GEMEENTE MILL EN ST. HUBERT. bestemmingsplan HOEK DORPSSTRAAT -LINDENWEG LANGENBOOM

Transcriptie

1 GEMEENTE MILL EN ST. HUBERT bestemmingsplan HOEK DORPSSTRAAT -LINDENWEG LANGENBOOM toelichting voorschriften plankaart voorontwerp mei 1993 gew. oktober 1993

2 INHOUD TOELICHTING 1.1 Inleiding Aanleiding Kadastrale situatie Bestaande situatie Ruimtelijke opbouw Langenboom Verkeerskundige aspecten Milieuhygiënische aspecten Waterhuishouding, riolering Ruimtelijke inpassing Financiële uitvoerbaarheid Manier van regelen Procedure 8

3

4 1 1. TOELICHTING 1.1 Inleiding Voorliggende nota betreft een bestemmingsplan in de hoek Dorpstraat Lindenweg in de kern Langenboom, zoals op afbeelding 1.1 aangegeven. Ter plaatse vigeert het bestemmingsplan Buitengebied, zoals dat door de gemeenteraad op is vastgesteld en door Gedeputeerde Staten op goedgekeurd onder nr. G Voorliggend plan behelst de omzetting van de bestemming "agrarisch kernrand gebied" in "woondoeleinden" ten behoeve van de bouw van een vrijstaande dorpswoning. 1.2 Aanleiding De aanleiding voor de herziening vormt het verzoek van de heer Straatman aan het gemeentebestuur tot medewerking aan de bouw van een burgerwoning. De heer Straatman is inwoner van de kern Langenboom.

5

6 2 1.3 Kadastrale situatie De kadastrale situatie is op afbeelding 1.2 weergegeven. Het plangebied omvat het gehele perceel De oppervlakte van de kavel bedraagt 24 are. 1.4 Bestaande situatie Zie ook afbeelding 1.3. Het betreffende perceel ligt op de hoek van de Lindenweg en Dorpsstraat en is thans in gebruik als grasland. Het perceel wordt omgeven door gevarieerde bebouwing bestaande uit onder meer een woonboerderij - gesplitst in twee woningen - aan andere zijde Lindenweg, burgerwoningen aan weerszijden van de Dorpsstraat, een transportbedrijfje aan de overzijde en de (voormalige) boerenbond. Ten westen van de Dorpstraat aan weerszijden van de Lindenweg is sprake van agrarisch gebied - overwegend weiden - een open landschapskarakter.

7

8 3 1.5 Ruimtelijke opbouw Langenboom Afbeelding 1.4 illustreert de ruimtelijke opbouw van Langenboom. Kenmerkend voor de structuur van Langenboom is het langgerekte dorpslint. De driesprong Dorpsstraat, Dominicanenstraat en Dempseystraat vormt het dorpshart. Hier zijn o.a. de kerk, het postkantoor, de bank, enige horecabedrijven en de sportbal gesitueerd. De westzijde van Langenboom kenmerkt zich door een grootschalig, open landschap met een agrarische functie. De oostzijde daarentegen is gesloten. Tussen de overgang van het dorpslint en het oostelijk gelegen dorpsgebied ligt een planmatige woonuitbreiding. Alleen ter plaatse van deze woonuitbreiding is het dorpslint verdicht, voor het overige gedeelte is het dorpslint dun en transparant. Aan de zuidoostzijde van de kern, richting hoofdkern Mill, ligt een ontgrondingsplas, in een omgevend gebied met toenemende recreatieve faciliteiten. Een bestemmingsplan is in voorbereiding voor wonen en werken in zuidoostelijke richting, zoals aangeduid. 1.6 Verkeerskundige aspecten De locatie is te ontsluiten op zowel de Dorpsstraat als de Lindenweg. In paragraaf 1.9 wordt de keuze voor de ontsluiting op de Lindenweg toegelicht. De Dorpsstraat vormt de hoofdas van Langenboom met op dit moment een verkeersintensiteit van ca 1850 mvt/etmaal, en in 2003 ca 2100 mvt/etmaal. Alle bebouwing aan de Dorpsstraat is hierop rechtstreeks ontsloten. De voorgenomen bouw van de woning vormt hierop geen verstoring en is er derhalve verkeerskundig aanvaardbaar. Gezien het bochtige verloop van de Lindenweg moet de grens van de zij- c.q. achtertuin uit deze weg blijven. Mede in verband met de gewenste doorkijk naar het achterliggende landschap is een afstand van 7,5 m tussen wegverharding en tuinhaag gekozen.

9

10 4 1.7 Milieuhygiënische aspecten Geluid Voor de geprojecteerde woning zijn de geluidsbelastingen vanwege de Dorpsstraat en de Lindenweg berekend. De plaats van de woning is bepaald op basis van het geluid en de ruimtelijke omstandigheden, zoals nader in paragraaf 1.9 toegelicht. De geluidssituatie is op onderstaande afbeelding uit het akoestisch onderzoek* weergegeven. Het blijkt dat de 54 d(b)a lijn op ca 20 m en de 52 d(b)a-lijd op ca 30 meter uit de as van de Dorpsstraat ligt. De 53 db(a)-lijn van de Lindenweg ligt op ca 20 m uit de as van die weg. De geprojecteerde nieuwe woning ligt derhalve in de zone tussen 50 en 55 db(a). Voor de bouw ervan zal een ontheffingsprocedure WGH worden gevolgd. Het akoestisch onderzoek is in een apart rapport weergegeven. *rapport -Akoestisch onderzoek woning Dorpsstraat-Lindenweg, Prinssen & Bus, Uden 20 januari 1993

11

12 Milieucirkels De nieuw geprojecteerde woning ligt buiten de stankcirkels en de belemmeringencirkels zoals deze op afbeelding 1.5 zijn weergegeven. Omgevende bedrijvigheid De twee bedrijven aan de overzijde van de Dorpsstraat hebben een hinderwetvergunning. Deze vormt geen belemmering voor de nieuwbouw. Omgekeerd vormt de nieuwbouw geen extra belemmering voor de bedrijfsvoering, omdat de omgevende woningen reeds randvoorwaardenstellend zijn terzake Waterhuishouding, riolering Er zijn geen bijzondere waterhuishoudkundige aspecten in het geding. De woning zal worden aangesloten op het hoofdriool in de Dorpsstraat. 1.9 Ruimtelijke inpassing Afbeelding 1.6 geeft de ruimtelijke inpassing van de nieuwe woning. Ter plaatse van de Lindenweg is een mooi uitzicht op het agrarisch gebied aanwezig. Deze doorkijk moet bewaard blijven. Dit wordt bereikt door de Lindenweg een ruim profiel te geven, zoals in paragraaf 1.6 reeds beschreven is. Tevens is ter plaatse sprake van wat ruimere afstanden tussen de panden in de lintstructuur van de Dorpsstraat. De nieuwe woning is daarom op ca 15 m van de aangrenzende woning gesitueerd. Voorts ligt de woning op ca 20 m uit de as van de Dorpsstraat, overeenkomende met de 54 db(a) lijn. Deze ruimere afstand tot de straat past goed bij de stedebouwkundige situatie. Tezamen met de ernaast gelegen boerderij - die nog verder terug ligt - wordt de Lindenweg mooi ingeleid en de doorkijk naar het buitengebied versterkt. Voorts is gekozen voor een erfontsluiting op de Lindenweg, evenals bij de woonboerderij. Daarmee krijgt de stedebouwkundige hoeksituatie vorm. De ontsluiting op de Lindenweg is ook verkeerstechnisch te prefereren. Voor wat betreft de achterbegrenzing van de tuin is de bestaande perceelsgrens aangehouden. Hiermee wordt de rechtlijnigheid van de bestaande achtergrenzen omgebogen in een "ruimtevormende lijn", die het open landschap beter 'vangt".

13

14 1.10 Financiële uitvoerbaarheid De kosten van de nieuwbouwen de planvoorbereiding komen geheel voor rekening van de initiatiefnemer. Het plan brengt voor de gemeente geen bijzondere kosten met zich mee. Het plan is financieel uitvoerbaar te achten.

15 Manier van regelen Voorgaande ruimtelijke inrichting is vertaald in de twee bestemmingen Woondoeleinden en Groenvoorziening. Woondoeleinden De situering van het bebouwingsvoorstel op afbeelding 1.6 met bebouwingsvlakken is met enige flexibiliteit vastgelegd. Daarbij is onderscheid gemaakt tussen het bebouwingsvlak van de hoofdbebouwing (woning) en de bijgebouwen (garage e.d.). De goot- en nokhoogte bedragen voor de hoofdbebouwing respectievelijk 6 en 9 meter en voor de bijgebouwen 3 en 5,5 meter. Schuine kappen zijn verplicht. Voorts zijn primaire en secundaire bebouwingsgrenzen onderscheiden. In de eerste moet worden gebouwd, de tweede mag niet worden overschreden. Essentieel in het plan is dat de voorgevelbouwgrens en de zijgevel van het bijgebouw als primaire bebouwingsgrens zijn aangegeven. Gezien de beeldbepalende plek mogen B & W bovendien nadere eisen stellen aan dakvorm en gevelindeling. Groenvoorziening De gewenste afstand van de begrenzing van de tuin tot de as van de Lindenweg is veiliggesteld door aan een strook langs de Lindenweg de bestemming groenvoorziening toe te kennen. Binnen deze voorziening zijn de gewenste brede bermen met laanbomen mogelijk, zoals in het principeprofiel aangegeven.

16 Procedure Het bestemmingsplan doorloopt de gebruikelijke procedure. De resultaten hiervan worden achtereenvolgens in deze toelichting vermeld. Procedurestappen tijd 1. Inspraak overeenkomstig gemeentelijke inspraakverordening: mei Overleg ex artikel 10 BRO 1985: mei augustus Ter visie legging: 4. Vaststelling in gemeenteraad 5. Goedkeuring Gedeputeerde Staten Inspraak In het kader van de gemeentelijke inspraakverordening heeft het concept-plan d.d. april 1993 met ingang van 3 mei gedurende twee weken ter inzage gelegen. Op 3 mei is een informatieavond gehouden. Het verslag van de informatieavond is hierna opgenomen. Overigens zijn geen reacties ingekomen. De inspraak heeft geen aanleiding gegeven tot aanpassing van het conceptplan Overleg ex artikel 10 Bro In het kader van het overleg ex artikel 10 Bro is het plan toegezonden aan de provinciale planologische commissie (PPC). De kleine commissie uit de PPC heeft het plan in haar vergadering van 16 augustus 1993 behandeld. Ofschoon de PPC geen voorstander is van de invulling van de open plek, verzet zij zich ook niet tegen het bouwplan, zoals uit de hierna integraal opgenomen adviesnota blijkt. Overigens heeft de KPPC geen opmerkingen.

17

18

19

20

21

22