TOW opdracht 1. Interactieve vaardigheden. Schriftelijke vaardigheid 1/2/3/4/5/6/7/8/9/10. Mondelinge vaardigheid 1/2/3/4/5/6/7/8/9/10

Transcriptie

1 TOW opdracht 1 1. Stel je voor dat je voor je werk een groot evenement moet organiseren. Welke vaardigheden zijn er volgens jou nodig om dat goed te kunnen doen? Waarom is dat van belang volgens jou? (benoem/bedenk minimaal 5 vaardigheden en werk het uit) Je hebt hiervoor de volgende vaardigheden nodig: - Leiding geven - Onderhandelingsvaardigheden - Samenwerken - Besluitvaardigheid - Creatief 2. Inventariseer je vaardigheden Een opdracht om inzicht te krijgen in jouw vaardigheden is om een cijfer te geven van 1 t/m 10 aan de eigenschappen die je bij jezelf ziet. Vraag ook twee andere mensen, die jou goed kennen, deze oefening in te vullen. Vergelijk de uitkomsten met je eigen antwoorden. Wat valt je op? Maak ten slotte een top drie van vaardigheden die bij jou het meest aanwezig zijn. Interactieve vaardigheden Schriftelijke vaardigheid 1/2/3/4/5/6/7/8/9/10 Mondelinge vaardigheid 1/2/3/4/5/6/7/8/9/10 Overtuigingskracht 1/2/3/4/5/6/7/8/9/10 Luistervaardigheid 1/2/3/4/5/6/7/8/9/10 Onderhandelen 1/2/3/4/5/6/7/8/9/10 Contactueel gedrag 1/2/3/4/5/6/7/8/9/10 Inlevingsvermogen 1/2/3/4/5/6/7/8/9/10 Assertiviteit 1/2/3/4/5/6/7/8/9/10 Klantgerichtheid 1/2/3/4/5/6/7/8/9/10 Netwerkgerichtheid 1/2/3/4/5/6/7/8/9/10

2 Uitvoeringsvaardigheden Beroep in praktijk brengen 1/2/3/4/5/6/7/8/9/10 Kwaliteit 1/2/3/4/5/6/7/8/9/10 Bereiken van van tevoren gestelde doelen 1/2/3/4/5/6/7/8/9/10 Ordelijkheid 1/2/3/4/5/6/7/8/9/10 Organiseren 1/2/3/4/5/6/7/8/9/10 Besluitvaardigheid 1/2/3/4/5/6/7/8/9/10 Creativiteit 1/2/3/4/5/6/7/8/9/10 Verbeteren 1/2/3/4/5/6/7/8/9/10 Commerciële instelling 1/2/3/4/5/6/7/8/9/10 Bestendigheid werkdruk 1/2/3/4/5/6/7/8/9/10 Toepassen kennis 1/2/3/4/5/6/7/8/9/10 Managementvaardigheden Coachen 1/2/3/4/5/6/7/8/9/10 Delegeren 1/2/3/4/5/6/7/8/9/10 Controleren 1/2/3/4/5/6/7/8/9/10 Organisatiesensitiviteit 1/2/3/4/5/6/7/8/9/10 Beheersen 1/2/3/4/5/6/7/8/9/10 Leidinggeven 1/2/3/4/5/6/7/8/9/10 Overzicht hebben 1/2/3/4/5/6/7/8/9/10 Verandervermogen 1/2/3/4/5/6/7/8/9/10 Ontwikkelen medewerkers 1/2/3/4/5/6/7/8/9/10 Verantwoordelijkheid nemen 1/2/3/4/5/6/7/8/9/10

3 Gedrag: wat doe ik? Waarom kan de ene persoon zijn dromen waarmaken, terwijl een andere niet verder komt dan het gemiddelde niveau? Ligt het aan inzet, ligt het aan motivatie of ligt het aan andere redenen? Om meer over je eigen gedrag te weten te komen en hierop actie te ondernemen zijn de onderstaande vragen een belangrijke hulpmiddel. 1. Hoelang werk jij door aan een taak of project terwijl je eigenlijk rust moet nemen? Ik werk erg lang door. Vaak omdat ik er pas laat aan begin en dus minder tijd heb om het af te maken. 2. Welke lichamelijke signalen krijg je als je teveel van jezelf vraagt? Stress, vermoeidheid. 3. Opdracht: Test je gedrag bij tegenslag Doe de Quick Scan om te kijken hoe jij in de meeste gevallen met tegenslag omgaat. Beantwoord de volgende vragen en lees in de onderstaande uitleg welke stijlen er zijn en welke jouw meest voorkomende stijl is. Bedenk bovendien per thema hoe je op dit punt acteert in je werkomgeving. Het gaat om je eerste ingeving. Instructie voor de becijfering van de stellingen 1. helemaal mee oneens; 2. meer oneens dan eens; 3. meer eens dan oneens; 4. helemaal mee eens. Omcirkel steeds één van de mogelijke antwoorden. Stellingen Cijfer 1. Als er problemen zijn, grijp ik direct in. 1/2/3/4 2. Maak je niet druk. Alles komt wel weer op zijn pootjes terecht. 1/2/3/4 3. Dingen waar je mee zit, moet je met anderen delen. 1/2/3/4 4. Ik keer het liefst helemaal in mezelf. 1/2/3/4 5. Bij problemen heb ik de neiging om er even tussenuit te gaan. 1/2/3/4 6. Ik geef graag lucht aan mijn ergernissen. 1/2/3/4 7. Ik kijk graag dingen nog even aan. 1/2/3/4 8. Je moet je bedenken dat er ergere dingen zijn in het leven. 1/2/3/4

4 9. Ik bekijk moeilijkheden vanuit meerdere invalshoeken. 1/2/3/4 10. Ik zie gauw beren op de weg. 1/2/3/4 11. Een lastige situatie zo uitleggen, dat het best wel meevalt. 1/2/3/4 12. Ik zoek graag afleiding als dingen tegen zitten. 1/2/3/4 13. Een probleem kan mij helemaal van slag brengen. 1/2/3/4 14. Uiten wat je denkt en voelt. 1/2/3/4 15. Ik ga moeilijke situaties liever uit de weg. 1/2/3/4 16. Je boosheid uiten naar diegene die het heeft veroorzaakt. 1/2/3/4 17. Ik spreek mezelf moed in bij tegenvallers. 1/2/3/4 18. Ik ga doelgericht te werk om een probleem op te lossen. 1/2/3/4 19. Je spanningen afreageren. 1/2/3/4 20. Als je iets hebt, bespreek het dan met vrienden of familie. 1/2/3/4 21. Als er spanningen zijn, probeer ik deze te verminderen door te roken, te drinken, te eten of te sporten. 1/2/3/4 Berekening score De test bevat 21 stellingen of uitspraken. Hieronder is de score per vraag te herleiden en welke vraag bij welke stijl past. De totaalscores worden berekend door de score per bijbehorende vragen op te tellen.

5 Manieren om met tegenslag om te gaan Vraag Score per reactiepatroon Actief aanpakken. Uitleg: Direct ingrijpen bij problemen. De feiten onder ogen zien en aanpakken. Manieren om met tegenslag om te gaan Actief aanpakken. Uitleg: Direct ingrijpen bij problemen. De feiten onder ogen zien en aanpakken. Palliatieve reactie of symptoom bestrijden. Uitleg: Afleiding zoeken of ontspannen door te drinken, te eten of te roken. Vermijden. Uitleg: Op zijn beloop laten, weglopen of vluchten uit de situatie. Sociale steun zoeken. Uitleg: Begrip zoeken, je zorgen delen of slachtofferrol spelen. Passief reactiepatroon. Uitleg: Piekeren, somber inzien of afzonderen. Expressie van emoties. Uitleg: Je ongenoegen laten blijken of afreageren. Geruststellende gedachten. Uitleg: Komt wel goed, relativeren of rationaliseren. Vraag Score per reactiepatroon Uitleg van de score In de test geeft de hoogste score (maximaal 12 punten per stijl) aan wat jouw voorkeursreactie is. Met deze test kun je kijken of je je gedragsuiting herkent. Het achterliggende idee hierbij is dat je je gedragsstijl opspoort. In stresssituaties komt je ongecensureerde IK naar boven. Mensen ontdoen zich dan van hun maskers. Reflectie - Welke gedragsuiting herken je bij situaties die te maken hebben gehad met je loopbaan? - Welke alternatieven zie je nu voor jezelf? - Hoe ga je dat aanpakken?