c.oncept (f), S) uw kenmerk bijlage behandeld door fax

Transcriptie

1 Raadhuisplein AP Emmen t f Postbus RA Emmen e. gemeente@emmen.nl i. gemeente.emmen.nl c.oncept (f), S).. Gemeente~ '1j1',. Emmen Pot Jonker advocaten T.a.v. Dhr.jMevr. B.J.H. Blaissen en O.L. van der Pol Postbus AG Haarlem Ontwikkeling, Beleid en Directiestaf team OBD-DS ons kenmerk uw kenmerk bijlage behandeld door M.J. Visser BSN datum telefoon fax gemeente~emmen.nl onderwerp Bezwaar Q- Park Geachte heer, mevrouw, U heeft namens uw cliënte Q-Park Operations Netherlands II B.V. (hierna te noemen Q-Park) bezwaar gemaakt tegen het besluit van 25 februari 2016 van de raad van de gemeente Emmen waarin het exploiteren van parkeergarages is aangemerkt als een activiteit die plaatsvindt in het algemeen belang, zoals bedoeld in artikel 25h, vijfde lid, van de Mededingingswet. Advies Commissie van advies voor de bezwaarschriften Het bezwaarschrift van uw cliënte is voorgelegd aan de Commissie van advies voor de bezwaarschriften. Het betreft hier een onafhankelijke commissie, die de gemeentelijke bestuursorganen adviseert met betrekking tot de afhandeling van bezwaarschriften tegen gemeentelijke besluiten. Deze commissie heeft het bezwaar behandeld in haar hoorzitting van 21 juni 2016 en vervolgens op 27 juli 2016 advies uitgebracht aan de raad. Beslissing op bezwaar Wij delen u hierbij mede dat de raad naar aanleiding van het bezwaarschrift heeft besloten: 1. Het namens Q-park ingediende bezwaarschrift tegen het raadsbesluit van 25 februari 2016, waarbij met toepassing van artikel 25h, zesde lid, van de Mededingingswet het exploiteren van parkeergarages is aangemerkt als een economische activiteit welke plaatsvindt in het kader van het algemeen belang, ontvankelijk en ongegrond te verklaren. 2. In afwijking van het advies van de Commissie van Advies voor de bezwaarschriften het exploiteren van de parkeergarage Westerstraat, de parkeergarage Willinkplein, het parkeerterrein P-Noord en het parkeerterrein Schapenveenweg, onder aanvulling van de motivering en met toepassing van artikel 25h, zesde lid, van de Mededingingswet aan te wijzen als economische activiteit welke plaatsvindt in het kader van het algemeen belang. IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII~IIIIIIIIIIIIIIIIII~IIIIIIIII * 1 6 _ *

2 blad 2-8 Juridische achtergrond De Wet Markt en Overheid (Wet M&O)l kent een aantal regels die bestuursorganen in acht moeten nemen wanneer zij economische activiteiten uitoefenen. Onder het begrip economische activiteit valt iedere activiteit bestaande uit het aanbieden van goederen en/of diensten op een bepaalde markt. Het aanbieden van parkeervoorzieningen (in elk geval als dat niet op de openbare weg wordt gedaan) kwalificeert als economische activiteit. Artikel 25i Wet M&O schrijft voor dat een bestuursorgaan dat economische activiteiten verricht, aan afnemers van een product of dienst ten minste de integrale kosten van dat product of die dienst in rekening brengen. Op de toepassing van de Wet M&O bestaan verschillende uitzonderingen. Relevant in de onderhavige zaak is dat artikel zgh lid 5 Wet M&O bepaalt dat de wet niet van toepassing is op activiteiten en op een bevoordeling welke plaatsvindt in het algemeen belang. Artikel zgh lid 5 Wet M&O bepaalt dat de vaststelling of economische activiteiten of een bevoordeling plaatsvindt in het algemene belang, voor gemeenten, door de raad (bij besluit) wordt gedaan. De Gemeente heeft een grote mate van beleidsvrijheid bij de afbakening van diensten van algemeen (economisch) belang, zoals bedoeld in artikel zgh, lid 5, Mededingingswet. Deze vrijheid is echter niet absoluut. De genoemde beleidsvrijheid wordt enerzijds beperkt door de Europeesrechtelijke normstelling in verband met de vaststelling van DAEB2 en anderzijds door de waarborgen die gelden op grond van de Awb voor een zorgvuldige voorbereiding en motivering van besluiten (algemene beginselen van behoorlijk bestuur).a De Gemeente meent dat met deze beslissing op bezwaar aan de eisen voor de aanwijzing van de hierna te noemen activiteit van algemeen belang wordt voldaan. Activiteit van algemeen belang Het primaire besluit spreekt over exploitatie van parkeergarages in het algemeen. Deze aanwijzing vergt gelet op de Wet M&O een concretisering, ook in verband met de onderbouwing van het algemeen belang en het marktfalen. Derhalve wordt in deze beslissing op bezwaar geconcretiseerd dat het primaire besluit concreet betrekking heeft en beperkt is tot de volgende parkeervoorzieningen. Parkeergarage Westerstraat; Parkeergarage Willinkplein; Parkeerterrein P-Noord; Parkeerterrein Schapenveenweg. Algemeen belang De Gemeente exploiteert momenteel verschillende parkeergelegenheden achter de slagboom. Dit zijn parkeergelegenheden die, anders dan parkeren op de openbare weg, voor gebruikers alleen tegen betaling toegankelijk zijn. De Gemeente exploiteert de parkeergarage Westerstraat, de parkeergarage Willinkplein, het Parkeerterrein P-Noord, en het Parkeerterrein Schapenveenweg. De parkeertarieven voor gebruikmaking van deze parkeergelegenheden bedragen C 1,70 per 58 minuten oftewel C 1,75 per uur met een dagtariefvan C 10,--. De exploitatie van deze parkeergelegenheden draagt bij aan de verwezenlijking van de beleidsdoelstellingen van de Gemeente op het gebied van parkeerbeleid. In de eerste plaats draagt de exploitatie bij aan de strategische doelen zoals verwoord in het beleidsdocument "Oog voor Mobiliteit, gemeentelijk Verkeer- en vervoerplan " (GVVP). In het voorstel voor het beleidsdocument (nummer RA ) worden onder andere de volgende strategische doelstellingen verwoord: 1 De Wet M&O is onderdeel van de Mededingingswet. Aansluitend op het spraakgebruik gebruiken wij hier de term "Wet M&O". 2 Zie memorie van toelichting bij de aanpassing Mededingingswet ter invoering van gedragsregels voor de overheid, vergaderjaar , 31354, nr. 3, pagina Zie memorie van toelichting bij de aanpassing Mededingingswet ter invoering van gedragsregels voor de overheid, vergaderjaar , 31354, nr. 3, pagina 9.

3 blad 3-8 a. Het goed bereikbaar houden / maken van Emmen; b. De binnenstad voetgangersvriendelijker, toegankelijker en veiliger maken, waardoor het voor bewoners en bezoekers aantrekkelijke wordt om daar langer te verblijven; c. Het aantal ernstige verkeersslachtoffers terug te brengen met 50%. De strategische doelstellingen worden op modaliteitsniveau blijkens het GVVP voor de auto nagestreefd door middel van onder andere de volgende maatregelen: a. Maatregelen gericht op doorstroming van het bestemmingsverkeer op de centrumruit + goede bereikbaarheid parkeerfaciliteiten; b. Maatregelen gericht op het ontmoedigen doorgaan verkeer op de centrumruit; c. Inrichten van de Rondweg. In de tweede plaats draagt de exploitatie van de genoemde parkeergelegenheden bij aan de doelstellingen die zijn verwoord in de "Beleidsuitgangspunten Parkeren Emmen " (BPE). In de BPE wordt vastgesteld dat de (auto)mobiliteit naar de gemeente Emmen groot is en in de toekomst zal groeien. Voor de middellange termijn zijn er in het Masterplan Emmen Centrum een aantalontwikkelingen opgenomen, die een grote impact hebben op de huidige mobiliteit van en naar Emmen. Opgemerkt wordt dat om Emmen op de lange en middellange termijn beschikbaar te houden dient een beschouwing naar de gewenste interne- en externe (hoofd)verkeersstructuur in 2020 plaats te vinden, dat is gedaan in het hiervoor genoemde GVVP. Het BPE bepaalt verder dat de autobereikbaarheid en parkeervoorzieningen goed zijn en inwoners en bezoekers daar hun voordeel mee doen. Parkeervoorzieningen zijn gesitueerd op acceptabele loopafstand van de belangrijkste voorzieningen. De balans tussen leefbaarheid en kwaliteit heeft de aandacht, omdat per ontwikkeling maatwerk plaatsvindt. Verspreid over het centrum van Emmen zijn grotendeels ondergronds parkeervoorzieningen gerealiseerd. Over de hele linie draagt het parkeerbeleid bij aan een sociaal, veilig, groen en duurzaam Emmen. Voor de periode zijn in het BPE de volgende doelstellingen geformuleerd, waarin de beschikbaarheid van parkeergelegenheid een centrale rol speelt: a. Het tegemoetkomen aan de vraag naar parkeergelegenheid binnen de grenzen van het mogelijke en het wenselijke; b. Het waarborgen van een veilige en goede bereikbaarheid van de parkeerfaciliteiten; c. Het optimaal gebruiken van de schaarse ruimte, onder meer door dubbel grondgebruik (ondergronds parkeren) in daarvoor in aanmerking komende gebieden; d. Het beperken van de parkeeroverlast voor alle doelgroepen en het creëren van een zo optimaal mogelijke parkeersituatie, zo nodig door middel van regulering. Met name de toelichting bij de laatste doelstelling geeft goed weer dat de Gemeente vanuit beleidsoverwegingen belang hecht aan regulering van de parkeerstromen. Het besluit maakt dienaangaande een duidelijk onderscheid tussen bezoekers die het centrum-winkelgebied en de overige centrum-voorzieningen bezoeken, bezoekers die bijvoorbeeld evenementen en/of het dierenpark bezoeken. Bezoekers aan het centrum-winkelgebied moeten in het stedelijk centrum kunnen parkeren, terwijl in andere situaties wordt gestuurd op parkeren aan de rand van en buiten het centrum (terreinen centrum-zuid, centrum-noord en centrum-oost). Hieronder vallen ook de parkeergelegenheden parkeergarage Westerstraat, parkeergarage Willinkplein, Parkeerterrein P-Noord, en Parkeerterrein Schapenveenweg. Bij piekbehoefte als gevolg van koopzondagen/feestdagen wordt middels gebruik van deze locaties de parkeerdruk in het centrum verminderd. Ten aanzien van de huidige parkeerorganisatie werd ten tijde van de besluitvorming BPE opgemerkt dat deze, mede in de context van de toekomstige opgave, kan worden aangepast en verbeterd.

4 blad 4-8 Marktfalen Hiervoor is uiteengezet welke beleidsdoelstellingen de Gemeente nastreeft op het gebied van parkeren. De Gemeente is van mening dat wanneer zij de exploitatie van de met dit besluit aangewezen parkeergelegenheden aan de markt zou overlaten, de voornoemde beleidsdoelstellingen niet althans onvoldoende realiseerbaar zijn. Dit omdat er sprake is van marktfalen voor wat betreft het aanbieden van parkeervoorzieningen achter de slagboom tegen het door de Gemeente gewenste tarief. Het parkeertariefvoor de aangewezen parkeergelegenheden van 1,75 per uur, met een maximaal dagtariefvan 10,-- is bewust door de Gemeente gekozen met het doel waar mogelijk parkeerstromen te reguleren en te beheersen. Zoals hiervoor is aangegeven geldt op grond van het gemeentelijke beleid de wens om te stimuleren dat bepaalde doelgroepen buiten het centrum parkeren. In dit verband is relevant dat het parkeertarief voor parkeren aan de straat, waaronder parkeren in het centrum, 2,-- per uur bedraagt, en dus hoger ligt dan het parkeertarief in de gesloten gemeentelijke parkeervoorzieningen. Vooropgesteld moet worden dat reeds uit de tariefstelling van Q-Park volgt dat de markt niet in staat is te voorzien in parkeervoorzieningen onder de door de Gemeente gewenste voorwaarden. Q- Park hanteert namelijk een tariefstelling waarbij voor de eerste 30 minuten een tariefvan 1,-- geldt, waarna voor de overige tijd het dagtariefvan 10,-- in rekening wordt gebracht. Bovendien heeft de Gemeente een externe partij laten berekenen hoeveel de integrale kostprijs bedraagt wanneer wordt uitgegaan van de exploitatie van de gesloten parkeervoorzieningen (parkeervoorzieningen achter de slagboom) Parkeergarage Westerstraat, Parkeergarage Willinkplein en Parkeerterrein P-Noord en Schapenveenweg. Deze berekening resulteert in een integrale kostprijs van 2,03 (afgerond 2,--) per uur voor gesloten parkeren. Hieruit volgt dat wanneer de integrale kostprijs zou worden gerekend het uurtarief gelijk als of hoger zou zijn dan het uurtarief voor parkeren aan de straat. Dat zou de hiervoor benoemde beleidsdoelstellingen van de Gemeente, met name zoals geformuleerd in het eerder aangehaalde BPE, ernstig schaden. Immers, aannemelijk is dat wanneer de integrale kostprijs zou worden doorberekend, gebruikers van de parkeergarages zouden uitwijken naar andere voorzieningen, waaronder met name het open parkeren aan de straat. Het door de Gemeente nagestreefde belang zoals mede verwoord in de BPE, zou daarmee niet kunnen worden verwezenlijkt. Ten behoeve van de verwezenlijking van het gemeentelijk parkeerbeleid zullen de prijzen niet lager zijn dan noodzakelijk voor de verwezenlijking van het hierboven omschreven nagestreefde algemeen belang. Dat betekent dat de Gemeente zich ten aanzien van de genoemde parkeervoorzieningen zalonthouden van kortingsacties. Ook zal het bedrag jaarlijks geïndexeerd worden om zodoende de prijzen actueel te houden en aan te sluiten bij de economische realiteit. Tot slot geldt dat het marktfalen ook volgt uit de bezettingsgraden die, zelfs zonder doorberekening van de integrale kostprijs, worden behaald door respectievelijk de parkeergelegenheden Willinkplein, Westerstraat en P-Noord. Uit een onderzoek van een externe partij volgen de volgende algemene bezettingsgraden, welke aantonen dat dat een commerciële exploitatie moeilijk voorstelbaar is.

5 blad 5-8 ~_ -~"""-a3ntat'~~-~' =' -~ tarief per 58 -~inüüt-~'-'-- ~---- parkeerplaats minuten (omgerekend) en 650 1,70 0, , Bezetting per dag ~~bandaq DinsdaQ ynjoensdag Donderdaq Vrijdag,Zaterdag.Zondaq aantal plaatsen bezet , ' '12 gemiddeld berekende aantal minuten opbrengst 7' ,40 79,75 '11.252,13 81,75 '13.205,02 81, ,22 84, ,4'1 90,75 '19.334,9'1 W5,00 4. '173,2' k: ~,9-- 0-' 0,2071 0,273 0,321 0,2481 0,498 oat 0,329 2, ,5%[ We sterstraat aantafi tarief per 58 tarief pe r Illlin uut parke e rplaats minuten {omgerekend) ell 475, 1,70 0,D Be-zetting per aantal gemiddeld nerekende dag plaatsen aantal opbrengst bezet minuten Mlandag ,6,50 4.1;):39,29 O,-I3J5 Dilf1lsdag ,25, 5.761,04 0,1916 '~~II oerlisdag ,75- a 't 5.970,47 0,1985 DondB,fl:Jlag ,5U H!:64,76-0,14111 'vt1jdla.g ,75, 8.219,92 0,27331 Zaterdag , ,69 0,40861 Zondag ,75, 2.695,42 0, G.466, , I :h,5%j

6 blad 6-8 ~~- tarief per 60 tarief per ninuut parkeerplaat mnuten (omgerekend) sen I ::00 1,00 0, Bezetting per dag aamal genidcleld berekende plaatsen aantal ninuten opbrengst bezet ~..t.dltdag 372 '115,50 116, Diinsdag fis( 154, , '\418 ".I'~'oens;dag ,50' 1.456, l~937 Da:dlerdag 1.0'ltD 134,50 2.2f4,08 0, r= Vniida::]! ,50' , Z1IieIrd ;28,2:5, 2372,63 O.,1.l1813 &14-118,50' , ()4,83 0.8C6952, I 1115,%1 Gelet op de bezettingsgraden voor Willinkplein, Westerstraat en P-Noord van respectievelijk 33,5%, 23,5% en 11,5% is een commerciële exploitatie, tegen de Gemeente gewenste tariefstelling, moeilijk voorstelbaar. Dit geldt te meer nu de parkeergelegenheden dagelijks een sterk variërende bezettingsgraad hebben. Immers, gelet op het feit dat de bezettingsgraad op bepaalde dagen relatief mager is, zullen de kosten moeten worden terugverdiend gedurende de andere dagen waar de bezettingsgraad hoger ligt. Opvallend in dit verband is dat Parkeergarage Willinkplein een sterke uitschieter kent op vrijdag (50%) en zaterdag (47%) ten opzichte van de andere dagen (maandag 20%). Parkeergarage Westerstraat kent een uitschieter op vrijdag (27%), zaterdag (40%) en zondag (29%), bijvoorbeeld ten opzichte van de bezettingsraad op maandag (14%). Parkeervoorziening P-Noord kent voor wat betreft de bezettingsgraad met name een uitschieter op zaterdag (13%) en zondag (31%), ten opzichte van de andere dagen (maandag bijvoorbeeld C 3,9%). De bezettingsgraad van de Schapenveenweg bedraagt 1 tot 2%. Dit lage percentage is te verklaren door de overloopfunctie van de parkeervoorziening, welke functie inherent niet rendabel te exploiteren is. Uit het voorgaande blijkt wel dat een rendabele exploitatie van de gemeentelijke parkeergelegenheden niet denkbaar is, althans niet tegen de door de Gemeente gewenste voorwaarden, welke noodzakelijk zijn ter verwezenlijking van het algemeen belang dat hiervoor is onderbouwd. Belangenafweging Het door de Gemeente nagestreefde algemene belang met de exploitatie van de door middel van dit besluit aangewezen parkeergelegenheden is hiervoor toegelicht en onderbouwd. De Gemeente heeft bij de besluitvorming op bezwaar de (mogelijke) gevolgen bij de besluitvorming als volgt meegewogen. Naast de Gemeente exploiteert ook Q-Park Operations Netherlands II BV (Q-Park) een parkeervoorziening binnen de Gemeente. De Gemeente stelt voorop dat niet kan worden uitgesloten dat Q- Park tot op zekere hoogte met een deel van de door de Gemeente aangeboden parkeergelegenheden concurreert. Echter, er zijn een aantal aanwijzingen dat er op duidt dat, voor zover Q-Park al met de gemeentelijke parkeervoorzieningen concurreert, deze concurrentie slechts marginaal is. In de eerste plaats geldt dat het parkeerterrein van Q- Park, gelet ook op de benaming "Wildlands" zich primair richt op bezoekers van het dierenpark "Wildlands adventure Zoo Emmen" (hierna: het dierenpark), terwijl dat voor geen van de gemeentelijke parkeervoorzieningen geldt. Dit volgt niet alleen uit de benaming en de ligging van het parkeerterrein van Q- Park, maar vooralook uit de door Q- Park gehanteerde tariefstelling. Anders dan de tariefstelling van de Gemeente, welke gebaseerd is op een tijdseenheid van 58 minuten, geldt voor de door Q- Park gehanteerde tariefstelling dat na een half uur het

7 blad 7-8 volledige dagtarief van 10 geldt.s Daaruit volgt onmiskenbaar dat het parkeerterrein zich, anders dan de parkeervoorzieningen van de Gemeente, primair richt op dag-parkeerders, welke met name zullen bestaan uit bezoekers van het dierenpark. Reeds op grond daarvan moet worden aangenomen dat het parkeerterrein van Q- Park niet of hooguit slechts marginaal concurreert met de gemeentelijke parkeervoorzieningen. Bovendien richten de gemeentelijke parkeervoorzieningen zich op andere parkeerdoelgroepen die in beginsel buiten het centrum van de stad dienen te parkeren, hetgeen zoals hiervoor toegelicht wordt aangemoedigd door middel van tarieven die lager liggen dan de tarieven die van toepassing zijn in het centrum van de stad (straatparkeren). Het dierenpark heeft geen eigen parkeerfaciliteiten, hetgeen met zich brengt dat Q-Park verzekerd is van een betrekkelijk constante bezettingsgraad. Het voorgaande neemt niet weg dat gelet op de ligging van de gemeentelijke parkeervoorzieningen ten opzichte van het dierenpark, niet geheel kan worden uitgesloten dat Q-park enige concurrentiedruk ondervindt van de gemeentelijke parkeerfaciliteiten Parkeergarage Westerstraat, Parkeergarage Willinkplein en Parkeerterrein P-Noord. Echter, de Gemeente is van oordeel dat de tarifering van de aangewezen parkeergarage (die in de praktijk slechts 0,25 per uur lager ligt dan de tarifering van de parkeervoorziening van Q- Park), er niet toe zalleiden dat bezoekers de voorziening van Q- Park geheel of in aanzienlijke mate zullen mijden. Ook moet in dit verband moeten worden opgemerkt dat, voor zover de voorziening van Q-Park als concurreert met de gemeentelijke parkeervoorzieningen, Q-Park ten opzichte van de gemeentelijke parkeervoorzieningen een concurrentievoordeel geniet doordat het eerste halfuur slechts 1,-- wordt betaald, terwijl bij de gemeentelijke parkeergelegenheden tot aan een uur 1,75 betaald moet worden. Met andere woorden, Q-Park heeft een voordeel ten opzichte van de gemeentelijke parkeervoorzieningen voor zeer kort parkeren. Zoals hiervoor aangegeven zal de Gemeente geen lager tariefhanteren dan C 1,75. Dit voorkomt dat het concurrentiebelang zwaarder wordt geschaad dan noodzakelijk om de gemeentelijke doelstellingen van algemeen belang te kunnen verwezenlijken. Ook de jaarlijkse voorziene indexatie, hetgeen een opwaartse prijsontwikkeling garandeert conform de economische realiteit, waarborgt dat Q- Park niet onevenredig zwaar in haar concurrentiebelang wordt getroffen. Voor wat betreft het parkeerterrein Schapenveenweg geldt dat dit weliswaar als reguliere parkeervoorziening wordt gehanteerd, maar dit wel een overloopfunctie heeft. Op alle momenten van de dag kan daar geparkeerd worden tegen dezelfde tarieven als van de andere gesloten gemeentelijke parkeervoorzieningen. De overloopfunctie die door parkeerterrein Schapenveenweg wordt vervuld, met name ten opzichte van de parkeervoorziening van Q- Park, uit zich in de lage bezettingsgraad die hiervoor is aangehaald. Gelet op het voorgaande is moeilijk voorstelbaar dat dit parkeerterrein met de garage van Q-park concurreert. Verder is relevant de Gemeente het parkeerterrein P-Zuid 1 (dat nu door Q-Park wordt geëxploiteerd) tot 2062 in erfpacht heeft gegeven aan het dieren park. Q- Park pacht het parkeerterrein tot 2025 van het dierenpark. De Gemeente Heeft hiervoor in 2011 toestemming gegeven. Oorspronkelijk is van het dierenpark geëist dat haar verplichtingen Q-Park zouden worden doorgelegd. Die verplichtingen hebben onder andere betrekking op het te hanteren parkeerbeleid, dat dient aan te sluiten bij het gemeentelijke parkeerbeleid voor wat betreft de tarifering. Uit het voorgaande volgt dat wanneer Q- Park zich zou houden aan de op haar rustende verplichtingen ten aanzien van de tarifering, haar tarifering gelijk zou zijn aan die van de Gemeente, en niet zou kunnen worden ingezien hoe haar concurrentiebelang geschaad zou worden. Tot slot wijst de Gemeente op de door haar aangekochte ParkeerReisInformatieSysteem (PRIS), waarmee de Dynamische Reis en Informatie Panelen worden aangestuurd. Door middel van deze systemen wordt actief gestuurd op parkeerverwijzing, waarbij afhankelijk van het aantal benutte parkeerplaatsen per locatie de verkeersverwijzing op de DRIP's automatisch wordt aangepast. In dit 4

8 blad 8-8 verband wordt verwezen naar P-Zuid 1 (Q-Park), P-Zuid 2 (Schapenveenweg) en naar P-Oost (gratis P+R functie). Deze verwijzing vindt plaats op zuivere (niet discriminatoire) verkeersgeleidingoverwegingen. Kortom, voor zover Q- Park al door het onderhavige besluit in haar belang wordt geraakt, wordt haar belang niet onevenredig geschonden, terwijl het door de Gemeente nagestreefde algemeen belang niet kan worden behaald wanneer een hoger tarief zou worden gehanteerd dan C 1,75 per uur. Tot slot wordt opgemerkt dat uit de eerder aangehaalde berekening van een externe partij volgt dat, in overeenstemming met het gemeentelijk beleid, de exploitatie van gesloten parkeervoorzieningen en de exploitatie van parkeren op straat in zijn totaliteit kostendekkend is. In het ABB wordt dan ook bepaald: "Bij de exploitatie van parkeergarages en het parkeren op straat (...) het uitgangspunt [is] dat dit in totaliteit kostendekkend dient te zijn". Daarmee wordt op zichzelfin beginsel al voldaan aan de Wet Markt en Overheid. De nota van toelichting bij het besluit markt en overheid bepaalt namelijk over het aggregatieniveau bij kostendoorberekening dat kostendoorberekening niet per sé per goed of dienst hoeft plaats te vinden, maar dat kostendoorberekening en - toerekening kan plaatsvinden voor een categorie van zelfde of soortgelijke goederen. Als voorbeeld wordt in de nota van toelichting gegeven: "Dit betekent dat de verplichting van kostendoorberekening betrekking heeft op het volledige aanbod van de koffiecorner ten behoeve van derden en dat niet per goed, zoals koffie en thee, afzonderlijke kostendoorberekeningen hoeven plaats te vinden. "Kruissubsidiërinq" tussen goederen en diensten binnen eenzelfde markt, in het voorbeeld de markt van cafés, is dus toegestaan. Het is voldoende dat ten minste de integrale kosten van het totaal van alle goederen en diensten worden doorberekend." Kortom, strikt genomen voldoet de gemeente aan het beginsel van kostendoorberekening omdat het gesloten betaald parkeren (parkeren achter de slagboom) en het open betaald parkeren (open betaald parkeren) in zijn geheel bezien kostendekkend is. De Gemeente hecht er echter aan om een algemeen belang besluit te nemen, specifiek ten aanzien van de exploitatie van het gesloten betaald parkeren, dit ten behoeve van de zorgvuldigheid en waarborging van de concurrentiebelangen van belanghebbenden. Wij vertrouwen erop dat u - als gemachtigde - Q-Park vande beslissing op bezwaar op de hoogte brengt. Beroep Indien u zich niet met deze beslissing op bezwaar kunt verenigen, kunt u binnen zes weken na verzenddatum van deze brief beroep instellen bij de Rechtbank Rotterdam, Postbus , 3007 BM te Rotterdam. Het beroepschrift dient op grond van art. 6:5lid 1 Awb ten minste te bevatten: de naam en het adres van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van het besluit waartegen het beroep is gericht, en de gronden van het bezwaar ofberoep. Daarnaast kunt u de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam verzoeken ter zake van onze beslissing op bezwaar, een voorlopige voorziening te treffen Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Hoogachtend, burgemeester en wethouders van Emmen, de gemeentesecretaris, de locoburgemeester, LA.A. Oostmeijer-Oosting B.R. Arends