Niet Technische Samenvatting MER Wondelgem 2440 Geel

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Niet Technische Samenvatting MER Wondelgem 2440 Geel"

Transcriptie

1 Milieutechnische eenheid Poultryfarms bvba: Uitbreiding, hernieuwing en wijziging tot een totaal van opfokpoeljen van legkippen en legkippen MER Niet Technische Samenvatting eco-scan bvba Poultryfarms bvba Industrieweg 114H Roerdompstraat 1A/1B 9032 Wondelgem 2440 Geel deskundigen KBO-nummer Peter Hermans VE-nummer (1A) Marjan Speelmans (1B) Toon Van Elst Erik Meers 4//05/2015 eco-scan bvba M14POUL1_niet technische samenvatting 1

2 Inhoud Colofon Inleiding Verantwoording project Beschrijving van het studiegebied (referentietoestand) Beschrijving van de milieu-effecten Discipline lucht Discipline bodem Discipline water Discipline geluid en trillingen Discipline fauna en flora Discipline landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie Discipline mens Samenvatting van de effecten Milderende maatregelen Discipline lucht Discipline bodem Discipline water Discipline geluid en trillingen Discipline fauna en flora Discipline landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie Discipline mens Conclusie Bijlagen eco-scan bvba M14POUL1_niet technische samenvatting 2

3 Colofon Opdrachtgever: Poultryfarms bvba Roerdompstraat 1A/1B 2440 Geel KBO: VE: (huisnr. 1A) en (huisnr. 1B) Opstellers rapport: Studiebureau eco-scan bvba Industrieweg 114H 9032 Gent (Wondelgem) M.e.r.-deskundigen Discipline lucht Nico Raes (Olfascan nv) Disciplines bodem en water Peter Hermans (DLV Belgium CVBA) Discipline oppervlaktewater Erik Meers (DLV Innovision) Discipline Geluid en trillingen Christophe Debonne (eco-scan bvba) Coördinatie en Discipline fauna en flora Marjan Speelmans (eco-scan bvba) Medewerker(s) MER Stephenie Van Giel (DLV Belgium CVBA), medewerker disciplines bodem en grondwater eco-scan bvba M14POUL1_niet technische samenvatting 3

4 1 Inleiding Dit is de niet-technische samenvatting van een milieueffectrapport, m.a.w. een beknopte samenvatting van het eigenlijke milieueffectrapport bestemd voor publiek en belanghebbenden. Een milieueffectrapport is een openbaar document waarin de milieueffecten van een planproces of project en de eventuele alternatieven voor dat planproces of project, worden onderzocht. Het milieueffectrapport beslist niet of het project een vergunning krijgt, dit wordt beslist door de vergunningverlener die hierbij rekening houdt met milieueffectrapport. De niet-technische samenvatting heeft als doel om aan publiek en belanghebbenden de relevante informatie uit het milieueffectrapport van het project of plan te communiceren en hiermee de publieke participatie in het vergunningsproces te bevorderen. Voor de uitgebreide technische informatie moet u het eigenlijke milieueffectrapport raadplegen. eco-scan bvba M14POUL1_niet technische samenvatting 4

5 2 Verantwoording project De milieutechnische eenheid (MTE) Poultryfarms bvba, gelegen aan de Roerdompstraat te Geel omvat twee inrichtingen. Enerzijds is er het legkippenbedrijf, gelegen aan de Roerdompstraat 1A. Deze locatie beschikt momenteel over een vergunning voor het houden van legkippen. Deze dieren worden gehuisvest in één stal, die uitgerust is met het ammoniakemissiearme stalsysteem P-4.3. Op deze locatie wordt er een uitbreiding aangevraagd tot legkippen. Voor deze uitbreiding wordt er geen nieuwe stal bijgebouwd, mits enige aanpassingen en het voorzien van een verdiep in de stal zullen de dieren in de reeds aanwezige stal gehuisvest kunnen worden. Er wordt ook voorzien om aansluitend aan de legkippenstal een drooginstallatie voor de bedrijfseigen pluimveemest te voorzien. Verder wordt er een uitbreiding van de opslag voor eieren, en de grondwaterwinning aangevraagd. Op de tweede locatie, gelegen aan de Roerdompstraat 1B, is er momenteel een vergunning voor het houden van opfokpoeljen van legkippen. Deze dieren worden gehouden in één stal, uitgerust met het systeem P-2.1. Op deze locatie worden er geen uitbreidingen aangevraagd. Er wordt wel een kleine wijziging van gebruikte stalsysteem voorzien. In de MVGA van wordt het gebruikte systeem P-2.1 omschreven als een verfijning van traditioneel systeem P-2.1. Traditioneel gezien omvat systeem P-2.1 Volièreopfokhuisvesting, minstens 50 % van de leefruimte is rooster, met daaronder een mestband, mestbanden minstens éénmaal per week afdraaien, en de roosters minstens in twee etages verdeeld zijn. De in juni 2013 aangevraagde en vergunde verfijning van systeem P-2.1, omvat roosters in drie etages, en een roosteroppervlak van minstens 65 % van de leefruimte. Tijdens de bouw van de opfokstal, werd het systeem nog net iets anders uitgevoerd, waardoor er nu gewerkt wordt met een systeem P-2.1 waarbij er minstens % van de leefruimte uit roostervloer bestaat, met daaronder een mestband met 0,3 m³/uur mestbandbeluchting. De mestbanden dienen bij deze uitvoering minstens tweemaal per week afgedraaid te worden, en de roosters moeten minstens in twee etages aangelegd zijn. Deze verschillende uitvoeringen hebben telkens een andere ammoniakemissie, waarover meer in hoofdstuk Verder is de legkippenstal aan de Roerdompstraat 1A iets langer dan oorspronkelijk voorzien, en blijkt de stal aan de Roerdompstraat 1B verkeerd ingeplant te zijn (deze ligt in werkelijkheid dichter bij het legkippenbedrijf op nr. 1A). Voor beide afwijkingen wordt er een wijziging van de inplanting aangevraagd. Beide inrichtingen dienen beschouwd te worden als een milieutechnische eenheid (MTE). Dit wordt volgens titel II van Vlarem als volgt omschreven:... verschillende ingedeelde inrichtingen die als een geheel moeten worden beschouwd met het oog op het beoordelen van het nadeel dat zij kunnen berokkenen aan mens of milieu. Een gegeven dat kan wijzen op de aanwezigheid van een milieutechnische eenheid is de onderlinge geografische, materiële of operationele samenhang van de inrichtingen, die gepaard gaat met een relatieve afscheiding van het geheel van deze inrichtingen ten opzichte van andere inrichtingen. Het feit dat verschillende inrichtingen een verschillend eigendomsstatuut hebben, belet niet dat zijn een milieutechnische eenheid kunnen vormen. In het MER zal een evaluatie gemaakt worden tussen de huidige vergunde situatie en de gewenste situatie van deze milieutechnische eenheid, en niet van de twee inrichtingen apart. In het MER zullen er twee situaties besproken worden. De eerste situatie omvat de huidig vergunde situatie, en de tweede situatie omvat de gewenste situatie waarbij er legkippen en opfokpoeljen van legkippen op de MTE gehuisvest worden. De te verwachten impact van het project wordt dan afgeleid door de evaluatie te maken tussen de huidige vergunde en gewenste situatie van de MTE. De impact eco-scan bvba M14POUL1_niet technische samenvatting 5

6 van de gewenste situatie op zich, zal ook afzonderlijk beschouwd worden. Indien de aangevraagde vergunning niet verleend wordt, valt de eenheid terug op de huidige vergunning. Voor het legkippenbedrijf aan de Roerdompstraat 1A is deze vergunning nog geldig tot ; voor het bedrijf met de opfokpoeljen aan de Roerdompstraat 1B vervalt de vergunning op 24 mei De voorziene wijzigingen van de inplanting hebben een minieme invloed op de verwachte effecten. Het nulalternatief komt dus overeen met de huidig vergunde situatie tot het verlopen van de vergunningen. eco-scan bvba M14POUL1_niet technische samenvatting 6

7 3 Beschrijving van het studiegebied (referentietoestand) De eenheid is gelegen in de Roerdompstraat te Geel. Het legkippenbedrijf aan de Roerdompstraat 1A beslaat de kadastrale percelen 2 de afdeling, Sectie B, nrs. 775T en 775H. Het bedrijf met de opfokpoeljen is gelegen aan de Roerdompstraat 1B en omvat de kadastrale percelen 2de afdeling, Sectie B, nrs. naar 770 E, 770C, 770F en 767B. Een uittreksel van de topografische kaart van België wordt weergegeven in Bijlage 2. Een stratenplan wordt gegeven in Bijlage 3. Op Bijlage 4a wordt een luchtfoto van de inrichting weergegeven, en op de luchtfoto in Bijlage 4b wordt de MTE in zijn ruimere omgeving gesitueerd. Rekening houdend met het gewestplan (Bijlage 5) ligt de MTE in agrarisch gebied. Andere gewestplanbestemmingen binnen een straal van één kilometer rondom de bedrijfscontouren zijn, bosgebied, landschappelijk waardevol agrarisch gebied en woongebied. Het bedrijf is volledig gelegen op het grondgebied van Geel. Deze gemeente grenst in het noorden aan Kasterlee (600 m van het bedrijf) en Retie (3,7 km van het bedrijf), in het oosten aan Mol (4,7 km van het bedrijf), in het zuiden aan Meerhout, Laakdal en Westerlo (respectievelijk op 8,2 km, 11,3 km en 8,5 km van het bedrijf) en in het westen aan Olen (ongeveer 5,7 km van het bedrijf). De afstand van het bedrijf tot de Nederlandse grens bedraagt ongeveer 16 km. De tertiaire afzetting, die onmiddellijk onder het quartair dek ter hoogte van het bedrijf wordt aangetroffen, is de Formatie van Kasterlee (op basis van boringen (DOV-website) in de buurt van de inrichting). De MTE is gelegen op natte lemig zandbodems zonder profiel (Sepz). De omgeving van het bedrijf wordt verder gekenmerkt door zeer natte zandbodem zonder profiel (Zfp), zeer natte lemig zandbodem zonder profiel (Sfpz) en natte zandbodem met duidelijke ijzer en/of humus B-horizont (Zeg). De watervoerende laag wordt gedefinieerd als de verzadigde zone van een formatie die een dikte en een uitbreiding heeft die voldoende groot is om er op een economisch verantwoorde wijze water te winnen. De grondwaterkwetsbaarheidskaart geeft de risicograad aan van verontreiniging van het grondwater in de bovenste watervoerende laag door stoffen die vanop de bodem de grond indringen. De grondwaterkwetsbaarheidskaart van de regio rondom het bedrijf omschrijft deze zone als zeer kwetsbaar (code Ca1). De watervoerende laag is zandig, en de deklaag is < 5 m en/of zandig. Op de MTE zijn er twee grondwaterwinningen aanwezig, één op het legkippenbedrijf en één op het opfokbedrijf. In de huidige situatie is het legkippenbedrijf vergund voor het oppompen van m³ grondwater per jaar en 24 m³ per dag. Dit gebeurt vanuit één put met een diepte van 100 m. Het water wordt opgepompt uit de Zanden van Diest, een onderdeel van de Centrale Zanden van de Kempen (code 0252). Op het opfokbedrijf is er eveneens een grondwaterwinning vergund (de inplanting wijkt wel iets af van de vergunde inplantingsplaats, hiervoor wordt een wijziging aangevraagd). Water wordt er gewonnen uit een put vanop 100 m diep, en uit hetzelfde aquifersysteem, de Zanden van Diest. Er is momenteel een vergunning voor het winnen van m³/jaar en 12 m³/dag. Binnen een straal van 1 km vanuit het centrum van de MTE zijn nog drie andere grondwaterwinningen gelegen. Van deze drie winningen is er één die uit hetzelfde aquifersysteem water wint. De MTE is gelegen op percelen die volgens de watertoetskaarten overstromingsgevoelig, niet infiltratiegevoelig en zeer gevoelig voor grondwaterstroming (type 1) zijn. Mogelijke schadelijke effecten op het watersysteem zouden kunnen ontstaan als gevolg van veranderingen in de afvoer van oppervlaktewater, structuurverandering van de waterlopen, infiltratie van hemelwater, kwaliteitsverlies van oppervlaktewater en grondwater en de wijziging in grondwaterstroming. eco-scan bvba M14POUL1_niet technische samenvatting 7

8 Hydrogeografisch situeert het studiegebied zich in het Netebekken. Binnen een straal van 1 km rondom de MTE zijn de Zuid zijloop, de Nieuwe loop, de Daelemansloop, de Breeven Vijversloop, de Zaardenloop, de Bisschopse hoevenloop en de Kleine Neet gelegen. Voor de Kleine Neet wordt er gestreefd naar viswaterkwaliteit, voor de overige waterlopen de basiskwaliteit. De MTE is gelegen op percelen die afstromen naar de Zuid zijloop en de Nieuwe loop. In de Daelemansloop, op 390 m ten NO van de inrichting, bevindt zich een VMM (meetpunt ). De Prati-index bedroeg hier in ,42 (aanvaardbare kwaliteit). De BBI-index werd eveneens het laatst gemeten in 2009, en bedroeg toen 7 (goede kwaliteit/weinig verontreinigd). Op ca. 1 km ten NW van het bedrijf bevindt zich een MAPmeetpunt (303880) in de Zaardenloop. De norm van 50 mg NO 3 - /l werd de laatste tien jaar niet overschreden, de maximale concentratie die werd opgemeten bedroeg 13,7 mg NO 3 - /l (2006). Op zo n 60 m ten NW van de MTE bevindt zich het VEN-gebied De Vallei van de Kleine Nete benedenstrooms. Het gewestplan geeft aan dat op zo n 60 m ten NW van de MTE bosgebied gelegen is, dit valt gedeeltelijk samen met het hierboven genoemde VEN-gebied. Op m ten Z van de MTE bevindt zich een parkgebied, en op m ten NW een natuurgebied. Een uittreksel uit de Biologische Waarderingskaart wordt gegeven in Bijlage 22. Het bedrijf is gelegen in het traditionele landschap Vallei van de Kleine Nete (code , Antrop et al., 2002). Dit gebied wordt gekenmerkt door brede vallei met een rechthoekig grachtennetwerk langsheen de Kleine Nete. Er zijn brede valleien met parallel aan de hoofdloop tal van leibeken, waarin de zijbeken vaak haaks uitmonden. Voor het overige komen er veel plassen en vijvers voor. De open ruimten worden begrensd door de aanwezige vegetatie en bebouwing. In het kader van de versterking van de traditionele landschappen in Vlaanderen werden een aantal wenselijkheden voor de toekomstige ontwikkeling gedefinieerd (Antrop et al., 2002) voor het traditionele landschap, namelijk: de valleigebieden vrijwaren van bebouwing van om het even welke aard; vrijwaren van ruilverkavelingswerken, van verdere versnijding door infrastructuren en bebouwing; bijzondere aandacht voor de gradiënten en toposequenties in het landschap; accentueren van de waardevolle sites (taluds, meanders, donken) in hun omgeving; gedifferentieerde aanpak voor de verschillende riviersegmenten. versnippering door infrastructuur en verspreiding van bio(industriële) vestigingen tegengaan; versterken van de samenhang en buffering van de visuele verstedelijking door selectieve groenaanplanting. Met zijn aanduiding van de verschillende relictzones kan de landschapsatlas beschouwd worden als een landschappelijk referentiekader voor Vlaanderen. Voor het gehele Vlaamse grondgebied werden relicten gekarteerd en beoordeeld op basis van hun gaafheid, samenhang en herkenbaarheid. Een relict dient hierbij beschouwd te worden als een overblijfsel uit vroegere tijd dat nog getuigt van de toestand die er vroeger was. Het bedrijf met de opfokpoeljen, dat deel uitmaakt van de MTE, is gelegen in de relictzone Vallei van de Grote Schijn, kasteeldomeinen en bosgebieden. Op 430 m ten NW van de MTE bevindt zich de Kleine Nete, die een lijnrelict is. Het puntrelict Drossaardhoeven is gelegen op ca. 630 m ten Z van de MTE. Daarnaast bevinden zich in de ruime omgeving van de inrichting ook enkele gebouwen die op de lijst van bouwkundig erfgoed opgenomen zijn. Het betreft een boerenhuisje (op 920 m ten NO) en een langgestrekte hoeve (op 895 m ten ZO). eco-scan bvba M14POUL1_niet technische samenvatting 8

9 4 Beschrijving van de milieu-effecten In de onderstaande paragrafen wordt voor al de beschouwde disciplines een beknopt overzicht weergegeven van de voornaamste effecten. Voor meer achtergrondinformatie bij deze synthese wordt verwezen naar het desbetreffende disciplinehoofdstukken Discipline lucht Geur Volgens de afstandsregels moet dienen beide onderdelen van de MTE in de gewenste situatie op minimaal 300 m van gevoelig gebied (d.i. woonuitbreidingsgebied, natuurgebied met wetenschappelijke waarde of natuurreservaat, gebied voor verblijfsrecreatie, woongebied ander dan woongebied met landelijk karakter en bosreservaten) gelegen zijn. Het meest nabijgelegen gevoelig gebied wordt aangetroffen op 560 en 475 m t.o.v. beide onderdelen van de MTE, en betreft een woongebied. Er wordt dan ook voldaan aan de afstandsregels (geen effect). Op basis van het staltype, de diersoort en het aantal dieren kan een geuremissie bepaald worden. Voor voorliggende MTE zal deze geuremissie door de uitbreiding toenemen van ou E /s (huidige situatie) tot ou E /s (gewenste situatie). Met behulp van IFDM kan een geurverspreidingsmodel opgemaakt worden. De voorliggende MTE maakt geen deel uit van een bronnencluster, en er wordt aldus afgetoetst aan de emissies van de MTE op zich. Door de voorziene wijzigingen op de MTE zal het aantal gehinderden binnen hoog geurgevoelig gebied, dat een gering negatief effect ondervindt, toenemen met elf stuks. Binnen matig geurgevoelig gebied zijn er geen woningen gelegen binnen de verschillende besproken effectzones. In laag geurgevoelig gebied wijzigt het aantal gehinderden in de zone met een gering negatief effect van één naar twee woningen. Binnen de zone met een matig negatief effect zijn er telkens twee woningen gelegen. Kadavers worden verzameld gedurende de dagelijkse controle, en opgeslagen in een gekoelde kadaveropslag. Naar de toekomst toe zal dit niet veranderen. De kadavers worden na telefonisch contact opgehaald. Er wordt geprobeerd om het aantal kadavers, ook vanuit economisch perspectief, zo beperkt mogelijk te houden door een goede bedrijfsvoering. Inzake geuremissie door kadaveropslag zijn geen kwantitatieve gegevens beschikbaar. Verwacht wordt evenwel dat, niettegenstaande het aantal kadavers zal toenemen door de bedrijfsuitbreiding, de mogelijke hindereffecten ten gevolge van kadaveropslag niet noemenswaardig zullen zijn Stof Op basis van het stalsysteem en het aantal dieren per stal, kan een stofemissie voor de MTE bepaald worden. Door de uitbreiding zal het PM 10 -stof toenemen van naar kg/j. Ook de PM 2,5 - stofemissie zal wijzigen van naar kg/j. Om een indicatief beeld te krijgen van de stofconcentratie (PM 2,5 en PM 10 ) ter hoogte van de MTE worden modellen opgemaakt met behulp van IFDM. Bij de toetsing van de bijdrage van de MTE aan de PM 10 -stofconcentratie blijkt dat er in de huidige en de gewenste situatie vier zones te onderscheiden zijn. In de zones met een negatief effect zijn er in beide situaties geen woningen gelegen. Daarnaast zijn er in beide situaties ook zones met een matig en eco-scan bvba M14POUL1_niet technische samenvatting 9

10 een gering negatief effect, waarin in de huidige en gewenste situatie telkens twee woningen gelegen zijn. Inzake PM 2,5 -stof zijn er in de huidige situatie eveneens vier zones te onderscheiden. Er bevinden zich enkel twee woningen, waaronder de bedrijfswoning, in de zone met een gering negatief effect. Door het voorzien van een stofbak zal naar de toekomst toe de PM 2,5 -norm, cumulatief gezien, niet meer overschreden worden. Er zijn wel nog zones waar de bijdrage van de MTE als negatief, matig negatief of gering negatief aanzien wordt. Enkel in de zone met een gering negatief effect zijn er twee woningen gelegen. In Geel bedraagt de gemiddelde achtergrondstofconcentratie voor PM µg/m³. Binnen de regio waar de bedrijfseigen stofconcentratie hoger is dan 17 µg/m³ kan de norm van 40 µg/m³ dus overschreden worden. Dit is het geval in zowel de huidige als de gewenste situatie, maar binnen deze regio zijn er geen woningen gelegen. Inzake PM 2,5 bedraagt de gemiddelde achtergrondstofconcentratie in Geel µg/m³. Enkel in de huidige situatie wordt de PM 2,5 -norm cumulatief gezien overschreden, in deze zone bevinden zich ook geen woningen. Tijdens het vullen van de silo s wordt het droogvoer via een persleiding onder druk in de voedersilo s geblazen. Om overdruk in de silo te vermijden is er een uitlaatopening voorzien om een teveel aan statische luchtdruk te laten ontsnappen naar de buitenlucht. Via de uitlaatopening kunnen stofdee ltjes in de omgevingslucht terecht komen. Het vullen neemt normaliter maximaal 1 uur in beslag. Het gaat hier dus om een tijdelijke stofbron. De uitbater verplicht het gebruik van een stofzak bij het vullen van de voedersilo s. Hierdoor zal praktisch geen stof vrijgesteld worden. Er zal dan ook geen of slechts een verwaarloosbaar effect zijn voor het vullen van de voedersilo s. Andere mogelijke bronnen van stofemissie op voorliggend bedrijf zijn het transport, de verbranding van fossiele brandstoffen voor de verwarming en het uitmesten van de stallen. Deze emissies zijn zeer moeilijk kwantitatief in te schatten, maar zullen beperkt zijn in vergelijking met de stofemissie uit de stallucht Verzuring en vermesting De totale ammoniakemissie van de inrichting wordt berekend door vermenigvuldiging van het aantal dieren met de emissiefactor behorend bij de betreffende diercategorie en het huisvestingsysteem. Door de wijzigingen op de MTE zal de ammoniakemissie wijzigen van kg NH 3 /j naar kg/j (toename met 46 %%). Op basis van de ammoniakemissies, wordt via modelleringen een depositie (zowel verzurende als vermestende depositie) op de omringende BWK-elementen bekomen. Dit wordt verder uitgewerkt in de discipline fauna en flora. Specifiek zal hierbij gekeken worden naar de verzurings- en vermestingskwetsbare vegetaties en ter hoogte van speciale beschermingszones. De kritische lasten van deze verzurings- en vermestingskwetsbare vegetatietypes worden vergeleken met de berekende ammoniakdeposities Discipline bodem Momenteel zijn er op de MTE drie opslagtanks voor brandstof aanwezig. Aan de Roerdompstraat 1A betreft het een bovengrondse dubbelwandige tank van l met verdeelslang. Deze tank staat binnen opgesteld in de loods. Op het opfokbedrijf aan de Roerdompstraat 1B zijn er twee opslagtanks van telkens l voor propaangas. Deze twee tanks staan ten westen van de opfokstal opgesteld. eco-scan bvba M14POUL1_niet technische samenvatting 10

11 Momenteel voldoen de aanwezige tanks aan de nodige veiligheidsvoorschriften en worden ze ook periodiek gecontroleerd. Naar de toekomst toe worden hier geen wijzigingen in voorzien. Volgens Vlarebo Artikel 61 en 62 dient al dan niet, rekening houdend met de categorie waarin de inrichting wordt ingedeeld, een oriënterend bodemonderzoek uitgevoerd te worden. De voorliggende MTE is niet bodemonderzoeksplichtig. In de huidig vergunde situatie wordt er op het legkippenbedrijf ongeveer ton mest per jaar geproduceerd. Naar de toekomst toe, rekening houdend met het gebruik van een drooginstallatie die de mest tot 85 % DS indroogt, zal dit wijzigen naar ton. Op het bedrijf met de opfokpoeljen wordt er jaarlijks ca. 630 ton mest geproduceerd (65 % DS). Alle geproduceerde kippenmest wordt geëxporteerd naar Frankrijk. De legkippenstallen worden na elke ronde droog gereinigd (uitgezonderd indien er besmettingen vastgesteld zijn bvb. Salmonella, vogelpest, ), op het bedrijf met de opfokpoeljen wordt er gereinigd met regenwater. Voor de opvang van reinigingswater is er een citerne van 70 m³ (legkippen) en een opslag van 100 m³ (bedrijf met opfokpoeljen). Het wordt conform de wettelijke bepalingen uitgereden op landbouwgronden. Wat de mestopslagcapaciteit betreft moet er voldoende capaciteit zijn voor het opslaan van de hoeveelheid mest die gedurende negen maanden geproduceerd wordt. Aan deze bepalingen wordt eveneens geacht voldaan te zijn wanneer de exploitant van de inrichting aantoont op een andere reglementaire manier gedurende de beschouwde periode te kunnen voorkomen dat de mest of een gedeelte ervan op landbouwgrond wordt gebracht. Rekening houdende met de vergunde dieraantallen op het legkippenbedrijf dient er in de huidige situatie opslag voorzien te worden voor m³, in de gewenste situatie dient er opslag voor m³ voorzien te worden. Op het opfokpoeljenbedrijf dient er opslag voorzien te zijn voor m³ mest. In principe is er dus niet voldoende mestopslag aanwezig. De pluimveemest wordt echter op regelmatige basis afgevoerd. De opfokpoeljen worden gehouden in een volièresysteem met daaronder een mestband (systeem P- 2.1), de mest wordt in de stal belucht en voorgedroogd tot een DS-gehalte van 65 %. De mest van de dieren wordt verzameld op mestbanden in de stal en twee maal per week afgedraaid, en op wekelijkse basis afgevoerd. Op het bedrijf met de legkippen wordt de mest opgeslagen in een mestloods (600 m³). De mestloods is een overdekte, mestdichte ruimte. Inmenging van hemelwater is niet mogelijk. Wegens het hoge DSgehalte en de afdekking is de opvang van dunne mest en afvloeiwater niet voorzien (en niet noodzakelijk). De kans op verontreiniging van oppervlakte- en grondwater door af- en inspoeling is door de vorm van de mest en de manier van opslag zeer gering. Transport van de mest uit de stallen naar de mestdroger op het leghennenbedrijf gebeurt in het gebouw, de droger zelf staat opgesteld in de mestloods die aansluit op de legkippenstal. Ook de transportbanden die de mest van de mestdroger naar de loods voeren zijn overdekt. De mestbanden worden dagelijks afgedraaid. Voor het transporteren van de droge mest rijdt de vrachtwagen tot in de loods waar de gedroogde mest verzameld is en wordt de mest daar opgeladen. Volgens VLAREM II Artikel dienen op inrichtingen met mengmest, waarin meer dan stuks gevogelte kunnen gehouden worden, op kosten van de exploitant, waarnemingsbuizen (peilputten) op oordeelkundige wijze voor grondwateronderzoek geplaatst te worden. Aangezien er strikt gezien geen eco-scan bvba M14POUL1_niet technische samenvatting 11

12 mengmest aanwezig is op het bedrijf dienen geen peilbuizen geplaatst te worden (hier wordt het reinigingswater niet beschouwd als mengmest). Om de uitbreiding te verwezenlijken worden geen nieuwe stallen of andere infrastructuur gebouwd. Er worden bijgevolg geen effecten verwacht inzake bodemverlies Discipline water Grondwater Om de uitbreiding te verwezenlijken (overgang huidige situatie naar gewenste situatie) dient er niets bijgebouwd te worden, er zal aldus geen bronbemaling nodig zijn. In de huidige situatie zijn er op de MTE twee grondwaterwinningen aanwezig, één op het legkippenbedrijf en één op het opfokpoeljenbedrijf. Het legkippenbedrijf beschikt over een vergunning voor het winnen van m³/j (24 m³/d) uit de Zanden van Diest (HCOV-code 0252). Water wordt gewonnen uit één put vanop een diepte van 100 m. Naar de toekomst toe wenst men het debiet van deze winning uit te breiden tot m³/jaar (40 m³/d). Op het bedrijf met de opfokpoeljen is er eveneens een grondwaterwinning voor het winnen van m³/j (12 m³/d) uit de Zanden van Diest, vanuit één put en vanop een diepte van 100 m. Hier zal er niets wijzigen. De straal waarbinnen het grondwater met meer dan 50 cm zal dalen bedraagt maximaal 24 m (gewenste situatie, Roerdompstraat 1A). Binnen deze regio bevinden zich geen andere grondwaterwinningen, ook niet de winning gelegen aan de Roerdompstraat 1B. De straal waarbinnen er een grondwaterverlaging van 5 cm of meer verwacht wordt bedraagt maximaal 105 m, ook hier wordt er geen overlap van de invloedsstralen van beide winningen verwacht Voor het mogelijk verdrogend effect van de bedrijfseigen winning op de vegetatie wordt verwezen naar de discipline fauna en flora (zie ). In de huidige situatie wordt grondwater aangewend als het drinkwater voor de dieren en in het huishouden. Voor het reinigen van het eierlokaal wordt er eveneens grondwater gebruikt, dit betreft een zeer beperkte hoeveelheid (max. 10 m³/jaar). De legkippenstallen worden voornamelijk droog gereinigd, enkel indien er sprake is van besmettingen (Salmonella, vogelpest, ) wordt er nat gereinigd. De stallen op het opfokbedrijf worden met regenwater gereinigd. In de gewenste situatie zal dit niet veranderen. In de bedrijfswoning gelegen aan de Roerdompstraat 1A wordt er eveneens grondwater gebruikt. Rekening houdend met het aantal personen dat verblijft in deze woning (3 personen), wordt er hier jaarlijks ca. 90 m³ grondwater verbruikt. Er kan vastgesteld worden dat het aangevraagde debiet voor de grondwaterwinning op het legkippenbedrijf ( m³/jaar) hoger ligt dan de berekende LNE/VMM-cijfers en de BBT-cijfers. De exploitant wenst echter het vergunde debiet te behouden om periodes van ziekte of uitzonderlijke omstandigheden te kunnen overbruggen. Op basis van gegevens van de debietsmeter kan het effectieve waterverbruik vastgesteld worden, dat in m³/j bedroeg. Dit is een stuk lager dan de schatting op basis van theoretische kengetallen. Wat het effectieve verbruik betreft is er dus sprake van een verwaarloosbaar effect. Gegevens van de debietsmeter op het bedrijf met de opfokpoeljen geven aan de er in m³ grondwater opgepompt werd. Het bedrijf werd echter pas opgestart in 2013, het totale jaarlijkse verbruik wordt ingeschat op zo n m³. Dit ligt lager dan de inschatting op basis van de kengetallen van de VMM/LNE en BBT. Er wordt uitgegaan van een verwaarloosbaar effect. Voor het reinigen van de stallen wordt er op het legkippenbedrijf gebruik gemaakt van grondwater, dit gebeurt enkel wanneer er besmettingen met o.a. vogelpest/salmonella vastgesteld werden en het gaat eco-scan bvba M14POUL1_niet technische samenvatting 12

13 dus om een beperkte hoeveelheid. Op het opfokpoeljenbedrijf gebruikt men hiervoor regenwater, er is een ondergrondse opslag voor 150 m³ regenwater voorzien. Rekening houdend met een toevoerend dakoppervlakte van ca m², kan er op jaarbasis in principe zo n m³ regenwater opgevangen worden. Dit is ruimschoots voldoende voor het reinigen van de stallen voor de opfokpoeljen. Er wordt een hemelwateropvang van 10 m³ voorzien, die gebruikt zal worden voor het sanitair en een buitenkraan. Daarnaast wordt er ook een infiltratievoorziening aangelegd ten N van de legkippenstal. Deze zal een buffervolume van l hebben, en een infiltratieoppervlakte van 245 m². Houden we rekening met een toevoerend dakoppervlak van ca m² (legkippenstal en de loods), dan zou er in principe jaarlijks zo n m³ regenwater opgevangen kunnen worden. Voor het overige kan het water op natuurlijke wijze infiltreren op de onverharde delen op en rond het bedrijfsterrein. Er wordt voldaan aan de verordening hemelwater. Om te onderzoeken of er bepaalde vermestende invloeden van het bedrijf waar te nemen zijn, kunnen peilbuismetingen een indicatie geven. Volgens VLAREM II Artikel dienen op inrichtingen met mengmest, waarin meer dan stuks gevogelte kunnen gehouden worden, op kosten van de exploitant, waarnemingsbuizen (peilputten) op oordeelkundige wijze voor grondwateronderzoek geplaatst te worden. Aangezien er strikt gezien geen mengmest aanwezig is op het bedrijf dienen geen peilbuizen geplaatst te worden (hier wordt het reinigingswater niet beschouwd als mengmest) Oppervlaktewater Er wordt geen bedrijfsafvalwater geloosd in het oppervlaktewater. Reinigingswater van de pluimveestallen wordt opgevangen in de daartoe voorziene citernes op elk onderdeel van de MTE. Op het legkippenbedrijf is er een opvang voor 70 m³ reinigingswater, op het opfokpoeljenbedrijf is er opvang voor 100 m³ reinigingswater. Dit wordt conform de wettelijke bepalingen uitgereden op het land. Er is sprake van een verwaarloosbaar effect. Het bedrijf is volgens het zoneringsplan gelegen in individueel te optimaliseren buitengebied. Dit wil zeggen dat de exploitant zelf zal moeten instaan voor de behandeling van het huishoudelijk afvalwater met behulp van een IBA (individuele behandelingsinstallatie). Deze werd reeds geïnstalleerd en in gebruik genomen. Er is sprake van een verwaarloosbaar effect Discipline geluid en trillingen De MTE is gelegen in agrarisch gebied. De richtwaarden voor continue bronnen in dit gebied zijn 45 db(a) voor overdag (periode tussen 7 en 19 u), 40 db(a) voor s avonds (periode tussen 19 en 22 u), en 35 db(a) voor s nachts (periode tussen 22 en 7 u). Hierbij kan een zekere achtergrondwaarde mee in rekening gebracht worden, zijnde 55 db(a) voor overdag, 50 db(a) voor s avonds en 45 db(a) voor s nachts, gezien de aanwezigheid gezien de ligging van de MTE tussen twee druk gebruikte gewestwegen (N19G en N19). Een aantal bronnen op de MTE kunnen verantwoordelijk zijn voor geluidshinder. Op voorliggende MTE zullen voornamelijk de ventilatoren, het vullen van voedersilo s en het transport. Hiervoor kunnen geluidsdrukniveaus vanuit de literatuur gebruikt worden. Het vullen van de voedersilo s (compressor) en geluid dat geproduceerd wordt tijdens de aan- en afvoer van dieren en eieren (voornamelijk bij laden en lossen + laadklep vrachtwagen) kan beschouwd worden als incidenteel geluid. Hiervoor kan een toetsing uitgevoerd worden t.o.v. de geluidsnormen voor incidenteel geluid. De ventilatoren zullen een continue bron van geluid zijn. Hierbij moet getoetst worden aan de grenswaarde, daar voor beide onderdelen van de inrichting de basisvergunning van na 1993 dateert (nieuwe inrichting). In beide eco-scan bvba M14POUL1_niet technische samenvatting 13

14 gevallen dient hierbij rekening gehouden te worden met de gewestplanbestemming. De toetsing dient te gebeuren t.o.v. een 200-metergrens rond de contouren van de MTE en ter hoogte van de dichtstbijzijnde (niet-bedrijfsgerelateerde) woning. De dichtstbijzijnde bedrijfsvreemde woning bevindt zich op 150 m van de contour van de MTE en op 126 m van de perceelsgrenzen van de MTE, deze is gelegen in bosgebied volgens het gewestplan. De aftoetsing ter hoogte van deze woning dient in principe te gebeuren t.o.v. de normen voor landelijk gebied (40 db(a), 35 db(a) en 30 db(a) in respectievelijk dag-, avond- en nachtperiode). Gezien het achtergrondgeluidsniveau hoger is dan de richtwaarde (zowel voor agrarisch als landelijk gebied) dient de aftoetsing te gebeuren t.o.v. het achtergrondsgeluidsniveau verminderd met 5 db(a) t.t.z. 50 db(a), 45 db(a) en 40 db(a) in respectievelijk dag-, avond- en nachtperiode. In de huidige situatie zijn er op de MTE in totaal 23 ventilatoren aanwezig: acht op het bedrijf met de legkippen en vijftien op het onderdeel met de opfokpoeljen. Naar de toekomst toe, na uitbreiding in dieraantal en het voorzien van een droogtunnel op het legkippenbedrijf, worden er acht extra ventilatoren voorzien op de stal en zijn er vijf bijkomende ventilatoren nodig voor de droogtunnel. De vijf ventilatoren op de droogtunnel zijn frequentiegestuurd (traag draaiend). In de toekomst zullen er dus 21 ventilatoren zijn op het legkippenbedrijf, op het bedrijf met de opfokpoeljen veranderd er niets. Uit de toetsing van de continue bronnen blijkt dat de score maximaal 0 (verwaarloosbaar effect) bedraagt, zowel ter hoogte van de dichtstbijzijnde woningen als op 200 m van de perceelsgrens, en dit in beide situaties. Er worden aldus geen bijkomende effecten verwacht. Een toetsing van de incidentele bronnen wordt geeft aan dat in de huidige situatie de grenswaarde op 200 m van de perceelsgrenzen overschreden wordt gedurende de nachtperiode door het leveren van voeders en de laadklep. Ter hoogte van de dichtstbijzijnde woning wordt de grenswaarde voor incidenteel geluid enkel overschreden voor het leveren van de voeders in de avond- en nachtperiode. In de gewenste situatie wordt eveneens de grenswaarde op 200 m van de perceelsgrens, gedurende de nachtperiode overschreden voor het leveren van voeders en gedurende de avond- en nachtperiode voor de laadklep. Ter hoogte van de dichtstbijzijnde woning is er sprake van een overschrijding door het leveren van voeders in de avond- en nachtperiode; en gedurende de nachtperiode door de laadklep. Er kan aangeraden worden om het leveren van voeders zoveel mogelijk overdag te laten doorgaan. Het laden en lossen van dieren overdag lijkt praktisch minder haalbaar, omdat de dieren s avonds en s nachts rustiger zijn. Wat het laden van de legkippen betreft kan opgemerkt worden dat dit slechts één keer om de 13 maanden voorkomt Discipline fauna en flora Direct ecotoopverlies Er wordt niet voorzien in de bouw van nieuwe stallen, dus er zal geen bijkomend ecotoopverlies optreden Verzurende depositie Significante verzuringseffecten ten gevolge van het bedrijf kunnen optreden indien in de onmiddellijke omgeving van de inrichting elementen voorkomen die kwetsbaar zijn voor verzuring en indien het bedrijf in kwestie een aanzienlijke bijdrage levert aan de totale verzurende belasting. In een straal van 1,5 km rondom het bedrijf bevindt zich VEN-gebied, en bos- en parkgebied volgens het gewestplan. eco-scan bvba M14POUL1_niet technische samenvatting 14

15 Er kan vastgesteld worden dat de bijdrage van de voorliggende inrichting aan de kritische lasten verzuring ter hoogte van habitats binnen VEN-gebied globaal gezien zal toenemen naar de toekomst toe Binnen het VEN-gebied geldt er een zeer significant negatief effect ter hoogte van 9190, ter hoogte van 9120 is er sprake van een significante bijdrage in de gewenste situatie. In de huidige situatie geldt er een matig negatief effect ter hoogte van vier elementen, en na de voorziene uitbreiding ter hoogte van drie elementen. Ter hoogte van 9120_qb,gh wijzigt de bijdrage van matig negatief naar negatief. en gewenste situatie (91E0_vo). Binnen park-, natuur- en bosgebieden volgens het gewestplan geldt er een matig negatief ter hoogte van vier elementen in de huidige en de gewenste situatie, het betreft wel niet dezelfde elementen. Ter hoogte van 9190 wijzigt de bijdrage van matig negatief naar negatief. Verder wijzigt de bijdrage van gering negatief naar matig negatief ter hoogte van Ter hoogte van het regionaal belangrijk biotoop rbbso is er in de gewenste situatie sprake van een gering negatief effect. Ook buiten aandachtsgebied wordt er een toename van de verzurende depositie verwacht. Ter hoogte van één element, dat tussen de twee onderdelen van de MTE gelegen is, is er sprake van een overschrijding van de kritische last in beide situaties. Naar de toekomst toe is er nog steeds sprake van een zeer significant negatief effect, maar daalt de maximaal verzurende depositie ter hoogte van dit element aanzienlijk. Daarnaast is er ook sprake van gering negatieve effecten, matig negatieve effecten en negatieve effecten ter hoogte van de aangeduide habitats. Hierbij kan nog vermeld worden dat de gemeentelijke achtergrondconcentratie aan verzurende depositie in de gemeente Zeq/ha.jaar bedraagt. Het aandeel van het voorliggend bedrijf zit hier eveneens in verwerkt. Op basis van deze waarde kan gesteld worden dat de gemeentelijke achtergrondwaarde reeds voor een aanzienlijke bijdrage en zelfs overschrijding van de kritische lasten van diverse vegetatietypes zorgt Vermestende depositie Net zoals bij de verzurende depositie kan vastgesteld worden dat de depositie en de bijdrage aan de kritische last vermesting toeneemt naar de toekomst toe. Binnen het VEN-gebied is er sprake van een overschrijding van de kritische last ter hoogte van het habitat 9190 en wordt er in de gewenste situatie een bijdrage van meer dan 50 % geleverd aan de kritische last van Ter hoogte van 9190 wordt er naar de toekomst toe wel een aanzienlijke daling van de bijdrage van de MTE verwacht, maar wordt de kritische last nog steeds overschreden. Ter hoogte van twee elementen is er sprake van een relevante bijdrage (matig negatief effect) in de huidige en de gewenste situatie, verder is er ook nog sprake van relevant, belangrijke en beperkte bijdragen aan de kritische last vermesting. Ter hoogte van het bos-, park- en natuurgebied volgens het gewestplan is er sprake van belangrijke, relevante en beperkte bijdragen. Buiten aandachtsgebied wordt, net zoals bij de verzurende depositie, de kritische last overschreden ter hoogte van 9190, een habitat dat tussen de twee onderdelen van de MTE gelegen is. Naar de toekomst toe daalt de bijdrage van de MTE ter hoogte van dit habitat aanzienlijk, maar blijft er nog steeds sprake van een zeer significant negatief effect (overschrijding kritische last). Voor het habitat 9120 geldt er een negatief effect (belangrijke bijdrage) in beide situaties. Ter hoogte van twee andere elementen wijzigt de bijdrage van relevant naar belangrijk; en voor twee andere elementen geldt er beide situaties een relevante bijdrage. Daarnaast is er ook sprake van beperkte bijdragen aan de kritische lasten. eco-scan bvba M14POUL1_niet technische samenvatting 15

16 Verdroging Daar er geen nieuwe stallen worden gebouwd is er geen bemaling nodig, en bijgevolg zal er geen verdroging optreden als gevolg van bemaling. Uit de bepalingen van de grondwatertafeldaling blijkt dat de straal van de spreidingskegel met een grondwatertafeldaling van meer dan 5 cm 37 m bedraagt voor de winning van het bedrijf met de opfokpoeljen. Voor het bedrijf met de legkippen bedraagt deze invloedstraat 71 m in de huidige situatie en 105 m in de gewenste situatie. Op basis van de verdrogingskwetsbaarheidskaart kan gesteld worden dat de gronden die binnen deze regio gelegen zijn gekarteerd worden als niet tot weinig kwetsbaar met kwetsbare elementen, of als weinig kwetsbaar. Op deze gronden wordt momenteel maïs verbouwd. Deze invloedsstraal reikt niet tot in het VEN-gebied, aangezien dit gebied op meer dan 105 m van de inplantingsplaats van de grondwaterwinning (huidige en gewenste situatie) gelegen is. Er wordt uitgegaan van een verwaarloosbaar effect Rustverstoring Er bevinden zich geen habitat- of vogelrichtlijngebieden binnen een straal van 2 km rondom het bedrijf. Wordt gekeken naar de geluidskwetsbaarheidskaart dan kan vastgesteld worden dat de inrichting gelegen is in een zone die kwetsbaar is aan geluidsverstoring. Deze zone grenst aan gebieden die zeer kwetsbaar (westen) en weinig kwestbaar (oosten, richting N19G). Er wordt niet verwacht dat er significante rustverstoring voor avifauna ten gevolge van de bedrijfsactiviteiten zal optreden. Voor de inrichting zelf is het ook van belang dat de dieren zo weinig mogelijk gestoord worden waardoor geluid op de inrichting beperkt wordt. Ook zal er geen sprake zijn van rustverstoring door bouwwerken. Er wordt niet verwacht dat er rustverstoring voor (avi)fauna ten gevolge van de normale bedrijfsactiviteiten zal optreden Discipline landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie Het landschap als relatiesysteem Voor de voorziene wijzigingen en uitbreiding op de MTE zullen er geen nieuwe stallen bijgebouwd worden. Er wordt uitgegaan van een verwaarloosbaar effect Erfgoedaspecten Landschap De inrichting is gelegen in het traditionele landschap Vallei van de Kleine Nete. In het kader van de versterking van de traditionele landschappen in Vlaanderen werden een aantal wenselijkheden voor de toekomstige ontwikkeling gedefinieerd (Antrop et al., 2002) voor dit traditionele landschap, namelijk: de valleigebieden vrijwaren van bebouwing van om het even welke aard; vrijwaren van ruilverkavelingswerken, van verdere versnijding door infrastructuren en bebouwing; bijzondere aandacht voor de gradiënten en toposequenties in het landschap; accentueren van de waardevolle sites (taluds, meanders, donken) in hun omgeving; gedifferentieerde aanpak voor de verschillende riviersegmenten. versnippering door infrastructuur en verspreiding van bio(industriële) vestigingen tegengaan; eco-scan bvba M14POUL1_niet technische samenvatting 16

17 versterken van de samenhang en buffering van de visuele verstedelijking door selectieve groenaanplanting. De voorziene wijzigingen op de MTE brengen de hoger vooropgestelde wenselijkheden niet in het gedrang. Het bedrijf met de opfokpoeljen, dat deel uitmaakt van de MTE, is gelegen in de relictzone Vallei van de Grote Schijn, kasteeldomeinen en bosgebieden. Naar aanleiding van het voorliggende project wordt er niet voorzien om nieuwe stallen en/of gebouwen te voorzien op de MTE. Er zullen dus geen bijkomende effecten optreden. Het bedrijf met de opfokpoeljen is gelegen op de westrand van de relictzone, de impact op de landschappelijke waarde zal aldus beperkt zijn. Er zal weinig verstoring van de landschappelijke erfgoedwaarde en/of de beschermde entiteiten optreden door voorziene wijzigingen op de MTE Bouwkundig erfgoed In de ruime omgeving van de inrichting (binnen een straal van 1 km vanuit het bedrijfscentrum) bevinden zich twee elementen die op de lijst van bouwkundig erfgoed zijn opgenomen. Het dichtstbijzijnde bevindt zich op 465 m ten W van de inrichting. Het betreft een boerenhuisje (op 920 m ten NO) en een langgestrekte hoeve (op 895 m ten ZO). Gezien de minimale afstand van 895 m tot een van deze elementen, zal het project hierop geen enkele invloed uitoefenen Archeologie Gezien er geen graafwerkzaamheden die de bodem verstoren voorzien zijn, zal het archeologisch erfgoed niet verstoord worden Perceptieve aspecten Belangrijk is om ook na te gaan in welke mate de inrichting een invloed heeft en zal hebben op zijn omgeving. De impact van een landbouwinrichting (met loodsen, stallen, voedersilo s,...) op het landschap kan immers groot zijn. De locatie van de inrichting in zijn ruimere omgeving wordt geïllustreerd aan de hand van foto s. De gebouwen op de verschillende onderdelen van de MTE staan steeds geordend opgesteld. De diverse elementen op het bedrijf met de legkippen staan parallel aan elkaar. Naar de toekomst toe worden er geen nieuwe stallen bijgebouwd. Er wordt wel een regularisatie aangevraagd van de inplanting van de stal met de opfokpoeljen, en voor het feit dat de legkippenstal iets langer gebouwd werd dan oorspronkelijk voorzien. Op het bedrijf met de opfokpoeljen is er nog geen groenscherm aanwezig. Op het legkippenbedrijf is er een gedeeltelijk groenscherm voorzien, het betreft een haag uit cipressen ten westen van de legkippenstal. Aan de voorzijde van de stal zijn er nog diverse groene elementen (die deel uitmaken van de privé-tuin) die het bedrijf afschermen aan de straatkant. Voor beide onderdelen van de MTE werd er een landschapsintegratieplan opgesteld door de Hooibeekhoeve. Voor het legkippenbedrijf wordt voorgesteld om aan de voorzijde van het bedrijf een strakke haag uit beuk aan te leggen. Aan de drie overige zijden van het bedrijf wordt er een gemengde heg met hier en daar een doorgang voor de kippen naar de uitloopzone voorzien (stukken heg van ca. 30 m met uitsparingen van ca. 20 m). Aan de oost- en westzijde wordt voorzien om tussen deze heg en de kippenstal ook een rij hoogstambomen aan te planten (o.a. Winterlinde, Haagbeuk en Veldesdoorn), aan de achterzijde van het bedrijf wordt deze rij hoogstambomen aan de buitenzijde van de heg (o.a. Zomereik, Notelaar en Rode paardenkastanje). Voor de gemengde heg voorziet men het gebruik van soorten als eco-scan bvba M14POUL1_niet technische samenvatting 17

18 Veldesdoorn, Haagbeuk, Inlandse vogelkers, Rode kornoelje en Spork. Voor het bedrijf met de opfokpoeljen wordt aan de drie zijden van de stal voorzien in de aanleg van een gemengde heg met daarin hoogstambomen. De gemengde heg en de hoogstambomen zullen samengesteld worden uit gelijkaardige soorten als bij het legkippenbedrijf. Aan de straatzijde van het bedrijf voorziet men een beukenhaag. Na het voorzien van dit groenscherm zal het bedrijf goed geïntegreerd zijn in het landschap, en is er sprake van een verwaarloosbaar effect inzake visuele hinder. Constructies dienen zoveel mogelijk gebouwd te worden volgens een aantal tips zoals beschreven in de brochure Agrarische architectuur, technisch bekeken (Boussery et al., 2006): streven naar gesloten, compact geheel: de gebouwen vormen een compact geheel in het landschap. De legkippenstal en de opfokpoeljenstal liggen wel wat van elkaar verwijderd, dit omwille van sanitaire redenen; geordende plaatsing van de gebouwen: dit zorgt voor rust en evenwicht in het ontwerp. Bovendien zorgt een overzichtelijke inplanting voor samenhorigheid van de gebouwen op de inrichting. De legkippenstal en de loods op het legkippenbedrijf staan parallel aan elkaar; torensilo s binnen bebouwing houden: alle voedersilo s staan naast de stallen opgesteld. Naast de inplantingsplaats kunnen ook de vormgeving en materialen van de gebouwen een voorname rol spelen in het visuele aspect. Op de inrichting worden een aantal tips (Boussery et al., 2006) gebruikt: gelijke dakhelling gebruiken: de dakhelling van de bedrijfsgebouwen op elk onderdeel van de MTE is op elkaar afgesteld; gebruik van dezelfde materialen en kleuren: de gebouwen zijn gebouwd met gelijkaardige materialen. Op de legkippenstal liggen zonnepanelen; donkere dakstructuur: alle staldaken hebben een donkere kleur; neutraal kleurgebruik torensilo s: de silo s hebben allen dezelfde neutrale kleur; versieringen vermijden: de stallen zijn strak en zonder onnodige versieringen uitgevoerd. Doordat de inrichting verder uitgebreid wordt met bovenstaande tips indachtig, en een groenscherm zal worden aangelegd, zal de inrichting goed geïntegreerd zijn in het landschap Discipline mens Onder de discipline mens kan zowel geurhinder, stofhinder, geluidshinder en verkeershinder geklasseerd worden, alsook andere hinder (ongedierte bv.). Navraag bij de gemeentelijke milieudienst van de Stad Geel gaf aan dat er in het verleden (14 februari 2011) melding gemaakt werd van hinder veroorzaakt door vliegen. Deze melding werd eveneens doorgegeven aan milieu-inspectie. Zij stelden op 22/02/2011 vast dat de hinder zo goed als zeker door de inrichting op adres van Roerdompstraat 1A werd veroorzaakt. Het bedrijf nam vervolgens de nodige maatregelen om het probleem aan te pakken. Sindsdien werden er geen klachten meer geregistreerd m.b.t. tot de betrokken inrichting. Op de MTE worden allerhande producten aan- en afgevoerd. Meestal gebeurt dit met vrachtwagens. Er worden twee verschillende transportroutes gebruikt, een voor de afvoer van de eieren, de soepkippen en de afvoer van de opfokpoeljen; de andere route wordt hoofdzakelijke gebruikt voor de aanvoer van voeders. De eerste route verloopt via de Roerdompstraat naar de Turnhoutseweg (N19), en zo verder naar de E34. De tweede route verloopt via de Roerdompstraat, de Lichtaartseweg, de Kasteelstraat, de Watertorenstraat, de Zavelbosstraat, de Sint-Jobstraat en zo naar de Ringlaan (N153). Beide routes kruisen het fietsroutenetwerk; de tweede route valt gedeeltelijk samen met het fietsroutenetwerk eco-scan bvba M14POUL1_niet technische samenvatting 18

19 (Lichtaartseweg en Kasteelstraat). De eerste route doorkruist op bepaalde onderdelen van het traject woongebied of woongebied met landelijk karakter. Gezien het een gewestweg betreft is deze aangepast aan dit type van vervoer. De tweede route verloopt ook gedeeltelijk doorheen woongebied of woongebied met landelijk karakter, op dit gedeelte van de route bevindt er zich over het grootste deel van het traject een apart fietspad langsheen de rijweg (op verhoogde berm en/of afgescheiden van de rijweg een haag). De gebruikte routes zijn de meest efficiënte en meest aangewezen routes om beide bestemmingen te bereiken, er zijn geen betere alternatieven voorhanden. Wordt gekeken naar het aantal transporten, dan kan vastgesteld worden dat het aantal wekelijkse transporten wijzigt van 8 naar 9. Een gedeelte van de opfokpoeljen zal ingezet worden als legkippen op het legkippenbedrijf en zal dus slechts over korte afstand over de weg getransporteerd moeten worden. Het aantal transporten voor de afvoer van de eieren zal niet wijzigen, er zullen enkel meer eieren per ophaling meegenomen worden. Uit de toetsing van de continue bronnen blijkt dat de maximale score ter hoogte van beide evaluatiepunten 0 bedraagt. Er is sprake van een verwaarloosbaar bijkomend effect. Een toetsing van de incidentele bronnen voor de huidige situatie geeft aan dat de grenswaarde op 200 m van de perceelsgrenzen overschreden wordt gedurende de nachtperiode door het leveren van voeders en de laadklep. Ter hoogte van de dichtstbijzijnde woning worden de grenswaarde voor incidenteel geluid enkel overschreden voor het leveren van de voeders in de avond- en nachtperiode. In de gewenste situatie wordt de grenswaarde op 200 m van de perceelsgrens overschreden gedurende de nachtperiode voor het leveren van voeders en gedurende de avond- en nachtperiode voor de laadklep. Ter hoogte van de dichtstbijzijnde woning is er sprake van een overschrijding door het leveren van voeders in de avond- en nachtperiode; en gedurende de nachtperiode door de laadklep. Door de voorziene wijzigingen op de MTE zal het aantal gehinderden binnen hoog geurgevoelig gebied, dat een gering negatief effect ondervindt, toenemen met elf stuks. Binnen matig geurgevoelig gebied zijn er geen woningen gelegen binnen de verschillende besproken effectzones. In laag geurgevoelig gebied wijzigt het aantal gehinderden in de zone met een gering negatief effect van één naar twee woningen. Binnen de zone met een matig negatief effect zijn er telkens twee woningen gelegen. De wijzigingen voorzien op de MTE zorgen ervoor dat er een afname van de geurconcentratie zal optreden ter hoogten van de aangeduide woningen in laag geurgevoelig gebied. Ter hoogte van de woningen in hoog geurgevoelig gebied worden er geen tot zeer beperkte wijzigingen verwacht. Bij de toetsing van de bijdrage van de MTE aan de PM 10 -stofconcentratie blijkt dat er in de huidige en de gewenste situatie vier zones te onderscheiden zijn. In de zones met een negatief effect zijn er in beide situaties geen woningen gelegen. Daarnaast zijn er in beide situaties ook zones met een matig en een gering negatief effect, waarin in de huidige en gewenste situatie telkens twee woningen gelegen zijn. Inzake PM 2,5 -stof zijn er in de huidige situatie eveneens vier zones te onderscheiden. Er bevinden zich enkel twee woningen, waaronder de bedrijfswoning, in de zone met een gering negatief effect. Naar de toekomst toe zal de PM 2,5 -norm cumulatief gezien niet meer overschreden worden. Er zijn wel nog zones waar de bijdrage van de MTE als negatief, matig negatief of gering negatief aanzien wordt. Enkel in de zone met een gering negatief effect zijn er twee woningen gelegen. In Geel bedraagt de gemiddelde achtergrondstofconcentratie voor PM µg/m³. Binnen de regio waar de bedrijfseigen stofconcentratie hoger is dan 17 µg/m³ kan de norm van 40 µg/m³ dus overschreden worden. Dit is het geval in zowel de huidige als de gewenste situatie, maar binnen deze regio zijn er geen woningen gelegen. Inzake PM 2,5 bedraagt de gemiddelde achtergrondstofconcentratie in Geel µg/m³. Enkel in de huidige situatie wordt de PM 2,5 -norm cumulatief gezien overschreden, in deze zone bevinden zich ook geen woningen. eco-scan bvba M14POUL1_niet technische samenvatting 19

20 Worden de richtwaarden voor fijn stof vooropgesteld door de WGO in beschouwing genomen, dan kan vastgesteld worden dat zowel voor PM 10 als voor PM 2,5 de richtwaarden respectievelijk 20 en 10 µg/m³ reeds door de achtergrondconcentratie overschreden worden Samenvatting van de effecten In onderstaande tabel wordt een samenvatting gegeven van alle effecten per discipline. Tabel 1 Samenvatting effecten deelaspect onderdeel effectbeoordeling LUCHT geur afstandsregels geen of verwaarloosbaar effect individueel bedrijf (MTE) HOOG GEURGEVOELIG GEBIED 14 woningen in de zone met een gering negatief effect (elf bijkomende woningen) MATIG GEURGEVOELIG GEBIED geen gehinderden in beide situaties, verwaarloosbaar effect LAAG GEURGEVOELIG GEBIED twee woningen in de zone met een gering negatief effect (één bijkomende woning) twee woningen in de zone met een matig negatief effect in beide situaties stof PM 10 (jaargemiddelde) gering negatief effect ter hoogte van twee woningen in de huidige en de gewenste situatie matig negatief effect ter hoogte van twee woningen, waaronder de bedrijfswoning, in de huidige en de gewenste situatie PM 10 (jaargemiddeld): cumulatief (gemeente + bedrijf) negatief effect in beide situaties, maar geen woningen gelegen in de zone van overschrijding BODEM PM 2,5 (jaargemiddeld): individueel bedrijf PM 2,5 (jaargemiddeld): cumulatief (gemeente + bedrijf) gering negatief effect ter hoogte van de twee woningen, waaronder de bedrijfswoning, in de huidige en gewenste situatie negatief effect in de huidige situatie, maar geen woningen gelegen in deze zone geen effect in de gewenste situatie bodemverontreiniging door opslag opslag geen of een verwaarloosbaar effect eco-scan bvba M14POUL1_niet technische samenvatting 20

21 deelaspect onderdeel effectbeoordeling risicostoffen effecten op bodemprocessen door verzuring en vermesting bodemverstoring door aanleg verhardingen, graafwerkzaamheden WATER bodemonderzoek mestafzet mestopslag verzurende en vermestende depositie bodemverlies geen uitspraak mogelijk geen beoordeling geen effect zie discipline fauna en flora geen of verwaarloosbaar effect bronbemaling daling grondwatertafel door grondwaterwinning overmatig waterverbruik beperking infiltratiecapaciteit vermestende invloed lozing afvalwater FAUNA EN FLORA verstoring omliggende grondwaterwinningen verstoring omliggende grondwaterwinningen overmatig waterverbruik soort water peilputten bedrijfsafvalwater huishoudelijk afvalwater geen of verwaarloosbaar effect geen of verwaarloosbaar effect geen of verwaarloosbaar effect negatief effect bij de legkippen, maar gemotiveerd geen of verwaarloosbaar effect geen uitspraak mogelijk, niet wettelijk verplicht geen of verwaarloosbaar effect geen of verwaarloosbaar effect direct ecotoopverlies verzurende depositie vermestende depositie permanent of tijdelijk geen of verwaarloosbaar effect binnen aandachtsgebied (VEN-gebied) H: zeer significant negatief T: zeer significant negatief binnen aandachtsgebied (bos-, parken natuurgebied volgens gewestplan) H: matig negatief effect T: negatief effect buiten aandachtsgebied H: zeer significant negatief T: zeer significant negatief binnen aandachtsgebied (VEN-gebied) H: zeer significant negatief T: zeer significant negatief binnen aandachtsgebied (bos-, parken natuurgebied volgens gewestplan) H: matig negatief effect T: negatief effect buiten aandachtsgebied eco-scan bvba M14POUL1_niet technische samenvatting 21

22 deelaspect onderdeel effectbeoordeling H: zeer significant negatief T: zeer significant negatief verdroging door bemaling en/of grondwaterwinning verwaarloosbaar effect rustverstoring verwaarloosbaar effect LANDSCHAP, BOUWKUNDIG ERFGOED EN ARCHEOLOGIE het landschap als relatiesysteem erfgoedaspecten perceptieve aspecten GELUID EN TRILLINGEN inschatting van effecten veroorzaakt door aanwezigheid stallen (bedrijf) bouwkundig erfgoed archeologie inschatting effect groenscherm geen of verwaarloosbaar effect geen of verwaarloosbaar effect geen of verwaarloosbaar effect H: negatief effect T: geen of verwaarloosbaar effect geluidshinder continue bronnen (ventilatie) verwaarloosbaar bijkomend effect MENS incidentele bronnen klachten klachtenregistratie negatief effect H: overschrijding van de grenswaarde door de laadklep en de voerdersilo s gedurende de nachtperiode op 200 m van de perceelsgrenzen; overschrijding van de grenswaarde door het vullen van de voedersilo s gedurende de avond- en nachtperiode ter hoogte van de dichtstbijzijnde woning T: overschrijding grenswaarde op 200 m van de perceelsgrenzen in de nachtperiode door het vullen van de voerdersilo s, en overschrijding grenswaarde gedurende avond- en nachtperiode door de laadklep overschrijding grenswaarde ter hoogte van dichtstbijzijnde woning gedurende avond- en nachtperiode voor het leveren van voeders, en tijdens de nachtperiode door de laadklep transport verkeerssituatie gering negatief effect geluidshinder continue bronnen verwaarloosbaar bijkomend effect incidentele bronnen H: overschrijding van de grenswaarde door de laadklep en de voerdersilo s gedurende de nachtperiode op 200 m van de perceelsgrenzen; overschrijding van de grenswaarde door het vullen eco-scan bvba M14POUL1_niet technische samenvatting 22

23 deelaspect onderdeel effectbeoordeling van de voedersilo s gedurende de avond- en nachtperiode ter hoogte van de dichtstbijzijnde woning T: overschrijding grenswaarde op 200 m van de perceelsgrenzen in de nachtperiode door het vullen van de voerdersilo s, en overschrijding grenswaarde gedurende avond- en nachtperiode door de laadklep overschrijding grenswaarde ter hoogte van dichtstbijzijnde woning gedurende avond- en nachtperiode voor het leveren van voeders, en tijdens de nachteperiode door de laadklep geur afstandsregels geen of verwaarloosbaar effect individueel bedrijf HOOG GEURGEVOELIG GEBIED 14 woningen in de zone met een gering negatief effect (elf bijkomende woningen) MATIG GEURGEVOELIG GEBIED geen gehinderden in beide situaties, verwaarloosbaar effect LAAG GEURGEVOELIG GEBIED twee woningen in de zone met een gering negatief effect (één bijkomende woning) twee woningen in de zone met een matig negatief effect in beide situaties stof PM 10 (jaargemiddeld): MTE gering negatief effect ter hoogte van twee woningen in de huidige en de gewenste situatie matig negatief effect ter hoogte van twee woningen, waaronder de bedrijfswoning, in de huidige en de gewenste situatie PM 10 (jaargemiddeld): cumulatief (gemeente + MTE) negatief effect in beide situaties, maar geen woningen gelegen in de zone van overschrijding PM 2,5 (jaargemiddeld): MTE gering negatief effect ter hoogte van de twee woningen, waaronder de bedrijfswoning, in de huidige en gewenste situatie PM 2,5 (jaargemiddeld): cumulatief (gemeente + MTE) negatief effect in de huidige situatie, maar geen woningen gelegen in deze zone geen effect in de gewenste situatie eco-scan bvba M14POUL1_niet technische samenvatting 23

24 5 Milderende maatregelen Discipline lucht Genomen maatregelen Op de MTE wordt reeds gebruik gemaakt van meerfasige voeders. De leghennen worden gevoederd via een vier-fasig voederschema en de opfokpoeljen krijgen drie verschillende voeders. Door het voeder zoveel mogelijk te gaan aanpassen aan de voedingsbehoefte van de dieren, zal ook de voederconversie optimaal gaan gebeuren, waardoor er een efficiënter N-gebruik zal zijn en er een reductie in de uitscheiding van stikstof en geurcomponenten zal optreden. Deze voeders zijn beter afgestemd op de specifieke behoefte van het dier in die bepaalde periode. Het toepassen van precisievoeding wordt ook als Best Beschikbare Techniek beschouwd. Hier kunnen dan ook geen bijkomende maatregelen voorgesteld worden, want de inrichting maakt hiervan reeds gebruik. Om de emissie van ammoniak naar de lucht te beperken worden ammoniakemissiearme stalsystemen toegepast (terug te vinden in de lijst van stalsystemen voor ammoniakemissiereductie Ministerieel besluit van 19/03/2004 bijlage I. Belgische Staatsblad ). Hierbij blijft een goede bedrijfsvoering echter nog steeds van essentieel belang. Op het legkippenbedrijf wordt het AEAsysteem P-4.3 (volièrehuisvesting voor legkippen) toegepast. In de gewenste situatie zal op deze stal bovendien een stofbak voorzien worden. Door het voorzien van een stofbak zal de uitgaande lucht verticaal uitgestoten worden, waardoor een snellere verdunning uitgestoten stallucht optreedt (betere en krachtige menging met omgevingslucht). Er zijn nog geen cijfers gekend omtrent stofreductie door het toepassen van dergelijke stofbak. Bij de modellering en berekening werden dan ook geen reducties in hoeveelheid emissie in rekening gebracht. In de vergunning van het het bedrijf met de opfokpoeljen wordt aangegeven dat er gebruik gemaakt moet worden van een verfijning van het stalsysteem P-2.1, een volièresysteem voor opfokpoeljen. Het systeem werd vergund als volgt roosters in drie etages, en een roosteroppervlak van minstens 65 % van de leefruimte. Dit systeem heeft een ammoniakemissie van 0,03 kg NH 3 /d.j. Tijdens de bouw van de opfokstal, werd het systeem nog net iets anders uitgevoerd, waardoor er nu gewerkt wordt met een systeem P-2.1 waarbij er minstens % van de leefruimte uit roostervloer bestaat, met daaronder een mestband met 0,3 m³/uur mestbandbeluchting. De mestbanden dienen bij deze uitvoering minstens tweemaal per week afgedraaid te worden, en de roosters moeten minstens in twee etages uitgevoerd zijn. Dit laatste systeem heeft een ammoniakemissie van 0,023 kg NH 3 /d.j Verdere mogelijkheden Gezien er maatregelen voorgesteld worden in het kader van de discipline Fauna en Flora (5.1.5), wordt hieronder nagegaan in welke mate deze de bekomen resultaten inzake geur en fijn stof zullen beïnvloeden. Er werd voorgesteld om bijkomend een stofbak (uitstoothoogte 7 m) te voorzien op de stal met de opfokpoeljen, en verder wordt er rekening gehouden met het gebruik van laag eiwitvoer bij de leghennen (10 % ammoniakreductie) (details over deze maatregel worden weergegeven in hoofdstuk ). Indien we rekening houden met deze maatregel dan wijzigt de ammoniakemissie op de MTE kg NH 3 /jaar naar kg NH 3 /jaar. De gewijzigde verzurende en vermestende depositie wordt besproken onder De voorziene maatregelen hebben geen invloed op geur- en stofemissie maar het gebruik van de stofbak zorgt wel voor een ander verspreidingspatroon van de uitgaande stallucht. eco-scan bvba M14POUL1_niet technische samenvatting 24

25 Bij het voorzien van een tweede stofbak op de MTE zal het aantal woningen in hoog geurgevoelig gebied dat in de zone met een gering negatief effect gelegen is wijzigen naar zeven stuks (vier meer dan in de huidige situatie). Binnen laag geurgevoelig gebied zijn er nog steeds twee woning gelegen in de zone met een gering negatief effect, en binnen de regio met een matig negatief effect zal er één woning minder komen te liggen in vergelijking met de huidige situatie. Bij het voorzien van een stofbak op het opfokpoeljen bedrijf zal zorgt dat er nog één woning gelegen is in de zone met een matig negatief effect voor PM 10 (één minder dan in de huidige situatie), en drie woningen in de zone met een gering negatief effect (één meer dan in de huidige situatie). Bij het voorzien van deze maatregel, wordt de norm voor PM 10 ook niet meer overschreden. Er zullen geen woningen meer gelegen zijn in de verschillende afgebakende effectzones voor PM 2, Discipline bodem Er is geen bodemonderzoek nodig in de huidig vergunde en de gewenste situatie. De stallen werden zodanig gebouwd dat er geen inspoeling naar het grondwater of afspoeling van mestdeeltjes naar het oppervlaktewater of de openbare riolering mogelijk is. Door het rein houden van de verharde oppervlakken op de inrichting wordt voorkomen dat het afspoelingswater (na regenval) bevuild wordt met mestresten. Enkele maatregelen zijn getroffen om de risico s op bodemverontreiniging tot een absoluut minimum te beperken: er zijn gecontroleerde opslagtanks (stookolie,...) op het bedrijf aanwezig; de bovengrondse tanks zijn dubbelwandig of ingekuipt Discipline water Op het bedrijf zijn er een aantal maatregelen genomen of zullen er een aantal maatregelen getroffen worden om de verstoring van de waterhuishouding tot een minimum te beperken: het hemelwater kan vrij infiltreren op de onverharde stukken naast het bedrijfsterrein; de stallen worden gereinigd met een hogedrukreiniger, wat het waterverbruik gevoelig laat dalen; Volgende tips kunnen ook belangrijk zijn voor een duurzaam watergebruik op bedrijfsniveau: herstel lekken zo snel mogelijk en laat het water niet onnodig lopen; gebruik goede drinkbakken, -nippels en dergelijke. Vermijd mors- en lekverliezen,... Deze maatregelen van goede praktijk worden ook op de inrichting zo veel mogelijk toegepast. Het gebruik van grondwater dient beperkt te blijven en het gebruik van grondwater zou enkel toegelaten mogen worden voor drinkwater- en voedselvoorziening en andere doeleinden waarvoor grondwater met een betrouwbare kwaliteit nodig is uit het oogpunt van volks- en dierengezondheid. Er dient op gewezen te worden dat het kwaliteitsvolle grondwater zo min mogelijk gebruikt mag worden voor andere toepassingen waar geen kwaliteitsvol water noodzakelijk is (vb. reinigingswater,...). De stallen waarin de legkippen gehuisvest worden, worden steeds droog gereinigd uitgezonderd wanneer er besmettelijke ziektes vastgesteld worden. Op het opfokpoeljenbedrijf wordt er gebruik gemaakt van regenwater voor het reinigen van de stallen. Het reinigen van het eierlokaal gebeurt momenteel met grondwater. Aangezien er met voedingsmiddelen gewerkt wordt, is het niet aangeraden om het eierlokaal (en de eierbanden die erin toekomen) te reinigen met regenwater. eco-scan bvba M14POUL1_niet technische samenvatting 25

26 5.1.4 Discipline geluid en trillingen Gezien er een verwaarloosbaar bijkomend effect geldt inzake continue bronnen en er nooit geluidsklachten werden geuit tegenover het bedrijf, wordt het niet nodig geacht om bijkomende milderende maatregelen voor te stellen inzake continue geluidsbronnen. Wat incidentele bronnen betreft worden overschrijdingen vastgesteld tijdens de avond- en nachtperiode. Om de geluidsoverlast (van zowel continue als incidentele bronnen) voor omwonenden zoveel mogelijk te vermijden heeft de exploitant momenteel al een aantal maatregelen getroffen: het vullen van de voedersilo s vindt overdag plaats; de ventilatoren worden zo min mogelijk in werking gesteld, en dit gebeurt computergestuurd; Het laden en lossen gebeurt bij voorkeur overdag, maar dat is praktisch minder haalbaar, gezien de dieren s nachts rustiger zijn. Er wordt verder aangeraden om bij het laden en lossen van de dieren gebruik te maken van een laadklep met een rubberen stootkussen en van een elektrische lift, of van vrachtwagens die uitgerust zijn met een elektrische klep. Het wordt aangeraden om de vrachtwagens niet stationair te laten draaien op het bedrijf Discipline fauna en flora Genomen maatregelen Hierbij moet voornamelijk gedacht worden aan maatregelen die verhinderen dat ammoniak uit de stallen in de omgevingslucht vrijgesteld wordt. Op het legkippenbedrijf wordt het AEA-systeem P-4.3 (volièrehuisvesting voor legkippen) toegepast. In de gewenste situatie zal op deze stal bovendien een stofbak voorzien worden. Een stofbak zorgt er voor dat de uitgaande lucht krachtig verticaal gestuwd wordt, waardoor een betere en krachtigere menging met de omgevingslucht optreedt. Op het bedrijf met de opfokpoeljen wordt er momenteel gebruik gemaakt van een verfijning van het stalsysteem P- 2.1, een volièresysteem voor opfokpoeljen. Het systeem werd vergund als volgt roosters in drie etages, en een roosteroppervlak van minstens 65 % van de leefruimte. Dit systeem heeft een ammoniakemissie van 0,03 kg NH 3 /d.j. Tijdens de bouw van de opfokstal, werd het systeem nog net iets anders uitgevoerd, waardoor er nu gewerkt wordt met een systeem P-2.1 waarbij er minstens % van de leefruimte uit roostervloer bestaat, met daaronder een mestband met 0,3 m³/uur mestbandbeluchting. De mestbanden dienen bij deze uitvoering minstens tweemaal per week afgedraaid te worden, en de roosters moeten minstens in twee etages uitgevoerd worden. Dit laatste systeem heeft een ammoniakemissie van 0,023 kg NH 3 /d.j. Op de MTE wordt reeds gebruik gemaakt van meerfasige voeders. De leghennen worden gevoederd via een vier-fasig voederschema en de opfokpoeljen krijgen drie verschillende voeders. Door het voeder zoveel mogelijk te gaan aanpassen aan de voedingsbehoefte van de dieren, zal ook de voederconversie optimaal gaan gebeuren, waardoor er een efficiënter N-gebruik zal zijn en er een reductie in de uitscheiding van stikstof en geurcomponenten zal optreden Verdere mogelijkheden Gezien er sprake is van (significant) negatieve effecten werd er onderzocht welke mogelijke maatregelen er verder nog toegepast zouden kunnen worden op de MTE. Er wordt voorgesteld om bijkomend een stofbak (uitstoothoogte 7 m) te voorzien op de stal met de opfokpoeljen, en verder wordt er rekening gehouden met het gebruik van laag eiwitvoer bij de leghennen (10 % ammoniakreductie). De voorgestelde voedermaatregel houdt in dat het eiwitgehalte ten opzichte van eco-scan bvba M14POUL1_niet technische samenvatting 26

27 de huidige standaard verlaagd wordt met een minimum van 15 g/kg voor leghennen. Verlaging van het eiwitgehalte in het voer zorgt er bij pluimvee voor dat er een lagere urinezuuruitscheiding in de mest zal optreden. Verder zorgt het verlagen van het eiwitgehalte vaak voor een lagere wateropname en drogere mest, wat de omzetting van stikstof naar ammoniake beïnvloedt. Roberts et al. (2007) vonden in een proef met leghennen dat voor iedere procent daling van het ruw eiwitgehalte de stikstofuitscheiding met ca. 10% gereduceerd werd. Voor leghennen worden de standaard ruw eiwitgehalten in het voeder als volgt omschreven: weken: 17,5% ruw eiwit weken: 18,0% ruw eiwit weken: 19,6% ruw eiwit weken: 18,4% ruw eiwit > 65 weken: 17,8 % ruw eiwit De voederleverancier van de MTE heeft aangegeven dat het mogelijk is om voeders aan te leveren die voor elk traject minstens 15 g/kg minder eiwit bevatten dan de standaard. De verlaging in ammoniakemissie wordt bekomen door een verminderde stikstofuitscheiding en drogere mest. Momenteel is men bij het IVLO bezig met een literatuurstudie naar het gebruik van aanvullende technieken en/of strategieën om de ammoniakemissie vanuit de landbouwsector te reduceren. Het verlagen van het ruw eiwit gehalte in het voer wordt op deze voorlopige lijst naar voren geschoven als een goed onderzochte, praktijkrijpe maatregel. Toepassing van deze maatregel houdt echter wel in dat de samenstelling en hoeveelheid van het geleverde voer geregistreerd en opgevolgd moet worden. Ook dienen er certificaten beschikbaar te zijn waarop het ruw eiwitgehalte van de geleverde en gebruikte voerders vermeld staat. Opvolging van het gebruik van deze maatregel kan dan gebeuren aan de hand van de afgeleverde attesten van de voederfabrikant. Indien we rekening houden met deze maatregel dan wijzigt de ammoniakemissie op de MTE kg NH 3 /jaar naar kg NH 3 /jaar. Rekening houdend met deze nieuwe inputparameters kan er een nieuwe modellering met IFDM opgemaakt worden om na te gaan in welke mate de verzurende en vermestende depositie zal wijzigen. Toepassing van deze maatregel zorgt binnen het VEN-gebied niet voor een verschuiving van de voorspelde effectklassen. Ten opzichte van de gewenste situatie wordt er wel een daling van de verzurende depositie verwacht. Ter hoogte van het meest belaste element, 9190, daalt de verzurende depositie zeer aanzienlijk. Dezelfde conclusie kan getrokken worden voor de onderzochte elementen binnen bos-, park- en natuurgebied. De depositie daalt, maar er treedt geen wijziging van effectklasse op. Ook buiten aandachtsgebied kan wordt dezelfde trend verwacht. Het voorziene alternatief zorgt ervoor dat de depositie zal afnemen t.o.v. de gewenste situatie, maar zorgt niet voor een aanzienlijke wijziging van de verwachte effecten. Enkel ter hoogte van 9190 wordt er een aanzienlijke daling van de verzurende depositie en de daaraan gekoppelde bijdrage aan de kritische last verwacht. Voor vermesting worden dezelfde trends waargenomen binnen de aandachtsgebieden, een daling van de depositie maar geen verschuiving van de voorspelde effectklasse. Buiten aandachtsgebied is er nog steeds sprake van aanzienlijke bijdragen of overschrijdingen van de kritische lasten vermesting. Door het nemen van de maatregelen wordt er wel een aanzienlijke daling van de bijdrage aan de kritische lasten voorspeld ter hoogte van de zwaarste belaste elementen. Ter hoogte van het VEN-gebied resulteert dit voor het habitat 9190 in een daling van de bijdrage aan de kritische last van respectievelijk 199 % naar 66 % (verzuring) en van 353 % naar 118 % (vermesting). Andere mogelijke eco-scan bvba M14POUL1_niet technische samenvatting 27

28 AEA-stalsystemen voor legkippen hebben een hogere ammoniakemissie, of maken ofwel gebruik van doorgedreven beluchting in de stallen. Deze zijn niet enkel duur in de aanschaf, maar brengen ook een zeer hoge blijvende energiekost met zich mee Discipline landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie De uitbaters zullen op basis van het landschapsintegratieplan dat opgemaakt werd een groenscherm aanleggen, om zo de visuele hinder voor de omgeving te beperken en het bedrijf te integreren in het landschap. Dit is tot op heden nog niet gebeurd omdat de bouwwerken voor de legkippenstal nog maar net afgerond zijn. Eenmaal het groenscherm aangelegd en uitgegroeid is, zal er een goede integratie zijn van het bedrijf en zal de visuele hinder beperkt worden. Dit groenscherm dient goed onderhouden te worden en indien nodig dienen afgestorven delen opnieuw aangeplant te worden. Er worden voorts geen te nemen maatregelen voorgesteld Discipline mens Inzake het aantal transporten worden zoveel mogelijk nodeloze transporten vermeden. Inzake de gebruikte transportroute is er sprake van een gering negatief effect in beide situaties. Hiervoor zijn geen alternatieven voorhanden. Door het voorzien van een nageschakelde mestdroger op de legkippenstal, zal de mest gedroogd worden tot een DS-gehalte van 85 %. Door het hoge drogestofgehalte zullen larven van vliegen niet meer kunnen ontwikkelen in de mest, en de regelmatige afvoer van de mest wordt de kans op het onstaan van vliegenplagen geminimaliseerd. Voor de mogelijke milderende maatregelen inzake geur-, stof- en geluidshinder wordt verwezen naar de discipline lucht en de discipline geluid eco-scan bvba M14POUL1_niet technische samenvatting 28

29 6 Conclusie Bij uitbreiding van de MTE dient er met de volgende effecten rekening gehouden te worden: de totale geuremissie door het bedrijf zal toenemen van ou E /s naar ou E /s; omdat de MTE geen deel uitmaakt van een bronnencluster, dient er afgetoetst te worden aan kader voor geïsoleerde bedrijven. Het aantal gehinderden binnen hoog geurgevoelig gebied, dat een gering negatief effect ondervindt, zal toenemen met elf stuks. Binnen matig geurgevoelig gebied zijn er geen woningen gelegen binnen de afgebakende besproken effectzones. In laag geurgevoelig gebied wijzigt het aantal gehinderden in de zone met een gering negatief effect van één naar twee woningen. Binnen de zone met een matig negatief effect zijn er telkens twee woningen gelegen; de totale ammoniakemissie ten gevolge van de uitbating van de MTE bedraagt in de huidige situatie kg/jaar, in de gewenste situatie zal deze emissie toenemen tot kg/jaar; uit de IFDM-output blijkt dat verzurende en de vermestende depositie en aldus de bijdrage aan de kritische lasten zal toenemen; binnen de aandachtsgebieden, VEN-gebied en bos-, park- en natuurgebied volgens het gewestplan, is er in de huidige en gewenste situatie maximaal sprake van een zeer significant negatief effect. Buiten aandachtsgebied is er eveneens sprake van een zeer significant negatief effect in de huidige en de gewenste situatie; er vindt geen bijkomende verstoring van de landschappelijke erfgoedwaarde en/of beschermde entiteiten plaats, dus er is geen of een verwaarloosbaar effect. In de gewenste situatie zal er een groenscherm aangelegd worden rondom de onderdelen van de MTE; uit de toetsing van de continue bronnen blijkt dat de score maximaal 0 (verwaarloosbaar effect) bedraagt, zowel ter hoogte van de dichtstbijzijnde woningen als op 200 m van de perceelsgrens, en dit in beide situaties. Er worden aldus geen bijkomende effecten verwacht; een toetsing van de incidentele bronnen wordt geeft aan dat in de huidige situatie de grenswaarde op 200 m van de perceelsgrenzen overschreden wordt gedurende de nachtperiode door het leveren van voeders en de laadklep. Ter hoogte van de dichtstbijzijnde woning wordt de grenswaarde voor incidenteel geluid enkel overschreden voor het leveren van de voeders in de avond- en nachtperiode. In de gewenste situatie wordt eveneens de grenswaarde op 200 m van de perceelsgrens, gedurende de nachtperiode overschreden voor het leveren van voeders en gedurende de avond- en nachtperiode voor de laadklep. Ter hoogte van de dichtstbijzijnde woning is er sprake van een overschrijding door het leveren van voeders in de avond- en nachtperiode; en gedurende de nachtperiode door de laadklep; door de aangevraagde uitbreiding wijzigt de totale stofemissie van naar kg per jaar voor PM 10 -stof en van naar kg per jaar voor PM 2,5 -stof. Het aantal gehinderden in de verschillende zones die afgebakend werden voor PM 10 en PM 2,5 zal niet wijzigen door de aangevraagde uitbreiding. Wat betreft PM 10 zijn er in beide situaties telkens twee woningen gelegen in de zone waar er een gering negatief en een matig negatief effect geldt. Voor PM 2,5 zijn er telkens twee woningen gelegen in de zone met een gering negatief effect. De norm voor PM 10 wordt, rekening houdend met de gemeentelijke achtergrond, in beide situaties overschreden maar in deze zone zijn er geen woningen gelegen. De norm voor PM 2,5 wordt enkel in de huidige situatie overschreden, en ook hier zijn geen woningen gelegen; op basis van theoretische kengetallen kan vastgesteld worden dat de gevraagde uitbreiding van de grondwaterwinning tot m³/j binnen iets hoger ligt dan de VMM/LNE-cijfers en de BBT-cijfers ligt; in de huidige situatie wordt er gebruik gemaakt van grondwater als drinkwater voor de dieren en in het huishouden. De legkippenstallen worden vnl. droog gereinigd, enkel tijdens periodes van ziektes wordt er nat gereinigd met grondwater. Op het bedrijf met de opfokpoeljen gebruikt men regenwater om de stal te reinigen; eco-scan bvba M14POUL1_niet technische samenvatting 29

30 naarmate meer dieren op het bedrijf gehouden worden, zal het aantal wekelijks transporten toenemen van 8 naar 9. Door toepassing van een aantal milderende maatregelen worden de mogelijke effecten gekoppeld aan de gewenste situatie te Geel zo goed als mogelijk volgens de best beschikbare technieken beperkt tot de aanvaardbare hinder door zulke inrichtingen teweeg gebracht. De belangrijkste maatregelen zijn: het gebruik van ammoniakemissiearme stalsystemen op het bedrijf met de opfokpoeljen en met de leghennen, daarnaast wordt de leghennen stal ook voorzien van een stofbak. De stofbak zorgt niet voor een daling van de voorziene emissies uit deze stal, maar zorgt voor een gewijzigd verspreidingspatroon van de uitgestoten stallucht. Door een betere menging van de uitgaande stallucht met de omgevingslucht zal er wel verdunning optreden. Door het voorzien van een nageschakelde mestdroger op het legkippenbedrijf kan er een stofemissiereductie van 30 % doorgerekend worden; de dieren krijgen aangepast (meerfasig) voeder toegediend, zodat de ammoniak- en geuremissie beperkt wordt; de theoretische geluidsberekening zal een overschatting van de werkelijkheid zijn. Wat incidentele bronnen betreft worden overschrijdingen vastgesteld tijdens de avond- en nachtperiode. Om de geluidsoverlast (van zowel continue als incidentele bronnen) voor omwonenden zoveel mogelijk te vermijden heeft de exploitant momenteel al een aantal maatregelen getroffen. Het vullen van de voedersilo s vindt overdag plaats, en de ventilatoren worden zo min mogelijk in werking gesteld, en dit gebeurt computergestuurd. Het laden en lossen gebeurt bij voorkeur overdag, maar dat is praktisch minder haalbaar, gezien de dieren s nachts rustiger zijn. Er wordt verder aangeraden om bij het laden en lossen van de dieren gebruik te maken van een laadklep met een rubberen stootkussen en van een elektrische lift, of van vrachtwagens die uitgerust zijn met een elektrische klep. Het wordt aangeraden om de vrachtwagens niet stationair te laten draaien op het bedrijf; naar de toekomst toe worden beide onderdelen van de MTE voorzien van een groenscherm. Verdere mogelijke maatregelen zijn: het aanvullend voorzien van een stofbak (op de stal met de opfokpoeljen, en rekening houden met het gebruik van laag eiwitvoer bij de leghennen (10 % ammoniakreductie). Toepassing van deze maatregel zorgt ervoor dat het bijkomend aantal gehinderen lager is in vergelijking met de oorspronkelijk aangevraagde situatie. Wat betreft PM 2,5 -stof zullen er geen gehinderden meer gelegen zijn in de afgebakende hinderzones. Voor PM 10 -stof zal de norm cumulatief gezien niet meer overschreden worden. Er zijn wel in totaal nog steeds vier woningen gelegen in de verschillende hinderzones, maar er één woning verschuift naar de zone van de zone met een matig negatief effect naar de zone met een gering negatief effect. Ter hoogte van de aangeduide habitats binnen en buiten aandachtsgebied treedt er een daling van de depositie op, maar deze uit zich niet in een verschuiving van effectklasse. Ter hoogte van de zwaarste belaste elementen is er nog steeds sprake van (zeer) significant negatieve effecten, maar wordt er wel een aanzienlijke daling van de bijdrage aan de kritische lasten gerealiseerd. Met de volledige uitwerking van dit dossier werd getracht om voldoende en volledige informatie aan te reiken om het aspect milieu een volwaardige plaats te geven bij de besluitvorming. eco-scan bvba M14POUL1_niet technische samenvatting 30

31 7 Bijlagen Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5 Bijlage 22 Topografische kaart van België Stratenatlas a) Luchtfoto van de inrichting b) Luchtfoto bedrijf in de ruime omgeving Gewestplan Biologische waarderingskaart eco-scan bvba M14POUL1_niet technische samenvatting 31

32 ± Bijlage 2: Topografische kaart Legende cirkel 1 km contour Milieutechnische eenheid Kilometers

33 ± Bijlage 3: Stratenplan Legende contour Milieutechnische eenheid # Evaluatiepunten Kilometers

34 ± Bijlage 4a: Orthofoto milieutechnische eenheid Kilometers

35 ± Bijlage 4b: Orthofoto milieutechnische eenheid en ruime omgeving Legende contour Milieutechnische eenheid Kilometers

36 N R P T ± Bijlage 5: Gewestplan Legende cirkel 1 km woonuitbreidingsgebieden natuurgebieden met wetenschappelijke waarde of natuurreservaten ambachtelijke bedrijven en kmo's contour Milieutechnische eenheid gebieden voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut bosgebieden bestaande waterwegen HOOFDCODE parkgebieden agrarische gebieden woongebieden bufferzones landschappelijk waardevol agrarische gebieden woongebieden met landelijk karakter natuurgebieden agrarische gebieden met ecologisch belang Kilometers

37 ± Bijlage22: Biologische waarderingskaart Legende contour Milieutechnische eenheid minder waardevol met waardevolle elementen waardevol cirkel 1 km minder waardevol met zeer waardevolle elementen waardevol en zeer waardevolle elementen minder waardevol minder waardevol en zeer waardevolle elementen zeer waardevol Kilometers

Deel 10. Niet-technische samenvatting PRMER-0018

Deel 10. Niet-technische samenvatting PRMER-0018 Deel 10. Niet-technische samenvatting PRMER-0018 10.1 Ruimtelijke situering Het bedrijf is gelegen aan de Statiestraat 56 te Dentergem. Volgens het kadastraal plan bevindt het bedrijf zich op volgende

Nadere informatie

Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van een bestaand pluimveebedrijf te Sint-Gillis-Waas tot slachtkippen. Niet Technische Samenvatting

Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van een bestaand pluimveebedrijf te Sint-Gillis-Waas tot slachtkippen. Niet Technische Samenvatting Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van een bestaand pluimveebedrijf te Sint-Gillis-Waas tot 199.500 slachtkippen MER (PR0730) Niet Technische Samenvatting eco-scan bvba Jan Zaman Industrieweg 114H Eeckbergstraat

Nadere informatie

niet-technische samenvatting MER

niet-technische samenvatting MER MER Uitbreiding en hernieuwing van een bestaande pluimveehouderij tot 121.000 legkippen Brabantstraat 77 8850 Ardooie niet-technische samenvatting MER 10BELL1_MER, maart 2011 farmer bvba 10BELL1_niet-technische

Nadere informatie

Uitbreiding van het pluimveebedrijf Ria Gilops te Brecht. Aanmelding/ontwerp-MER: Niet-technische samenvatting 2017_ES_000103_NTS

Uitbreiding van het pluimveebedrijf Ria Gilops te Brecht. Aanmelding/ontwerp-MER: Niet-technische samenvatting 2017_ES_000103_NTS Uitbreiding van het pluimveebedrijf Ria Gilops te Brecht Aanmelding/ontwerp-MER: Niet-technische samenvatting 2017_ES_000103_NTS Colofon Opdrachtgever: Ria Gilops Eester 7 (projectlocatie Oostmalsebaan

Nadere informatie

Ontheffing tot het opstellen van een MER

Ontheffing tot het opstellen van een MER Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid, Dienst Mer Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL Tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Ontheffing

Nadere informatie

Milieutechnische eenheid Krespo bvba en Patrick Vanderheyden: Uitbreiding en hernieuwing tot een totaal van 3.450 varkens

Milieutechnische eenheid Krespo bvba en Patrick Vanderheyden: Uitbreiding en hernieuwing tot een totaal van 3.450 varkens Milieutechnische eenheid Krespo bvba en Patrick Vanderheyden: Uitbreiding en hernieuwing tot een totaal van 3.450 varkens MER (PR0684) Niet Technische Samenvatting eco-scan bvba Krespo bvba / Vanderheyden

Nadere informatie

Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van het gemengd veeteeltbedrijf Danny Delcroix te Essen Kennisgeving/ontwerp-MER: Niet-technische Samenvatting

Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van het gemengd veeteeltbedrijf Danny Delcroix te Essen Kennisgeving/ontwerp-MER: Niet-technische Samenvatting Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van het gemengd veeteeltbedrijf Danny Delcroix te Essen Kennisgeving/ontwerp-MER: Niet-technische Samenvatting 2016_ES_000260_nts Inhoudsopgave Colofon 2 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Uitbreiding en wijziging van een gemengd veeteeltbedrijf te Wingene tot varkens en stuks pluimvee

Uitbreiding en wijziging van een gemengd veeteeltbedrijf te Wingene tot varkens en stuks pluimvee Uitbreiding en wijziging van een gemengd veeteeltbedrijf te Wingene tot 2.930 varkens en 30.800 stuks pluimvee MER NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING eco-scan bvba De Brabandere Wingene NV Industrieweg 114H

Nadere informatie

Uitbreiding en hernieuwing milieutechnische eenheid Louwagie Stefan Louwagie-Derycke te Poperinge

Uitbreiding en hernieuwing milieutechnische eenheid Louwagie Stefan Louwagie-Derycke te Poperinge Uitbreiding en hernieuwing milieutechnische eenheid Louwagie Stefan Louwagie-Derycke te Poperinge Aanmelding/ontwerp-MER Niet Technische Samenvatting 2017_ES_000196 Colofon Opdrachtgever: Stefan Louwagie

Nadere informatie

Verandering en vroegtijdige hernieuwing van een varkenshouderij. Niet Technische Samenvatting

Verandering en vroegtijdige hernieuwing van een varkenshouderij. Niet Technische Samenvatting Verandering en vroegtijdige hernieuwing van een varkenshouderij MER (PR0708) Niet Technische Samenvatting eco-scan bvba Verheyen Marc en Davy Maatschap Industrieweg 114H Eindepoel 18 9032 Wondelgem 2330

Nadere informatie

Uitbreiding en hernieuwing van een pluimveebedrijf tot slachtkuikens MER NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING

Uitbreiding en hernieuwing van een pluimveebedrijf tot slachtkuikens MER NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING Uitbreiding en hernieuwing van een pluimveebedrijf tot 120.000 slachtkuikens MER NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING farmer bvba Danny Coulier LV Industrieweg 114H Gemeneweg 5 9032 Wondelgem 8691 Leisele farmer

Nadere informatie

Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van een varkenshouderij te Merksplas. Niet Technische Samenvatting

Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van een varkenshouderij te Merksplas. Niet Technische Samenvatting Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van een varkenshouderij te Merksplas Definitief MER Niet Technische Samenvatting eco-scan bvba Bolckmans LV Industrieweg 114H Moerstraat 40 9032 Wondelgem 2330 Merksplas

Nadere informatie

Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van een bestaande varkenshouderij te Kalmthout. niet-technische samenvatting

Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van een bestaande varkenshouderij te Kalmthout. niet-technische samenvatting Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van een bestaande varkenshouderij te Kalmthout MER niet-technische samenvatting eco-scan bvba Van Looveren Bart Industrieweg 114H Blikstraat 63 9032 Wondelgem 2920

Nadere informatie

niet-technische samenvatting

niet-technische samenvatting MER Hernieuwing van een bestaande pluimveehouderij met 110.000 dieren Wageweg 3 9880 Aalter niet-technische samenvatting 09COOP1_ MER, januari 2011 farmer bvba 09COOP1_niet-technische samenvatting MER

Nadere informatie

Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing van het pluimveebedrijf Klaasen lv te Ravels tot slachtkuikens

Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing van het pluimveebedrijf Klaasen lv te Ravels tot slachtkuikens Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing van het pluimveebedrijf Klaasen lv te Ravels tot 135.100 slachtkuikens project-mer: Niet-technische Samenvatting 2016_ES_000231_niet technische samenvatting Inhoudsopgave

Nadere informatie

Uitbreiding en hernieuwing van een gemengde inrichting tot een totaal van legkippen en 550 mestvarkens

Uitbreiding en hernieuwing van een gemengde inrichting tot een totaal van legkippen en 550 mestvarkens Uitbreiding en hernieuwing van een gemengde inrichting tot een totaal van 149.350 legkippen en 550 mestvarkens MER niet-technische samenvatting farmer bvba Vanhoef Maaseik LV Industrieweg 114H Stenenbrugweg

Nadere informatie

Uitbreiding en hernieuwing van een bestaande pluimveehouderij tot legkippen en 50 paarden NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING MER

Uitbreiding en hernieuwing van een bestaande pluimveehouderij tot legkippen en 50 paarden NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING MER Uitbreiding en hernieuwing van een bestaande pluimveehouderij tot 146.000 legkippen en 50 paarden MER NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING MER farmer bvba Wim Cant bvba Industrieweg 114H Weverstraat 99 9032 Wondelgem

Nadere informatie

11. Niet-technische samenvatting PRMER-0028 en 0029

11. Niet-technische samenvatting PRMER-0028 en 0029 11. Niet-technische samenvatting PRMER-0028 en 0029 11.1 Ruimtelijke situering Veldkaaistraat Het bedrijf is gelegen aan de Veldkaaistraat z/n te Ardooie. Volgens het kadastraal plan is het bedrijf gelegen

Nadere informatie

Uitbreiding slachtkuikenbedrijf Van Bijsterveldt tot slachtkuikens te Ravels. Initiatiefnemer: 24/01/2019

Uitbreiding slachtkuikenbedrijf Van Bijsterveldt tot slachtkuikens te Ravels. Initiatiefnemer: 24/01/2019 Vlaamse Overheid Departement Omgeving Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en projecten Directie Gebiedsontwikkeling Team Mer Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02/553 80 79 mer@vlaanderen.be

Nadere informatie

AMV/ /1001/B. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking

AMV/ /1001/B. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking ^\ Vlaamse Regering AMV/00015605/1001/B Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking van artikel 5.9.4.4 van titel II van het VLAREM, ingediend door de bvba DGST, Waterstraat

Nadere informatie

Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van een bestaande varkenshouderij tot een inrichting met andere varkens MER

Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van een bestaande varkenshouderij tot een inrichting met andere varkens MER Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van een bestaande varkenshouderij tot een inrichting met 5.521 andere varkens MER NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING farmer bvba Devar BVBA Defoort J. BVBA Industrieweg

Nadere informatie

Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van een milieutechnische eenheid van drie varkensbedrijven tot varkens te Merksplas

Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van een milieutechnische eenheid van drie varkensbedrijven tot varkens te Merksplas Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van een milieutechnische eenheid van drie varkensbedrijven tot 6.272 varkens te Merksplas Kennisgeving/ontwerp-MER: Niet-technische Samenvatting 2016_ES_000059_M_LAN_nts

Nadere informatie

Ontheffing tot het opstellen van een MER. ontheffingsbeslissing. Project: Omvorming en Samenvoeging van 2 veeteeltbedrijven.

Ontheffing tot het opstellen van een MER. ontheffingsbeslissing. Project: Omvorming en Samenvoeging van 2 veeteeltbedrijven. administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer afdeling Algemeen Milieu- en Natuurbeleid, cel Mer Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75

Nadere informatie

Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van een bestaande varkens- en rundveehouderij te Sint-Niklaas (Sinaai-Waas) tot 4.

Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van een bestaande varkens- en rundveehouderij te Sint-Niklaas (Sinaai-Waas) tot 4. Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van een bestaande varkens- en rundveehouderij te Sint-Niklaas (Sinaai-Waas) tot 4.266 vleesvarkens MER NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING eco-scan bvba LV Porcsite De Roover

Nadere informatie

Uitbreiding van een gemengd bedrijf tot een totaal van varkens en 120 runderen NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING

Uitbreiding van een gemengd bedrijf tot een totaal van varkens en 120 runderen NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING Uitbreiding van een gemengd bedrijf tot een totaal van 7.357 varkens en 120 runderen MER NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING farmer bvba Vardeco BVBA Industrieweg 114H Lammekensstraat 17 9032 Wondelgem 8900 Tielt

Nadere informatie

NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING

NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING MER Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van een bestaande varkenshouderij tot 7.560 andere varkens NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING Kodeva nv, Kortemarkstraat 193, 8820 Torhout 07KODE1_MER augustus 2008

Nadere informatie

AANMELDING MILIEUEFFECTRAPPORT BIJLAGE FIGUREN DE MEIBOOM BVBA. Hervergunning en uitbreiding van een varkenshouderij ZWEVEZELE

AANMELDING MILIEUEFFECTRAPPORT BIJLAGE FIGUREN DE MEIBOOM BVBA. Hervergunning en uitbreiding van een varkenshouderij ZWEVEZELE AANMELDING MILIEUEFFECTRAPPORT BIJLAGE 18.1. FIGUREN DE MEIBOOM BVBA Hervergunning en uitbreiding van een varkenshouderij ZWEVEZELE Opmaak en begeleiding: SBB Accountants & Adviseurs Milieubureau Joveco

Nadere informatie

Uitbreiding van een bestaande varkenshouderij en exploitatie van een nieuwe pluimveehouderij te Borgloon

Uitbreiding van een bestaande varkenshouderij en exploitatie van een nieuwe pluimveehouderij te Borgloon Uitbreiding van een bestaande varkenshouderij en exploitatie van een nieuwe pluimveehouderij te Borgloon project-mer: Niet-technische Samenvatting 2017_ES_000097_niet technische samenvatting eco-scan bvba

Nadere informatie

Wijziging, uitbreiding en hernieuwing van een varkensen rundveehouderij tot varkens en 89 runderen NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING MER

Wijziging, uitbreiding en hernieuwing van een varkensen rundveehouderij tot varkens en 89 runderen NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING MER Wijziging, uitbreiding en hernieuwing van een varkensen rundveehouderij tot 3.528 varkens en 89 runderen MER NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING MER farmer bvba Wim Aelvoet Industrieweg 114H Izegemstraat 147

Nadere informatie

Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van een bestaande varkenshouderij te Meeuwen-Gruitrode tot vleesvarkens. Niet Technische Samenvatting

Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van een bestaande varkenshouderij te Meeuwen-Gruitrode tot vleesvarkens. Niet Technische Samenvatting Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van een bestaande varkenshouderij te Meeuwen-Gruitrode tot 10.200 vleesvarkens MER (PR0695) Niet Technische Samenvatting eco-scan bvba De Berger nv Industrieweg 114H

Nadere informatie

INFORMATIEVERGADERING 19/06/2012

INFORMATIEVERGADERING 19/06/2012 INFORMATIEVERGADERING 19/06/2012 Milieuvergunningsaanvraag KL1 VAMO BVBA Ter Poperenweg 9 8560 Moorsele (Wevelgem) OVERZICHT INFOVERGADERING 1. Beknopte beschrijving project 2. MER-plicht 3. Situering

Nadere informatie

NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING

NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING Uitbreiding en wijziging van een bestaande pluimveehouderij tot 92.000 legkippen Laerco bvba Meeuwstraat 4a 2440 Geel NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING 09LAER1_MER, juli 2010 farmer bvba 09LAER1_niet-technische

Nadere informatie

Uitbreiding milieuvergunning pluimveehouderij. NV Sininvest, Moorslede (Roeselare)

Uitbreiding milieuvergunning pluimveehouderij. NV Sininvest, Moorslede (Roeselare) Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Project-MER-Verslag

Nadere informatie

Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing van een vleeskippenbedrijf. Niet-technische samenvatting MER

Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing van een vleeskippenbedrijf. Niet-technische samenvatting MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing van een vleeskippenbedrijf MER Niet-technische samenvatting MER farmer bvba Wouters LV Industrieweg 114H Heggestraat 5 9032 Wondelgem 2310 Rijkevorsel farmer bvba

Nadere informatie

Varkensbedrijf Kodeva te Torhout

Varkensbedrijf Kodeva te Torhout Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Project-MER-Verslag

Nadere informatie

Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van een pluimveehouderij tot braadkippen. niet-technische samenvatting MER

Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van een pluimveehouderij tot braadkippen. niet-technische samenvatting MER Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van een pluimveehouderij tot 252.000 braadkippen niet-technische samenvatting MER eco-scan bvba Heyrman LV Industrieweg 114H Muggenhoek 2A 9032 Wondelgem 9130 Kieldrecht

Nadere informatie

MER NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING

MER NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing van milieutechnische eenheid tot een totaal van 370.760 slachtkuikens MER NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING farmer bvba Industrieweg 114H Vanhaecke Frank / Vanhaecke

Nadere informatie

Uitbreiding, wijziging, toevoeging en hernieuwing van een bestaande varkenshouderij te Ieper tot varkens

Uitbreiding, wijziging, toevoeging en hernieuwing van een bestaande varkenshouderij te Ieper tot varkens Uitbreiding, wijziging, toevoeging en hernieuwing van een bestaande varkenshouderij te Ieper tot 2.686 varkens MER NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING eco-scan bvba Agri Heyman LV Industrieweg 114H Hoge Ziekenweg

Nadere informatie

Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing van een veeteeltbedrijf tot een totaal van varkens NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING MER

Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing van een veeteeltbedrijf tot een totaal van varkens NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing van een veeteeltbedrijf tot een totaal van 3.749 varkens MER NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING MER farmer bvba Stoop Marcel Industrieweg 114H Heiveldstraat 129 9032 Wondelgem

Nadere informatie

Bezwaarschrift aanvraag pluimveehouderij Yvan Moonen, Kriekelswarande zn Diest

Bezwaarschrift aanvraag pluimveehouderij Yvan Moonen, Kriekelswarande zn Diest Bezwaarschrift aanvraag pluimveehouderij Yvan Moonen, Kriekelswarande zn Diest Middels dit bezwaarschrift wens ik bezwaar in te dienen tegen de voormelde milieuvergunningsaanvraag op gronde van volgende

Nadere informatie

Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van een bestaande varkenshouderij te Pepingen tot vleesvarkens. niet-technische samenvatting

Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van een bestaande varkenshouderij te Pepingen tot vleesvarkens. niet-technische samenvatting Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van een bestaande varkenshouderij te Pepingen tot 9.220 vleesvarkens MER niet-technische samenvatting eco-scan bvba Bovarpo bvba Industrieweg 114H Teleweidestraat

Nadere informatie

Uitbreiding, wijziging en vroegtijdige hernieuwing van een varkensbedrijf tot een totaal van varkens MER

Uitbreiding, wijziging en vroegtijdige hernieuwing van een varkensbedrijf tot een totaal van varkens MER Uitbreiding, wijziging en vroegtijdige hernieuwing van een varkensbedrijf tot een totaal van 3.301 varkens MER niet-technische samenvatting eco-scan bvba Bossaert Wim en Marc Industrieweg 114H Kriekstraat

Nadere informatie

Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van het gemengd veeteeltbedrijf Breemans - Vandewauw LV te Bree

Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van het gemengd veeteeltbedrijf Breemans - Vandewauw LV te Bree Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van het gemengd veeteeltbedrijf Breemans - Vandewauw LV te Bree project-mer: Niet-technische Samenvatting 2017_ES_000019_nts eco-scan bvba 2017_ES_00019_niet technische

Nadere informatie

Pluimveehouderij met stalruimte voor 90.000 stuks pluimvee te Assenede ten gevolge van een hernieuwing van de milieuvergunning

Pluimveehouderij met stalruimte voor 90.000 stuks pluimvee te Assenede ten gevolge van een hernieuwing van de milieuvergunning Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Project-MER-Verslag

Nadere informatie

Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing van milieutechnische eenheid tot een totaal van varkens

Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing van milieutechnische eenheid tot een totaal van varkens Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing van milieutechnische eenheid tot een totaal van 11.253 varkens MER NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING farmer bvba De Hoge Roker bvba / Tolpe Chris / Eco-Amron cvba Industrieweg

Nadere informatie

Uitbreiding van een bestaande varkenshouderij tot 5.138 vleesvarkens NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING MER

Uitbreiding van een bestaande varkenshouderij tot 5.138 vleesvarkens NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING MER Uitbreiding van een bestaande varkenshouderij tot 5.138 vleesvarkens MER NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING MER farmer bvba Vermeiren Danny en Hofmans FV Industrieweg 114H Meerleseweg 63A 9032 Wondelgem 2321

Nadere informatie

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project:

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project: Vlaamse Overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20, bus 8, 1000 BRUSSEL Tel (02)553 80 79 Fax (02)553 80 75 Ontheffing tot het opstellen van een

Nadere informatie

AMV/ /1007 DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW, Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals

AMV/ /1007 DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW, Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals ^ \ Vlaamse Regering AMV/000119824/1007 Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking van artikel 5.9.6.1, 2,1, van titel II van het VLAREM ingediend door Luc en Yves Van Caeneghem,

Nadere informatie

VLAAMSE REGERING AMV/ /1001

VLAAMSE REGERING AMV/ /1001 VLAAMSE REGERING AMV/000151017/1001 BESLUIT VAN DE VLAAMSE MINISTER VAN LEEFMILIEU, NATUUR EN CULTUUR HOUDENDE UITSPRAAK OVER EEN AANVRAAG TOT AFWIJKING VAN ARTIKEL 5.9.2.1BIS, 1 EN 2, VAN TITEL 11 VAN

Nadere informatie

Vlaamse Regering AMV/000150456/1002

Vlaamse Regering AMV/000150456/1002 Vlaamse Regering AMV/000150456/1002 Besluit van de Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur houdende uitspraak over de beroepen aangetekend tegen het besluit met nummer M03/43014/40/21A11/BUKVDS

Nadere informatie

gemeentegrens grens RUP Antropogeen Nat zand Vochtig zand Droog zand Nat zandleem Vochtig zandleem Droge zandleem RUP Olieberg Bodemkaart Kaart x

gemeentegrens grens RUP Antropogeen Nat zand Vochtig zand Droog zand Nat zandleem Vochtig zandleem Droge zandleem RUP Olieberg Bodemkaart Kaart x Antropogeen Nat zand Vochtig zand Droog zand Nat zandleem Vochtig zandleem Droge zandleem P:\247782\5_Gra\GIS\screening\247782_00_BODEMKAART.mxd Bodemkaart bodemkaart - drainageklassen niet bepaald zeer

Nadere informatie

Melding Activiteitenbesluit milieubeheer

Melding Activiteitenbesluit milieubeheer Melding Activiteitenbesluit milieubeheer Aanvrager: Dhr. W.A. Maalderink Akkermansstraat 11 7021 LW ZELHEM INHOUDSOPGAVE Uitwerking melding op grond van het Activiteitenbesluit milieubeheer voor het bedrijf

Nadere informatie

PRUP Regionaal bedrijventerrein Jagersborg te Maaseik - Herziening RUP's. Kaart 1 Situering

PRUP Regionaal bedrijventerrein Jagersborg te Maaseik - Herziening RUP's. Kaart 1 Situering Kaart 1 Situering 1. Vectoriële versie van Streetnet, versie 2003 3. Kadastrale gegevens van GRB 1 / 14 Kaart 2 Landschapsatlas Maasland 1. Vectoriële versie van de Landschapsatlas, MVG-LIN-AMINAL Monumenten

Nadere informatie

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en hernieuwing van een gemengd veeteeltbedrijf in Ieper

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en hernieuwing van een gemengd veeteeltbedrijf in Ieper Vlaamse Overheid Departement Omgeving Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en projecten Milieueffectrapportage Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02/553 80 79 mer@vlaanderen.be www.omgevingvlaanderen.be

Nadere informatie

1.1. Vilvoorde. Machelen. Brussel. Legenda. Projectgebied. Gemeentegrenzen Meters. Titel: Situering projectgebied.

1.1. Vilvoorde. Machelen. Brussel. Legenda. Projectgebied. Gemeentegrenzen Meters. Titel: Situering projectgebied. Vilvoorde Machelen Gemeentegrenzen Brussel Situering projectgebied 1.1 1:10.000 Path: I:\FP1707\Technical_Data\Figuren\T_hoofddocumenten\MXD_0021_situering_20160421.mxd N Vilvoorde 0 Brussel Gemeentegrenzen

Nadere informatie

Vlaamse Regering.:~~~= '~~ = :n~ " "~ AMV/000151415/1004

Vlaamse Regering.:~~~= '~~ = :n~  ~ AMV/000151415/1004 Vlaamse Regering.:~~~= '~~ = :n~ " "~ AMV/000151415/1004 Besluit van de Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur houdende uitspraak over het beroep aangetekend tegen het besluit van de deputatie

Nadere informatie

Hervergunning, uitbreiding en wijziging van een veeteeltbedrijf en biogasinstallatie

Hervergunning, uitbreiding en wijziging van een veeteeltbedrijf en biogasinstallatie Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Project-MER

Nadere informatie

RUP SION. Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan. bijlage 5: aanvullende watertoets. stad Lier. 04 mei 2011

RUP SION. Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan. bijlage 5: aanvullende watertoets. stad Lier. 04 mei 2011 RUP SION bijlage 5: aanvullende watertoets Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan stad Lier 04 mei 2011 RUP SION LIER BIJLAGE 5 aanvullende watertoets dd. 04.05.2011 PAGINA 2 / 10 Inhoud 1. Inleiding

Nadere informatie

KENNISGEVING/ONTWERP-MER BIJLAGE FIGUREN FLAVIEHOEVE GCV. Hernieuwing en uitbreiding van een pluimveehouderij VEURNE

KENNISGEVING/ONTWERP-MER BIJLAGE FIGUREN FLAVIEHOEVE GCV. Hernieuwing en uitbreiding van een pluimveehouderij VEURNE KENNISGEVING/ONTWERP-MER BIJLAGE FIGUREN FLAVIEHOEVE GCV Hernieuwing en uitbreiding van een pluimveehouderij VEURNE Opdrachtgever Flaviehoeve GCV Noordmoerstraat 5 8630 Veurne KBO-nummer 0828.449.185 Vestigingseenheidsnummer

Nadere informatie

Vlaamse Regering : ~ AMV /1 004/B

Vlaamse Regering : ~ AMV /1 004/B J' Vlaamse Regering : ~............ AMV1000143935/1 004/B Besluit van de Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur houdende uitspraak over het beroep aangetekend tegen het besluit van de deputatie

Nadere informatie

Mol. Geel. Plan-MER PRUP Regionale ontsluiting Geel

Mol. Geel. Plan-MER PRUP Regionale ontsluiting Geel Plan-MER PRUP Regionale N19 Dr. Van de Perrestraat N118 Retieseweg Mol Kaart 1 Situering op topografische kaart en stratenplan voornaamste straten in studiegebied gemeentegrenzen Katersberg R14 Westelijke

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting MER

Niet-technische samenvatting MER Niet-technische samenvatting MER Lokip Lochtenberg 3B Merksplas 09LOKI1_niet-technische samenvatting MER 1 1 Het project 1.1.1 Inleiding Het bedrijf Lokip, gelegen in de Lochtenberg 3B te Merksplas, is

Nadere informatie

Kadastrale ligging: Mestbassins: Gem. Coevorden, Dalen Sectie H nr. 485

Kadastrale ligging: Mestbassins: Gem. Coevorden, Dalen Sectie H nr. 485 Bijlage 1: Overwegingen m.b.t. art. 2.1 lid 1 onder e Wabo (milieu) Bijlage behorende bij de omgevingsvergunning: Nummer: 20110227/129546 Bedrijfsgegevens Naam: Mts IJken Adres: Middendorp 17 Plaats: Wachtum

Nadere informatie

Project-m.e.r.-screening

Project-m.e.r.-screening Project-m.e.r.-screening Aan het college van burgemeester en schepenen de deputatie van de provincieraad straat en nummer postnummer en gemeente LNE-MER-01-120913 In te vullen door de behandelende afdeling

Nadere informatie

Project-m.e.r.-screening

Project-m.e.r.-screening Project-m.e.r.-screening Aan het college van burgemeester en schepenen de deputatie van de provincieraad straat en nummer postnummer en gemeente LNE-MER-01-120913 In te vullen door de behandelende afdeling

Nadere informatie

NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING MER Anita Holvoet, Nokere (Kruishoutem)

NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING MER Anita Holvoet, Nokere (Kruishoutem) NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING MER Anita Holvoet, Nokere (Kruishoutem) Opdrachtgever: Anita Holvoet Peerdekouterstraat 1 9771 Nokere (Kruishoutem) Projectlocatie: Peerdekouterstraat 1 9771 Nokere (Kruishoutem)

Nadere informatie

De Berghoeve bvba Zoutleeuw

De Berghoeve bvba Zoutleeuw Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Project-MER-Verslag

Nadere informatie

Vlaamse Regering.::sm~~= '~ = " " AMV/ /1009

Vlaamse Regering.::sm~~= '~ =   AMV/ /1009 ,n,- " " Vlaamse Regering.::sm~~= '~ = AMV/0002414/1009 Besluit van de Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking van artikel 6.2.2.1.2, 1, artikel

Nadere informatie

SCREENING VAN DE PLAN-MER-PLICHT GEÏNTEGREERD ADVIES

SCREENING VAN DE PLAN-MER-PLICHT GEÏNTEGREERD ADVIES SCREENING VAN DE PLAN-MER-PLICHT GEÏNTEGREERD ADVIES Planologisch attest Scheys beton N.V. 30/09/2015 Titel Opdrachtgever Contactpersoon opdrachtgever Opdrachtnemer Plan-MER-screening Planologisch attest

Nadere informatie

RUP Klaverblad Zuid-Oost Gemeente Lummen Kaart 1 Situering

RUP Klaverblad Zuid-Oost Gemeente Lummen Kaart 1 Situering Kaart 1 Situering 1. Vectoriële versie van Streetnet, versie 2003 3. Kadastrale gegevens van GRB 1 / 14 Kaart 2 Landschapsatlas Zuiderkempen Dijle-Gete-Demeras 1. Vectoriële versie van de Landschapsatlas,

Nadere informatie

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing milieuvergunning van slachtkuikenbedrijf Pollo NV te Oud-Turnhout

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing milieuvergunning van slachtkuikenbedrijf Pollo NV te Oud-Turnhout Vlaamse Overheid Departement Omgeving Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en projecten Milieueffectrapportage Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02/553 80 79 mer@vlaanderen.be www.omgevingvlaanderen.be

Nadere informatie

Wiga NV: uitbreiding van een varkenshouderij tot varkens te Heuvelland

Wiga NV: uitbreiding van een varkenshouderij tot varkens te Heuvelland Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Goedkeuring

Nadere informatie

AANMELDINGSNOTITIE M.E.R.- BEOORDELING. VAN: Mts. K. en M. en K. Hellinga Hegedyk 4 9089 BN Wytgaard

AANMELDINGSNOTITIE M.E.R.- BEOORDELING. VAN: Mts. K. en M. en K. Hellinga Hegedyk 4 9089 BN Wytgaard AANMELDINGSNOTITIE M.E.R.- BEOORDELING VAN: Mts. K. en M. en K. Hellinga Hegedyk 4 9089 BN Wytgaard 6 november 2012 INHOUDSOPGAVE 1. INITIATIEFNEMER... 2 2. DE BEOOGDE ACTIVITEITEN... 3 Hoofdactiviteit...

Nadere informatie

Uitbreiding pluimveebedrijf Adams te Ell, gemeente Leudal

Uitbreiding pluimveebedrijf Adams te Ell, gemeente Leudal Uitbreiding pluimveebedrijf Adams te Ell, gemeente Leudal Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 8 februari 2010 / rapportnummer 2193-63 1. OORDEEL OVER HET MER R. en T.

Nadere informatie

Afbeelding 2.1. Locatie Aviko en nabijgelegen Natura 2000-gebied Rijntakken

Afbeelding 2.1. Locatie Aviko en nabijgelegen Natura 2000-gebied Rijntakken Afbeelding 2.1. Locatie Aviko en nabijgelegen Natura 2000-gebied Rijntakken De blauwe delen in afbeelding 2.1 zijn Vogelrichtlijngebied. De groene delen in afbeelding 2.1 zijn Vogelrichtlijngebied en Habitatrichtlijngebied.

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting

Niet-technische samenvatting Niet-technische samenvatting 08PLAS1_niet technische samenvatting MER 1 1 Het project 1.1 Inleiding Het pluimveebedrijf Plasschaert LV, gelegen in de Kruiskenstraat 54 te Sint-Laureins, is momenteel vergund

Nadere informatie

.l' Vlaamse Regering.: AMV/ /1001/B

.l' Vlaamse Regering.: AMV/ /1001/B Vlaamse Regering.:,l.l' AMV/000155081/1001/B Besluit van de Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur houdende uitspraak over de beroepen aangetekend tegen het besluit van de deputatie van de

Nadere informatie

Goedkeuringsverslag milieueffectrapport

Goedkeuringsverslag milieueffectrapport Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Goedkeuringsverslag

Nadere informatie

AMV/ /1000. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking

AMV/ /1000. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking Vlaamse Regering AMV/000157671/1000 Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking van artikel 5.17.2.1, 3, van titel II van het VLAREM ingediend door de bvba DTN Team, Bisschopslaan

Nadere informatie

Melding Activiteitenbesluit milieubeheer

Melding Activiteitenbesluit milieubeheer Melding Activiteitenbesluit milieubeheer Aanvrager: VOF Looman Hebbink Hogeveldweg 6 & 6a 7021 MS ZELHEM INHOUDSOPGAVE Uitwerking van de melding Activiteitenbesluit milieubeheer, voor de veehouderij van

Nadere informatie

OVER DE VERGUNNINGSAANVRAAG VAN DE GCV LOKIP MET BETREKKING TOT EEN GEMENGD VEEBEDRIJF, GELEGEN TE 2330 MERKSPLAS, LOCHTENBERG 3B.

OVER DE VERGUNNINGSAANVRAAG VAN DE GCV LOKIP MET BETREKKING TOT EEN GEMENGD VEEBEDRIJF, GELEGEN TE 2330 MERKSPLAS, LOCHTENBERG 3B. Besluit /kadc. Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen BESLUIT VAN DE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN OVER DE VERGUNNINGSAANVRAAG VAN DE GCV LOKIP MET BETREKKING TOT EEN GEMENGD VEEBEDRIJF,

Nadere informatie

7 ARTIKEL 7: CLUSTER S GRAVENWEZEL

7 ARTIKEL 7: CLUSTER S GRAVENWEZEL 7 ARTIKEL 7: CLUSTER S GRAVENWEZEL ART.7.0. BASISRECHTEN Deze cluster situeert zich binnen de perimeter noordelijke en oostelijke open ruimte. De zonevreemde woningen zijn gelegen in ruimtelijk kwetsbaar

Nadere informatie

Bodemkaart. gemeentegrens projectgebied Antropogeen Nat zandleem Vochtig zandleem Natte leem Vochtige leem Droge leem Natte klei

Bodemkaart. gemeentegrens projectgebied Antropogeen Nat zandleem Vochtig zandleem Natte leem Vochtige leem Droge leem Natte klei Antropogeen Nat zandlee Vochtig zandlee Natte lee Vochtige lee Droge lee Natte klei \\grontij.net\be$\projects\be\privatemarket\5332-sobradis nv\0001-stpietersleeuwkanaal\rp_rup\6_graphics\gis\screening\53320001_01_bodemkaart.xd

Nadere informatie

PlanMer Regenboogstadion Waregem Situering plangebied op macroschaal Legende

PlanMer Regenboogstadion Waregem Situering plangebied op macroschaal Legende plangebied Vijfseweg Noorderlaan Noorderlaan Oosterlaan Oosterlaan Noorderlaan Kruishoutemsew Westerlaan Zuiderlaan Expresweg Jozef Duthoystraat Westerlaan Stormestraat Meersstraat Zuiderlaan Zuiderlaan

Nadere informatie

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van het gemengd veeteeltbedrijf Danny Delcroix

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van het gemengd veeteeltbedrijf Danny Delcroix Vlaamse Overheid Departement Omgeving Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en projecten Milieueffectrapportage Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02/553 80 79 mer@vlaanderen.be www.omgevingvlaanderen.be

Nadere informatie

AMV/000/150708/1002. Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd;

AMV/000/150708/1002. Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd; J" Vlaamse Regering. -... AMV/000/150708/1002 Besluit van de Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur houdende uitspraak over het beroep aangetekend tegen het besluit van de deputatie van de

Nadere informatie

1 Niet-technische samenvatting

1 Niet-technische samenvatting 1 Niet-technische samenvatting 1.1 Het project 1.1.1 Inleiding Het bedrijf Kippenhof Nijst lv is een veeteeltbedrijf gespecialiseerd in het houden van leghennen en het opkweken van opfokpoeljen. In de

Nadere informatie

Eenheid Klant - Bouwen, Wonen & Ondernemen. Vormvrije Mer beoordeling

Eenheid Klant - Bouwen, Wonen & Ondernemen. Vormvrije Mer beoordeling Eenheid Klant - Bouwen, Wonen & Ondernemen Datum : 17 september 2013 Onderwerp : Vormvrije Mer beoordeling Opsteller : Arie Johannes Vormvrije Mer beoordeling Inleiding Op 2 september 2013 is een aanvraag

Nadere informatie

MER TEKSTGEDEELTE Wondelgem 2440 Geel

MER TEKSTGEDEELTE Wondelgem 2440 Geel Milieutechnische eenheid Poultryfarms bvba: Uitbreiding, hernieuwing en wijziging tot een totaal van 84.000 opfokpoeljen van legkippen en 100.000 legkippen MER TEKSTGEDEELTE eco-scan bvba Poultryfarms

Nadere informatie

Figurenbundel. MER voor een nieuwe Fysicochemische installatie en uitbreiding van de Deponie. Oktober

Figurenbundel. MER voor een nieuwe Fysicochemische installatie en uitbreiding van de Deponie. Oktober Figurenbundel MER voor een nieuwe Fysicochemische installatie en uitbreiding van de Deponie Oktober 2010 www.erm.com MER DEFINITIEVE VERSIE Indaver NV OntwerpMER Indaver MER voor een nieuwe Fysicochemische

Nadere informatie

CONCREET VOORBEELD. Ga vervolgens naar stap 2

CONCREET VOORBEELD. Ga vervolgens naar stap 2 CONCREET VOORBEELD STAP 1: Baken binnen de SBZ de toetszone af op basis van de berekende contour van de projectspecifieke grondwaterstandverandering. stap 2 Uitwerking stap 1. De Voortoets geeft aan dat

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting

Niet-technische samenvatting Niet-technische samenvatting Het project Inleiding Het bedrijf Bavarti bvba wenst de capaciteit van de inrichting uit te breiden met 3.151 vleesvarkens waardoor de inrichting in totaal 6.038 vleesvarkens

Nadere informatie

Hervergunning en verandering van een attractiepark

Hervergunning en verandering van een attractiepark Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Milieueffectrapportagebeheer Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20, bus 8, 1000 BRUSSEL

Nadere informatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten; Besluit MLAV1-2012-0122/HS/AG Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen BESLUIT VAN DE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN OVER DE VERGUNNINGSAANVRAAG VAN DE BVBA 'T KAKELHOF MET BETREKKING TOT

Nadere informatie

Beslissing over het gemotiveerd verzoek tot ontheffing van de project-mer-plicht. Uitbreiding activiteiten Compagnie Belge de Manutention in Gent

Beslissing over het gemotiveerd verzoek tot ontheffing van de project-mer-plicht. Uitbreiding activiteiten Compagnie Belge de Manutention in Gent Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 BRUSSEL Tel: 02/553.80.79 e-mail: mer@vlaanderen.be

Nadere informatie

Omvorming en hernieuwing van een bestaande varkenshouderij te Arendonk tot varkens

Omvorming en hernieuwing van een bestaande varkenshouderij te Arendonk tot varkens Omvorming en hernieuwing van een bestaande varkenshouderij te Arendonk tot 12.894 varkens MER NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING eco-scan bvba Moons nv Industrieweg 114H Polderstraat 9 11 9032 Wondelgem 2370

Nadere informatie

NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING. Project-MER 0329. MER Varcap, Verrebroek

NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING. Project-MER 0329. MER Varcap, Verrebroek NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING Project-MER 0329 MER Varcap, Verrebroek Opdrachtgever: Varcap NV Borringstraat 19 9130 Verrebroek Projectlocatie: Borringstraat 19 9130 Verrebroek Uitvoerend studiebureau:

Nadere informatie

...1) Vlaarnse Regering ~ AMV/ /1002

...1) Vlaarnse Regering ~ AMV/ /1002 ...1) Vlaarnse Regering ~ AMV/00062161/1002 Besluit van de Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking van artikel 5.17.2.1, 3, eerste zin, van

Nadere informatie

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding van een veeteeltbedrijf : De Lindehoeve/Carrebrouck Koen te Diksmuide

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding van een veeteeltbedrijf : De Lindehoeve/Carrebrouck Koen te Diksmuide Vlaamse Overheid Departement Omgeving Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en projecten Milieueffectrapportage Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02/553 80 79 mer@vlaanderen.be www.omgevingvlaanderen.be

Nadere informatie

b i j d e b e o o r d e l i n g v a n d e p l a n n e n en p r o g r a m m a s o p f e d e r a a l v l a k Scopingsdocument

b i j d e b e o o r d e l i n g v a n d e p l a n n e n en p r o g r a m m a s o p f e d e r a a l v l a k Scopingsdocument Begeleidingsinstrument b i j d e b e o o r d e l i n g v a n d e milieueffecten v a n b e p a a l d e p l a n n e n en p r o g r a m m a s o p f e d e r a a l v l a k Scopingsdocument Inhoud 1. Inleiding...3

Nadere informatie