Tracébesluit N50 Ens - Emmeloord

Transcriptie

1 Tracébesluit N50 Ens - Emmeloord Beantwoording zienswijze Datum 3 april 2014 Status definitief

2

3 Colofon Referentienummer RW / Uitgegeven door Rijkswaterstaat Midden-Nederland Informatie Telefoon Fax Uitgevoerd door Opmaak Datum 3 april 2014 Status definitief Versienummer 2.0

4

5 Inhoud 1 Inleiding 5 2 Zienswijze Inhoud Zienswijze Antwoord 6 3 Zienswijze Inhoud zienswijze Antwoord 7 4 Zienswijze Inhoud zienswijze Antwoord 8 5 Zienswijze Inhoud zienswijze Antwoord 9 6 Zienswijze Inhoud zienswijze Antwoord 12 7 Zienswijze Inhoud van de zienswijze Antwoord 13 8 Zienswijze Inhoud zienswijze Antwoord 15 9 Zienswijze Inhoud zienswijze Antwoord 16 Pagina 4 van 16

6

7 1 Inleiding Het ontwerp-tracébesluit (OTB) N50 Ens - Emmeloord lag van 19 december 2013 tot en met 29 januari 2014 ter inzage. Het OTB N50 Ens - Emmeloord voorziet in de verbreding van de N50 tussen Ens en Emmeloord van 2x1 rijstroken met vluchtstroken naar 2x2 rijstroken zonder vluchtstroken en de realisatie van een schuin viaduct over de N50 ter hoogte van de Bomenweg. Er zijn acht zienswijzen op het OTB ontvangen. In dit document zijn de zienswijzen individueel beantwoord. De zienswijzen zijn eerst geanonimiseerd. Bij elke zienswijze is afgewogen of de zienswijze leidt tot wijzigingen aan het tracébesluit. Pagina 5 van 16

8 2 Zienswijze Inhoud Zienswijze 2.2 Antwoord Betreffende de aansluiting ter hoogte van de Bomenweg. Ons verbaast (het) dat er niet direct wordt voorzien in een aansluiting op de A6 in noordelijke en daarmee ook westelijke richting. Bewoners in het zuiden van Emmeloord en ten oosten hiervan, worden hiermee een fatsoenlijke en vlotte aansluiting in deze richtingen ontnomen. Hoewel de ingreep hiervoor minimaal te noemen kan zijn, ten opzichte van de aan te gaan leggen aansluiting in zuidelijke richting. Het zou daarbij de verkeersontsluiting door de stad Emmeloord naar de beide huidige toeritten op de A6 verlichtten. Bijvoorbeeld waar de huidige busbaan op de N50 ontsluit, zou toch redelijk eenvoudig richting het noorden een invoegstrook kunnen worden gerealiseerd. Zo zou niet slechts 1/3 maar gelijk 3/3 mogelijkheden hierin direct worden benut. In de verkenning N50 Ens - Emmeloord (Grontmij, in opdracht van de provincie Flevoland, 31 oktober 2011) zijn diverse varianten op een ongelijkvloerse aansluiting van de Bomenweg op de N50 onderzocht en afgewogen, waaronder een hele aansluiting, zoals u voorstelt. In de verkenning is een afweging gemaakt tussen de varianten op basis van onder meer verkeerskundige effecten, ruimtebeslag, landschappelijke inpassing, draagvlak en kosten. Een hele aansluiting is afgevallen om de volgende redenen: de aansluiting Bomenweg wordt vooral gebruikt door verkeer in zuidelijke richting. Er is geen of onvoldoende vraag naar een oprit in noordelijke richting; voor het verkeer vanuit Emmeloord in noordelijke richting is dit een onlogische locatie voor een aansluiting op de N50, omdat het verkeer in noordelijke richting eerst naar het zuiden moet rijden om de aansluiting te bereiken en vervolgens via de N50 en A6 in noordelijke richting moet rijden. De huidige aansluiting van de Muntweg op de A6 bij Emmeloord is een logischer aansluiting voor het verkeer in noordelijke richting; verkeerstechnisch is een hele aansluiting niet haalbaar vanwege de korte afstand tot het knooppunt Emmeloord. Een eventuele oprit naar de N50/A6 in noordelijke richting ligt erg dicht bij de afrit voor het verkeer vanaf de N50 naar de A6. Er is dan sprake van (turbulent) in- en uitvoegend verkeer op dezelfde locatie, plus relatief hoge snelheidverschillen (langzaam invoegend verkeer vanaf de Kamperweg en snel uitvoegend verkeer van de N50 naar de A6). Op grond van de afweging in de verkenning is gekozen voor de variant schuin viaduct in noordelijke richting. Zie voor een nadere toelichting het rapport van de verkenning. Bovendien geldt dat voor een hele aansluiting geen geld is gereserveerd. Pagina 6 van 16

9 3 Zienswijze Inhoud zienswijze 3.2 Antwoord Waarom straks de beperking naar 100 km per uur? Van Joure naar Emmeloord is grotendeels 130 km per uur. Na de Ramspolbrug wordt de A50 weer N50 (2-baans) en mag ook 100 km per uur worden gereden. In het rijksbeleid, dat is opgenomen in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (I&M), zijn de A6 door Flevoland en de A28 langs Zwolle aangewezen als belangrijke verbindingen in het (inter)nationale hoofdwegennet in noord - zuid richting. Dit zijn verbindingen tussen belangrijke economische regio s in Nederland. Zie daarvoor de kaart ambitie Nederland 2040 en (intern)nationale bereikbaarheid van stedelijke regio s met topsectoren en Nederland in Noordwest Europa op pagina s 26, 32 en 66 in de SVIR (link: De N50 tussen Hattemerbroek en Emmeloord is een verbinding in het nationale hoofdwegennet, maar vormt een minder belangrijke schakel in het wegennet dan de A6 en A28. Dit blijkt ook uit de verkeersintensiteiten op de N50 in vergelijking met de A6 en A28. De verkeersintensiteiten op de N50 zijn in 2011 (ruim) lager dan de verkeersintensiteiten op de A6 en A28 (bron: Atlas Hoofdwegennet, Rijkswaterstaat, 22 november 2012). De N50 ontsluit de aanliggende plaatsen, zoals Kampen en Ens, in noordelijke en zuidelijke richting. De N50 ontsluit ook Emmeloord in zuidelijke richting. De N50 heeft daarmee vooral een regionale functie. Vanwege de functie van de N50 is ervoor gekozen om de N50 als regionale stroomweg ofwel autoweg 1 in te richten. Dit betekent dat de N50 conform de ontwerprichtlijnen voor autowegen wordt ingericht. Daarbij hoort een maximumsnelheid van 100 km/u. Daarnaast geldt dat een autosnelweg met maximumsnelheid 120 km/u of 130 km/u veel meer ruimte vraagt dan een autoweg 100 km/u. Die ruimte is nu niet beschikbaar. Ombouw van de N50 tot autosnelweg vereist daarmee grondaankoop en ook aanpassing van kunstwerken (zoals viaducten). Er is nu geen geld om de N50 om te bouwen tot autosnelweg. 1 Stroomwegen kunnen worden onderverdeeld in de subcategorieën autosnelwegen (met maximumsnelheid 130 km/u) of autowegen (met maximumsnelheid 100 km/u). Een autoweg wordt ook wel een regionale stroomweg genoemd. Pagina 7 van 16

10 4 Zienswijze Inhoud zienswijze 4.2 Antwoord Het verbreden van (het rustigste deel) op de N50 bij Emmeloord zal nog meer verkeer aantrekken. Dat zal nog meer vertraging en files geven op het smalle en drukste deel Kampen-Zwolle v.v. Daar komt immers het verkeer ook samen tussen de grote steden Kampen en Zwolle en de toevoer van de nu al grote problemen gevende hoofdverbindingsweg Noord-Holland, Lelystad, Dronten, N50. Verbazingwekkend dat dit deel (met zelfs een stoplicht) en diverse versmallingen niet eerst aangepakt wordt. Nu rijden weer velen in de spits als vroeger via de oude verbindingsweg langs 's-heerenbroek. De problemen worden nog versterkt door de grote uitbreiding van het industrieterrein (met recent winkels) en haven van Kampen met een fikse vergroting van het vrachtverkeer waar onlangs zelfs nog een 2e op- en afrit is geopend. Naast vertraging geeft deze situatie (nog) meer ongelukken. De extra aantrekkelijkheid voor doorgaand verkeer vanwege de verbreding zal de problematiek naar mijn verwachting alleen maar versterken. Verkeersaantrekkende werking De verkeersaantrekkende werking vanwege de reconstructie van de N50 tussen Ens en Emmeloord is in het kader van het (O)TB onderzocht door middel van berekeningen met het verkeersmodel Nederlands Regionaal Model (NRM). Uit de berekeningen blijkt dat het verkeer op de N50 vanwege de reconstructie toeneemt. Echter, de verkeerstoename valt niet te wijten aan een verkeersaantrekkende werking vanwege de reconstructie. Er is vooral sprake van een gewijzigde verdeling van het verkeer over de N50 en het onderliggende wegennet. Dit blijkt uit het feit dat het totale aantal voertuigkilometers in het studiegebied na de reconstructie van de N50 nauwelijks toeneemt (+ 1 %) en dat het aantal voertuigkilometers op het onderliggende wegennet in het studiegebied afneemt (- 1 %). Zie voor een nadere toelichting op dit punt hoofdstuk 4 van het (O)TB. Aanpak N50 Zwolle - Kampen De N50 tussen Ens en Emmeloord wordt gereconstrueerd om de doorstroming en veiligheid van het verkeer op de N50 te verbeteren. Bovendien geldt de wens om de N50 uniform vorm te geven. Er zijn nu geen middelen en plannen om de andere delen van de N50 aan te pakken. De middelen voor de reconstructie van de N50 tussen Ens - Emmeloord komen uit het Regiospecifiek Pakket Zuiderzeelijn (RSP ZZL). De middelen behorend bij dit pakket zijn bedoeld voor de ontwikkeling van de economie en de bereikbaarheid van het Noorden van Nederland. Pagina 8 van 16

11 5 Zienswijze Inhoud zienswijze 5.2 Antwoord Naar mijn mening zal er een tracé gerealiseerd moeten worden, waarop de snelheid gelijk is als op de A-wegen welke door dit nieuwe tracé met elkaar verbonden worden. Kortom een A-weg. Hiermee realiseren we een betere toekomst bestendigheid dan binnen afzienbare tijd alsnog te moeten doen besluiten dat een A-weg beter zou zijn geweest. Tip: beplanting langs de snelweg zal mede moeten bestaan uit naaldbomen/coniferen. Er is een groot verschil tussen geluidsoverlast wanneer loofbomen wel of geen blad hebben. Maximumsnelheid In het rijksbeleid, dat is opgenomen in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (I&M), zijn de A6 door Flevoland en de A28 langs Zwolle aangewezen als belangrijke verbindingen in het (inter)nationale hoofdwegennet in noord - zuid richting. Dit zijn verbindingen tussen belangrijke economische regio s in Nederland. Zie daarvoor de kaart ambitie Nederland 2040 en (intern)nationale bereikbaarheid van stedelijke regio s met topsectoren en Nederland in Noordwest Europa op pagina s 26, 32 en 66 in de SVIR (link: De N50 tussen Hattemerbroek en Emmeloord is een verbinding in het nationale hoofdwegennet, maar vormt een minder belangrijke schakel in het wegennet dan de A6 en A28. Dit blijkt ook uit de verkeersintensiteiten op de N50 in vergelijking met de A6 en A28. De verkeersintensiteiten op de N50 zijn in 2011 (ruim) lager dan de verkeersintensiteiten op de A6 en A28 (bron: Atlas Hoofdwegennet, Rijkswaterstaat, 22 november 2012). De N50 ontsluit de aanliggende plaatsen, zoals Kampen en Ens, in noordelijke en zuidelijke richting. De N50 ontsluit ook Emmeloord in zuidelijke richting. De N50 heeft daarmee vooral een regionale functie. Vanwege de functie van de N50 is ervoor gekozen om de N50 als regionale stroomweg ofwel autoweg 2 in te richten. Dit betekent dat de N50 conform de ontwerprichtlijnen voor autowegen wordt ingericht. Daarbij hoort een maximumsnelheid van 100 km/u. Daarnaast geldt dat een autosnelweg met maximumsnelheid 120 km/u of 130 km/u veel meer ruimte vraagt dan een autoweg 100 km/u. Die ruimte is nu niet beschikbaar. Ombouw van de N50 tot autosnelweg vereist daarmee grondaankoop en ook aanpassing van kunstwerken (zoals viaducten). Er is nu geen geld om de N50 om te bouwen tot autosnelweg. 2 Stroomwegen kunnen worden onderverdeeld in de subcategorieën autosnelwegen (met maximumsnelheid 130 km/u) of autowegen (met maximumsnelheid 100 km/u). Een autoweg wordt ook wel een regionale stroomweg genoemd. Pagina 9 van 16

12 Beplanting Het akoestisch onderzoek voor dit Tracébesluit is uitgevoerd volgens het Reken- en Meetvoorschrift geluid Deze regeling houdt rekening met de omgevingskenmerken en afschermende elementen die van invloed zijn op de geluidberekeningen. Bomen vallen hierbuiten. In de geluidberekeningen wordt geen rekening gehouden met de aanwezigheid van bomen. Daarmee wordt de meest ongunstige situatie in beeld gebracht. Bomen maken ook geen deel uit van de wettelijk voorgeschreven maatregelafweging in het kader van geluid. Bovendien geldt dat het geluidreducerend effect van beplanting langs de weg beperkt is. Beplanting langs de weg heeft alleen een geluidreducerend effect als er op een grote oppervlakte zeer dichte beplanting wordt aangebracht. Met de bosstroken langs de N50 kan er geen (belangrijk) geluidreducerend effect worden bereikt. Pagina 10 van 16

13 6 Zienswijze Inhoud zienswijze Het OTB voorziet - onder meer - in de realisatie van een schuin viaduct over de N50 ter hoogte van de Bomenweg. Tegen dit viaduct hebben ( ) de navolgende bezwaren. 1. Ten eerste maakt de aanleg van het viaduct doorgaand fietsverkeer mogelijk over de Bomenweg. Ten westen van de N50 sluit het viaduct voor fiets- en bromfietsverkeer immers aan op de Bomenweg. Nu de huiskavel en de boerderij van (...) van elkaar gescheiden worden door de Bomenweg - thans een doodlopende weg - levert een aansluiting van de Bomenweg op het viaduct een zeer verkeersonveilige situatie op. De snelheid van (brom)fietsers die van het talud afrijden en overstekende landbouwmachines die benodigd zijn voor de exploitatie door ( ), maken dat de nieuwe situatie onverantwoord risicovol wordt. 2. Voor de aanleg van een deel van het eerdergenoemde viaduct is grond benodigd van het perceel kadastraal bekend ( ). Dit perceel is eigendom van ( ) en wordt gebruikt ten behoeve van de exploitatie van de boerderij van de ( ). Door aanleg van het viaduct worden cliënten onevenredig in hun bedrijfsvoering geschaad. Dit met name door de vorm die het genoemde perceel overhoudt na realisatie van het viaduct. Dit heeft forse financiële consequenties, primair voor de bedrijfsomzet en - winst en, door de nieuwe verkeersrouting, ook voor de privéwoonsituatie. Over de genoemde gevolgen zijn constructieve oriënterende gesprekken gevoerd met vertegenwoordigers van RWS. Echter, tot op heden heeft dit nog niet geleid tot een bieding ter compensatie van de geleden schade. Derhalve zijn de financiële gevolgen onvoldoende inzichtelijk (gemaakt). 3. Tot slot wordt uit het OTB en de daarbij behorende toelichting niet duidelijk in hoeverre onderzoek is gedaan naar de noodzaak van wijziging van de N50. Voor zover hier al onderzoek naar is gedaan, is het ondergetekende niet helder in hoeverre daarin rekening is gehouden met de slechte economische vooruitzichten en de door het Centraal Bureau voor de Statistiek geprognosticeerde bevolkingskrimp in Nederland, die zich in vergelijking met de rest van Nederland relatief vroeg in Flevoland zal voordoen. Bovenstaande leidt tot de conclusie dat de wijziging van de N50 tussen Ens en Emmeloord in de in het OTB voorgestane uitvoering niet gerealiseerd kan worden. Tot het voeren van nader overleg zijn ondergetekenden uiteraard bereid, zoals in het verleden ook over de invulling van het tracé constructief overleg is gevoerd. Pagina 11 van 16

14 6.2 Antwoord 1. Verkeersveiligheid (brom)fietsers op Bomenweg De verkeersveiligheidrisico s vanwege het (brom)fietsverkeer op de Bomenweg zijn klein om de volgende redenen: - de toekomstige fietsverbinding over de N50 heeft alleen een functie voor het fietsverkeer met een bestemming in het buitengebied en recreatief (fiets)verkeer. De toekomstige intensiteiten van het (brom)fietsverkeer op de Bomenweg zullen daarom laag zijn; - de afstand tussen de voet van het talud en de betreffende in-/uitrit is ruim 100 meter. Dit betekent dat het fietsverkeer, komende vanaf het viaduct, al een deel van zijn snelheid heeft verloren voordat de in-/uitrit aan de Bomenweg wordt bereikt; - de bocht in het (brom)fietspad aan de voet van het talud leidt ertoe dat het (brom)fietsverkeer bovendien moet afremmen voordat zij de bestaande Bomenweg oprijden; - Rijkswaterstaat vertrouwt er op dat het verkeer dat vanuit een aanliggend perceel de Bomenweg oprijdt, goed uitkijkt en de algemene verkeer- en verkeersgedragsregels in acht neemt. Hierbij geldt dat de nieuwe situatie niet afwijkt van vergelijkbare doch niet onveilige verkeerssituaties in Nederland. 2. Financiële consequenties grondaankoop Met u zijn, zoals u ook benoemd, al constructieve gesprekken gevoerd betreffende de benodigde grondaankoop. Deze gesprekken vormen de basis voor de formele (financiële) afhandeling van de grondaankoop. 3. Onderzoek naar nut en noodzaak In paragraaf 2.1 van het OTB is het nut en de noodzaak van de reconstructie van de N50 tussen Ens en Emmeloord beschreven. In het kort gelden de volgende redenen voor de reconstructie van dit deel van de N50: verbetering van de verkeersveiligheid op de N50 en specifiek het voorkomen van onveilig inhaalgedrag en het verwijderen van de gelijkvloerse kruising ter plaatse van de Bomenweg, zijnde een potentieel conflictpunt; het verbeteren van de doorstroming van het verkeer op de N50, door het bieden van een veilige inhaalmogelijkheid en het verwijderen van de gelijkvloerse kruising met verkeerslichten op de N50, zijnde een verstoring van de doorgaande verkeersstroom; bijdragen aan een uniform en daarmee duurzaam veilig wegbeeld van de N50; het verbeteren van de robuustheid van het wegennet, door de capaciteit van de N50 te vergroten. Bovenstaande redenen zijn gekoppeld aan actuele problemen en staan los van de door u genoemde geprognosticeerde sociaaleconomische en ruimtelijke ontwikkelingen. Pagina 12 van 16

15 7 Zienswijze Inhoud van de zienswijze 7.2 Antwoord Wij constateren dat het Ontwerp Tracébesluit N50 Emmeloord - Ens een juiste uitwerking betreft van de voorkeursoplossing vanuit de Verkenningstudie en in lijn is met de afspraken die hierover in het convenant 'Bestuurlijke afspraken N50 Ens - Emmeloord' van 19 januari 2012 zijn vastgelegd. Ten aanzien van het Ontwerp Tracébesluit willen we nog het volgende opmerken: uitgangspunt voor de landschappelijke inrichting is het Inrichtingsplan voor de N50 uit 2001, dat uitgaat van een bosstrook aan elke zijde van de weg met 'vensters' aan de westzijde met zicht op Schokland. Bij de verbreding van de N50 is het uitgangspunt dat de houtopstanden langs de N50 aan beide zijden, als zijnde een onderdeel van het zogenaamde assenkruis, in beginsel gehandhaafd blijven. Dit sluit aan op de landschapsvisie in de op 9 december 2013 vastgestelde Structuurvisie In het gesloten convenant 'Bestuurlijke afspraken' d.d. 19 januari 2012 is opgenomen dat een (gedeelte) van de oostgelegen bosstrook wordt overgedragen naar de gemeente Noordoostpolder. Uitgangspunt hierbij moet zijn dat wordt aangesloten op de bermbreedtes en beheergrenzen zoals tot stand gekomen voor het aansluitende deel van de N50 tussen Ens en Ramspol teneinde een goede beheersituatie te laten ontstaan die veilig is en economisch tegen zo gering mogelijke kosten kan worden onderhouden; voor de verkeerssituatie op de Bomenweg en de Kleiweg heeft in de verkenningsfase een nader onderzoek plaatsgehad. Dit omdat bewoners van de Bomenweg en Kleiweg hun zorg hadden uitgesproken over een mogelijke toename van sluipverkeer ingeval van realisatie van een halve aansluiting voor autoverkeer op de N50. Resultaat van het onderzoek was dat de verwachting is dat sluipverkeer ten gevolge van de halve aansluiting minimaal is. De verkeersprognoses voor het (O)TB wijzen uit dat er een toename zichtbaar is van het verkeer op de Bomenweg. Wij wijzen u erop dat wij ervan uitgaan dat bij de verdere uitwerking over de toekomstige (verkeer)ontwikkelingen voldoende wordt gecommuniceerd naar de bewoners van de Bomenweg. Mochten er, waar wij overigens op voorhand niet vanuit gaan, alsnog extra maatregelen op het onderliggend wegennet nodig zijn, dan gaan wij ervan uit dat u daar de verantwoordelijkheid voor neemt. Beheer en onderhoud oostelijke berm en bosstrook Bij de overdracht van onder meer de oostelijk gelegen bosstrook van Rijkswaterstaat aan de gemeente worden de beheergrenzen in overleg met de gemeente nader vastgesteld. Deze afspraken vallen buiten het tracébesluit. Conform de maatregelen in het landschapsplan behorende bij het Tracébesluit, geldt dat de bestaande bosstroken en bomenrijen in ieder geval niet worden verbreed en dat de beheergrenzen om die reden niet worden verruimd. Pagina 13 van 16

16 Verkeersmaatregelen Kleiweg en Bomenweg Er is geen directe aanleiding om aan te nemen dat de verkeersintensiteiten op de Kleiweg en Bomenweg toenemen vanwege de reconstructie van de N50 en om maatregelen te treffen op de Kleiweg of Bomenweg. Indien toekomstige ontwikkelingen daartoe aanleiding geven, zal in overleg met de gemeente bekeken worden welke maatregelen mogelijk zijn. Pagina 14 van 16

17 8 Zienswijze Inhoud zienswijze 8.2 Antwoord Binnen de grenzen van het ter inzage liggende ontwerp-tracébesluit bevinden zich diverse hoogspanningsverbindingen. Bij de uitvoering van werkzaamheden en/of activiteiten binnen de belemmerde stroken van de hoogspanningsverbinding is een toestemming van TenneT noodzakelijk. Dit om gevaarlijke situaties voor personen en de hoogspanningsverbinding te voorkomen. Met de eigenaren en beheerders van kabels en leidingen worden, voorafgaand aan de uitvoering, afspraken gemaakt over (de veiligheid) van de werkzaamheden aan of in de nabijheid van kabels en leidingen. Rijkswaterstaat heeft met TenneT contact gehad over de kruising van de N50 met een hoogspanningskabel nabij de Bomentocht. Voor andere relevante situaties zal Rijkswaterstaat ook contact met TenneT opnemen. Pagina 15 van 16

18 9 Zienswijze Inhoud zienswijze 9.2 Antwoord Wij hebben opmerkingen met betrekking tot de aspecten infrastructuur en natuur. Wij doen u de suggestie om voor het fietspad bij de aansluiting N50-Bomenweg een breedte aan te houden van 3 meter (in plaats van de in de plannen opgenomen 3,5 meter). Het voornaamste aandachtspunt bij het verkrijgen van een ontheffing op grond van de Flora- en faunawet is de aanwezigheid van een buizerdnest. Er kunnen vraagtekens gesteld worden bij de grondslag (Volksgezondheid en Openbare veiligheid) voor het verkrijgen van de ontheffing. Niettemin is de verwachting dat op basis van de in de plannen aangevoerde argumenten (staat van instandhouding niet in het geding en het plaatsen van alternatieve horsten) zal worden afgegeven. Breedte (brom)fietspad De breedte van het (brom)fietspad op het viaduct Bomenweg en het toeleidende (brom)fietspad is in het Tracébesluit gewijzigd naar 3 meter. Ontheffing Flora- en faunawet Ter kennisgeving aangenomen. Pagina 16 van 16