Handleiding BreakEven Calculator Door Thomas Vulsma

Transcriptie

1 Handleiding BreakEven Calculator Door Thomas Vulsma Introductie Deze handleiding geeft een korte inleiding tot de werking en het gebruik van de BreakEven Calculator. Met een paar simpele stappen leert de gebruiker omgaan met het programma. Verder zijn in deze handleiding een aantal oefeningen opgenomen om geavanceerde breakeven berekeningen uit te voeren. Het programma is gebruiksvriendelijk doordat het een duidelijk onderscheid maakt tussen de data die ingevoerd dienen te worden en de output die uit de berekening komen. Stap 1: Ga naar de elektronische leeromgeving (ELO) en log in met je persoonlijke account. In de map B5H.MO download de BreakEven Calculator en bewaar het op de desktop (bureaublad). Dubbelklik op het programma om te openen. Na het openen krijg je het volgende scherm te zien (afbeelding 1): De eerste tab geeft de breakeven calculator om berekeningen te doen waarbij 1 product wordt geproduceerd en verkocht. De in afbeelding 1 staat de functie van verschillende onderdelen toegelicht. Afbeelding 1 Vul hier in: verkoopprijs per product variabele kosten per product totale constante kosten totale winst (gewenst) De grafiek geeft de totale kostenlijn en de omzetlijn. Voor het snijpunt kun je de hoogte van het verlies aflezen, na het snijpunt kun je de hoogte van de winst aflezen. Berekeningen met 1 product Hier krijg je: Breakeven aantal producten en Breakeven omzet De staven geven de verkoopprijs (rechts), variabele kosten en dekkingsbijdrage per product (links) In deze tab kun je berekenen hoeveel producten je moet verkopen om precies alle kosten de dekken of een bepaalde hoeveelheid winst te behalen. Ook geeft het programma de omzet die daarvoor bereikt moet worden. 1

2 Je merkt dat de dekkingsbijdrage gelijk is aan de constante kosten + de hoeveelheid winst die je wilt bereiken. Ook valt je wel op dat de verkoopprijs bestaat uit de variabele kosten per product en de dekkingsbijdrage per product. Stap 2: Stap 3 In het gedeelte boven de grafiek vul in: verkoopprijs, variabele kosten per product en constante kosten en eventueel de beoogde winst (als je het breakeven punt wil, vul hier 0 in). Uit de grafiek lees je grafisch af hoe de totale kostenlijn loopt (oranje) bij elke hoeveelheid verkochte producten en hoe de omzetlijn loopt (blauw). Als de totale kosten hoger liggen dan de omzet, kun je de hoogte van het verlies aflezen. Als de totale kosten lager liggen dan de omzet, kun je de hoogte van de winst aflezen. Uit het staafdiagram kun je aflezen waaruit de verkoopprijs bestaat: hoe hoog de dekkingsbijdrage per product is en wat de variabele kosten per product zijn. Open de tweede tab genaamd BE Calculator 2 producten. Na het openen krijg je het volgende scherm te zien (afbeelding 2): Vul in: het % van alle producten die van product A verkocht worden Vul in voor prod A: prijs, var kosten, constante kosten Doe hetzelfde voor prod B Vul het winstdoel in Lees hier af bij elke afzet: Hoogte van kosten, hoogte van omzet. Hoogste van verlies, hoogte van winst. Aantal verkochte producten om alle kosten te dekken Lees hier af: breakeven afzet, waarvan het aantal prod A en het aantal prod B. Breakeven omzet, waarvan uit verkoop van prod A en verkoop van prod B. In deze tab kun je berekenen hoeveel producten je moet verkopen om precies alle kosten de dekken of een bepaalde hoeveelheid winst te behalen indien je 2 producten verkoopt. Ook geeft het programma de omzet die daarvoor bereikt moet worden. Je vult voor 2 producten apart de verkoopprijs, variabele kosten per product en constante kosten. Indien je een winstdoel hebt, vul deze voor het totaal in. Je kunt de totale dekkingsbijdrage uit beide producten samen aflezen. Je merkt dat de dekkingsbijdrage gelijk is aan de constante kosten van beide producten samen + de hoeveelheid winst die je wilt bereiken. 2

3 Let op: Als je in een cel een reeks ####### krijgt moet je de breedte van de kolom vergroten: dit doe je door bovenaan de kolom op de cel met het nummer van de kolom te gaan staan en de rand opzij te schuiven. 3

4 Oefeningen met input van data en interpretatie van output De volgende oefeningen laten je oefenen met het invoeren van getallen in de BreakEven Calculator en het aflezen van de antwoorden die je verkrijgt, Oefening 1: Berekenen van breakeven afzet en omzet Stel we verkopen een product met een verkoopprijs van 15 excl. Btw. De variabele kosten per product zijn 5 en we hebben constante kosten van We willen weten hoeveel producten we moeten verkopen om alle kosten te kunnen dekken. Dit doen we als volgt: 1) Klik op het vakje achter Verkoopprijs. Deze cel noemen we [5,6] (kolom 5 rij 6). Vul daar het getal 15 in en druk enter. 2) In cel [5,7] vul in het getal 5 en druk enter. 3) In cel [5,8] vul in en druk enter. 4) In cel [5,9] laten we 0 staan en we doen niets met cel [5,10]. In de grafiek kun je nu aflezen dat de totale kostenlijn begint bij de en stijgt als er meer producten worden verkocht. Dit komt overeen met een formule TK=5q De Omzetlijn begint bij 0 en stijgt met als je naar rechts gaat. Deze formule is dus TO=15q. de twee lijnen elkaar snijden bij producten; hier zijn de totale kosten dus gelijk aan de totale omzet (oftewel winst = 0). De omzet waarbij de omzet gelijk zijn aan de totale kosten kunnen we aflezen van de verticale as in de grafiek. Hier zien we dat bij een omzet van , de totale kosten ook zijn. Dit controleren we door de breakeven afzet (4.000) te vermenigvuldigen met de verkoopprijs ( 15) en we komen uit op dezelfde breakeven omzet. In het staafdiagram kunnen we 3 dingen aflezen bij deze gegevens: o De rechter staaf geeft aan dat de verkoopprijs excl. Btw 15 bedraagt. o De linker staaf geeft aan dat de verkoopprijs bestaat uit 5 variabele kosten en 10 dekkingsbijdrage (dekkingsbijdrage is de verkoopprijs excl. min de variabele kosten). In de cellen onder de grafiek worden de exacte breakeven afzet en breakeven omzet gegeven. In het geval van de ingevoerde gegevens zien we dat de breakeven afzet van 4000 producten die we in de grafiek aflezen wordt bevestigd door cel [3,36]. We hebben ingevuld dat we de afzet willen waarbij we 0 winst behalen dus de breakeven afzet. Tot slot, net boven de grafiek wordt de dekkingsbijdrage gegeven. Dit houdt in de dekkingsbijdrage per product maal het te behalen afzet. Als je 0 winst wil behalen, is de totale dekkingsbijdrage gelijk aan de constante kosten. Oefening2: Berekenen met Winstdoel Als we een bepaalde winst willen behalen, kunnen we de input data veranderen, als volgt. 1) In cel [5,9] vul in en druk enter. Het valt je misschien op dat de grafiek niet verandert is. Dit komt doordat de kostenlijn en de omzetlijn onveranderd zijn (TK=5q en TO=15q). De te behalen afzet en te behalen omzet onder de grafiek zijn wel veranderd. Dit komt omdat we de calculator hebben laten berekenen hoeveel afzet en omzet we moeten behalen om winst te maken. In dit geval zijn de antwoorden producten en omzet. We controleren dit door naar de grafiek te kijken en af te lezen waar de omzetlijn boven de kostenlijn is. We lezen dan af hoeveel de afzet en omzet zijn en we bevestigen dat de omzet daar en de kosten zijn. 4

5 Oefeningen: Variabele kosten zijn 4, constante kosten De verkoopprijs is 11. a) Hoeveel producten moeten verkocht worden om alle kosten te dekken? b) Hoeveel omzet moet je behalen om precies 0 winst te maken? c) Hoeveel zijn de constante kosten bij de breakeven afzet? d) Hoeveel is de dekkingsbijdrage per product bij deze afzet? e) Bereken hoeveel producten je moet verkopen om winst te behalen. f) Hoeveel is je totale dekkingsbijdrage bij die afzet? g) Hoeveel zijn je constante kosten + de winst? h) Hoeveel is omzet die je nodig hebt om deze winst te behalen? i) Hoeveel zijn de constante kosten + winst bij deze omzet? j) Hoeveel is de dekkingsbijdrage per product x te behalen afzet? k) Hoeveel keer past de dekkingsbijdrage per product in de constante kosten? l) Als je 1 product meer produceert dan de breakeven hoeveelheid, hoeveel is dan je winst? m) Als je 1 product minder produceert dan de breakeven hoeveelheid, hoeveel is dan je verlies? Stel, je verkoopt 2 producten; A en B. Je verkoopt product A voor 20 excl. Btw en B voor 26. De constante kosten van de productie van product A zijn , de variabele kosten per product 16. De constante kosten van product B zijn en de variabele kosten eveneens 16. Je verkoopt 3 keer zoveel producten van A dan van B, dus als je 100 producten verkoopt, zijn 75 daarvan A en 25 daarvan B. a) Hoeveel producten moet je in totaal verkopen om alle kosten te dekken? b) Hoeveel daarvan zijn product A en hoeveel B? c) Hoeveel is de totale dekkingsbijdrage bij de breakeven hoeveelheid producten? d) Hoeveel zijn de totale constante kosten? 5

6 e) Hoeveel van die constante kosten zijn uit de productie van product A? Hoeveel uit productie van product B? f) Hoeveel is de dekkingsbijdrage van product A? Hoeveel is de dekkingsbijdrage van product B? g) Hoeveel draagt product A bij aan het dekken van de constante kosten? Hoeveel draagt product B bij? h) Hoeveel dekkingsbijdrage draagt product A bij voor het dekken van de constante kosten van product B? i) Als je product B nooit had geproduceerd, en dezelfde hoeveelheid A verkoopt. Hoeveel meer winst had je dan behaald? j) Stel dat je de constante kosten van product B wel hebt betaald en je stopt met de productie van B. Hoeveel winst loop je dan mis? k) Wat is de breakeven afzet van product B alleen (dus wanneer verdient B zijn eigen constante kosten terug? l) [dit kan niet met de Breakeven Calculaor ] Als je die hoeveelheid produceert van B en 3 keer zoveel van A, hoeveel winst maak je dan? m) [dit kan niet met de Breakeven Calculaor ] Als je 1 product meer produceert dan de breakeven afzet van B, hoeveel winst maak je er dan bij? n) [dit kan niet met de Breakeven Calculaor ] Als je 1 product minder produceert dan de breakeven afzet van B, hoeveel winst maak je dan minder? Waar komt dit mee overeen? Stel je verlaagd de prijs van B naar 25 en daardoor verkoop je net zoveel A als B. Je wil een winst van o) Hoeveel producten verkoop je boven de breakeven afzet? p) Vermenigvuldig 50% daarvan met de dekkingsbijdrage van prod A en de andere helft met de dekkingbijdrage van prod B. Tel de bedragen bij elkaar op. Hoeveel % van de winst komt uit verkoop van prod A? q) Wat is de dekkingsbijdrage per product van product A? 6

7 r) Hoeveel is de dekkingsbijdrage per product als % van de verkoopprijs van A? Stel dat je de prijs van product B nog meer laat dalen naar 22. Hierdoor verkoop je 1,5 keer zoveel B als A. Je wil hiermee een winst van behalen. s) Als je in totaal100 producten verkoopt. Hoeveel dekkingsbijdrage verdien je dan uit A? en uit B? t) Wat is de gemiddelde dekkingsbijdrage per product bij 100 producten? u) Wat is de gemiddelde dekkingsbijdrage per product bij verkoop van 1000 producten? v) Hoeveel keer pas die gemiddelde dekkingsbijdrage per product in de constante kosten + winst? w) Hoeveel producten moeten er dan in totaal verkocht worden om alle kosten te dekken? x) Hoeveel van die producten zijn van A en hoeveel van B? 7