( unité 1 ) 23 Cherchez les mots

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "( unité 1 ) 23 Cherchez les mots"

Transcriptie

1 ( unité 1 ) 23 Cherchez les mots A Haal veertien Franse woorden uit de bus en zet ze achter de Nederlandse woorden. Ze kunnen zowel horizontaal als verticaal als diagonaal verstopt zijn. Sommige letters kunnen twee keer gebruikt worden. Alle woorden staan in de conversations III en IV op pagina komen 2 voorbereiden 3 verhuisd 4 hopen 5 bus 6 nummer 7 richting 8 spellen 9 vervolgens 10 verder op 11 hoek 12 tussen twee haakjes 13 verdwaald 14 dorst

2 ( unité 2 ) 7 Het bijvoeglijk naamwoord, bijzondere gevallen Grammaire In unité 1 (Apprendre 3) heb je geleerd dat een bijvoeglijk naamwoord dat iets zegt over een vrouwelijk zelfstandig naamwoord een e krijgt. Bij sommige bijvoeglijke naamwoorden verandert er meer. Die hebben een onregelmatige vorm wanneer ze bij een vrouwelijk zelfstandig naamwoord staan. In de tekst op pagina 23 van je tekstboek staat een aantal voorbeelden daarvan. Zoek in die tekst het vrouwelijk enkelvoud van de bijvoeglijke naamwoorden hieronder en schrijf dat erachter: gros nombreux généreux Vul nu de volgende zinnen aan: Meestal krijgen bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een s er in het vrouwelijk enkelvoud bij. Bij een bijvoeglijk naamwoord op eux wordt eux in het vrouwelijk enkelvoud Let op! Vertaal de woorden hieronder. Ze komen uit de tekst op pagina 23 van je tekstboek. un nouvel ordinateur un bel objet une vieille console un vieux vélo Sommige bijvoeglijke naamwoorden zijn helemaal onregelmatig. In het schema hieronder staan alle vormen van beau, nouveau en vieux. mannelijk enkelvoud vrouwelijk enkelvoud mannelijk meervoud vrouwelijk meervoud beau bel belle beaux belles nouveau nouvel nouvelle nouveaux nouvelles vieux vieil vieille vieux vieilles De vormen bel, nouvel en vieil gebruik je alleen in het enkelvoud voor een mannelijk zelfstandig naamwoord dat begint met een klinker of een stomme h. Kijk voor andere bijzondere gevallen bij Apprendre 3 op pagina 103 en 104 van je tekstboek.

3 ( unité 2 ) 9 Remplissez Vul de juiste vorm in van het bijvoeglijk naamwoord. 1 Nous avons un prof de géo. nieuw 2 Luc a gagné une somme d argent. fors 3 Marianne porte une robe. mooi 4 Elle est très. gelukkig 5 Ces filles sont très. sportief 6 Sophie est une copine. goed 7 Elle chante des chansons. oud 8 Tu habites dans un appartement. mooi 9 Une Porsche est une voiture. duur 10 Je regarde un film. oud

4 ( unité 2 ) 22 Remplissez Vul in het schema de Franse woorden in die kloppen met de omschrijvingen hieronder. Alle woorden staan in de gesprekken op pagina 26. Als je het goed hebt gedaan verschijnt in de vetgedrukte vakjes een woord voor iets dat iedereen graag achter de hand heeft. Let op! Verbindingsstreepjes in een woord krijgen een apart vakje. 1 Niet een enkele keer, maar... keer. 2 Als je als moniteur wilt werken moet je eerst een diploma... 3 Telt meestal 30 of 31 dagen. 4 Met elkaar samenwerkende personen. 5 Daar schrijf je mee. 6 Als je een kledingstuk te duur vindt, kun je altijd nog wachten op de... 7 Vervoer je je geld in. 8 Word je als je maar lang genoeg in de zon zit. 9 Niet gewonnen maar Niet één cadeautje, maar een hele Niet exact maar Biljetten en munten. 13 Je krijgt niet maar je Je neemt niet maar je

5 ( unité 4 ) 15 Ontkenningen Grammaire De zinnen hieronder komen uit de fotoroman. Vertaal ze in het Nederlands. Tu ne sais pas encore ton rôle? Je ne suis jamais malade. Je ne veux rien manger. Je n ai plus de voix. Vul aan: nog niet vertaal je door nooit vertaal je door niets vertaal je door niet meer vertaal je door Deze ontkenningen bestaan dus net als ne... pas uit twee delen. Het tweede deel staat, net als pas, direct achter de persoonsvorm. Let op! Vertaal de zinnen hieronder. J ai de la fièvre. Je n ai plus de fièvre J ai des problèmes. Je n ai jamais de problèmes. Net als na ne... pas krijg je ook na ne... plus en ne... jamais geen delend lidwoord maar de of d.

6 ( unité 4 ) 17 Transformez A Maak de zinnen hieronder ontkennend. Gebruik de ontkenning tussen haakjes. Kijk eerst nog even naar de Let op! van oefening Juliette est malade. (nooit) 2 Mes soeurs ont de la fièvre. (niet meer) 3 Je veux manger de la viande. (niet) 4 Je suis en retard. (nooit) 5 Il a téléphoné au docteur. (nog niet) B Geef een ontkennend antwoord volgens het voorbeeld. Gebruik de ontkenning tussen haakjes. Voorbeeld: Tu as encore de la fièvre? (niet meer) - Non, je n ai plus de fièvre. 1 Tu es souvent malade? (nooit) - Non,. 2 Tu aimes le coca? (niet) - Non,. 3 Tu as déjà fait des courses? (nog niet) - Non,. 4 Tu as encore mal au coeur? (niet meer) - Non,. 5 Tu manges beaucoup? (niets) - Non,.

7 ( unité 5 ) 7 Imparfait Grammaire De zinnen hieronder staan in het interview met de groep Alif, op pagina 53. Vertaal ze. Au début c était difficile. Les rappeurs préféraient les chanteuses sexy. De vetgedrukte woorden in de zinnen zijn vormen van de imparfait. Deze tijd gebruik je om te vertellen hoe het in het verleden was. Je vormt die tijd door van de nous-vorm van de présent de uitgang ons weg te laten en te vervangen door de uitgangen van de imparfait. Die uitgangen zijn voor alle werkwoorden hetzelfde. Kijk naar de zinnen hierboven en vul aan: De uitgang voor de derde persoon enkelvoud (il, elle, on) is. De uitgang voor de derde persoon meervoud (ils, elles) is. Lees nu de zinnen hieronder en onderstreep daarin de andere uitgangen. Julie: Maurice: Julie: Estelle et David: Quand j avais 10 ans, j adorais les jeux vidéo. Et toi, Maurice? Qu est-ce que tu aimais à 10 ans? La télé. Avec mes frères et soeurs, nous regardions toujours la télé. Et vous, Estelle et David? Qu est-ce que vous aimiez à 10 ans? Nous, on adorait regarder les clowns au cirque. Vul nu alle uitgangen van de imparfait in: j aim nous aim tu aim vous aim il/elle/on aim ils/elles aim Let op: De enige uitzondering is het werkwoord être: nous sommes - j étais. Kijk bij Apprendre 3 (tekstboek pagina 113) voor een volledig rijtje in de imparfait.

8 ( unité 5 ) 9 Remplissez Lees de zinnen hieronder en vul de imparfait in van de werkwoorden achter de zin. 1 L année dernière, j beaucoup la musique hip-hop. aimer 2 Ma copine Marine le blues et le jazz. préférer 3 Nous souvent au cinéma. aller 4 Vous les derniers tubes? écouter 5 Le samedi soir, Ozan et Daniel des comédies à la télé. regarder 6 Tu souvent aux fléchettes? jouer 7 Ils souvent malades. être 8 Mon frère un nouveau scooter. avoir 9 Je ne pas aller au spectacle. pouvoir 10 On écouter cet album de jazz. vouloir

9 ( unité 5 ) 10 Mettez à l imparfait Zet de rest van de brief hieronder in de imparfait: Bonjour, Je m appelle Raoul et depuis une semaine j habite à la campagne, dans le nord. Avant 1 J habite Lyon. 2 Il y a beaucoup d avantages. 3 Le collège est à cinq minutes de chez moi. 4 Dans le grand parc, au bout de la rue, on fait du roller tous les après-midi. 5 Les cinémas aussi sont tout près. 6 Le samedi soir, je vais en ville avec mes copains. 7 On va d abord jouer au billard américain au café sur la grande place. 8 Puis on prend une pizza chez Flunch. 9 Après on va au cinéma pour voir le dernier film. 10 On rentre toujours vers une heure du matin. Oh, je regrette vraiment la ville. Ecris-moi vite. Salut, Raoul

10 ( unité 6 ) 7 Persoonlijke voornaamwoorden Grammaire Vertaal de zinnen hieronder. Onderstreep in je Nederlandse zin de vertaling van de vetgedrukte woorden. Ce bois, tu le connais. On a organisé une manifestation et on a décidé de la faire devant la mairie. On a fait l inventaire et on l a publié. On a pris des photos, tu peux les voir sur le site. Voilà Pierre, je le vois souvent. Voilà Anne, je la vois souvent. Le, la, l en les zijn hier persoonlijke voornaamwoorden. Ze vervangen een zelfstandig naamwoord dat lijdend voorwerp is. Ze kunnen zowel personen als zaken vervangen. Vul aan: Een mannelijk zelfstandig naamwoord in het enkelvoud vervang je door. Een vrouwelijk zelfstandig naamwoord in het enkelvoud vervang je door. Een zelfstandig naamwoord in het meervoud vervang je door. Le en la worden voor een klinker of een stomme h. Vertaal nu de volgende zinnen: On a écrit au maire. On lui a écrit. J envoie une carte à ma grand-mère. Je lui envoie une carte. Lui betekent dus zowel als. Je gebruikt het alleen voor personen, als meewerkend voorwerp. In dat geval kun je in het Nederlands meestal aan (soms ook naar of met) voor hem of haar zetten. Je téléphone à mon père, je lui téléphone. - Ik bel mijn vader op, ik bel hem op. Let op het werkwoord téléphoner. In het Frans krijgt dat een meewerkend voorwerp. I II Let op! Persoonlijke voornaamwoorden staan meestal voor de persoonsvorm, ook als de zin in de passé composé staat. Als er een heel werkwoord in de zin staat komt het persoonlijk voornaamwoord voor dat hele werkwoord: Je peux le faire. Ik kan het doen. Je veux lui écrire une lettre. Ik wil hem een brief schrijven. In een ontkennende zin komt ne nog voor het persoonlijk voornaamwoord: Je ne le vois pas. Ik zie hem niet.

11 ( unité 6 ) 9 Devinettes Waarop kunnen de vetgedrukte woorden slaan? Los de raadseltjes op. Je mag in het Nederlands antwoorden. Meestal zijn er meer mogelijkheden. Vergelijk jouw antwoorden met die van een medeleerling. 1 Je la regarde tous les soirs. 2 Quand je suis fauché je lui demande de l argent. 3 Je le regarde quand je cherche le chemin. 4 Je les envoie à mes copains. 5 Je l écoute sur mon MP3. 10 Choisissez et mettez dans l ordre A Kies het juiste persoonlijk voornaamwoord en vul het in. 1 J adore ma grand-mère, je vois souvent. la / lui 2 Je téléphone une fois par semaine. la / lui 3 Tu as les photos? Oui, je ai dans mon sac. l / les 4 Charles a trouvé un cadeau pour son frère: il donne un jeu vidéo. le / lui 5 Tu aimes Lorie? Non, je ne aime pas du tout. l / la 6 On a invité le maire? Oui, on a invité. l / lui B Maak zinnen door de woorden in de juiste volgorde te zetten. Schrijf de hele zin op. 1 ne - je - pas - connais - le 2 lui - téléphoné - a - on 3 pouvez - le - vous - faire 4 ne - ont - l - invité - ils - pas 5 pas - voir - je - la - ne - veux

12 ( unité 6 ) 15 Il faut Grammaire De zinnen hieronder staan in de fotoroman. Vertaal ze. Il faut faire quelque chose. Il faut nettoyer centimètre par centimètre. Je gebruikt il faut wanneer je wil zeggen dat iets moet of nodig is. Het werkwoord wordt alleen in de derde persoon enkelvoud gebruikt. Het onderwerp is dus altijd. Kijk naar het woord achter il faut en vul in: Achter il faut komt een. Let op! Il ne faut pas jeter les déchets dans la nature. - Je moet geen afval in de natuur gooien. Als iets niet mag of niet moet, komt ne voor faut en pas voor het hele werkwoord. 16 Transformez Lucile is erg milieubewust en vindt dat iedereen moet doen wat zij doet (of niet doet). A Laat haar praten. Kijk naar het voorbeeld en maak zinnen op dezelfde manier met il faut. Voorbeeld: acheter des légumes biologiques. Il faut acheter des légumes biologiques. 1 Manger des produits bio. 2 Aller en vélo au collège. 3 Prendre le bus. B Lees nu wat ze doet en verander de zinnen. Gebruik il faut. 1 Elle économise l eau. Il faut 2 Elle utilise les vieux papiers. 3 Elle laisse son scooter au garage. 4 Elle ne laisse pas les déchets dans la nature. 5 Elle n utilise pas de sacs en plastique.

13 ( unité 6 ) 17 Faites des listes Maak lijstjes. Vertel wat je moet doen om de doelen hieronder te bereiken. Er staan al twee voorbeelden bij elk doel, bedenk er nog minstens twee per doel bij. Gebruik il faut of il ne faut pas. 1 Pour rester en bonne santé. sporten - niet roken 2 Pour avoir de l argent. sparen - niet te veel uitgeven 3 Pour passer une bonne journée. vrienden uitnodigen - niet thuis blijven

14 ( unité 6 ) 24 Cherchez les mots A Haal de Franse woorden uit de boom en zet ze achter de Nederlandse woorden. Ze kunnen zowel horizontaal als verticaal verstopt zijn. Sommige letters kunnen twee keer gebruikt worden. Alle woorden staan in de conversations III en IV op pagina 67. Let op! In de boom staan niet de accenten - die moet je er hieronder bijschrijven. S L A V C A V I C A U S E R O U B F I V # C U N I L T R L N E P I R T N L R L A U B A C R L S E C I E A V I O N L O M E R U S M E N F P R O E I M N E P E E R E O T I O N R T E D A N R O N I D E P R E V E N I R R T N E S P O U B E L L E E T M E N T L' E N F U M E E T E C P O E L E I J M E P T R F E U R D S E C N T 1 brand 12 wind 2 rook 13 worstje 3 vlam 14 koekenpan 4 heuvel 15 vast wel 5 waarschuwen 16 vuilnisbak 6 vliegtuig 17 gooien, weggooien 7 vuur 18 glas 8 het merendeel 19 blik 9 veroorzaken 20 spoelen 10 onvoorzichtig 21 vroeger 11 droog 22 verbranden

15 ( unité 7 ) 15 De vergrotende trap Grammaire De zinnen hieronder komen uit de fotoroman. Vertaal ze in het Nederlands. La première est plus sympa. C est plus sympa que debout. plus sympa is de vergrotende trap van sympa. Om de vergrotende trap te vormen zet je in het Nederlands -er achter het bijvoeglijk naamwoord. In het Frans gaat dit op een andere manier. Kijk goed naar de zinnen hierboven en vul de regel aan. Om de vergrotende trap te vormen zet je het woord voor het bijvoeglijk naamwoord. Het Franse bijvoeglijk naamwoord bon (goed, lekker) heeft net als goed in het Nederlands een onregelmatige vergrotende trap: Ce shampooing est meilleur. Deze shampoo is beter. Cette glace est meilleure que ce yaourt. Dit ijsje is lekkerder dan die yoghurt. Let op! Ton T-shirt est plus joli que ton jean. C est moins ringard que la frange. Les polos sont aussi jolis que les T-shirts. Jouw T-shirt is leuker dan jouw spijkerbroek. Het is minder ouderwets dan een pony. De poloshirts zijn net zo leuk als de T-shirts. Kijk naar de zinnen hierboven. In vergelijkingen gebruik je in het Nederlands de woorden en. In het Frans is er maar één woord:. 17 Remplissez Lees de zinnen hieronder en vul de vergrotende trap in. Je moet het bijvoeglijk naamwoord steeds aanpassen. 1 Marie est que Sophie. kleiner 2 Le pull marron est que le pull bleu. duurder 3 Cette casquette est. hipper 4 Ce pantalon est que le jean. groter 5 Ils sont que leur frère. bruiner 6 Cette pizza est. vetter 7 Les jupes bleues sont que les jupes rouges. mooier 8 Les cheveux de Florian sont. zwarter

16 ( unité 7 ) 18 Comparez Kijk naar de tekeningen hieronder en maak minstens drie vergelijkingen volgens het voorbeeld. Voorbeeld: Les cheveux de Victor sont plus longs que les cheveux de Rémi. Victor Rémi 28 Comment dire? Lees de vier gesprekken op pagina nog een keer en zoek de Franse zinnen in de tekst. I 1 Hoe zegt Marie dat ze haar nieuwe mobieltje veel gaver vindt dan haar vorige? 2 Florian vindt al die gadgets te duur. Hoe zegt hij dat? II 3 Hoe zegt de moeder van Loïc dat ze 200,- voor sportschoenen veel te duur vindt? 4 En hoe zegt ze dat de schoenen bij Monoprix veel goedkoper en net zo goed zijn? III Hoe zegt Sophie 5 dat haar haar soepeler is dan eerst? 6 dat ze blauwere ogen heeft met deze make-up? IV 7 Loïc vindt de stijl van Sanseverino veel chiquer. Hoe zegt hij dat?

17 ( unité 8 ) 14 Het wederkerend werkwoord Grammaire Vertaal de zinnen hieronder. Onderstreep in je Nederlandse zin de vertaling van de vetgedrukte woorden. 1 Pourquoi tu te fatigues? 2 Tu vas t entraîner en salle d escalade. 3 Il se trompe. 4 Tu te couches de bonne heure. De vetgedrukte woorden zijn vormen van wederkerende werkwoorden. Schrijf nu het hele werkwoord op van de vetgedrukte vormen: Vul in: Bij een Frans wederkerend werkwoord staat bij het hele werkwoord altijd. In het Nederlands krijgen wederkerende werkwoorden. Kijk nog even naar de laatste zin: Wat valt je op als je het werkwoord se coucher vertaalt? Let dus op: Niet alle werkwoorden die wederkerend zijn in het Frans zijn dat ook in het Nederlands. De wederkerende voornaamwoorden staan op dezelfde plaats in de zin als de persoonlijke voornaamwoorden, dus voor de persoonsvorm, zoals in zin 1, 3 en 4 op pagina 173. Maar als er een heel werkwoord in de zin staat, dan staan ze vlak voor dat hele werkwoord, zoals je kunt zien in zin 2. Net als in het Nederlands heeft elk onderwerp een vast wederkerend voornaamwoord. In Apprendre 6 op pagina 124 van je tekstboek vind je een compleet rijtje. Bekijk dat en schrijf hieronder het wederkerend voornaamwoord achter het onderwerp: je couche tu couches il couche elle couche on couche

18 ( unité 8 ) 16 Remplissez A Vul het juiste wederkerend voornaamwoord in. 1 Je couche à neuf heures. 2 Vous entraînez chaque jour? 3 Elle fatigue trop. 4 Mes amis occupent du dîner. 5 On lave les mains. 6 Tu trompes: j ai 13 ans! 7 Demain, nous levons de bonne heure. B Zet het wederkerend werkwoord in de juiste vorm. 1 Excusez-moi, je (se tromper). 2 Tu (se laver) dans la salle de bains? 3 Nous (s entraîner) deux fois par semaine. 4 Vous (se préparer) comment pour le match? 5 On (se coucher) de bonne heure. 6 Paul (s occuper) de la préparation du dîner. 7 Les enfants (se coucher) à neuf heures. 8 A quelle heure tu vas (s entraîner)?

19 ( unité 8 ) 17 Regardez et décrivez A Kijk naar de persoon op de plaatjes op deze pagina en pagina 176 en doe net of jij deze persoon bent. Schrijf vervolgens onder de plaatjes op de eerste regel wat je doet. Maak gebruik van de volgende wederkerende werkwoorden. s arrêter se lever se coucher s entrainer se doucher Je me lève à 7 heures B Doe nu alsof deze jongen je vriend is en schrijf op wat hij doet op de tweede regel bij de plaatjes.

20 ( unité 8 ) 24 Remplissez Vul in het schema woorden in die kloppen met de omschrijvingen hieronder. Alle woorden staan in de conversations op pagina en/of in Apprendre 8. Als je het goed doet verschijnt in de vetgedrukte hokjes de Franse naam voor de eigenschap die het allerbelangrijkste is als je aan sport doet. 1 Een wedstrijd waarbij het erom gaat de snelste te zijn. 2 Krijg je als je een toernooi wint. 3 Daar ben je op uit als je een wedstrijd speelt. 4 Moet je eerst worden voor je mee kunt doen met de activiteiten van een club. 5 Probeer je te maken tijdens een voetbalwedstrijd. 6 Sport waarbij de fiets centraal staat. 7 Iedereen wil graag kampioen... 8 Geen teamsport maar een sport... 9 Sport waar je een racket bij nodig hebt. 10 Geen individuele sport maar een sport d... Het woord is: Vertaling:

21 ( unité 8 ) 25 Savoir Grammaire Je ne sais pas encore. Ik weet het nog niet. Je sais is een vorm van het onregelmatige werkwoord savoir - weten. Het volledige rijtje van dit werkwoord staat op pagina 125 van je tekstboek (Apprendre 9). Lees het door en houd het erbij als je de oefening maakt. A Vul de juiste vorm in van savoir. 1 Aline et Christelle, est-ce que vous quand la compétition commence? 2 Tu jouer aux échecs? 3 Chloé a deux ans et elle déjà skier. 4 Les élèves leur leçon? On va voir ça 5 C était un bon entraîneur. Il (imparfait) motiver ses élèves. 6 Je ne pas qui a marqué le dernier but. 7 Non, désolés, nous ne pas parler espagnol. 8 Il ne plus nager? C est impossible! 9 Elles si bien danser! 10 Nous n pas (p.c.*) répondre à la question. Dommage! * p.c.: passé composé B 1 Hoe vertaal je het werkwoord savoir in zin 4? 2 Kijk nu naar de zinnen 2, 3, 7, 8, 9, 10. Wat is de Nederlandse vertaling van het Franse werkwoord savoir in deze zinnen?

Talenquest Frans 2thv: Grammatica

Talenquest Frans 2thv: Grammatica Talenquest Frans 2thv: Grammatica Épisode 1: Onregelmatige werkwoorden Er zijn in het Frans naast regelmatige werkwoorden ook onregelmatige werkwoorden. Het is lastig om van onregelmatige werkwoorden de

Nadere informatie

Aantekening Frans les pronoms personnels

Aantekening Frans les pronoms personnels Aantekening Frans pronoms personnels Aantekening door een scholier 648 woorden 16 februari 2016 0 keer beoordeeld Vak Frans Pronoms personnels Plaats in de zin: Voor alle persoonlijke voornaamwoorden die

Nadere informatie

SECTION 7. LES PRONOMS PERSONNELS de persoonlijke voornaamwoorden

SECTION 7. LES PRONOMS PERSONNELS de persoonlijke voornaamwoorden SECTION 7. LES PRONOMS PERSONNELS de persoonlijke voornaamwoorden INTRODUCTION Alle persoonlijke voornaamwoorden vormen tezamen een groot en essentieel deel van de Franse taal en dan met name op het gebied

Nadere informatie

UNITE 26 : On a joué, on a nagé, on a chanté!

UNITE 26 : On a joué, on a nagé, on a chanté! UNITE 26 : On a joué, on a nagé, on a chanté! Oefening 1: Cherchez les phrases dans le texte. Ecrivez les phrases sans fautes. Zoek volgende zinnen in de tekst. Schrijf ze correct over. - In de namiddag,

Nadere informatie

U21 mezelf en anderen voorstellen. Ik heet Ric. / M n naam is Verdonk. Wat is je voornaam? M n voornaam is Luc. Ziehier m n vriend. Hij heet Yvon.

U21 mezelf en anderen voorstellen. Ik heet Ric. / M n naam is Verdonk. Wat is je voornaam? M n voornaam is Luc. Ziehier m n vriend. Hij heet Yvon. U21 mezelf en anderen voorstellen. Ik heet Ric. / M n naam is Verdonk. Wat is je voornaam? M n voornaam is Luc. Ziehier m n vriend. Hij heet Yvon. Je m appelle Ric. / Mon nom est Verdonk. Quel est ton

Nadere informatie

J' à Amersfoort, Lindenlaan 23.

J' à Amersfoort, Lindenlaan 23. Unité Diagnose Kopieerblad Hier kun je jezelf evalueren: Prima! Lukt bijna. Nog even oefenen. Vul hier je antwoorden in en vergelijk met het antwoordenblad. Als je een antwoord niet goed hebt of niet wist,

Nadere informatie

Taalregels. Praten, hebben, zijn, gaan, De werkwoorden

Taalregels. Praten, hebben, zijn, gaan, De werkwoorden Taalregels In dit grammaticaoverzicht kun je kiezen uit: S Volgorde in de Franse zin S Man, huis, deur, en zwaar, geel, zelfst. naamwoord en bijv. naamwoord S Le, la, les, de lidwoorden S Praten, hebben,

Nadere informatie

Frans grammatica hoofdstuk 1 en 2

Frans grammatica hoofdstuk 1 en 2 Samenvatting door Een scholier 768 woorden 30 september 2015 7,3 18 keer beoordeeld Vak Methode Frans Grandes Lignes Regelmatige ww. Werkwoorden op er Werkwoorden op ir Werkwoorden op -re Présent J habite

Nadere informatie

basiszinnen spreekvaardigheid

basiszinnen spreekvaardigheid basiszinnen spreekvaardigheid Formele en informele spreektaal In dit hoofdstuk krijg je allerlei uitdrukkingen die je in veel voorkomende gesprekssituaties kunt gebruiken. Er zijn, net zoals in het Nederlands,

Nadere informatie

Exercice A Vocabulaire F-N I Vertaal de vetgedrukte woorden in het Nederlands. II Noteer het juiste woord en vertaal het in het Nederlands.

Exercice A Vocabulaire F-N I Vertaal de vetgedrukte woorden in het Nederlands. II Noteer het juiste woord en vertaal het in het Nederlands. Libre Service Junior 1 HV Kennistoets versie A Unité 4 Toets Exercice A Vocabulaire F-N I Vertaal de vetgedrukte woorden in het Nederlands. 5 points / R 1 Dans ma rue, il y a beaucoup de magasins. 2 L

Nadere informatie

J aimerais savoir. Que je suis content! Pourrais-tu parler plus lentement? Bouger me fait mal.

J aimerais savoir. Que je suis content! Pourrais-tu parler plus lentement? Bouger me fait mal. Je regrette. Ce n est pas grave. Ce n est pas normal. C est bête. J accepte tes excuses. J en ai marre! Oublions-le. Ne t inquiète pas! N en parlons plus. Profites-en! As-tu envie de Vous avez encore d

Nadere informatie

3 L adjectif Het bijvoeglijk naamwoord

3 L adjectif Het bijvoeglijk naamwoord 3 L adjectif Het bijvoeglijk naamwoord Plaats 1. De meeste bijvoeglijke naamwoorden staan achter het zelfstandig naamwoord, zeker als het bijvoeglijk naamwoord meer dan een lettergreep heeft. un livre

Nadere informatie

Chapitre 4, Ensemble!

Chapitre 4, Ensemble! ntwoorden 47 Chapitre 4, Ensemble! Orientation Exercice 1a 1 Grégoire 2 Julia 3 Julia 4 Camille 5 Romain 6 Hugo Exercice 1b B Exercice 1c 1 B 3 4 C 5 6 B 7 B Exercice 2 près le bac, je vais faire des études

Nadere informatie

Unité 3 Diagnose Kopieerblad 1. Bon! Je kunt in het Frans tot en met 39 tellen. 17,

Unité 3 Diagnose Kopieerblad 1. Bon! Je kunt in het Frans tot en met 39 tellen. 17, Unité Diagnose Kopieerblad Hier kun je jezelf evalueren: Prima! Lukt bijna. Nog even oefenen. Vul hier je antwoorden in en vergelijk met het antwoordenblad. Als je een antwoord niet goed hebt of niet wist

Nadere informatie

15 et qui paie le loyer?

15 et qui paie le loyer? g r a m m at i c a 15 et qui paie le loyer? Maak de zinnen af met de juiste vorm van payer en het voorwerp op de foto* 1 2 3 4 5 6 1 Paul le 2 Moi, je la 3 Mon frère et moi, nous 4 Les cousins la le 5

Nadere informatie

Unité 6 Diagnose Kopieerblad 1

Unité 6 Diagnose Kopieerblad 1 Unité 6 Diagnose Kopieerblad Hier kun je jezelf evalueren: Prima! Lukt bijna. Nog even oefenen. Vul hier je antwoorden in en vergelijk met het antwoordenblad. Als je een antwoord niet goed hebt of niet

Nadere informatie

Unité 5 Diagnose Kopieerblad 1

Unité 5 Diagnose Kopieerblad 1 Unité 5 Diagnose Kopieerblad Hier kun je jezelf evalueren: Prima! Lukt bijna. Nog even oefenen. Vul hier je antwoorden in en vergelijk met het antwoordenblad. Als je een antwoord niet goed hebt of niet

Nadere informatie

Quel travail font tes parents? Ma mère travaille à la maison et mon père travaille dans une office. Welk

Quel travail font tes parents? Ma mère travaille à la maison et mon père travaille dans une office. Welk Boekverslag door A. 1461 woorden 16 mei 2005 6.1 445 keer beoordeeld Vak Frans Frans Proefwerk hoofdstuk 12-13-14: Taalvaardigheid: Comment tu t appelles? Comment t appelles tu? Je m appelle Henrike. Wat

Nadere informatie

En action 6. Woordtrainer. Salut! Ga naar voor meer informatie.

En action 6. Woordtrainer. Salut! Ga naar  voor meer informatie. Salut! Voor het tweede jaar op rij leer je Frans. Misschien heb je intussen ook al Frans kunnen spreken met Franstaligen. Lukte dat al? Of vond je het nog moeilijk? Bedenk dan dat je vorig jaar nog helemaal

Nadere informatie

Samenvatting Frans Stencil Franse tijden

Samenvatting Frans Stencil Franse tijden Samenvatting Frans Stencil Franse tijden Samenvatting door een scholier 2255 woorden 17 juli 2006 5,6 431 keer beoordeeld Vak Frans Présent ( Tegenwoordige tijd ). De présent is de tegenwoordige tijd.

Nadere informatie

6,6. Begrippenlijst door Jessy 1095 woorden 25 juni keer beoordeeld. Grandes Lignes Phrases Clés. Hoofdstuk 1. Ça va? = Hoe gaat het?

6,6. Begrippenlijst door Jessy 1095 woorden 25 juni keer beoordeeld. Grandes Lignes Phrases Clés. Hoofdstuk 1. Ça va? = Hoe gaat het? Begrippenlijst door Jessy 1095 woorden 25 juni 2017 6,6 19 keer beoordeeld Vak Methode Frans Grandes Lignes Grandes Lignes Phrases Clés Hoofdstuk 1 Ça va? = Hoe gaat het? Comment tu t'appelles? = Hoe heet

Nadere informatie

III. L adjectif. III. L adjectif. 1. Accord de l adjectif 1.1 L adjectif prend s 1.2 L adjectif + E 1.3 L adjectif substantivé

III. L adjectif. III. L adjectif. 1. Accord de l adjectif 1.1 L adjectif prend s 1.2 L adjectif + E 1.3 L adjectif substantivé III. 1. Accord de l adjectif 1.1 prend s 1.2 + E 1.3 substantivé 2. Les degrés de comparaison 2.1 Les comparatifs 2.2 Les superlatifs 2.3 Les irréguliers 1 III. 1. Accord de l adjectif 1.1. prend S Quand

Nadere informatie

LEXIQUE DE BASE FRANS VOOR DE LAGERE SCHOOL

LEXIQUE DE BASE FRANS VOOR DE LAGERE SCHOOL LEXIQUE DE BASE FRANS VOOR DE LAGERE SCHOOL Tamara Buyck Liezelotte De Schryver Leen Van Craesbeek Acco Leuven / Den Haag VOORWOORD Deze Lexique de base is bestemd voor leerkrachten lager onderwijs en

Nadere informatie

pendant le mieux serait de il vaut mieux

pendant le mieux serait de il vaut mieux en fin de sinon le passe-temps favori le lundi après-midi un dîner de famille grave pendant le mieux serait de il vaut mieux il est facile de il m arrive de j ai appris à parler français de toute façon

Nadere informatie

VOCABULAIRE FRANCOFAN 1 MODULE 1 5. bonjour goeiedag voilà daarzo. salut hallo voici hierzo. oui ja aussi ook. non nee d accord ok.

VOCABULAIRE FRANCOFAN 1 MODULE 1 5. bonjour goeiedag voilà daarzo. salut hallo voici hierzo. oui ja aussi ook. non nee d accord ok. basiswoordenschat en uitdrukkingen bonjour goeiedag voilà daarzo salut hallo voici hierzo oui ja aussi ook non nee d accord ok et en les de merci (bien) bedankt les parents de ouders un / une een des /

Nadere informatie

Unité 6 Diagnose Kopieerblad 1

Unité 6 Diagnose Kopieerblad 1 Unité 6 Diagnose Kopieerblad Hier kun je jezelf evalueren: Prima! Lukt bijna. Nog even oefenen. Vul hier je antwoorden in en vergelijk met het antwoordenblad. Als je een antwoord niet goed hebt of niet

Nadere informatie

Le Français des vacances. Niveau

Le Français des vacances. Niveau Le Français des vacances Niveau 1 Unité 1 Se Présenter 1. Lees de volgende uitspraken. Wat zeggen deze mensen? Bonjour Bonsoir Salut Ça va? Ça va, et toi? Ça va, et vous? 2. Luister naar de dialoog. Wat

Nadere informatie

Comprendre et se faire comprendre commence par s exprimer en néerlandais

Comprendre et se faire comprendre commence par s exprimer en néerlandais Comprendre et se faire comprendre commence par s exprimer en néerlandais Begrijpen en begrepen worden begint met het spreken van de Nederlandse taal La langue néerlandaise crée un lien entre nous Wat leest

Nadere informatie

Villangues Carnet de voyage, op reis naar Taalstad

Villangues Carnet de voyage, op reis naar Taalstad Villangues Carnet de voyage, op reis naar Taalstad dbp Villangues Carnet de voyage, op reis naar Taalstad Auteurs: Els Pieters Diane Olivier Ed de Boer Uitgever: dbp-villangues Ritzema Boskade 7 2101 GL

Nadere informatie

Samenvatting Frans Grammaticatijden

Samenvatting Frans Grammaticatijden Samenvatting Frans Grammaticatijden Samenvatting door een scholier 908 woorden 28 oktober 2009 7,8 14 keer beoordeeld Vak Frans Passé Composé - Wat in het verleden gebeurt is of wat iemand gedaan heeft.

Nadere informatie

J' à Amersfoort, Lindenlaan 23.

J' à Amersfoort, Lindenlaan 23. Unité Diagnose Kopieerblad Hier kun je jezelf evalueren: Prima! Lukt bijna. Nog even oefenen. Vul hier je antwoorden in en vergelijk met het antwoordenblad. Als je een antwoord niet goed hebt of niet wist,

Nadere informatie

l'argent Donne. L'argent! pris J'ai pris mon suppositoire. Dépêche-toi! sûr - T'es sûr? Je connais quelqu'un qui peut. Merci Merci. Au revoir.

l'argent Donne. L'argent! pris J'ai pris mon suppositoire. Dépêche-toi! sûr - T'es sûr? Je connais quelqu'un qui peut. Merci Merci. Au revoir. bon anniversaire Bon anniversaire, mon petit. l'argent Donne. L'argent! le quartier Tu habites dans le quartier? le ticket T'as le ticket? pris J'ai pris mon suppositoire. Dépêche-toi! donne Donne. L'argent!

Nadere informatie

Le logement. In deze les leert u

Le logement. In deze les leert u Le logement In deze les leert u een woning beschrijven: Ta maison, elle est grande? vragen waar iemand vandaan komt: Je suis de Marseille. Et vous, est-ce que vous êtes d ici? de vormen van het bepaald

Nadere informatie

4 nummer 1 nummer 2 nummer 3

4 nummer 1 nummer 2 nummer 3 Chapitre 0: C est parti 1 a 1) 2 a les vacances de school la nourriture la famille la maison l école les passe-temps het huis de familie de vakantie het eten de hobby s 2 b les vacances la nourriture la

Nadere informatie

Zich voorstellen. Hoofdstuk 1 Chapitre 1. Se présenter OBJECTIFS

Zich voorstellen. Hoofdstuk 1 Chapitre 1. Se présenter OBJECTIFS Zich voorstellen Se présenter OBJECTIFS Je suis capable de saluer quelqu un. Je me présente avec des formules de base. Je sais dire où j habite. Je communique les langues que je maîtrise. J emploie les

Nadere informatie

GEZONDHEID (La santé)

GEZONDHEID (La santé) FICHE LEXICALE NEERLANDAIS 1/5 GEZONDHEID (La santé) a. Wat zijn hun klachten? (De quoi se plaignent-ils?) A C B G I H 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. E D Klachten hoest moet overgeven ben verkouden heb

Nadere informatie

Voudriez-vous me faire savoir si vous pouvez nous recevoir dans votre hôtel le 16 août dans l après-midi?

Voudriez-vous me faire savoir si vous pouvez nous recevoir dans votre hôtel le 16 août dans l après-midi? Hilversum, le 15 janvier 2012 Monsieur, J ai l intention de passer mes vacances à Nice pendant la seconde moitié du mois d août. Je ferai le voyage en auto avec ma femme et mes deux fils de 12 et de 15

Nadere informatie

Bonjour, Amicalement. Peter SE PRÉSENTER (2DE GRAAD BSO)

Bonjour, Amicalement. Peter SE PRÉSENTER (2DE GRAAD BSO) SE PRÉSENTER (2DE GRAAD BSO) 1 Lisez la lettre et complétez la fiche. (compréhension écrite) Lees de brief en vul de fiche aan. Bonjour, Je m'appelle Peter Versteene et j'ai treize ans. J'habite à Steenderen

Nadere informatie

pagina 1 van 5 VAN IN

pagina 1 van 5 VAN IN Éventail-junior En action 6 21 1 Luisteren: basistekst Éventail-junior En action 6 21 2 Luisteren: woordenschat Éventail-junior En action 6 21 3 Luisteren: venir Éventail-junior En action 6 21 4 Woordenschat

Nadere informatie

Wie helpt? Weet je het nog? Luister en kies de juiste foto. Datum:... Klas:... Naam:... Voornaam:...

Wie helpt? Weet je het nog? Luister en kies de juiste foto. Datum:... Klas:... Naam:... Voornaam:... Naam:... Voornaam:... Datum:... 65 Luister en kies de juiste foto. Éditions VAN IN Onderweg! 3 Reproduction autorisée. Weet je het nog? Wie helpt? Klas:... 142 Onderweg3 GUIDE PROF.indd 142 1/12/14 20:56

Nadere informatie

SECTION 3. L ADJECTIF het bijvoeglijk naamwoord

SECTION 3. L ADJECTIF het bijvoeglijk naamwoord SECTION 3. L ADJECTIF het bijvoeglijk naamwoord INTRODUCTION Zo we zijn al lekker op weg! Je hebt nu voldoende bagage om zelfstandige naamwoorden met de juiste lidwoorden te combineren. Twee essentiële

Nadere informatie

écoutez, lisez, jouez

écoutez, lisez, jouez Je hebt de vorige module knap gewerkt, dus mag je nu alleen verder werken met module 7. Lees steeds goed de opgave, zodat je weet wat je moet doen. Wanneer je een dialoog of een oefening moet beluisteren,

Nadere informatie

Hôtel Eurocatering. 26 oct. Sauna 24,75 7 173,25. 27 oct. Petit-déjeuner 14,50 15 217,50. Sous-total 3645,25 TVA 21% 765,50.

Hôtel Eurocatering. 26 oct. Sauna 24,75 7 173,25. 27 oct. Petit-déjeuner 14,50 15 217,50. Sous-total 3645,25 TVA 21% 765,50. CONTEXTE 1.3 Une erreur dans la facture 1. Lisez les nombres productief kaartjes - klassikaal Zie Fiches à découper. Aantal setjes = 1. Elke leerling krijgt een kaartje. Ze lopen rond in de klas en houden

Nadere informatie

k ga naar school e vais à l ecole

k ga naar school e vais à l ecole Nederlandstalig onderwijs k ga naar school e vais à l ecole Nederlands Français k ga naar school e vais à l école Wat heb ik goed geslapen. Mama helpt me bij het wassen en aankleden. Ze vertelt me dat

Nadere informatie

Vendredi le dix-huit de cembre 2015.

Vendredi le dix-huit de cembre 2015. 2 Vendredi le dix-huit de cembre 205. Aangezien het jullie eerste jaar Frans is, is het belangrijk dat je continu blijft oefenen! (Dus ook in de vakanties ) Om jullie een beetje te verplichten alles bij

Nadere informatie

Samenvatting Frans Hoofdstuk 1

Samenvatting Frans Hoofdstuk 1 Samenvatting Frans Hoofdstuk 1 Samenvatting door Sam 461 woorden 21 februari 2017 0 keer beoordeeld Vak Frans Imparfait Je - ais Tu - ais Il/elle/on - ait Nous - ions Vous - iez Ils/elles - aient Wanneer

Nadere informatie

naam :.. nr. : klas :.. computer :..

naam :.. nr. : klas :.. computer :.. Je hebt het in de vorige module goed gedaan. Je mag daarom zelfstandig verder werken aan module 11. Lees steeds goed de opgave, zodat je weet wat je moet doen. Wanneer je een dialoog of een oefening moet

Nadere informatie

Spreek Nederlands tijdens de koffiepauze. Gebruik 3 zinnen in het Nederlands tijdens een vergadering.

Spreek Nederlands tijdens de koffiepauze. Gebruik 3 zinnen in het Nederlands tijdens een vergadering. Spreek Nederlands tijdens de koffiepauze. Gebruik 3 zinnen in het Nederlands tijdens een vergadering. Parlez français à la pause-café. Utilisez 3 phrases en français pendant une réunion. Spreek Nederlands

Nadere informatie

Q U K G D T P E H B Z L R W C I F J M S X. Maman est allée au supermarché. Elle a acheté beaucoup et elle a tout mis. en plastique.

Q U K G D T P E H B Z L R W C I F J M S X. Maman est allée au supermarché. Elle a acheté beaucoup et elle a tout mis. en plastique. 35 unité 1 Welke letters van het alfabet vind je niet terug in het kader? Schrijf ze in de goede volgorde op, dan kun je er een korte Franse zin mee maken. Hoe zeg je hetzelfde in het Nederlands? Q U K

Nadere informatie

Éventail-junior. woordkaarten

Éventail-junior. woordkaarten Éventail-junior En action 6 woordkaarten 2 Unité 21 un oncle une tante l anglais (m.) 21 la mer un pays un village une ville jouer de la guitare jouer du piano parler (anglais) parler à (Sam) travailler

Nadere informatie

Gebruik 3 zinnen in het Nederlands tijdens een vergadering. Spreek Nederlands tijdens de koffiepauze.

Gebruik 3 zinnen in het Nederlands tijdens een vergadering. Spreek Nederlands tijdens de koffiepauze. Spreek Nederlands tijdens de koffiepauze. Gebruik 3 zinnen in het Nederlands tijdens een vergadering. Parlez français à la pause-café. Utilisez 3 phrases en français pendant une réunion. Spreek Nederlands

Nadere informatie

6,2. Samenvatting door Jens 368 woorden 10 februari keer beoordeeld. 1.-Woorden SO en GP Frans (15/ )

6,2. Samenvatting door Jens 368 woorden 10 februari keer beoordeeld. 1.-Woorden SO en GP Frans (15/ ) Samenvatting door Jens 368 woorden 10 februari 2015 6,2 11 keer beoordeeld Vak Methode Frans D'accord! 1.-Woorden SO en GP Frans (15/20-01-15) https://www.scholieren.com/verslag/84625 Pagina 1 van 5 Frans

Nadere informatie

Qui est à l appareil?

Qui est à l appareil? Qui est à l appareil? Plein feu Unité 2 Qui est à l appareil? Unité 2 2 Je leert een kort telefoongesprek voeren vragen of iemand er is afspreken met iemand en vragen of iemand al klaarstaat Het gebruik

Nadere informatie

Voorbeelden van examenopgaven moderne vreemde talen op niveau A2

Voorbeelden van examenopgaven moderne vreemde talen op niveau A2 Voorbeelden van examenopgaven moderne vreemde talen op niveau A2 Niveau: A2 Beheersingsniveau: Kan korte, eenvoudige teksten lezen. Kan specifieke voorspelbare informatie vinden in eenvoudige, alledaagse

Nadere informatie

Schrijf de werkwoorden in de juiste vorm in de vakjes. Schrijf ook bij elke persoon de juiste naam

Schrijf de werkwoorden in de juiste vorm in de vakjes. Schrijf ook bij elke persoon de juiste naam 1 Schrijf de werkwoorden in de juiste vorm in de vakjes. Schrijf ook bij elke persoon de juiste naam. 19 (chatter) Amina 1 avec Barry. (danser) Madame Renard, vous 2 avec moi? ité (écouter) Nic et moi,

Nadere informatie

C'est fini les vacances!

C'est fini les vacances! Contact 1 C'est fini les vacances! un 1 Écoute les 4 dialogues. ote le numéro de chaque dialogue dans le bon dessin. uister naar de 4 dialogen. oteer het nummer van elke dialoog bij de juiste tekening.

Nadere informatie

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Vous pouvez m'aider, s'il vous plaît?

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Vous pouvez m'aider, s'il vous plaît? - Belangrijkste benodigdheden Vous pouvez m'aider, s'il vous plaît? Om hulp vragen Parlez-vous anglais? Vragen of iemand Engels spreekt Parlez-vous _[langue]_? Vragen of iemand een bepaalde taal spreekt

Nadere informatie

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie - Belangrijkste benodigdheden Vous pouvez m'aider, s'il vous plaît? Vous pouvez m'aider, s'il vous plaît? Om hulp vragen Parlez-vous anglais? Parlez-vous anglais? Vragen of iemand Engels spreekt Parlez-vous

Nadere informatie

Les gebruik je voor zelfstandige naamwoorden in het meervoud. Mannelijk of vrouwelijk maakt niet uit: les frères de broers les soeurs de zussen

Les gebruik je voor zelfstandige naamwoorden in het meervoud. Mannelijk of vrouwelijk maakt niet uit: les frères de broers les soeurs de zussen Werkstuk door een scholier 2812 woorden 7 september 2007 6,9 210 keer beoordeeld Vak Frans Lidwoorden Het bepaald lidwoord In het Nederlands heb je twee bepaalde lidwoorden: de en het. In het Frans heb

Nadere informatie

Opdracht A1/A2 EERSTE RONDE TOP 50 FRANCOPHONE

Opdracht A1/A2 EERSTE RONDE TOP 50 FRANCOPHONE Opdracht A1/A2 EERSTE RONDE TOP 50 FRANCOPHONE (van 17 maart tot 28 maart) Activiteit 1 : ik ken het Franse Welke artiesten en Franse s ken je? Artiest... Chanson..... Artiest... Chanson..... Artiest...

Nadere informatie

Bilan 4 «À la recherche»

Bilan 4 «À la recherche» Begeleid zelfstandig leren Bilan 4 «À la recherche» Tijdsduur: 50 minuten Benodigdheden: een blauwe en groene balpen Nom:............ Classe:............................ N :............ Een woordje uitleg:

Nadere informatie

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie - Belangrijkste benodigdheden Kunt u me alstublieft helpen? Vous pouvez m'aider, s'il vous plaît? Om hulp vragen Spreekt u Engels? Parlez-vous anglais? Vragen of iemand Engels spreekt Spreekt u _[taal]_?

Nadere informatie

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt - Belangrijkste benodigdheden Vous pouvez m'aider, s'il vous plaît? Om hulp vragen Parlez-vous anglais? Vragen of iemand Engels spreekt Parlez-vous _[langue]_? Vragen of iemand een bepaalde taal spreekt

Nadere informatie

Samenvatting Frans Grammatica

Samenvatting Frans Grammatica Samenvatting Frans Grammatica Samenvatting door een scholier 3050 woorden 11 oktober 2008 6,2 213 keer beoordeeld Vak Methode Frans D'accord! Grammatica Frans eerste jaar 1. Het lidwoord: L article défini

Nadere informatie

Rollenspellen groenten-, fruit- en bloemenhandel.

Rollenspellen groenten-, fruit- en bloemenhandel. Rollenspellen groenten-, fruit- en bloemenhandel. 1 Nieuwe klanten zoeken 1.1 Zich inschrijven op een beurs 1.2 Zijn bedrijf voorstellen 1.3 Over de levering praten 1.4 Nieuwe klanten telefonisch benaderen

Nadere informatie

Lees aandachtig de instructies. Als u onzeker bent over een antwoord, sla dan de opgave over. U krijgt dan geen punten.

Lees aandachtig de instructies. Als u onzeker bent over een antwoord, sla dan de opgave over. U krijgt dan geen punten. Voyages nieuw 1 Met deze instaptoets kunt u zelf uw kennis van het Frans op niveau A1 toetsen. U krijgt, afhankelijk van uw uitslag, een advies met welke unité van Voyages nieuw 1 u het beste kunt beginnen.

Nadere informatie

ISBN: KB: D/2010/0147/159 Bestelnummer: NUR: 191

ISBN: KB: D/2010/0147/159 Bestelnummer: NUR: 191 5 Leerwerkboek Conform met het Europees Referentiekader en de daarop aansluitende eindtermen en leerplannen van 2010. Auteur : E. Tant Tekeningen : Alexandra Pillaert Herdruk : 2010 234 /2010 ISBN : 978

Nadere informatie

MÉTRO, BOULOT, DODO. Unité 1. Vocabulaire 1 Lees de zinnen en kruis het juiste woord / de juiste uitdrukking aan.

MÉTRO, BOULOT, DODO. Unité 1. Vocabulaire 1 Lees de zinnen en kruis het juiste woord / de juiste uitdrukking aan. Unité 1 MÉTRO, BOULOT, DODO Vocabulaire 1 Lees de zinnen en kruis het juiste woord / de juiste uitdrukking aan. 1. Aujourd hui, c est la rentrée. Les enfants a reprennent b rangent c terminent l école

Nadere informatie

Op het potje Sur le petit pot

Op het potje Sur le petit pot Op het potje Sur le petit pot Wanneer wordt je kind zindelijk? Wat is zindelijkheid? Je kind is zindelijk als het: - niet meer in zijn broek plast. - overdag droog is. - zelf op het potje of het toilet

Nadere informatie

Bon, mon! S! 6. Au! / S! 7 V. / C'. 8 P! 9 M. 9

Bon, mon! S! 6. Au! / S! 7 V. / C'. 8 P! 9 M. 9 Unité Diagnoe Kopieerblad Hier kun je jezelf evalueren: Prima! Lukt bijna. Nog even oefenen. Vul hier je antwoorden in en vergelijk met het antwoordenblad. Al je een antwoord niet goed hebt of niet wit,

Nadere informatie

In deze Lesbrief ga je een vlog maken waarin je over jezelf, je familie, je school en je hobby s vertelt.

In deze Lesbrief ga je een vlog maken waarin je over jezelf, je familie, je school en je hobby s vertelt. Lesbrief Mon Vlog In deze Lesbrief ga je een vlog maken waarin je over jezelf, je familie, je school en je hobby s vertelt. Je hebt nodig: deze lesbrief met stappenplan de voorbeeldvlog van David (www.thiememeulenhoff.nl/monvlog)

Nadere informatie

geen voorzetsel in het NL iemand antwoorden répondre à qn ( = quelqu'un = iemand )

geen voorzetsel in het NL iemand antwoorden répondre à qn ( = quelqu'un = iemand ) Voorzetsels zijn altijd lastig in een vreemde taal. Wanneer vertaal je op met sur, wanneer met de, wanneer met à? Je moet het maar net weten. Of hier opzoeken natuurlijk :-) voorzetsels prépositions geen

Nadere informatie

naam :.. nr. : klas :.. computer :..

naam :.. nr. : klas :.. computer :.. Je hebt het in de vorige module flink gewerkt. Nu kan je zelfstandig verder werken aan module 12. Lees steeds goed de opgave, zodat je weet wat je moet doen. Wanneer je een dialoog of een oefening moet

Nadere informatie

Aantekening Frans Vervoegingen werkwoorden (avoir, etre, faire, vouloir, pouvoir, aller)

Aantekening Frans Vervoegingen werkwoorden (avoir, etre, faire, vouloir, pouvoir, aller) Aantekening Frans Vervoegingen werkwoorden (avoir, etre, faire, vouloir, pouvoir, aller) Aantekening door A. 1086 woorden 28 september 2014 6,6 430 keer beoordeeld Vak Frans Avoir = hebben Présent j'ai

Nadere informatie

Box and Blocks Test Of Manual Dexterity

Box and Blocks Test Of Manual Dexterity Handleiding voor de Box and Blocks Test Of Manual Dexterity Een test voor handmotoriek ADVYS art. 072280-7531 www.advys.be 1 Testprocedure: Klaarzetten van de test Open de testkoffer en plaats het tussenschot

Nadere informatie

Gebruik 3 zinnen in het Nederlands tijdens je volgende vergadering. Utilisez 3 phrases en français pendant votre prochaine réunion d équipe.

Gebruik 3 zinnen in het Nederlands tijdens je volgende vergadering. Utilisez 3 phrases en français pendant votre prochaine réunion d équipe. Gebruik 3 zinnen in het Nederlands tijdens je volgende vergadering. Utilisez 3 phrases en français pendant votre prochaine réunion d équipe. Spreek Nederlands tijdens je volgende telefoongesprek. Parlez

Nadere informatie

Herhalingsopdracht. 1 Choisissez. 2 Remplissez. Vul de vertaling in van de woorden onder de oefening.

Herhalingsopdracht. 1 Choisissez. 2 Remplissez. Vul de vertaling in van de woorden onder de oefening. Herhalingsopdracht 2 1 Choisissez Vul de vertaling in van de woorden onder de oefening. 1 Je vais économiser/rejoindre une copine en Espagne et nous partons au Maroc. 2 Il va chez le médecin parce qu il

Nadere informatie

Voorbeelden van examenopgaven op niveau A2, B1, B2, C1

Voorbeelden van examenopgaven op niveau A2, B1, B2, C1 Voorbeelden van examenopgaven op niveau A2, B1, B2, C1 Per ERK-niveau en descriptor zijn voorbeelden opgenomen van mogelijke eindexamenopgaven. 3.1 Toelichting bij de voorbeelden Onder opgave wordt hier

Nadere informatie

6,1. Aantekening door K woorden 15 november keer beoordeeld

6,1. Aantekening door K woorden 15 november keer beoordeeld Aantekening door K. 1880 woorden 15 november 2014 6,1 18 keer beoordeeld Vak Methode Frans Grandes Lignes Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord, B.V. un grand magasin = een

Nadere informatie

Een ideale school. Tijd voor een toets! Luister en vul aan of teken Naam:... Voornaam:... Klas:... Datum:...

Een ideale school. Tijd voor een toets! Luister en vul aan of teken Naam:... Voornaam:... Klas:... Datum:... Luister en vul aan of teken. Hoeveel leerlingen zitten er in de klas? Een ideale school Emma, Ruben et Shun imaginent leur école idéale! Emma Ruben Shun 31-36......... Welk uniform dragen ze? Hoe gaan

Nadere informatie

Reizen Accommodatie. Accommodatie - Vinden. Accommodatie - Boeking. Où puis-je trouver? Om de weg naar je accommodatie vragen

Reizen Accommodatie. Accommodatie - Vinden. Accommodatie - Boeking. Où puis-je trouver? Om de weg naar je accommodatie vragen - Vinden Où puis-je trouver? Om de weg naar je accommodatie vragen... une chambre à louer?... une auberge de jeunesse?... un hôtel?... une chambre d'hôtes?... un camping? Quels sont les prix là-bas? Over

Nadere informatie

GRAMMAIRE DE BASE FRANS VOOR DE LAGERE SCHOOL

GRAMMAIRE DE BASE FRANS VOOR DE LAGERE SCHOOL GRAMMAIRE DE BASE FRANS VOOR DE LAGERE SCHOOL Leen Van Craesbeek Acco Leuven / Den Haag INHOUD Voorwoord 7 PREMIÈRE PARTIE 9 01/ L article Het lidwoord 11 a L article indéfini het onbepaald lidwoord 12

Nadere informatie

LES CHIFFRES DE 1 À 40 (1STE GRAAD BSO)

LES CHIFFRES DE 1 À 40 (1STE GRAAD BSO) LES CHIFFRES DE 1 À 40 (1STE GRAAD BSO) De zéro à quarante Van nul tot veertig 0 zéro 1 un 11 onze 21 vingt et un 31 trente et un 2 deux 12 douze 22 vingt-deux 32 trente-deux 3 trois 13 treize 23 vingt-trois

Nadere informatie

Exercice 18a De Franse schooldagen zijn lang (omdat er meer lesuren zijn dan in andere landen).

Exercice 18a De Franse schooldagen zijn lang (omdat er meer lesuren zijn dan in andere landen). Antwoorden 70 C L'organisation scolaire Exercice 15a 1 une nouvelle élève Fragment 2 2 un proviseur Fragment 1 3 un père X 4 deux copains de classe Fragment 3 Exercice 15b 5 de gastgezinnen ontmoeten 2

Nadere informatie

Le français des vacances Vrais débutants

Le français des vacances Vrais débutants Unité 1 1 Le français des vacances Vrais débutants Photo Isaac Joo Photo Katie Gillham In deze leseenheid leert u -iemand te groeten en van iemand afscheid te nemen -uw naam op te geven en naar de naam

Nadere informatie

CA MARCHE 5 : Au carrefour : Nederlands en Franse tekst samen

CA MARCHE 5 : Au carrefour : Nederlands en Franse tekst samen CA MARCHE 5 : Au carrefour : Nederlands en Franse tekst samen 1 Charles is in de groentenwinkel = Charles est au magasin de légumes. La vendeuse Vraag de meneer wat hij wenst. Monsieur, vous désirez? Vraag

Nadere informatie

Samenvatting Frans Hoofdstuk 2 Grammaire BCD

Samenvatting Frans Hoofdstuk 2 Grammaire BCD Samenvatting Frans Hoofstuk 2 Grammaire BCD Samenvatting oor F. 697 wooren 2 januari 2017 4,6 3 keer beooreel Vak Methoe Frans Granes Lignes B. Le prenom relatif (het betrekkelijk voornaamwoor) Onerwerp

Nadere informatie

Samenvatting Frans Franconville tape 9

Samenvatting Frans Franconville tape 9 Samenvatting Frans Franconville tape 9 Samenvatting door een scholier 709 woorden 18 november 2006 5,7 18 keer beoordeeld Vak Frans Woordjes étape 9 (handboek) La visite Het bezoek Un hôtel Een hotel La

Nadere informatie

Vocabulaire September - december Vijfde leerjaar klas Birgit

Vocabulaire September - december Vijfde leerjaar klas Birgit Vocabulaire September - december Vijfde leerjaar klas Birgit 1. Kopieer de Franse woorden in de tweede kolom. Let op de accentjes en de hoofdletters! 2. Markeer de mannelijke woorden in het blauw en de

Nadere informatie

Unité 7 Diagnose Kopieerblad 1. Je. 1. Bonjour. Je ch une jupe. J ai b. mais je ai pas de chapeaux. 4

Unité 7 Diagnose Kopieerblad 1. Je. 1. Bonjour. Je ch une jupe. J ai b. mais je ai pas de chapeaux. 4 Unité 7 Diagnose Kopieerblad Hier kun je jezelf evalueren: Prima! Lukt bijna Nog even oefenen Vul hier je antwoorden in en vergelijk met het antwoordenblad Als je een antwoord niet goed hebt of niet wist,

Nadere informatie

A Lees de tekst op pagina 68 van je tekstboek en zoek informatie over

A Lees de tekst op pagina 68 van je tekstboek en zoek informatie over 28 Lisez et parlez A Lees de tekst op pagina 68 van je tekstboek en zoek informatie over texto 3 de genoemde personen en hun manier van dansen op. Vul de gevonden informatie per persoon in het schema hieronder

Nadere informatie

BRON A. Chapitre 5: Mon style est chic! 1 a 1) 2) 1 b foto 1 foto 2 foto 3 foto 4. 2 le café un croissant 3 1) 2) 3) 4) 5) 6) 7) 8) 9) 10)

BRON A. Chapitre 5: Mon style est chic! 1 a 1) 2) 1 b foto 1 foto 2 foto 3 foto 4. 2 le café un croissant 3 1) 2) 3) 4) 5) 6) 7) 8) 9) 10) 1 a 1) 1 b foto 1 foto 2 foto 3 foto 4 2 le café un croissant la boulangerie la parfumerie le magasin de mode la librairie un parfum un coca un livre un jean 3 1) 7) 8) 9) 10) BRON A 4 1) A Wij zijn in

Nadere informatie

Parijs. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Parijs. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres E i Kiwijs 26 July 2011 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/32141 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.

Nadere informatie

6,3. Tips door M woorden 21 juli keer beoordeeld. Toekomende tegenwoordige tijd

6,3. Tips door M woorden 21 juli keer beoordeeld. Toekomende tegenwoordige tijd Tips door M. 2690 woorden 21 juli 2016 6,3 9 keer beoordeeld Vak Methode Frans Grandes Lignes Tegenwoordige tijd Verleden tijd - ik doe - ik deed Voltooide tijd - ik heb gedaan Toekomende tegenwoordige

Nadere informatie

Voyage Logement. Logement - Trouver. Logement - Réserver. Demander son chemin vers un logement

Voyage Logement. Logement - Trouver. Logement - Réserver. Demander son chemin vers un logement - Trouver Où puis-je trouver? Demander son chemin vers un logement Waar kan ik vinden?... une chambre à louer?... een kamer te huur?... une auberge de jeunesse?... een hostel?... un hôtel?... een hotel?...

Nadere informatie

3.1. Met betrekking tot die communicatieve situaties waarin leerlingen. hoofdzaken begrijpen in korte mededelingen.

3.1. Met betrekking tot die communicatieve situaties waarin leerlingen. hoofdzaken begrijpen in korte mededelingen. Maman, j ai soif! 1. Eindtermen Frans 1.1. Met betrekking tot die communicatieve situaties waarin leerlingen redelijkerwijze kunnen terechtkomen en volgens de verworven basiswoordenschat en taalstructuur,

Nadere informatie

5.5. Boekverslag door K. 718 woorden 3 februari keer beoordeeld. Frans toetje met vanillevla en geklopt eiwit

5.5. Boekverslag door K. 718 woorden 3 februari keer beoordeeld. Frans toetje met vanillevla en geklopt eiwit Boekverslag door K. 718 woorden 3 februari 2014 5.5 2 keer beoordeeld Vak Methode D'accord! Le radis La carotte Le thon La sauce tomate Le brocoli Le plat du jour Le poisson Une escalope de veau Un poulet

Nadere informatie

Où vont-ils? Unité 1. Je leert iemand ontmoeten en (be)groeten vragen en zeggen waar iemand naartoe gaat afscheid nemen

Où vont-ils? Unité 1. Je leert iemand ontmoeten en (be)groeten vragen en zeggen waar iemand naartoe gaat afscheid nemen Où vont-ils? Plein feu Unité 1 1 Je leert iemand ontmoeten en (be)groeten vragen en zeggen waar iemand naartoe gaat afscheid nemen Het gebruik van de intonatievraag de vraagzinnetjes: C est qui? C est

Nadere informatie

CATALOGUS / CATALOGUE

CATALOGUS / CATALOGUE CATALOGUS / CATALOGUE LA SOCIÉTÉ EUROPOCHETTE HET BEDRIJF [ NL ] Wat 10 jaar geleden aarzelend begon, groeide voor Europochette uit tot een succesverhaal. Met het uitvinden van het bestekzakje gaf Europochette

Nadere informatie

Herhalingen over grammatica (voor de examens)

Herhalingen over grammatica (voor de examens) 1. Modale hulpwerkwoorden Herhalingen over grammatica (voor de examens) Vertaal in het Nederlands. 1. Vous pouvez (avoir la possibilité) manger un plat ou un dessert. 2. Ils doivent aller au magasin de

Nadere informatie