Artikelen. Zzp er/focus on Human-arrest: het belemmeringsverbod eindelijk een rustig bezit? L.J. de Vroe & K.A Görgün 1
|
|
- Erna Bos
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 L.J. de Vroe & K.A Görgün 1 Zzp er/focus on Human-arrest: het belemmeringsverbod eindelijk een rustig bezit? Met de herintroductie van het belemmeringsverbod in artikel 9 Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs ( Waadi ) in 2012, leek dit onderwerp eindelijk rustig bezit te zijn geworden. Evenwel bleken er ook na de wettelijke verankering van het belemmeringsverbod vraagpunten te resteren, mede veroorzaakt doordat artikel 9a Waadi het heeft over een arbeidsovereenkomst, terwijl de Europese Uitzendrichtlijn 2 ( Uitzendrichtlijn ) ook spreekt van een arbeidsverhouding, waarmee een ruimer bereik is beoogd. Het voorlopige sluitstuk in de jurisprudentie over dit onderwerp is het recent door de Hoge Raad gewezen zzp er/focus on Human-arrest. 3 Ko r t g e z e g d heeft de Hoge Raad in dit arrest overwogen dat ook een arbeidsverhouding met een zzp er beschermd kan zijn door het belemmeringsverbod van artikel 9a Waadi. Zowel in de conclusie van A-G De Bock alsook in het arrest van de Hoge Raad wordt bovendien uitvoerig gerefereerd aan een ander belangwekkend arrest van het Europese Hof van Justitie van eind 2016, het Ruhrlandklinik-arrest. 4 De discussie in beide arresten is terug te brengen tot één belangrijke hoofdvraag: hoe moet het begrip arbeidsverhouding in de Uitzendrichtlijn worden uitgelegd? lemmeringsverbod in de Arbeidsvoorzieningswet 1996 was derhalve niet gebaseerd op Europese wet- en regelgeving. De wettelijke verankering van het belemmeringsverbod sneuvelde toen de Arbeidsvoorzieningswet 1996 in 1998 werd opgevolgd door de Waadi, volgens de minister omdat werknemers op grond van het algemene overeenkomstenrecht voldoende beschermd zouden zijn tegen onredelijk bezwarende en aldus vernietigbare bedingen. 7 Bij wet van 27 april 2012 is het belemmeringsverbod in de wet teruggekeerd in artikel 9a Waadi. Het belemmeringsverbod in de Waadi is in lijn met de Uitzendrichtlijn beperkter dan het belemmeringsverbod waar de Arbeidsvoorzieningswet 1996 in voorzag omdat het enkel geldt voor indiensttreding bij de inlener na afloop van de terbeschikkingstelling. De uitzondering die de uitlener nog enige soelaas biedt is de redelijke vergoeding die mag worden gevraagd aan de overnemende inlener op grond van artikel 9a lid 2 Waadi. Hoe hoog een dergelijke redelijke vergoeding mag zijn wil niet sprake zijn van een verkapte (en dus indirecte) belemmering, is nog niet uitgekristalliseerd. Rechtspraak over de redelijke vergoeding is spaarzaam, maar het lijkt erop dat een hoge boete die is gesteld op overtreding van een belemmeringsbeding in ieder geval niet kan worden verdedigd als redelijke vergoeding Z z p e r/ Fo c u s on Hu m a n -a r r e s t 1. Achtergrondschets Voor een meer uitvoerige historische beschouwing over de ontstaansgeschiedenis van het belemmeringsverbod, verwijzen wij kortheidshalve naar eerdere literatuur over dit onderwerp waarin deze geschiedenis is uiteengezet. 5 Op basis van de voorloper van de Waadi, de Arbeidsvoorzieningswet 1996, was het verboden om uitzendkrachten belemmeringen in de weg te leggen om met derden een arbeidsverhouding aan te gaan. 6 Dit verbod zag dus niet enkel op indiensttreding bij de inlener na afloop van de terbeschikkingstelling, maar op indiensttreding bij iedere willekeurige derde. De Uitzendrichtlijn is in 2008 vastgesteld. Het be- 1 Mr. L.J. de Vroe en mr. K.A. Görgün zijn advocaat bij Vestius Advocaten te Amsterdam. 2 Richtlijn 2008/104/EG (PbEU 2008, L 327/9). 3 HR 14 april 2017, ECLI:NL:HR:2017:689, JAR 2017/136, m.nt. F.G. Laagland (zzp er/focus on Human B.V.). 4 HvJ EU 17 november 2016, ECLI:EU:C:2016:883, JAR 2016/306, m.nt. J.P.H Zwemmer (Betriebsrat der Ruhrlandklinik). 5 L.J. de Vroe, Het belemmeringsbeding ten grave gedragen; handvatten voor een redelijke vergoeding, ArbeidsRecht, 2013, 14 afl. 2, en M.C. van Koppen, Het concurrentiebeding en het belemmeringsverbod van art. 9a Waadi, Tap 2013/2. 6 Wet van 28 juni 1990 houdende instelling van de Arbeidsvoorzieningsorganisatie en regelen op het gebied van de arbeidsvoorziening, Stb. 1990/402. Het belemmeringsverbod uit 1990 is ongewijzigd meegegaan in de Wet van 29 september 1996 tot vaststelling van een nieuwe Arbeidsvoorzieningswet 1996, Stb. 1996/619. Met het arrest zzp er/focus on Human heeft de Hoge Raad een belangwekkende uitspraak gedaan over de richtlijnconforme interpretatie van artikel 9a Waadi. 2.1 De casus Eiser tot cassatie in het zzp er/focus on Human-arrest is een BIG-geregistreerde GGZ-verpleegkundige die tot mei 2015 in dienst is geweest bij Focus on Human ( FoH ). Deze werknemer is gedurende de arbeidsovereenkomst met FoH onder andere gedetacheerd bij een huisartsenpraktijk. In de arbeidsovereenkomst tussen de werknemer en FoH stond een concurrentiebeding waardoor het de werknemer kort gezegd niet was toegestaan om gedurende een jaar na beeindiging van de arbeidsovereenkomst binnen een straal van 50 kilometer, FoH te beconcurreren, zulks op straffe van een boete. Eind april 2015 heeft de werknemer aan de bestuurder van FoH en overige collega s per medegedeeld dat hij zijn arbeidsovereenkomst opzegt met inachtneming van de opzegtermijn. De werknemer heeft na de opzegging van zijn arbeidsovereenkomst aangekondigd dat hij als zzp er zijn werkzaamheden, bestaande uit GGZdienstverlening, wil continueren. Een week na deze aan- 7 Kamerstukken I 1997/98, 25264, 133, p. 4 (MvA). 8 Zie bijvoorbeeld Rb. Oost-Brabant 12 december 2013, ECLI:NL:RBOBR:2013:6814, r.o en
2 ZZP ER/FOCUS ON HUMAN-ARREST: HET BELEMMERINGSVERBOD EINDELIJK EEN RUSTIG BEZIT? kondiging heeft hij zijn eenmanszaak ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel. Het is FoH bekend geworden dat de inmiddels ex-werknemer bij de inlenende huisartsenpraktijk als zzp er aan de slag wil, waarna de ex-werknemer wordt gewezen op zijn concurrentiebeding. De huisartsenpraktijk laat FoH bij brief weten dat de detachering van de ex-werknemer van FoH bij de huisartsenpraktijk stopt omdat hij zijn arbeidsovereenkomst heeft opgezegd, maar dat de huisartsenpraktijk de samenwerking met de ex-werknemer, inmiddels zzp er, wenst te continueren. Omdat in de detacheringsovereenkomst tussen FoH en de huisartsenpraktijk geen belemmeringsbeding staat, ziet de huisartsenpraktijk zich niet gehinderd om een arbeidsverhouding aan te gaan met een opdrachtnemer, zijnde de voormalig werknemer van FoH Procesverloop In kort geding heeft FoH nakoming door haar voormalig werknemer van het concurrentiebeding gevorderd. De kantonrechter heeft het concurrentiebeding gedeeltelijk geschorst, onder toewijzing van de door FoH gevorderde nakoming voor het overige deel en een verbeurde boete ter hoogte van In hoger beroep blijft de uitspraak van de kortgedingrechter goeddeels in stand en blijft de voormalig werknemer veroordeeld tot nakoming van het concurrentiebeding en betaling van de verbeurde boete. Het hof oordeelt dat de zzp er geen beroep toekomt op artikel 9a Waadi, nu het belemmeringsverbod ziet op de situatie van de totstandkoming van een arbeidsovereenkomst na afloop van de terbeschikkingstelling. Nu geen sprake is van een arbeidsovereenkomst maar van een overeenkomst van opdracht na de terbeschikkingstelling, mist artikel 9a Waadi toepassing C a s s a t i e In cassatie klaagt de zzp er dat het hof artikel 9a Waadi in het licht van artikel 6 lid 2 van de Uitzendrichtlijn dient te lezen, al dan niet bij wege van richtlijnconforme interpretatie. Daar waar immers artikel 9a Waadi belemmeringen verbiedt voor de totstandkoming van een arbeidsovereenkomst, is het belemmeringsverbod in artikel 6 lid 2 van de Uitzendrichtlijn ruimer geformuleerd nu deze bepaling ziet op het sluiten van een arbeidsovereenkomst of het tot stand komen van een arbeidsverhouding. Het aangaan van de samenwerking met de huisartsenpraktijk na de terbeschikkingstelling door FoH wordt volgens de zzp er ook beheerst door het belemmeringsverbod van de Uitzendrichtlijn, nu hij zijn werkzaamheden namelijk voortzet bij de huisartsenpraktijk na afloop van de terbeschikkingstelling, maar nu als zzp er. Een arbeidsverhouding derhalve, aldus de zzp er. De conclusie van de A-G strekt tot vernietiging van het arrest van het hof. 10 In een uitgebreide conclusie behandelt de A-G een aantal openstaande vraagpunten over de uitleg en toepassing van het belemmeringsverbod van artikel 9a 9 Hof Arnhem-Leeuwarden 12 januari 2016, ECLI:NL:GHARL:2016: Parket bij de HR 3 februari 2017, ECLI:NL:PHR:2017:46 (conclusie R.H. de Bock). Waadi. Volgens de A-G sluit de wettekst van de Waadi niet precies aan bij de Uitzendrichtlijn, omdat deze laatste ook de belemmering van de totstandkoming van een arbeidsverhouding verbiedt. In de totstandkomingsgeschiedenis van de Uitzendrichtlijn zijn geen nadere aanknopingspunten te vinden voor wat onder het aangaan van een arbeidsverhouding moet worden verstaan. Uit die totstandkomingsgeschiedenis lijkt te volgen dat met name beoogd is de overstap naar vast werk niet te bemoeilijken of te belemmeren, maar dit doel is niet in de tekst van de richtlijn terug te vinden. 11 Vervolgens zoekt de A-G voor de invulling van het begrip arbeidsverhouding in de Uitzendrichtlijn steun in het Ruhrlandklinik -arrest van het Europese Hof van Justitie. 12 In glasheldere bewoordingen zet de A-G met verwijzing naar het Ruhrlandklinik -arrest uiteen waarom hij van mening is dat sprake dient te zijn van richtlijnconforme interpretatie: 13 Uit de Ruhrlandklinik-uitspraak van het HvJ EU van 17 november 2016 blijkt dat de Uitzendrichtlijn ook bescherming biedt aan degene die een arbeidsverhouding heeft met het uitzendbureau die formeel gezien niet kwalificeert als een arbeidsovereenkomst, maar daarvan niet wezenlijk verschilt. Uit de overwegingen van het Hof blijkt dat deze benadering is ingegeven door de met de richtlijn beoogde bescherming van uitzendkrachten en het beginsel van gelijke behandeling. Deze uitspraak biedt veel steun voor de gedachte dat ditzelfde dan óók geldt voor de reikwijdte van het belemmeringsverbod van art. 6 lid 2 van de richtlijn, zeker nu in de tekst van die bepaling uitdrukkelijk is toegevoegd of het tot stand komen van een arbeidsverhouding. Dat impliceert dat beoogd is ook een arbeidsverhouding die materieel gezien niet verschilt van die van een werknemer, onder het bereik van het belemmeringsverbod te brengen. Nu uit de parlementaire geschiedenis van de Waadi niet blijkt dat de Nederlandse wetgever iets anders voor ogen heeft gestaan dan de wens de Uitzendrichtlijn om te zetten in nationaal recht en ook niet is af te leiden dat de wetgever er bewust voor heeft gekozen een arbeidsverhouding die formeel geen arbeidsovereenkomst is maar daarvan niet wezenlijk verschilt, buiten het bereik van artikel 9a Waadi te brengen, bestaat er voldoende grond voor een richtlijnconforme interpretatie van artikel 9a Waadi, aldus de A-G. 14 De Hoge Raad volgt de conclusie van de A-G, vernietigt het bestreden arrest en verwijst het geding terug naar het hof om te toetsen of de arbeidsrelatie tussen de zzp er en de huisartsenpraktijk kwalificeert als arbeidsverhouding in de zin van de Uitzendrichtlijn omdat artikel 9a Waadi in overeenstemming met artikel 6 lid 2 van de Uitzendrichtlijn moet worden uitgelegd, waarbij het begrip arbeidsverhouding in overeenstemming met de jurisprudentie van het 11 Conclusie HvJ EU 17 november 2016, ECLI:EU:C:2016:883, JAR 2016/306, m.nt. J.P.H. Zwemmer (Betriebsrat der Ruhrlandklinik). 13 Conclusie Conclusie
3 ZZP ER/FOCUS ON HUMAN-ARREST: HET BELEMMERINGSVERBOD EINDELIJK EEN RUSTIG BEZIT? Hof van Justitie moet worden uitgelegd. De grondslag voor de richtlijnconforme uitleg van artikel 9a Waadi kan volgens zowel de A-G als de Hoge Raad worden gevonden in de bedoeling van de wetgever om de Uitzendrichtlijn getrouw om te zetten in nationaal recht Unierecht 3.1 Maatschappelijke ontwikkelingen In zijn conclusie bij het zzp er/focus on Human -arrest voert de A-G als aanvullend argument voor richtlijnconforme uitleg van artikel 9a Waadi nog aan dat het past in de maatschappelijke ontwikkelingen dat een zzp er, die materieel niet van een werknemer is te onderscheiden, voor wat betreft de werking van het belemmeringsverbod aanspraak kan maken op hetzelfde beschermingsniveau als de werknemer. Deze maatschappelijke ontwikkeling laat zien dat steeds meer kritiek wordt uitgeoefend op het gebrek aan juridische bescherming van (een deel van de) zzp ers. 16 D e z e beschouwing van de A-G sluit aan bij de lijn zoals die kort daarvoor ook al is ingezet door het Europese Hof van Justitie in het Ruhrlandklinik -arrest. In die uitspraak heeft het Hof van Justitie overwogen dat de werking van de Uitzendrichtlijn niet kan worden beperkt doordat de arbeidsrelatie naar nationaal recht niet kwalificeert als arbeidsovereenkomst: Gelet op het voorgaande moet het begrip werknemer in de zin van richtlijn 2008/104 aldus worden uitgelegd dat het iedere persoon omvat die arbeid verricht, dat wil zeggen die gedurende een bepaalde tijd voor een andere persoon en onder diens leiding prestaties levert en in ruil daarvoor een beloning ontvangt, en die op grond daarvan in de desbetreffende lidstaat is beschermd, zulks ongeacht de juridische kwalificatie van zijn arbeidsverhouding naar nationaal recht, de aard van de rechtsbetrekking tussen deze personen en de vorm van deze verhouding. Het staat aan de verwijzende rechter om na te gaan of deze voorwaarden in casu zijn vervuld en of K. dus moet worden aangemerkt als werknemer in de zin van deze richtlijn. 17 Duidelijk is dat met het begrip arbeidsverhouding door het Europese Hof van Justitie het werknemersbegrip wordt opgerekt, hetgeen op gespannen voet kan staan met de nationale werknemersbegrippen binnen de lidstaten. De zzp er in Nederland ( zzp er/focus on Human -arrest), de zwangere directrice zonder arbeidsovereenkomst in Duitsland ( Ruhrlandklinik -arrest) en het lid van een directiecomité van een kapitaalvennootschap in Letland ( Danosa -arrest) 18 z ijn voorbeelden van arbeidskrachten die wel een beroep konden doen op het Europeesrechtelijke, maar niet op het nationale werknemersbegrip. Arbeidsverhouding en werk- nemer zijn begrippen die niet alleen worden gebezigd in Richtlijn 2008/104/EG ( Uitzendrichtlijn ) maar bijvoorbeeld ook in Richtlijn 2001/23/EG (inzake overgang van ondernemingen) en Richtlijn 2008/94/EG (inzake bescherming werknemers bij insolventie van de werkgever). Het voert in het bestek van deze bijdrage te ver om hier verder op in te gaan, maar het valt naar onze mening gemakkelijk vol te houden dat met het Ruhrlandklinik -arrest de deur naar bescherming op allerlei onderdelen voor werkenden zonder arbeidsovereenkomst, minstens op een ruime kier is gezet C o n t r a l e g e m? De gerechten van lidstaten dienen nationale wetgeving zoveel mogelijk richtlijnconform te interpreteren, nadat de implementatietermijn van de richtlijn in het nationale recht is verstreken. Een dergelijke interpretatie kan echter niet met terugwerkende kracht de nationale wetgeving doorkruisen. 19 Een richtlijnconforme interpretatie die indruist tegen de tekst van de nationale wetgeving is namelijk in strijd met het rechtszekerheidsbeginsel. In haar noot bij het zzp er/focus on Human -arrest merkt Laagland op dat de Hoge Raad het begrip arbeidsverhouding gemakshalve heeft toegevoegd aan de wetstekst, nu uit de parlementaire geschiedenis van de Waadi niet blijkt dat de wetgever van de Uitzendrichtlijn heeft willen afwijken. 20 Zij wijst er op dat de Hoge Raad deze formule reeds eerder toepaste in het Albron/Roest -arrest waarin de Hoge Raad invulling heeft gegeven aan de nationale wettekst, door ook de niet-contractuele werkgever te rekenen tot het werkgeversbegrip. Deze ruimte kon volgens de Hoge Raad worden gevonden in de bedoeling van de wetgever. 21 Houweling stelt in zijn noot bij het zzp er/focus on Human- arrest dat in het geval een arbeidskracht een beroep kan doen op het Unierechtelijke werknemersbegrip zoals hiervoor beschreven, al gauw de conclusie kan worden getrokken dat de arbeidskracht ook naar Nederlands recht een arbeidsovereenkomst heeft omdat aan de eisen van artikel 7:610 BW zou zijn voldaan. 22 Ook de A-G overweegt in zijn conclusie dat indien de arbeidskracht voldoet aan het Unierechtelijke werknemersbegrip, sprake is van een arbeidsverhouding die materieel gelijk is te stellen met een werknemersrelatie. Hoewel een dergelijke stelling in de onderhavige kwestie waarschijnlijk wel opgaat omdat de zzp er zoals de A-G terecht stelt heeft aangegeven dezelfde werkzaamheden te willen voortzetten (cursivering A-G) bij de huisartsenpraktijk, zal een dergelijke stelling in zijn algemeenheid niet opgaan. Het gaat dan voornamelijk om de invulling van het begrip gezagsrelatie dat op zowel nationaal als Europees niveau een constitutief vereiste is voor een succesvol beroep op werknemersbescherming. De uitleg van het gezagsbegrip is echter niet steeds gelijk. In het Danosa -arrest was de gezagsrelatie juist het cruciale twistpunt, nu het ging om een 15 HR 14 april 2017, ECLI:NL:HR:2017:689, (zzp er/focus on Human B.V.), r.o en 3.3.7, zie ook 5.4. en 5.5 van de conclusie van A-G De Bock. 16 Conclusie HvJ EU 17 november 2016, ECLI:EU:C:2016:883, (Betriebsrad der Ruhrlandklinik), r.o HvJ EU 11 november 2010, C-232/09, ECLI:EU:C:2010:674, (Danosa). 19 HvJ EU 4 juli 2006, ECLI:EU:C:2006:443 (Adeneler), r.o Noot bij het zzp er/focus on Human-arrest, JAR 2017/ HR 5 april 2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ1780, r.o A.R. Houweling, Richtlijnconforme interpretatie van het belemmeringsverbod van artikel 9a Waadi: alle vragen beantwoord?, AR-Updates
4 ZZP ER/FOCUS ON HUMAN-ARREST: HET BELEMMERINGSVERBOD EINDELIJK EEN RUSTIG BEZIT? directrice van een vennootschap. Juist in vergelijkbare situaties naar Nederlands recht, waar het bijvoorbeeld gaat om statutair bestuurders die vanwege de inrichting van de vennootschap verantwoording moeten afleggen aan een raad van commissarissen maar voor het overige geen enkel gezag van de onderneming kennen (de management-bv constructie), zal veelal wel sprake zijn van een gezagsrelatie als toegestaan in artikel 7:402 BW, maar niet als de gezagsrelatie die is vereist voor een arbeidsovereenkomst als bedoeld in artikel 7:610 BW. Bovendien is een dergelijke feitelijke toets alleen achteraf mogelijk, wat de rechtszekerheid niet zal bevorderen. De redenering van Houweling volgend had de Hoge Raad in dat geval ook ervoor kunnen kiezen om het begrip arbeidsovereenkomst zo uit te leggen dat de arbeidsrelatie met een zzp er daar ook onder zou vallen, juist omdat de toets van artikel 7:610 BW tot hetzelfde resultaat zou leiden. De Hoge Raad heeft echter, in navolging van de A-G, overwogen dat juist artikel 9a Waadi zo moet worden uitgelegd dat ook de arbeidsverhouding van artikel 6 lid 2 van de Uitzendrichtlijn daarin zou moeten worden gelezen, vanwege de bedoeling van de wetgever. Dat is geen ruime uitleg maar een toevoeging Positie uitlener Volgens de A-G pleit voor de richtlijnconforme uitleg nog dat de positie van de uitlener niet verslechtert, omdat ook de uitlener van de arbeidskracht met een arbeidsverhouding een redelijke vergoeding kan bedingen. 23 Daarbij gaat hij eraan voorbij dat rechters in twee instanties een dergelijke oprekking van de Waadi niet hebben aangedurfd en pas bijna 10 jaar na invoering van de Uitzendrichtlijn een dergelijke zaak voor de Hoge Raad is gebracht. Zeker als het gaat om ondernemingen die te maken hebben met de dubbele werking van het arbeidsverhoudingsbegrip, zoals detacheringsbureaus die zzp ers bemiddelen zoals Houweling terecht stelt, zullen vermoedelijk geen rekening hebben gehouden met de mogelijkheid dat deze jurisprudentiële ontwikkeling zich zou voordoen. 4. Unierechtelijk werknemersbegrip Het Europese werknemersbegrip is niet eenduidig, zeker omdat in veel Europese wet- en regelgeving ruimte wordt overgelaten aan juridische kwalificaties naar nationaal recht. 24 Dit lijkt anders te liggen voor Europese wet- en regelgeving waarin expliciet ook de arbeidsverhouding is inbegrepen. Eerder in deze bijdrage is al gesignaleerd dat het begrip arbeidsverhouding op meerdere plaatsen in Europese wet- en regelgeving terugkomt. Bij de uitleg van het begrip arbeidsverhouding in Europese richtlijnen, wordt volgens vaste jurisprudentie van het Hof van Justitie steeds hetzelfde hoofdkenmerk als maatstaf aangehouden: dat iemand gedurende een bepaalde tijd voor een ander en on- 23 Conclusie In artikel 2 Richtlijn 2001/23/EG inzake overgang van ondernemingen is bijvoorbeeld bepaald iedere persoon die in de lidstaat in kwestie krachtens de nationale arbeidswetgeving bescherming geniet als werknemer als werknemer onder Richtlijn kwalificeert. der diens gezag prestaties levert en als tegenprestatie een vergoeding ontvangt. 25 Ook mag het rechtskarakter naar nationaal recht geen gevolgen hebben voor de hoedanigheid van de werknemer in de zin van het Unierecht, aldus het Hof van Justitie. 26 De invulling van het begrip arbeidsverhouding door het Hof van Justitie corrigeert daarmee als het ware de wetgeving van de lidstaten, daar waar de nationale arbeidsovereenkomst een ontoereikend beschermingsniveau biedt aan arbeidskrachten die wel kwalificeren onder het Unierechtelijke arbeidsverhoudingenbegrip. Zowel de A-G als de Hoge Raad ontlenen argumenten aan het Ruhrlandklinik -arrest, terwijl het in die zaak ging om uitleg van artikel 1, leden 1 en 2 van de Uitzendrichtlijn en niet over het belemmeringsverbod van artikel 6 Uitzendrichtlijn. Zij lijken daarmee in navolging van het Hof van Justitie om te komen tot een uniform arbeidsverhoudingenbegrip voorbij te gaan aan het oorspronkelijke doel van de Waadi : compensatie voor de uitzendwerknemer die op enkele arbeidsrechtelijke facetten aan bescherming inboet. In de conclusie van de A-G kan wellicht de verklaring voor deze ontwikkeling in de jurisprudentie worden gevonden, waar hij verwijst naar de maatschappelijke tendensen en de toenemende groei van zzp ers al dan niet tegen wil en dank in Nederland. 27 Ook Van Slooten signaleert dat zzp ers een reeds bestaande maar ook uitbreidende bescherming genieten. 28 Een recent voorbeeld in het verlengde van deze maatschappelijke ontwikkeling is het oordeel van het Gerechtshof Den Haag, inhoudende dat van artikel 7:653 BW een zekere reflexwerking uitgaat als het gaat om het aangaan van een concurrentiebeding met een zzp er die grote gelijkenissen vertoont met een werknemer. 29 Ook is de bescherming van de zzp er inmiddels op meerdere plaatsen wettelijk verankerd, daar waar ook andere arbeidsverhoudingen dan de traditionele arbeidsovereenkomst, onder het beschermingsregime zijn gebracht Overige vragen Waadi: ook de werknemer voor onbepaalde tijd valt onder het belemmeringsverbod In literatuur en rechtspraak 31 is verschillende malen aan de orde geweest of ook de werknemer met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd met de uitlener bescherming 25 HvJ EU 17 november 2016, ECLI:EU:C:2016:883, (Betriebsrat der Ruhrlandklinik) r.o. 27 en de aldaar aangehaalde rechtspraak. 26 HvJ EU 11 november 2010, C 232/09, ECLI:EU:C:2010:674 (Danosa), r.o. 40 en HvJ EU 20 september 2007, (Kiiski), nr. C-116/06, LJN BB7073, JAR 2007/268 ; NJ 2008/50, r.o. 25 en 26 en de aldaar aangehaalde rechtspraak. 27 C o n c l u s i e J.M. Van Slooten, Tussencategorie voor zelfstandigen bestaat al in het Nederlandse arbeidsrecht, Het Financieele dagblad, 4 augustus 2017, p Hof Den Haag 6 december 2016, ECLI:NL:GHDHA:2016: Enkele voorbeelden zijn artikel 1 lid 2 sub a Arbeidsomstandighedenwet en artikel 1:1 lid 2 Arbeidstijdenwet waar wordt gesproken over een ander onder gezag arbeid doet verrichten, artikel 1 lid 2 Wet op de collectieve arbeidsovereenkomst die aanneming van werk en de overeenkomst van opdracht onder de wet schaart en artikel 1c Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen, die spreekt over een ander onder zijn gezag arbeid laat verrichten. 31 Zie hierover nader L.B. de Graaf en J.R. Vos, De reikwijdte van art. 9a Waadi, Tijdschrift Arbeidsrechtpraktijk, , nr
5 ZZP ER/FOCUS ON HUMAN-ARREST: HET BELEMMERINGSVERBOD EINDELIJK EEN RUSTIG BEZIT? kan ontlenen aan het belemmeringsverbod. De discussie wordt gevoed door de tekst van de Uitzendrichtlijn, nu er in artikel 6 lid 2 Uitzendrichtlijn geen onderscheid wordt gemaakt tussen een arbeidsovereenkomst voor bepaalde of onbepaalde tijd, maar in de totstandkomingsgeschiedenis van de Uitzendrichtlijn wel is overwogen dat het doel van de Uitzendrichtlijn mede ziet op het vergemakkelijken van de toegang tot vast werk. 32 De enige naar ons bekend gepubliceerde uitspraak waarin is geoordeeld dat een werknemer met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd met de uitlener geen beroep kan doen op het belemmeringsverbod, dateert uit Si n d s - dien zijn er drie uitspraken gepubliceerd waarin tegenovergesteld is geoordeeld doordat ook de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd uitdrukkelijk onder de reikwijdte van artikel 9a Waadi is geschaard. 34 Hoewel deze vraag niet aan de orde was in het zzp er/focus on Human -arrest, heeft de A-G in zijn conclusie al een voorschot genomen op de definitieve beantwoording van deze vraag. Volgens de A-G brengt een richtlijnconforme interpretatie mee dat artikel 9a Waadi ook van toepassing is op de werknemer met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd met de uitlener. 35 Hoewel de Hoge Raad of het Europese Hof van Justitie nog anders zouden kunnen beslissen, lijkt deze discussie met deze laatste ontwikkelingen toch wel beslecht. 32 Voorstel van de Commissie COM (2002) 149 definitief, p Rb. Rotterdam 28 mei 2014, ECLI:NL:RBROT:2014: Rb. Midden-Nederland 10 augustus 2016, ECLI:NL:RBMNE:2016:4441; Rb. Midden-Nederland 28 september 2016, ECLI:NL:RBMNE:2016:5183 en Hof Den Haag 13 september 2016, ECLI:NL:GHDHA:2016: C o n c l u s i e
Jaap van Slooten. Welke bescherming heeft een ZZP er eigenlijk wèl? 9 juni 2017
Jaap van Slooten Welke bescherming heeft een ZZP er eigenlijk wèl? 9 juni 2017 Welke bescherming heeft een ZZP er eigenlijk wèl? Inleiding Arbeidsrechtelijke bescherming Algemeen vermogensrechtelijke bescherming
Richtlijnconforme interpretatie van het Nederlands werknemersbegrip
Richtlijnconforme interpretatie van het Nederlands werknemersbegrip mr. C.L. Waterman 1 1. Inleiding Het Nederlands arbeidsrecht bestaat voor een substantieel gedeelte uit een implementatie van Europese
171. De reikwijdte van art. 9a Waadi
EUROPEES EN INTERNATIONAAL 171. De reikwijdte van art. 9a Waadi MR. L.B. DE GRAAF EN MR. DRS. J.R. VOS Het belemmeringsverbod in art. 9a van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs (Waadi)
Masterclass Arbeidsrecht: ZZP ers 21 november 2017
Masterclass Arbeidsrecht: ZZP ers 21 november 2017 Welke bescherming heeft een ZZP er eigenlijk wèl? Inleiding Arbeidsrecht Vermogensrecht Europeesrecht Conclusie 2 Inleiding Uitgangspunten: - Geen werknemer
Het concurrentiebeding en het belemmeringsverbod van art. 9a Waadi
EUROPEES EN INTERNATIONAAL Het concurrentiebeding en het belemmeringsverbod van art. 9a Waadi MR. DRS. M.C. VAN KOPPEN 1 Met ingang van 27 april 2012 is ter implementatie van Richtlijn 2008/104/EG betreffende
VAAN Onder Professoren. Prof.dr. A.R. Houweling
VAAN Onder Professoren Prof.dr. A.R. Houweling Inhoud 1. Concurrentiebeding als bijzonder beding 2. Concurrentiebeding in EU-perspectief 3. Schriftelijkheid anno Hoge Raad 2017 4. Zwaarder drukken 5. Zelfstandigen
mr. H.H. Kelderhuis advocaat bij Kelderhuis Tempel Advocaten
mr. H.H. Kelderhuis advocaat bij Kelderhuis Tempel Advocaten 34 LEERGANG ARBEIDSRECHT DE ARTIKELEN NADELIGE GEVOLGEN VAN DE WWZ VOOR OPVOLGEND WERKGEVERSCHAP BIJ DOORSTART NA FAILLISSEMENT Met de inwerkingtreding
Hoge Raad der Nederlanden
4 november 2016 Eerste Kamer 15/00920 LZ/IF Hoge Raad der Nederlanden Arrest in de zaak van: tegen STICHTING PENSIOENFONDS PERSONEELSDIENSTEN, gevestigd te Amsterdam, VOOR VERWEERSTER in cassatie, advocaat:
Analyse proceskansen. Geachte heer R
te Per e-mail Ministerie van Financiën uw ref. - inzake Analyse proceskansen 10 juli 2015 Geachte heer R 1 Inleiding 1.1 Vandaag, op 10 juli 2015, heeft de tweede aandeelhoudersvergadering van de N.V.
Verplichte deelneming directeur in pensioenfonds PGGM
Verplichte deelneming directeur in pensioenfonds PGGM Mr. Z. Kasim 1 HR 13 juli 2007, nr. C05/331, LJN BA231 Verplichte deelneming pensioenfonds, criteria arbeidsovereenkomst BW artikel 7: 610, artikel
Voordelen en risico's van payrolling
mr. J.P.M. (Joop) van Zijl advocaat Kantoor Mr. van Zijl B.V. Korvelseweg 142, 5025 JL Tilburg Postbus 1095, 5004 BB Tilburg tel. (013) 463 55 99 fax (013) 463 22 66 E-mail: mail@kantoormrvanzijl.nl Internet:
Kluwer Online Research Bedrijfsjuridische berichten Verruiming van de zorgplicht en werkgeversaansprakelijkheid
Bedrijfsjuridische berichten Verruiming van de zorgplicht en werkgeversaansprakelijkheid Auteur: Mr. T.L.C.W. Noordoven[1] Hoge Raad 23 maart 2012, JAR 2012/110 1.Inleiding Maakt het vanuit het oogpunt
Eerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2005 2006 28 167 Wijziging van titel 7.10 (arbeidsovereenkomst) van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het concurrentiebeding I VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK
Het Concurrentiebeding
meest gestelde vragen over Het Concurrentiebeding De Gier Stam & De 10 meest gestelde vragen over Het Concurrentiebeding De Gier Stam & Colofon De Gier Stam & Advocaten Lucasbolwerk 6 Postbus 815 3500
uitspraak van de week
Auteur : mr. W.A.E. Meuris Datum : 18 juli 2018 Onderwerp : Loondoorbetalingsverplichting voor werkgever indien in hoger beroep door het Hof wordt geoordeeld dat het ontslag op staande voet terecht was?
ECLI:NL:HR:2018:484. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 17/01642
ECLI:NL:HR:2018:484 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 30-03-2018 Datum publicatie 30-03-2018 Zaaknummer 17/01642 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2018:46
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:21, Gevolgd In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2016:1717, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
ECLI:NL:HR:2017:571 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 31-03-2017 Datum publicatie 31-03-2017 Zaaknummer 16/03870 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:21,
Het pensioenontslag. ECLI:NL:RBUTR:2011:BU3431; Ktr. Delft, 23 april 2009, JAR 2009/116.
1 Het pensioenontslag Inleiding Het maken van onderscheid op grond van leeftijd bij arbeid is verboden. De hierop betrekking hebbende EG-Richtlijn 1 is in Nederland geïmplementeerd door de Wet gelijke
ECLI:NL:HR:2016:2356. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 15/00920
ECLI:NL:HR:2016:2356 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 04-11-2016 Datum publicatie 04-11-2016 Zaaknummer 15/00920 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:238,
Ontslag na doorstart faillissement
Ontslag na doorstart faillissement december 2006 mr De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel noch de auteur noch kan aansprakelijk worden
Actualiteitenseminar Loonheffingen & Arbeidsrecht 2010
Actualiteitenseminar Loonheffingen & Arbeidsrecht 2010 Actualiteiten Arbeidsrecht Actualiteiten arbeidsrecht Ontwikkelingen ontslagvergoeding Overgang van onderneming (ovo) Actualiteiten 16 Ontwikkelingen
afspraken die in het Najaarsoverleg 2008 zijn gemaakt. Volstaan wordt dan ook met hiernaar te verwijzen.
Reactie op de brief van de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA) inzake het wetsvoorstel tot wijziging van Boek 7, titel 10, van het Burgerlijk Wetboek in verband met het limiteren van de hoogte van de
Payrollconstructie - en andere driehoeksrelaties - doorgeprikt?
Payrollconstructie - en andere driehoeksrelaties - doorgeprikt? Stand van zaken wetgeving en jurisprudentie 16 januari 2014 Iris Hoen Inleiding 1. Payrolling 2. Relatie tussen payrollonderneming en werknemer
2 «JAR» 1. De procedure (...; red.) 2. De beoordeling
2 «JAR» 2 Detachering. Albron niet van toepassing Kantonrechter Rechtbank Midden-Nederland zp Amersfoort 24 oktober 2018, nr. 6471865 AC EXPL 17-4295 JH/1050, ECLI:NL:RBMNE:2018:5408 (mr. Slootweg) Noot
Datum van inontvangstneming : 16/06/2015
Datum van inontvangstneming : 16/06/2015 Vertaling C-216/15-1 Datum van indiening: 12 mei 2015 Verwijzende rechter: Zaak C-216/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Bundesarbeitsgericht (Duitsland)
een bad hair day? De Billijke vergoeding:
1. Toekenningsgronden voor de billijke vergoeding 2. Begroting billijke vergoeding na invoering WWZ 3. New-Hairstyle arrest 4. Lagere rechtspraak na New-Hairstyle 5. Conclusie De Billijke vergoeding: een
ECLI:NL:PHR:2017:46 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 16/01359
ECLI:NL:PHR:2017:46 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 03-02-2017 Datum publicatie 14-04-2017 Zaaknummer 16/01359 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie
I n z a k e: T e g e n:
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN Datum : 1 juni 2018 Zaaknr. : 18/01151 VERWEERSCHRIFT MET VOORWAARDELIJK INCIDENTEEL CASSATIEBEROEP I n z a k e: 1 Stichting SDB Gevestigd te Stichtse Vecht 2 Stichting Euribar
JAR 2012/33 27-12-2011, 200.065.076/01, LJN BU9564
Informatie 2012 afl. 2 Gerechtshof Amsterdam 27 december 2011 200.065.076/01 LJN BU9564 mr. Kingma mr. Smit mr. Van der Kwaak Appellant te (...), appellant, advocaat: mr. W.A. van Veen te Utrecht, tegen
Vastgoed-nieuws. 21 november 2013. Huur woonruimte naar zijn aard van korte duur
Vastgoed-nieuws 21 november 2013 Huur woonruimte naar zijn aard van korte duur Essentie Verhuurders proberen vaak op creatieve manier onder dwingendrechtelijke huur(prijs)beschermingsbepalingen uit te
ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 17 november 2016 (*)
Page 1 of 9 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 17 november 2016 (*) Prejudiciële verwijzing Richtlijn 2008/104/EG Uitzendarbeid Werkingssfeer Begrip werknemer Begrip economische activiteit Zorgpersoneel
Het verstrekken van referenties na einde dienstverband; goed ex-werkgeverschap vereist?
Laura Gringhuis Advocaat Het verstrekken van referenties na einde dienstverband; goed ex-werkgeverschap vereist? Belastingrecht 28 september 2018 Het opgeven van oud-werkgevers als referent en het verstrekken
DEEL III. Het bestuursprocesrecht
DEEL III Het bestuursprocesrecht Inleiding op deel III In het voorgaande deel is het regelsysteem van art. 48 (oud) Rv besproken voor zover dit relevant was voor art. 8:69 lid 2 en 3 Awb. In dit deel
ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 *
ARREST VAN 25. 5.1993 ZAAK C-193/91 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 * In zaak C-193/91, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Bundesfinanzhof, in het
Rechtspraak.nl - Print uitspraak
ECLI:NL:HR:2014:1405 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 13-06-2014 Datum publicatie 13-06-2014 Zaaknummer 13/05858 Formele relaties Rechtsgebieden Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:289 Civiel recht Bijzondere
Verjaring in het verzekeringsrecht ACIS 2 november 2018
Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS) Verjaring in het verzekeringsrecht ACIS 2 november 2018 Prof. mr. drs. M.L. Hendrikse Verjaring (1) Art. 7:942 lid 1 BW gaat voor een vordering tegen de verzekeraar
SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG
SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG Kenmerk: 05/16 Bindend advies in de zaak van: A., wonende te Z., eiser, gemachtigde: mr. Th.F.M. Pothof tegen De Stichting B., gevestigd te IJ., verweerster, gemachtigde:
Actualiteitenseminar Loonheffingen & Arbeidsrecht 2011
Actualiteitenseminar Loonheffingen & Arbeidsrecht 2011 Actualiteiten Arbeidsrecht Inhoudsopgave Loonsanctie UWV bij onvoldoende re-integratie Wetsvoorstel aanpassing vakantiewetgeving Aanscherping Wet
HET NON-CONCURRENTIE BEDING
HET NON-CONCURRENTIE BEDING Algemeen Het non-concurrentiebeding beperkt de werknemer in zijn recht om na het einde van de arbeidsovereenkomst werkzaam te zijn op een wijze die hij zelf heeft gekozen. Daarmee
Academie voor de Rechtspraktijk Jurisprudentie WWZ. Eugenie Nunes 9 november 2015
Academie voor de Rechtspraktijk Jurisprudentie WWZ Eugenie Nunes 9 november 2015 Aanzegging Aanzegging einde / voortzetting tijdelijke arbeidsovereenkomst 6 maanden: > Kantonrechter Amsterdam 10 juni 2015
NIEUWSBRIEF. Nineyardslaw/sectie arbeidsrecht
Februari 2019 Jaargang 3, nummer 2 NIEUWSBRIEF Artikelen Werkgever verplicht tot opzegging slapend dienstverband met transitievergoeding WAB aangenomen door Tweede Kamer Vaststelling hoogte billijke vergoeding
Concurrentiebeding - werknemers
Concurrentiebeding - werknemers Wat is een concurrentiebeding? Een werkgever kan er groot belang bij hebben dat bepaalde werknemers niet bij een (directe) concurrent of als zelfstandige gaan werken. Dit
Flexibele arbeidsrelaties
Flexibele arbeidsrelaties Prof. mr. E. Verhulp (red.) Mr. R.M. Beltzer Prof. dr. K. Boonstra Mr. D. Christe Prof. mr. J. Riphagen KLUWER,Jjp Deventer - 2002 Woord vooraf v Afkortingen xv Lijst van verkort
Over ontslagvergoeding: ontbinding of opzegging?
Over ontslagvergoeding: ontbinding of opzegging? september 2009 mr J. Brouwer De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel noch de auteur noch
Hoge Raad der Nederlanden
'" 13 februari 2015 Eerste Kamer in naam des Konings 10/02162 LZ Hoge Raad der Nederlanden Arrest in de zaak van: l. LEIDSEPLEIN BEHEER B.V., gevestigd te Amsterdam, 2. Hendrikus Jacobus Marinus DE VRIES,
Ingezonden bijdrage; De kruimelvergunning en het begrip stedelijk ontwikkelingsproject: voorstel tot een praktische toetsingsmaatstaf
Actualiteiten Bouwrecht Nieuws Ingezonden bijdrage; De kruimelvergunning en het begrip stedelijk ontwikkelingsproject: voorstel tot een praktische toetsingsmaatstaf Publicatiedatum: 24-11-2016 En weer
ECLI:NL:GHDHA:2014:21
ECLI:NL:GHDHA:2014:21 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 21-01-2014 Datum publicatie 03-03-2014 Zaaknummer 200.129.144/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger
Advies Aanpassingswet normalisering rechtspositie ambtenaren
Advies Aanpassingswet normalisering rechtspositie ambtenaren Dit document bevat de alternatieve tekst van het origineel. Dit document is bedoeld voor mensen met een visuele beperking, zoals slechtzienden
ECLI:NL:RBAMS:2016:1678
ECLI:NL:RBAMS:2016:1678 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 24-03-2016 Datum publicatie 29-03-2016 Zaaknummer KK EXPL 16-200 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, Datum uitspraak: Datum publicatie:
LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, 225359 Datum uitspraak: 15-02-2012 Datum publicatie: Rechtsgebied: 17-02-2012 Handelszaak Soort procedure: Kort geding Inhoudsindicatie: In deze zaak
ECLI:NL:RBBRE:2011:5319
ECLI:NL:RBBRE:2011:5319 Instantie Rechtbank Breda Datum uitspraak 06-12-2011 Datum publicatie 22-05-2017 Zaaknummer AWB- 11_1954 Formele relaties Hoger beroep: ECLI:NL:CRVB:2013:BZ2178, Bekrachtiging/bevestiging
ECLI:NL:RBZLY:2006:AZ1779
ECLI:NL:RBZLY:2006:AZ1779 Instantie Datum uitspraak 17-10-2006 Datum publicatie 08-11-2006 Rechtbank Zwolle-Lelystad Zaaknummer 333442 VV 06-45 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
2. Cassatiemiddelen Met betrekking tot dit beroep worden de volgende middelen van cassatie voorgedragen:
'"Sr "- AANTEKENEN Hoge Raad der Nederlanden Postbus 20303 2500 EH 'S-GRAVENHAGE Datum Referentie Betreft beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem (08/00041) op het hoger beroep
Permanent gedetacheerde werknemer in concernverhouding niet meer vogelvrij bij overgang van onderneming
Sociaal beleid Permanent gedetacheerde werknemer in concernverhouding niet meer vogelvrij bij overgang van onderneming Een bespreking van het arrest Albron (zaak C-242/09) Mr. C.J.M.W. Kote* 20 Op 21 oktober
JAR 2012/284 Kantonrechter Leeuwarden, 12-10-2012, 405382\CV EXPL 12-6973, LJN BY0861
JAR 2012/284 Kantonrechter Leeuwarden, 12-10-2012, 405382\CV EXPL 12-6973, LJN BY0861 Payrolling, Geen overgang naar payrollbedrijf zonder uitdrukkelijke instemming werknemer Publicatie JAR 2012 afl.16
De grensoverschrijdende zelfstandige: een grijs gebied?
De grensoverschrijdende zelfstandige: een grijs gebied? Bij een controle door de Arbeidsinspectie worden in de boomgaard van een fruitteeltbedrijf drie Roemenen aangetroffen die daar aan het werk zijn.
Noot onder Vzr. Rb. Amsterdam 25 november 2010, B (Nestlé/Mars)
De art. 6:193a e.v. BW, art. 6:194 BW en art. 6:194a BW Paul Geerts, Rijksuniversiteit Groningen Noot onder Vzr. Rb. Amsterdam 25 november 2010, B9 9243 (Nestlé/Mars) 1. In Vzr. Rb. Amsterdam 25 november
BESLUIT. 4. Artikel 56 Mededingingswet (hierna: Mw) luidde tot 1 juli 2009, voor zover van belang, als volgt:
Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 6494_1/309; 6836_1/220 Betreft zaak: Limburgse bouwzaken 1 en 2 / de heer [A] Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. W.H.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-472 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. W.H. Luk, secretaris) Klacht ontvangen op : 26 oktober 2015 Ingediend door : Consument
De geldigheid van het concurrentiebeding
De geldigheid van het concurrentiebeding Het criterium zwaarwegend belang bij het concurrentiebeding in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd Mr. drs. G.W. Nijhoff III Nijhoff.indd 3 9-2-2015 14:18:54
Het Albron-arrest, de contractuele werkgever versus de niet-contractuele werkgever en de mogelijke gevolgen voor andere uitzendvarianten
Mr. J.P.H. Zwemmer 1 Het Albron-arrest, de contractuele werkgever versus de niet-contractuele werkgever en de mogelijke gevolgen voor andere uitzendvarianten 4 In het Albron-arrest oordeelt het Hof van
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2018:416, Gevolgd In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2017:752, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
ECLI:NL:HR:2018:1617 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 14092018 Datum publicatie 14092018 Zaaknummer 17/02712 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2018:416,
vonnis in kort geding ex artikel 254 lid 5 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
ECLI:NL:RBROT:2016:996 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 10-02-2016 Datum publicatie 10-02-2016 Zaaknummer 4645281 VV EXPL 15-591 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Kort geding
1. De arbeidsovereenkomst 1.1. Inleiding De arbeidsovereenkomst is de overeenkomst teneinde de positie van de werknemer te beschermen.
Arbeidsrecht in de praktijk Hoofdstuk 1: de arbeidsovereenkomst In dit hoofdstuk wordt de arbeidsovereenkomst besproken, en de verschillen met soortgelijke overeenkomsten, zoals de aanneming van werk en
Actualiteitenseminar Loonheffingen & Arbeidsrecht 2012. Presentatie Actualiteiten Arbeidsrecht
Actualiteitenseminar Loonheffingen & Arbeidsrecht 2012 Presentatie Actualiteiten Arbeidsrecht Onderwerpen Nieuwe vakantiewetgeving Wijzing Wet melding collectief ontslag (WMCO) Wijzigingen Wet allocatie
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (voorzitter, prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. C.A. Koopman, secretaris)
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-299 (voorzitter, prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. C.A. Koopman, secretaris) Klacht ontvangen op : 5 februari 2015 Ingesteld door : Consument
A. Het in het belastbaar inkomen 1998 begrijpen van het voordeel uit het tegen inkoopsprijs aankopen vaneen auto, groot fl 15.000.
C/& Z^o^jr Edelhoogachtbaar College, y> "2_ Op 17 februari j.l. is door mij namens C igllllllpljp te IHllIll^, hierna belanghebbende, beroep in cassatie aangetekend tegen de uitspraak van het Gerechtshof
ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 *
ARREST VAN 10. 5. 2001 ZAAK C-144/99 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 * In zaak C-144/99, Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door P. van Nuffel als gemachtigde, bijgestaan
Hypothese. Voorbeeld. 2018/0042 De hoogte van de 30%-vergoeding onder de werkkostenregeling SAMENVATTING
Kijk op NLFiscaal voor online versie 2018/0042 De hoogte van de 30%-vergoeding onder de werkkostenregeling SAMENVATTING Met enige regelmaat krijgt Sebastian Spauwen te horen dat iemand een makkelijke vraag
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Advies Aanpassingswet normalisering rechtspositie ambtenaren
De minister van Justitie en Veiligheid mr. F.B.J. Grapperhaus Postbus 20301 2500 EH Den Haag Afdeling HRM&OO bezoekadres Kneuterdijk 1 2514 EM Den Haag correspondentieadres Postbus 90613 2509 LP Den Haag
Advies 210. De uiterste termijn voor het indienen van de inschrijving is :00.
Advies 210 1. Feiten 1.1. Beklaagde heeft een meervoudig onderhandse aanbesteding gehouden. Op deze aanbestedingsprocedure is het ARW 2005 van toepassing verklaard. 1.2. Klager heeft op 16 januari 2015
Concurrentiebeding - werkgevers
Concurrentiebeding - werkgevers Waarom een concurrentiebeding opnemen? Met een concurrentiebeding wordt een werknemer beperkt in zijn bevoegdheid om na het einde van de arbeidsovereenkomst op zekere wijze
Onder Professoren. Aansprakelijkheid van bestuurders. 14 april 2015 VAAN Utrecht. prof. mr. Claartje Bulten
Onder Professoren Aansprakelijkheid van bestuurders 14 april 2015 VAAN Utrecht prof. mr. Claartje Bulten Aansprakelijkheid van bestuurders Onderwerpen Interne aansprakelijkheid Externe aansprakelijkheid
ECLI:NL:HR:2018:2305. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 18/01202
ECLI:NL:HR:2018:2305 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 14122018 Datum publicatie 14122018 Zaaknummer 18/01202 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie In cassatie op : ECLI:NL:GHARL:2017:11208,
ECLI:NL:RBAMS:2015:5812
ECLI:NL:RBAMS:2015:5812 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 23-06-2015 Datum publicatie 04-09-2015 Zaaknummer CV EXPL 14-22777 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Edelachtbaar college,
Edelachtbaar college, X% Namens cliënten, a «a ^ ^ ^ ^ ^ M l e n tel^^^^ tekenen wij beroep in cassatie aan tegen de uitspraak van Gerechtshof Amsterdam van 22 september 2011 op het beroepschrift van 10
ECLI:NL:PHR:2013:873 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04481
ECLI:NL:PHR:2013:873 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 20-09-2013 Datum publicatie 08-11-2013 Zaaknummer 12/04481 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie
Over bedrijfsgeheimen en billijke vergoedingen. Eerste bijeenkomst VAAU 4 juli 2018 Sjef de Laat
Over bedrijfsgeheimen en billijke vergoedingen Eerste bijeenkomst VAAU 4 juli 2018 Sjef de Laat Bedrijfsgeheimen W.o. 34 821: Regels ter uitvoering van Richtlijn 2016/943/EU van het Europees Parlement
De statutair bestuurder is beter af met de nieuwe WWZ
De statutair bestuurder is beter af met de nieuwe WWZ Author : gvanpoppel Voor werknemers die statutair bestuurder zijn, gelden vaak andere regels bij onder meer ontslag, dan voor 'normale' werknemers.
Fact sheet avv-loze periode ABU-cao
Fact sheet avv-loze periode ABU-cao INLEIDING De CAO voor Uitzendkrachten (hierna nader te noemen de ABU-CAO ) is op dit moment niet algemeen verbindend verklaard. Dit wordt ook wel de avv-loze periode
INHOUDSOPGAVE. Lijst van afkortingen /XI. HOOFDSTUK 1 Inleiding /1
INHOUDSOPGAVE Lijst van afkortingen /XI HOOFDSTUK 1 Inleiding /1 1.1 Inleiding / 1 1.1.1 Probleemstelling / 2 1.1.2 Plan van aanpak en verantwoording / 2 1.2 De positie van de bestuurder binnen de vennootschap
ARREST van 20 oktober 1997 in de zaak A 96/ ARRET du 20 octobre 1997 dans l affaire A 96/
BENELUX-GERECHTSHOF COUR DE JUSTICE BENELUX A 96/3/10 ARREST van 20 oktober 1997 in de zaak A 96/3 ------------------------- Inzake : COTRABEL BVBA tegen LAUTE DIRK Procestaal : Nederlands En cause : ARRET
Algemene voorwaarden detachering
Algemene voorwaarden detachering HOOFDSTUK 1: INLEIDENDE BEPALINGEN Artikel 1. Werkingssfeer algemene voorwaarden 1. De onderhavige algemene voorwaarden zijn van toepassing op alle detacheringsovereenkomsten
ECLI:NL:GHDHA:2016:3526
ECLI:NL:GHDHA:2016:3526 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 06-12-2016 Datum publicatie 15-02-2017 Zaaknummer 200.180.959/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Vereniging voor Arbeidsrecht
Vereniging voor Arbeidsrecht 7 maart 2013 Prof. dr. R.M. Beltzer 1 2 Een uitstervend ras? Te behandelen! 1. Het probleem: de krimpende markt en concurrentie 2. Iedereen een arbeidsovereenkomst? De elementen
AANBEVELINGEN ten aanzien van de schikking ter zitting in Wwz-zaken (en pro forma ontbinding) en de proceskostenveroordeling in Wwz-zaken
AANBEVELINGEN ten aanzien van de schikking ter zitting in Wwz-zaken (en pro forma ontbinding) en de proceskostenveroordeling in Wwz-zaken INLEIDING In de plenaire vergadering van het Landelijk overleg
Kan een werknemer tijdens de opzegtermijn nog een. ontbindingsverzoek indienen? Nieuwsbrief Juni 2010
Nieuwsbrief Juni 2010 Kan een werknemer tijdens de opzegtermijn nog een ontbindingsverzoek indienen? Een werkgever kan na verkregen toestemming van het UWV Werkbedrijf de arbeidsovereenkomst met de betrokken
ECLI:NL:RBGRO:2009:BL7193
ECLI:NL:RBGRO:2009:BL7193 Instantie Rechtbank Groningen Datum uitspraak 27-11-2009 Datum publicatie 11-03-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie AWB 09/270 ZW Bestuursrecht
Aanbeveling schikking en proceskosten Wwz
Aanbeveling schikking en proceskosten Wwz Aanbevelingen ten aanzien van de schikking ter zitting in Wwz-zaken (en pro forma ontbinding) en de proceskostenveroordeling in Wwz-zaken INLEIDING In de plenaire
ECLI:NL:CRVB:2001:AB2258
ECLI:NL:CRVB:2001:AB2258 Instantie Datum uitspraak 05-04-2001 Datum publicatie 02-08-2001 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 99/3213 AW Bestuursrecht
ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186
ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 06-07-2010 Datum publicatie 23-07-2010 Zaaknummer AWB 10/180, 10/181, 10/508, 10/513, 10/684 en 10/685 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken
Ontslagprocesrecht onder de WWZ. Willem Bouwens
Ontslagprocesrecht onder de WWZ Willem Bouwens Hoofdlijnen Redelijke grond ü Art. 669 lid 1: voor opzegging is redelijke grond vereist; ü Herplaatsing binnen redelijke termijn in andere passende functie,
Opinie inzake HvJ EG 21 februari 2008, zaak C-412/04 (Commissie-Italië)
Opinie inzake HvJ EG 21 februari 2008, zaak C-412/04 (Commissie-Italië) De artikelen 43 EG en 49 EG leggen overigens geen algemene verplichting tot gelijke behandeling op, maar een verbod van discriminatie
De Rechtbank te Haarlem (nr. AWB 05/6797) heeft het tegen die uitspraak ingestelde beroep ongegrond verklaard.
LJN: BO3637, Hoge Raad, 09/00760 Print uitspraak Datum uitspraak: 22-04-2011 Rechtsgebied: Belasting Soort procedure: Cassatie Inhoudsindicatie: Omzetbelasting; art. 5, lid 3, en art. 13, B, aanhef en
DRIELUIK AANPASSING BEZOLDIGINGSBELEID RAAD VAN BESTUUR ORDINA N.V.
DRIELUIK AANPASSING BEZOLDIGINGSBELEID RAAD VAN BESTUUR ORDINA N.V. Inhoudelijke wijzigingen Art.nr. HUIDIGE TEKST VOORGESTELDE TEKST TOELICHTING 6 Er dient een evenwichtige balans te bestaan tussen vaste
Datum van inontvangstneming : 25/10/2013
Datum van inontvangstneming : 25/10/2013 Vertaling C-515/13-1 Zaak C-515/13 Samenvatting van een verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering
Jurisprudentie Arbeidsrecht. Maandag 21 december 2015 Mr. K.J. Hillebrandt Palthe Oberman Advocaten
Jurisprudentie Arbeidsrecht Maandag 21 december 2015 Mr. K.J. Hillebrandt Palthe Oberman Advocaten Onderwerpen - Introductie - Jurisprudentie WWZ - Overige relevante jurisprudentie Jurisprudentie WWZ -
AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
MigratieWeb ve12000040 201102012/1/V2. Datum uitspraak: 13 december 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger
: N.V. Schadeverzekering Metaal en Technische Bedrijfstakken, gevestigd te Den Haag, verder te noemen Verzekeraar
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-323 (mr. P.A. Offers, voorzitter, drs. L.B. Lauwaars RA en prof. mr. M.L. Hendrikse, leden en mr. W.H. Luk, secretaris) Klacht ontvangen
Inlener aansprakelijk voor beloning uitzendkracht?
Auteur: Michelle Maaijen a r b e i d s r e c h t Inlener aansprakelijk voor beloning uitzendkracht? De onderneming die uitzendkrachten inleent (inlener), kan op grond van onrechtmatige daad aansprakelijk