LEERPLANGERICHT EVALUEREN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "LEERPLANGERICHT EVALUEREN"

Transcriptie

1 Pagina 1 van Wiskundige vorming Het is uiteraard de bedoeling dat bij de evaluatie alle aspecten van de wiskundevorming betrokken worden. Wiskundevorming geven is het nastreven van kennis- en inzichtdoelen, vaardigheidsdoelen én vakgebonden attitudedoelen. Hou er rekening mee dat vaardigheden niet automatisch gegenereerd worden door de ermee verwante leerinhouden. Aan vaardigheden moet er bewust aandacht besteed worden. Vaardigheden worden maar bereikt doorheen een proces van langere duur. In het leerplan zijn de volgende VAARDIGHEDEN omschreven: - rekenvaardigheid; - meet- en tekenvaardigheid; - wiskundige taalvaardigheid; - denk- en redeneervaardigheid; - probleemoplossende vaardigheden; - leervaardigheden. Streef ernaar om tijdens de lessen en op evaluatiemomenten elke vaardigheid in voldoende mate aan bod te laten komen. Naast vaardigheden vragen we ook om tijdens het lesgebeuren en op evaluatiemomenten voldoende aandacht te besteden aan VAKGEBONDEN ATTITUDES: - zin voor nauwkeurigheid en orde; - zin voor helderheid, bondigheid, volledigheid, eenvoud en doelmatigheid van de gebruikte wiskundetaal; - kritische zin; - zelfvertrouwen, zelfstandigheid, doorzettingsvermogen en doelmatigheid bij het aanpakken van problemen en opdrachten; - zelfregulatie: zoekstrategieën kunnen hanteren, gecontroleerd werken; - zin voor samenwerking en overleg; - waardering voor wiskunde door inzicht in de bijdrage ervan in de culturele, historische en wetenschappelijke ontwikkeling.

2 Pagina 2 van Procesevaluatie versus productevaluatie Procesevaluatie: richt zich op de kwaliteit van het leerproces en probeert dus het leerproces van de leerlingen en het onderwijsproces (het didactisch handelen) van de leraar te verbeteren. Productevaluatie: gaat na in welke mate leerlingen de onderwijsdoelen bereikt hebben. De volgende elementen kunnen een positieve bijdrage leveren in het geheel van de procesevaluatie: - EEN DIAGNOSTISCHE TOETS OF INSTAPTOETS Een korte toets bij het begin van een lessenreeks kan inzicht geven over de verworven kennis. Op basis hiervan kan men klassikaal of individueel remediëren of kan men oefeningen op een aangepast niveau aanbieden. - HET PERSOONLIJK WERK VAN DE LEERLING Huistaken bieden heel wat mogelijkheden om te werken aan vakgebonden attitudes. Bovendien geven kleine huistaken of opdrachten die de leerlingen thuis moeten afwerken, de leerling en de leraar een zicht op het feit of de leerstof reeds voldoende beheerst is. - BUFFERLESSEN Om het schuifjes-leren te doorbreken, is het aangewezen in het jaarplan bufferlessen te voorzien waarin de leerlingen via gemengde oefeningen de kans krijgen om te kunnen oefenen op grotere gehelen (individueel of in groep). - VOLDOENDE NADENKTIJD VOOR DE LEERLINGEN Als leerkracht zijn we soms geneigd leerlingen zo snel mogelijk op het juiste pad te zetten, hen op voorhand te waarschuwen voor mogelijke valkuilen, hen te corrigeren door de juiste oplossing te geven. Op die manier willen we het leerproces van de leerlingen versnellen en de kostbare tijd in de klas ten volle benutten. Ongewild nemen we zo echter uitgelezen leerkansen weg. We geven leerlingen soms te weinig kans om zelf na te denken, het probleem zelf te ontdekken, zichzelf de vraag te stellen waarom een uitwerking verkeerd is.

3 Pagina 3 van 22 - LEERBEVORDERENDE FEEDBACK Schriftelijke commentaar op taken en toetsen wordt best zo concreet mogelijk geformuleerd. Commentaar zoals meer leren of oefeningen opnieuw maken is vaag. Het is beter leerbevorderende commentaar te geven, d.w.z. aangeven waar een eventueel probleem zit en vermelden wat de leerlingen concreet moeten doen. Het kan hierbij voor bepaalde leerlingen nuttig zijn dat ze bijkomende gerichte opdrachten krijgen. Die worden dan best bijgehouden in een portfolio dat regelmatig door de leraar nagekeken wordt. - ZELFEVALUATIE DOOR DE LEERLINGEN Laat de leerlingen af en toe eens werken met correctiesleutels. Laat ze zelf een foutenanalyse maken. Leg hen af en toe ook een paar vragen voor over de eigen studiehouding, de inzet, de manier van studeren. Laat hen zelf enkele werkpuntjes formuleren. - OPBOUW EN GEBRUIK VAN EEN FORMULARIUM Wie het wenst, kan de leerlingen een beknopt formularium bezorgen of zelf laten maken. Dat formularium kunnen de leerlingen dan tijdens de les en tijdens het studeren gebruiken. Sommige leraren laten hun leerlingen ook tijdens overhoringen en proefwerken een formularium gebruiken. - REMEDIËRING EN DIFFERENTIATIE Ideaal is dat we bij elke leerling via aangepaste opdrachten het leerproces kunnen sturen. We stellen vast dat heel veel collega s hiervoor ernstige inspanningen leveren, die vaak erg gewaardeerd worden. - VAKGEBONDEN ATTITUDES IN DE KIJKER Zet af en toe eens een vakgebonden attitude in de kijker, zoals bv. nauwkeurig gebruik van notaties en symbolen (zin voor nauwkeurigheid en orde), het formuleren van een duidelijk antwoord (zin voor helderheid van de wiskundige presentatie), het controleren van de gevonden oplossing (kritische zin) Vestig hier ook de aandacht op tijdens taken en toetsen.

4 Pagina 4 van Kenmerken van een kwaliteitsvolle evaluatie 3.1. Doelmatigheid VALIDITEIT Validiteit is de mate waarin de toets meet wat hij beoogt te meten: - Zijn de vragen representatief en relevant met betrekking tot de behandelde leerstof? - Zijn de vragen representatief en relevant met betrekking tot de voorgeschreven leerplandoelstellingen? - Is de kans om via raden het juiste antwoord te geven tot een minimum herleid (uitgesloten)? - Is er niet te veel ruis bij de vraagstelling zelf? - Zijn de vragen voldoende realistisch (authentiek) en betekenisvol? BETROUWBAARHEID Een toets is betrouwbaar als het behaalde resultaat werkelijk weergeeft in welke mate de leerlingen de doelstellingen bereikt hebben. Met andere woorden: het resultaat mag niet vertekend zijn door factoren die niets te maken hebben met de te meten prestatie. We onderscheiden twee factoren: - Externe factoren: factoren die niets met de inhoud of de formulering van de vragen te maken hebben. Voorbeelden: te veel vragen, lawaaihinder, oppervlakkig toezicht houden waardoor spieken mogelijk wordt - Interne factoren: factoren die met de inhoud of de formulering van de vragen te maken hebben. Voorbeelden: onduidelijke vraagstelling, ongewone vraagvormen, eenzijdigheid in de vraagvorm, te veel moeilijke vragen, strikvragen, afhankelijke vragen EFFICIËNTIE EN HAALBAARHEID Zowel de leerlingen als de leraren moeten de gekozen evaluatiemethode binnen de gegeven omstandigheden (infrastructuur, tijd ) kunnen realiseren Billijkheid OBJECTIVITEIT BIJ HET CORRIGEREN Een toets is objectief verbeterd als verschillende beoordelaars, onafhankelijk van elkaar, tot dezelfde oordelen (scores) komen en als een leraar de toets voor alle leerlingen steeds volgens dezelfde criteria beoordeelt. TRANSPARANTIE De leerlingen weten duidelijk op welke manier ze geëvalueerd worden of hoe ze zichzelf moeten evalueren. De evaluatiemethode kan ook voor derden gemakkelijk verduidelijkt worden. NORMERING Bij de verantwoording van een beoordeling moet kunnen verwezen worden naar duidelijke scoringsrichtlijnen en beoordelingscriteria: - Aan welke criteria moet het antwoord op een vraag voldoen om het maximum te halen? - Hoe zwaar worden fouten / onvolledigheden aangerekend? - Is de puntenverdeling over de volledige toets in overeenstemming met het belang van de doelstellingen?

5 Pagina 5 van Een aantal tips Succesbeleving is belangrijk en ondersteunt het zelfvertrouwen van de leerling. Daarom is het aangewezen om de vragen van een proefwerk op te stellen in volgorde van moeilijkheidsgraad in plaats van in chronologische volgorde. Het is best dat de vragen zoveel mogelijk onafhankelijk zijn. Stapelvragen, d.w.z. vragen waarbij vroegere resultaten gebruikt moeten worden om nieuwe vragen op te lossen, hebben immers als nadeel dat leerlingen vastraken als ze een bepaald onderdeel van de vraag niet kunnen oplossen of fout oplossen. We kunnen dit vermijden door tussenresultaten te geven (bv. toon aan dat gelijk is aan i.p.v. bereken ) of één vraag vervangen door verschillende onafhankelijke vragen. In een evaluatie kunnen zowel gesloten als open vragen optreden. - Bij open vragen moet de leerling zelf het antwoord formuleren, meestal aangevuld met een berekening, uitleg, bewijs of redenering. Open vragen kunnen meer begrensd worden door bv. bijkomende instructies, een tekening, het aangeven van hulpmiddelen, het geven van een tip. Dit vergemakkelijkt de opdracht en is soms ook een hulp bij de correctie. - Bij gesloten vragen krijgt de leerling vooraf geformuleerde antwoorden die hij moet beoordelen op hun juistheid of die hij moet rangschikken of waaruit hij het juiste antwoord moet kiezen: meerkeuzevragen, waar niet waar vragen, koppel- of sorteervragen. Enkele tips: 1) Meerkeuzevragen: vraag, indien zinvol, ook naar een (beknopte) verklaring. 2) Waar niet waar vragen: indien niet waar, vraag dan steeds naar een tegenvoorbeeld of een correctie. Ook indien het waar is, kan het zinvol zijn om naar een verklaring te vragen. 3) Koppel- of sorteervragen: zorg hierbij voor een ongelijk aantal elementen in de twee kolommen om het raden of het elimineren tegen te gaan. Een proefwerk (of toets over een groter geheel) moet representatief zijn op het inhoudelijke vlak, d.w.z. dat de verschillende leerplandoelstellingen op een evenwichtige wijze in de vragen verwerkt moeten zijn. Dit betekent ook dat alle vragen verband moeten hebben met minstens één leerplandoelstelling.

6 Pagina 6 van 22 Een proefwerk (of toets over een groter geheel) moet representatief zijn op het gebied van de vaardigheden, d.w.z. dat de verschillende vaardigheden in de vragen aan bod moeten komen. Uitzondering: als de leerstof van die aard is dat een bepaalde vaardigheid echt niet van toepassing is (bv. tekenvaardigheid is niet van toepassing bij een toets over enkelvoudige en samengestelde intrest). Om denk- en redeneervaardigheden en wiskundige taalvaardigheid van de leerlingen te evalueren, kunnen de vragen niet beperkt worden tot bereken of werk uit of vul in Ook waarom-vragen, verklaar of andere vraagvormen die leerlingen aanzetten tot argumenteren en redeneren en waarbij ze hun gedachten en inzichten onder woorden brengen, moeten in een proefwerk aan bod komen. Om probleemoplossende vaardigheden van leerlingen te evalueren, zal het toevoegen van tips, oplossingsschema s in sommige vragen achterwege moeten blijven. Leerlingen moeten er bv. zelf toe komen dat een tekening of tabel een hulp kan zijn om tot een oplossing te komen, dat het invoeren van onbekenden of notaties noodzakelijk is om te mathematiseren Een proefwerk (of toets over een groter geheel) moet representatief zijn op het gebied van de verschillende kennisniveaus: - Kennis: herkennen en neerschrijven zoals het in de cursus staat. - Inzicht: herkennen en begrijpen (voorbeelden en tegenvoorbeelden geven, een verklaring geven, een tekening maken, vergelijken, verbanden geven ). - Toepassen: hier onderscheiden we het toepassen in herkenbare (analoge) situaties en in nieuwe situaties. Deze laatste zal minder voorkomen in richtingen met slechts twee wekelijkse lestijden wiskunde. Zorg voor een evenwichtige puntenverdeling en deel die vooraf mee aan de leerlingen. Zorg voor een duidelijke vraagstelling en vermeld of ICT al dan niet toegelaten is. Bewaak de maximum voorziene tijd.

7 Pagina 7 van Kijkwijzer voor proefwerken 5.1. Opstellen van een proefwerk - Is er samenwerking bij het opstellen van proefwerken? (gelijkwaardigheid) - Hebben leerlingen voldoende tijd? (aantal vragen, haalbaarheid?) - Zijn de vragen gerangschikt van gemakkelijk naar moeilijk(er)? (succeservaring) - Is er over gewaakt dat er geen stapelvragen voorkomen? - Zijn de leerinhouden vermeld op het proefwerk? - Zijn de geëvalueerde leerinhouden conform het leerplan? - Is de puntenverhouding evenredig met de tijdsbesteding conform het leerplan? - Staat het puntentotaal bij de vragen vermeld? 5.2. Gebruik van hulpmiddelen - Vademecum? Formuleblad? Wat wel? Wat niet? (gelijkwaardigheid) - Deel zonder en deel met ICT? 5.3. Aandacht voor taalgebruik - Zijn de vragen duidelijk? (ondubbelzinnige verwoording, keuze gebruikte woorden) - Is er voldoende variatie in de vraagstelling? 5.4. Representatief - Sluiten alle vragen aan bij de leerplandoelstellingen? (inhoudelijk, al dan niet gebruik van ICThulpmiddelen) - Stel je vragen op verschillende kennisniveaus? (kennis inzicht toepassing) - Stel je vragen op verschillende beheersingsniveaus? (moeilijkheidsgraad) - Is er een evenwichtige spreiding over de verschillende vaardigheden? 5.5. Correctie en analyse - Leg je vooraf correctieafspraken vast? - Maak je een foutenanalyse van het proefwerk? - Op welke manier gebeurt de feedback?

8 Pagina 8 van Bespreken van enkele proefwerkvragen Hieronder geven we enkele vragen uit proefwerken van kso/tso-richtingen van de derde graad met twee wekelijkse lestijden wiskunde. Niet alle leerplandoelstellingen komen aan bod; het betreft slechts een steekproef uit proefwerkvragen. Opdracht (in groepjes) Bekijk de vragen kritisch en ga na 1) of de vragen voldoen aan leerplandoelstellingen; 2) of de vraagstelling voor verbetering vatbaar is. In bijlage 6 formuleren we een aantal opmerkingen aangaande deze proefwerkvragen Reële functies en algebra 1) Verbind elke grafiek met het bijbehorende toenamediagram.

9 Pagina 9 van 22 2) Door de hoge brandstofprijzen is autodelen in België een groot succes. In 2014 telde een t carsharingsmaatschappij klanten. Met de formule n , 38 kunnen we het aantal klanten na t jaren berekenen. a) Bepaal de procentuele toename per jaar. b) Bereken door gebruik te maken van je grafische rekenmachine enkele functiewaarden en noteer ze in de tabel hieronder. t n c) Teken nu de grafiek van deze functie in het gegeven assenstelsel. d) Bereken hoeveel klanten er zullen zijn in e) Ga na in welk jaar het aantal klanten verdubbeld is. Redeneer hiervoor op de grafiek en maak hiervoor de nodige aanduidingen op de grafiek. f) Stel een vergelijking op waarmee je deze verdubbelingstijd exact kunt berekenen. g) Zoek nu met behulp van je grafische rekenmachine de exacte oplossing van de vergelijking die je in f) hebt opgesteld. Noteer goed je werkwijze.

10 Pagina 10 van 22 3) Bepaal het aantal n-de machtswortels van een reëel getal a als de wortelexponent n en het grondtal a voldoen aan volgende voorwaarden: a > 0 en n oneven: a < 0 en n even: a < 0 en n oneven: a > 0 en n even: 4) Bepaal het tekenverloop en waardenverloop van de tweedegraadsfunctie f met het volgende 2 voorschrift: f ( x) x 11x 24. (Een rekenmachine mag je niet gebruiken.) 5) Tijdens een onweer is het mogelijk om te bepalen hoe ver de bliksem verwijderd is van de plaats waar je je bevindt. De volgende tabel toont het verband tussen de afstand s van de bliksem (in m) en de tijd tussen de bliksemschicht en de donderslag (in sec). t (in seconden) s (in meter) a) Het verband tussen de tijd en de afstand in dit voorbeeld is (doorstreep wat niet juist is) een recht evenredig / omgekeerd evenredig / kwadratisch verband. b) Noteer hier de vergelijking die bij dit verband hoort. c) Tussen het zien van een bliksem en het horen van de donder, verlopen 2,7 seconden. Hoe ver (in meter) is het onweer van jou verwijderd? Toon de berekening. d) Hoe lang zal het duren vooraleer je de donder hoort als het onweer zich op 6 km bevindt? Toon de berekening.

11 Pagina 11 van 22 6) Plaats de letter van elke exponentiële kromme bij het juiste functievoorschrift. Verklaar je antwoord. x 1 f ( x) 4. 3 Letter: Verklaring: g( x) 8 Verklaring: x 3.0, Letter: h( x) 4 Verklaring: x 3.1, Letter: 3 i x) 4. 5 x ( Letter: Verklaring: j 2 Verklaring: x ( x) 4.1, Letter: k 5 Verklaring: x ( x) 4.1, Letter:

12 Pagina 12 van 22 7) Welke soort functie (constante, eerste- of tweedegraadsfunctie) wordt bepaald door de volgende voorschriften: a) f ( x) 3x 2 2x b) f ( x) 5x ( x 2) 5x 2 3 c) f ( x) 8 9x 6x d) f ( x) 16 3x (3 2x) 9x 6x 2 2 8) Duid naast elke uitspraak aan of ze waar of niet waar is door een kruisje te plaatsen in de juiste kolom. Uitspraak Waar Niet waar In een tabel van een tweedegraadsfunctie hoort bij eenzelfde toename van de x-waarden eenzelfde verschil in verandering van de y-waarden. Het snijpunt van een parabool en de y-as is steeds de top van de parabool. Bij een kwadratische functie f met voorschrift a > 0, is de grafiek steeds een bergparabool. Een kwadratische functie heeft maximum twee nulwaarden. Een bergparabool is eerst dalend en daarna stijgend. 2 f ( x) ax bx c waarbij 9) a) Het aantal perioden per eenheid van tijd of lengte bij een periodiek verschijnsel, noemen we b) Een machtsfunctie waarvan de grafiek lijnsymmetrisch is ten opzichte van de y-as heeft een.. exponent. c) Als een hoeveelheid met eenzelfde getal toeneemt of afneemt per tijdseenheid, dan spreken we over..groei. d) Beginwaarde of..van exponentiële groei. e) De tijd nodig is om een hoeveelheid tot 200 % te doen groeien is. f) Procentuele afname of.. 10) Bereken de volgende afgeleiden: 6 a) D 3x D x 5 x 4 3 x 7 2 D 2x 1 x 3 D x 5 x 5 b) D c) d) e)

13 Pagina 13 van 22 11) Meneer De Rooij woont in Roosendaal. Hij is voor zijn werk in Londen geweest en reist op 1 februari naar huis. De reis van Londen naar huis is in totaal 500 km. Vanuit Londen gaat hij eerst met de trein naar de haven waar de boot ligt. Na aankomst bij de haven moet hij een half uur wachten voordat hij met de boot naar Nederland vertrekt. Een half uur nadat de boot in Nederland is aangekomen, rijdt hij met zijn auto naar huis. In de grafiek hieronder kun je aflezen hoe zijn terugreis van Londen verloopt. a) Hoeveel kilometer moet meneer De Rooij met de auto rijden? b) Hoe lang duurde de totale reis in minuten? Laat zien hoe je aan je antwoord komt. c) Bereken op één decimaal nauwkeurig de gemiddelde vaarsnelheid van de boot in km/h. Noteer je berekening. d) In maart moet meneer De Rooij opnieuw voor zijn werk in Londen zijn. Op 23 maart reist hij naar huis. Hij wil weer met de trein van 8.30 uur uit Londen vertrekken. In het station komt hij tot de ontdekking dat de trein 45 minuten vertraging heeft. De snelheid van de trein is dezelfde als op 1 februari. Hij mist door deze vertraging de boot. Hij moet één uur wachten op de volgende boot. De rest van de reis verloopt als op 1 februari. Dus de boot doet er net zolang over en een half uur nadat de boot in Nederland is aangekomen, rijdt hij met dezelfde snelheid naar huis. Teken in hetzelfde assenstelsel de grafiek van de reis van 23 maart. e) Op 3 april neemt meneer De Rooij de Eurostar om vanuit Londen thuis te komen. De Eurostar is een snelle trein via de Kanaaltunnel naar Brussel. Zijn reis ziet er als volgt uit: - De trein rijdt in 3 uur en 20 minuten van Londen naar Brussel. - In Brussel duurt het 15 minuten voordat hij met de auto verder kan. - De afstand van Brussel naar huis is 125 km. Hij rijdt deze afstand met een gemiddelde snelheid van 75 km/h. Bereken hoeveel minuten deze reis korter is dan de reis op 1 februari. Noteer je berekening.

14 Pagina 14 van 22 12) Op de volgende grafiek wordt de sprong weergegeven van een verspringster die (afgerond) 46 cm 2 voor de lijn afzet. Het bijbehorende functievoorschrift is h ( s) 0,1 s 0,55s 0, 275. Beantwoord nu de volgende vragen met behulp van je grafische rekenmachine. Leg telkens de werkwijze goed uit. a) Na hoeveel meter bereikt deze verspringster haar maximale hoogte? b) Na hoeveel meter bevindt ze zich op 80 cm hoogte? c) Hoe hoog bevindt ze zich als ze een horizontale afstand van 1,34 meter heeft afgelegd? d) Bereken de volgende functiewaarden: h(1,1) = h(1,11) = h(1,22) = 13) De beroemde Italiaanse wetenschapper Galileo Galileï ( ) voerde van op de scheve toren van Pisa zijn valproeven uit. Een voorwerp dat van deze toren valt, zal na enkele seconden de grond bereiken. De grafiek van de valbeweging heeft het volgende voorschrift: 2 h( t) 55,86 4,9t. Hierbij is h de hoogte in meter en t de tijd in seconden. a) Bereken de snelheid van het vallende voorwerp na 1 seconde. Geef de snelheid zowel in m/sec als in km/h. b) Bereken de snelheid van het vallende voorwerp tussen 1 en 3 seconden. Geef de snelheid zowel in m/sec als in km/h. c) Bereken met je grafisch rekentoestel de snelheid van het vallende voorwerp na 3 seconden. Geef de snelheid zowel in m/sec als in km/h. d) Na hoeveel seconden valt het voorwerp op de grond? (op 0,001 nauwkeurig) e) Wat is de snelheid (in m/sec) van het voorwerp bij het bereiken van de grond?

15 Pagina 15 van Statistiek 1) Een statistisch onderzoek naar het gewicht bij kinderen leverde de volgende gegevens op: Klassen ni a) Vul de tabel volledig aan. b) Geef het gewicht dat het meeste voorkomt. c) Hoeveel procent van de kinderen wegen meer dan 60 kg? d) Geef het gemiddelde gewicht. e) 50 % van de kinderen wegen meer dan 57,5 kg. Klopt dit? Verklaar. f) Teken het ogief (verzorgd!) in onderstaand assenstelsel. g) Duid de mediaan en de kwartielen aan op het ogief. Duid eveneens de interkwartielafstand aan. h) Bepaal de mediaan en de kwartielen vanuit de tabel. i) Bereken de standaardafwijking voor deze gegevens. j) Bereken de variatiecoëfficiënt (geef eveneens de formule). 2) Bij welk van de onderstaande staafdiagrammen is het gemiddelde 4,5? Verklaar je antwoord.

16 Pagina 16 van 22 3) Bepaal de soort variabele die je moet onderzoeken om elk van de volgende vragen zinvol te kunnen beantwoorden. Kies uit discontinu, continu, nominaal, ordinaal. a) Hoeveel sms jes verstuur je per dag? b) Ik vind het meestal tof op school: zeker niet / eerder niet / tussen beide / eerder wel / zeker wel. c) Hoelang ben je onderweg naar school? d) Heb je thuis een spelconsole? 4) Hieronder staan drie cumulatieve frequentiepolygonen en één boxplot. a) Welk van de drie polygonen hoort er bij de boxplot? b) Verklaar je antwoord. 5) Je wil weten hoeveel procent van de Vlamingen in het bestaan van buitenaards leven gelooft. Je gaat tijdens de ochtendspits in de hal van het station van Brugge staan. Aan de mensen die langskomen, vraag je of ze even tijd hebben om een vraag te beantwoorden. Zo ja, leg je hen je vraag voor. In totaal gaan 85 mensen akkoord. Geef twee redenen waarom deze steekproef niet representatief is.

17 Pagina 17 van 22 6) Het volgende histogram geeft de tijd weer die 100 meisjes per week spenderen aan chatten. a) Bepaal het rekenkundig gemiddelde en de standaardafwijking voor deze verdeling. b) Geef twee redenen waarom deze verdeling niet normaal verdeeld is. 7) Een bedrijf produceert stukken zeep. De productiemachine is zo ingesteld dat het gewicht van de stukken zeep normaal verdeeld is met een gemiddelde van 90 g en een standaardafwijking van 2 g. a) Maak een schets van de grafiek van de normale dichtheidsfunctie die beantwoordt aan deze situatie. b) Hoeveel procent van de stukken zeep weegt meer dan 87 g? c) Arceer op je grafiek de oppervlakte die overeenkomt met het gevraagde percentage in vraag b).

18 Pagina 18 van 22 8) Als voorbereiding op het examen sport, liet een turnleraar zijn leerlingen een bosloop doen. Zowel de jongens als de meisjes moesten het parcours lopen tegen de chrono. Onderstaande boxplots geven de looptijden van de jongens en de meisjes weer. Vink alleen de uitspraken aan die zeker waar zijn. De eerste die over de eindmeet kwam, was een meisje. Alle meisjes waren binnen het half uur klaar met de bosloop. De traagste jongen had 35 minuten nodig. Er is een meisje dat precies 32 minuten nodig had om het parcours te lopen. De interkwartielafstand bij de jongens is groter dan die van de meisjes. Drie kwart van de jongens was al over de eindstreep toen nog de helft van de meisjes aan het lopen was. De spreiding bij de gegevens van de jongens is even groot als de spreiding bij de gegevens van de meisjes. Het zou kunnen dat er een jongen was die 27 minuten gelopen heeft. Meer dan de helft van de meisjes had meer dan een half uur nodig. Rond de dertigste minuut kwamen heel veel leerlingen over de eindstreep.

19 Pagina 19 van Financiële algebra 1) In de loop van de maand juni doet iemand via zijn zichtrekening de onderstaande verrichtingen. Bepaal het saldo per verrichting en het aantal rentedagen voor alle negatieve saldo s. Bereken vervolgens de debetrente die de financiële instelling op 1 juli zal aanrekenen als de rentevoet 15 % bedraagt. VALUTADATUM BEDRAG SALDO RENTEDAGEN DEBETRENTE , , , , , Antwoord: 2) a) Welk type hypothecaire lening (met looptijd 6 jaar en jaarlijkse betalingen) wordt hier schematisch voorgesteld? B A b) Wat zijn de betekenissen van A en B uit de legende?

20 Pagina 20 van 22 3) Hieronder is een onvolledige aflossingstabel gegeven van een woonkrediet van ,00 EUR tegen 5 % en terugbetaalbaar door 15 jaarlijkse stortingen. VERVALDAG TERMIJN RENTEDEEL KAPITAALDEEL UITSTAANDE SCHULD , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,73 0,00 a) Leg kort het verschil uit tussen een woonkrediet met constante kapitaalsaflossing en een woonkrediet met een constante termijn. b) Met welke van beide soorten hebben we in de tabel te maken? Hoe zie je dat? c) Bereken de ontbrekende waarden en vul ze in de tabel. Noteer de volledige berekeningen hieronder.

21 Pagina 21 van 22 4) Hieronder vind je een uittreksel uit een reclamefolder. a) Over welke soort consumentenkrediet gaat het hier? b) Wat is de contante waarde van deze keuken? c) Voldoet het voorschot aan het wettelijke minimum? Verklaar! d) Welk bedrag wordt er geleend? e) Controleer de gegevens uit deze advertentie door met die gegevens het maandelijkse termijnbedrag na te rekenen en te vergelijken met wat in de advertentie staat. 5) Emma zet een kapitaal van EUR uit op samengestelde intrest. Na 10 jaar bedraagt de intrest 936,78 EUR. Bereken de rentevoet (zonder gebruik te maken van het financiële menu van de grafische rekenmachine). (Noteer de rentevoet in percentnotatie en rond af op 2 cijfers na de komma. Je hoeft geen rekening te houden met roerende voorheffing.)

22 Pagina 22 van 22 6) Rozemieke en Filiberke kopen samen een woning in de stad. Ze lenen EUR tegen een jaarlijkse rentevoet van 2,9 % en betalen gedurende 20 jaar terug met maandelijkse stortingen. a) Bereken de maandelijkse termijn door gebruik te maken van de TVM-Oplosser. Noteer op het onderstaande scherm welke waarden je hebt ingetikt en wat de rekenmachine voor jou berekend heeft. Antwoord: b) Na 180 maanden besluiten ze om de resterende schulden in één keer af te betalen (ze hadden immers een financiële meevaller op de beurs). Bereken de uitstaande schuld op de 180 e vervaldag. Je mag hierbij gebruik maken van het financiële menu van je grafische rekenmachine. c) De bank rekent een wederbeleggingsvergoeding aan die overeenkomt met drie maanden enkelvoudige intrest op de nog uitstaande schuld. Bereken hoeveel Rozemieke en Filiberke in totaal moeten betalen op het einde van de 180 e maand. 7) In de tabel hieronder zie je bij elk begrip uit de financiële wereld een cijfer. Daarnaast staat bij elke letter een verklaring van of informatie over een begrip. 1 Debetverrichting A Overzicht van de verrichtingen die op een rekening werden uitgevoerd. 2 Postnumerando B Kapitaalsvorming. 3 Skimming C Hierdoor bespaar je tijd en geld, je hoeft niet aan te schuiven aan het loket, je kan je financiële zaken regelen wanneer je maar wil. 4 Roerende voorheffing D De termijnen worden op het einde van elke periode betaald. 5 Spaarplan E Betaling met een kaart en geldopneming aan een geldautomaat. 6 JKP F Gegevens van de magneetstrook van een bankkaart kopiëren terwijl de geheime code afgekeken wordt. 7 Rekeninguittreksel G De jaarlijkse intresten en lasten die het krediet met zich meebrengt uitgedrukt in procent per jaar. 8 Internetbankieren H Fiscale afhouding die de financiële instelling aan de bron afhoudt op inkomsten uit beleggingen. Zet nu in het onderstaande schema de juiste letter bij het gegeven cijfer

Pagina 1 van 5 EVALUEREN. 1 Procesevaluatie versus productevaluatie

Pagina 1 van 5 EVALUEREN. 1 Procesevaluatie versus productevaluatie Pagina 1 van 5 1 Procesevaluatie versus productevaluatie Procesevaluatie: richt zich op de kwaliteit van het leerproces en probeert dus het leerproces van de leerlingen en het onderwijsproces (het didactisch

Nadere informatie

1. Reële functies en algebra

1. Reële functies en algebra Pagina 1 van 6 Bijlage 6 OPMERKINGEN BIJ DE BESPROKEN PROEFWERKEN 1. Reële functies en algebra 1) Deze vraag peilt naar leerplandoelstelling F15. - Om eventueel gokken of elimineren bij de leerlingen te

Nadere informatie

Examenopgaven VMBO-GL en TL 2004

Examenopgaven VMBO-GL en TL 2004 Examenopgaven VMBO-GL en TL 2004 1 tijdvak 1 vrijdag 28 mei 13:30 15:30 uur WISKUNDE CSE GL EN TL WISKUNDE VBO-MAVO-D Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 26 vragen. Voor dit

Nadere informatie

LEERPLANSTUDIE Tweede graad TSO/KSO leerplan d

LEERPLANSTUDIE Tweede graad TSO/KSO leerplan d LEERPLANSTUDIE Tweede graad TSO/KSO leerplan d 1 Leerplannen Eerste graad A-stroom (D/2009/7841/003) In voege sinds 1 september 2009 Tweede graad KSO/TSO (D/2002/0279/048) In voege sinds 1 september 2002

Nadere informatie

INLEIDING FUNCTIES 1. COÖRDINATEN

INLEIDING FUNCTIES 1. COÖRDINATEN INLEIDING FUNCTIES 1. COÖRDINATEN...1 2. FUNCTIES...2 3. ARGUMENT EN BEELD...3 4. HET FUNCTIEVOORSCHRIFT...4 5. DE FUNCTIEWAARDETABEL...5 6. DE GRAFIEK...6 7. FUNCTIES HERKENNEN...7 8. OPLOSSINGEN...9

Nadere informatie

Roy kan op vier verschillende manieren in één worp bij elkaar vijf gooien. Schrijf deze vier manieren op.

Roy kan op vier verschillende manieren in één worp bij elkaar vijf gooien. Schrijf deze vier manieren op. ACHTVLAKDOBBELSTENEN Roy gooit één keer met twee achtvlakdobbelstenen, een rode en een blauwe. Dit noemt hij een worp. Daarna telt hij de getallen van de bovenliggende vlakken bij elkaar op. In de situatie

Nadere informatie

Kerstvakantiecursus. wiskunde A. Rekenregels voor vereenvoudigen. Voorbereidende opgaven HAVO kan niet korter

Kerstvakantiecursus. wiskunde A. Rekenregels voor vereenvoudigen. Voorbereidende opgaven HAVO kan niet korter Voorbereidende opgaven HAVO Kerstvakantiecursus wiskunde A Tips: Maak de voorbereidende opgaven voorin in een van de A4-schriften die je gaat gebruiken tijdens de cursus. Als een opdracht niet lukt, werk

Nadere informatie

Deel 3 havo. Docentenhandleiding havo deel 3 CB

Deel 3 havo. Docentenhandleiding havo deel 3 CB Deel 3 havo De hoeveelheid leerstof is gebaseerd op drie lesuren per week. Met drie lesuren is het in ieder geval mogelijk om de basisstof van tien hoofdstukken door te werken, eventueel met de verkorte

Nadere informatie

WISKUNDIGE TAALVAARDIGHEDEN

WISKUNDIGE TAALVAARDIGHEDEN WISKUNDIGE TLVRDIGHEDEN Derde graad 1 Het begrijpen van wiskundige uitdrukkingen in eenvoudige situaties (zowel mondeling als 1V4 2V3 3V3 (a-b-c) schriftelijk) 2 het begrijpen van figuren, tekeningen,

Nadere informatie

dag van de wiskunde 2013

dag van de wiskunde 2013 dag van de wiskunde 2013 kulak, 23 november 2013 financiële algebra voor de derde graad nicole de wilde leraar sint-franciscusinstituut melle Doelstelling Wat niet? Het is niet de bedoeling om een theoretische

Nadere informatie

HAVO 4 wiskunde A. Een checklist is een opsomming van de dingen die je moet kennen en kunnen. checklist SE1 wiskunde A.pdf

HAVO 4 wiskunde A. Een checklist is een opsomming van de dingen die je moet kennen en kunnen. checklist SE1 wiskunde A.pdf HAVO 4 wiskunde A Een checklist is een opsomming van de dingen die je moet kennen en kunnen. checklist SE1 wiskunde A.pdf 1. rekenregels en verhoudingen Ik kan breuken vermenigvuldigen en delen. Ik ken

Nadere informatie

WISKUNDIGE TAALVAARDIGHEDEN. De leerlingen ontwikkelen (binnen het gekende wiskundig instrumentarium) Derde graad kso/tso. Tweede graad kso/tso

WISKUNDIGE TAALVAARDIGHEDEN. De leerlingen ontwikkelen (binnen het gekende wiskundig instrumentarium) Derde graad kso/tso. Tweede graad kso/tso WISKUNDIGE TLVRDIGHEDEN 1 Het begrijpen van wiskundige uitdrukkingen in eenvoudige situaties (zowel mondeling als 1V4 2V3 3V3(a-bschriftelijk) eenvoudige 2 het begrijpen (lezen) van figuren, tekeningen,

Nadere informatie

REËLE FUNCTIES BESPREKEN

REËLE FUNCTIES BESPREKEN INLEIDING FUNCTIES 1. DEFINITIE...3 2. ARGUMENT EN BEELD...4 3. HET FUNCTIEVOORSCHRIFT...5 4. DE FUNCTIEWAARDETABEL...7 5. DE GRAFIEK...9 6. FUNCTIES HERKENNEN...12 7. OEFENINGEN...14 8. OPLOSSINGEN...18

Nadere informatie

20 De leerling leert alleen en in samenwerking met anderen in praktische situaties wiskunde te herkennen en te gebruiken om problemen op te lossen

20 De leerling leert alleen en in samenwerking met anderen in praktische situaties wiskunde te herkennen en te gebruiken om problemen op te lossen Onderwerp Lineaire verbanden H1 20 De leerling leert alleen en in samenwerking met anderen in praktische situaties wiskunde te herkennen en te gebruiken om problemen op te lossen 26 De leerling leert te

Nadere informatie

dag van de wiskunde 2012

dag van de wiskunde 2012 dag van de wiskunde 2012 kulak, 17 november 2012 financiële algebra voor de derde graad nicole de wilde leraar sint-franciscusinstituut melle Doelstelling Wat niet? Het is niet de bedoeling om een theoretische

Nadere informatie

Examenopgaven VMBO-KB 2004

Examenopgaven VMBO-KB 2004 Examenopgaven VMBO-KB 2004 1 tijdvak 1 vrijdag 28 mei 13.30 15.30 uur WISKUNDE CSE KB WISKUNDE VBO-MAVO-C Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 24 vragen. Voor dit examen zijn

Nadere informatie

Factor = het getal waarmee je de oude hoeveelheid moet vermenigvuldigen om een nieuwe hoeveelheid te krijgen.

Factor = het getal waarmee je de oude hoeveelheid moet vermenigvuldigen om een nieuwe hoeveelheid te krijgen. Samenvatting door een scholier 1569 woorden 23 juni 2017 5,8 6 keer beoordeeld Vak Methode Wiskunde Moderne wiskunde Wiskunde H1 t/m H5 Hoofdstuk 1 Factor = het getal waarmee je de oude hoeveelheid moet

Nadere informatie

opdracht 1 opdracht 2 opdracht 3 1 Parabolen herkennen Algebra Anders Parabolen 1 Versie DD 2014

opdracht 1 opdracht 2 opdracht 3 1 Parabolen herkennen Algebra Anders Parabolen 1 Versie DD 2014 Algebra Anders Parabolen 1 Versie DD 014 1 Parabolen herkennen opdracht 1 We beginnen heel eenvoudig met y = x Een tabel en een grafiek is snel gemaakt. top x - -1 0 1 3 y 0 1 4 + 1 + 3 toename tt + a)

Nadere informatie

VOET EN WISKUNDE. 1 Inleiding: Wiskundevorming

VOET EN WISKUNDE. 1 Inleiding: Wiskundevorming Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat, 00 Brussel VOET EN WISKUNDE Inleiding: vorming Een actuele denkwijze over wiskundevorming gaat uit van competenties. Het gaat om een

Nadere informatie

VAK: wiskunde. Antwoord: Het jaarlijkse nettorendement bedraagt ongeveer 3,69%.

VAK: wiskunde. Antwoord: Het jaarlijkse nettorendement bedraagt ongeveer 3,69%. Pagina 1 van 5 Voorbeeld VAK: wiskunde NAAM: NR: DATUM: KLAS: 5 INF 1 2 Onderwerp: Financiële algebra. Lineaire programmering. TOTAAL: / 80 1. Een staatsbon van 5000 euro heeft een looptijd van 7 jaar

Nadere informatie

BINNENKLASDIFFERENTIATIE IN WISKUNDELESSEN

BINNENKLASDIFFERENTIATIE IN WISKUNDELESSEN BINNENKLASDIFFERENTIATIE IN WISKUNDELESSEN - Situering - Lkr over binnenklasdifferentiatie - Binnenklasdifferentiatie? - Leerplannen - Binnenklasdifferentiatie in wiskunde Hilde De Maesschalck 8 oktober

Nadere informatie

klas 3 havo Checklist HAVO klas 3.pdf

klas 3 havo Checklist HAVO klas 3.pdf Checklist 3 HAVO wiskunde klas 3 havo Checklist HAVO klas 3.pdf 1. Hoofdstuk 1 - lineaire problemen Ik weet dat de formule y = a x + b hoort bij de grafiek hiernaast. Ik kan bij een lineaire formule de

Nadere informatie

PTA wiskunde KBL Bohemen, Kijkduin, Statenkwartier, Waldeck cohort

PTA wiskunde KBL Bohemen, Kijkduin, Statenkwartier, Waldeck cohort Schoolexamen leerjaar 3, schooljaar 2015-2016 Moderne wiskunde 9e editie deel 3 code eenheid vorm duur kansen kader 1 SE 1 De volgende onderdelen worden getoetst: PCS Schriftelijk 90 min ja 2,0 Hoofdstuk

Nadere informatie

Probeer de vragen bij Verkennen zo goed mogelijk te beantwoorden.

Probeer de vragen bij Verkennen zo goed mogelijk te beantwoorden. 1 Het begrip functie Verkennen www.math4all.nl MAThADORE-basic HAVO/VWO 4/5/6 VWO wi-b Functies en grafieken Het begrip functie Inleiding Verkennen Probeer de vragen bij Verkennen zo goed mogelijk te beantwoorden.

Nadere informatie

1.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los op: 6x + 28 = 30 10x.

1.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los op: 6x + 28 = 30 10x. 1.0 Voorkennis Voorbeeld 1: Los op: 6x + 28 = 30 10x. 6x + 28 = 30 10x +10x +10x 16x + 28 = 30-28 -28 16x = 2 :16 :16 x = 2 1 16 8 Stappenplan: 1) Zorg dat alles met x links van het = teken komt te staan;

Nadere informatie

2.1.4 Oefenen. d. Je ziet hier twee weegschalen. Wat is het verschil tussen beide als het gaat om het aflezen van een gewicht?

2.1.4 Oefenen. d. Je ziet hier twee weegschalen. Wat is het verschil tussen beide als het gaat om het aflezen van een gewicht? 2.1.4 Oefenen Opgave 9 Bekijk de genoemde dataset GEGEVENS154LEERLINGEN. a. Hoe lang is het grootste meisje? En de grootste jongen? b. Welke lengtes komen het meeste voor? c. Is het berekenen van gemiddelden

Nadere informatie

Hierin is de maximale hartslagfrequentie in hartslagen per minuut en de leeftijd in jaren.

Hierin is de maximale hartslagfrequentie in hartslagen per minuut en de leeftijd in jaren. HARTSLAGFREQUENTIE Het hart is een belangrijk orgaan in het menselijk lichaam. Het pompt bij elke hartslag bloed door het lichaam. Het aantal hartslagen per minuut noemen we de hartslagfrequentie. Deze

Nadere informatie

ICT-LEERLIJN (met GeoGebra) Luc Gheysens WISKUNDIGE COMPETENTIES

ICT-LEERLIJN (met GeoGebra) Luc Gheysens  WISKUNDIGE COMPETENTIES ICT-LEERLIJN (met GeoGebra) Luc Gheysens www.gnomon.bloggen.be WISKUNDIGE COMPETENTIES 1 Wiskundig denken 2 Wiskundige problemen aanpakken en oplossen 3 Wiskundig modelleren 4 Wiskundig argumenteren 5

Nadere informatie

Examen HAVO. Wiskunde A1,2

Examen HAVO. Wiskunde A1,2 Wiskunde A1,2 Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 1 Donderdag 25 mei 13.30 16.30 uur 20 00 Dit examen bestaat uit 19 vragen. Voor elk vraagnummer is aangegeven hoeveel punten met een

Nadere informatie

Functies. Verdieping. 6N-3p 2013-2014 gghm

Functies. Verdieping. 6N-3p 2013-2014 gghm Functies Verdieping 6N-p 01-014 gghm Standaardfuncties Hieronder is telkens een standaard functie gegeven. Maak steeds een schets van de bijbehorende grafiek. Je mag de GRM hierbij gebruiken. Y f ( x)

Nadere informatie

Zinvol realiseren van competenties in de derde graad Visie en werkvormen

Zinvol realiseren van competenties in de derde graad Visie en werkvormen Zinvol realiseren van competenties in de derde graad Visie en werkvormen T 3 Symposium, Oostende Onze-Lieve-Vrouwecollege Brugge dinsdag 19 augustus 2014 Voorwoord What is teaching? http:/vimeo.com/48768091

Nadere informatie

Correctievoorschrift VWO. Wiskunde A1 (nieuwe stijl)

Correctievoorschrift VWO. Wiskunde A1 (nieuwe stijl) Wiskunde A (nieuwe stijl) Correctievoorschrift VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs 0 0 Tijdvak Inzenden scores Vul de scores van de alfabetisch eerste vijf kandidaten per school in op de optisch

Nadere informatie

Naar een valide, betrouwbare, transparante, haalbare leerlingenevaluatie in 4 stappen. Stap 1

Naar een valide, betrouwbare, transparante, haalbare leerlingenevaluatie in 4 stappen. Stap 1 Naar een valide, betrouwbare, transparante, haalbare leerlingenevaluatie in 4 stappen Stap 1 EVALUATIE IS EEN ONDERDEEL VAN HET LEERPROCES. VOLGENDE ACTIVITEITEN GAAN EVALUEREN VOORAF: 1 JE LEEST DE LEERPLAN

Nadere informatie

2 Data en datasets verwerken

2 Data en datasets verwerken Domein Statistiek en kansrekening havo A 2 Data en datasets verwerken 1 Data presenteren 1.4 Oefenen In opdracht van: Commissie Toekomst Wiskunde Onderwijs 1.4 Oefenen Opgave 9 Bekijk de genoemde dataset

Nadere informatie

Correctievoorschrift HAVO 2016

Correctievoorschrift HAVO 2016 Correctievoorschrift HAVO 06 tijdvak wiskunde B (pilot) Het correctievoorschrift bestaat uit: Regels voor de beoordeling Algemene regels Vakspecifieke regels Beoordelingsmodel 5 Inzenden scores Regels

Nadere informatie

Herhalingsoefenigen FUNCTIES EERSTEGRAADSFUNCTIES

Herhalingsoefenigen FUNCTIES EERSTEGRAADSFUNCTIES 4KSO 4TSO Herhalingsoefenigen FUNCTIES EERSTEGRAADSFUNCTIES V5 1. Gegeven is het onderstaande functievoorschrift. k 14m 12 Welke formule zal je ingeven in je grafisch rekentoestel? Beschrijf kort hoe je

Nadere informatie

Antwoordmodel - Kwadraten en wortels

Antwoordmodel - Kwadraten en wortels Antwoordmodel - Kwadraten en wortels Schrijf je antwoorden zo volledig mogelijk op. Tenzij anders aangegeven mag je je rekenmachine niet gebruiken. Sommige vragen zijn alleen voor het vwo, dit staat aangegeven.

Nadere informatie

Een model voor een lift

Een model voor een lift Een model voor een lift 2 de Leergang Wiskunde schooljaar 213/14 2 Inhoudsopgave Achtergrondinformatie... 4 Inleiding... 5 Model 1, oriëntatie... 7 Model 1... 9 Model 2, oriëntatie... 11 Model 2... 13

Nadere informatie

Verbanden en functies

Verbanden en functies Verbanden en functies 0. voorkennis Stelsels vergelijkingen Je kunt een stelsel van twee lineaire vergelijkingen met twee variabelen oplossen. De oplossing van het stelsel is het snijpunt van twee lijnen.

Nadere informatie

WISKUNDE A HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

WISKUNDE A HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0 WISKUNDE A HAVO VAKINFORMATIE STAATSEAMEN 2016 V15.7.0 De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk voor de afname van de

Nadere informatie

PTA wiskunde KBL - Bohemen Media (Statenkwartier)- cohort 14-15-16

PTA wiskunde KBL - Bohemen Media (Statenkwartier)- cohort 14-15-16 Wiskunde Het schoolexamen in het vierde leerjaar (2015-2016) wordt ook toegepast binnen de locatie Statenkwartier. Schooljaar 2014-2015 ( leerjaar 3 ) Kader Schoolexamen 1 SE 1 De volgende onderdelen worden

Nadere informatie

Bijlage 11 - Toetsenmateriaal

Bijlage 11 - Toetsenmateriaal Bijlage - Toetsenmateriaal Toets Module In de eerste module worden de getallen behandeld: - Natuurlijke getallen en talstelsels - Gemiddelde - mediaan - Getallenas en assenstelsel - Gehele getallen met

Nadere informatie

Samenvatting Wiskunde Samenvatting en stappenplan van hfst. 7 en 8

Samenvatting Wiskunde Samenvatting en stappenplan van hfst. 7 en 8 Samenvatting Wiskunde Samenvatting en stappenplan van hfst. 7 en 8 Samenvatting door N. 1410 woorden 6 januari 2013 5,4 13 keer beoordeeld Vak Methode Wiskunde Getal en Ruimte 7.1 toenamediagrammen Interval

Nadere informatie

Correctievoorschrift VWO-Compex. wiskunde A1

Correctievoorschrift VWO-Compex. wiskunde A1 wiskunde A Correctievoorschrift VWO-Compex Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs 20 04 Tijdvak inzenden scores Verwerk de scores van alle kandidaten per school in het programma Wolf vul de scores in

Nadere informatie

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën. Beste leerling, Dit document bevat het examenverslag voor leerlingen van het wiskunde A havo, tweede tijdvak (2017). In dit examenverslag proberen we een zo goed mogelijk antwoord te geven op de volgende

Nadere informatie

wiskunde A havo 2017-II

wiskunde A havo 2017-II wiskunde A havo 207-II Personenauto s in Nederland maximumscore 3 De aantallen aflezen: in 2000 6,3 (miljoen) en in 20 7,7 (miljoen) 7,7 6,3 00(%) 6,3 Het antwoord: 22(%) ( nauwkeuriger) Opmerkingen Bij

Nadere informatie

Referentieniveaus uitgelegd. 1S - rekenen Vaardigheden referentieniveau 1S rekenen. 1F - rekenen Vaardigheden referentieniveau 1F rekenen

Referentieniveaus uitgelegd. 1S - rekenen Vaardigheden referentieniveau 1S rekenen. 1F - rekenen Vaardigheden referentieniveau 1F rekenen Referentieniveaus uitgelegd De beschrijvingen zijn gebaseerd op het Referentiekader taal en rekenen'. In 'Referentieniveaus uitgelegd' zijn de niveaus voor de verschillende sectoren goed zichtbaar. Door

Nadere informatie

Centrummaten en klassen vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Centrummaten en klassen vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 12 April 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/74220 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein. Wikiwijsleermiddelenplein

Nadere informatie

Transformaties van grafieken HAVO wiskunde B deel 1

Transformaties van grafieken HAVO wiskunde B deel 1 Transformaties van grafieken HAVO wiskunde B deel Willem van Ravenstein 500765005 Haags Montessori Lyceum (c) 06 Inleiding In de leerroute transformaties van grafieken gaat het om de karakteristieke eigenschappen

Nadere informatie

Voorbereidende opgaven Kerstvakantiecursus. Rekenregels voor vereenvoudigen ( ) = = ( ) ( ) ( ) = ( ) ( ) = ( ) = = ( )

Voorbereidende opgaven Kerstvakantiecursus. Rekenregels voor vereenvoudigen ( ) = = ( ) ( ) ( ) = ( ) ( ) = ( ) = = ( ) Voorbereidende opgaven Kerstvakantiecursus Tips: Maak de voorbereidende opgaven voorin in één van de A4-schriften die je gaat gebruiken tijdens de cursus. Als een opdracht niet lukt, werk hem dan uit tot

Nadere informatie

Examencursus. wiskunde A. Rekenregels voor vereenvoudigen. Voorbereidende opgaven VWO kan niet korter

Examencursus. wiskunde A. Rekenregels voor vereenvoudigen. Voorbereidende opgaven VWO kan niet korter Voorbereidende opgaven VWO Examencursus wiskunde A Tips: Maak de voorbereidende opgaven voorin in een van de A4-schriften die je gaat gebruiken tijdens de cursus. Als een opdracht niet lukt, werk hem dan

Nadere informatie

WISKUNDE D HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

WISKUNDE D HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0 WISKUNDE D HAVO VAKINFORMATIE STAATSEAMEN 2016 V15.7.0 De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk voor de afname van de

Nadere informatie

Vragen over algebraïsche vaardigheden aan het eind van klas 3 havo/vwo

Vragen over algebraïsche vaardigheden aan het eind van klas 3 havo/vwo Bijlage 7 Vragen over algebraïsche vaardigheden aan het eind van klas 3 havo/vwo Deze vragen kunnen gebruikt worden om aan het eind van klas 3 havo/vwo na te gaan in hoeverre leerlingen in staat zijn te

Nadere informatie

Docentenversie. Hoofdstuk A9 Hellinggrafieken - alternatief. snelheid (m/s)

Docentenversie. Hoofdstuk A9 Hellinggrafieken - alternatief. snelheid (m/s) Docentenversie Vooraf Dit hoofdstuk bestaat uit drie delen: Wat zijn hellinggrafieken en hoe maak je ze? Met het differentiequotient voor alle punten van de grafiek de helling uitrekenen. Die waarden kun

Nadere informatie

Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang:

Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang: wiskunde B Correctievoorschrift HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs 0 06 Tijdvak Het correctievoorschrift bestaat uit: Regels voor de beoordeling Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel

Nadere informatie

Kerstvakantiecursus. wiskunde A. Rekenregels voor vereenvoudigen. Voorbereidende opgaven VWO kan niet korter

Kerstvakantiecursus. wiskunde A. Rekenregels voor vereenvoudigen. Voorbereidende opgaven VWO kan niet korter Voorbereidende opgaven VWO Kerstvakantiecursus wiskunde A Tips: Maak de voorbereidende opgaven voorin in een van de A4-schriften die je gaat gebruiken tijdens de cursus. Als een opdracht niet lukt, werk

Nadere informatie

Correctievoorschrift HAVO. Wiskunde B1 (nieuwe stijl)

Correctievoorschrift HAVO. Wiskunde B1 (nieuwe stijl) Wiskunde B (nieuwe stijl) Correctievoorschrift HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs 0 0 Tijdvak Inzenden scores Uiterlijk op juni de scores van de alfabetisch eerste vijf kandidaten per school op de

Nadere informatie

2 Data en datasets verwerken

2 Data en datasets verwerken Domein Statistiek en kansrekening havo A 2 Data en datasets verwerken 1 Data presenteren 1.3 Representaties In opdracht van: Commissie Toekomst Wiskunde Onderwijs 1 Data presenteren 1.1 Introductie In

Nadere informatie

Centrummaten en klassen vmbo-kgt34

Centrummaten en klassen vmbo-kgt34 Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres VO-content 30 august 2017 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie https://maken.wikiwijs.nl/74220 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van

Nadere informatie

VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK SECUNDAIR ONDERWIJS LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS WISKUNDE. Derde graad BSO Derde leerjaar: 1 of 2 uur/week

VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK SECUNDAIR ONDERWIJS LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS WISKUNDE. Derde graad BSO Derde leerjaar: 1 of 2 uur/week VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK SECUNDAIR ONDERWIJS LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS WISKUNDE Derde graad BSO Derde leerjaar: 1 of 2 uur/week Licap - Brussel - september 1995 INHOUD 1 BEGINSITUATIE... 5 2

Nadere informatie

Statistiek met Excel. Schoolexamen en Uitbreidingsopdrachten. Dit materiaal is gemaakt binnen de Leergang Wiskunde schooljaar 2013/14

Statistiek met Excel. Schoolexamen en Uitbreidingsopdrachten. Dit materiaal is gemaakt binnen de Leergang Wiskunde schooljaar 2013/14 Statistiek met Excel Schoolexamen en Uitbreidingsopdrachten 2 Inhoudsopgave Achtergrondinformatie... 4 Schoolexamen Wiskunde VWO: Statistiek met grote datasets... 5 Uibreidingsopdrachten vwo 5... 6 Schoolexamen

Nadere informatie

HAVO 4 wiskunde A. Een checklist is een opsomming van de dingen die je moet kennen en kunnen....

HAVO 4 wiskunde A. Een checklist is een opsomming van de dingen die je moet kennen en kunnen.... HAVO 4 wiskunde A Een checklist is een opsomming van de dingen die je moet kennen en kunnen.... 1. rekenregels en verhoudingen Ik kan breuken vermenigvuldigen en delen. Ik ken de rekenregel breuk Ik kan

Nadere informatie

PEILPROEVEN WISKUNDE TWEEDE GRAAD ASO. 1 De resultaten

PEILPROEVEN WISKUNDE TWEEDE GRAAD ASO. 1 De resultaten PEILPROEVEN WISKUNDE TWEEDE GRAAD ASO 1 De resultaten Op 9 mei 2012 werden door de overheid de resultaten meegedeeld van de peilproeven over (een deel van) de eindtermen wiskunde van de tweede graad aso

Nadere informatie

De 10 e editie havo-vwo OB

De 10 e editie havo-vwo OB De 10 e editie havo-vwo OB Presentatie havo/vwo onderbouw 10 e editie 1 HAVO/VWO 1 VWO 2 HAVO 2 HAVO/VWO 2 VWO De delen 10 e editie onderbouw 3 HAVO deel 1 3 HAVO deel 2 3 VWO deel 1 3 VWO deel 2 Presentatie

Nadere informatie

Havo wiskunde A. Examentraining

Havo wiskunde A. Examentraining Havo wiskunde A Examentraining Programma 1.Algemeen hoe examens maken in zijn werk gaat 2.Wiskunde examen lezen 3.Onderwerpen a. Algemene vaardigheden b. Lineair verband c. Formules d. Exponentiële groei

Nadere informatie

Portfolio wiskunde. zelfstandig en gedifferentieerd maken van oefeningen

Portfolio wiskunde. zelfstandig en gedifferentieerd maken van oefeningen Het portfolio wiskunde: zelfstandig en gedifferentieerd maken van oefeningen Dag van de wiskunde - Werkwinkel 8 Onze-Lieve-Vrouwecollege Brugge zaterdag 14 november 2015 Deze werkwinkel... gaat over didactiek

Nadere informatie

Stoomcursus. wiskunde A. Rekenregels voor vereenvoudigen. Voorbereidende opgaven VWO ( ) = = ( ) ( ) ( ) = ( ) ( ) = ( ) = = ( )

Stoomcursus. wiskunde A. Rekenregels voor vereenvoudigen. Voorbereidende opgaven VWO ( ) = = ( ) ( ) ( ) = ( ) ( ) = ( ) = = ( ) Voorbereidende opgaven VWO Stoomcursus wiskunde A Tips: Maak de voorbereidende opgaven voorin in een van de A4-schriften die je gaat gebruiken tijdens de cursus. Als een opdracht niet lukt, werk hem dan

Nadere informatie

Oefeningen Financiële wiskunde

Oefeningen Financiële wiskunde Pagina 1 van 11 Oefeningen Financiële wiskunde Hoofdstuk 1: Inleidende begrippen 1.1. Bereken het renteperunage en de rentefactor Renteperunage (i) Rentefactor (u) 4% 0,04 1,04 10% 0,1 1,1 100% 1 2 11,2/8%

Nadere informatie

dochandl4vmbo_kader_netwerk3e.doc Deel 4 vmbo kader Inhoud deel 4 Wolters-Noordhoff bv

dochandl4vmbo_kader_netwerk3e.doc Deel 4 vmbo kader Inhoud deel 4 Wolters-Noordhoff bv Deel 4 vmbo kader Inhoud deel 4 Hoofdstuk 1 Rekenen Hoofdstuk 2 Lineaire verbanden Hoofdstuk 3 Vlakke meetkunde Hoofdstuk 4 Machtsverbanden Hoofdstuk 5 Statistiek Hoofdstuk 6 Ruimtemeetkunde Hoofdstuk

Nadere informatie

Inleiding tot de natuurkunde

Inleiding tot de natuurkunde OBC Inleiding tot de Natuurkunde 01-08-2010 W.Tomassen Pagina 1 Hoofdstuk 1 : Hoe haal ik hoge cijfers. 1. Maak van elke paragraaf een samenvatting. (Titels, vet/schuin gedrukte tekst, opsommingen en plaatsjes.)

Nadere informatie

Correctievoorschrift VWO. Wiskunde A1,2 (nieuwe stijl)

Correctievoorschrift VWO. Wiskunde A1,2 (nieuwe stijl) Wiskunde A, (nieuwe stijl) Correctievoorschrift VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs 0 0 Tijdvak Inzenden scores Uiterlijk op 5 juni de scores van de alfabetisch eerste vijf kandidaten per school

Nadere informatie

Correctievoorschrift VWO. wiskunde A1 (nieuwe stijl)

Correctievoorschrift VWO. wiskunde A1 (nieuwe stijl) wiskunde A (nieuwe stijl) Correctievoorschrift VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs 20 04 Tijdvak inzenden scores Verwerk de scores van de alfabetisch eerste vijf kandidaten per school in het programma

Nadere informatie

Correctievoorschrift VMBO-KB 2005

Correctievoorschrift VMBO-KB 2005 Correctievoorschrift VMBO-KB 2005 tijdvak WISKUNDE CSE KB Het correctievoorschrift bestaat uit: Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel REGELS VOOR DE BEOORDELING

Nadere informatie

Annelies Droessaert en Etienne Goemaere

Annelies Droessaert en Etienne Goemaere De meerwaarde van TI-Nspire in de 2 de graad Annelies Droessaert en Etienne Goemaere 1. INLEIDING De meeste scholen kiezen er momenteel voor om een grafisch rekentoestel in te voeren vanaf de 2 de graad.

Nadere informatie

December 03, hfst4v2.notebook. Programma. opening paragraaf 1, 2 en 3 van hfst 4 vragen over hfst 3. pw hfst 3: 12 november 5e uur

December 03, hfst4v2.notebook. Programma. opening paragraaf 1, 2 en 3 van hfst 4 vragen over hfst 3. pw hfst 3: 12 november 5e uur paragraaf 1, 2 en 3 van hfst 4 vragen over hfst 3 pw hfst 3: 12 november 5e uur 1 Stelling van Pythagoras bewijs paragraaf 1, 2 en 3 van hfst 4 vragen over hfst 3 pw hfst 3: 12 november 5e uur c a b b

Nadere informatie

exponentiële verbanden

exponentiële verbanden exponentiële verbanden . voorkennis Procenten en vermenigvuldigingsfactoren Procentuele toename met p%: g = + p 00 p = ( g ) 00 Procentuele afname met p%: g = p 00 p = ( g) 00 De constante factor In 859

Nadere informatie

Examen havo wiskunde B 2016-I (oefenexamen)

Examen havo wiskunde B 2016-I (oefenexamen) Examen havo wiskunde B 06-I (oefenexamen) De rechte van Euler Gegeven is cirkel c met middelpunt (, ) p Stel een vergelijking op van c. De punten B(, 0) en ( 4, 0) M die door het punt A( 0, 4) C liggen

Nadere informatie

Rekenen met de normale verdeling (met behulp van grafisch rekentoestel)

Rekenen met de normale verdeling (met behulp van grafisch rekentoestel) Rekenen met de normale verdeling (met behulp van grafisch rekentoestel) In 1947 werd in opdracht van N.V. Magazijn De Bijenkorf een statistisch onderzoek verricht naar de lichaamsafmetingen van de Nederlandse

Nadere informatie

Overzicht statistiek 5N4p

Overzicht statistiek 5N4p Overzicht statistiek 5N4p EEB2 GGHM2012 Inhoud 1 Frequenties, absoluut en relatief... 3 1.1 Frequentietabel... 3 1.2 Absolute en relatieve frequentie... 3 1.3 Cumulatieve frequentie... 4 2 Centrum en spreiding...

Nadere informatie

Niveauproef wiskunde voor AAV

Niveauproef wiskunde voor AAV Niveauproef wiskunde voor AAV Waarom? Voor wiskunde zijn er in AAV 3 modules: je legt een niveauproef af, zodat je op het juiste niveau kan starten. Er is de basismodule voor wie de rekenvaardigheden moet

Nadere informatie

Correctievoorschrift HAVO

Correctievoorschrift HAVO Correctievoorschrift HAVO 007 tijdvak wiskunde A, Het correctievoorschrift bestaat uit: Regels voor de beoordeling Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Inzenden scores Regels voor

Nadere informatie

PROCESEVALUATIE 6/11/2012 ILLUSTRATIE UIT 1874

PROCESEVALUATIE 6/11/2012 ILLUSTRATIE UIT 1874 PROCESEVALUATIE 2012-11-17 Maggy Van Hoof DPB Hasselt ILLUSTRATIE UIT 1874 Als een leerling een onjuist antwoord geeft dan moet de onderwijzer nagaan of hij den oorsprong der fout kan vinden, en hij moet

Nadere informatie

Checklist Wiskunde A HAVO 4 2014-2015 HML

Checklist Wiskunde A HAVO 4 2014-2015 HML Checklist Wiskunde A HAVO 4 2014-2015 HML 1 Hoofdstuk 1 Ik weet hoe je met procenten moet rekenen: procenten en breuken, percentage berekenen, toename en afname in procenten, rekenen met groeifactoren.

Nadere informatie

Het practicum wiskunde: coöperatief aanleren van vaardigheden en attitudes

Het practicum wiskunde: coöperatief aanleren van vaardigheden en attitudes Het practicum wiskunde: coöperatief aanleren van vaardigheden en attitudes Centrum Nascholing Onderwijs, Wilrijk Koen De Naeghel Onze-Lieve-Vrouwecollege, Brugge woensdag 12 februari 2014 Inhoud Inleiding

Nadere informatie

TIP 10: ANALYSE VAN DE CIJFERS

TIP 10: ANALYSE VAN DE CIJFERS TOETSTIP 10 oktober 2011 Bepaling wat en waarom je wilt meten Toetsopzet Materiaal Betrouw- baarheid Beoordeling Interpretatie resultaten TIP 10: ANALYSE VAN DE CIJFERS Wie les geeft, botst automatisch

Nadere informatie

Correctievoorschrift VWO. Wiskunde A (oude stijl)

Correctievoorschrift VWO. Wiskunde A (oude stijl) Wiskunde A (oude stijl) Correctievoorschrift VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs 0 0 Tijdvak Inzenden scores Uiterlijk op 5 juni de scores van de alfabetisch eerste vijf kandidaten per school

Nadere informatie

Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang:

Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang: wiskunde A, Correctievoorschrift VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Het correctievoorschrift bestaat uit: Regels voor de beoordeling Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel

Nadere informatie

Steelbladdiagram In een steelbladdiagram staan alle leerlingen genoemd. Je kunt precies zien waar Wouter staat.

Steelbladdiagram In een steelbladdiagram staan alle leerlingen genoemd. Je kunt precies zien waar Wouter staat. 2.1.3 Representaties In de voorbeelden kijken we steeds naar gewicht. Je gaat daarna zelf kijken naar de informatie over lengte en cijfergemiddelde. Voor alle opgaven geldt dat je deze zowel in de DWO

Nadere informatie

Migrerende euromunten

Migrerende euromunten Migrerende euromunten Inleiding Op 1 januari 2002 werden in vijftien Europese landen (twaalf grote en drie heel kleine) euromunten en - biljetten in omloop gebracht. Wat de munten betreft, ging het in

Nadere informatie

Examen HAVO en VHBO. Wiskunde A

Examen HAVO en VHBO. Wiskunde A Wiskunde A Examen HAVO en VHBO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Vooropleiding Hoger Beroeps Onderwijs HAVO Tijdvak 1 VHBO Tijdvak 2 Donderdag 25 mei 13.30 16.30 uur 20 00 Dit examen bestaat uit 19 vragen.

Nadere informatie

Correctievoorschrift VWO-Compex. wiskunde A1,2

Correctievoorschrift VWO-Compex. wiskunde A1,2 wiskunde A, Correctievoorschrift VWO-Compex Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs 0 04 Tijdvak inzenden scores Verwerk de scores van alle kandidaten per school in het programma Wolf vul de scores in

Nadere informatie

Financiële geletterdheid: wat kan de bijdrage zijn vanuit het vak wiskunde?

Financiële geletterdheid: wat kan de bijdrage zijn vanuit het vak wiskunde? Wie ben ik? verantwoordelijke voor de Specifieke Lerarenopleiding wiskunde KU Leuven Financiële geletterdheid: wat kan de bijdrage zijn vanuit het vak wiskunde? Johan Deprez 09/10/17 slides op mijn website

Nadere informatie

Beste leerling, Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de examenvragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Beste leerling, Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de examenvragen onderverdeeld in 4 categorieën. Beste leerling, Dit document bevat het examenverslag van het vak wiskunde A vwo, tweede tijdvak (2016). In dit examenverslag proberen we zo goed mogelijk antwoord te geven op de volgende vraag: In hoeverre

Nadere informatie

MATCH: matching oefening waarbij evenveel antwoordmogelijkheden als opgaven zijn

MATCH: matching oefening waarbij evenveel antwoordmogelijkheden als opgaven zijn Codelijst: : de dynamisch gegenereerde waarde van INVUL: invuloefening ( Short answer ) KLEUR: gebruik kleur! MATCH: matching oefening waarbij evenveel antwoordmogelijkheden als opgaven zijn MC: multiple

Nadere informatie

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën. Beste leerling, Dit document bevat het examenverslag voor leerlingen van het vak wiskunde A vwo, tweede tijdvak (2018). In dit examenverslag proberen we een zo goed mogelijk antwoord te geven op de volgende

Nadere informatie

Stoeien met Statistiek

Stoeien met Statistiek Stoeien met Statistiek Havo 4: Statistiek op grote datasets 2 Inhoudsopgave Achtergrondinformatie... 4 Docentenhandleiding... 5 Inleiding voor leerlingen... 6 Opdracht 1... 7 Opdracht 2... 8 Opdracht 3...

Nadere informatie

Correctievoorschrift HAVO. Wiskunde A 1,2

Correctievoorschrift HAVO. Wiskunde A 1,2 Wiskunde A, Correctievoorschrift HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs 0 00 Tijdvak Inzenden scores Uiterlijk juni de scores van de alfabetisch eerste tien, maar bij voorkeur vijftien kandidaten per

Nadere informatie

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 22 juni 13.30 16.30 uur

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 22 juni 13.30 16.30 uur wiskunde B Eamen VW Voorbereidend Wetenschappelijk nderwijs Tijdvak 2 Woensdag 22 juni 3.30 6.30 uur 20 05 Voor dit eamen zijn maimaal 86 punten te behalen; het eamen bestaat uit 9 vragen. Voor elk vraagnummer

Nadere informatie

Correctievoorschrift HAVO. Wiskunde A1,2 (nieuwe stijl)

Correctievoorschrift HAVO. Wiskunde A1,2 (nieuwe stijl) Wiskunde A, (nieuwe stijl) Correctievoorschrift HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs 0 03 Tijdvak Inzenden scores Vul de scores van de alfabetisch eerste vijf kandidaten per school in op de optisch

Nadere informatie

Reflecties bij de invoering van TI-Nspire CAS op de Europese Scholen L.A.A. Blomme

Reflecties bij de invoering van TI-Nspire CAS op de Europese Scholen L.A.A. Blomme Reflecties bij de invoering van TI-Nspire CAS op de Europese Scholen L.A.A. Blomme In 2010 is op de Europese Scholen het nieuwe wiskunde programma gestart. Een van de grote innovaties betreft het invoeren

Nadere informatie