DEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE. PEUTERSPEELZAAL 't PINKELTJE BASISSCHOOL BAARDWIJK

Transcriptie

1 VVE-RAPPORT DEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE PEUTERSPEELZAAL 't PINKELTJE BASISSCHOOL BAARDWIJK Locatie peuterspeelzaal 't basisschool Baardwijk Brinnr. 16XK Plaats Waalwijk Onderzoeksnummer Documentnummer Datum onderzoek 20 november 2012 Datum vaststelling rapport 27 februari 2013 Odin: Onderzoeksdatum: Pagina 1 van 11

2 Odin: Onderzoeksdatum: Pagina 2 van 11

3 1. INLEIDING Dit rapport is het verslag van een onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs naar de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie (VVE). VVE is bedoeld voor jonge kinderen die onvoldoende zijn toegerust voor een soepele instroom in groep 3 van het basisonderwijs, waardoor ze grote kans lopen om achterop te raken. Dit rapport maakt onderdeel uit van de bestandsopname in de gemeente Waalwijk. In deze gemeente hebben alle voor- en vroegscholen die te maken hebben met VVE een vragenlijst ingevuld waarin zij de stand van zaken op hun (voor)school weergeven. Alle locaties krijgen automatisch een zelfrapportage. Enkele locaties zijn vervolgens bezocht door de Inspectie van het Onderwijs ter verificatie van deze zelfevaluaties. Alle bezochte locaties ontvangen een rapportage met de bevindingen van de Inspectie. Het definitieve rapport wordt gepubliceerd op de website van de Inspectie: De uitkomsten van alle zelfevaluaties en de bevindingen van de Inspectie van het Onderwijs naar aanleiding van de locatiebezoeken worden samengevat in een gemeentelijk rapport. Dit geeft een totaalbeeld weer van VVE in de gemeente Waalwijk. Dit rapport wordt, als het definitief is vastgesteld, samen met de locatierapporten, gepubliceerd op de website van de Inspectie: Werkwijze onderzoek Peuterspeelzaal 't en basisschool Baardwijk zijn respectievelijk een voorschool en een vroegschool die bezocht zijn door de Inspectie van het Onderwijs. Daarbij hebben de volgende activiteiten plaatsgevonden: groepsbezoeken gesprekken met leidsters en/of leerkrachten gesprekken met ouders gesprekken met locatieleiding, coördinatie en directie Dit rapport geeft de bevindingen van de Inspectie over de kwaliteit van VVE op deze locatie weer. Inhoud rapport In dit rapport worden de volgende onderwerpen besproken: De voorwaarden van VVE De ouders De kwaliteit van de educatie Het VVE-programma, zoals dat wordt aangeboden Het pedagogisch klimaat Het educatief handelen De ontwikkeling, zorg en begeleiding De kwaliteitszorg De doorgaande lijn tussen de voor- en vroegschool De resultaten van VVE Elk van de VVE-kwaliteitsaspecten is uiteengelegd in indicatoren. Als een indicator beoordeeld wordt, gebeurt dat doorgaans met de volgende oordelen: 1. Staat in de kinderschoenen: verbeteringen zijn dringend nodig Deze kwalificatie geeft aan dat er écht iets verbeterd dient te worden. 2. Enigszins ontwikkeld: verbeteringen zijn wenselijk Deze kwalificatie geeft aan dat het wenselijk is dat iets verbeterd wordt. 3. Voldoende 4. Goed ontwikkeld: een voorbeeld voor anderen Deze kwalificatie geeft aan dat dit aspect in orde is, en wel op een zodanige manier dat andere voor- en/of vroegscholen hiervan kunnen leren. Dit rapport is gebaseerd op het VVE-toezichtkader (zie de internetsite van de onderwijsinspectie). Odin: Onderzoeksdatum: Pagina 3 van 11

4 Opbouw van het rapport Hoofdstuk 2 beschrijft het totaalbeeld van het onderzoek. De beoordeelde onderwerpen (indicatoren) staan in hoofdstuk 3, met eerst de oordelen en daarna een toelichting als dat nodig is. Daarbij kunnen de overeenkomsten en verschillen tussen de zelfevaluatie van de locatie en de bevindingen van de Inspectie eveneens worden geduid. Als er op basis van dit onderzoek afspraken gemaakt zijn, staan die in hoofdstuk 4. Groepsinformatie peutergroepen: Reguliere groepen: Aantal peuters in groep a: 15, waarvan 8 doelgroeppeuters Aantal peuters in groep b: 15, waarvan 9 doelgroeppeuters Aantal peuters in groep c: 14, waarvan 7 doelgroeppeuters Aantal peuters in groep d: 14, waarvan 6 doelgroeppeuters Aantal peuters in groep e: 15, waarvan 7 doelgroeppeuters Aantal peuters in groep f: 16, waarvan 7 doelgroeppeuters Aantal peuters in groep g: 16, waarvan 7 doelgroeppeuters Aantal peuters in groep h: 15, waarvan 8 doelgroeppeuters Combigroepen: Aantal peuters in groep i: 13, waarvan 6 doelgroeppeuters Aantal peuters in groep j: 12, waarvan 7 doelgroeppeuters Aantal peuters in groep k: 11, waarvan 4 doelgroeppeuters Aantal peuters in groep l: 12, waarvan 7 doelgroeppeuters Aantal peuters in groep m: 8, waarvan 4 doelgroeppeuters Groepsinformatie kleutergroepen: Aantal kleuters in groep a: 28, waarvan 5 doelgroepkleuters Aantal kleuters in groep b: 29, waarvan 5 doelgroepkleuters Aantal kleuters in groep c: 29, waarvan 5 doelgroepkleuters Odin: Onderzoeksdatum: Pagina 4 van 11

5 2. HET TOTAALBEELD Voorschool Baardwijk en vroegschool 't zijn sinds 2010 gehuisvest in de brede school BaLaDe in Waalwijk. In deze brede school zitten naast de voorschool en de vroegschool nog circa 26 andere instellingen. Op gemeenteniveau is er sprake van een duidelijk VVE-beleid en een toekomstvisie. Dit is in samenspraak met alle betrokken partijen vorm gegeven en vastgelegd in een Convenant VVE en diverse notities en protocollen. Er is tevens een VVE-monitor opgesteld. Op dit moment is gestart met het realiseren van 'wijkclusters 0-6 jaar'. Dit houdt in dat op wijkniveau VVE- en niet VVE-partners samenwerken en afspraken maken over onder andere overdracht van kindgegevens, ouderbetrokkenheid, thema's en het activiteitenplan. Op zowel de voorschool als de vroegschool zijn alle betrokkenen doordrongen van het belang en de meerwaarde van VVE en staan open voor verdere ontwikkeling, afstemming en samenwerking op dit gebied. Een voorbeeld is het initiatief om de ouderbetrokkenheid gezamenlijk verder vorm te geven in de komende periode. Wat dit aspect betreft, liggen er zeker nog mogelijkheden en kansen voor beide partijen. Het gebouw leent zich hier ook voor. Een aanzienlijk deel van de peuters stroomt in de praktijk door naar vroegschool Baardwijk. Op grond van de beschikbare zelfevaluaties, de ontvangen documenten, de gevoerde gesprekken, maar zeker ook de uitgevoerde observaties, komt de inspectie tot de conclusie dat beide locaties op een groot aantal punten een goed beeld hebben van de feitelijke gang van zaken omtrent de onderbouwing en uitvoering van het VVE- beleid. Op enkele indicatoren komt de inspectie bij de uitgevoerde verificatie tot een ander oordeel. Voor beide locaties geldt dat de bevindingen van de inspectie grotendeels overeenkomen met de bevindingen van de locaties op grond van de zelfevaluatie. Daar waar dit niet het geval is of waar de inspectie een aanvulling heeft, wordt dit met een '* aangegeven. Odin: Onderzoeksdatum: Pagina 5 van 11

6 Odin: Onderzoeksdatum: Pagina 6 van 11

7 3. DE OORDELEN MET EEN TOELICHTING ALS DAT NODIG IS A CONDITIES A0.0 Samenwerking met voor/vroegschool Ja Ja A0.1 Er is een recent GGD-rapport beschikbaar 3 n.v.t. A0.2 In het rapport zijn de basisvoorwaarden voor voorschoolse educatie 3 n.v.t. getoetst A1 Een integraal VVE-programma A1.1 Naam/namen van programma(s) Piramide (voorschool en vroegschool) A2 De groepsgrootte voldoet aan de maximumeisen (voorschool) 3 n.v.t. A3 Leidster - kind ratio ("dubbele bezetting") 3 2* A4 Voldoende VVE-tijd A4.1 De peuters bezoeken de voorschool gedurende voldoende tijd (per week) 3 n.v.t. A4.2 Wat is doorgaans de beginleeftijd voor 2 jaar VVE? A5 Kwaliteit leidsters/leerkrachten A5.2 Alle leidsters/leerkrachten zijn toereikend gekwalificeerd (opleiding) 3 n.v.t. A5.3 Alle leidsters spreken voldoende Nederlands 3 n.v.t. A5.4 Alle leidsters zijn toereikend geschoold (voor het VVE-programma) 4* 2* A5.5 Er is een jaarlijks VVE-opleidingsplan 3 n.v.t. Vroegschool Baardwijk A3 Vroegschool Baardwijk geeft aan niet de formatieve ruimte te hebben om in de kleutergroepen een extra leerkracht in te zetten. De groepen 1 en 2 zijn op dit moment erg groot (circa 29 leerlingen). De vroegschool realiseert wel een dag in de week de inzet van een tutor (onderwijsassistent) in iedere groep. Zij werkt met groepjes kinderen die extra zorg nodig hebben. Het uitvoeren van tutor-activiteiten op slechts een dag per week is echter te weinig gezien het aantal zorgkinderen en het totaal aantal kinderen in iedere groep. Vanaf januari 2013 start de school met een nieuwe groep in de onderbouw. Dit om de werkdruk in de groepen 1 en 2 enigszins te verlagen. A5.4 De inspectie vindt het een voorbeeld voor anderen dat alle leidsters van de voorschool specifiek geschoold zijn voor het VVE-programma en daarnaast nog andere (verdiepende) modules rondom VVE hebben gevolgd. Op de vroegschool is dit, onder andere door vervanging van leerkrachten, niet het geval. Op vroegschool Baardwijk hebben niet alle leerkrachten VVE-scholing gevolgd. Dit is dan ook een verbeterpunt. B OUDERS B1 Gericht ouderbeleid 2* 2* B2 Ouders zijn vooraf adequaat geïnformeerd B3 Intake B4 Stimuleren om thuis ontwikkelingsstimulerende activiteiten te doen 2* 3 B5 Participatie in VVE-activiteiten in de voor/vroegschool B6 Informeren over de ontwikkeling van hun kind 3* 4* B7 Rekening houden met de thuistaal n.v.t. n.v.t. Voorschool 't en Vroegschool Baardwijk B1 Op geen van beide locaties is nog een uitgeschreven VVE-ouderbeleid beschikbaar, gebaseerd op een analyse van de ouderpopulatie. Odin: Onderzoeksdatum: Pagina 7 van 11

8 Voorschool 't B4 De ouders met wie de inspectie heeft gesproken tijdens het onderzoek, geven over het algemeen aan dat zij tevreden zijn over de voorschool. Met name het contact en de korte gesprekjes met de leidsters wordt als heel positief ervaren. Naast deze positieve waarderingen ziet de inspectie ook een belangrijk verbeterpunt. De vroegschool laat nog te veel kansen liggen om de ouders te stimuleren thuis activiteiten te doen met hun kinderen. Mogelijkheden die beter benut kunnen worden of nog onbenut zijn: spelinloop (specifiek gericht op ouderparticipatie), een themamiddag met ouders of gezamenlijke start en/of einde van een thema. Het is van belang dat ouders actiever gestimuleerd worden en hiervoor ook gerichte aanwijzigingen/ spelsuggesties en dergelijke krijgen. B6 Beide locaties informeren de ouders gepland en verschillende keren over de ontwikkeling van hun kind met behulp van toets- en observatiegegevens. Ouders geven aan dat er daarnaast voldoende tijd en ruimte wordt gemaakt wanneer zij iets willen bespreken met de leidsters of leerkrachten. Naast deze informele contactmomenten realiseert de vroegschool minstens vier ingeplande contactmomenten voor alle kinderen en daarnaast extra ingeplande momenten voor het bespreken van de ontwikkeling van de zorgleerlingen. De inspectie vindt de werkwijze van vroegschool Baardwijk hiermee een voorbeeld voor anderen. C KWALITEIT VAN DE UITVOERING VAN VVE C1 Kwaliteit van de educatie: het aangeboden programma C1.1 Een integraal VVE-programma C1.2 Werken met een doelgerichte planning 3* 2* C1.3 Het aanbod gericht op de taalontwikkeling is voldoende dekkend C1.4 Het aanbod klimt op in moeilijkheidsgraad en er wordt 3* 2* gedifferentieerd C2 Kwaliteit van de educatie: het pedagogisch klimaat C2.1 Het pedagogisch handelen van de leidsters/leerkrachten is respectvol 4* 4* C2.2 De leidsters/leerkrachten hanteren duidelijke pedagogische 4* 4* gedragsgrenzen C2.3 De leidsters/leerkrachten stimuleren de sociale vaardigheden en de 4* 3 persoonlijke competenties van de kinderen C2.4 De leidsters/leerkrachten tonen respect voor de autonomie van het 3 4* kind C2.5 De inrichting van de ruimte is aantrekkelijk, uitdagend en spel- en 2* 3 taal-uitlokkend C3 Kwaliteit van de educatie: het educatief handelen C3.1 Het educatief handelen van beide leidsters/leerkrachten is goed op elkaar afgestemd C3.2 Er worden de hele 'dag' effectieve en gerichte activiteiten voor de taalontwikkeling uitgevoerd C3.3 De leidsters/leerkrachten bevorderen de interactie met en tussen kinderen C3.4 De leidsters/leerkrachten stimuleren actieve betrokkenheid van de 4* 3 kinderen en verrijken het spelen en werken C3.5 De leidsters/leerkrachten bevorderen de ontwikkeling van aanpakgedrag (strategieën) bij de kinderen C3.6 Het gedrag van de leidsters/leerkrachten met de kinderen is 4* 3 responsief C3.7 De leidsters/leerkrachten stemmen de activiteiten af op verschillen in de ontwikkeling van de individuele kinderen Odin: Onderzoeksdatum: Pagina 8 van 11

9 C1.2, C1.4, C2.1, C2.2 Op zowel de voor- als de vroegschool werkt men met een jaarplanning en een weekplanning. Binnen die weekplanning, met de activiteiten die aan bod komen, werken de leidsters van voorschool t vanuit doelen en stemmen deze af op de verschillen in ontwikkeling van de kinderen. De leerkrachten van vroegschool Baardwijk werken nog niet op deze manier en de inspectie ziet dit dan ook als een belangrijk verbeterpunt. De school is voornemens om met groepsplannen te gaan werken en wil op die manier beter gaan afstemmen op de verschillen in ontwikkeling en onderwijsbehoefte van een leerling dan nu het geval is. Tijdens de geobserveerde activiteiten viel vooral op dat zowel de leerkrachten als leidsters zeer respectvol, vriendelijk en geduldig omgaan met alle kinderen. Uit de reacties van de kinderen blijkt dat zij zich gewaardeerd en gezien voelen. Daarnaast stellen de leerkrachten en leidsters duidelijke gedragsgrenzen, waarbij ze rekening houden met het ontwikkelingsniveau van het kind. Hierbij gaan de leerkracht en de leidster expliciet na of de regels ook begrepen worden. Voorschool 't C2.3, C3.4 en C3.6 Tijdens de geobserveerde activiteiten speelden beide leidsters actief mee met de kinderen. Hierbij besteden ze expliciet aandacht aan het bevorderen van het samenspel, het luisteren naar elkaar en samen materialen delen. Conflicten tussen kinderen gaan ze niet uit de weg. Samen met de kinderen zoeken de leidsters naar een oplossing, waarbij ze luisteren naar beide kinderen. Tijdens de (spel)activiteiten stellen de leidsters open vragen en zijn zij zichtbaar op zoek om iets toe te voegen aan het spel van de kinderen. Binnen het bestaande aanbod wordt met vaste regelmaat gebruik gemaakt van routines. Voorbeelden hiervan zijn de vertelboom, de vertelkoffer en de verteltafel. Binnen deze routines sluiten de leidsters aan bij de belevingswereld en betrokkenheid van de kinderen, maar voegen daaraan duidelijke (nieuwe) leermomenten. De inspectie is van mening dat er hiermee bewust ruimte wordt gecreëerd om actief te oefenen met de taal. Vroegschool Baardwijk C2.4 Zoals al eerder aangegeven, zijn de groepen 1 en 2 groot (circa 29 kinderen). Ondanks deze grote aantallen, slagen de leerkrachten er wel in om dagelijks kleine-kringactiviteiten te organiseren. De inspectie vindt dit, met deze grootte van de groep, een voorbeeld voor anderen. Hierbij wordt een groot beroep gedaan op de zelfstandigheid van alle kinderen. De leerkrachten stimuleren de zelfstandigheid van de kinderen door (gedrags)regels, rituelen en dagritme te visualiseren. Daarbij verliest de leerkracht de ruimte en vrijheid van kinderen om zelf keuzes te maken niet uit het oog. Kinderen hebben ruim voldoende de gelegenheid om zelf keuzes te maken gedurende de dag en om op hun eigen manier te spelen. De school zet regelmatig ouders in in de groepen 1 en 2 om de kinderen te ondersteunen bij bijvoorbeeld knutselactiviteiten. Voorschool 't C2.5 Na het noemen van deze positieve punten, ligt er niettemin een belangrijk verbeterpunt voor de voorschool. Hoewel de ruimte er opgeruimd, kleurrijk en fris uitziet, liggen er nog behoorlijk wat kansen. Zo is het is van groot belang dat er meer taaluitlokkende materialen en hoeken komen in de groep. De bovengenoemde routines zijn mooie voorbeelden, maar zijn wel afhankelijk van de inzet van een leidster. De vertelkoffer kunnen de kinderen niet altijd zelfstandig pakken en is hierdoor niet altijd beschikbaar. Het is van belang dat er naast deze routines meer hoeken komen met echte materialen die kinderen uitlokken om nog meer met taal te experimenteren. Zo is er nu wel een zand-/watertafel, maar die staat op de gang en kan alleen onder begeleiding van een leidster bezocht worden. D ONTWIKKELING, BEGELEIDING EN ZORG D1 Ontwikkeling, begeleiding en zorg binnen de groep D1.1 Volgen van de brede ontwikkeling van alle kinderen D1.2 De begeleiding is planmatig voor: de hele groep, de kleine 3 2* (tutor)groep en het individuele kind D1.3 De evaluatie van de aangeboden begeleiding en zorg 3* 2* D1.4 Specifieke aandacht bij de begeleiding en zorg voor de taalontwikkeling 3 2* Odin: Onderzoeksdatum: Pagina 9 van 11

10 D2 Ontwikkeling, begeleiding en zorg in de bredere zorgketen D2.1 Leidsters/leerkrachten hebben een overzicht van de kinderen die zorg nodig hebben die de voor- resp. vroegschool niet kan leveren, en van de aard van die zorg D2.2 Leidsters/leerkrachten melden kinderen aan voor externe zorg wanneer de voor- resp. vroegschool de gewenste zorg niet kan leveren D2.3 De leidsters/leerkrachten blijven de ontwikkeling van kinderen met extra zorg bijhouden 4* 4* D1.3 en D2.3 Op vroegschool t wordt na een vastgestelde periode het effect van de begeleiding en extra zorg geëvalueerd. De mentor van het desbetreffende kind is hiervoor verantwoordelijk. Na deze evaluatie van de begeleiding en extra zorg worden indien nodig vervolgstappen gezet. Op de vroegschool is de evaluatie nog een duidelijk verbeterpunt. Het is vooral van belang dat dit planmatig vorm krijgt, waarbij op vooraf vastgestelde momenten de zorg wordt geëvalueerd en indien nodig bijgesteld. Beide locaties blijven de ontwikkeling van kinderen met extra zorg goed bijhouden. Vier keer per jaar is er standaard een overleg in de vorm van zorg- en adviesteams (op de vroegschool) en mini zorg- en adviesteams (op de voorschool). Hierdoor blijven beide locaties actief betrokken en goed op de hoogte van de stand van zaken en de geboden zorg aan kinderen die externe zorg krijgen. Vroegschool Baardwijk D1.2 en D1.4 Vroegschool Baardwijk brengt de brede ontwikkeling in kaart met een observatieen registratiesysteem. De directie en de leerkrachten zijn zich ervan bewust dat er meer planmatig (zowel preventief als curatief) en doelbewuster (met de gehele groep, de kleine groep en het individuele kind) gewerkt moet worden. Maar deze werkwijze is nog niet volledig gerealiseerd in de praktijk. Daarnaast moet de zorg voor de taalontwikkeling (en de evaluatie) een belangrijkere rol spelen dan nu het geval is. E KWALITEITSZORG BINNEN DE VOOR- C.Q. VROEGSCHOOL E1 Er is VVE-coördinatie in de voor- c.q. vroegschool E2 De voor- c.q. vroegschool evalueert de kwaliteit van VVE regelmatig 2* 2* E3 De voor- c.q. vroegschool evalueert de VVE-resultaten van alle 2* 3* kinderen E4 De voor- c.q. vroegschool werkt planmatig aan VVEverbetermaatregelen 3* 3 E5 De voor- c.q. vroegschool borgt de kwaliteit van haar VVE-educatie 3* 3 E6 In de kwaliteitszorg van de basisschool wordt ook specifiek naar VVE gekeken n.v.t. 2* E2 en E3 Op geen van de beide locaties worden de kwaliteit en de opbrengsten van VVE systematisch in kaart gebracht (gebaseerd op vooraf gestelde doelen en ambities) en op basis hiervan onderbouwde conclusies getrokken. Het verdient aanbeveling voor beide locaties om naast het in kaart brengen van de resultaten van alle kinderen (dit doet de vroegschool al wel) een aparte, nadere analyse en weergave te geven van alle doelgroepkinderen. Voorschool 't E4 en E5 Om de bestaande kwaliteit vast te houden en te verbeteren, legt de voorschool in voldoende mate de werkwijzen en bestaande afspraken vast. Op deze manier is het voor iedereen helder hoe er gewerkt wordt. Daarnaast vinden er in voldoende mate initiatieven plaats die als doel hebben de VVE te verbeteren. Odin: Onderzoeksdatum: Pagina 10 van 11

11 Vroegschool Baardwijk E6 Vroegschool Baardwijk heeft VVE opgenomen in haar schoolgids en schoolplan, maar in de bestaande kwaliteitscyclus neemt VVE op dit moment nog geen duidelijke plaats in. F DOORGAANDE LIJN Baardwijk F1 Er is VVE-coördinatie tussen de voor- en vroegschool 3* F2 Er is concreet beleid om zoveel mogelijk kinderen te laten doorstromen 3 naar een vroegschool F3 De voor- en vroegschool zorgen voor een warme overdracht 3 F4 Het aanbod van de voor- en de vroegschool zijn op elkaar afgestemd 2* F5 Het pedagogisch klimaat en het educatief handelen van de voor- en 2* vroegschool is op elkaar afgestemd F6 De manier om met ouders om te gaan op de voor- en de vroegschool is 2* op elkaar afgestemd F7 De interne begeleiding en zorg op de voor- en vroegschool zijn op 2* elkaar afgestemd F1, F4, F5, F6, F7 De inspectie is van mening dat er op het gebied van de doorgaande lijn nog veel verbeterd moet worden. Het wederzijdse contact tussen beide locaties is goed, men zoekt gemakkelijk contact indien nodig. Er is sprake van VVE-coördinatie tussen beide locaties. Het is duidelijk wie waarvoor verantwoordelijk is. Er is echter nog geen sprake van een duidelijke, vastgelegde en op elkaar afgestemde werkwijze, waarbij optimaal gebruik wordt gemaakt van elkaars expertise. Eén onderdeel is wel voldoende geregeld en dat is de warme overdracht tussen beide partners. Voor alle doelgroepkinderen vindt er een warme overdracht plaats. Op alle overige onderdelen bevindt de samenwerking zich duidelijk nog in de kinderschoenen. G OPBRENGSTEN VAN VVE G1 De resultaten worden gemeten conform de gemeentelijk afspraken n.v.t. n.v.t. G2 De resultaten zijn van voldoende niveau n.v.t. n.v.t. G3 Verlengde kleuterperiode 3 G1 en G2 De inspectie doet geen uitspraken over de behaalde resultaten van VVE. De gemeente Waalwijk heeft nog geen expliciete resultaatafspraken met het VVE-veld gemaakt in termen van opbrengstnormen. Er liggen wel meer algemene afspraken vast, die met behulp van de VVEmonitor verdere concretisering krijgen. Vroegschool Baardwijk G3 Het percentage kleuters dat in de afgelopen twee schooljaren kleutergroepverlenging is aangeboden, ligt onder het landelijk gemiddelde van 12 procent. 4. VERVOLGAFSPRAKEN Het bezoek heeft geen aanleiding gegeven voor het maken van vervolgafspraken. Odin: Onderzoeksdatum: Pagina 11 van 11