Neuromusculaire blokkers(nmbds) Definitie en indeling

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Neuromusculaire blokkers(nmbds) Definitie en indeling"

Transcriptie

1 Neuromusculaire blokkers(nmbds) Definitie en indeling Neuromusculaire blokkers of curares onderbreken de transmissie van zenuwimpulsen ter hoogte van de neuromusculaire junctie. Daardoor ontstaat verlamming van de skeletspieren. Zij worden gebruikt om tracheale intubatie te vergemakkelijken, om betere werkomstandigheden te creëren voor chirurgie of om beademing van patiënten gemakkelijker te maken. Zij hebben geen anesthestisch of analgetisch effect waardoor toediening steeds moet gepaard gaan met toediening van anesthesie om awareness te voorkomen. We onderscheiden 2 klassen van neuromusculaire blokkers: de depolariserende en de nietdepolariserende(tabel 12-1). De depolariserende imiteren de werking van acetylcholine, de neurotransmitter ter hoogte van de neuromusculaire junctie. De niet-depolariserende interfereren met zijn werking. Succinylcholine is het enige klinisch gebruikte depolariserend curare. Voorbeelden van niet-depolariserende curares zijn mivacurium(kortwerkend), vecuronium, rocuronium, atracurium, cisatracurium(intermediair) en pancuronium(langwerkend). De keuze van curare gebeurt op basis van persoonlijke voorkeur, snelheid van werking, duur van werking en eliminatieroute. Curares kunnen leiden tot anafylaxie(35% van alle anafylactische reacties). De kans is het grootst bij succinylcholine. Deze reactie is IgE gemedieerd. Er is cross-sensitiviteit tussen de verschillende curares op basis van een gemeenschappelijke, quaternaire ammoniumgroep. Patiënten kunnen reeds bij de eerste toediening reageren ten gevolge van een vroegere sensitisatie door cosmetica en zeep. Fysiologie De neuromusculaire junctie bestaat uit een prejunctioneel deel, waar een motorneuron eindigt, de synaptische spleet en een postjunctioneel deel met een motorische eindplaat met de spier(figuur 12-1). De zenuwimpuls wordt geleid naar het uiteinde van het motorneuron en zorgt voor een release van acetylcholine uit vesikels in de synaptische spleet. Acetylcholine bindt aan de nicotine-acetylcholine receptoren op de postjunctionele membranen en zorgt voor het openen van een ionenkanaal wat een actiepotentiaal verspreidt over de spier. Dit resulteert in een contractie. De werking van acetylcholine wordt beeïndigd door hydrolyse door enzyme-acetylcholinesterasen(echte cholinesterasen). Acetylcholine wordt gevormd in terminaal deel van het motorneuron en in vesikels ingebed die grotendeels prejunctioneel blijven zitten tot ze worden vrijgezet door een stimulus. Een klein gedeelte wordt direct vrijgezet. Dat kan zich binden aan presynaptische nicotine-acetylcholinereceptoren die ook kunnen worden gestimuleerd door succinylcholine en neostigmine en onderdrukt kunnen worden door kleine dosissen niet depolariserende curares. Inhibitie van deze presynaptische receptoren verklaart de fading bij testen van de graad van neuromusculaire blokkade(cf ook infra). De postjunctionele receptor is een glycoproteïne dat bestaat uit 5 subunits waarvan 2 α subunits die de bindingsplaats zijn van acetylcholine en de NMBDs(figuur 12-2). Binding van acetylcholine zorgt voor het openen van het ionenkanaal en depolarisatie. Binding van succinylcholine zorgt ervoor dat het kanaal opengaat én blijft waardoor de depolarisatie wordt verlengd. Binding van niet depolariserende curares zorgt ervoor dat het kanaal gesloten blijft en er dus geen depolarisatie gebeurt. Bij hoge dosissen gaan deze laatste ook het kanaal zelf occluderen. In dit geval kan de patiënt niet met anticholinesterasen worden gedecurariseerd. Naast pre- en postjunctionele receptoren zijn er ook extrajunctionele receptoren voor acetylcholine ter hoogte van de skeletspier. Hun aantal is beperkt maar kan toenemen bij verlengde inactiviteit, sepsis, denervatie of trauma(brandwonden). Het ionenkanaal dat hier wordt geactiveerd bevat één andere subunit en blijft langer

2 open bij stimulatie. Dit verklaart gedeeltelijk het risico op hyperkalemie bij toedienen van succinylcholine bij brandwonden. Dit verklaart ook de tolerantie of resistentie voor curares bij brandwonden of langdurig geventileerde patiënten. Chemische structuur van NMBDs(figuur 12-3, ter illustratie) NMBDs bevatten een quaternaire ammoniumgroep dat minstens één positief geladen stikstof bevat. Deze bindt ter hoogte van de α subunit van de postsynaptische acetylcholinereceptor. NMBDs gelijken sterk op de structuur van acetylcholine. Succinylcholine bestaat uit 2 acetylcholine moleculen die met elkaar verbonden zijn door methylgroepen. De niet depolariserende curares bestaan uit veel grotere molecules. Ze worden opgedeeld in aminosteroiden(pancuronium, rocuronium en vecuronium) en benzylisoquinolonen (atracurium, cisatracurium, mivacurium). Van de aminosteroiden is pancuronium biquaternair, rocuronium en vecuronium zijn monoquaternair. De benzylisoquinolones kunnen een histamine release veroorzaken door de aanwezigheid van een tertiair amine. Depolariserende curares Succinylcholine is het enige gebruikte depolariserende curare. Het wordt gekenmerkt door een zeer snelle onset van de spierverslapping(30-60 seconden) en een zeer snel uitwerken ervan (10 minuten). Het wordt toegediend in dosissen van 1-1.5mg/kg IV en wordt meestal gebruikt wanneer snel goede intubatieomstandigheden gewenst zijn. Succinylcholine imiteert de werking van acetylcholine maar verlengt de depolarisatie postjunctioneel en inactiveert het Na+kanaal. Doordat het natriumkanaal lang in de open positie blijft staan, lekt er K+ van intracellulair naar buiten: toediening van succinylcholine gaat gepaard met een stijging van het K+. Bij upregulatie van de extrajunctionele receptoren bv. bij brandwonden kan dit zorgen voor belangrijke hyperkalemie en is succinylcholine tegenaangewezen. Het klinisch effect na toediening is een veralgemeende samentrekking van de skeletspieren, ook wel fasciculaties genoemd, gevolgd door een slappe paralyse. Deze depolariserende vorm van spierverslapping noemt men een fase-i-block. Wanneer er reeds repolarisatie is ontstaan ter hoogte van het postjunctioneel membraan maar er geen normale respons ontstaat op acetylcholine spreken we van een fase-ii-block. Dit fase-ii-block kan zeer licht aanwezig zijn bij een eerste dosis succinylcholine maar ontstaat vooral wanneer de dosis 3-5 mg/kg IV overschrijdt. De oorzaak van dit block is ongekend. Dit block gelijkt op het block dat wordt veroorzaakt door de niet-depolariserende curares en kent een fading bij tetanische stimulatie wat niet het geval is bij een fase-iblock. Succinylcholine wordt gehydrolyseerd door plasmacholinesterasen(pseudocholinesterasen) bij aankomst ter hoogte van de synaptische spleet nog voor het zijn werking kan uitoefenen. Alleen een kleine hoeveelheid van de toegediende dosis bereikt de synaptische spleet en oefent zijn werking uit. Nadien diffundeert de succinylcholine terug weg van de receptoren en wordt dit ook gehydrolyseerd door plasmacholinesterasen. De plasmacholinesterasen worden gevormd in de lever. Slechts bij zeer belangrijke leverfunctiestoornissen zien we een verlenging van het block. Krachtige anticholinesterasen, zoals gebruikt bij myastenia gravis, kunnen de werking van de plasmacholinesterasen verminderen en zorgen voor een verlengd block na toedienen van succinylcholine. We zien ook een verlengd block bij een subpopulatie met een genetische mutatie voor de aanmaak van het plasmacholinesterase. Zij maken een atypische vorm aan dat er niet in slaagt om succinylcholine (en mivacurium) te hydrolyseren. Dit zorgt voor restcurarisatie na toediening: bij heterozygoten 20minuten, bij

3 homozygoten tot 3u. Nabeademen en sederen van patiënten is dan aangewezen. De diagnose kan worden bevestigd door het bepalen van het dibucaïnenummer(tabel 12-3). Dibucaïne is een ester lokaal anestheticum dat normaalgezien plasma cholinesteraseactiviteit 80% inhibeert. Bij het atypisch cholinesterase is dit slecht 20% m.a.w. een hoog dibucaïnenummer gaat gepaard met een normaal plasmacholinesterase terwijl een laag dibucaïnenummer wijst op een mutatie. Let wel, het dibucaïnenummer zegt enkel iets over de kwaliteit van het cholinesterase en niet over het aantal. Verminderde productie ten gevolge van leverfalen kan gepaard gaan met een normaal dibucaïnenummer. Succinylcholine kent heel wat nevenwerkingen(tabel 12-4) en bijgevolg ook een aantal belangrijke contraindicaties. Succinylcholine kan zorgen voor verschillende dysritmieën: bradycardie, junctioneel ritme en zelfs sinusarrest. Deze worden verklaard door het effect op de muscarine-acetylcholinereceptoren van het hart. Deze komen frekwenter voor bij het toedienen van een herhalingsdosis. Toedienen van atropine is aangewezen. Bij rapid sequence inductie bij kinderen wordt nog steeds associatie van succinylcholine met atropine aanbevolen. Succinylcholine kan hypertensie en tachycardie veroorzaken door het effect van acetylcholine op de receptoren van het autonoom zenuwstelsel. Succinylcholine kan, zeker bij upregulatie van de extrajunctionele receptoren, leiden tot hyperkalemie en hartstilstand. Het is tegenaangewezen bij brandwonden en trauma vanaf 24u na het event. Het is ook tegenaangewezen bij musculaire dystrofie en belangrijke denervatie van de skeletspieren. Op veel intensieve zorgafdelingen mag het niet worden gebruikt en de FDA staat enkel nog het gebruik toe bij kinderen voor rapid sequence inductie. Succinylcholine kan zorgen voor myalgieën(ten gevolge van de fasciculaties) waarvoor een NSAID aangewezen kan zijn. Pre-curarisatie met een niet-depolariserend NMBD kan hier helpen maar heeft geen 100% garantie op succes. Bij precurarisatie dient de dosis van succinylcholine te worden verhoogd met 70%. Succinylcholine zorgt voor een transiënte stijging van de oogdruk en wordt vermeden bij open oog traumata. Het zorgt ook voor een stijging van de intra-craniële druk maar dit zou weinig klinische gevolgen hebben. Het kan zorgen voor een stijging van de intra-gastrische druk maar er zijn geen bewijzen dat dit het risico op aspiratie vergroot. Tot slot kan het, samen met halothane, zorgen voor een trismus(=kaakklem)bij inductie. Deze moet gedifferentieerd worden van de trismus bij maligne hyperthermie, wat ook door succinylcholine kan worden uitgelokt. Niet depolariserende curares Niet depolariserende-curares binden aan de α-subunit van de postjunctionele nicotine-receptor en verhinderen zo een verandering in ionenpermeabiliteit waardoor depolarisatie niet mogelijk is. Bij hogere dosissen kunnen ze ook in het kanaal zelf aanwezig zijn. Het klinisch effect is een slappe paralyse. Niet-depolariserende curares zijn sterk geïoniseerd en wateroplosbaar bij fysiologische PH. Het gevolg is dat ze niet gemakkelijk doorheen vetoplosbare membranen geraken zoals de bloed-hersen barriere, het renaal tubulair epitheel, het gastro-intestinaal epitheel en de placenta. Bijgevolg zien we weinig effect ter hoogte van het centraal zenuwstelsel, worden ze weinig gereabsorbeerd ter hoogte van de niertubulus, kunnen ze niet per os worden toegediend en hebben ze wenig effect op de foetus indien materneel toegediend. Factoren zoals hypovolemie, hypothermie, lever en nierfalen kunnen de farmacokinetiek van nietdepolariserende curares beïnvloeden. De curarisatie kan in de hand worden gewerkt door volatiele anesthetica, aminoglycosiden, lokale anesthestica, anti-arrytmica, magnesium, lithium, tamoxifen en dantroleen. De curarisatie vermindert bij brandwonden(>24u), langdurig zieken, CVA, calcium, corticosteroiden, anti-epileptica(phenytoïne) en bepaalde neuromusculaire aandoeningen.

4 Sommige niet-depolariserende curares hebben cardiovasculaire effecten door effect op de muscarine receptoren van het hart en door effect op de autonome ganglia. Sommige zorgen voor histamine-release. We onderscheiden 1)Langwerkende Pancuronium: nog weinig gebruikt 2)Intermediair werkende: Vecuronium Rocuronium(Esmeron ) Rocuronium is een monoquaternair aminosteroid. Het wordt toegediend in dosissen van 0.3mg/kg IV bij korte narcoses(werking na 1-2 min, werkingsduur minuten) en in dosissen van 0.6mg/kg IV bij langere narcoses (werking na 1-2 min, duur minuten). Bij rapid sequence inductie dient men (0.9 tot) 1.2 mg/kg IV toe wat overeenkomt met de toediening van 1mg/kg IV succinylcholine. Intubatie is dan mogelijk na seconden. De verklaring van de snellere en langere blokkade bij toediening van hogere dosissen ligt in het feit dat rocuronium een weinig potent curare is. Toediening van hogere dosissen zorgt ervoor dat meer moleculen de neuromusculaire junctie bereiken met een sneller en ook langduriger effect. Rocuronium wordt grotendeels onveranderd in de gal afgescheiden. 30% kent ook een renale klaring wat kan zorgen voor een verlengde werking bij nierinsufficiëntie bij herhaalde dosissen(<-> de werking van de eerste dosis wordt beëindigd door redistributie). Rocuronium kent een antidoot: sugammadex (Bridion ) dat niet FDA approved is omwille van anafylaxie. In Europa is het wel verkrijgbaar en dient het voor een snelle en volledige omkering van het neuromusculair block, ook onmiddellijk na toediening van hoge dosissen rocuronium. Atracurium Cisatracurium(Nimbex ) Cisatracurium is een benzylisoquinoline en is één van de 10 stereoisomeren waaruit atracurium bestaat. Het wordt toegediend in dosissen van mg/kg IV. De werking start na 3 minuten en duurt minuten na toediening van een eerste dosis. Cisatracurium ondergaat Hoffmanse eliminatie d.i. een spontane nonenzymatische degradatie van het product bij normale lichaamstemperatuur en PH. Dit betekent dat de klaring niet afhankelijk is van bepaalde organen wat het een ideaal curare maakt bij lever en nierfalen. 3)Kortwerkende Mivacurium(Mivacron ) Mivacurium is een benzylisoquinoline. Het wordt toegediend in een dosis van 0.2mg/kg IV. De werking start na 3 minuten en duurt ongeveer 20 minuten. Mivacurium wordt, net zoals succinylcholine, gehydrolyseerd door plasmacholinesterasen. Dit betekent dat patiënten met een atypisch cholinesterase ook hier te maken kunnen krijgen met een belangrijke restcurarisatie. Mivacurium kan histamine vrijzetten wat zich klinisch meestal vertaald in een rash na toediening van het product. Monitoring van het effect van de NMBDs Het effect van NMBDs wordt gevolgd door het meten van de mechanische uitgelokte respons veroorzaakt door een electrische stimulus. Deze stimulus wordt toegediend door een perifere zenuwstimulator. De respons op deze stimulus kan visueel, tactiel of gemeten zijn. Met deze meting kunnen we de diepte van het block bepalen, onze toediening van verder curare sturen en de spontane recovery van het neuromusculair block op het einde van de ingreep volgen. Met deze meting is er minder kans op postoperatieve (respiratoire) complicaties waardoor dit als standaardmonitoring dient te gebeuren bij elke anesthesie.

5 In de praktijk worden er oppervlakkige electrodes geplaatst op de nervus ulnaris of de nervus facialis. Na electrische stimulatie wordt de respons gemeten ter hoogte van de musculus adductor pollucis resp. de musculus orbicularis oculi. De stimulatie van de nervus ulnaris geniet doorgaans de voorkeur omdat de adductor pollucis alleen door deze zenuw wordt gestimuleerd en de observatie ter hoogte van de orbicularis oculi moeilijker te kwantificeren is. Daartegenover staat dat de respons ter hoogte van de nervus ulnaris soms moeilijk te volgen is onder de doeken en dat de musculus orbicularis oculi nauwer de neuromusculaire blokkade ter hoogte van de larynx weerspiegelt bij niet depolariserende NMBA s. Bij succinylcholine is de onset van de neuromusculaire blokkade ter hoogte van de larynx en de nervus ulnaris vergelijkbaar. De diepte van de neuromusculaire blokkade kan worden gedefinieerd als een procentuele inhibitie van een vooraf bepaalde referentierespons op een zenuwstimulatie. Er zijn verschillende patronen van stimulatie mogelijk. Deze verschillende patronen zijn meer of minder gevoelig voor de mate van neuromusculaire blokkade. Of : als meer receptoren ongebonden zijn vooraleer er een normale respons optreedt, is dit patroon gevoeliger. De verschillende patronen zijn: 1)single twitch: éénmalige stimulus, meer dan 90% inhibitie van de normale respons verzekert voldoende chirurgische relaxatie 2)train of four(tof)(fig 12-8):4 stimulaties van 2Hz, toegediend om de 0.5sec. Er zijn slechts 4 stimuli noodzakelijk: meer stimuli zorgen toch niet voor meer vrijzetting van acetylcholine. Indien er geen respons is op de 4 stimuli is er diepe neuromusculaire blokkade: er mag niets extra worden toegediend tot er antwoorden zijn en decurarisatie is niet aangewezen(uitz. sugammadex). Daarna keren progressief alle 4 de antwoorden terug, initieel met fading: de reactie na de eerste stimulus is het grootst en neemt af tot de vierde stimulus. Twee tot drie antwoorden komen overeen met voldoende chirurgische relaxatie en vanaf hier is decurarisatie mogelijk. Zodra er vier antwoorden zijn kan men de verhouding tussen het eerste en de vierde antwoord definiëren als de TOF-ratio. Vanaf een TOF-ratio van 0.7 is er geen fading meer en komt dit overeen met een referentierespons op een single twitch. Succinylcholine in éénmalige, normale dosis ken geen fade. Een TOFratio onder de 0.3 bij succinylcholine wijst op fase II block. 3)double burst supression(dbs): twee maal 3 electrische stimuli gescheiden door 750msec. Hierdoor kan men, beter dan bij een TOF, een TOF ratio onder de 0.3 evalueren. 4)tetanus: blijvende stimulus van 50 Hz gedurende 5 seconden. Deze stimulus zorgt voor een grote release van acetylcholine ter hoogte van de neuromusculaire junctie. Bij niet-depolariserende NMBDs krijgt men een fading als antwoord op tetanus, bij fase I block van succinylcholine krijgt men een gereduceerd antwoord(tov normaal) maar zonder fading. Ook hier geldt dat er vanaf een TOF ratio van 0.7 geen fading meer is. Na het stoppen van de tetanus, is er tijdelijk een verhoogde release van acetylcholine mogelijk waardoor de volgende antwoorden op een twitch meer uitgesproken zijn. Dit noemt men post-tetanische facilitatie. Antagoniseren van niet-depolariserende curares Zoals reeds eerder vermeld, is het antagoniseren van het neuromusculair block essentieel om postoperatieve (respiratoire) complicaties te helpen verminderen. Er geldt dan ook dat bij de minste twijfel over residuele blokkade, decurarisatie aangewezen is. Deze decurarisatie zal additief werken met het natuurlijk uitwerken van het curare om voldoende spiertonus te verzekeren bij het einde van een ingreep. Het inschatten van de curarisatiegraad op het einde van de ingreep blijft moeilijk maar essentieel. Om er zeker van te zijn dat de patiënt voldoende spiertonus heeft voor extubatie, moeten verschillende methodes gecombineerd worden. Het is immers zo dat zelfs bij een normalisering van een test, nog 50% van de receptoren kunnen bezet zijn met curares. Het aanleggen van een zenuwstimulator, is de eerste stap. Enkel een visuele bevestiging van een TOF-ratio is niet betrouwbaar, er moet ook een TOF-ratio worden gemeten. Er is immers geen fading meer zichtbaar vanaf

6 een TOF-ratio van 0.7 terwijl echt goede kracht pas aanwezig is vanaf een TOF ratio van 0.9. Een TOF-ratio van 0.7 is voldoende voor adekwate ventilatie maar de farynxmusculatuur is dan nog te zwak wat luchtwegobstructie kan veroorzaken. Ook diplopie, dysfagie, verhoogd aspiratierisico en verminderde ventilatoire respons op hypoxie kunnen nog aanwezig zijn en pas verbeteren vanaf een TOF-ratio van 0.9. Ook de klinische parameters belangrijk: mogelijkheid om het hoofd of de benen 5-10 sec omhoog te heffen, goede kracht om te grijpen, evaluatie van de kracht van de masseter. Decurarisatie gebeurt meestal door middel van anti-cholinesterasen met als belangrijkste vertegenwoordiger neostigmine. Anti-cholinesterasen verhinderen de afbraak van acetylcholine waardoor het in grotere getale aanwezig blijft ter hoogte van de neuromusculaire junctie waardoor de kans dat acetylcholine, en dus niet het curare, aan de receptor zal binden wordt vergroot. Anti-cholinesterasen werken vooral perifeer en niet centraal omdat ze dit door hun quaternaire ammoniumstructuur niet bereiken. Ze werken echter wel op de cardiale muscarine receptoren en kunnen verantwoordelijk zijn voor bradycardie. Vandaar dat toedienen van neostigmine gecombineerd wordt met toedienen van atropine of glycopyrrolaat. De dosis neostigmine die men toedient is afhankelijk de intensiteit van het neuromusculair block en mag maximaal 70µg/kg IV(met een max. van 5mg IV) bedragen. Zoals reeds vermeld, mag er enkel gedecurariseerd worden als men minstens twee antwoorden op de TOF heeft verkregen. Het effect is maximaal na 15-30minuten. Sinds kort is er een nieuw product op de markt dat kan gebruikt worde om steroid type, niet depolariserende neuromusculaire blokkers te antagoniseren: het ƴ-cyclodextrine sugammadex(bridion ). Dit molecule zal het curare(esmeron ) omkapselen en zo de werking inactiveren. Het heeft zelf geen werking ter hoogte van de neuromusculaire junctie, werkt snel(2-3 minuten) en heeft geen cardiale nevenwerkingen. Het kan bovendien ook een diep block snel omkeren. Het wordt gebruikt om een diepe blokkade na crush-inductie snel te antagoniseren en kan er ook voor zorgen dat er tot op het einde van een ingreep een diep block aanwezig kan zijn zonder dat er problemen zijn van restcurarisatie achteraf.

Neuromusculaire blokkers. Dr J Lauweryns

Neuromusculaire blokkers. Dr J Lauweryns Neuromusculaire blokkers Dr J Lauweryns Overzicht Definitie en indeling Fysiologie Farmacologie van NMBDs Depolariserende curares Niet-depolariserende curares Monitoring van het effect van NMBDs Antagoniseren

Nadere informatie

Neuromusculaire blokkers. Dr J Lauweryns

Neuromusculaire blokkers. Dr J Lauweryns Neuromusculaire blokkers Dr J Lauweryns Overzicht Definitie en indeling Fysiologie Farmacologie van NMBDs Depolariserende curares Niet-depolariserende curares Monitoring van het effect van NMBDs Antagoniseren

Nadere informatie

SPIERRELAXANTIA. Lessen voor anesthesiemedewerkers. J.M. den Hollander

SPIERRELAXANTIA. Lessen voor anesthesiemedewerkers. J.M. den Hollander SPIERRELAXANTIA Lessen voor anesthesiemedewerkers J.M. den Hollander 1 SPIERRELAXANTIA Spierverslappers (spierrelaxantia): stoffen die het functioneren van dwarsgestreepte willekeurige spieren verhinderen

Nadere informatie

Package leaflet

Package leaflet 1.3.1.3 Package leaflet 1.3.1.3-1 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER Suxamethoniumchloride CF 50 mg/ml, injectievloeistof Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want

Nadere informatie

ANESTHESIE TIJDENS LACTATIE

ANESTHESIE TIJDENS LACTATIE ANESTHESIE TIJDENS LACTATIE Inleiding Borstvoeding is momenteel gouden standaard WHO en AAP bevelen borstvoeding gedurende 6 maanden aan meer en meer moeders die operatie (vb. Sterilisatie-curretage) ondergaan

Nadere informatie

Mivacron bevat mivacuriumchloride, overeenkomend met 2 mg mivacurium per ml.

Mivacron bevat mivacuriumchloride, overeenkomend met 2 mg mivacurium per ml. 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Mivacron oplossing voor injectie 2 mg/ml 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Mivacron bevat mivacuriumchloride, overeenkomend met 2 mg mivacurium per ml. Voor de

Nadere informatie

Summary of product characteristics

Summary of product characteristics 1.3.1.1 Summary of product characteristics 1.3.1.1-1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Suxamethoniumchloride CF 50 mg/ml, injectievloeistof. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Suxamethoniumchloride

Nadere informatie

Achtereenvolgens zullen we bij de bespreking van de farmacokinetiek het distributievolume, de clearance van een medicament, de verdeling van een

Achtereenvolgens zullen we bij de bespreking van de farmacokinetiek het distributievolume, de clearance van een medicament, de verdeling van een 1 2 Achtereenvolgens zullen we bij de bespreking van de farmacokinetiek het distributievolume, de clearance van een medicament, de verdeling van een medicament tussen plasma en weefsels en de effecten

Nadere informatie

Postoperatieve complicaties. Dr.Dewinter UZ Leuven

Postoperatieve complicaties. Dr.Dewinter UZ Leuven Postoperatieve complicaties Dr.Dewinter UZ Leuven Overzicht 1. Postoperatieve pijn 2. Cardiovaculaire complicaties 3. Respiratoire complicaties 4. Renale complicaties 5. Metabole complicacties 6. andere

Nadere informatie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Mivacron, oplossing voor injectie 2 mg/ml mivacurium

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Mivacron, oplossing voor injectie 2 mg/ml mivacurium BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER Mivacron, oplossing voor injectie 2 mg/ml mivacurium Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke informatie

Nadere informatie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Mivacron, oplossing voor injectie 2 mg/ml mivacurium

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Mivacron, oplossing voor injectie 2 mg/ml mivacurium BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER Mivacron, oplossing voor injectie 2 mg/ml mivacurium Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke informatie

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Mivacron 10mg/5ml oplossing voor injectie Mivacron 20mg/10ml oplossing voor injectie 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Mivacron

Nadere informatie

Laboratoire BIODIM CELOCURINE oplossing voor injectie Bijsluiter Bijsluiter: informatie voor de patiënt. Suxamethoniumchloride

Laboratoire BIODIM CELOCURINE oplossing voor injectie Bijsluiter Bijsluiter: informatie voor de patiënt. Suxamethoniumchloride Bijsluiter: informatie voor de patiënt CELOCURINE 100 mg/2 ml oplossing voor injectie CELOCURINE 500 mg/10 ml oplossing voor injectie Suxamethoniumchloride Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel

Nadere informatie

1. De Nernst potentiaal vertegenwoordigt een evenwichtssituatie in de zenuwcel. Welk statement beschrijft deze situatie het beste? 1: De elektrische en de diffusiekrachten houden elkaar precies in evenwicht.

Nadere informatie

Version 3.1, 06/2015 SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Version 3.1, 06/2015 SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN Version 3.1, 06/2015 SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL ROBINUL-NEOSTIGMINE 0,5 mg/ml 2,5 mg/ml oplossing voor injectie. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

Nadere informatie

Basisbegrippen in de anesthesie tijdens verdiepende stage (groep 2 - startend 8 april 2019):

Basisbegrippen in de anesthesie tijdens verdiepende stage (groep 2 - startend 8 april 2019): Basisbegrippen in de anesthesie tijdens verdiepende stage (groep 2 - startend 8 april 2019): Aanpassingen op 19/03/2019 in t groen Aanpassingen op 25/03/2019 in t rood Maandag 8 april leslokaal 1 (1400-1830)

Nadere informatie

Boodschap. Inleiding. Anesthesie - Sedatie bij Trauma Ken de product eigenschappen. Welk zijn de omstandigheden

Boodschap. Inleiding. Anesthesie - Sedatie bij Trauma Ken de product eigenschappen. Welk zijn de omstandigheden Anesthesie - Sedatie bij Trauma Philippe Vets Spoedgevallen Intensieve Zorgen ZNA Middelheim Boodschap Ken de product eigenschappen Welk zijn de omstandigheden Welk zijn de klinische prioriteiten Maak

Nadere informatie

Myasthenia Gravis. Anesthesiologische overwegingen. Karen Noordman 18-12-2015

Myasthenia Gravis. Anesthesiologische overwegingen. Karen Noordman 18-12-2015 Myasthenia Gravis Anesthesiologische overwegingen Karen Noordman 18-12-2015 Myasthenia gravis: Auto-immuunziekte met antilichamen tegen nicotinerge acetylcholinereceptoren in de motorische eindplaat Zorgen

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL ROBINUL-NEOSTIGMINE 0,5 mg/ml 2,5 mg/ml oplossing voor injectie. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Glycopyrronium bromide

Nadere informatie

H5 Begrippenlijst Zenuwstelsel

H5 Begrippenlijst Zenuwstelsel H5 Begrippenlijst Zenuwstelsel acetylcholine Vaak voorkomende neurotransmitter, bindt aan receptoren en verandert de permeabiliteit van het postsynaptische membraan voor specifieke ionen. animatie synaps

Nadere informatie

Acute pijntherapie voor de geriatrische patiënt

Acute pijntherapie voor de geriatrische patiënt Acute pijntherapie voor de geriatrische patiënt Jona Houthuys promotor: Dr. Gert Poortmans Pijn bij de geriatrische patiënt Prevalentie Evaluatie van pijn Complicaties van pijn vertraagd herstel verminderde

Nadere informatie

PP. overeenkomend met epinefrine 5 µg/ml. Marcaine 0,5%-Adrenaline 1: : bevat bupivacaïnehydrochloride-monohydraat,

PP. overeenkomend met epinefrine 5 µg/ml. Marcaine 0,5%-Adrenaline 1: : bevat bupivacaïnehydrochloride-monohydraat, april 26, 2001 Marca090.B1D -1- Marcaine 7 Injectievloeistof voor perineurale en epidurale toediening 4.3300.3PP Samenstelling Marcaine 0,25%: bevat bupivacaïnehydrochloride-monohydraat, overeenkomend

Nadere informatie

Samenvatting. Psoas compartiment nervus ischiadicus blokkade voor. prothetische heup chirurgie. Klinische effectiviteit versus ongewenste bijwerkingen

Samenvatting. Psoas compartiment nervus ischiadicus blokkade voor. prothetische heup chirurgie. Klinische effectiviteit versus ongewenste bijwerkingen Psoas compartiment nervus ischiadicus blokkade voor prothetische heup chirurgie Klinische effectiviteit versus ongewenste bijwerkingen In dit proefschrift presenteren wij een risk / benefit analyse van

Nadere informatie

Casusbespreking IC Local anesthetic systemic toxicity (LAST)

Casusbespreking IC Local anesthetic systemic toxicity (LAST) Casusbespreking IC Local anesthetic systemic toxicity (LAST) Maaike Fenten 5-7-2017 Achtergrond Lokaal anesthetica op de IC Epidurale anesthesie Locoregionale anesthesie Intraveneus lidocaïne? Inhoud Fysiologie

Nadere informatie

Laboratoire BIODIM CELOCURINE oplossing voor injectie SPK 04.2016.

Laboratoire BIODIM CELOCURINE oplossing voor injectie SPK 04.2016. SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL CELOCURINE 100 mg/2 ml oplossing voor injectie CELOCURINE 500 mg/10 ml oplossing voor injectie Suxamethoniumchloride 2. KWALITATIEVE EN

Nadere informatie

Oplossing voor injectie/infusie Kleurloos tot lichtgeel of groengeel gekleurde oplossing. Vrijwel vrij van zichtbare deeltjes.

Oplossing voor injectie/infusie Kleurloos tot lichtgeel of groengeel gekleurde oplossing. Vrijwel vrij van zichtbare deeltjes. 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Nimbex 2 mg/ml oplossing voor injectie/infusie Nimbex 5 mg/ml oplossing voor injectie/infusie 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Cisatracurium 2 mg als cisatracuriumbesilaat

Nadere informatie

Version 3.1, 06/2015 SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Version 3.1, 06/2015 SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN Version 3.1, 06/2015 SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL ROBINUL 0,2 mg/ml oplossing voor injectie. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Glycopyrroniumbromide

Nadere informatie

Cisatracurium 5 mg als cisatracuriumbesilaat 6,70 mg per 1 ml Een injectieflacon van 30 ml bevat 150 mg cisatracurium 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL

Cisatracurium 5 mg als cisatracuriumbesilaat 6,70 mg per 1 ml Een injectieflacon van 30 ml bevat 150 mg cisatracurium 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Cisatracurium Accord 2 mg/ml oplossing voor injectie of infusie Cisatracurium Accord 5 mg/ml oplossing voor injectie of infusie 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN = BIJSLUITER

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN = BIJSLUITER SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN = BIJSLUITER 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Tracrium 25 mg/2,5 ml oplossing voor injectie Tracrium 50 mg/5 ml oplossing voor injectie 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE

Nadere informatie

Anesthesie en Ouderen

Anesthesie en Ouderen Dr B T Veering Afd Anesthesiologie LEIDS UNIVERSITAIR MEDISCH CENTRUM Rembrandt 1606-1669 1890 2005 I. Inleiding II. Peri-operatief risico III. Intraoperatief IV. Postoperatieve periode verkoeverkamer

Nadere informatie

Tevens kan Tracrium toegepast worden om de relaxatie te onderhouden bij sectio caesarea.

Tevens kan Tracrium toegepast worden om de relaxatie te onderhouden bij sectio caesarea. 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Tracrium 10 mg/ml oplossing voor injectie/infusie 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Tracrium 10 mg atracuriumdibesilaat per ml. Een ampul van 2,5 ml bevat 25 mg

Nadere informatie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Mivacron, oplossing voor injectie 2 mg/ml mivacurium

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Mivacron, oplossing voor injectie 2 mg/ml mivacurium BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER Mivacron, oplossing voor injectie 2 mg/ml mivacurium Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke informatie

Nadere informatie

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL Levaveto 75% 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING - Werkzaam bestanddeel: Levamisole hydrochloride 884 mg eq. levamisole

Nadere informatie

Een ml Esmeron bevat 10 mg rocuroniumbromide als actief bestanddeel. Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.

Een ml Esmeron bevat 10 mg rocuroniumbromide als actief bestanddeel. Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1. 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Esmeron 25 mg / 2,5 ml oplossing voor injectie Esmeron 50 mg /5 ml oplossing voor injectie Esmeron 100 mg /10 ml oplossing voor injectie 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

Nadere informatie

Anesthesie bij brandwondenpatiënten. Dr Ellen Vandemaele 30/9/2016

Anesthesie bij brandwondenpatiënten. Dr Ellen Vandemaele 30/9/2016 Anesthesie bij brandwondenpatiënten Dr Ellen Vandemaele 30/9/2016 Indeling Inleiding Evaluatie Management Niet initiële opvang patiënt met ernstige brandwonden KCE.fgov.be Patienten met ernstige brandwonden

Nadere informatie

-receptoren in celmembranen van bepaalde neuronen. Na binding van de neurotransmitter GABA aan een GABA A

-receptoren in celmembranen van bepaalde neuronen. Na binding van de neurotransmitter GABA aan een GABA A Benzodiazepinen Uit gezondheidsoverwegingen wordt in Nederland geprobeerd het gebruik van bepaalde kalmerende middelen, de benzodiazepinen, terug te dringen door ze niet meer te vergoeden via de zorgverzekering.

Nadere informatie

Wat gaan we doen. Van LPA 7 naar LPA 8 Verschillen Overeenkomsten. Medicamenten Voor- en nadelen. Pijnstilling in de LPA 8

Wat gaan we doen. Van LPA 7 naar LPA 8 Verschillen Overeenkomsten. Medicamenten Voor- en nadelen. Pijnstilling in de LPA 8 Wat gaan we doen Pijnstilling in de LPA 8 17 september 2014 Fabian Kooij Anesthesioloog, AMC MMT arts, Lifeliner 1 Van LPA 7 naar LPA 8 Verschillen Overeenkomsten Medicamenten Voor- en nadelen Wat gaat

Nadere informatie

BIJSLUITER. Pagina 1 van 5

BIJSLUITER. Pagina 1 van 5 BIJSLUITER Pagina 1 van 5 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE PATIËNT Tracrium 10 mg/ml oplossing voor injectie/infusie atracuriumdibesilaat Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken

Nadere informatie

Anesthesie en myotone dystrofie type 1

Anesthesie en myotone dystrofie type 1 VOOR DE ANESTHESIOLOOG Anesthesie en myotone dystrofie type 1 Informatie op basis van de multidisciplinaire richtlijn myotone dystrofie type 1 Anesthesie en myotone dystrofie type 1 Informatie op basis

Nadere informatie

Dexamethasone Indicaties en potentiële neveneffecten. Vrijdagochtendkrans 10/04/2015

Dexamethasone Indicaties en potentiële neveneffecten. Vrijdagochtendkrans 10/04/2015 Dexamethasone Indicaties en potentiële neveneffecten Vrijdagochtendkrans 10/04/2015 Inhoud Indicaties: 1) Postoperative nausea & vomiting (PONV) preventie 2) Verlengen perifeer zenuwblock 3) Multimodale

Nadere informatie

Onder narcose met een spierziekte

Onder narcose met een spierziekte Onder narcose met een spierziekte Wat te adviseren aan de en waarover de patiënt te informeren Dr. N.C. Voermans, neuroloog, Radboud universitair medisch centrum Dr. E.J. Kamsteeg, laboratoriumspecialist

Nadere informatie

Diep blok waarom eigenlijk?

Diep blok waarom eigenlijk? Diep blok waarom eigenlijk? Bart Torensma Klinisch epidemioloog (Drs/ PhD.c) Anesthesie ass 11 oktober 2016 Nederlandse OK dagen Introductie De slappe feitjes: Incidentie van post-operatieve rest curarisatie

Nadere informatie

Package Leaflet

Package Leaflet 1.3.1.3 Package Leaflet 1.3.1.3-1 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER Neostigminemethylsulfaat CF 0,5 mg/ml, injectievloeistof Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken

Nadere informatie

WERKING VAN HET ZENUWSTELSEL

WERKING VAN HET ZENUWSTELSEL WERKING VAN HET ZENUWSTELSEL Om de werking van psychopharmaca, de pharmaca die op onze hersenen inwerken en daarmee onze geest beïnvloeden, te begrijpen is enig inzicht in de werking en de bouw van hersenen

Nadere informatie

Eerst wil ik heb even hebben over de veranderende wereld van de gastro-intestinale endoscopie. Daarna geef ik een woordje uitleg over de

Eerst wil ik heb even hebben over de veranderende wereld van de gastro-intestinale endoscopie. Daarna geef ik een woordje uitleg over de 1 Eerst wil ik heb even hebben over de veranderende wereld van de gastro-intestinale endoscopie. Daarna geef ik een woordje uitleg over de verschillende sedativa die gebruikt worden. 2 Vroeger was het

Nadere informatie

Figuur 1. Niet-neuronale cellen en ALS. De aanwezigheid van het afwijkende SOD1 ( ) eiwit in de motorische zenuwcellen is bepalend voor de start en

Figuur 1. Niet-neuronale cellen en ALS. De aanwezigheid van het afwijkende SOD1 ( ) eiwit in de motorische zenuwcellen is bepalend voor de start en Figuur 1. Niet-neuronale cellen en ALS. De aanwezigheid van het afwijkende SOD1 ( ) eiwit in de motorische zenuwcellen is bepalend voor de start en het vroege verloop van ALS, maar is niet voldoende om

Nadere informatie

BIJLAGE A SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE A SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN BIJLAGE A SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL: DOMITOR, 1 mg/ml, inspuitbare oplossing 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Werkzaam bestanddeel: Medetomidin.

Nadere informatie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE PATIËNT. Tracrium 10 mg/ml oplossing voor injectie/infusie atracuriumdibesilaat

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE PATIËNT. Tracrium 10 mg/ml oplossing voor injectie/infusie atracuriumdibesilaat BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE PATIËNT Tracrium 10 mg/ml oplossing voor injectie/infusie atracuriumdibesilaat Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Cisatracurium 2 mg onder vorm van cisatracurium besilaat 2,68 mg per ml.

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Cisatracurium 2 mg onder vorm van cisatracurium besilaat 2,68 mg per ml. SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Nimbex 2 mg/ml oplossing voor injectie/infusie 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Cisatracurium 2 mg onder vorm van cisatracurium

Nadere informatie

Is er een rol voor lachgas tijdens procedurele sedatie bij kinderen? Xandra Schyns-van den Berg LOL?

Is er een rol voor lachgas tijdens procedurele sedatie bij kinderen? Xandra Schyns-van den Berg LOL? Is er een rol voor lachgas tijdens procedurele sedatie bij kinderen? Xandra Schyns-van den Berg LOL? 1 N₂O:Fysisch chemische eigenschappen Second gas effect MAC in O2: 104% Bloed-gas VK: 0,47 Hersen-bloed

Nadere informatie

Samenvatting. Michèle S. Sons. Roles of neuro-exocytotic proteins at the neuromuscular junction

Samenvatting. Michèle S. Sons. Roles of neuro-exocytotic proteins at the neuromuscular junction Samenvatting Michèle S. Sons Roles of neuro-exocytotic proteins at the neuromuscular junction 191 Dit proefschrift heeft als vraagstelling wat de rol van een aantal specifieke eiwitten is bij de afgifte

Nadere informatie

Bijlage III. Wijzigingen in de relevante rubrieken van de Samenvatting van de Productkenmerken en de Bijsluiter

Bijlage III. Wijzigingen in de relevante rubrieken van de Samenvatting van de Productkenmerken en de Bijsluiter Bijlage III Wijzigingen in de relevante rubrieken van de Samenvatting van de Productkenmerken en de Bijsluiter Opmerking: De relevante rubrieken van de Samenvatting van de productkenmerken en de bijsluiter

Nadere informatie

BIJSLUITER. MELOXIDYL 0,5 mg/ml suspensie voor oraal gebruik voor katten

BIJSLUITER. MELOXIDYL 0,5 mg/ml suspensie voor oraal gebruik voor katten BIJSLUITER MELOXIDYL 0,5 mg/ml suspensie voor oraal gebruik voor katten 1. NAAM EN HET ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EN VAN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR DE VRIJGIFTE,

Nadere informatie

Een verhit postoperatief beloop

Een verhit postoperatief beloop Een verhit postoperatief beloop Centraal anticholinerg syndroom? R Verhage C Hofhuizen Casus Dhr V, 31-1-1952 Voorgeschiedenis: - dilatatie aorta ascendens. - AF, thrombus linker hartoor (verdwenen na

Nadere informatie

Ingrepen. Organisatie. Indeling. Les voor de co-assistenten: anestheise bij oogheelkunde

Ingrepen. Organisatie. Indeling. Les voor de co-assistenten: anestheise bij oogheelkunde Indeling Les voor de co-assistenten: anestheise bij oogheelkunde 11/10/2017 Dr Ellen Vandemaele Ingrepen organisatie Preoperatief aspecten Anatomie/fysiologie Aandachtspunten anesthesie Complicaties ogen

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING Wat verandert er in het zenuwstelsel als een dier iets leert? Hoe worden herinneringen opgeslagen in de hersenen? Hieraan ten grondslag ligt het vermogen van het zenuwstelsel om

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Atracurium-hameln 10 mg/ml, oplossing voor injectie en infusie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Atracurium-hameln 10 mg/ml, oplossing voor injectie en infusie SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Atracurium-hameln 10 mg/ml, oplossing voor injectie en infusie 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 1 ml oplossing bevat 10 mg

Nadere informatie

TOF-Watch Handleiding

TOF-Watch Handleiding TOF-Watch Handleiding CAL DBS TET 0.1Hz ma (µc) TOF PTC 1Hz Overzicht van de toetsen en symbolen CAL DBS TET 0.1Hz ma (µc) TOF PTC 1Hz Figure 1. Toetsen en symbolen. 2 TOF-Watch Overzicht van de toetsen

Nadere informatie

Fysiologie en Pathofysiologie van het cardiovasculaire systeem. Gert Poortmans

Fysiologie en Pathofysiologie van het cardiovasculaire systeem. Gert Poortmans Fysiologie en Pathofysiologie van het cardiovasculaire systeem Gert Poortmans BD = CO x SVR CO = HR x SV SV = EDV - ESV 4 determinanten van cardiovasculaire performantie Preload Afterload Contractiliteit

Nadere informatie

Indeling. Lokale anesthetica. Casus ter bespreking. Miller Hoofdstuk 36 : 21/02/2018

Indeling. Lokale anesthetica. Casus ter bespreking. Miller Hoofdstuk 36 : 21/02/2018 Indeling Lokale anesthetica Dr S Coppens Adjunkt Kliniekhoofd Anesthesie Locoregionale anesthesie UZ Leuven Leerstof: Casus en Miller Inleiding Anatomie en Fysiologie zenuwvezels Extra eigenschappen LAST

Nadere informatie

(ORGANON) Farmaceutisch bedrijf 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL

(ORGANON) Farmaceutisch bedrijf 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Farmaceutisch bedrijf (ORGANON) 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Esmeron 50 mg /5 ml oplossing voor injectie 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Een ml Esmeron bevat 10 mg rocuroniumbromide als

Nadere informatie

Fysiologie en Pathofysiologie van het cardiovasculaire systeem. Gert Poortmans

Fysiologie en Pathofysiologie van het cardiovasculaire systeem. Gert Poortmans Fysiologie en Pathofysiologie van het cardiovasculaire systeem Gert Poortmans BD = CO x SVR CO = HR x SV SV = EDV - ESV 4 determinanten van cardiovasculaire performantie Preload Afterload Contractiliteit

Nadere informatie

Samenvatting. Chapter 8

Samenvatting. Chapter 8 Samenvatting Chapter 8 154 Het dopaminerge systeem is betrokken bij de controle over een heel scala aan fysiologische functies, variërend van motorische activiteit tot de productie van hormonen en het

Nadere informatie

WAT ALS IK PIJN HEB? Dr. P Vanfleteren Dienst Anesthesie

WAT ALS IK PIJN HEB? Dr. P Vanfleteren Dienst Anesthesie WAT ALS IK PIJN HEB? Dr. P Vanfleteren Dienst Anesthesie WAT IS PIJN? De manier waarop pijn wordt ervaren is verschillend voor iedereen en afhankelijk van Emotie Bewustzijn Motivatie Sociaal Cultureel

Nadere informatie

SEDATIE Dr. Frederik De Buck Dienst Anesthesie UZ Leuven. Procedural sedation and analgesia (PSA) Verschillende soorten sedatie. Dieptes van sedatie

SEDATIE Dr. Frederik De Buck Dienst Anesthesie UZ Leuven. Procedural sedation and analgesia (PSA) Verschillende soorten sedatie. Dieptes van sedatie Verschillende soorten sedatie SEDATIE Dr. Frederik De Buck Dienst Anesthesie UZ Leuven Sedatie als onderdeel van algemene anestesie Sedatie van beademde patiënten Sedatie tijdens onaangename en/of pijnlijke

Nadere informatie

B ijsluiter NL versie P rocaine hydrochloride 4% - VMD B. BIJSLUITER - 1 -

B ijsluiter NL versie P rocaine hydrochloride 4% - VMD B. BIJSLUITER - 1 - B. BIJSLUITER - 1 - 1. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND V.M.D. n.v. Hoge Mauw 900 B-2370

Nadere informatie

Esmeron 10 mg/ml, oplossing voor injectie RVG Samenvatting van de productkenmerken Pagina 1/14 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL

Esmeron 10 mg/ml, oplossing voor injectie RVG Samenvatting van de productkenmerken Pagina 1/14 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Samenvatting van de productkenmerken Pagina 1/14 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Esmeron 10 mg/ml, oplossing voor injectie 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elke ml Esmeron bevat 10 mg rocuroniumbromide.

Nadere informatie

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1/5

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1/5 BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1/5 1 NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL PLACIVET 2 KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Werkzaam bestanddeel: Acepromazine maleaat: 20 mg/ml. Hulpstoffen:

Nadere informatie

Niglumine 50 mg/ml. Voor welke dieren is dit product bedoeld. Samenstelling. Wachttermijn. Registratienummer: REG NL / UDD

Niglumine 50 mg/ml. Voor welke dieren is dit product bedoeld. Samenstelling. Wachttermijn. Registratienummer: REG NL / UDD Niglumine 50 mg/ml Registratienummer: REG NL 101828 / UDD Voor welke dieren is dit product bedoeld Samenstelling Per ml: flunixine 50 mg overeenkomend met flunixine meglumine 82,9 mg Wachttermijn Rund:

Nadere informatie

Postoperatieve complicaties. Dr.Dewinter UZ Leuven

Postoperatieve complicaties. Dr.Dewinter UZ Leuven Postoperatieve complicaties Dr.Dewinter UZ Leuven INLEIDING Postoperatieve pijn Cardiovasculaire complicaties Respiratoire complicaties Renale complicaties Metabole complicaties Andere 1) CARDIOVASCULAIRE

Nadere informatie

KLINISCH ONDERZOEK VAN STERCURONIUM (MYC 1080), EEN KORTWERKEND NIET-DEPOLARISEREND SPIERRELAXANS. Proefschrift. ter verkrijging van de graad van

KLINISCH ONDERZOEK VAN STERCURONIUM (MYC 1080), EEN KORTWERKEND NIET-DEPOLARISEREND SPIERRELAXANS. Proefschrift. ter verkrijging van de graad van KLINISCH ONDERZOEK VAN STERCURONIUM (MYC 1080), EEN KORTWERKEND NIET-DEPOLARISEREND SPIERRELAXANS Proefschrift ter verkrijging van de graad van doctor in de geneeskunde aan de Medische Faculteit te Rotterdam

Nadere informatie

Een ml Esmeron bevat 10 mg rocuroniumbromide als actief bestanddeel. Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.

Een ml Esmeron bevat 10 mg rocuroniumbromide als actief bestanddeel. Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1. 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Esmeron 50 mg/5 ml oplossing voor injectie 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Een ml Esmeron bevat 10 mg rocuroniumbromide als actief bestanddeel. Voor de volledige

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/49260 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Alvarez-Jiménez, Ricardo Title: Challenging the cholinergic system : ageing, cognition

Nadere informatie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Prostigmin 0,5 mg/ml, oplossing voor injectie Prostigmin 2,5 mg/ml, oplossing voor injectie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Prostigmin 0,5 mg/ml, oplossing voor injectie Prostigmin 2,5 mg/ml, oplossing voor injectie BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER Prostigmin 0,5 mg/ml, oplossing voor injectie Prostigmin 2,5 mg/ml, oplossing voor injectie neostigmine methylsulfaat Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit

Nadere informatie

Algemene Samenvatting

Algemene Samenvatting Algemene Samenvatting e vitamine metaboliet 1,25-dihydroxyvitamine ( ) speelt een sleutelrol bij het handhaven van de calcium homeostase door middel van effecten op de darm, het bot en de nier. e metaboliet

Nadere informatie

De steroïdeverbinding rocuronium [1-allyl-1-(3α,17βdihydroxy-2β-morfolino-5α-androstaan-16β-ylpyrrolidinium-zout,

De steroïdeverbinding rocuronium [1-allyl-1-(3α,17βdihydroxy-2β-morfolino-5α-androstaan-16β-ylpyrrolidinium-zout, overzichtsartikel Snel en volledig herstel van neuromusculaire blokkade door het gemodificeerde γ -cyclodextrine Nieuw klinisch-farmacologisch concept in anesthesie Marten Heeringa en Hans D. de Boer Kernpunten

Nadere informatie

Op grond hiervan bevestig ik dat voor deze patiënt de terugbetaling van een behandeling met de specialiteit SIMPONI noodzakelijk is met

Op grond hiervan bevestig ik dat voor deze patiënt de terugbetaling van een behandeling met de specialiteit SIMPONI noodzakelijk is met BIJLAGE A: Model van formulier voor een eerste aanvraag Formulier voor eerste aanvraag tot terugbetaling van de specialiteit SIMPONI bij spondylitis ankylosans (volgens de Modified New York Criteria) (

Nadere informatie

1/05/2011. Inleiding. LLL Symposium Stress en substraatmetabolisme

1/05/2011. Inleiding. LLL Symposium Stress en substraatmetabolisme Stress en substraatmetabolisme Jan J. De Waele MD PhD SICU Universitair Ziekenhuis Gent Inleiding Voeding is belangrijk bij de gehospitaliseerde patient IZ patienten verschillen fundamenteel Insult dat

Nadere informatie

Juridische aspecten postoperatieve zorg, Postoperatieve pijnbehandeling, Nieuwe technieken. G.M. Woerlee, Anesthesioloog

Juridische aspecten postoperatieve zorg, Postoperatieve pijnbehandeling, Nieuwe technieken. G.M. Woerlee, Anesthesioloog Juridische aspecten postoperatieve zorg, Postoperatieve pijnbehandeling, Nieuwe technieken G.M. Woerlee, Anesthesioloog NIEUWERE ANESTHESIE TECHNIEKEN?? POSTOPERATIEVE PIJN VERMINDERING Lokale anesthetica

Nadere informatie

Baxter B.V. Suprane Deel IB1 1/7 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL. Suprane. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

Baxter B.V. Suprane Deel IB1 1/7 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL. Suprane. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Deel IB1 1/7 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING bevat desfluraan als zuivere substantie. 3. FARMACEUTISCHE VORM Inhalatiegas. 4. KLINISCHE GEGEVENS 4.1. Therapeutische

Nadere informatie

Antiinflammatoire effecten van Glucocorticoiden Rhen et al. N Engl J Med 2005;353:

Antiinflammatoire effecten van Glucocorticoiden Rhen et al. N Engl J Med 2005;353: Antiinflammatoire effecten van Glucocorticoiden Rhen et al. N Engl J Med 2005;353:1711-23 Pleiotrope werking van glucocorticoïden Gc-R heeft een effect op verschillende pathways Gc hebben op alle systemen

Nadere informatie

Elektrolytstoornis tijdens ALS. samenstelling: Pim Keurlings, arts SEH

Elektrolytstoornis tijdens ALS. samenstelling: Pim Keurlings, arts SEH Elektrolytstoornis tijdens ALS samenstelling: Pim Keurlings, arts SEH Inhoudsopgave Doelstelling Context: 4 H s en 4 T s Kalium Hyperkaliëmie Hypokaliëmie Samenvatting Vragen/discussie Doelstelling Inzicht

Nadere informatie

Benzodiazepinen. Eindexamen vwo biologie pilot 2014-II

Benzodiazepinen. Eindexamen vwo biologie pilot 2014-II Benzodiazepinen Uit gezondheidsoverwegingen wordt in Nederland geprobeerd het gebruik van bepaalde kalmerende middelen, de benzodiazepinen, terug te dringen door ze niet meer te vergoeden via de zorgverzekering.

Nadere informatie

AANPAK VAN BLOEDINGEN ONDER NIEUWE ANTICOAGULANTIA

AANPAK VAN BLOEDINGEN ONDER NIEUWE ANTICOAGULANTIA AANPAK VAN BLOEDINGEN ONDER NIEUWE ANTICOAGULANTIA Dr. Anna Vantilborgh Hematologie - UZ Gent 13 september 2013 ALGEMENE PRINCIPES IN BEHANDELING VAN BLOEDINGEN AANPAK VAN BLOEDINGEN ONDER ORALE DIRECTE

Nadere informatie

BIJSLUITER : INFORMATIE VOOR DE PATIËNT. Linisol 1 %, oplossing voor injectie Lidocaïne hydrochloride monohydraat

BIJSLUITER : INFORMATIE VOOR DE PATIËNT. Linisol 1 %, oplossing voor injectie Lidocaïne hydrochloride monohydraat BIJSLUITER : INFORMATIE VOOR DE PATIËNT Linisol 1 %, oplossing voor injectie Lidocaïne hydrochloride monohydraat Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke

Nadere informatie

SF Z SINT-FRANCISKUSZIEKENHUIS. Epidurale inspuiting met corticosteroïden bij rugpijnen

SF Z SINT-FRANCISKUSZIEKENHUIS. Epidurale inspuiting met corticosteroïden bij rugpijnen SF Z SINT-FRANCISKUSZIEKENHUIS Epidurale inspuiting met corticosteroïden bij rugpijnen Epidurale inspuiting Introductie. Omdat u reeds geruime tijd pijn heeft ter hoogte van de hals, die eventueel uitstraalt

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Rocuroniumbromide Hospira 10 mg/ml, oplossing voor injectie/infusie. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elke ml Rocuroniumbromide

Nadere informatie

C2H5OH PROBLEMATIEK + BEHANDELING

C2H5OH PROBLEMATIEK + BEHANDELING C2H5OH PROBLEMATIEK + BEHANDELING INHOUDSOPGAVE WERKING OP DE HERSENEN ACUTE ALCOHOLINTOXICATIE ALCOHOL ONTHOUDINGSSYNDROOM DELIER BIJ ALCOHOL THIAMINE (DEFICIENTIE) WERKING OP DE HERSENEN EFFECTEN ALCOHOL

Nadere informatie

Indeling: Definitie Cardiopulmonale bypass Pathofysiologie. Risicofactoren Behandeling Conclusie

Indeling: Definitie Cardiopulmonale bypass Pathofysiologie. Risicofactoren Behandeling Conclusie Koen Bos Indeling: Definitie Cardiopulmonale bypass Pathofysiologie Verschil vasoplegie tijdens en na cardiopulmonale bypass Regulatie van de vaattonus Katp-kanalen, NO synthase, vasopressine Risicofactoren

Nadere informatie

BIJSLUITER. Ketamidor 100 mg/ml oplossing voor injectie

BIJSLUITER. Ketamidor 100 mg/ml oplossing voor injectie BIJSLUITER Ketamidor 100 mg/ml oplossing voor injectie 1. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND

Nadere informatie

Rocuroniumbromide Hospira 10 mg/ml oplossing voor injectie/infusie. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

Rocuroniumbromide Hospira 10 mg/ml oplossing voor injectie/infusie. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Rocuroniumbromide Hospira 10 mg/ml oplossing voor injectie/infusie. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elke ml Rocuroniumbromide Hospira bevat 10 mg rocuroniumbromide.

Nadere informatie

2. WAT U MOET WETEN VOORDAT U LINISOL 1 %, OPLOSSING VOOR INJECTIE, GEBRUIKT

2. WAT U MOET WETEN VOORDAT U LINISOL 1 %, OPLOSSING VOOR INJECTIE, GEBRUIKT BIJSLUITER : INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER Linisol 1 %, oplossing voor injectie Lidocaïne hydrochloride monohydraat Bijsluiter Linisol 1 % Pagina 1/7 Lees de hele bijsluiter zorgvuldig door voordat

Nadere informatie

REANIMATIE Art. 13 pag. 1 officieuze coördinatie. AFDELING 4. - Reanimatie.

REANIMATIE Art. 13 pag. 1 officieuze coördinatie. AFDELING 4. - Reanimatie. REANIMATIE Art. 13 pag. 1 AFDELING 4. - Reanimatie. "K.B. 17.7.1992" (in werking 1.9.1992) + "K.B. 12.8.1994" (in werking 1.1.1995) + "K.B. 7.10.2011" (in werking 1.1.2012) "Art. 13. 1. Worden beschouwd

Nadere informatie

Postoperatieve zorg na sectio. Dr. Frederik De Buck dienst anesthesie UZ Leuven

Postoperatieve zorg na sectio. Dr. Frederik De Buck dienst anesthesie UZ Leuven Postoperatieve zorg na sectio Dr. Frederik De Buck dienst anesthesie UZ Leuven Volgens type anesthesie Postoperatieve zorg na AA Opvolgen bewustzijnstoestand Sufheid na AA Opvolgen van hemodynamische

Nadere informatie

Anatomie / fysiologie. Zenuwstelsel overzicht. Perifeer zenuwstelsel AFI1. Zenuwstelsel 1

Anatomie / fysiologie. Zenuwstelsel overzicht. Perifeer zenuwstelsel AFI1. Zenuwstelsel 1 Anatomie / fysiologie Zenuwstelsel 1 FHV2009 / Cxx56 1+2 / Anatomie & Fysiologie - Zenuwstelsel 1 1 Zenuwstelsel overzicht Encephalon = hersenen Spinalis = wervelkolom Medulla = merg perifeer centraal

Nadere informatie

Algemene kennis over farmacokinetiek (PK)

Algemene kennis over farmacokinetiek (PK) Algemene kennis over farmacokinetiek (PK) C max, klaring, Vd, halfwaardetijd, AUC, biologische beschikbaarheid, proteinebinding Watis ditjargon? Is dit belangrijk voor mij? 2-1 Algemene kennis over farmacokinetiek

Nadere informatie

Bijsluiter NL versie Genta-Kel 5% B. BIJSLUITER

Bijsluiter NL versie Genta-Kel 5% B. BIJSLUITER B. BIJSLUITER BIJSLUITER GENTA-kel 5%, 50 mg/ml, oplossing voor injectie, voor kalveren. 1. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLNDSE SMENVTTING Het doel van het onderzoek dat beschreven staat in dit proefschrift, was het verkrijgen van meer inzicht in de veranderingen die optreden in de doorbloeding van de hartspier tijdens

Nadere informatie

Deficiëntie van de IL-1-Receptorantagonist (DIRA)

Deficiëntie van de IL-1-Receptorantagonist (DIRA) www.printo.it/pediatric-rheumatology/be_fm/intro Deficiëntie van de IL-1-Receptorantagonist (DIRA) Versie 2016 1. WAT IS DIRA 1.1 Wat is het? Deficiëntie van de IL-1-receptorantagonist (DIRA) is een zeldzame

Nadere informatie