provincie jjqlland ZUID startnotitie Beleidskader Jeugdzorg Bijgestelde versie april 2012 Provincie Zuid-Holland

Transcriptie

1 provincie jjqlland ZUID startnotitie Beleidskader Jeugdzorg Bijgestelde versie april 2012 Provincie Zuid-Holland

2 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING Aanleiding Doelstelling 4 2. INHOUDELIJKE KEUZES Krachtenveldanalyse Rollen en verantwoordelijkheden Inhoudelijke keuzes Handhaven en zo mogelijk vergroten van fjeschlkbaarheid en kwaliteit van jeugdzorg Transitie van jeugdzorgtaken naar gemeenten Financieel kader WERKWIJZE EN PLANNING Werkwijze Planning vaststelling Beleidskader Jeugdzorg

3 1. INLEIDING 1.1 Aanleiding In 2005 is de Wet op de Jeugdzorg (Wjz) in werking getreden. Hierin is de provinciale verantwoordelijkheid vastgelegd voor de totstandkoming van een vierjaariijks beleidskader jeugdzorg. Het beleidskader dient gebaseerd te zijn op het Landelijk Beleidskader en bevat hoofdlijnen van beleid ten aanzien van de taken van Bureau Jeugdzorg (Bjz) en het zorgaanbod. Daarnaast moet het beleidskader een financieel kader bevatten. Het provinciale Beleidskader Jeugdzorg krijgt een jaariijkse uitwerking in een Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg (UJ). De provincie ontvangt voor de uitvoering van deze wettelijke taken een doeluitkering van het Rijk. De Zuid-Hollandse visie op jeugdzorg staat in het Hoofdlijnenakkoord " Zuid-Holland verbindt en geeft ruimte" verwoord; "de jeugdzorgtaken dragen wij over aan de gemeenten, In het belang van kinderen en gezinnen kiezen wij voor een zorgvuldige overdracht in overieg met gemeenten en instellingen. Tot de overdracht voert de provincie haar wettelijke taak op het huidige niveau uit, die is gericht op kwalitatief goede zorg die tijdig wordt geboden Wij kiezen ervoor om met de overdracht van de jeugdzorg aan gemeenten ook de Regionale Agenda Samenleving af te bouwen. Wij hebben extra aandacht voor kwetsbare jongeren (bijvoorbeeld tienermoeders en dak- en thuislozen jongeren)". Het huidige Beleidskader Jeugd "Samen aan zet voor de Jeugd" loopt eind dit jaar af. Provinciale Staten (PS) dienen volgens de Wjz uiteriijk 1 december, voorafgaande aan het eerste jaar waarop het beleid betrekking heeft, het beleidskader vast te stellen. Hiema wordt het ter goedkeuring voorgelegd aan de ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en Veiligheid en Justitie (VenJ). Artikel 31 lid 2 en artikel 33 Wjz bepalen dat het provinciale beleidskader is gebaseerd op het landelijk beleidskader en op eventuele aanwijzingen van de Ministers. Het vigerende Landelijk Beleidskader Jeugdzorg is voor het jaar 2012 bijgesteld, maar loopt eveneens af einde Een nieuw landelijk beleidskader zal niet eerder dan augustus/september 2012 voorhanden zijn. Aangezien de Wjz voorschrijft dat het College van Gedeputeerde Staten (GS) het vastgestelde ontwerp beleidskader vóór 1 oktober aan PS moet aanbieden zal de provincie op dit punt lastig aan de Wjz kunnen voldoen. Vooralsnog wordt het Afsprakenkader Jeugdzorg tussen Rijken IPO, samen met de bijstelling 2012 van het Landelijk Beleidskader als uitgangspunt genomen. Ook de Bestuursafspraken tussen Rijk-IPO-VNG-Unie van Waterschappen en de concept-transitieagenda van VWS-VNG-IPO (januari 2012) en de VWS-beleidsbrief "geen kind buitenspel" (8 november 2011) worden als uitgangspunt genomen. De ontwikkeling van het Beleidskader Jeugdzorg vindt plaats tegen de achtergrond van het voornemen van het Rijk om de verantwoordelijkheid voor planning en financiering van alle jeugdzorgtaken bij de gemeenten te leggen. Deze transitie wordt voorzien per 2015 op voorwaarde dat de nieuwe wet Zorg voor jeugd in 2013 is vastgesteld door de Eerste Kamer, Het jaar 2014 is daarbij dan voorbereidingsjaar voor gemeenten. Inde Bestuursafspraken Rijk-IPO- VNG-Unie van Waterschappen is afgesproken dat de provincies tot de transitie volledig

4 verantwoordelijk blijven voor de uitvoering van hun wettelijke taken. De provincie wil op verschillende manieren bijdragen aan een zorgvuldige transitie. In deze startnotitie wordt daar een voorschot op genomen. Uitwerking vindt plaats, niet.alleen in het Beleidskader Jeugdzorg , maar ook in het Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2013 en in het programmaplan Transitie Jeugdzorg. GS wil aan PS een vierjarig beleidskader voorieggen. De Wjz schrijft dit voor. Verder Is op dit moment nog te onzeker op welke termijn en datum de transitie van jeugdzorgtaken naar de gemeente zal plaatsvinden. Rekening houdend met wettelijke eisen wordt in 2012 het Beleidskader Jeugdzorg ontwikkeld. Deze startnotitie is daarin een eerste stap. Deze startnotitie bevat een nadere uitwerking van het onderdeel jeugdzorg in het Hoofdlijnenakkoord. Daarnaast beschrijft de notitie het speelveld waarbinnen de ontwikkeling van het nieuwe beleidskader plaatsvindt. Ook het proces en de wijze waarop Inteme en externe partijen betrokken worden komen aan bod. 1.2 Doelstelling Het Hoofdlijnenakkoord is uitgewerkt in de provinciale begroting Provinciale Staten stellen als doel dat leder kind in Zuid-Holland de kans moet hebben zich goed te ontwikkelen. Veilig, gezond en gelukkig opgroeien hoort daarbij. Wanneer dit niet vanzelf gaat dient er hulp aanwezig te zijn om de jeugdige en de ouders/opvoeders te ondersteunen In de weg naar volwassenheid. Om dit doel te bereiken zijn de volgende effectindicatoren in de begroting vastgelegd: Het percentage jeugdzorgcliënten waarbij de ernst van de problematiek (na de hulp) Is verminderd stijgt van 60% in 2012 naar 75% in De afwijking tussen zorgaanbod en vraag naar jeugdzorg bedraagt van 2012 tot en met 2015 maximaal 5%. De provincie streeft dit doel na door uitvoering van de volgende activiteiten: Het stellen van kaders en het vertegenwoordigen van de provincie in het kader van de jeugdzorg; Het maken van afspraken over adequate toegang tot zorgaanbod met Bureau Jeugdzorg; Het maken van afspraken over een efficiënt en effectief zorgaanbod met zorgaanbieders; Het bevorderen van goede aansluiting tussen jeugdzorg en lokaal preventief jeugdbeleid; Het organiseren van een zorgvuldige overdracht naar gemeenten van provinciale jeugdzorgtakenv ^ De provincie heeft geen verantwoordelijkheid voor de overdracht van taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden op het gebied van jeugdzorg naar de gemeenten. De taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden gaan bij de inwerking treding van de Wet Zorg voor Jeugd op één moment en in één keer naar gemeenten. Wel is de provincie verantwoordelijk voor de ondersteuning van een zorgvuldige voorbereiding hierop door middel van het overdragen van kennis, expertise en beleidsinformatie op het gebied van de provinciale taken voor de jeugdzorg.

5 In de provinciale begroting 2012 zijn de activiteiten voorzien van een omschrijving en prestatieindicatoren. 2. INHOUDELIJKE KEUZES 2.1 Krachtenveld analyse De transitie heeft Invloed op zowel het te ontwikkelen Beleidskader Jeugdzorg als de nadere uitwerking ervan in uitvoeringsprogramma's. De ontwikkeling van het Beleidskader Jeugdzorg moet dan ook worden bezien tegen de achtergrond van fundamenteel wijzigende verhoudingen in het speelveld: Gemeenten worden verantwoordelijk voor de planning- en financiering van onder andere de huidige provinciale jeugdzorgtaken. Het voornemen van VWS is een fundamentele wijziging van Inhoudelijk beleid, waarbij de tot dusverre gescheiden circuits in de jeugdzorg worden samengebracht onder gemeentelijke verantwoordelijkheid, zodat gemeenten integraal kunnen sturen. VWS wil toewerken naar een zo groot mogelijke beleidsvrijheid voor gemeenten. De gemeentelijke Centra voor Jeugd en Gezin (CJG's) krijgen waarschijnlijk een centrale rol in dit stelsel. De provincie blijft tot de transitie verantwoordelijk voor planning- en financiering van de geïndiceerde jeugdzorg. Gemeenten bereiden zich nu al voor op hun nieuwe taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden, daardoor is overieg tussen provincie en gemeenten wenselijk. De transitie van de jeugdzorg kan worden gekoppeld aan de gemeentelijke verantwoordelijkheden in het kader van de (komende) Wet Passend Ondenwijs, dit biedt kansen voor een bredere, Integrale aanpak. Door de Integrale aanpak ontstaan mogelijk andere samenwerkingsverbanden, bijvoorbeeld intensievere samenwerking van provinciale jeugdzorgaanbieders met jeugd- GGZ, jeugd-lvb en gesloten jeugdzorg. De huidige provinciale jeugdzorgaanbieders kunnen na de transitie met meerdere financiers te maken krijgen waardoor mogelijk hun financiële zekerheid afneemt. De functie indicatiestelling zoals momenteel vastgelegd in de Wjz, zal wijzigen. Het recht op jeugdzorg wordt waarschijnlijk vervangen door een zorgplicht voor gemeenten. De uitvoering van indicatiestelling door Bjz na de transitie, is daardoor onzeker. Het is mogelijk dat nieuwe zorgaanbieders hun diensten aan gemeenten aanbieden, daardoor ontstaat onzekerheid voor huidige jeugdzorgaanbieders of wordt deze vergroot. De sector (jeugd)ggz stelt zich afwijzend op ten opzichte van de transitie omdat een vermindering van de kwaliteit van de geleverde zorg wordt gevreesd. 2.2 Rollen en verantwoordelijkheden Provincie De provincie heeft krachtens de Wjz In Zuid-Holland (exclusief de stadsregio Rotterdam en het Stadsgewest Haaglanden) een sturingsrol, bestaande uit planning en financiering van:

6 De toegang tot de (geïndiceerde) jeugdzorg door instandhouding van een Bureau Jeugdzorg, Bjz heeft als taak het opstellen van indicaties voor de geïndiceerde jeugdzorg en vormen van geestelijke gezondheidszorg waarop krachtens de Awbz dan wel een zorgverzekering aanspraak bestaat. Verder fungeert Bjz als Advies- en Meldpunt Kindermishandeling en het uitvoeren van de jeugdbeschermings-en jeugdreclasseringsmaatregelen; Voldoende verantwoord en gevarieerd aanbod op indicatie van Bjz voor jeugdzorg bij opvoedings- psychosociale en gedragsproblemen; Een goede aansluiting tussen het gemeentelijk jeugdbeleid en het provinciale jeugdzorgbeleid; Bevorderen van een samenwerkende en effectieve keten van preventie tot en met nazorg. Daarnaast is de provincie verantwoordelijk voor de uitvoering van taken op het gebied van cliëntenbeleid. Deze taken worden uitgevoerd door Stichting Advies- en Klachtenbureau Jeugdzorg (voor vertrouwenspersonen) en Stichting Zorgbelang (collectieve belangenbehartiging). De Wjz kent verschillende rollen toe aan GS en PS. GS Is gehouden om vóór 1 oktober van het jaar, voorafgaande aan het eerste jaar waarop het betrekking heeft, een ontwerp beleidskader aan PS aan te bieden. PS stellen vóór 1 december van het jaar waarop het betrekking heeft, het beleidskader vast Ook bepaalt de Wjz dat GS vóór 1 december het (jaariijks) Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg vaststellen waarvan het ontwerp jaariijks vóór 1 oktober aan de Ministers van VWS en VenJ wordt gezonden. Op grond van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo), artikel 13, is de provincie verantwoordelijk voor de ondersteuning van gemeenten bij het preventieve jeugdbeleid. Deze rol wordt vormgegeven door de inzet van steunfunctie-instellingen op basis van behoeften van gemeenten en partijen. Deze ondersteunende rol van de Provincie is blijvend, ook na de transitie, tenzij op enig moment de Wmo wordt aangepast. Om uitvoering aan het provinciale beleid te geven, zet de provincie in ieder geval het instrument subsidies in. Daarnaast zal zij voor de periode bestuuriijke afspraken met gemeenten maken over de aansluiting van lokaal jeugdbeleid en provinciale jeugdzorg. Rijk Het Rijk is verantwoordelijk voor het stelsel jeugdzorg. Het ministerie van VWS stelt een vierjarig Landelijk Beleidskader op ter uitvoering van de Wjz. Daarnaast stelt het ministerie doeluitkeringen ter beschikking aan provincies en stadsregio's voor de uiwoering van de provinciale taken en toetst vervolgens de uitvoering van provinciale verantwoordelijkheden. Daarnaast is het ministerie van VWS verantwoordelijk voor de planning en financiering van de JeugdzorgPlus (gesloten jeugdzorg). Ook financiert het ministerie, op grond van andere wettelijke kaders, direct dan wel indirect voorzieningen op het gebied van jeugd-ggz en jeugd-lvb.

7 Het ministerie van VenJ is verantwoordelijk voor de justitiële jeugdzorg. Hieronder vallen de Raad voor de Kinderbescherming, kinderrechters, het beleid met betrekking tot kinderbeschermingsmaatregelen (OTS), de Justitiële Jeugd Inrichtingen (JJI's) en uitvoering van jeugdbescherming en jeugdreclassering. Dit laatste gebeurt via de provinciale bureaus Jeugdzorg. Tot slot zijn beide ministeries samen verantwoordelijk voor het ontwerpen van de nieuwe wet Zorg voor jeugd, die ten grondslag zal liggen aan de transitie van de jeugdzorg naar de gemeenten. Gemeenten Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het lokaal jeugdbeleid. In het kader van de Wmo en de Wjz hebben zij de taak om informatie aan ouders, kinderen en jeugdigen over opvoeden en opgroeien te verstrekken, het organiseren van vroegtijdige signalering van problemen door instellingen als jeugdgezondheidszorg en ondenwijs, de toegang tot het gemeentelijk hulpaanbod te organiseren en pedagogische hulp te bieden. De gemeenten zijn verplicht om een Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) in te richten waarin wordt samengewerkt door alle bij kinderen en jeugd betrokken hulp- en zorgorganisaties, waardoor samenhang en ketenaanpak wordt bevorderd. De gemeenten hebben beleidsvrijheid met betrekking tot het inrichten van het CJG maar volgens het basismodel CJG Is Bjz één van de partners. Op dit moment bereiden gemeenten zich, met ondersteuning van de VNG, voor op hun nieuwe taken. 2.3 Inhoudelijke keuzes Provinciale Staten hebben in "Zuid-Holland verbindt en geeft ruimte", gekozen voor een tweesporen beleid: 1. Handhaven en zo mogelijk vergroten van beschikbaarheid en kwaliteit van jeugdzorg; 2. Een actieve rol gericht op de ondersteuning van een zorgvuldige voorbereiding op de transitie door middel van het overdragen van kennis, expertise en beleidsinformatie op het gebied van de provinciale taken voor de jeugdzorg. Deze twee sporen worden in het Beleidskader Jeugdzorg nader uitgewerkt. Vanuit de reguliere, wettelijke taken, zijn daarbij In elk geval de volgende punten belangrijk: Handhaven en zo mogelijk vergroten van beschikbaarheid en kwaliteit van jeugdzorg Bij het stellen van kaders en de vertegenwoordiging van de provincie vindt de provincie de volgende punten belangrijk: Vanaf 2010 worden de jeugdzorgaanbieders gefinancierd op basis van P x Q. De systematiek Is een instrument waarmee op kostenefficiency kan worden gestuurd. Als zodanig is het een instrument dat Invulling zou moeten geven aan Inhoud, visie en

8 beleid. Daarom zal vanaf 2013 de factor E (effect) van de zorg worden betrokken in de sturing. Naast sturen op kostenefficiency en effectiviteit stimuleert de provincie innovatie en professionalisering. Ook wordt ingezet op het terugdringen van bureaucratie en regeldruk. Ten behoeve van de aansluiting gemeentelijk jeugdbeleid en jeugdzorg vindt de provincie in ieder geval de volgende punten belangrijk: De inzet vanuit het Afsprakenkader Jeugdzorg tussen Rijk en ipo wordt voortgezet met accent op preventie, vroeginterventie en snelle doorgeleiding naar zwaardere zorgvormen. In het kader van de Wjz zullen nieuwe bestuursovereenkomsten met samenwert<ende gemeenten worden gesloten, die in het licht zullen staan van de transitie jeugdzorg. De provincie bouwt de co-financiering preventief jeugdbeleid af en verwacht dat de gemeenten deze financiering gelijktijdig opbouwen als voorbereiding op de transitie jeugdzorg. Via nieuwe bestuursovereenkomsten met samenweritende gemeenten in het gebied waar wij krachtens de Wjz verantwoordelijkheden hebben blijft de provincie inzetten op de aansluiting gemeentelijk jeugdbeleid-jeugdzorg. Daarbij wordt specifiek aandacht besteed aan kwetsbare jongeren (bijvoorbeeld tienermoeders en dakloze jongeren). Na uitstroom uit de jeugdzorg vallen veel kinderen tussen wal en schip. In overieg met partners, in het bijzonder de gemeenten, onderzoekt de provincie welke ondersteuning kan worden geboden bij verdere ontwikkeling van nazorgtrajecten. Er vindt blijvende inzet plaats op efficiency in de keten. Volgens gangbare prognoses blijft de vraag naar jeugdzorg op het huidige niveau of neemt licht toe. Het beschikbare geld neemt echter niet toe. Dit vraagt om versterking van empowerment beleid, versterken van eigen kracht maar óók om verbetering van effectiviteit in de keten. Het voorkomen dan wel zo vroeg mogelijk signaleren van kindermishandeling blijft een belangrijk aandachtspunt. Om adequate toegang tot jeugdzorg te realiseren vindt de provincie in ieder gevai de volgende punten belangrijk: Conform de Wjz draagt de provincie ook voor de periode zorg voor toegang tot de (geïndiceerde) jeugdzorg door instandhouding van- én het maken van afspraken met Bjz. Bjz draagt zorg voor de aansluiting met het lokaal jeugdbeleid, het opstellen van indicaties voor de geïndiceerde jeugdzorg, jeugd-ggz en -LVB en het fungeren als Advies- en Meldpunt Kindermishandeling en het uitvoeren van de jeugdbeschermingsen jeugdreclasseringsmaatregelen. De kwaliteit van de toegang tot de (geïndiceerde) jeugdzorg blijft gegarandeerd. De veiligheid van jeugdigen Is belangrijk. Bij onveilige situaties grijpt Bjz snel en effectief in. Effectieve samenwerking van Bjz met andere partijen in de veiligheidsketen is belangrijk. Waar nodig en mogelijk wordt de kwaliteit van het AMK, de jeugdbescherming en de jeugdreclassering verbeterd.

9 Bjz levert een actieve bijdrage aan de transitie, onder meer door kennisoverdracht aan gemeenten en ruimte voor samenwerking met CJG's. Bjz sluit zoveel mogelijk aan bij lokale netwerken om snel te kunnen bepalen of geïndiceerde zorg aan de orde is. In het kader van de transitie worden pilots integrale zorgtoewijzing gestimuleerd. Binnen de experimenteerruimte van de Wjz wordt de verwijzing naar jeugdzorg 'door tussenkomst van' Bjz voortgezet, In het kader van de transitie is nog niet duidelijk waar In de toekomst de taken van Bjz belegd gaan worden. De provincie sluit aan bij de keuzes die in dit kader op rijksniveau worden gemaakt. Om voldoende verantwoord en gevarieerd zorgaanbod te realiseren, vindt de provincie in leder geval de volgende punten belangrijk: De provincie stelt het perspectief van de jeugdige centraal. Er wordt toegewerkt naar zodanige situatie dat het kind/de jongere zijn/haar problemen kan hanteren en In staat Is maatschappelijk op aanvaardbaar niveau te functioneren. De nadruk wordt veriegd van wachtlijsten naar een effectievere en efficiëntere wijze van zorgveriening. Vanuit het centraal stellen van het perspectief wil de provincie investeren in de ontwikkeling van zorgtrajecten in een ketenbenadering. Een integrale aanpak en een versterking van de samenwerking met JeugdzorgPlus, jeugd-ggz en jeugd-lvb is hier onderdeel van. De provincie versterkt de inzet van zorgaanbieders bij lokale zorgarrangementen in relatie tot bijvoorbeeld CJG en onderwijs, waarbij zonder indicatie direct zorg kan worden verieend. Zij doen dit binnen de bestaande regels en afspraken. Inzet op een nauwere Inhoudelijke en organisatorische samenwerking van gesloten en open jeugdzorg waardoor met het oog op te ontwikkelen zorgtrajecten synergie en structurele verbetering in het aanbod ontstaat. De provincie continueert het beleid van 2012 door zorg te dragen voor verantwoorde zorg, dat wil zeggen voldoende kwalitatief goede, veilige en passende zorg. Deze zorg wordt bij voorkeur geleverd door provinciale jeugdzorgaanbieders. Alleen als het om zorginhoudelijke redenen noodzakelijk is. kunnen andere jeugdzorgaanbieders worden gefinancierd Transitie van jeugdzorgfaken naar gemeenten De transitieagenda van VWS bevindt zich in een ontwikkelingsfase. Veel zaken met betrekking tot de transitie zijn nog niet of onvoldoende helder. De provincie wil niet wachten op definitieve plannen en kiest vanuit haar verantwoordelijkheid voor de planning en financiering van de geïndiceerde jeugdzorg, voor een actieve ondersteuningsrol van gemeenten, zorgaanbieders, Bjz bij de transitie. Dit doet de provincie door:

10 Ter beschikking stellen van kennis en ervaring (zie ook beleidsbrief Stelselwijziging Jeugd 'Geen kind buiten spe!'). Organiseren van kennisdeling tussen partijen en kennisontwikkeling bij partijen. Het maken van afspraken over de transitie in de provincie met inachtneming van landelijke afspraken over fasering en tijd (Bestuursafspraken Rijk, IPO, VNG en Unie van Waterschappen). Vooralsnog zet de provincie de volgende instrumenten in ten behoeve van de transitie: Het organiseren en facillteren van een bestuuriijk en ambtelijk platform. Het organiseren van themabijeenkomsten. Deelname aan pllot-projecten. Faciliteren/stimuleren van deelname aan projecten door Bjz en jeugdzorgaanbieders. Het (mede)financieren van pilots en projecten (op basis van randvoorwaarden en subsidieregelingen Jeugdzorg). De Inzet van de provincie ten behoeve van de transitie wordt uitgewerkt in een programmaplan, 2.4 Financieel kader De inzet van financiële middelen is gevat in een meerjarenperspectief, dat is vastgesteld in het Uitvoeringsprogramma Jeugd De bedragen voorde jaren 2013 en 2014 zijn onder voorbehoud van de vaststelling van de omvang van de doeluitkering door het Rijk en de vaststelling van provinciale begroting door Provinciale Staten, ln het Beleidskader Jeugdzorg wordt, met het oog op het zo optimaal mogelijk bereiken van doelen, de begroting nader uitgewerkt.

11 Tabel 1: Meerjaren beg roting Doelen Preventief jeugdbeleid^ Toegang tot de jeugdzorg 3 Aanspraak op jeugdzorg > Cliëntenbeleid Totaal inzet Dekkingsbron ^ Provinciale middelen ^ Programmareserve 3 Doeluitkering 4 Egalisatiereserve , Totaal dekking WERKWIJZE EN PLANNING 3.1 Werkwijze De provincie kiest met het oog op de transitie nog meer dan anders, voor een interactief proces van tot stand koming van het Beleidskader Jeugdzorg De provincie streeft daarbij naar een zo groot mogelijk draagvlak bij partners. De Wjz geeft aan met wie moet zijn overiegd voordat het ontwerp beleidskader kan worden vastgesteld (artikel 30, lid 2 en 3). Dat zijn: Bjz, de in de provincie werkzame jeugdzorgaanbieders, de Raad voor de Kinderbescherming, de colleges van burgemeester en wethouders, de In de provincie werkzame zorgverzekeraars en de Minister van Veiligheid en Justitie. Betrokken cliëntenorganisaties worden door GS in de gelegenheid gesteld te reageren op het ontwerp beleidskader. Dit vertaalt zich In de volgende activiteiten: Intern ambtelijk en bestuuriijk vooroverieg (vanaf 1 februari 2012); Ambtelijk vooroverieg met (bestuurders van) Bjz, jeugdzorgaanbieders en ambtelijke coördinatoren van Rasregio's (februari/april 2012), gericht op leveren input voor het ontwerp Beleidskader Jeugdzorg ; Benutten van opvattingen, wensen en uitspraken uit bijeenkomsten van cliëntenraden, jeugdpanels en overleg hierover (februari-april); Deze post is inclusief een tiedrag van ruim 2,7 miljoen euro subsidie aan JSO voor de ondersleuning van gemeenten. Dit zijn geen middelen jeugdzorg, maar middelen Wmo. In de begroting zijn deze middelen ondergebracht bij begrotingspost 420. Met de overdracht van de jeugdzorg aan gemeenten wordt de Regionale Agenda Samenleving afgebouwd. Ingezet wordt op doorlopen van Regionale Agenda Samenleving tot in ieder gevai Toedeling van middelen jeugdzorg naar toegang, aanspraak en cliëntenbeleid wordt in het Ontwerp Beleidskader uitgewerkt.

12 Bespreking van het concept- ontwerp Beleidskader Jeugdzorg met de partijen genoemd in de Wjz art, 3 lid 2 in een plenaire bijeenkomst (april/mei 2012). in relafie tot de vaststelling van het concept- ontwerp door GS; Schriftelijke inspraakperiode voor genoemde belanghebbenden (juni-juli). 3.2 Planning vaststelling Beleidskader Jeugdzorg De planning van het besluitv 20 maart GS 11 april CBM 25 april PS 22 mei GS Eind mei-half juli Extem 4 september GS 26 september CBM 1 oktober 10 oktober PS 1 december besluitvormingstraject ziet er als volgt uit: Bespreking en vaststelling startnotitie Bespreking startnotitie Vaststelling startnotitie Bespreking en vaststelling concept Ontwerp Beleidskader Jeugdzorg en Ontwerp Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2013 Exteme inspraak Bespreking en vaststelling ontwerp Beleidskader Jeugdzorg , reactienota; vaststelling definitief Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2013 Bespreking ontwerp Beleidskader Jeugdzorg , definitief Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2013 en reactienota. Aanbieding ontwerp Beleidskader Jeugdzorg en Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2013 aan de ministeries van VWS en VenJ Vaststelling Beleidskader Jeugdzorg Aanbieding Beleidskader Jeugdzorg en definifief Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2013 aan de ministeries van VWS en VenJ