U DIENT HET TENTAMEN WEER IN TE LEVEREN!
|
|
- Brecht Jelle de Boer
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 FACULTEIT DER BESTUURSKUNDE Sectie Organisatie & Financiën Kenmerk : OF Datum : : Docent : dr. P. de Vries TENTAMEN Economie en Bestuur (172080) Datum : Tijd : uur Plaats : Naam : Studentnummer : Preambule Plaats eerst uw naam en studentnummer, ook op uw invulformulier. NIET GEDAAN ==> tentamen ONGELDIG! Het tentamen bestaat uit de onderdelen Public Choice (I) en Neo-institutionele economie (II). Eerst meerkeuzevragen, daarna open vragen. De 30 meerkeuzevragen betreffen 15 vragen per onderdeel. Per meerkeuzevraag zijn 2 punten te behalen. De open vragen betreffen elk een onderdeel. Per open vraag zijn er 20 punten te verdienen. Uw eindcijfer is het totaal behaalde aantal punten gedeeld door 10. Voor de beantwoording van de meerkeuzevragen gebruikt u de daartoe verstrekte formulieren. Voor de beantwoording van de open vragen maakt u gebruik van de ruimten tussen deze vragen. Voor zover nodig dient u uw uitwerking erbij te geven. U DIENT HET TENTAMEN WEER IN TE LEVEREN!
2 Meerkeuzevragen Onderdeel I: Public Choice Vraag 1 a. De public choice neemt afstand van de politicologie als wetenschappelijke benadering van het openbaar bestuur. b. De public choice maakt deel uit van de economie, en vormt een positieve benadering van politicologische vraagstukken. c. De public choice richt zich op de methode van besluitvorming ten aanzien van de toedeling van al dan niet schaarse middelen. Vraag 2 a. Het methodologisch individualisme gaat uit van de overheid als zelfstandig economisch subject. b. De structurele isomorfie is kenmerkend voor het methodologisch individualisme. c. Het methodologisch individualisme onderkent dat behalve individuen ook groepen belangen nastreven. Vraag 3 a. Het methodologisch individualisme impliceert egoïsme. b. Het methodologisch individualisme sluit altruïsme uit. c. Altruïsme en egoïsme zijn het resultaat van methodologisch individualisme. d. Geen van voorgaande uitspraken is juist. Vraag 4 a. Bij een intervalschaal is het sommeren van de verschillen geen zinvolle operatie. b. Een intervalschaal is ook altijd een ratioschaal. c. Een ratioschaal is een intervalschaal met een natuurlijk nulpunt. Vraag 5 Wat is GEEN kenmerk van het maatschappelijke welvaartsoptimum van een collectief goed? a. De marginale baten van individuen A en B zijn gelijk aan de marginale kosten van het goed als geheel. b. De totale bijdrage van de individuen A en B te zamen is gelijk aan de totale kosten van het collectieve goed. c. De individuen A en B betalen een zodanige bijdrage, dat ieders marginale baten gelijk zijn aan ieders marginale offers. Vraag 6 Collectieve goederen onderscheiden zich van individuele doordat: a. Collectieve goederen zich slechts verticaal laten sommeren, waarbij q = qa + qb b. q = qa = qb en p = pa + pb c. q = qa + qb en p = pa = pb d. q = qa + qb en p = pa + pb Vraag 7 a. De Lindahl-oplossing veronderstelt een contrair verloop van vraagcurven. b. Simultaniteit van vraag en aanbod biedt een Lindahl-evenwicht. c. Het Lindahl-evenwicht geeft de optimale hoeveelheid van het collectieve goed aan bij een Paretiaans-optimale verdeling van de kosten.
3 Vraag 8 a. Positieve externe effecten verhogen de maatschappelijke welvaart. b. Negatieve externe effecten zijn onafhankelijk van de consumptie van een goed. c. Externe effecten geven aanleiding tot niet-pareto-optimale situaties. Vraag 9 a. Het bekende Prisoner s Dilemma Game is een zogenaamd zero-sum game, waarin geen winnaar is. b. Coöperatief gedrag leidt in het Prisoner s Dilemma niet tot evenwicht. c. De gevangenen in het Prisoner s Dilemma hebben er belang bij een coöperatieve strategie af te spreken. Vraag 10 I Coöperatief gedrag resulteert wanneer beide spelers de lik op stuk strategie hanteren in het Prisoner s Dilemma Supergame II De lik op stuk strategie houdt in dat wanneer een van de spelers zich niet coöperatief opstelt, de ander volhardt in zijn opstelling. Welke van deze stellingen is/zijn juist? a. Stelling I en stelling II zijn beide juist. b. Stelling I is juist, stelling II onjuist. c. Stelling I is onjuist, stelling II juist. d. Stelling I en II zijn beide onjuist. Vraag 11 a. Een variant van de Borda-methode is dat iedere kiezer bijvoorbeeld 10 punten geheel naar eigen goeddunken mag verdelen. b. Een kenmerk van de Borda-methode is dat het in discussie brengen van een nieuw alternatief de discussie niet fundamenteel wordt beïnvloed. c. De Borda methode lost de intransitiviteit van stemgedrag op. Vraag 12 Stemmenruil a versus b c versus d Ind. 1 a > b c < d Ind. 2 a >b c << d Ind. 3 a << b c > d Ind. 2 is gepass. minderheid voor d Ind. 3 is gepass. minderheid voor b De oplossing d.m.v. stemmenruil is: a. Dat individu 3 haar voorkeur voor a t.o.v. b omdraait. b. Dat ind. 2 zijn voorkeur tussen a en b omkeert, en ind. 3 dat t.a.v. c en d doet. c. Dat ind. 1 zijn vookeuren constant houdt, terwijl die van de overigen allemaal omkeren. 13 a. Naarmate de publieke sector groeit wordt het ministeriële omspanningsvermogen verder uitgebreid. b. Bij een lineaire groei van het aantal ondergeschikten neemt het aantal onderlinge relaties exponentieel toe.
4 c. Door uitbreiding van het aantal hiërarchische niveaus worden de coördinatievraagstukken binnen een organisatie vergroot. 14 a. Indien het bureaucratisch en het politieke samenvallen is er een Pareto-optimum. b. Het politiek optimum optimaliseert tevens de maatschappelijke welvaart. c. Het bureaucratisch optimum vormt het Pareto-optimumn van de ambtenaren. d. Geen van voorgaande uitspraken is juist. 15 a. Volgens Drees streven zowel ambtenaren als politici naar een steeds grotere overheid. b. Het paternalisme van politici vormt een correctie op het optimaliserend gedrag van de ambtenaren(drees). c. Volens Drees worden de baten van de overheid systematisch onderschat. Onderdeel II: Neo Institutionele Economie 16 Welke veronderstelling is geen uitgangspunt van de neoklassieke microeconomische theorie? a. Gezinnen worden beschouwd als holistic entities (holistische eenheden) b. Bedrijven worden verondersteld een single objective (een doel) te hebben. c. Er is sprake van imperfect information d. Het gedrag van producenten en consumenten word beschreven als maximizing behaviour (maximaliserend gedrag). 17 a. Coase beschouwt de markt en de hiërarchie als alternatieven voor het prijsmechanisme. b. Transacties schuiven van de markt naar de organisatie als de transactiekosten toenemen. c. De alternatieven, markt en hiërarchie, zijn equivalent als de transactiekosten nul zijn. 18 a. De contractcurve in een boxdiagram van isoquanten verbindt Pareto-optimale combinaties van goederenproductie. b. De contractcurve in een boxdiagram van isoquanten verbindt Pareto-optimale combinaties van consumptie. c. Volgens het Coase-theorema verhinderen informatievraagstukken, zoals asymmetrische verdeling van informatie, dat van de contractcurve wordt afgeweken. 19 a. Volgens Mintzberg kent elk type organisatie één coördinatiemechanisme. b. Standaardisatie van werkprocessen en van vaardigheden sluiten elkaar uit. c. Mintzberg bepleit een verscheidenheid aan alternatieve coördinatiemechanismen voor het prijsmechanisme. 20 a. Onzekerheid leidt tot strategisch gedrag. b. Imperfect information leidt tot hidden action. c. Private information leidt tot adverse selection. 21 a. Door de bonus/ malus premie bij autoverzekeringen wordt de imperfecte informatie van de verzekeringsmaatschappij verminderd. b. Door de bonus/ malus premie bij autoverzekeringen wordt het vraagstuk van moral hazard beperkt. c. Beide voorgaande uitspraken zijn juist. 22
5 a. In de neo-institutionele economie en in de neoklassieke theorie is informatie een schaars goed, zoals alle goederen. b. In de neoklassieke economie bepaalt de markt de waarde van informatie. c. In de neo-institutionele economie heeft informatie economische waarde. 23 a. De behavioristische benadering komt voort uit een holistisch beeld van de onderneming. b. Door de organizational slack worden de aspiratieniveaus van de participanten op peil gehouden. c. Het bestaan van organizational slack impliceert dat de marktwerking verre van volledig is. 24 a. De scheiding van eigendom en uitvoering is het gevolg van tegengestelde belangen van managers tegenover aandeelhouders. b. De market for corporate control bemoeilijkt de controle van managers door aandeelhouders. c. Fusies en overnames vormen de market for corporate control. 25 a. Bij teamproductie is een rent contract de meest efficiënte beloningsstructuur. b. Bij teamproductie zijn de partiële afgeleiden van de productiefunctie naar de teamleden steeds ongelijk aan nul. c. De teamleden vormen de residual claimants van de onderneming. 26 a. Indien de principaal de inspanningen van de agent kan waarnemen, is een forcing contract het meest efficiënt. b. Bij een rent contract loopt de principaal (t.o.v. de agent) een onevenredig groot risico. c. Een wage contract legt het risico bij de (uitvoerende) agent. 27 a. Lange-termijn contracten tussen partijen die deel uitmaken van een bedrijfskolom wordt ook wel quasi-verticale integratie genoemd. b. Quasi-verticale integratie is een oneigenlijke integratie tussen onderdelen van verschillende bedrijfstakken. c. Relational contracting is een van de voordelen van peer groups. 28 I Volgens Williamson zijn markt en hiërarchie niet de enige, elkaar wederzijds uitsluitende coördinatiemechanismen. II Clans & networks vormen een alternatief coördinatiemechanisme voor transacties. Welke van deze stellingen is/zijn juist? a. Stelling I en II zijn beide juist. b. Stelling I is juist, stelling II onjuist. c. Stelling I is onjuist, stelling II juist. d. Stelling I en II zijn beide onjuist. 29 a. Indien de asset specificity voor een van de partijen hoog is en de uncertainty/complexity laag is, dan is verticale integratie de beste oplossing. b. Indien de asset specificity voor beide partijen laag is en de uncertainty/complexit laag is, is de spot market de aangewezen oplossing. c. Verticale integratie doet zich alleen voor als de asset specificity voor de partijen verschillend is.
6 30 a. Franchising is een hybride organisatie van overheid en markt. b. Franchising is een soort rent contract, waarbij de franchisee de risico s draagt. c. Franchising komt voort uit de netwerkbenadering. OPEN VRAGEN Opgave 1 (Public Choice) Niskanens model kent een budget-outputfunctie en een totale-kostenfunctie, die er als volgt uitzien. B = aq bq 2 C = cq + dq 2 Waarin Q = hoeveelheid output B = Budget C = totale kosten De politici willen het verschil tussen het budget en de kosten maximaliseren. De ambtenaren streven naar een zo groot mogelijk budget. a. Onder welke randvoorwaarde kunnen de ambtenaren hun doelstelling realiseren? b. Laat zien dat er voor de ambtenaren in beginsel twee optima kunnen gelden. Bepaal deze algabraïsch. c. Bepaal het optimum voor de politici. d. Wat valt ten aanzien van de onder b. en c. gevonden optima te concluderen omtrent de maatschappelijke efficiëntie? e. Geef hiervan een grafische schets, aan de hand van twee grafieken. (NB. Benoem de assen!) f. Bepaal het evenwicht indien de private sector de productie van Q verzorgt en van volkomen concurrentie wordt uitgegaan. g. Wat valt nu over Q in het licht van het maatschappelijk optimum te zeggen? h. Geef twee punten van kritiek op het model van Niskanen. i. Bespreek de alternatieve formulering van Migué en Bélanger. Onderdeel II (neo-institutionele economie) In de economie van de informatie (economics of information) staat de schaarste en waarde van informatie centraal. a. Wat houdt de informatie-paradox in? De introductie van een nieuw product levert, als het aanslaat een winst van 5 mil. Op. Als het product een flop blijkt te zijn, is het verlies 3 mil. De beslisser staat neutraal tegenover risico. b. Wanneer is de verwachte waarde van de introductie van het nieuwe product gelijk aan 2 mil.? c Geef in termen van risico aan wat de betekenis is van de uitkomst onder b?
7 d. Geef de uitkomst onder b weer met behulp van een decision tree. e. Wat zal de beslissing zijn? Gesteld nu dat een marktonderzoek volledige zekerheid geeft over de vraag of het product al dan niet een succes is. Gesteld dat u voornemens bent het product te introduceren. Het marktonderzoek wijst uit dat de kans dat de introductie een flop is 0,4 bedraagt. f. Wat is de waarde van de informatie die u aan het marktonderzoek ontleent? (NB. Hanteer de hierboven gegeven winst- en verliescijfers) g. Doet zich in bovenstaand vraagstuk een situatie van asymmetrische informatie voor? Motiveer uw antwoord. h. Wat is de betekenis van private information? i. Hoe verhouden onzekerheid en private information zich tot elkaar?
Extra opgaven hoofdstuk 19
Extra opgaven hoofdstuk 19 Opgave 1 In de bij deze opgave behorende figuur is de fietsenmarkt van een gesloten economie weergegeven. Door een reclameactie van de fietsenfabrikant nemen de vraag naar en
Nadere informatieGeld en Macht. Een inleiding in de politieke economie Prof.dr.Luigi van Leeuwen, Nijenrode, 20 maart 2010
Geld en Macht Een inleiding in de politieke economie Prof.dr.Luigi van Leeuwen, Nijenrode, 20 maart 2010 Wat is economie? Definitie van economie: Het gaat erom schaars aanwezige middelen zo aan te wenden,
Nadere informatieAllianties en speltheorie
Allianties en speltheorie Presentatie Zeist Annelies de Ridder Agenda 1. Inleiding 2. Een ander perspectief: de Speltheorie 3. Inzoomen op opportunistisch gedrag 4. Vragen 2 1: Inleiding: profilering Promotieonderzoek:
Nadere informatieManagement accounting en stewardship
Management accounting en stewardship Naar dynamisch performance management Prof. Dr. Ed Vosselman 11 04 2017 Ontwikkelingen in governance en management Twee belangrijke aan elkaar gerelateerde ontwikkelingen:
Nadere informatie9,6. Samenvatting door N woorden 15 oktober keer beoordeeld. Hoofdstuk 1. Begrippen
Samenvatting door N. 1514 woorden 15 oktober 2016 9,6 4 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1 Begrippen bindende afspraak Een afspraak waar je (juridisch) niet van af kunt/niet onderuit kunt. budget
Nadere informatieExtra opgaven hoofdstuk 11
Extra opgaven hoofdstuk Opgave Van een landbouwbedrijf zijn de input- en outputrelaties in onderstaande tabel weergegeven. We veronderstellen dat alleen de productiefactor arbeid varieert. Verder is gegeven
Nadere informatiePARTNERSHIPS IN ZORGINKOOP DR ERIK M. VAN RAAIJ DR MERIEKE STEVENS
PARTNERSHIPS IN ZORGINKOOP DR ERIK M. VAN RAAIJ (ERAAIJ@RSM.NL) DR MERIEKE STEVENS (MSTEVENS@RSM.NL) PARTNERSHIPS IN ZORGINKOOP: DE TCE RATIONALE (1) Bij elke inkooprelatie treden transactiekosten op (bijv.:
Nadere informatieOefeningen Producentengedrag
Oefeningen Producentengedrag Oefening 1: Bij een productie van 10.000 eenheden bedragen de totale kosten van een bedrijf 90.000 EUR. Bij een productie van 12.500 bedragen de totale kosten 96.000 EUR. De
Nadere informatieHoofdstuk 8: Volmaakte mededinging
Economie, een Inleiding Hoofdstuk 8: Volmaakte mededinging 1 Volmaakte mededinging - Inhoudstafel 1. Kenmerken van de competitieve marktvorm 2. Individueel aanbod van de competitieve onderneming 3. Het
Nadere informatieProefexamen Inleiding tot de Algemene Economie november /7
Proefexamen Inleiding tot de Algemene Economie Prof. Dr. Jan Bouckaert Prof. Dr. André Van Poeck 15-19 november 2012 1. Welke uitspraak is fout? A. De curve van productiemogelijkheden illustreert het begrip
Nadere informatieSYMPOSIUM 20 JAAR RAAP EENHOORN AMERSFOORT 26 MEI 2005 DE VERHOUDING TUSSEN OVERHEID, MARKTWERKING EN PRIVATISERING
SYMPOSIUM 20 JAAR RAAP EENHOORN AMERSFOORT 26 MEI 2005 LEZING OVER DE VERHOUDING TUSSEN OVERHEID, MARKTWERKING EN PRIVATISERING PROF DR J.G.A. VAN MIERLO HOOGLERAAR OPENBARE FINANCIËN FACULTEIT DER ECONOMISCHE
Nadere informatieLESBRIEF VERVOER. havo 4 blok 3
LESBRIEF VERVOER havo 4 blok 3 Inhoud Met de taxi of met de fiets (kosten, opbrengsten, winst, mo, mk) Verzekeren tegen risico (verzekeren) De lucht in (vraag, aanbod, surplus) Het beroepsgoederenvervoer
Nadere informatieTentamen. Tentamen Spm1212 Economie & Bedrijf 19 januari 2011. Spm1212 Economie & Bedrijf. Naam:... Studentnummer:
Spm1212 Economie & Bedrijf Tentamen Woensdag 19 januari 2011 14.00 uur 17.00 uur Instructies: Dit tentamen bestaat uit zowel meerkeuze- als open vragen. Er zijn 20 meerkeuzevragen en 2 open vragen. De
Nadere informatieTentamen. Tentamen Spm1212 Economie & Bedrijf. Spm1212 Economie & Bedrijf. Naam:... Studentnummer: 1/14
Spm1212 Economie & Bedrijf Tentamen Instructies: Dit tentamen bestaat uit zowel meerkeuze- als open vragen. Er zijn 20 meerkeuzevragen en 2 open vragen. De meerkeuzevragen staan op pagina 1-6 van deze
Nadere informatieHoofdstuk 3: Arbitrage en financiële besluitvorming
Hoofdstuk 3: Arbitrage en financiële besluitvorming Elke beslissing heeft consequenties voor de toekomst en deze consequenties kunnen voordelig of nadelig zijn. Als de extra kosten de voordelen overschrijden,
Nadere informatieANTWOORDEN. Tentamen. Tentamen Spm1212 Economie & Bedrijf 19 januari Spm1212 Economie & Bedrijf. Woensdag 19 januari uur 17.
Spm1212 Economie & Bedrijf Tentamen ANTWOORDEN Woensdag 19 januari 2011 14.00 uur 17.00 uur Instructies: Dit tentamen bestaat uit zowel meerkeuze- als open vragen. Er zijn 20 meerkeuzevragen en 2 open
Nadere informatieTentamen Inleiding Speltheorie 29-10-2003
entamen Inleiding Speltheorie 9-0-003 Dit tentamen telt 5 opgaven die in 3 uur moeten worden opgelost. Het maximaal te behalen punten is 0, uitgesplitst naar de verschillende opgaven. Voor het tentamencijfer
Nadere informatieVrije Universiteit Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde Afdeling Econometrie
Vrije Universiteit Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde Afdeling Econometrie Tentamen: Convexe Analyse en Optimalisering Opleiding: Bacheloropleiding Econometrie Vakcode: 64200 Datum:
Nadere informatieWeek 7 rechtseconomie HC 13, , Economische analyse van regulering
Week 7 rechtseconomie HC 13, 19-03-2018, Economische analyse van regulering Public interest benadering: Het kan bij een economische analyse zowel om een publieke als een private regulering gaan. Regulering
Nadere informatieUitgebreide samenvatting
Uitgebreide samenvatting Bereik van het onderzoek De Nederlandse minister van Economische Zaken heeft een voorstel gedaan om het huidig toegepaste systeem van juridische splitsing van energiedistributiebedrijven
Nadere informatieH1 Schaarste en ruil. Schaarste. Ruil
1 H1 Schaarste en ruil Schaarste Om in hun behoeften te voorzien hebben mensen middelen nodig. De behoeften van mensen zijn oneindig maar de middelen zijn beperkt. De spanning tussen oneindige behoeften
Nadere informatieFor dummies: de economie van een land
H2 in het kort V4 For dummies: de economie van een land Consumenten Producenten De markt Bijvoorbeeld Goederenmarkt Arbeidsmarkt Vermogensmarkt Overheid 2 De economie: een groot rollenspel Vier algemene
Nadere informatieSamenvatting Economie Lesbrief Vervoer
Samenvatting Economie Lesbrief Vervoer Samenvatting door een scholier 2145 woorden 11 januari 2011 6,8 358 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO H 1 Marktaandeel van de afzet= afzet onderneming/afzet
Nadere informatieExtra opgaven hoofdstuk 1
Extra opgaven hoofdstuk 1 Opgave 1 Er zijn economische problemen, omdat: a. de middelen en de behoeften beide onbeperkt zijn; b. de behoeften beperkt zijn in relatie tot de middelen; c. de middelen beperkt
Nadere informatieExtra opgaven hoofdstuk 12
Extra opgaven hoofdstuk 12 Opgave 1 In dit hoofdstuk wordt gewerkt met een strakke definitie van het begrip marktvorm, waarna verschillende marktvormen zijn ingedeeld aan de hand van twee criteria. a.
Nadere informatieDomein D: markt (module 3) havo 5
Domein D: markt (module 3) havo 5 1. Noem 3 kenmerken van een marktvorm met volkomen concurrentie. 2. Waaraan herken je een markt met volkomen concurrentie? 3. Wat vormt het verschil tussen een abstracte
Nadere informatieEconomie Module 3. De marktstructuur is het geheel van kenmerken van de markt die het marktevenwicht beïnvloeden.
Module 3 Hoofdstuk 1 1.1 - Markt, marktstructuur en marktvorm De markt is het geheel van factoren waaronder vragers en aanbieders elkaar ontmoeten en producten verhandelen. Er zijn twee soorten: - De concrete
Nadere informatie1ste bach PSW. Economie. 1ste semester (H1 - H6) uickprinter Koningstraat Antwerpen B13 6,00
1ste bach PSW Economie 1ste semester (H1 - H6) Q uickprinter Koningstraat 13 2000 Antwerpen www.quickprinter.be R B13 6,00 Online samenvattingen kopen via www.quickprintershop.be Algemene economie Volledige
Nadere informatieExtra opgaven hoofdstuk 21
Extra opgaven hoofdstuk 21 Opgave 1 Wat is het verschil tussen een optimaal beleid en een Pareto-efficiënt beleid? Opgave 2 In de bij deze opgave horende figuur is de vraagcurve van consument A voor recreatiegoed
Nadere informatieEconomie en ontwikkeling
Economie en ontwikkeling BTC Infocyclus Annelies Van Bauwel Overzicht Wat is Economie? Functioneren van economie L. Smets en D. Essers De economische kringloop Specialisatie en coördinatieproblemen Rol
Nadere informatieLeren via organisaties: de lerende overheid. Kennis en Leren in Organisaties College 9 16 april 2015
Leren via organisaties: de lerende overheid Kennis en Leren in Organisaties College 9 16 april 2015 Conceptueel model KLinO Strategisch relevante kennis = kennis als basis voor producten / diensten, hun
Nadere informatie1 Aanbodfunctie. 2 Afschrijvingskosten Asymmetrische 3 informatie
1 Aanbodfunctie 2 Afschrijvingskosten Asymmetrische 3 informatie Het verband tussen prijs een aangeboden hoeveelheid kun je weergeven met een vergelijking: de aanbodfunctie. De jaarlijkse waardevermindering
Nadere informatieDe antwoorden tussen haakjes zijn de antwoorden die wij VERMOEDEN die juist zijn.
Examenvragen economie 12 juni 2002. De antwoorden tussen haakjes zijn de antwoorden die wij VERMOEDEN die juist zijn. --------------------------------------------------------------------------------- 1)
Nadere informatieWORKSHOP MARKTWERKING EN SOCIAAL WERK PETER RAEYMAECKERS
WORKSHOP MARKTWERKING EN SOCIAAL WERK PETER RAEYMAECKERS Structuur Inleiding Panel Belgian Homeless Cup Staan vzw Emino Minderhedenforum Besluiten Ben Suykens (Ugent) Fatima Laoukili (UAntwerpen) Discussie!
Nadere informatieDomein D: markt (module 3) vwo 4
1. Noem 3 kenmerken van een marktvorm met volkomen concurrentie. 2. Waaraan herken je een markt met volkomen concurrentie? 3. Wat vormt het verschil tussen een abstracte en een concrete markt? 4. Over
Nadere informatieUitwerking Examentraining havo voor economisch tekenen
Uitwerking Examentraining havo voor economisch tekenen Opgave 1 Vraag- en aanbodcurve met consumenten- en producentensurplus. Qv = -0,5p + 10 Qa = 0,5p 2 Qa = Qv Prijs in euro, q in stuks. 1. Teken de
Nadere informatieConcept PTA economie havo Belgisch Park cohort
Het eindexamen economie bestaat uit een centraal schriftelijk examen en een schoolexamen. Domeinen economie Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A: Vaardigheden 1. Informatievaardigheden.
Nadere informatieOpdracht 1 Macro-economie [30p]
Opdracht 1 Macro-economie [30p] De effectieve vraag van land Angeloziё bestaat uit de voorgenomen consumptie van de gezinnen en de voorgenomen investeringen van de bedrijven. In dit land was het Bruto
Nadere informatieDomein D: markt. 1) Nee, de prijs wordt op de markt bepaald door het geheel van vraag en aanbod.
1) Geef 2 voorbeelden van variabele kosten. 2) Noem 2 voorbeelden van vaste (=constante) kosten. 3) Geef de omschrijving van marginale kosten. 4) Noem de 4 (macro-economische) productiefactoren. 5) Hoe
Nadere informatieEindexamen economie pilot vwo II
Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Een antwoord waaruit
Nadere informatieExtra opgaven hoofdstuk 17
Extra opgaven hoofdstuk 17 Opgave 1 De input-outputrelaties van een willekeurige ondernemer worden beschreven door de productietabel uit opgave 2 van hoofdstuk 9. We veronderstellen dat de onderneming
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 10 t/m 16
Samenvatting Economie Hoofdstuk 10 t/m 16 Samenvatting door M. 1175 woorden 17 juni 2015 7,5 10 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie hoofdstuk 10 Samenwerken Externe effecten = onbedoelde
Nadere informatieToetsing en economische experimenten : twee voorbeelden
Toetsing en economische experimenten : twee voorbeelden Voorbeeld 1: Het verwerken van experimenten in toetsvragen Opgave 1. (ad fishing game en tragedy of the commons) Onderstaande tekeningen en tekst
Nadere informatieConstante kosten - Kosten die niet afhangen van de productieomvang. Bv. Verzekeringskosten & afschrijvingskosten.
Samenvatting door D. 1289 woorden 4 oktober 2015 3,5 1 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1 - STEEDS MEER MOBILITEIT 1 - Hoe verplaatsen we ons? Manieren van vervoeren: Fiets - Scooter - Auto - Bus
Nadere informatieVrije Universiteit Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde Afdeling Econometrie
Vrije Universiteit Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde Afdeling Econometrie Tentamen: Convexe Analyse en Optimalisering Opleiding: Bacheloropleiding Econometrie Vakcode: 611010 Datum:
Nadere informatieDeeltoets micro-economie propedeuse
Deeltoets micro-economie propedeuse 20 november 2012 Versie 1 ü Deze toets bestaat uit 14 meerkeuzevragen. ü Op het antwoordformulier dient steeds - met potlood - het correcte antwoord te worden aangestreept.
Nadere informatieEvenwichtspri js MO WINST
Volkomen concurrentie Volledige mededinging Hoeveeldheidsaanpassing: prijs komt door Qa en Qv tot stand, individu heeft alleen invloed op de hoeveelheid die hij gaat produceren Veel vragers en veel aanbieders
Nadere informatieSamenvatting Economie Vervoer
Samenvatting Economie Vervoer Samenvatting door S. 1607 woorden 25 april 2017 5,2 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 2 : Met de taxi of met de fiets Afzet onderneming Markt Afzet= ------------------------------------
Nadere informatieErrata Economie: oefeningen
1 Errata Economie: oefeningen! Deze correcties gelden alleen voor de eerste druk van 2010! p. 11 Hoofdstuk 1 Open Vraag 1 e) We zetten nu voor het jaar 1990 het BBP van de randzone om in dollars. We delen
Nadere informatieHuman Action voor Pensioenfondsen. Heiko de Boer
Human Action voor Pensioenfondsen Heiko de Boer Agenda Historie Oostenrijkse Economische School 4 kenmerken Subjectieve Waarde Geld ABCT (Austrian Business Cycle Theory) Pensioen vs Fractional Banking
Nadere informatieEconomie 1. Doelgroep Economie 1. Omschrijving Economie 1
Economie 1 Economie 1 is geschikt voor alle vmbo-niveaus en voor de onderbouw van havo/vwo. De module is zeer geschikt voor handel en administratie maar kan ook uitstekend voor andere richtingen gebruikt
Nadere informatieHoofdstuk 3: Vraag en Aanbod
Economie, een Inleiding Hoofdstuk 3: Vraag en Aanbod 1 Vraag en Aanbod - Inhoudstafel 1. De vraag als uitdrukking van bereidheid tot betalen 2. Het aanbod als uitdrukking van marginale kosten 3. Prijsvorming
Nadere informatie1.1 Elke generatie kiest opnieuw
1.1 Elke generatie kiest opnieuw Op elk moment in je leven moet je keuzes maken: De keuze naar welke middelbare school je gaat; De keuze waar je op vakantie gaat; De keuze waar je gaat wonen als je het
Nadere informatiePTA economie VWO Belgisch Park cohort
Het eindexamen economie bestaat uit het centraal schriftelijk examen en het schoolexamen. Domeinen economie Het examenprogramma economie bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden 1. Informatievaardigheden.
Nadere informatieOVER OMZET, KOSTEN EN WINST
OVER OMZET, KOSTEN EN WINST De Totale Winst (TW) van bedrijven vindt men door van de Totale Opbrengsten (TO), de Totale Kosten (TK) af te halen. Daarvoor moeten we eerst naar de opbrengstenkant van het
Nadere informatieVrije Universiteit Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde Afdeling Econometrie
Vrije Universiteit Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde Afdeling Econometrie Tentamen: Convexe Analyse en Optimalisering Opleiding: Bacheloropleiding Econometrie Vakcode: 64200 Datum:
Nadere informatieProduct 1 Misconceptie Opbrengst = Winst
Product 1 Misconceptie Opbrengst = Winst Vakdidactiek Algemene Economie, Masters jaar 2 In opdracht van: dhr. Peter Voorend Instituut: Hogeschool van Amsterdam Gemaakt door: Natasha Pers Naam docent: Vak:
Nadere informatieAls je allemaal iets in de pot moet doen, voor bijvoorbeeld een uitje, heb je verschillende manieren om vast te stellen wie wat moet betalen:
Economie samenvatting hoofdstuk 2 Dagmar Rasenberg 4a Hoofdstuk 2 Kinderen brengen veel vreugde en gezelligheid, maar de keuze voor kinderen is niet altijd economisch verantwoord. Het heeft namelijk veel
Nadere informatieWaarom kennisdelen (niet) werkt. NETWERKBIJEENKOMST 14 OKTOBER 2016 Dr. Niels-Ingvar Boer, Manager Kennis & Onderzoek CAOP
Waarom kennisdelen (niet) werkt NETWERKBIJEENKOMST 14 OKTOBER 2016 Dr. Niels-Ingvar Boer, Manager Kennis & Onderzoek CAOP Voorwaarden voor kennisdelen NOODZAAK Noodzaak zien: Weten waarom je welke kennis
Nadere informatieECONOMIE HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0
ECONOMIE HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0 De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk voor de afname van de
Nadere informatieECONOMIE VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2020
ECONOMIE VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2020 Versie: 2 april 2019 De vakinformatie is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk voor de afname van de staatsexamens
Nadere informatieNeo-institutionele economie en verzelfstandiging van overheidsorganisaties: de ontwikkeling van een theoretisch raamwerk
III. Neo-institutionele economie en verzelfstandiging van overheidsorganisaties: de ontwikkeling van een theoretisch raamwerk III.1 Inleiding In hoofdstuk II werd vastgesteld, dat zich onder meer in Nederland
Nadere informatieExamenprogramma economie vwo
Examenprogramma economie vwo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden Domein B Arbeidsmarkt
Nadere informatieMACRO-VRAAG EN MACRO-AANBOD
pdf18 MACRO-VRAAG EN MACRO-AANBOD De macro-vraaglijn of geaggregeerde vraaglijn geeft het verband weer tussen het algemeen prijspeil en de gevraagde hoeveelheid binnenlands product. De macro-vraaglijn
Nadere informatieBeredeneer waarom de marginale productcurve de gemiddelde productcurve in het maximum snijdt.
Opgaven hoofdstuk 9 Opgave 1 Beredeneer waarom de marginae productcurve de gemiddede productcurve in het maximum snijdt. Opgave Vu de vogende tabe verder in en teken de bijbehorende curven voor het totae,
Nadere informatie5,1. Samenvatting door een scholier 1647 woorden 18 oktober keer beoordeeld. Wiskunde A
Samenvatting door een scholier 1647 woorden 18 oktober 2010 5,1 4 keer beoordeeld Vak Wiskunde A Samenvatting A2 Recht evenredig Bij een stapgrootte van y hoort een constante eerste augmentatie van x Omgekeerd
Nadere informatieBedrijfseconomie. DC methode Omzet:... Variabele kosten...+ Dekkingsbijdrage... Constante kosten...-- Resultaat
Marketing Stimulus respons model Auteur: A. Kotler Beschrijving: Bij het consumeren van een product vanuit de afnemer, wordt de consument beïnvloed door verschillende factoren. Het aankoop gedrag heeft
Nadere informatieDomein D markt. Opgaven. monopolie enzo. Zie steeds de eenvoud!! Frans Etman
Domein D markt monopolie enzo Zie steeds de eenvoud!! Opgaven vwo Frans Etman Opgave 1 Opgave 2 1. Bij welke afzet geldt dat de MO-lijn de MK-lijn snijdt? 2. Teken een stippellijn naar de prijslijn van
Nadere informatieIs het nu (a)sociaal ondernemen of ondernemen?
Enkele bedenkingen ter gelegenheid van 20 jaar VERSO Marc Jegers Overzicht Ondernemen/onderneming (Meng)vormen Hiërarchische hybriditeit (Geen) winst = sociaal? Management = management = management = Voorbeeld
Nadere informatieTentamen Pensioenactuariaat 1,
Tentamen Pensioenactuariaat 1, 28-6-2007 Op dit tentamen kun je 100 punten halen : 25 pt Opgave A, óf je eindcijfer van de opdrachten tijdens het collegeblok. Het maximum van de twee scores is geldig,
Nadere informatieBegrippenlijst Economie Levensloop H1,H2,H3
Begrippenlijst Economie Levensloop H1,H2,H3 Begrippenlijst door een scholier 1235 woorden 6 november 2011 6,7 68 keer beoordeeld Vak Economie BEGRIPPEN H1 KIEZEN Consumptie De uitgaven van een consument/overheid
Nadere informatieA ; B ; C ; D Géén van de alternatieven A, B en C is CORRECT.
Vraag 1 De vraagcurve voor herenoverhemden met een zuurstokdesign luidt Q d = 200 P. De aanbodcurve voor herenoverhemden met een zuurstokdesign luidt Q s = 2*P 40. Stel dat de overheid de totale omzet
Nadere informatieVoorbeeld-Examenvragen (+ Antwoorden) DEEL INTERNATIONALE HANDEL
Internationale Economie KU Leuven 2016-2017 Prof. Dr. Jan Van Hove Voorbeeld-Examenvragen (+ Antwoorden) DEEL INTERNATIONALE HANDEL Vraag 1: Handelseffecten van Migratie (50 % van het puntentotaal van
Nadere informatieModule 12: docentenhandleiding. Experimenteel lesprogramma nieuwe economie
Module 12: docentenhandleiding Experimenteel lesprogramma nieuwe economie Verantwoording 2010 Stichting leerplanontwikkeling (SLO), Enschede Het auteursrecht op de modules voor Economie berust bij SLO.
Nadere informatie1ste bach PSW. Economie. 1ste semester. uickprinter Koningstraat Antwerpen B EUR
1ste bach PSW Economie 1ste semester Q uickprinter Koningstraat 13 2000 Antwerpen www.quickprinter.be B13 6.00 EUR Nieuw!!! Online samenvattingen kopen via www.quickprintershop.be Handboek Ppt op BB Video
Nadere informatieDe bouwstenen van een geglobaliseerde economie
De bouwstenen van een geglobaliseerde economie BTC Informatiecyclus Lodewijk Smets (KUL, UA) Overzicht KISS: de gesloten economie economische kringloop met huishoudens en ondernemingen Arbeidsverdeling
Nadere informatieUIT speltheorie HV
Speltheorie. Wat is de speltheorie (gametheorie). De speltheorie bekijkt (economische) situaties in de echte wereld waarbij twee partijen met elkaar verbonden zijn, via hun acties. Als de ene partij een
Nadere informatieMacro-economie examenvragen
Macro-economie examenvragen Deel II 1. Indien de reële productie en het arbeidsaandeel constant blijven, dan kan het aantal tewerkgestelde personen van het ene jaar op het andere slechts toenemen indien.
Nadere informatieDe Toekomst van Europa. Hovo 2017 College 6 (6 november) Dr. Hein Roelfsema
De Toekomst van Europa Hovo 2017 College 6 (6 november) Dr. Hein Roelfsema Opzet van het college 1. Balans tussen huidige problemen en de theoretische lens. 2. Politieke economie van Europese integratie.
Nadere informatieHET COBB-DOUGLAS MODEL ALS MODEL VOOR DE NUTSFUNCTIE IN DE ARBEIDSTHEORIE. 1. Inleiding
HET COBB-DOUGLAS MODEL ALS MODEL VOOR DE NUTSFUNCTIE IN DE ARBEIDSTHEORIE IGNACE VAN DE WOESTYNE. Inleiding In zowel de theorie van het consumentengedrag als in de arbeidstheorie, beiden gesitueerd in
Nadere informatieMacro-economie voor AEO (225P05) Voortgangstoets
Faculteit Economie en Bedrijfskunde Universiteit van Amsterdam Macro-economie voor AEO (225P05) Voortgangstoets December 2008 1. Zorg dat er niets op je tafel ligt behalve deze vragenbundel (plus een lijst
Nadere informatieExamenprogramma economie havo/vwo
Examenprogramma economie havo/vwo Havo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden Domein
Nadere informatieSamenvatting Economie Module 2
Samenvatting Economie Module 2 Samenvatting door S. 1008 woorden 3 januari 2013 6,7 62 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Praktische economie Module 2 Economie Module 2 Eenmaal, andermaal,verkocht
Nadere informatieDomein D: markt. 1) Noem de 4 (macro-economische) productiefactoren. 2) Groepeer de micro-economische productiefactoren bij de macroeconomische
1) Noem de 4 (macro-economische) productiefactoren. 2) Groepeer de micro-economische productiefactoren bij de macroeconomische productiefactoren. 3) Hoe ontwikkelt de gemiddelde arbeidsproductiviteit als
Nadere informatieDe wensen van mensen zijn onbegrensd. Hoe noemen we in de economie deze wensen? BEHOEFTEN. Categorie Vraag & Antwoord
Categorie Vraag & Antwoord De wensen van mensen zijn onbegrensd. Hoe noemen we in de economie deze wensen? BEHOEFTEN Er zijn te weinig middelen om in alle behoeften te kunnen voorzien. Hoe heet dit verschijnsel?
Nadere informatieWij wensen u veel succes!
Voorbeeldexamen Economie B 1 Bachelor Handelswetenschappen dr. Bart Defloor Nik Smits Familienaam (in hoofdletters) Voornaam Stamnummer (zie studentenkaart) Score (docent vult in) Meerkeuze / Open vraag
Nadere informatiePrijsvorming bij monopolie
Prijsvorming bij monopolie Wanneer we naar het evenwicht van de monopolist op zoek gaan, gaan we op zoek naar die afzet en die prijs waar de monopolist een maximale winst bereikt (of minimaal verlies).
Nadere informatieARMOEDEVRAAGSTUKKEN: VISIE EN DOELGROEPEN. Roeland van Geuns Lector Armoede Interventies, HvA Oranje Fonds Utrecht, 11 oktober 2018
ARMOEDEVRAAGSTUKKEN: VISIE EN DOELGROEPEN Roeland van Geuns Lector Armoede Interventies, HvA Oranje Fonds Utrecht, 11 oktober 2018 1 INHOUD Jullie visies op armoedevraagstuk Visies op armoede: nu en vroeger?
Nadere informatiemaatschappijwetenschappen pilot vwo 2015-I
Opgave 2 Van verzorgingsstaat naar participatiesamenleving 9 maximumscore 1 een argumentatie die aangeeft of het standpunt van Rutte in tekst 4 wel of niet overeenkomt met een kenmerk van het kernconcept
Nadere informatieEindtoets micro-economie propedeuse
Eindtoets micro-economie propedeuse 18 december 2012 Versie 1 ü Deze toets bestaat uit 28 meerkeuzevragen. ü Op het antwoordformulier dient steeds - met potlood - het correcte antwoord te worden aangestreept.
Nadere informatieExamenprogramma economie havo
Examenprogramma economie havo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden Domein B Arbeidsmarkt
Nadere informatieauteursrechtelijk beschermd materiaal OPLOSSINGEN OEFENINGEN Hoofdstuk 11
OPLOSSINGEN OEFENINGEN Hoofdstuk Open Vragen OEFENING a) i. De vraagcurve van arbeid verschuift naar rechts. ii. Daar we in de korte termijn zijn, kan de kapitaalstock niet worden aangepast aan de stijging
Nadere informatieBetere zorg: een kwestie van kiezen?
Betere zorg: een kwestie van kiezen? VGE Congres Consumer choice: De juiste keuze? 30 november 2006 Erik Schut Instituut Beleid en Management Gezondheidszorg (ibmg) Erasmus Universiteit Rotterdam 1 Populaire
Nadere informatieMarkt. Kenmerken van marktvormen:
1 1 1 Markt 1 3 5 7 9 1 1 1 1 1 hoeveelheid 1 3 5 7 9 Qv Qa nieuw Qa Qv nieuw p Kenmerken van marktvormen: Volkomen concurrentie: Veel aanbieders Homogeen product(mais) Vrije toetreding Alle kennis van
Nadere informatieDomein D markt UITWERKINGEN. monopolie enzo. Zie steeds de eenvoud!! Frans Etman
Domein D markt monopolie enzo Zie steeds de eenvoud!! UITWERKINGEN vwo Frans Etman Opgave 1 Opgave 2 1. Bij welke afzet geldt dat de MO-lijn de MK-lijn snijdt? q= 6 2. Teken een stippellijn naar de prijslijn
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 32 847 Integrale visie op de Nr. 409 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 1
Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 Samenvatting door S. 946 woorden 2 april 2017 8,1 1 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1 De vraag naar producten Kernbegrippen 1) Individuele vraaglijn 2) Betalingsbereidheid
Nadere informatieExtra opgaven hoofdstuk 13
Extra opgaven hoofdstuk 13 Opgave 1 Stel, dat een markt voor product X zich als volgt ontwikkelt. Aanvankelijk zijn er voor dit product veel aanbieders en veel vragers. Na verloop van tijd loopt de vraag
Nadere informatie7S Model (McKinsey) Ondersteuning bij het uitvoeren. van een analyse van een interne organisatie
7S Model (McKinsey) Ondersteuning bij het uitvoeren van een analyse van een interne organisatie 1 7S model McKinsey Het McKinsey 7S model is een managementmodel om een interne analyse te maken. McKinsey
Nadere informatie