoor de opbrengsten omhoog gaan.

1.Visie en missie: Visie is een ideaalbeeld van de toekomst waarop het leren binnen de school is gericht; zowel het leren van de kinderen als ook het leren van de mensen die binnen de school werken. We zien onze visie als het fundament onder onze school. Ze geeft vorm en richting aan de toekomst van de organisatie en ze helpt ons om deze toekomst waar te maken. De visie zorgt ervoor, dat we streven naar gezamenlijke doelen en dat de betrokkenheid van allen daartoe aanwezig is. De haalbaarheid van dit ideaalbeeld is niet van belang, dat geldt wel voor de doelen, die we uit deze visie afleiden. De visie vormt voortdurend het uitgangspunt voor het maken van beleidskeuzes en geeft de kaders aan, waarbinnen initiatief van leerkrachten mogelijk is. We vinden het belangrijk om samen de visie uit te dragen. Iedereen dient bereid te zijn om met volharding samen te werken om dit te realiseren. Elk lid van de organisatie is verantwoordelijk voor de verwezenlijking van het gezamenlijke doel. Het schept een band het geeft een grote kracht. Ontwikkelagenda (afgestemd op hoogbegaafdheid) - Leerlingenraad - Ouderpanel - OR - MR/GMR - Voortzetting zorgadviesteam - Exterene organisaties Gewaardeerd partner Krachtige passende leeromgeving Collectieve ambitie (missie + visie) - Afstemmen onderwijsaanbod op drie niveaus binnen de dag- en weektaken in het kader van ontwikkeling groepsdynamisch onderwijs - Coöperatief leren verder invoeren - Ontwikkelen van de benodigde competenties van leerkrachten - Ontwikkeling afstemming onderwijsaanbod op 3 niveaus - Communicatievaardigheden m.b.t. kindcoaching - Coaching van leerkrachten - Bouwoverleggen afstemming doorgaande lijnen - Leren van elkaar en andere scholen - Persoonlijk jaarplan en wet BIO Lerend team met een professionele cultuur Zorg voor alle kinderen - 3 niveaus van zorg op de groepskaart vastleggen - kindcoaching ontwikkelen - leren studeren; leren leren - compacten en verrijken m.b.t. rekenen verder ontwikkelen - aanbod materialen verbreden en per leerjaar borgen - signaleringsinstrument is noodzakelijk -Voortzetting effectieve conflicthantering en sociaal emotionele kring

2.Intelligentie: Wij vinden het belangrijk dat ieder kind leert zich in te zetten om tot resultaten te komen. Sommige kinderen hebben daarbij een steuntje nodig en andere kinderen hebben juist een extra uitdaging nodig. Voor ieder kind kan het resultaat verschillend zijn, maar het proces er naar toe is belangrijk. Kinderen moeten leren zich ergens voor in te spannen, om te gaan met tegenslag en het resultaat kunnen vieren. Kinderen die meer en hoogbegaafd zijn maken dit proces vaak niet door. Zij moeten dus op een andere manier uitgedaagd worden, zodat ook zij leren leren. Wij willen onderpresteerders zo vroeg mogelijk op het spoor komen en alle meer en hoogbegaafde kinderen uitdagen hun talenten zo optimaal mogelijk in te zetten en te ontwikkelen. Daarom is het noodzakelijk dat we deze kinderen betere leren begrijpen. Hoe zitten zij in elkaar? Met andere woorden op welke kindkenmerken zijn van toepassing voor hoogbegaafde kinderen. Hieronder zijn deze kindkenmerken schematisch weergegeven. Het schema is afkomstig van prof. dr. Tessa Kieboom verbonden aan CBO (Centrum voor Begaafdheidsonderzoek) te Antwerpen. Hoogbegaafdheid Cognitief luik Hoe gaan we iets aanpakken? "denken" Zijnsluik "voelen" Hoe zitten we als persoon in elkaar? Intellectuele capaciteiten Perfectionisme < > faalangst De lat bewust hoog leggen, leren leren Motivatie Taakgerichtheid, Doorzettingsvermogen Rechtvaardigheidsgevoel Hypergevoeligheid Creatieve oplossingen, verbanden leggen Kritisch ingesteld

Hoogbegaafdheid in het licht van de wetenschap: Het gemiddelde intelligentiequotiënt (IQ) ligt tussen de 90 en 110. Een IQ tussen de 111 en 120 is een bovengemiddelde score, een IQ tussen de 121 en 130 is een score op begaafd niveau en een IQ boven de 130 is een score op hoogbegaafdheidniveau. Vanwege de sprongsgewijze ontwikkeling bij kleuters wordt bij hen gesproken van een ontwikkelingsvoorsprong. Na enige jaren zal blijken of deze voorsprong blijvend is en gaat wijzen op hoogbegaafdheid. Kinderen met een hoog IQ zijn pienter, maar niet altijd hoogbegaafd. Pientere kinderen kunnen goed leerstof van buiten leren, kennen de antwoorden en begrijpen de bedoeling of de betekenis van zaken. Het zijn harde werkers die bovengemiddeld presteren op school. Hoogbegaafden proberen uit de context gegevens af te leiden, hebben altijd vragen en onderzoeken de toepassingen. Zij creëren nieuwe ontwerpen en genieten van leren. Zij kunnen bovengemiddeld, maar ook benedengemiddeld presteren. In dat laatste geval spreken we van onderpresteren. Een leerling kan op school onderpresteren, maar thuis of op clubs topprestaties leveren. De oorzaak van dit gedrag is moeilijk aan te wijzen, maar kan liggen in de aard van het vak, de relatie met de leerkracht of de groep. De definitie van onderpresteren is volgens Alja de Bruin-de Boer: Onderpresteren is minder presteren dan op grond van de intelligentie verwacht mag worden zonder dar de leerling gehinderd wordt door een (versluierde) leer- of persoonlijkheidsstoornis. Op school proberen wij alert te zijn op onderpresteerders. Intelligentie betekent volgens Howard Gardner de bekwaamheid om te leren en problemen op te lossen. Hij ontwikkelde de theorie van de meervoudige intelligentie. De verschillende soorten intelligentie die hij onderscheidt zijn: verbaal/linguïstische intelligentie (woordknap) logisch/mathematische intelligentie (rekenknap) visueel/ruimtelijke intelligentie (beeldknap) muzikaal/ritmische intelligentie (muziekknap) lichamelijke/kinesthetische intelligentie (beweegknap) interpersoonlijke intelligentie (mensknap) intrapersoonlijke intelligentie (zelfknap) natuurgerichte intelligentie (natuurknap) 3. Procedure bij aanmelding op de onze school: Als een kind wordt aangemeld op school volgt een intakegesprek met de directie. Naast algemene vragen zijn er ook vragen die een relatie hebben met eventuele speciale onderwijsbehoefte waaronder een ontwikkelingsvoorsprong/ (hoog)begaafdheid. Er volgt vanuit het intakegesprek een overdracht naar de groepsleerkracht. Vervolgens hoort een kennismakingsgesprek met de leerkracht tot de mogelijkheden. 3.1 Starten in de groep. In de groepssituatie wordt de eerste 6 weken geobserveerd. Na de observatieperiode zal de groepsleerkracht zijn/ haar bevindingen delen met de ouders.

3.2 Het vormgeven van de signalering op onze school. De signalering kan plaatsvinden door: 1. Binnen het intakegesprek 2. Op aangeven van de ouders 3. Observaties van de leerkracht 4. Vanuit het LOVS (Leerlingvolgsysteem) door de intern begeleider 1. Binnen het intakegesprek. Mochten er kenmerken van een ontwikkelingsvoorsprong dan wel hoogbegaafdheid naar voren komen, wordt aan de ouders gevraagd om een signaleringslijst in te vullen. 2. Op aangeven van de ouders: De ouders vragen zelf een gesprek aan met de leerkracht waarin zij hun zorg kenbaar maken. 3. De groepsleerkracht De informatie zal gehaald worden uit het dagelijks werk van de leerling en hoge toetsscores in combinatie met motivatie, werkhouding en het algeheel welbevinden van de leerling. 4. De Intern Begeleider De Intern Begeleider merkt een leerling op vanuit de jaarlijkse groepsgesprekken en/of opvallende hoge CITO scores. De Intern Begeleider bespreekt deze leerling dan met de leerkracht. Vervolgens worden er gesprekjes gevoerd met het kind m.b.t. zijn/ haar hulpvraag. Dit m.b.v. het kindcoachingsmodel. En tevens vinden er oudergesprekken plaats om samen het plan van aanpak verder uit te werken. Procedure voor diagnostiek Mochten ouders dan wel school vragen hebben m.b.t. de ontwikkeling van het kind dan kan er in deze fase overgegaan worden tot een diagnostisch gesprek waarbinnen het Digitaal Handelingsprotocol Hoogbegaafden (DHH) een plek krijg als eerste signalering. Blijkt uit deze signalering dat het aanvragen van een extern persoonlijkheidsonderzoek van belang is, wordt dit besproken met ouders en in gang gezet. Psycho-diagnostisch onderzoek Dit onderzoek is nodig als ouders en school van mening zijn dat onderzoek helpend is in voortgang van de ontwikkeling van het kind. De aanbevelingen die voortkomen uit het onderzoek worden meegenomen in een verdere afstemming t.a.v. de onderwijsbehoefte van het kind.

3.3. Afstemming onderwijsaanbod binnen onze school Om afstemming binnen ons onderwijsaanbod te realiseren is het van belang dat onderstaande driehoek in balans is. De drie items; relatie, instructie en klassenmanagement worden gevuld vanuit het Groepsdynamisch onderwijsconcept. Het concept is richting gevend om zo de onderwijskwaliteit in positieve zin verder te ontwikkelen. Een doorgaande lijn in het handelen van leerkrachten is hierbij het uitgangspunt. relatie instructie klassenmanagement Bovenstaande driehoek dient in balans te zijn binnen de groep en ook t.o.v. de leerling. Deze wisselwerking; interactie tussen de leerkracht, groep en leerling is van groot belang. Het is het fundament om van hieruit verder invulling te geven aan de specifieke onderwijsbehoefte van het meer- hoogbegaafde kind. Relatie Binnen de relatie is respect en communicatie een essentieel onderdeel. Wij willen inzetten op kindcoaching waardoor we samen met het kind een plan van aanpak op stellen. Het kind wordt gevraagd om mee te denken en te zoeken naar passende oplossingen. We gaan hierbij uit van de NLP- coachtechnieken en coachskills voor kinderen o.a. "de Denkdeurtjes". Tevens willen we de relatie onderhouden. Hierbij is het belangrijk om te kijken of de relatie goed blijft. Feedback middels de groepsthermometer, de groepsgesprekken vanuit de sociokring, het sociobord, de OK-thermometer en de individuele coachgesprekjes worden als terugkerende instrumenten ingezet. Doel hierbij is de relatie tussen de groep en het kind maar ook de relatie tussen de leerkracht en het kind te versterken. Instructie De groep staat in ons onderwijsconcept voorop. Dit wil zeggen dat we uitgaan van rechtvaardigheid en gelijkwaardigheid voor alle kinderen. Vanuit dit denkkader vullen wij ons onderwijs. Dit betekent dat we op drie niveaus werken waarbinnen de kinderen zelf de keuze maken op welk niveau zij de stof gaan verwerken. De groepsnorm is hierbij sturend waarna compacten en verrijken van leerstof is weggezet binnen het onderwijs. De instructie vindt plaats op 3 niveaus waarbinnen directieve instructie ervoor zorgt dat alle kinderen doelen behalen. Vervolgens gaat het meer- of hoogbegaafde kind zelfstandig aan de slag en hoeft het niet deel te nemen aan de verlengde instructie. Wel is er de mogelijkheid dat het kind kan deelnemen aan de uitnodigende instructie. Deze mogelijkheid wordt aan alle kinderen van de groep geboden om op deze manier af te stemmen op zijn/ haar vraag. Klassenmanagement. Binnen onze school vinden wij doorgaande lijnen van groep 1 t/m 8 van belang. Wij kiezen hierbij voor goed degelijk onderwijs. Dit heeft tot gevolg dat de vorm waarin het onderwijs wordt

gegeven vast staat. Elk teamlid handelt op dezelfde wijze. Hierbij denken wij aan de uitvoering van de effectieve conflicthantering. Vervolgens zijn binnen het didactisch handelen; instructie en verwerking op verschillende niveaus structuren aangebracht om dit uit te voeren. Dit noemen wij het werken met weektaken op drie niveaus voor groep 3 t/m 8. En de voorganger is het takenbord in de groepen 1 en 2. In eerste instantie kiezen wij ervoor om dit door te voeren binnen het vakgebied rekenen. In de meerjarenplanning wordt dit verder uitgewerkt. Het leerlingvolgsysteem wordt schoolbreed nadrukkelijker gebruikt bij de verdere afstemming van het onderwijsaanbod. Kinderen, die de methode gebonden toetsen altijd goed maken, A scoren of een goede B op de Cito-toetsen voor begrijpend lezen, rekenen/wiskunde en technisch lezen en weinig instructie nodig hebben, komen binnen de groepsbesprekingen aanbod. Er wordt op gelet of zij de juiste leerstof kiezen dat passend is bij hun leervermogen. Gezien het afstemmen van het leeraanbod op 3 niveaus wordt er gekeken op welke wijze zij hiermee om gaan. Hebben zij het vermogen om op creatieve wijze met vragen en antwoorden om te gaan? 4.Leerstofaanbod: In een groep zitten kinderen met verschillende capaciteiten. Een deel van de kinderen krijgt de basisstof aangeboden, deze voldoet aan de kerndoelen. Er zijn ook kinderen die meer leerstof aangeboden kunnen krijgen, we spreken dan van verbreden en verdiepen. Binnen ons onderwijsconcept werken wij met 3 niveaus van instructie en verwerking. We richten ons in eerste instantie op het vakgebied rekenen. De lesopzet ziet er als volgt uit: Eerste gedeelte van de rekenles Moet taken Compacten van basisstof/ verrijking Tweede gedeelte Mag/ container Verdieping binnen het vakgebied Als we aan het rekenen zijn, zit hier de verdieping. Bij de groep blijven is van belang! Hier komt het rechtvaardigheids- en gelijkheidsprincipe in tot uiting. Belangrijk is om te controleren of deze kinderen ook de groepsdoelen vasthouden en bereiken. Het kan soms zijn dat we hierin moeten volharden om automatisering te kunnen bereiken. Herhaling van stof kan derhalve noodzakelijk zijn. Belangrijk is de afstemming met het kind, de ouder en school. Doorzetten is noodzakelijk om de weerstand van het kind te doorbreken. Samen afstemmen in de opdracht geeft een kind duidelijkheid en houvast. Dit kan het op verschillende manieren ervaren. Vandaar dat het afstemmen van de taken tussen school, ouders en kind van belang zijn. Hieronder de taakverdeling: 1. Door de leerkracht -> doelstellingen stellen/ norm geven. Niet af dan thuis afmaken. Dit belangrijk vinden. 2. De ouders -> thuis maken deze kinderen gebruik van uitgekookte strategieën -> saai -> heel belangrijk is dan toch om vol te houden en door te zetten! 3. Leerlingen moeten doorzetten. Ze gaan traag werken of maken extra fouten omdat ze ook graag aandacht willen.

Als school maken wij gebruik van de richtlijnen behorende bij compacten opgesteld door het SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling) Richtlijnen Begaafde en hoogbegaafde leerlingen hebben vaak veel minder uitleg, oefening en herhaling nodig dan de rekenmethode aanbiedt. Voor hen kan best het één en ander geschrapt worden. Daarom heeft SLO richtlijnen ontwikkeld voor het compacten van de reken-wiskundemethode voor begaafde en hoogbegaafde leerlingen. Op basis van deze richtlijnen zijn de compactingprogramma's geschreven. Hieronder staan de richtlijnen opgesomd. Wat wel aanbieden? Belangrijke stappen in het leerproces Overgang naar formele notaties Reflectieve activiteiten Belangrijke strategieën en werkwijzen Constructieve/ontdekactiviteiten Verrijkingsstof die wezenlijk moeilijker is Activiteiten op tempo Introductie van een nieuw thema Wat schrappen? 50% tot 75% van de oefenstof 75% tot 100% van herhaling Verrijkingsstof die meer van hetzelfde biedt 5. Versnellen: De zorg voor meer- hoogbegaafde kinderen dient in zijn totaliteit vorm te hebben gekregen. Dit wil zeggen dat er sprake is geweest van verdieping, compacten, differentiatie binnen de groep, communicatie met het kind, de ouders, leerkrachten en het zorgteam. Het digitaal handelingsprotocol is daarbij een hulpmiddel; o.a. de versnellingswenselijkheidslijst. Verder bestaat de mogelijkheid wanneer het kind vastloopt en de ontwikkeling om wat voor reden niet vlot getrokken wordt een externe deskundige in te schakelen. De totale ontwikkeling; sociaal-emotionele ontwikkeling en didactische ontwikkeling van het kind is hierbij het uitgangspunt. Alle facetten van zorg dienen belicht geweest te zijn alvorens wij in onderling overleg met alle geledingen overgaan tot versnellen. Het advies van de school wordt besproken met alle betrokkenen. 6. Plusgroep: Op schoolniveau gaan wij ons oriënteren of het opstarten van een plusgroep binnen school tot de mogelijkheden gaat behoren. Deze Plusgroep heeft in eerste instantie als doel nog beter af te stemmen op de behoefte van het hoogbegaafde kind. Voor hoogbegaafde kinderen is het prettig wanneer ze samen met gelijkgestemden mogen samen werken. Het aanbod van de plusgroep zal gericht zijn op leren, leren, taakaanpak, plannen, communiceren met elkaar, doorzettingsvermogen en het herkennen en erkennen van

hoogbegaafdheid. Dit alles gestoken in een uitdagend jasje. We richten dit zowel op sociaalemotionele ontwikkelen als de didactische ontwikkeling. 7. Borging: Borging binnen onze totale school is haalbaar indien er doorgaande lijnen ontstaan binnen onze school. Met doorgaande lijnen doelen we op afstemming op gebied van een veilige school, een goede leerschool en een deskundig team. De veilige school: Ieder kind telt, er is een prettige omgang, het groepsklimaat is bespreekbaar, er vinden indien nodig individuele kind-coachingsgesprekken plaats en het kind wordt elke morgen verwelkomt.. Goede leerschool: In alle groepen van onze school zien we plannend onderwijs; differentiatie op 3 niveaus binnen instructie en verwerking zodat de kinderen met grote betrokkenheid en een hoge motivatie taakgericht werken. Binnen dit proces zien we zelfsturing op maat.. Deskundig team: De directie draagt zorg voor goede leerkrachten. Goede leerkrachten hebben kennis en vaardigheden in huis m.b.t. kinderen met meer- en hoogbegaafdheid. Tevens wordt er zorg gedragen voor een goede professionele communicatie met kind en ouders. De IB-er volgt dit proces, adviseert en stuurt aan. 8.Financien: 8.1.Personeel: Vanaf 2010 heeft onze school bewust gelden vrij gemaakt voor deze doelgroep. Gelden worden uitgegeven aan personeel, aan materiaal en aan nascholing. 8.2.Materiaal: Allereerst is het noodzakelijk dat we op school inventariseren welke materialen aanwezig zijn. Het zou een idee kunnen zijn om een leerplein te ontwikkelen m.b.t. materialen voor deze doelgroep. Vanuit de inventarisatie kunnen we inschatten op welke gebieden nieuwe materialen een verrijking zouden kunnen zijn. Hierbij lettend op de doorgaande lijnen binnen onze school. Doelstelling binnen de nieuwe aanschaf is alle domeinen vullen met passend materiaal. 8.3. Scholing: Teambreed is het afstemmen van kennis en vaardigheden m.b.t. hoogbegaafde kinderen van belang. De nascholing zal derhalve binnen teamvergaderingen en studiedagen plaats vinden.