CONCEPTRAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE PEUTERSPEELZAAL PINO/OKKIO BASISSCHOOL DE MATEN

Transcriptie

1 VVE-RAPPORT CONCEPTRAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE PEUTERSPEELZAAL PINO/OKKIO BASISSCHOOL DE MATEN Locatie Pino/Okkio De Brinnr. 09XH Plaats Oldenzaal Onderzoeksnummer Documentnummer Datum onderzoek Datum vaststelling Odin: Onderzoeksdatum: Pagina 1 van 11

2 1. INLEIDING Dit rapport is het verslag van een onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs naar de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie (VVE). VVE is bedoeld voor jonge kinderen die onvoldoende zijn toegerust voor een soepele instroom in groep 3 van het basisonderwijs, waardoor ze grote kans lopen om achterop te raken. Dit rapport maakt onderdeel uit van de bestandsopname in de gemeente Oldenzaal. In deze gemeente hebben alle voor- en vroegscholen die te maken hebben met VVE een vragenlijst ingevuld waarin zij de stand van zaken op hun (voor)school weergeven. Alle locaties krijgen automatisch een zelfrapportage. Enkele locaties zijn vervolgens bezocht door de Inspectie van het Onderwijs ter verificatie van deze zelfevaluaties. Alle bezochte locaties ontvangen een rapportage met de bevindingen van de Inspectie. Het definitieve rapport wordt gepubliceerd op de website van de Inspectie. De uitkomsten van alle zelfevaluaties en de bevindingen van de Inspectie van het Onderwijs naar aanleiding van de locatiebezoeken worden samengevat in een gemeentelijk rapport. Dit geeft een totaalbeeld weer van VVE in de gemeente Oldenzaal. Dit rapport wordt, als het definitief is vastgesteld, samen met de locatierapporten, gepubliceerd op de website van de Inspectie. Werkwijze onderzoek Pino/Okkio is een van de (voor)scholen die bezocht is door de Inspectie van het Onderwijs. Daarbij hebben de volgende activiteiten plaatsgevonden: groepsbezoeken gesprekken met leidsters en/of leerkrachten gesprekken met ouders gesprekken met locatieleiding, coördinatie en directie Dit rapport geeft de bevindingen van de Inspectie over de kwaliteit van VVE op deze locatie weer. Inhoud rapport In dit rapport worden de volgende onderwerpen besproken: de voorwaarden van VVE de ouders de kwaliteit van de educatie het VVE-programma, zoals dat wordt aangeboden het pedagogisch klimaat het educatief handelen de ontwikkeling, zorg en begeleiding de kwaliteitszorg de doorgaande lijn tussen de voor- en vroegschool de resultaten van VVE Elk van de VVE-kwaliteitsaspecten is uiteengelegd in indicatoren. Als een indicator beoordeeld wordt, gebeurt dat doorgaans met de volgende oordelen: 1. Staat in de kinderschoenen: verbeteringen zijn dringend nodig Deze kwalificatie geeft aan dat er écht iets verbeterd dient te worden. 2. Enigszins ontwikkeld: verbeteringen zijn wenselijk Deze kwalificatie geeft aan dat het wenselijk is dat iets verbeterd wordt. 3. Voldoende 4. Goed ontwikkeld: een voorbeeld voor anderen Deze kwalificatie geeft aan dat dit aspect in orde is, en wel op een zodanige manier dat andere voor- en/of vroegscholen hiervan kunnen leren. Dit rapport is gebaseerd op het VVE-toezichtkader (zie de internetsite van de onderwijsinspectie). Odin: Onderzoeksdatum: Pagina 2 van 11

3 Opbouw van het rapport Hoofdstuk 2 beschrijft het totaalbeeld van het onderzoek. De beoordeelde onderwerpen (indicatoren) staan in hoofdstuk 3, met eerst de oordelen en daarna een toelichting als dat nodig is. Daarbij kunnen de overeenkomsten en verschillen tussen de zelfevaluatie van de locatie en de bevindingen van de Inspectie eveneens worden geduid. Als er op basis van dit onderzoek afspraken gemaakt zijn, staan die in hoofdstuk 4. Groepsinformatie peutergroepen: Aantal peuters in groep a: 16, waarvan 6 doelgroeppeuters Aantal peuters in groep b: 16, waarvan 6 doelgroeppeuters Aantal peuters in groep c: 16, waarvan 8 doelgroeppeuters Aantal peuters in groep d: 16, waarvan 5 doelgroeppeuters Groepsinformatie kleutergroepen: Aantal kleuters in groep a: 24, waarvan 9 doelgroepkleuters Aantal kleuters in groep b: 25, waarvan 6 doelgroepkleuters Odin: Onderzoeksdatum: Pagina 3 van 11

4 2. HET TOTAALBEELD De inspectie stelt vast dat de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie op peuterspeelzaal Pino/Okkio onderdeel van de stichting Impuls en basisschool De onderdeel van stichting Konot te Oldenzaal deels op orde is. Het aspect Kwaliteit van de uitvoering van VVE, waaronder het aangeboden programma, het pedagogisch klimaat en het educatief handelen is op zowel de voor- als de vroegschool grotendeels op orde. De aspecten Condities, Ouders, Ontwikkeling, begeleiding en zorg en Kwaliteitszorg geven op beide instellingen een sterk wisselend beeld te zien. Twee zaken vallen op: In de eerste plaats geldt dat voor de peuterspeelzaal er onvoldoende uren VVE worden geboden aan de doelgroeppeuters. Door de ruime inlooptijden krijgen peuters die laat gebracht en vroeg gehaald worden maximaal negen en een half uur VVE in drie dagen. Hiermee voldoet de stichting Impuls niet aan de wet. In de tweede plaats onderscheidt de basisschool zich op positieve wijze door de manier waarop zij de intake vormt geeft. Ouders krijgen voorafgaand aan het intakegesprek een voorbereidingsformulier thuis. Hen wordt gevraagd dit formulier vooraf in te vullen. Op het formulier kunnen ouder aangeven hoe zij de ontwikkeling van hun kind zien, welke kenmerken hun kind heeft en hoe zij het opvoeden. De inspectie beschouwt dit als een voorbeeld voor anderen en waardeert deze indicator daarom als goed. Binnen het aspect Doorgaande lijn is alleen de warme overdracht voor peuterspeelzaal naar vroegschool als voldoende aangemerkt. Alle overige onderdelen zijn voor zowel Pino/Okkio als De verbeterpunten. Zowel de leidinggevende van de peuterspeelzaal als de directie van de vroegschool geven aan zich in het rapport te herkennen en zijn bereid aandacht te besteden aan de door de inspectie genoemde verbeter- en ontwikkelpunten. De gemeente Oldenzaal heeft een lokale educatie agenda voor de periode vastgesteld. Hierin is ook uitgebreid aandacht voor VVE. De genoemde actiepunten ter verbetering van de uitvoering en de kwaliteit van VVE bieden volop mogelijkheden voor peuterspeelzalen en vroegscholen in de gemeente Oldenzaal. Odin: Onderzoeksdatum: Pagina 4 van 11

5 3. DE OORDELEN MET EEN TOELICHTING ALS DAT NODIG IS Naam gemeente Oldenzaal A0.0 Samenwerking met voor/vroegschool Nee Nee A CONDITIES Pino/Okkio De A0.1 Er is een recent GGD-rapport beschikbaar 3 - A0.2 In het rapport zijn de basisvoorwaarden voor voorschoolse educatie 3 - getoetst A1 Een integraal VVE-programma A1.1 Naam/namen van programma(s) Piramide Piramide A2 De groepsgrootte voldoet aan de maximumeisen (voorschool) A3 Leidster - kind ratio ("dubbele bezetting") A4 Voldoende VVE-tijd A4.1 De peuters bezoeken de voorschool gedurende voldoende tijd (per week) A4.2 Wat is doorgaans de beginleeftijd voor VVE? tweeënhalf jaar 1 - A5 Kwaliteit leidsters/leerkrachten A5.2 Alle leidsters/leerkrachten zijn toereikend gekwalificeerd (opleiding) 3 - A5.3 Alle leidsters spreken voldoende Nederlands 3 - A5.4 Alle leidsters zijn toereikend geschoold (voor het VVE-programma) 3 2 A5.5 Er is een jaarlijks VVE-opleidingsplan 3 - De GGD heeft de peuterspeelzaal bezocht op 8 maart In het inspectie rapport is ook het 8 e domein beoordeeld. De inspectie van het onderwijs neemt de oordelen over. Op de dag van het inspectiebezoek werden tal van kinderen pas aan het eind van de inloop, die een half uur duurt, gebracht. Dezelfde kinderen werden onmiddellijk aan het begin van de afhaaltijd weer opgehaald. In deze situatie krijgen deze kinderen daardoor maar negen en een half uur VVE-tijd. De peuterspeelzaal voldoet hiermee niet aan de wet OKE en niet aan de subsidievoorwaarden van de gemeente Oldenzaal. Om die reden maakt de inspectie een afspraak met het bestuur van de stichting Impuls om de VVE-tijd binnen twee maanden op orde te brengen (A4.1). De stichting Impuls werkt alleen met leidsters die toereikend zijn gekwalificeerd (mbo 4-spw) en geschoold voor het VVE-programma. De leidinggevende van Pino/Okkio is bevoegd om zelf de leidsters op te leiden. Op De krijgen de doelgroepkleuters gedurende 10 uur per week pre-teaching van een tutor, die de kleuters les geeft in een aparte en daartoe speciaal ingerichte ruimte. Eén van de leraren van de vroegschool is nog niet geschoold voor het VVE-programma, maar wel in het schooljaar gestart met de scholing voor Piramide (A5.4). B OUDERS Pino/Okkio De B1 Gericht ouderbeleid 2 2 B2 Ouders zijn vooraf adequaat geïnformeerd 2 2 B3 Intake 3 4 B4 Stimuleren om thuis ontwikkelingsstimulerende activiteiten te doen B5 Participatie in VVE-activiteiten in de voor/vroegschool 2 2 B6 Informeren over de ontwikkeling van hun kind B7 Rekening houden met de thuistaal Odin: Onderzoeksdatum: Pagina 5 van 11

6 Voor- en vroegschool beschikken niet over een gericht ouderbeleid waarin een visie is geformuleerd op het gebied van ouderparticipatie, gebaseerd op een analyse van de ouderpopulatie, zoals taalachtergrond, opleidingsniveau, werkend of niet-werkend en andere sociaal-economische factoren. Op basis van deze analyse, de wensen en de mogelijkheden van de ouders en de eigen doelstellingen hoort een concreet ouderbeleid op schrift te worden gesteld. De inspectie beschouwt dit als een ontwikkelpunt (B1). Ouders van peuters en kleuters zijn van te voren niet geïnformeerd over doel en uitvoering van VVE. Dit is een verbeterpunt voor de voor- en vroegschool (B2). Bij de intake vragen de leidsters en leraren ook naar kindkenmerken, ontwikkeling van het kind en de wijze waarop de ouders het kind opvoeden. De leraren van De stellen de ouders met behulp van een vragenformulier vooraf in de gelegenheid hierover na te denken en het formulier in te vullen. De inspectie vindt dit een voorbeeld voor anderen en merkt daarom indicator B3 voor de vroegschool aan als een voorbeeld voor anderen. Op de peuterspeelzaal motiveren de leidsters de ouders om thuis ontwikkelingsstimulerende activiteiten te doen met hun kinderen. De ouders ontvangen een themabrief met daarop de aangeboden woorden, de liedjes en de boeken bij het thema. Daarnaast ontvangen zij een ouderbrief met tips en ideeën om thuis met de kinderen uit te voeren. Ook krijgen de ouders een verteltas mee, evenals de titels van de boeken bij het thema, die zij in de bibliotheek kunnen lenen. Ook de vroegschool geeft de themabrief mee. In individuele gesprekken met de ouders geven de leraren op basis van observaties aan welke ontwikkelingsstimulerende activiteiten zij thuis met hun kind kunnen doen. De participatie van ouders in VVE-activiteiten in de voor- en vroegschool is voor de peuterspeelzaal en de voorschool een ontwikkelpunt (B5). De voorschool is van plan om informatie in te winnen bij een school die hiermee ervaring heeft opgedaan. De ouders met wie de inspectie ten tijde van het bezoek heeft gesproken, toonden zich tevreden over de wijze waarop de leidsters en de leraren hen informeren over de ontwikkeling van hun kind. Zij ervaren de leidsters en leraren ook buiten de 10-minutengesprekken om als toegankelijk om kort ervaringen over hun kind uit te wisselen. Zowel op de voor- als de vroegschool houden de leidsters en leraren waar nodig rekening met de thuistaal van de ouders. In bijzondere gevallen kan een tolk worden ingezet. C KWALITEIT VAN DE UITVOERING VAN VVE Pino/Okkio De C1 Kwaliteit van de educatie: het aangeboden programma C1.1 Een integraal VVE-programma C1.2 Werken met een doelgerichte planning C1.3 Het aanbod gericht op de taalontwikkeling is voldoende dekkend C1.4 Het aanbod klimt op in moeilijkheidsgraad en er wordt gedifferentieerd C2 Kwaliteit van de educatie: het pedagogisch klimaat C2.1 Het pedagogisch handelen van de leidsters/leerkrachten is respectvol C2.2 De leidsters/leerkrachten hanteren duidelijke pedagogische gedragsgrenzen C2.3 De leidsters/leerkrachten stimuleren de sociale vaardigheden en de persoonlijke competenties van de kinderen C2.4 De leidsters/leerkrachten tonen respect voor de autonomie van het kind C2.5 De inrichting van de ruimte is aantrekkelijk, uitdagend en spel- en 2 3 taaluitlokkend C3 Kwaliteit van de educatie: het educatief handelen C3.1 Het educatief handelen van beide leidsters/leerkrachten is goed op elkaar afgestemd C3.2 Er worden de hele 'dag' effectieve en gerichte activiteiten voor de taalontwikkeling uitgevoerd C3.3 De leidsters/leerkrachten bevorderen de interactie met en tussen 3 2 kinderen C3.4 De leidsters/leerkrachten stimuleren actieve betrokkenheid van de kinderen en verrijken het spelen en werken Odin: Onderzoeksdatum: Pagina 6 van 11

7 C3.5 De leidsters/leerkrachten bevorderen de ontwikkeling van aanpakgedrag (strategieën) bij de kinderen C3.6 Het gedrag van de leidsters/leerkrachten met de kinderen is responsief C3.7 De leidsters/leerkrachten stemmen de activiteiten af op verschillen in de ontwikkeling van de individuele kinderen 2 3 Aanbod Zowel de peuterspeelzaal als de vroegschool gebruiken het integrale VVE-programma Piramide. De vroegschool maakt daarnaast voor de verdieping gebruik van Schatkist. Leidsters en leraren werken vanuit een planning van doelen, waarbij het aanbod gericht op de taalontwikkeling voldoende aandacht krijgt. Bij het aanbod houden de leidsters en leraren er rekening mee dat het opklimt in moeilijkheidsgraad en differentiëren zij door rekening te houden met de ontwikkelingsfase van het kind. Pedagogisch klimaat Leidsters en leraren creëren een warm en veilig pedagogisch klimaat door respectvol met de peuters en kleuters om te gaan en duidelijke gedragsgrenzen te hanteren. Zij houden rekening met de autonomie van het kind door het ook zelf keuzes te laten maken uit mag- en moettaken. Zowel leidsters als leraren stimuleren de persoonlijke competenties van de kinderen door hen positief te benaderen en te complimenteren als ze iets goed doen. Door kinderen bewust te maken van het effect van hun handelen, bevorderen zij de sociale vaardigheden van de peuters en kleuters. De inrichting van de ruimte op de peuterspeelzaal is nog te weinig taaluitlokkend. Zo ontbreekt het bijvoorbeeld aan picto s om de betekenis van bepaalde voorwerpen of materialen aan te duiden. Daarnaast kan er meer gebruik worden gemaakt van echte voor de peuters herkenbare voorwerpen in plaats van de plastic varianten (C2.5). Op de vroegschool is de inrichting van de ruimte voldoende uitdagend en spel- en taaluitlokkend. Er is onder andere een letter- en cijfermuur en er zijn diverse uitdagende speelhoeken ingericht. Educatief handelen De leidsters stemmen hun educatief handelen op elkaar af. Zij werken beurteling of met de grote groep of met de tutorgroep. Ook zijn er afspraken over het observeren van de peuters. De leraren maken het weekprogramma, waarin ook de doelen en activiteiten van de tutor zijn opgenomen. De leidsters en leraren zijn zich continu bewust van het belang van de taalontwikkeling en voeren de hele dag effectieve en daarop gerichte activiteiten uit. Op de peuterspeelzaal is gezien dat de leidsters bewust rekening houden met zowel de interactie met als tussen de peuters. Op de voorschool heeft de inspectie vastgesteld dat in de door haar bezochte lessituaties te weinig gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheden van interactie, ook al waren de lessituaties leerkracht gestuurd. Er werden weinig open vragen gesteld en de leraren waren hoofdzakelijk zelf aan het woord. De inspectie beschouwt dit als een verbeterpunt (C3.3). De leidsters en leraren benutten kansen om het spel te verrijken en aan te sluiten bij de zone van naaste ontwikkeling. Ook bevorderen zij het aanpakgedrag van de kinderen door met het kind te reflecteren op de handeling en te kijken hoe de taak is aangepakt. Op de voorschool stemmen de leidsters de activiteiten nog te weinig af op verschillen tussen individuele peuters die zij hebben vastgesteld op basis van de observaties en toetsresultaten. De inspectie benoemt om die reden indicator C3.7 als verbeterpunt. De leraren van de voorschool werken met een groepsplan, waarin de onderwijsbehoefte van de leerlingen en hun niveau staat beschreven. Waar nodig is er daarnaast extra ondersteuning op individueel niveau. D ONTWIKKELING, BEGELEIDING EN ZORG Pino/Okkio De D1 Ontwikkeling, begeleiding en zorg binnen de groep D1.1 Volgen van de brede ontwikkeling van alle kinderen 2 2 D1.2 De begeleiding is planmatig voor: de hele groep, de kleine (tutor)groep en het individuele kind D1.3 De evaluatie van de aangeboden begeleiding en zorg 2 2 D1.4 Specifieke aandacht bij de begeleiding en zorg voor de 2 3 Odin: Onderzoeksdatum: Pagina 7 van 11

8 taalontwikkeling D2 Ontwikkeling, begeleiding en zorg in de bredere zorgketen D2.1 Leidsters/leerkrachten hebben een overzicht van de kinderen die zorg nodig hebben die de voor- resp. vroegschool niet kan leveren, en van de aard van die zorg D2.2 Leidsters/leerkrachten melden kinderen aan voor externe zorg wanneer de voor- resp. vroegschool de gewenste zorg niet kan leveren D2.3 De leidsters/leerkrachten blijven de ontwikkeling van kinderen met extra zorg bijhouden 2 3 Het volgen van de brede ontwikkeling van de peuters en kleuters beschouwt de inspectie als een verbeterpunt omdat de observatie- en registratie-instrumenten die de voor- en vroegschool gebruiken, niet alle vier ontwikkelingsgebieden (taal, rekenen, motorische ontwikkeling en sociaalemotionele ontwikkeling) omvatten (D1.1). Op zowel de peuterspeelzaal als de vroegschool bepalen de leidsters en leraren de begeleiding en zorg mede op basis van informatie over de ontwikkeling van het kind. Afhankelijk van de situatie vindt deze plaats op individueel niveau, in een tutorgroep of in de kleine kring. Het tijdstip waarop men de begeleiding biedt, wordt op beide instellingen vooraf gepland. De evaluatie van de geboden zorg en begeleiding beschouwt de inspectie als ontwikkelpunt voor zowel de peuterspeelzaal als de vroegschool. Veelal is de evaluatie niet gericht op het doel en ontbreekt een beschrijving van de vervolgstappen (D1.3). Vanwege het belang van de taalontwikkeling in VVE, verwacht de inspectie dat hier specifiek aandacht voor die ontwikkeling is bij de begeleiding en zorg. De inspectie beschouwt dit als een verbeterpunt voor de peuterspeelzaal (D1.4). De peuterspeelzaal heeft goed in beeld welke peuters zorg en begeleiding nodig hebben, die de voorschool niet kan bieden. In het zorgdocument staan de stappen beschreven die worden gezet om de externe zorg voor een peuter te organiseren. De ouders worden hierbij nadrukkelijk betrokken en begeleid. Het volgen van de ontwikkeling van kinderen die ook externe zorg krijgen, is een verbeterpunt voor de peuterspeelzaal (D2.3). Ook de vroegschool signaleert tijdig welke kleuters externe zorg nodig hebben. De procedure staat beschreven in het zorgdocument van De. De leraren volgen de ontwikkeling van leerlingen met externe zorg en sluiten waar mogelijk in de klas hierbij aan. E KWALITEITSZORG BINNEN DE VOOR- C.Q. VROEGSCHOOL Pino/Okkio De E1 Er is VVE-coördinatie in de voor- c.q. vroegschool E2 De voor- c.q. vroegschool evalueert de kwaliteit van VVE regelmatig 2 2 E3 De voor- c.q. vroegschool evalueert de VVE-resultaten van alle kinderen E4 De voor- c.q. vroegschool werkt planmatig aan VVEverbetermaatregelen E5 De voor- c.q. vroegschool borgt de kwaliteit van haar VVE-educatie E6 In de kwaliteitszorg van de basisschool wordt ook specifiek naar VVE gekeken - 2 Op de peuterspeelzaal is een begin gemaakt met kwaliteitszorg. De leidinggevende heeft een structuur opgezet die nu wordt toegepast en waar dat mogelijk zal zijn, verbeterd. De inspectie beschouwt de opzet en werkwijze als voldoende met uitzondering van indicator E2. Het regelmatig specifiek evalueren van de kwaliteit van VVE gebeurt nog niet en is om die reden een verbeterpunt. De kwaliteitszorg op de voorschool maakt deel uit van het kwaliteitszorgsysteem van De. Omdat de school niet regelmatig de kwaliteit van VVE evalueert en er in de kwaliteitszorg van de basisschool ook niet specifiek wordt gekeken naar VVE, merkt de inspectie de indicatoren E2 en E6 voor de vroegschool aan als verbeterpunten. Odin: Onderzoeksdatum: Pagina 8 van 11

9 F DOORGAANDE LIJN Pino/Okkio De F1 Er is VVE-coördinatie tussen de voor- en vroegschool 2 2 F2 Er is concreet beleid om zoveel mogelijk kinderen te laten doorstromen 2 - naar een vroegschool F3 De voor- en vroegschool zorgen voor een warme overdracht F4 Het aanbod van de voor- en de vroegschool zijn op elkaar afgestemd 2 2 F5 Het pedagogisch klimaat en het educatief handelen van de voor- en 2 2 vroegschool is op elkaar afgestemd F6 De manier om met ouders om te gaan op de voor- en de vroegschool is 2 2 op elkaar afgestemd F7 De interne begeleiding en zorg op de voor- en vroegschool zijn op elkaar afgestemd 2 2 Een structurele coördinatie tussen voor- en vroegschool, waarbij VVE-inhouden op de agenda staan, anders dan via de gemeentelijke VVE-werkgroep, is er niet (F1). Doordat de peuters naar verschillende basisscholen gaan is dit lastig om te realiseren. De peuterspeelzaal heeft geen beleid waarin het stimuleren van de doorstroming van doelgroeppeuters naar een VVE-basisschool is vastgelegd (F2). De leidsters zorgen voor een warme overdracht van de gegevens over doelgroepkinderen als deze naar de basisschool gaan, nadat de gegevens met de ouders zijn besproken. Een inhoudelijke afstemming tussen voor- en vroegschool ontbreekt. Er is geen sprake van het afstemmen van het aanbod, pedagogisch klimaat en educatief handelen, het ouderbeleid en de zorg en begeleiding. Hiermee valt voor alle partijen (de peuterzaal zelf en de basisscholen die kinderen aannemen van de peuterzaal) nog winst te behalen (F4, F5, F6 en F7). G OPBRENGSTEN VAN VVE Pino/Okkio De G1 De resultaten worden gemeten conform de gemeentelijk afspraken - - G2 De resultaten zijn van voldoende niveau - - G3 Verlengde kleuterperiode - 3 Er zijn ten tijde van het schoolbezoek geen afspraken met de gemeente over resultaten van VVE. Om die reden doet de inspectie geen uitspraken over de indicatoren G1 en G2. Het aantal kleuters met een verlengde kleuterperiode ligt onder de norm van 12% die de inspectie hiervoor hanteert. Odin: Onderzoeksdatum: Pagina 9 van 11

10 Odin: Onderzoeksdatum: Pagina 10 van 11

11 4. VERVOLGAFSPRAKEN Het bezoek heeft aanleiding gegeven voor het maken van één vervolgafspraak. De inspectie heeft met het bestuur van peuterspeelzaal Pino/Okkio afgesproken dat zij binnen twee maanden na het inspectiebezoek de VVE-tijd heeft verhoogd tot minimaal 10 uur per week. De inspectie verwacht dat het bestuur haar in kennis stelt van de wijze waarop zij voortaan aan haar wettelijke verplichting betreffende VVE-tijd voldoet. Odin: Onderzoeksdatum: Pagina 11 van 11