Bachelorthese. Hoe verloopt de taalontwikkeling bij tweetalige kinderen ten opzichte van ééntaligen?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Bachelorthese. Hoe verloopt de taalontwikkeling bij tweetalige kinderen ten opzichte van ééntaligen?"

Transcriptie

1 Bachelorthese Hoe verloopt de taalontwikkeling bij tweetalige kinderen ten opzichte van ééntaligen? Student: Erenst, C , maart Begeleider: A. de Groot

2 Inhoudsopgave Hoe verloopt de taalontwikkeling bij p. 3 tweetalige kinderen ten opzichte van ééntaligen? Het verloop van de taalontwikkeling bij p. 5 tweetalige kinderen Zijn de twee taalsystemen geïntegreerd p. 13 of gedifferentieerd? Conclusies p. 17 Literatuurlijst p. 20 2

3 Hoe verloopt de taalontwikkeling bij tweetalige kinderen ten opzichte van ééntaligen? De afgelopen tien jaar is er sprake geweest van een toenemende mate van interesse rondom het fenomeen tweetaligheid. Tweetaligheid wil zeggen de taalontwikkeling van jonge kinderen die vanaf de geboorte twee gesproken talen horen (De Houwer, 2009). Over de taalontwikkeling bij eentalige kinderen is al veel bekend. Er wordt namelijk een vast tijdpad gevolgd, welke hiernavolgend kort zal worden beschreven. Bij een leeftijd van 3 tot 6 maanden produceren baby s klinkerachtige klanken. Dit wordt ook wel de fonetische fase genoemd. Deze fase houdt in dat het kind gedurende deze periode kennis opdoet over spraakklanken in zijn/haar taal. Een foneem is een verzameling klanken die allemaal dezelfde betekenisonderscheidende functie hebben. Voorbeelden van fonemen in de Nederlandse taal zijn bijvoorbeeld /p/, /k/, /l/, /m/ en /n/. Klanken die fonemen zijn in de Nederlandse taal, hoeven dit niet te zijn in andere talen. Eentalige baby s zijn vanaf 4 maanden in staat om fonemen van elkaar te onderscheiden (Sebastian Gallés & Bosch, 2009). Om de reactie van baby s op fonemen te onderzoeken wordt het habituatie paradigma ingezet. Het habituatie paradigma maakt gebruik van het feit dat baby s meer aandacht schenken aan nieuwe stimuli, dan aan bekende stimuli. In dit geval zullen de kinderen meer aandacht schenken aan nieuwe, onbekende fonemen, dan aan fonemen die bekend zijn en ze al vaker gehoord hebben. Door gebruik te maken van het habituatie paradigma wordt onderzocht of baby s verschillen in fonemen waar kunnen nemen. Om te achterhalen of bepaalde fonemen voor het kind als bekend worden verondersteld, wordt de kijktijd gemeten. Het kind zal minder aandacht schenken aan een bekend foneem dan aan een onbekend foneem. Immers onbekende stimuli zijn interessanter. Het gevolg is dat de kijktijd van bekende fonemen, beduidend korter is dan de kijktijd van onbekende fonemen. Vanaf een leeftijd van één jaar worden de eerste woorden geuit. Op ongeveer een leeftijd van 18 maanden vindt er een vocabulaire spurt plaats, waarbij een plotselinge 3

4 versnelling van de groei van het vocabulaire optreedt. Wanneer er tien nieuwe woorden minstens twee keer geproduceerd worden in 2,5 week wordt er gesproken van een spurt (Goldfield & Reznick, 1990 aangehaald in Pearson & Fernandéz, 1994). Deze spurt begint wanneer het kind 50 tot 100 woorden kan produceren. Na bovengenoemde fasen volgt de morfologische fase. De morfologie houdt zich bezig met morfemen, de kleinste betekenisdragende eenheden in een woord. Er wordt onderscheid gemaakt tussen vrije en gebonden morfemen. Een vrij morfeem komt ook als zelfstandig woord voor. Een gebonden morfeem komt daarentegen uitsluitend in combinatie voor met een of meer vrije morfemen. Tijdens deze fase doet het kind kennis op over de woordvorming en woordstructuren. Het kind leert de enkel- en meervoudsvorm, verkleinwoorden en werkwoordsvormen te gebruiken. Rond vierjarige leeftijd breekt de syntactische fase aan, ook wel de morfosyntactische fase genoemd. Tijdens deze fase doet het kind kennis op van de structuur van zinnen. Het gaat hier voornamelijk om de functie van morfemen in een groter syntactisch verband, het zinsverband. Het verloop van de taalontwikkeling bij eentalige kinderen blijkt uit bovenstaande. Of de taalontwikkeling in tweetalige kinderen vergelijkbaar verloopt wordt besproken in de tweede paragraaf. Een tweede belangrijk vraagstuk omtrent de taalontwikkeling van tweetalige kinderen is of de twee verschillende taalsystemen gedifferentieerd of geïntegreerd zijn. Een geïntegreerd taalsysteem houdt in dat beide talen elkaar beïnvloeden tijdens de ontwikkeling. Een gedifferentieerd systeem houdt in dat de twee talen onafhankelijk van elkaar ontwikkeld worden. Onafhankelijk betekent hier dat de ontwikkeling van de ene taal niet beïnvloed wordt door de tweede taal of invloed heeft op de ontwikkeling van de andere taal. Uit eerder onderzoek met volwassenen is gebleken dat er sprake is van gedifferentieerde systemen voor 4

5 twee talen, wanneer de tweede taal is aangeleerd in de kleutertijd of in de vroege kinderjaren (Abutalebi, Cappa & Perani; aangehaald in Conboy & Mills, 2006). In de derde paragraaf wordt bekeken of er ook sprake zal zijn van een gedifferentieerd taalsysteem bij kinderen, wanneer zij vanaf de geboorte tweetalig worden opgevoed. Het verloop van de taalontwikkeling bij tweetalige kinderen Fonologische fase In deze paragraaf wordt gekeken naar de fonologische, morfologische, syntactische en lexicale ontwikkeling bij tweetalige kinderen. Als eerste zal er gekeken worden naar de fonologische en fonotactische ontwikkeling bij tweetaligen in vergelijking met ééntaligen. In het onderzoek van Sebastian Gallés en Bosch (2002) participeerden 48 kinderen van 10 maanden oud. Van de onderzoeksgroep groeide 50% op in een Spaanstalige omgeving, 50% in een Catalaanstalige omgeving. De kinderen kregen onzinwoorden te horen, bestaande uit legale (bestaande) en illegale (niet bestaande) fonemencombinaties in het Catalaans. Dit betekende voor de Spaanse kinderen dat de onzinwoorden woorden enkel uit illegale fonemen bestonden. De kijktijd werd gemeten. Uit het onderzoek kwam naar voren dat de kinderen die in een Catalaanse omgeving opgroeiden, langer naar de legale fonemen keken dan naar de illegale fonemen. Voor de kinderen in een Spaanse omgeving werd geen verschil waargenomen in kijktijd tussen de illegale en legale fonemen. Deze uitkomst indiceert dat Catalaanse kinderen op een leeftijd van 10 maanden al in staat zijn om fonetische verschillen te kunnen onderscheiden. Kinderen die opgroeien in een tweetalige omgeving zijn in staat om specifieke fonotactische kennis te ontwikkelen op dezelfde leeftijd als kinderen die opgroeien in een eentalige omgeving (Sebastian Gallés & Bosch, 2002). Tweetaligen blijken op een leeftijd van 10 maanden oud namelijk fonotactische eigenschappen te kunnen onderscheiden. Deze 5

6 eigenschappen zijn karakteristiek voor één van de twee talen waaraan zij blootgesteld worden tijdens de ontwikkeling. De mate van blootstelling aan één van de twee, of aan beide talen lijkt van invloed te zijn op het vermogen om fonemen van elkaar te kunnen scheiden. Kinderen blijken dus gevoelig voor fonetische eigenschappen in een omgeving waar zij aan één of twee talen worden blootgesteld. Er kan gesteld worden dat kinderen in een tweetalige omgeving in staat zijn om een specifieke fonologische kennis te ontwikkelen op dezelfde leeftijd als kinderen in een eentalige omgeving. In het hierna beschreven onderzoek is het onderscheidend vermogen van onder andere 4 maanden oude kinderen, opgroeiend in een tweetalige omgeving, onderzocht. Sebastian Gallés en Bosch (2009) onderzochten of 4, 8 en 12 maanden oude tweetaligen naast het vermogen om onderscheid te maken tussen fonotactische contrasten ook in staat zijn om fonologische contrasten te onderscheiden. Dit onderzochten zij aan de hand van 48 kinderen waarvan de helft tweetalig (Spaans/Catalaans) en de andere helft eentalig (Spaans of Catalaans) was. Allereerst kregen de kinderen in een 2 minuten durende gewenningsfase klinkers te horen. De klinkers /o/ of /u/ werden gebruikt. Vervolgens volgde de testfase, bestaande uit 4 testmomenten. Twee van deze testmomenten bestonden uit identieke klinkers die ter gehore werden gebracht in de voorafgaande gewenningsfase (same trials). De andere twee testtrials bestonden uit nieuwe contrasterende klinkers (switch trials). De volgorde van de same en switch trials was willekeurig bepaald. De klinkers kwamen gedurende het onderzoek uit één van twee boxen, die links en rechts van het kind gepositioneerd waren. De gemiddelde kijktijd werd gemeten. Eéntaligen van 4 en 8 maanden oud bleken significant langer hun aandacht te vestigen op de contrasterende klinkers. Dit resultaat werd ook gevonden bij de 4 en 12 maanden oude tweetaligen. Bij de tweetaligen van 8 maanden oud werd geen significant verschil in kijktijd tussen de bekende klinkers uit de gewenningsfase en de contrasterende klinkers gemeten. In een vervolgexperiment met 8 en 12 6

7 maanden oude tweetaligen werd er gebruik gemaakt van een groter klinkercontrast, het /e/ en /u/ contrast. Beide klinkers komen voor in zowel het Spaans als het Catalaans. Volgens dezelfde procedure werden in totaal 24 acht maanden oude Spaans-Catalaanse kinderen getest. Uit de resultaten bleek dat 8 maanden oude tweetaligen nu wel discriminerend gedrag vertonen. Geconcludeerd mag worden dat 8 maanden oude tweetaligen tijdelijk het vermogen om kleine klinkercontrasten te discrimineren verliezen. Uit bovenstaande blijkt dat op een leeftijd van 12 maanden dit discriminerend vermogen weer is hersteld. Vermeld moet worden dat tweetaligen van 8 maanden oud wel in staat zijn om grotere klinkercontrasten te onderscheiden. Eéntaligen zijn in staat om vanaf een leeftijd vanaf 4 maanden oud zelfs kleine fonologische contrasten te discrimineren. In tegenstelling tot tweetaligen behouden ééntaligen het vermogen om kleine contrasten te discrimineren vanaf deze leeftijd van 4 maanden. Een mogelijke verklaring voor het feit dat tweetaligen hun fonetische vermogen op een leeftijd van 8 maanden tijdelijk verliezen komt van Fabiano-Smith en Barlow (2010). Zij onderzochten of de ontwikkeling van het fonologisch vermogen in tweetaligen verschilde van ééntaligen, op 3 tot 4 jarige leeftijd. De onderzoeksgroep bestond uit 24 kinderen, waarvan acht Spaans-, acht Engels en acht Spaans-Engels sprekende kinderen. Er werd gebruik gemaakt van een vragenlijst voor de ouders om van elk kind de taalstatus (eentalig of tweetalig), het fonologisch niveau en in het geval van een tweetalig kind de tweetalige status (gelijktijdig of opeenvolgend tweetalig) vast te stellen. Vervolgens werd van elk kind de fonologische subtest van de Bilingual English Spanish Assessment (BESA; Peña et al., in development; aangehaald in Fabiano-Smith & Barlow, 2010) afgenomen. De taak van het kind was om foto s spontaan te benoemen. Het fonologische vermogen werd bepaald aan de hand van de geluiden die de kinderen produceerden. Zowel de ééntaligen als de tweetaligen werden aan de hand van hun fonologische capaciteit toegewezen aan één van de vijf niveaus van complexiteit. Tweetaligen lieten in vergelijking met ééntaligen geen zwakkere fonetische 7

8 capaciteit zien. Deze bevinding is in strijd met de hypothese van deceleration van Paradis en Genesee (1996). Deze hypothese houdt in dat tweetaligen een langzamere fonetische ontwikkeling doormaken dan ééntaligen. Sterker nog, uit het onderzoek van Fabiano-Smith et al. (2010) bleek dat tweetaligen van 3 tot 4 jaar oud zelfs in staat zijn om het fonetische vermogen tot op hetzelfde niveau te ontwikkelen als ééntaligen, maar dan voor twee verschillende talen in hetzelfde tijdsbestek. Uit bovenstaande is gebleken dat 4, 10 en 12 maanden oude tweetaligen net zoals even oude ééntaligen het vermogen bezitten om fonetische contrasten te discrimineren. Uit het onderzoek van Sebastian Gallés en Bosch (2009) is ook naar voren gekomen dat 8 maanden oude tweetaligen tijdelijk het vermogen verliezen om minder grote fonetische contrasten te onderscheiden. In het discrimineren van grote fonetische contrasten zijn tweetaligen op 8 maanden oude leeftijd nog wel in staat. Tweetaligen blijken echter op een leeftijd van 3 á 4 jaar hetzelfde complexe niveau bereikt te hebben als ééntaligen, maar dan voor twee talen. Wanneer een kind het vermogen ontwikkelt om fonetische contrasten te onderscheiden met betrekking tot twee talen, is dit een complexer proces dan wanneer een kind dit vermogen ontwikkelt m.b.t. slechts één taal. Complexe processen kosten vaker meer cognitieve inspanning dan eenvoudigere processen. Het is goed mogelijk dat deze extra cognitieve inspanning die het tweetaligen kost een aanleiding is voor het feit dat 8 maanden oude tweetaligen het vermogen om kleinere fonetische contrasten te onderscheiden tijdelijk verliezen. Morfologische fase Een volgend stadium in de taalontwikkeling van kinderen, is de morfologische fase. Keshavarz (2007) onderzocht of de zogenoemde Continuity hypothese opgaat voor tweetaligen. Deze hypothese houdt in dat het gebruik van bepalingen, zelfstandige naamwoorden en koppelwerkwoorden voorkomt tijdens de periode dat het kind slechts één of 8

9 twee woorden produceert. In dit onderzoek is een Perzisch-Engels opgevoed kind (A) vanaf 16 tot 23 maanden onderzocht. Zijn moeder sprak voortdurend Perzisch tegen hem, zijn vader voortdurend Engels. In deze zeven maanden werden er met een videocamera opnames gemaakt van A. Vanuit de opnames werden zijn uitingen bijgehouden, lettende op het gebruik van meervoudsvormen, koppelwerkwoorden, en bepalingen (die/dat), in zowel het Engels als in het Perzisch. Ook de gemiddelde lengte van de uitingen werd bepaald (uitgedrukt in MLU, Mean Length of Utterances). De bevindingen bevestigden de Continuity hypothese. A bleek meervoudsvormen, zelfstandige naamwoorden en bepalingen te gebruiken in beide talen. Het Perzische morfeem e blijkt op hetzelfde moment in de ontwikkeling gebruikt te worden door zowel Engels-Perzische als Perzische kinderen (Rastchi, 1999; aangehaald in Keshavarz, 2007). Concluderend blijken er geen verschillen in de ontwikkeling van de morfologie bij tweetalige kinderen in vergelijking met eentalige kinderen. Kanttekening hierbij is echter dat er niet naar de gehele morfologische fase is gekeken, maar naar een klein aspect. Morfosyntactische fase In een onderzoek van Paradis (2010) werd gekeken of tweetaligen in vergelijking met ééntaligen in hun ontwikkeling van de morfosyntactische fase vertraagd zijn. Drieënveertig Frans-Engelse kinderen, met een gemiddelde leeftijd van 6,10 jaar, werden vergeleken met Engelse kinderen uit een gestandaardiseerde test (TEGI; Rice & Wexler, 2001). De Frans- Engelse kinderen werden aan de hand van een vragenlijst die ingevuld was door de ouders, ingedeeld in drie verschillende groepen: kinderen die hoofdzakelijk Frans thuis spraken (MFR), kinderen die hoofdzakelijk Engels thuis spraken (MENG) en kinderen die thuis net zo vaak Engels als Frans spraken (FR-ENG). De tweetaligen kregen twee soorten taken, een productietaak en een grammaticale beoordelingstaak, beiden in het Engels. Tijdens de productietaak was het de bedoeling dat de tweetaligen bij het zien van een plaatje beschreven wat er gebeurde, of gebeurd was. Getoetst werd de productie van werkwoorden in de derde 9

10 persoon en de verleden tijd. Tijdens de beoordelingstaak werden de tweetaligen gevraagd te beoordelen of de opgenoemde zinnen said right of not so good waren. De zinnen bevatten drie grammaticale fouten: een verkeerde werkwoordsvorm ( he look happy ), verkeerd gebruik van persoonlijk voornaamwoord ( he am hurt ) en ( I drinks milk ) en in sommige gevallen is ing weggelaten achter het werkwoord he is smile en the bear is jump. De scores die behaald werden bij het uitvoeren van deze taken werden voor de groepen MFR, MENG en FR-ENG afzonderlijk, maar ook gezamenlijk als één totaalgroep vergeleken met de scores van de ééntaligen. Uit de productietaak bleek dat voor zowel de derde persoon als de verleden tijd de totale groep tweetaligen een kleiner gedeelte correct had dan de eentalige kinderen. Dit bleek echter geen significant verschil te zijn. Wanneer de groepen MFR, MENG en FR-ENG afzonderlijk met de ééntaligen werden vergeleken, bleek dat voor zowel de derde persoon als voor de verleden tijd alleen de kinderen die thuis hoofdzakelijk Frans spraken een significant lagere score behaalden. Kinderen die thuis hoofdzakelijk Frans spraken bleken ook slechter te presteren op elk van de drie grammaticale beoordelingstaken. Wanneer de score van de totale groep tweetaligen vergeleken werd met de score van de ééntaligen bleken deze niet significant van elkaar te verschillen, doordat de scores van de MENG en de FR-ENG groep zo hoog waren. Geconcludeerd kan worden dat de resultaten geheel consistent zijn met de bevindingen van Gathercole (2007; aangehaald in: Paradis, 2010). Zij veronderstelde dat Frans-Engelse kinderen op sommige punten achter liggen wat betreft hun ontwikkeling in de morfosyntax, maar dat dit patroon afhankelijk is van de hoeveelheid blootstelling aan de beide talen. Uit het huidige onderzoek van Paradis (2010) is naar voren gekomen dat de tweetaligen als totale groep lagere scores behaald hadden in de productietaak en in één van de beoordelingstaken dan de eentalige kinderen. Maar wanneer van de totale groep tweetaligen de scores afzonderlijk van elkaar vergeleken werden met de scores van de ééntaligen, dan blijkt dat de kinderen die thuis hoofdzakelijk Frans spraken, 10

11 consistent lagere scores hadden behaald dan de groepen met meer blootstelling aan de Engelse taal thuis. Geconcludeerd kan worden dat, wanneer er sprake is van een tweetalige omgeving en er thuis hoofdzakelijk één van beide talen wordt gesproken, de morfosyntactische ontwikkeling langzamer verloopt in de taal die thuis in mindere mate gesproken wordt. Met andere woorden, voldoende blootstelling aan beide talen thuis, zorgt voor een gelijke morfosyntactische ontwikkeling in beide talen. Vanuit een ander onderzoek wordt de conclusie bevestigd dat blootstelling aan, in dit geval, Spaans en Baskisch, een grote invloed heeft op de taalontwikkeling (Austin, 2009). Gebleken is namelijk dat kinderen die zowel Baskisch als Spaans opgevoed worden in een Baskische omgeving, meer root infinitives (RIs) produceren dan Baskische kinderen. Met 11 Baskisch-sprekende kinderen, 20 Baskisch-Spaans-sprekende kinderen en acht Spaanssprekende kinderen tussen 2 en 3,5 jaar oud, werd een interactief gesprek van minuten gehouden. De laatste twee groepen kinderen waren het RI stadium in het Spaans al gepasseerd. De gesprekspartners van de kinderen waren moedertaalsprekers van de taal. Door gebruik te maken van geluidsopnames, is van de zelfstandige naamwoorden en werkwoorden die geproduceerd waren, de MLU berekend in morfemen. De MLU van de tweetalige kinderen is vergeleken met die van eentalige kinderen. Spaans-Baskische kinderen bleken meer RIs te produceren dan Baskische kinderen. Daarnaast beïnvloedt tweetaligheid niet de productie van RIs in het Spaans. Dit was ook een verwacht resultaat, gegeven het feit dat de beide groepen kinderen het RI stadium in het Spaans al gepasseerd waren. Het passeren van het RI stadium in het Spaans, heeft er niet voor gezorgd dat het RI stadium in het Baskisch vervroegd dan wel verlaat optrad. Er kan dan ook geconcludeerd worden dat er geen interferentie tussen Spaans en Baskisch plaats heeft gevonden. Vocabulaire spurt 11

12 Een ander belangrijk stadium in de ontwikkeling van taal, is de vocabulaire spurt. Een vocabulaire spurt houdt een plotselinge versnelling van de groei van het vocabulaire in. Wanneer er tien nieuwe woorden minstens twee keer geproduceerd worden in 2,5 week wordt er gesproken van een spurt (Goldfield & Reznick, 1990 aangehaald in Pearson & Fernandéz, 1994). Deze spurt begint wanneer het kind 50 tot 100 woorden kan produceren. Deze definitie is gebaseerd op onderzoek naar de taalontwikkeling bij ééntaligen. Bij tweetaligen is er ook sprake van een lexicale spurt (Pearson & Fernandéz, 1994). Er is sprake van een lexicale spurt bij een tweetalig kind wanneer het kind binnen een maand tijd 20 nieuwe woorden produceert. In datzelfde onderzoek werd onderzocht of beiden talen zich afhankelijk dan wel onafhankelijk van elkaar ontwikkelen. Om te onderzoeken of er bij tweetalige kinderen ook een vocabulaire spurt plaatsvindt en hoe deze zich uit, werden er 18 Spaans-Engelse kinderen op een leeftijd van 8 tot 30 maanden op hun woordenschat getest. Hiervoor werd de Communicative Development Inventory (CDI), zowel de Spaanse als de Engelse versie, gebruikt. Deze test bevat vier componenten. Eerst werd de omvang van zowel de Spaanse als de Engelse woordenschat gemeten. Vervolgens de Totale Vocabulaire (TV), waarbij woorden met dezelfde fonetische vorm (in beiden talen) maar één keer werden meegeteld. Deze woorden werden dan wél zowel voor de Spaanse als de Engelse totale woordenschat meegeteld. De laatste meting was de Total Conceptual Vocabulary (TCV). Hierbij werden synoniemen tussen twee talen ( dog en perro ) als één woord geteld, terwijl synoniemen binnen één taal ( hi en hello ) als twee woorden werd geteld. Het aantal meetmomenten per kind varieerde omdat deze afhankelijk was van de medewerking van de ouders. Uit de resultaten kwam naar voren dat drie kinderen een parallelle stijging lieten zien in woordenschat in beide talen. Bij vier van de 18 kinderen ontwikkelden de woordenschat zich slechts in één taal goed. De woordenschat van de tweede taal groeide in deze gevallen niet tot nauwelijks over een periode van vier tot 18 maanden. De overige 11 kinderen lieten een 12

13 complementair ontwikkelingspatroon voor beide talen zien. Veranderingen in de ontwikkeling van de ene taal hing samen met die van de tweede taal. Voor acht van de 11 onderzochte kinderen gold dat wanneer de woordenschat van één taal groeide, de woordenschat van de tweede taal stagneerde, of zelfs verslechterde. Dit laatste gebeurde in drie van de 11 gevallen. Bij drie kinderen werd geconstateerd dat zij 40 nieuwe woorden produceerden binnen één maand. Geen van deze drie kinderen produceerde 20 van deze woorden in hun tweede taal. Dit betekent dat er slechts in één taal tegelijk een lexicale spurt plaatsvindt. Gebleken is dat drie van de 18 kinderen gedurende het onderzoek een steeds groter verschil lieten zien in de totale vocabulaire Spaans (TV Spaans) en in de Total Conceptual Vocabulary (TCV), TV Spaans groeide, terwijl de TVC constant bleef. Wanneer de groei in vocabulaire niet parallel loopt in beiden talen, zou dit kunnen betekenen dat de twee talen zich onafhankelijk van elkaar ontwikkelen. Ook zou het kunnen betekenen dat er een limiet zit aan de verwerkingscapaciteit. Dit zou de achteruitgang van de woordenschat van de ene taal verklaren, terwijl de andere taal een groei doormaakt. Of het daadwerkelijk zo is dat de twee talen zich onafhankelijk van elkaar ontwikkelen, of dat deze zich samen ontwikkelingen tot een taalsysteem, wordt bekeken in de volgende paragraaf. Zijn de twee taalsystemen gedifferentieerd of geïntegreerd? Een ander belangrijk vraagstuk omtrent de taalontwikkeling van tweetalige kinderen is of de twee verschillende taalsystemen gedifferentieerd of geïntegreerd zijn. De Separate Development hypothese gaat uit van twee gedifferentieerde taalsystemen. Dit betekent dat beide talen zich afzonderlijk van elkaar ontwikkelen, zonder elkaar te beïnvloeden. Doordat er geen beïnvloeding plaatsvindt doordat de twee taalsystemen zich afzonderlijk van elkaar ontwikkelen, zullen tweetaligen een ontwikkeling in beide talen laten zien die vergelijkbaar is 13

14 met de taalontwikkeling bij ééntaligen. Een eerdere studie, waarin onderzoek werd gedaan naar de taalontwikkeling bij tweetaligen, liet zien dat elke taal zijn eigen afzonderlijke groei doormaakt (2001, aangehaald in Conboy & Mills, 2005). Een andere hypothese, genaamd de fusie hypothese, is dat tot een bepaalde leeftijd de twee taalsystemen geïntegreerd zijn tot één systeem, waarna taalsystemen vervolgens van elkaar differentiëren. Wanneer twee taalsystemen samen tot één systeem zijn geïntegreerd, kan verwacht worden dat tijdens de taalontwikkeling de beide talen elkaar beïnvloeden. Tot een leeftijd van twee à drie jaar gebruiken tweetaligen in hun spraak de twee talen nogal eens door elkaar heen. Dit verschijnsel wordt mixing genoemd. De fusie hypothese beweert dat het verschijnsel mixing optreedt door de samensmelting van de twee grammaticale systemen. Na het derde levensjaar neemt het vermengen van de talen snel af (Köppe, 1996). De fusie hypothese is gebaseerd op twee observaties. De eerste observatie betreft het gebruik van de twee talen door elkaar heen gedurende de vroege fases van de taalontwikkeling. Dit wordt als bewijs gezien voor het bestaan van één geïntegreerd taalsysteem. De tweede observatie betreft het verschijnsel dat mixing op een specifiek punt in de ontwikkeling afneemt, totdat mixing niet meer voorkomt. Deze afname wordt gezien als gevolg van het taaldifferentiatie proces. De fusie hypothese gaat er dus vanuit dat tot een bepaald punt in de ontwikkeling de twee taalsystemen geïntegreerd zijn tot één taalsysteem. Vervolgens neemt het veelvuldig voorkomen van mixing af, totdat het verschijnsel niet meer voorkomt, waaruit geconcludeerd kan worden dat de taalsystemen van elkaar gedifferentieerd zijn. Uit een studie met volwassenen, is gebleken dat wanneer de tweede taal (T2) is aangeleerd in de kleutertijd of in de vroege kinderjaren er sprake is van twee gedifferentieerde systemen, (Abutalebi, Cappa & Perani; aangehaald in Conboy & Mills, 2006). Dit onderzoeksresultaat is gedeeltelijk evidentie voor de fusiehypothese, er is namelijk sprake van gedifferentieerde taalsystemen bij kinderen in de kleutertijd. In deze paragraaf wordt bekeken of er aanwijzingen gevonden 14

15 worden voor een geïntegreerd taalsysteem tijdens de kleutertijd en dus evidentie gevonden wordt voor de fusie hypothese. In deze paragraaf wordt ook bekeken of er evidentie gevonden wordt voor de Separate Development hypothese en er voor de kleutertijd sprake is van twee gedifferentieerde taalsystemen bij tweetalig opgevoede kinderen. Köppe onderzocht of de fusie hypothese wordt ondersteund. Hiervoor werden drie tweetalige kinderen met de leeftijd 1,5 tot 3 jaar oud onderzocht. Frans was de moedertaal van de moeders van de kinderen, en Duits de moedertaal van de vaders. De moeders spraken alleen Frans tegen de kinderen, de vaders alleen Duits. De kinderen woonden in een Duitse gemeenschap. Om de week werden de kinderen tijdens speelsituaties in hun thuissituatie gefilmd. De video-opnames duurden 60 minuten, waarvan de helft van de tijd gespeeld werd met een Duitse assistent en er dus Duits gesproken werd. De andere 30 minuten werd er met een Franse assistent gespeeld en dus Frans geconverseerd. Aan de hand van de videoopnames werd het mixing percentage berekend. De percentages in beide talen zijn vergeleken met de grammaticale ontwikkeling van ééntaligen. Er bleek geen specifiek punt in de grammaticale ontwikkeling aan te wijzen dat een daling in het mixing percentage teweeg brengt. Daarnaast bleek dat het begrip voor woordvolgorde in beide talen zich ontwikkelt op verschillende momenten in de taalontwikkeling. Deze bevindingen doen vermoeden dat er voor de kleutertijd geen sprake is van een geïntegreerd taalsysteem, maar van een gedifferentieerd taalsysteem. Mishina-Mori (2002) heeft onderzocht of de Separate Development Hypothesis opgaat bij Japans/Engelse kinderen. In de literatuur is nog niet eerder gekeken naar de taalontwikkeling van Japans/Engelse kinderen en de vergelijking met zowel Engelse als Japanse ééntaligen. Verwacht werd dat de Separate Development hypothese wordt bevestigd en dus de taalontwikkeling van tweetaligen vergelijkbaar is met de taalontwikkeling van zowel Japanse als Engelse ééntaligen. Twee Japans-Engels opgevoede kinderen werden zes 15

16 maanden lang onderzocht. Toen het onderzoek van start ging, hadden de kinderen een leeftijd van 32 en 28 maanden. De moeders van de kinderen spraken Japans, de vaders van de kinderen spraken Engels tegen de kinderen. Gedurende de zes maanden werden er videoopnames van de kinderen gemaakt. Aan de hand van de opnames werd de productie van ontkenningswoorden en (verbuigingen van) werkwoorden bijgehouden. Aan de hand van de opnames werd de MLU berekend voor beide woordgroepen van beide kinderen. De behaalde MLU-score werd vergeleken met de MLU-score van Engelse en Japanse ééntaligen van dezelfde leeftijd. De taalontwikkeling van het verbuigen van zowel Engelse als Japanse werkwoorden bij tweetaligen volgt hetzelfde tijdspad als dat van ééntaligen. Daarnaast is het ontwikkelingspatroon in de Japanse ontkenning van de tweetaligen vergelijkbaar met de ontwikkeling van de Japanse en de Engelse ééntaligen (Clancy, 1985; aangehaald in Mishina- Mori, 2002). Concluderend lieten tweetaligen een taalontwikkeling zien in grammatica die vergelijkbaar is met de ontwikkeling in eentalige kinderen. Blijkbaar wordt de taalontwikkeling in tweetalige kinderen niet versneld of vertraagd en dus kan er gesteld worden dat in tweetalige kinderen de twee taalsystemen elkaar niet beïnvloeden en zich dus afzonderlijk van elkaar ontwikkelen. Dit betekent dat de Separate Development hypothese wordt bevestigd. Uit bovenstaande is gebleken dat er evidentie wordt gevonden voor de Seperate Development hypothese. Dit betekent dat in tweetalige kinderen beide taalsystemen afzonderlijk van elkaar worden ontwikkeld en elkaar dus niet beïnvloeden. De fusie hypothese wordt gedeeltelijk ondersteund, er is namelijk wel bewijs gevonden voor twee gedifferentieerde taalsystemen. De taalsystemen zijn echter niet geintergreerd tot één taalsysteem, omdat de talen elkaar niet lijken te beïnvloeden tijdens de vroege taalontwikkeling. Dit duidt op een gedifferentieerd taalsysteem vanaf een vroege leeftijd in plaats van een geïntegreerd taalsysteem volgens de fusiehypothese. 16

17 Conboy en Mills (2006) onderzochten of de twee afzonderlijke verwerkingsystemen duidelijk terug te vinden zijn in de breinactiviteit. Aan de hand van event-related potentials (ERPs) werd de breinactiviteit gemeten terwijl er woorden uit beide talen auditief aanboden werden aan de kinderen. Er deden 30 Engels-Spaanse kinderen mee aan het onderzoek. De kinderen hadden een leeftijd die varieerde van 19 tot 22 maanden oud. ERPs werden gemeten terwijl de kinderen voor hen zowel bekende als onbekende woorden, in het Engels én het Spaans auditief aangeboden kregen. Er werd rekening gehouden met de dominante en de nondominante taal van de kinderen. De dominante taal is de taal die het kind het meest om zich heen hoort tijdens de opvoeding. Uit de resultaten bleek dat de woorden uit de dominante taal een ander patroon in neurale activiteit ontlokten dan de woorden uit de niet-dominante taal. Daarnaast werden de TCV en de TV van zowel het Engels als het Spaans berekend, gebaseerd op een methode beschreven in Pearson et al. (1994). Er bleek een verschil in ERP effect voor veel- en weinig voorkomende woorden, gebaseerd op de TCV. Daarbij kwamen er ERP verschillen voor in beide hemisferen. De verschillen lieten zien dat de breinactiviteit op de woorden samenhing met de TV van de beiden talen, maar ook met de TCV grootte. Een verklaring hiervoor is dat er zich meerdere neurale systemen in het brein bevinden die betrokken zijn wanneer beide talen tegelijk ontwikkeld worden. De resultaten indiceren dat de organisatie van taalrelevante hersenactiviteit gekoppeld is aan taalervaring en niet aan hersenrijping. Conclusies Uit de besproken onderzoeken komt naar voren dat taalontwikkeling bij tweetalige opgevoede kinderen lijkt op de taalontwikkeling bij eentalige kinderen. Naar voren kwam dat wat het fonologische stadium betreft, tweetalige kinderen vanaf een leeftijd van vier maanden al in staat zijn om foneemcontrasten te discrimineren, net zoals eentalige kinderen. Hier moet 17

18 echter wel bij vermeld worden dat tweetalige kinderen rond een leeftijd van acht maanden oud, het vermogen om kleinere foneemcontrasten te discrimineren tijdelijk verliezen. Zij zijn nog wel in staat om grotere contrasten van elkaar te kunnen onderscheiden. Op een leeftijd van 10 tot 12 maanden is het vermogen definitief hersteld en zijn tweetalige kinderen weer in staat om ook kleine klinkerverschillen van elkaar te onderscheiden. Wat de morfologische fase van de taalontwikkeling betreft, lijken er geen verschillen te bestaan tussen tweetalig en eentalig opgroeiende kinderen. Een kanttekening moet hierbij echter wel geplaatst worden. Er is namelijk maar naar een klein aspect van de totale morfologische ontwikkeling gekeken. Wat de grammaticale ontwikkeling betreft kan er gesteld worden dat wanneer er sprake is van voldoende blootstelling aan beide talen in de thuissituatie, dit leidt tot een morfosyntactische ontwikkeling die vergelijkbaar is met de morfosyntactische ontwikkeling van ééntaligen. Wanneer er in de thuissituatie echter hoofdzakelijk één van beide talen gesproken wordt (en de tweede taal alleen op school), ontwikkelt de morfosyntax zich minder snel in de taal die thuis weinig gesproken wordt dan de morfosyntax in eentalige kinderen. Omtrent de vocabulaire spurt is het volgende gebleken. Ook tweetalige kinderen maken een vocabulaire spurt door. De vocabulaire spurt verloopt echter niet in beide talen tegelijk. Er blijkt nogal verschil in de ontwikkeling van de productie van woorden in beide talen. Wanneer de groei van woordenschat niet parallel verloopt in beiden talen, zou dit kunnen betekenen dat er een limiet zit aan de verwerkingscapaciteit. Dit zou ook bij sommige tweetalige kinderen de achteruitgang van de woordenschat van de ene taal verklaren, terwijl de andere taal een groei doormaakt. Er blijkt uit een verscheidene onderzoeken dat beide taalsystemen zich afzonderlijk van elkaar ontwikkelen. De twee taalsystemen bij tweetalige kinderen lijken gedifferentieerd van elkaar te zijn, in plaats van geïntegreerd tot één taalsysteem. 18

19 Tot een bepaald punt in de taalontwikkeling is er van een geïntegreerd taalsysteem geen sprake. De fusie hypothese wordt dus niet bevestigd. De Separate Development hypothese blijkt al tijdens de vroege taalontwikkeling van kracht te zijn. Uit een onderzoek d.m.v. ERPs signalen blijkt ook dat de twee taalsystemen in tweetalige kinderen afzonderlijk van elkaar gelokaliseerd zijn. Verschillen in ERP-grootte tussen woorden uit de dominante en niet-dominante taal en het feit dat deze ERPs verschillen voorkwamen in beide hemisferen wijst erop dat de taalsystemen gedifferentieerd zijn. 19

20 Literatuurlijst Austin, J. (2009). Delay, interference and bilingual development: The acquisition of verbal morphology in children learning Basque and Spanish. International Journal of Bilingualism, 13, Conboy, B. T., & Mills, D. L. (2006). Two languages, one developing brain: Event-related potentials to words in bilingual toddlers. Development Science, 9, F1-F12. De Houwer, A. (2009). An Introduction to Bilingual Development. New York; MMTextbooks Dixon, J. A., & Marchman, V. A. (2007). Grammar and the lexicon: Developmental ordering in language acquisition. Child Development, 78, Fabiano-Smith, L., & Barlow, J. A. (2010). Interaction in bilingual phonological acquisition: Evidence from phonetic inventories. International Journal of Bilingual Education and Bilingualism, 13, Gathercole, V. C. M. (2007). Miami and North Wales, too far and yet so near: A constructivist account of morphosyntactic development in bilingual children. The International Journal of Bilingual Education and Bilingualism, 10, Gervain, J., & Mehler, J. (2010). Speech perception and language acquisition in the first year of life. Annual Review of Psychology, 61, Keshavarz, M. H. (2007). Morphological development in the speech of a Persian English bilingual child. J Psycholinguist Res, 36, Kohnert, K., Kan, P. F., & Conboy, B. T. (2010). Lexical and grammatical associations in sequential bilingual preschoolers. Journal of Speech, Language, and Hearing Research, 53, Koppe, R. (1996). Language differentiation in bilingual children: The development of grammatical and pragmatic competence. Linguistics, 34, Larsen-Freeman, D. (2010). A discussion of L2 morpheme processing and acquisition. Language Learning, 60, Mishina-Mori, S. (2002). Language differentiation of the two languages in early bilingual development: A case study of Japanese/English bilingual children. International Review of Applied Linguistics in Language Teaching, 40, Paradis, J. (2010). Bilingual children s acquisition of English verb morphology: Effects of language exposure, structure complexity, and task type. Language Learning, 30, Pearson, B. Z., & Fernández, S. C. (1994). Patterns of interaction in the lexical growth in two languages of bilingual infants and toddlers. Language Learning, 44,

21 Sebastián-Gallés, N., & Bosch, L. (2002). Building phonotactic knowledge in bilinguals: Role of early exposure. Journal of Experimental Psychology: Human Perception and Performanc, 28, Sebastián-Gallés, N., & Bosch L. (2009). Developmental shift in the discrimination of vowel contrasts in bilingual infants: Is the distributional account all there is to it? Developmental Science, 12,

Bilingualism and Cognition: The Acquisition of Frisian and Dutch Mw. E. Bosma

Bilingualism and Cognition: The Acquisition of Frisian and Dutch Mw. E. Bosma Bilingualism and Cognition: The Acquisition of Frisian and Dutch Mw. E. Bosma Nederlandse samenvatting Tweetaligheid en cognitie: de verwerving van het Fries en het Nederlands Deze dissertatie is het resultaat

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/20932 holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/20932 holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20932 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Haar, Sita Minke ter Title: Birds and babies : a comparison of the early development

Nadere informatie

Speaking of Reading. The Role of Basic Auditory and Speech Processing in the Manifestation of Dyslexia in Children at Familial Risk B.E.

Speaking of Reading. The Role of Basic Auditory and Speech Processing in the Manifestation of Dyslexia in Children at Familial Risk B.E. Speaking of Reading. The Role of Basic Auditory and Speech Processing in the Manifestation of Dyslexia in Children at Familial Risk B.E. Hakvoort Samenvatting Dyslexie komt voor bij ongeveer 3 tot 10%

Nadere informatie

Diagnostiek en indicatiestelling met het testinstrumentarium ESM. Ludo Verhoeven Expertisecentrum Nederlands Radboud Universiteit Nijmegen

Diagnostiek en indicatiestelling met het testinstrumentarium ESM. Ludo Verhoeven Expertisecentrum Nederlands Radboud Universiteit Nijmegen Diagnostiek en indicatiestelling met het testinstrumentarium ESM Ludo Verhoeven Expertisecentrum Nederlands Radboud Universiteit Nijmegen Opbouw Indicatiestelling ESM Begrijpen en produceren van taal Taalleerproblemen

Nadere informatie

Vroege spraak- en taalontwikkeling

Vroege spraak- en taalontwikkeling Vroege spraak- en taalontwikkeling Margreet Langereis Viataal Cochleair Implant Centrum Nijmegen/Sint-Michielsgestel 17 maart 2006 Inhoud presentatie Wat is taal? Mijlpalen op gebieden van de taalontwikkeling

Nadere informatie

Comparison: Kinderen zonder deze risicofactor.

Comparison: Kinderen zonder deze risicofactor. Zoekstrategieën JGZ-richtlijn Taalontwikkeling oekstrategie Om de uitgangsvragen op een gestructureerde manier uit te werken tot beantwoordbare vragen zijn deze eerst omgewerkt tot PICO uitgangsvragen.

Nadere informatie

Observationeel onderzoek Patiënt-controleonderzoek Cohortonderzoek Cross-sectioneel Systematisch review

Observationeel onderzoek Patiënt-controleonderzoek Cohortonderzoek Cross-sectioneel Systematisch review Zoekstrategie JGZ-richtlijn Taalontwikkeling Om de uitgangsvragen op een gestructureerde manier uit te werken zijn deze eerst omgevormd tot PICO uitgangsvragen. Hierbij wordt achtereenvolgens het volgende

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING Over de hele wereld groeien veel kinderen met een migrantenachtergrond tweetalig op, omdat hun etnische of eerste taal verschilt van de meerderheidstaal, hun tweede taal. De etnische

Nadere informatie

Het ORWELL project: hoe leren basisschoolleerlingen Engels

Het ORWELL project: hoe leren basisschoolleerlingen Engels Het ORWELL project: hoe leren basisschoolleerlingen Engels Judith Rispens J.E.Rispens@uva.nl Margreet van Koert, Patrick Snellings, Nihayra Leona, Maurits van der Molen, & Jurgen Tijms Inhoud ORWELL-project

Nadere informatie

SAMENVATTING Het doel van dit proefschrift is drieledig. Ten eerste wordt inzicht verschaft in het gebruik van directe-rede-constructies (bijvoorbeeld Marie zei: Kom, we gaan! ) door sprekers met afasie.

Nadere informatie

Meertaligheid en taalstoornissen. Jan de Jong Universiteit van Amsterdam

Meertaligheid en taalstoornissen. Jan de Jong Universiteit van Amsterdam Meertaligheid en taalstoornissen Jan de Jong Universiteit van Amsterdam Diagnostisch dilemma In veel onderzoek: oppervlakkige overeenkomst tussen eentalige kinderen met SLI en tweetalige kinderen zonder

Nadere informatie

Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur

Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur Hoewel kinderen die leren praten geen moeite lijken te doen om de regels van hun moedertaal

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/44267 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Spierings, M.J. Title: The music of language : exploring grammar, prosody and

Nadere informatie

Het Opbouwen van een Vocabulaire bij Tweetalige Kinderen

Het Opbouwen van een Vocabulaire bij Tweetalige Kinderen Het Opbouwen van een Vocabulaire bij Tweetalige Kinderen Nicole de Wildt Studentnummer 5833051 Universiteit van Amsterdam Begeleider Mw. Dr. M.H. Taal Aantal woorden paper: 6702 Inhoudsopgave Abstract

Nadere informatie

Een kind heeft recht op een stevig fundament.

Een kind heeft recht op een stevig fundament. Overgangsprotocol groep 1 - groep 2 groep 3 Inleiding Ooit was er een zelfstandige kleuterschool naast een zelfstandige lagere school. In die tijd werd het begrip schoolrijpheid gebruikt waarmee de mate

Nadere informatie

VOORBEELD VAN FEEDBACKRAPPORT SELOR TAALTEST

VOORBEELD VAN FEEDBACKRAPPORT SELOR TAALTEST Dit rapport wordt ter informatie aangeboden om uit te leggen hoe Selor de taalcompetenties evalueert en hoe Selor feedback geeft in de feedbackrapporten voor kandidaten. Dit voorbeeld dekt niet alle mogelijke

Nadere informatie

Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu

Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu Nederlandse Samenvatting De adolescentie is levensfase waarin de neiging om nieuwe ervaringen op te

Nadere informatie

Taalverwerving en Interpretatie (cursushandleiding)

Taalverwerving en Interpretatie (cursushandleiding) Taalverwerving en Interpretatie (cursushandleiding) Het doel van de cursus is een brug te slaan tussen de L1/L2 taalverwervingsliteratuur en de literatuur over (niet-lexicale) semantiek. De cursus is dus

Nadere informatie

Overzicht resultaten Premasterassessment

Overzicht resultaten Premasterassessment Overzicht resultaten Premasterassessment Vertrouwelijk Datum onderzoek 10-4-2014 Studentnummer Faculteit Opleiding Test 12345678 Faculteit der Sociale Wetenschappen (FSW) Communicatiewetenschap Premasterassessment

Nadere informatie

Person Markers in Spoken Spontaneous Israeli Hebrew. A Systematic Description and Analysis S. Cohen

Person Markers in Spoken Spontaneous Israeli Hebrew. A Systematic Description and Analysis S. Cohen Person Markers in Spoken Spontaneous Israeli Hebrew. A Systematic Description and Analysis S. Cohen Persoonsmarkeerders in het Spontaan Gesproken Israelisch Hebreeuws (Samenvatting) Het corpus-gebaseerde

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting. Verschillende vormen van het visuele korte termijn geheugen en de interactie met aandacht

Nederlandse samenvatting. Verschillende vormen van het visuele korte termijn geheugen en de interactie met aandacht Nederlandse samenvatting Verschillende vormen van het visuele korte termijn geheugen en de interactie met aandacht 222 Elke keer dat je naar iets of iemand op zoek bent, bijvoorbeeld wanneer je op een

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Agrammatische Broca-afasie wordt meestal veroorzaakt door een hersenbeschadiging in (de omgeving) van het gebied van Broca (Brodmann s areas 44 en 45). Hierdoor krijgt de patiënt

Nadere informatie

Mindset: Onderwijsmythe of niet? Onderzoek naar de rol van mindset in het basisonderwijs

Mindset: Onderwijsmythe of niet? Onderzoek naar de rol van mindset in het basisonderwijs Mindset: Onderwijsmythe of niet? Onderzoek naar de rol van mindset in het basisonderwijs Door: Joshi Verschuren, Universiteit Utrecht Vele basisscholen besteden tegenwoordig aandacht aan de mindset van

Nadere informatie

Het aanleren van een tweede taal door kinderen met. Specific Language Impairment

Het aanleren van een tweede taal door kinderen met. Specific Language Impairment Het aanleren van een tweede taal door kinderen met Specific Language Impairment Universiteit van Amsterdam Bachelor these Naam: Amy Keip Studentnr: 5651328 Begeleider: P. Snellings 1 Inhoudsopgave SLI

Nadere informatie

$% & ' & , -., /.., 0 )+ # ""1 2 # ""! 3 & &&- $# 4$"4# ""! & /

$% & ' & , -., /.., 0 )+ # 1 2 # ! 3 & &&- $# 4$4# ! & / ! ""# " $% & ' & ' & ( )* +! ""# """$, -., /.., 0 )+ # ""1 2 # ""! 3 & &&- $# 4$"4# ""! & / 0 ( $5 *. * 6 3 7 2 # 56 3 35 6., 7 8 * 5 53 9 73 6 13 : 58 ;

Nadere informatie

VOORBEELD VAN FEEDBACKRAPPORT SELOR TAALTEST

VOORBEELD VAN FEEDBACKRAPPORT SELOR TAALTEST Dit rapport wordt ter informatie aangeboden om uit te leggen hoe Selor de taalcompetenties evalueert en hoe Selor feedback geeft in de feedbackrapporten voor kandidaten. Dit voorbeeld dekt niet alle mogelijke

Nadere informatie

MASTER ORTHOPEDAGOGIEK SCRIPTIE

MASTER ORTHOPEDAGOGIEK SCRIPTIE FACULTEIT DER MAATSCHAPPIJ- EN GEDRAGSWETENSCHAPPEN Graduate School of Childhood Development and Education MASTER ORTHOPEDAGOGIEK SCRIPTIE 2016-2017 De beïnvloeding van tijdoriëntatie, timemanagement en

Nadere informatie

Laatst bijgewerkt op 2 februari 2009 Nederlandse samenvatting door TIER op 25 mei 2011

Laatst bijgewerkt op 2 februari 2009 Nederlandse samenvatting door TIER op 25 mei 2011 Effective leesprogramma s voor leerlingen die de taal leren en anderssprekende leerlingen samenvatting voor onderwijsgevenden Laatst bijgewerkt op 2 februari 2009 Nederlandse samenvatting door TIER op

Nadere informatie

Exposure to Parents Negative Emotions in Early Life as a Developmental Pathway in the Intergenerational Transmission of Depression and Anxiety E.

Exposure to Parents Negative Emotions in Early Life as a Developmental Pathway in the Intergenerational Transmission of Depression and Anxiety E. Exposure to Parents Negative Emotions in Early Life as a Developmental Pathway in the Intergenerational Transmission of Depression and Anxiety E. Aktar Summary 1 Summary in Dutch (Samenvatting) Summary

Nadere informatie

Nederlands leren: makkelijk of moeilijk? Folkert Kuiken,

Nederlands leren: makkelijk of moeilijk? Folkert Kuiken, Nederlands leren: makkelijk of moeilijk? Folkert Kuiken, f.kuiken@uva.nl Landelijke Studiedag LOWAN-VO, Ede, 8 april 2019 George Orwell Animal farm 2 Alle talen zijn gelijkwaardig Zijn alle talen even

Nadere informatie

Samenvatting. Tabel 8.1. Een olifant is groter dan een koe Een koe is groter dan een muis Een olifant is groter dan een muis

Samenvatting. Tabel 8.1. Een olifant is groter dan een koe Een koe is groter dan een muis Een olifant is groter dan een muis 149 150 Ongeveer negentien procent van de Nederlandse bevolking krijgt in zijn leven een angststoornis. Mensen die lijden aan een angststoornis ervaren intense angsten die van invloed zijn op het dagelijks

Nadere informatie

Doe een klein onderzoek naar de taalregels die een kind in jouw omgeving al dan niet onder de knie heeft en schrijf daar een verslag over.

Doe een klein onderzoek naar de taalregels die een kind in jouw omgeving al dan niet onder de knie heeft en schrijf daar een verslag over. Naam: Klas: Nr: Datum: Vak: Nederlands Leerkracht: Taalverwerving Opdracht 1 Doe een klein onderzoek naar de taalregels die een kind in jouw omgeving al dan niet onder de knie heeft en schrijf daar een

Nadere informatie

Voorspellers van latere taalvaardigheid

Voorspellers van latere taalvaardigheid Voorspellers van latere taalvaardigheid NVA Wintervergadering, 25-01-2013 Nienke Dijkstra Radboud Universiteit Nijmegen - Centre for Language Studies Caroline Junge Universiteit van Amsterdam Overview

Nadere informatie

Transfer en toegang tot Universele Grammatica in tweedetaalverwerving door volwassenen

Transfer en toegang tot Universele Grammatica in tweedetaalverwerving door volwassenen Samenvatting Transfer en toegang tot Universele Grammatica in tweedetaalverwerving door volwassenen Negen casestudies naar de verwerving van het Engels, Duits en Zweeds door volwassen moedertaalsprekers

Nadere informatie

Proefschrift Girigori.qxp_Layout 1 10/21/15 9:11 PM Page 129 S u m m a r y in Dutch Summary 129

Proefschrift Girigori.qxp_Layout 1 10/21/15 9:11 PM Page 129 S u m m a r y in Dutch Summary 129 S u m m a r y in Dutch Summary 129 Gedurende de geschiedenis hebben verschillende factoren zoals slavernij, migratie, de katholieke kerk en multinationals zoals de Shell raffinaderij de gezinsstructuren

Nadere informatie

Taalvergelijkend onderzoek naar SLI en wat het betekent voor tweetalige SLI. Jan de Jong

Taalvergelijkend onderzoek naar SLI en wat het betekent voor tweetalige SLI. Jan de Jong Taalvergelijkend onderzoek naar SLI en wat het betekent voor tweetalige SLI Jan de Jong Specific Language Impairment (SLI); Ned. equivalent: primaire taalstoornis 2 SLI is een taalachterstand, zonder dat

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Dutch Summary)

Nederlandse samenvatting (Dutch Summary) (Dutch Summary) 9 (Dutch Summary) Slechtziendheid en blindheid (visuele beperking) vormt in onze vergrijzende samenleving een steeds groter probleem in het leven van veel ouderen. Dit uit zich niet alleen

Nadere informatie

Samenvatting. Inleiding

Samenvatting. Inleiding Samenvatting Inleiding Eén aspect van het leren van een taal is het leren omgaan met de spraakklanken die in die taal voorkomen. Een algemeen probleem in de spraakwaarneming is het feit dat meerdere realisaties

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/31633 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Kant, Anne Marie van der Title: Neural correlates of vocal learning in songbirds

Nadere informatie

Onderzoek naar het hulpwerkwoord OP

Onderzoek naar het hulpwerkwoord OP Onderzoek naar het hulpwerkwoord OP Inleiding In 2010 is het Nederlandse Gebarencentrum een onderzoek gestart naar hulpwerkwoorden (auxilaries) binnen de Nederlandse Gebarentaal (NGT). In de Nederlandse

Nadere informatie

Klanken 1. Tekst en spraak. Colleges en hoofdstukken. Dit college

Klanken 1. Tekst en spraak. Colleges en hoofdstukken. Dit college Tekst en spraak Klanken 1 Representatie van spraak vereist representaties van gedeeltes die kleiner dan woorden zijn. spraaksynthese (tekst-naar-spraak) rijtje letters! akoestische golfvorm http://www.fluency.nl/

Nadere informatie

Betekenis van vaderschap

Betekenis van vaderschap Betekenis van vaderschap Conferentie vader-empowerment G.O.Helberg Kinder-en Jeugdpsychiater Materiaal ontleed aan onderzoek: Prof. dr. Louis Tavecchio Afdeling POWL, Universiteit van Amsterdam Een paar

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

Het belangrijkste doel van de studie in hoofdstuk 3 was om onafhankelijke effecten van visuele preview en spellinguitspraak op het leren spellen van

Het belangrijkste doel van de studie in hoofdstuk 3 was om onafhankelijke effecten van visuele preview en spellinguitspraak op het leren spellen van Samenvatting Het is niet eenvoudig om te leren spellen. Om een woord te kunnen spellen moet een ingewikkeld proces worden doorlopen. Als een kind een bepaald woord nooit eerder gelezen of gespeld heeft,

Nadere informatie

Hoe oefen je grammatica? Liesbeth Schenk Sonja van Boxtel TUDelft, ITAV Nederlands voor buitenlanders

Hoe oefen je grammatica? Liesbeth Schenk Sonja van Boxtel TUDelft, ITAV Nederlands voor buitenlanders Hoe oefen je grammatica? Liesbeth Schenk Sonja van Boxtel TUDelft, ITAV Nederlands voor buitenlanders 1 Programma Aanleiding + Twee typen leerders Theorie: Expliciet vs. impliciet Focus on Form: hoe? Processing

Nadere informatie

Persistent Grammatical Difficulties in Specific Language Impairment I. Duinmeijer

Persistent Grammatical Difficulties in Specific Language Impairment I. Duinmeijer Persistent Grammatical Difficulties in Specific Language Impairment I. Duinmeijer Samenvatting Persistente grammaticale problemen bij kinderen met specifieke taalontwikkelingsstoornissen (SLI). Een gebrek

Nadere informatie

Transparency in Language: A Typological Study S.C. Leufkens

Transparency in Language: A Typological Study S.C. Leufkens Transparency in Language: A Typological Study S.C. Leufkens Transparency in language. A typological study Sterre Leufkens Een taal kun je zien als een verzameling vormen (woorden, zinnen, klanken, regels),

Nadere informatie

Ontdek de stem van het kind

Ontdek de stem van het kind Ontdek de stem van het kind Introductie www.eiskjeclason.nl info@eiskjeclason.nl @Babypraat Communiceren met kinderen Attitude van volwassene: respect en bescheidenheid 1 1. inzicht in ontwikkeling van

Nadere informatie

Comprehension and production of verbs in aphasic speakers Jonkers, Roel

Comprehension and production of verbs in aphasic speakers Jonkers, Roel Comprehension and production of verbs in aphasic speakers Jonkers, Roel IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check the

Nadere informatie

Therapiekeuze bij verstaanbaarheidsproblemen. Waarom dit onderwerp? Goed nieuws! Therapiekeuze bij verstaanbaarheidsproblemen

Therapiekeuze bij verstaanbaarheidsproblemen. Waarom dit onderwerp? Goed nieuws! Therapiekeuze bij verstaanbaarheidsproblemen Therapiekeuze bij verstaanbaarheidsproblemen Regiodag logopedie 27 mei 2014 Waarom dit onderwerp? Maaike Diender Klinisch linguïst Audiologisch centrum Alkmaar: ACHN Kinderen 2-5 jaar, 2010-2013 Geen spraakproductieprobleem

Nadere informatie

Protocol. overgang groep 1 2 groep 2 3 en verlengde kleuterperiode

Protocol. overgang groep 1 2 groep 2 3 en verlengde kleuterperiode Protocol overgang groep 1 2 groep 2 3 en verlengde kleuterperiode Opgesteld in september-november 2009 Inhoudsopgave Inleiding pagina 3 De schoolloopbaan van een kleuter pagina 4 Meetmomenten en oudergesprekken

Nadere informatie

CHAPTER 13 NEDERLANDSE SAMENVATTING - VOOR DE LEEK -

CHAPTER 13 NEDERLANDSE SAMENVATTING - VOOR DE LEEK - CHAPTER 13 NEDERLANDSE SAMENVATTING - VOOR DE LEEK - CHAPTER 13 Het doel van mijn promotieonderzoek was het exploreren van de invloed van onderstaande factoren op de regulatie van stresshormonen bij veel

Nadere informatie

Engels als Aanvullende Taal

Engels als Aanvullende Taal International School of Amsterdam Engels als Aanvullende Taal Richtlijnen voor Ouders English as an Additional Language (EAL) Dutch Het doel van het EAL programma is om kinderen zelfstandig en zelfverzekerd

Nadere informatie

Research Institute of Child Development and Education Over oude en nieuwe oorzaken van dyslexie

Research Institute of Child Development and Education Over oude en nieuwe oorzaken van dyslexie Research Institute of Child Development and Education Over oude en nieuwe oorzaken van dyslexie Peter F. de Jong Brussel, Juni 2014 Overzicht Belang van kennis over oorzaken Belangrijkste oorzaken Enkele

Nadere informatie

Flitsend Spellen en Lezen 1

Flitsend Spellen en Lezen 1 Flitsend Spellen en Lezen 1 Flitsend Spellen en Lezen 1 is gericht op het geven van ondersteuning bij het leren van Nederlandse woorden, om te beginnen bij de klanklettercombinaties. Doelgroep Flitsend

Nadere informatie

Kijk eens in het brein!

Kijk eens in het brein! Kijk eens in het brein! Hersenen en taal Hersenen als onderzoeksdomein Cognitief proces als onderzoeksdomein bouwstenen, chemie anatomie localisatie functies fasen en verloop cognitief proces neurale representatie

Nadere informatie

Wat is de levenskwaliteit bij mensen die een EOT-traject volgen? Hoe evolueert deze levenskwaliteit in de eerste 30 maanden?

Wat is de levenskwaliteit bij mensen die een EOT-traject volgen? Hoe evolueert deze levenskwaliteit in de eerste 30 maanden? Wat is de levenskwaliteit bij mensen die een EOT-traject volgen? Hoe evolueert deze levenskwaliteit in de eerste 30 maanden? Auteur: Ruben Brondeel i.s.m. Prof. A. Buysse Onderzoeksvraag Met als doel de

Nadere informatie

Samenvatting. Gezond zijn of je gezond voelen: veranderingen in het oordeel van ouderen over de eigen gezondheid Samenvatting

Samenvatting. Gezond zijn of je gezond voelen: veranderingen in het oordeel van ouderen over de eigen gezondheid Samenvatting Samenvatting Gezond zijn of je gezond voelen: veranderingen in het oordeel van ouderen over de eigen gezondheid 2 2 3 4 5 6 7 8 Samenvatting 161 162 In de meeste Westerse landen neemt de levensverwachting

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20554 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Lai, Jun Title: The learnability of center-embedded recursion : experimental studies

Nadere informatie

1. Van taal naar taalwetenschap

1. Van taal naar taalwetenschap 1. Van taal naar taalwetenschap Opdracht 1.1 Vraag: Ga voor jezelf na hoe de verkleinwoorden van Nederlandse zelfstandige naamwoorden worden gevormd (dus: huis huisje, enzovoorts) en probeer zo de onbewuste,

Nadere informatie

Kinderen en horen. Algemene informatie over het gehoor van kinderen en gehoorverlies

Kinderen en horen. Algemene informatie over het gehoor van kinderen en gehoorverlies Kinderen en horen 7 Algemene informatie over het gehoor van kinderen en gehoorverlies Deze brochure is de zevende in een reeks Widex-publicaties over het gehoor en aanverwante onderwerpen. Het belang van

Nadere informatie

Grammaticaal geslacht en congruentie

Grammaticaal geslacht en congruentie Grammaticaal geslacht en congruentie Onderzoek naar congruentie van het bijvoeglijk naamwoord met het lidwoord en het zelfstandig naamwoord bij eentalig normaal ontwikkelende kinderen, eentalige kinderen

Nadere informatie

De invloed van een meertalige opvoeding op. volwassenen.

De invloed van een meertalige opvoeding op. volwassenen. De invloed van een meertalige opvoeding op verbale intelligentie en verbaal geheugen bij volwassenen. Annick Breedt Bruijn Studentnummer: 10196331 Begeleider: N. de Vent en L. Bedaf Datum: 19 juni 2015

Nadere informatie

TWEETALIGE VS. EENTALIGE KINDEREN

TWEETALIGE VS. EENTALIGE KINDEREN 25/1/2012 CONNECTIEVEN TWEETALIGE VS. EENTALIGE KINDEREN Verschillen tweetalige kinderen van eentalige kinderen met betrekking tot het gebruik van connectieven? Bachelor Eindwerkstuk Faculteit Geesteswetenschappen

Nadere informatie

nederlandse samenvatting Dutch summary

nederlandse samenvatting Dutch summary Dutch summary 211 dutch summary De onderzoeken beschreven in dit proefschrift zijn onderdeel van een grootschalig onderzoek naar individuele verschillen in algemene cognitieve vaardigheden. Algemene cognitieve

Nadere informatie

De Afname, Indexen en Subtests

De Afname, Indexen en Subtests De Afname, Indexen en Subtests Dé test voor diagnose en evaluatie van taalproblemen bij kinderen van 5 t/m 18 jaar Diagnose stellen Stappenplan om tot diagnose te komen 1. Observatieschaal De Observatieschaal

Nadere informatie

De rol van demografie in taalverandering. Freek Van de Velde KU Leuven

De rol van demografie in taalverandering. Freek Van de Velde KU Leuven De rol van demografie in taalverandering Freek Van de Velde KU Leuven Het verlies van morfologie Afgezien van enkele nieuwe synthetische vormen (Van Haeringen 1950), hebben de Germaanse talen (de Romaanse

Nadere informatie

IST Standaard. Intelligentie Structuur Test. meneer 1

IST Standaard. Intelligentie Structuur Test. meneer 1 IST Standaard Intelligentie Structuur Test ID 4589-1031 Datum 25.03.2015 IST Inleiding 2 / 12 INLEIDING De Intelligentie Structuur Test (IST) is een veelzijdig inzetbare intelligentietest voor jongeren

Nadere informatie

Voorwoord. Kwaliteitskringproduct Beschrijvingen bij logopedische onderzoeken KK245 Woerden 2

Voorwoord. Kwaliteitskringproduct Beschrijvingen bij logopedische onderzoeken KK245 Woerden 2 Voorwoord Geachte collega s. Dit kringproduct geeft een beschrijving van de meest gebruikte logopedische tests. Het beschrijft wat de tests / testonderdelen precies inhouden en hoe de scores geïnterpreteerd

Nadere informatie

De gesproken taalontwikkeling van gehoorgestoorde kinderen met ADHD

De gesproken taalontwikkeling van gehoorgestoorde kinderen met ADHD De gesproken taalontwikkeling van gehoorgestoorde kinderen met ADHD Invloed op fonologie, morfologie, syntaxis en vocabulaire Lisanne Bakker Naam: Lisanne Bakker Studentnummer: 2034255 Begeleider: Prof.

Nadere informatie

OPTIMALE SCAFFOLDING VOOR KINDEREN UIT HET SPECIAAL ONDERWIJS 1. Samenvatting

OPTIMALE SCAFFOLDING VOOR KINDEREN UIT HET SPECIAAL ONDERWIJS 1. Samenvatting OPTIMALE SCAFFOLDING VOOR KINDEREN UIT HET SPECIAAL ONDERWIJS 1 Samenvatting Door middel van optimale ondersteuning door de leerkracht (scaffolding), aangepast aan het niveau van de leerling kunnen kinderen

Nadere informatie

Summary & Samenvatting. Samenvatting

Summary & Samenvatting. Samenvatting Samenvatting De meeste studies na rampen richten zich op de psychische problemen van getroffenen zoals post-traumatische stress stoornis (PTSS), depressie en angst. Naast deze gezondheidsgevolgen van psychische

Nadere informatie

Beppie van den Bogaerde. Bimodale tweetaligheid in Kodas: tegelijkertijd spreken en gebaren. SPUI25 29 oktober 2015

Beppie van den Bogaerde. Bimodale tweetaligheid in Kodas: tegelijkertijd spreken en gebaren. SPUI25 29 oktober 2015 Beppie van den Bogaerde Bimodale tweetaligheid in Kodas: tegelijkertijd spreken en gebaren SPUI25 29 oktober 2015 Onderzoek in samenwerking met prof. dr. Anne Baker (em.) 4 Speciale dank aan en Wieteke

Nadere informatie

Onderzoeksverslag Tweetalige Lexiconlijsten op de Voorschool. Dr. Karijn Helsloot Stichting Studio Taalwetenschap

Onderzoeksverslag Tweetalige Lexiconlijsten op de Voorschool. Dr. Karijn Helsloot Stichting Studio Taalwetenschap Onderzoeksverslag Tweetalige Lexiconlijsten op de Voorschool Dr. Karijn Helsloot Stichting Studio Taalwetenschap Samenvatting De Lexiconlijst is een nuttig instrument voor de voorschool, zo blijkt uit

Nadere informatie

Samenvatting. Exploratieve bewegingen in haptische waarneming. Deel I: de precisie van haptische waarneming

Samenvatting. Exploratieve bewegingen in haptische waarneming. Deel I: de precisie van haptische waarneming Exploratieve bewegingen in haptische waarneming Haptische waarneming is de vorm van actieve tastwaarneming waarbij de waarnemer de eigenschappen van een object waarneemt door het object met zijn of haar

Nadere informatie

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden?

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Auteur: Ruben Brondeel i.s.m. Prof. A. Buysse Onderzoeksvraag Tijdens het proces van een echtscheiding

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/28737 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Cissé, Ibrahima Abdoul Hayou Title: Développement phonético-phonologique en fulfulde

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste Samenvatting Mensen zijn in het algemeen geneigd om consensus voor hun eigen gedrag waar te nemen. Met andere woorden, mensen denken dat hun eigen gedrag relatief vaak voorkomt. Dit verschijnsel staat

Nadere informatie

SAMENVATTING. Het onderzoek binnen deze thesis bespreekt twee onderwerpen. Het eerste onderwerp, dat

SAMENVATTING. Het onderzoek binnen deze thesis bespreekt twee onderwerpen. Het eerste onderwerp, dat SAMENVATTING Het onderzoek binnen deze thesis bespreekt twee onderwerpen. Het eerste onderwerp, dat beschreven wordt in de hoofdstukken 2 tot en met 6, heeft betrekking op de prestaties van leerlingen

Nadere informatie

Typering van Ondersteunde Communicatie als onderzoeks-gebied Onderzoek voor de prakijk. Filip T. Loncke

Typering van Ondersteunde Communicatie als onderzoeks-gebied Onderzoek voor de prakijk. Filip T. Loncke Typering van Ondersteunde Communicatie als onderzoeks-gebied Onderzoek voor de prakijk Filip T. Loncke Twee grote onderzoeksvragen Ondersteunde Communicatie als fenomeen wat leren we eruit? Hoe maken we

Nadere informatie

Flitsend Spellen en Lezen 1

Flitsend Spellen en Lezen 1 Flitsend Spellen en Lezen 1 Flitsend Spellen en Lezen 1 is gericht op het geven van ondersteuning bij het leren van Nederlandse woorden, om te beginnen bij de klanklettercombinaties. Doelgroep Flitsend

Nadere informatie

Beoordelen professionele en nietprofessionele. spreekvaardigheid hetzelfde?

Beoordelen professionele en nietprofessionele. spreekvaardigheid hetzelfde? Beoordelen professionele en nietprofessionele beoordelaars NT2- spreekvaardigheid hetzelfde? jubileumconferentie 20 jaar Staatsexamens Nederlands als tweede taal 31 augustus 2012 Klaartje Duijm k.duijm@uva.nl

Nadere informatie

Educatieve televisie en leren van leesvaardigheden Kunnen jonge kinderen leren van tv?

Educatieve televisie en leren van leesvaardigheden Kunnen jonge kinderen leren van tv? Educatieve televisie en leren van leesvaardigheden Kunnen jonge kinderen leren van tv? Universiteit Leiden Elma Pleijte 1034014 e.pleijte@fsw.leidenuniv.nl Inhoudsopgave 1. Inleiding 2 2. Methode 5 3.

Nadere informatie

Taal en Cognitie: Een Black Box Revelation. Esli Struys WOT/WOLEC, 10 mei 2011

Taal en Cognitie: Een Black Box Revelation. Esli Struys WOT/WOLEC, 10 mei 2011 Taal en Cognitie: Een Black Box Revelation Esli Struys WOT/WOLEC, 10 mei 2011 Overzicht Historisch overzicht Chomsky vs Skinner Cognitieve linguïstiek Psycho/neurolinguïstiek Casus Syntaxis en het brein

Nadere informatie

Tussendoelen ontwikkeling van de geletterdheid

Tussendoelen ontwikkeling van de geletterdheid Tussendoelen ontwikkeling van de geletterdheid 3;6 4 4;6 5 5;6 6 6,6 7 1. Beleeft zichtbaar plezier aan voorlezen, boeken en rijmpjes. 1. Beleeft zichtbaar plezier aan voorlezen, boeken en rijmpjes door

Nadere informatie

11. De leerling leert verder vertrouwd te raken met de klank van het Frans door veel te luisteren naar gesproken en gezongen teksten.

11. De leerling leert verder vertrouwd te raken met de klank van het Frans door veel te luisteren naar gesproken en gezongen teksten. A. LEER EN TOETSPLAN Leerjaar: 3 Onderwerp: Luistervaardigheid 11, 12, 13, 14 11. De leerling leert verder vertrouwd te raken met de klank van het Frans door veel te luisteren naar gesproken en gezongen

Nadere informatie

Executieve functies binnen de vroegbehandeling. Evelien Dirks NSDSK

Executieve functies binnen de vroegbehandeling. Evelien Dirks NSDSK Executieve functies binnen de vroegbehandeling Evelien Dirks NSDSK Van der Lem symposium september 2015 De6initie Executieve functies = parapluterm Executieve functies: Vaardigheden die nodig zijn om een

Nadere informatie

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Coparenting and child anxiety Metz, M. Link to publication

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Coparenting and child anxiety Metz, M. Link to publication UvA-DARE (Digital Academic Repository) Coparenting and child anxiety Metz, M. Link to publication Citation for published version (APA): Metz, M. (2017). Coparenting and child anxiety General rights It

Nadere informatie

Audiologisch centrum, spraaktaalteam

Audiologisch centrum, spraaktaalteam TOS en Meertaligheid Onderwijsdag 25 mei 2016 Maaike Diender, klinisch linguïst Els de Jong, teamleider spraaktaalteam/logo-akoepedist Audiologisch centrum, spraaktaalteam Gehooronderzoek Logopedisch onderzoek

Nadere informatie

1. Ziet de kleine verschillen. tussen letters/cijfers. 2. Herkent hetzelfde woord in een. 5. Kent en kan de namen van

1. Ziet de kleine verschillen. tussen letters/cijfers. 2. Herkent hetzelfde woord in een. 5. Kent en kan de namen van Tussendoelen van het domein TAAL Tussendoelen Visuele Waarneming 3;6 4 4;6 5 5;6 6 6,6 1. Kan aantal details aanwijzen op een plaat. 1. Kan meerdere (10) details aanwijzen op een plaat. 1. Ziet de kleine

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) * 132 Baby s die te vroeg geboren worden (bij een zwangerschapsduur korter dan 37 weken) hebben een verhoogd risico op zowel ernstige ontwikkelingproblemen (zoals mentale

Nadere informatie

Flitsend Spellen en Lezen 1

Flitsend Spellen en Lezen 1 Flitsend Spellen en Lezen 1 Flitsend Spellen en Lezen 1 is gericht op het geven van ondersteuning bij het leren van Nederlandse woorden, om te beginnen bij de klanklettercombinaties. Doelgroep Flitsend

Nadere informatie

Samenvatting. Coparenting en Angst van het Kind

Samenvatting. Coparenting en Angst van het Kind Samenvatting Coparenting en Angst van het Kind In dit proefschrift worden verschillende associaties tussen coparenting en angst binnen het gezin getoetst, zoals voorgesteld in het model van Majdandžić,

Nadere informatie

Helpen ondersteunende gebaren bij woordleren?

Helpen ondersteunende gebaren bij woordleren? Helpen ondersteunende gebaren bij woordleren? Het effect van ondersteunende gebaren op woordleren bij dove/slechthorende kinderen en kinderen met een taalontwikkelingsstoornis Lian van Berkel-van Hoof

Nadere informatie

Samenvatting. Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie

Samenvatting. Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie Overgewicht is een snel groeiend wereldwijd probleem en is geassocieerd

Nadere informatie

Child Care Quality in The Netherlands: From Quality Assessment to Intervention K.O.W. Helmerhorst

Child Care Quality in The Netherlands: From Quality Assessment to Intervention K.O.W. Helmerhorst Child Care Quality in The Netherlands: From Quality Assessment to Intervention K.O.W. Helmerhorst Samenvatting en Conclusies Samenvatting van het onderzoeksproject De studies die in dit proefschrift worden

Nadere informatie

Wat is er bekend over de relatie tussen het leren van Frans of Spaans als vreemde taal en dyslexie in het voorgezet onderwijs?

Wat is er bekend over de relatie tussen het leren van Frans of Spaans als vreemde taal en dyslexie in het voorgezet onderwijs? Opgesteld door: José van der Hoeven Vraagsteller: docent voortgezet onderwijs Geraadpleegde experts: dr. Elise de Bree (UvA), dr. Madelon van den Boer (UvA) Referentie: Kennisrotonde. 2017. Wat is er bekend

Nadere informatie

Samenvatting Zoeken naar en leren begrijpen van speciale woorden Herkenning en de interpretatie van metaforen door schoolkinderen

Samenvatting Zoeken naar en leren begrijpen van speciale woorden Herkenning en de interpretatie van metaforen door schoolkinderen Samenvatting Zoeken naar en leren begrijpen van speciale woorden Herkenning en de interpretatie van metaforen door schoolkinderen Onderzoek naar het gebruik van metaforen door kinderen werd populair in

Nadere informatie