Jaarverslag Meldpunt Schoolexterne Interventies

Transcriptie

1 Jaarverslag Meldpunt Schoolexterne Interventies Werking 1 januari december 2012

2 Inhoudstabel I. ONTSTAANSGESCHIEDENIS CHRONOLOGIE OORSPRONKELIJK PROJECTVOORSTEL BESLUIT TOT SUBSIDIËRING EN AFSPRAKENNOTA... 7 II. STURING VAN HET PROJECT STUURGROEP MELDPUNT SCHOOLEXTERNE INTERVENTIES BELEIDSGROEP LEERRECHT SCHOOLEXTERNE INTERVENTIES... 9 III. ACTIVITEITENVERSLAG PRAKTISCHE ORGANISATIE ACTIVITEITEN VAN HET VOOR MELDPUNT SCHOOLEXTERNE INTERVENTIES Bekendmaken van de verschillende schoolexterne interventies Centraliseren van meldingen Registreren van meldingen Dispatching naar verschillende aanbieders Rapporteren van meldingen Opvolgen van de aanmeldingen Privacybeleid Verkennen van de mogelijkheid de meldpuntwerking uit te breiden naar heel de provincie GEZAMENLIJKE INDICATOREN VOOR MELDPUNT SCHOOLEXTERNE INTERVENTIES EN NETWERK LEERRECHT ASSE-HALLE- VILVOORDE Landschapstekening als aanzet voor een provinciaal Netwerk Leerrecht / schoolexterne interventies Beleidssignalering en streven naar een structurele verankering van de werking Transfer naar onderwijs IV. FINANCIEEL VERSLAG : VOORLOPIGE JAARREKENING V. BIJLAGEN OORSPRONKELIJKE PROJECTAANVRAAG BIJLAGEN BIJ DE OORSPRONKELIJKE AANVRAAG SUBSIDIEBESLUIT LEERRECHT SCHOOLEXTERNE INTERVENTIES BIJLAGE BIJ DE AFSPRAKENNOTA 'LEERRECHT - SCHOOLEXTERNE INTERVENTIES'... 44

3 5. BLANCO AANMELDINGSFORMULIER BLANCO OPVOLGINGSGEDEELTE PRIVACYBELEID NOTA ROND DE WENSELIJKHEID TOT AANSLUITING BIJ HET MELDPUNT VOOR SCHOOLEXTERNE INTERVENTIES BEGROTING MELDPUNT FORMAT GEBRUIKT VOOR DE LANDSCHAPSTEKENING LANDSCHAPSTEKENING NETWERKEN LEERRECHT EN MELDPUNT SCHOOLEXTERNE INTERVENTIES VLAAMS-BRABANT EN BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST (WOENSDAG 21 NOVEMBER 2012) VERSLAGEN STUURGROEP MELDPUNT SI Verslag stuurgroep : 27 september Verslag stuurgroep : 20 december Verslag stuurgroep : 13 maart Verslag stuurgroep : 12 juni Verslag stuurgroep : 2 oktober VERSLAGEN BELEIDSGROEP LEERRECHT-MELDPUNT SI Verslag beleidsgroep : 29 februari Verslag beleidsgroep : 28 maart Verslag beleidsgroep : 22 mei Verslag beleidsgroep : 20 september Verslag beleidsgroep : 13 november Verslag beleidsgroep : 18 december INHOUDSTAFEL VAN HET RAPPORT MELDPUNT SCHOOLEXTERNE INTERVENTIES. ONTSLUITING VAN DE GEGEVENS VAN DE DATABANK. AANMELDINGEN VLAAMS-BRABANT-OOST SCHOOLJAAR

4 I. Ontstaansgeschiedenis 1. Chronologie Ondanks inspanningen van school en begeleidingsinstanties, verliezen sommige leerlingen de aansluiting bij het dagelijkse schoolgebeuren in gewoon of buitengewoon secundair onderwijs. Op dat moment kunnen zij voor korte of langere tijd terecht in schoolexterne interventies. De aanmelding hiervoor gebeurt door de betrokken CLB-medewerker. Het veld van schoolexterne interventies is breed. Het exacte aanbod van de verschillende initiatieven niet altijd goed gekend door de verwijzers. De resultaten van onderzoek (zie rapport Recht op anders leren. In de marge., Laurent Thys, 2010) tonen aan dat de keuze van een gepast aanbod niet vanzelfsprekend is. De toeleiding tot initiatieven dient zorgzaam te gebeuren. Deze toeleiding optimaliseren was, naast het beschrijven van de nood aan schoolexterne interventies, één van de doelstellingen van het experimenteel Meldpunt Schoolexterne Interventies dat van 9 november 2009 tot 30 juni 2011 in de Leuvense regio werd georganiseerd, naar het voorbeeld van stedelijke initiatieven in Gent en Antwerpen. Het Meldpunt Schoolexterne Interventies (MSI) werd in opgericht met de middelen van het Vlaams Ministerie van Onderwijs en in (met minimaal aanbod) verder gezet met de middelen van een betrokken welzijnspartner. 4 De periode september 2011 tot en met december 2011 werd overbrugd (met minimale bezetting) met middelen goodwill van een aanbieder die onder het meldpunt valt. Al die tijd is het meldpunt bemand geweest door dezelfde medewerker, gevestigd binnen Koïnoor (time-out in Leuven), zodat het aanbod en de werking van het meldpunt dezelfde kwaliteit konden bieden als voorheen. De duur van dit experiment was te kort om tot een structurele verankering te kunnen leiden. Voor 2012 dienden de CLB s van Vlaams-Brabant en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een aanvraag in voor subsidiëring van het Meldpunt Schoolexterne Interventies door de dienst onderwijs van de Provincie Vlaams-Brabant. Op basis van deze aanvraag en de subsidie-aanvraag van Leerrecht Halle-Vilvoorde, werd door de deputatie Onderwijs aan beide initiatiefnemers subsidiëring toegekend, binnen het kader van een afsprakennota. Van januari 2012 werd het meldpunt gevestigd in de gebouwen van het VCLB Leuven.

5 2. Oorspronkelijk projectvoorstel Op 15 juni 2011 werd een aanvraag gedaan tot toekenning van Provinciale subsidies innovatieve onderwijsflankerende projecten. Deze aanvraag omschrijft goed de kernopdrachten van het meldpunt. Het initiatief tot aanvraag van subsidiëring werd genomen door de stuurgroep van het experimenteel meldpunt: Vertegenwoordigers van CLB: - VCLB Leuven - CLB GO! Leuven-Tienen-Landen - CLB GO! Limburg-Noodrd Adite Vertegenwoordigers van structurele aanbieders van schoolexterne interventies: - Netwerk Leerrecht - Arktos - Steunpunt Groene Zorg - Koinoor - Reisburo De effectieve aanvragers van het project waren de CLB s van alle netten van de provincie Vlaams- Brabant en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het VCLB Leuven treedt (voor dit project) op als rechtspersoon voor deze groep. 5 De algemene doelstelling van het project Meldpunt is jongeren die schoollopen in het secundair onderwijs maar definitief dreigen uit te vallen, op een adequate manier toe te leiden naar de verschillende schoolexterne interventies die in de regio worden aangeboden, via de organisatie van een provinciaal platform. Het meldpunt creëert een gemeenschappelijk aanspreekpunt voor alle CLB s van de regio Vlaams- Brabant-Oost die op zoek zijn naar een externe partner om een verstoorde relatie van de jongere met de school te helpen herstellen. Er werden operationele doelen bepaald en tevens werd omschreven hoe ze gerealiseerd zouden worden. We vermelden hier de operationele doelen: - Bekendmaking van schoolexterne initiatieven aan verwijzers, aanbieders en cliënten - Onthalen van vragen van leerlingen, ouders, scholen en aanbieders m.b.t. schoolexterne initiatieven - Ontvangen van de meldingen - Verwerken van de meldingen - Registratie van de meldingen

6 Daarnaast werden een aantal beleidsgerichte activiteiten gepland: - Organiseren van de afstemming tussen de aanbieders en het meldpunt - Verkennen van de uitbreiding van de werking van het meldpunt naar de volledige provincie - Rapportering over de resultaten van de registratie - Voorbereiding van de structurele verankering 6

7 3. Besluit tot subsidiëring en afsprakennota De initiële projectaanvraag (bijlage 1 en 2) werd niet goedgekeurd. Op 15 december 2011 nam de Deputatie de beslissing tot gezamenlijke subsidiëring van het Netwerk Leerrecht Asse-Halle- Vilvoorde en het Meldpunt schoolexterne interventies voor het uitvoeren van een afsprakennota tussen de provincie Vlaams-Brabant en de partners (bijlage 3). Deze afsprakennota omvatte de vraag naar concrete engagementen voor de beide partners, conform hun projectaanvraag; - Operationeel houden en optimaliseren van de organisatie van het Meldpunt Schoolexterne Interventies en verkennen van de uitbreiding naar de volledige provincie - Operationeel houden en optimaliseren van de werking van het Netwerk Leerrecht Asse- Halle-Vilvoorde. Bovendien werden een aantal belangrijke gezamenlijke engagementen gevraagd die een bredere focus hadden: - Aanzet geven tot de realisatie van een provinciaal netwerk leerrecht / meldpunt - Stimuleren van de transfer van know-how van welzijn naar onderwijs - Beleidssignalering en streven naar structurele verankering. Voor alle doelstellingen werden indicatoren afgesproken waaraan de resultaten kunnen getoets worden (bijlage 4). De beleidsgroep Leerrecht / meldpunt, waarin partners uit het werkveld en de overheden vertegenwoodigd zijn, verbond er zich toe de gezamenlijke engagementen te realiseren. 7

8 II. Sturing van het project 1. Stuurgroep Meldpunt Schoolexterne Interventies Er functioneert een stuurgroep met vertegenwoordigers van de schoolexterne interventies, de CLB s en andere relevante partners. De vertegenwoordiging van de schoolexterne interventies bestaat steeds uit één of twee medewerkers van de initiatieven verbonden aan het meldpunt SI. Concreet gaat dit over: - Arktos : Dirk De Rijdt - Koïnoor : Marie-Thérèse Michel - Netwerk Leerrecht : Elke Verlaenen en Isabel Van Gelder - Reisburo : Jan Benaerts - Roulot : Jan Benaerts - Steunpunt Groene Zorg : Hilde Weckhuyzen Vanuit het CLB is de directie aanwezig: - CLB GO! Leuven- Tienen-Landen: Georges Baeten - VCLB Leuven : Filip Mels (voorzitter) Zij brengen de andere CLB s uit de regio op de hoogte van de werking van de stuurgroep via BBRIO (het netoverstijgend directieoverleg van Vlaams-Brabant en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest). 8 De andere relevante partners die worden uitgenodigd voor deze bijeenkomsten vertegenwoordigen de dienst Onderwijs van de Provincie Vlaams-Brabant (Els Breunig) en de administratie van het Departement Onderwijs (Emilie Le Roi). De dagelijkse leiding gebeurt door de meldpuntmedewerker en de directie van VCLB Leuven. De medewerker van het meldpunt rapporteert over de werking aan de stuurgroep. De stuurgroep denkt mee na over de vormgeving van de aanmeldingsprocedures en de databank en de rapportage. Tegelijk worden in de stuurgroep de beleidsgerichte activiteiten van het meldpunt gepland en gecoördineerd. De stand van zaken vanuit de beleidsgroep leerrecht-msi wordt tevens besproken op deze bijeenkomst. Hun bevindingen worden dan weer teruggekoppeld aan deze beleidsgroep. De verslagen van de stuurgroepen zijn in bijlage 12 opgenomen.

9 2. Beleidsgroep Leerrecht Schoolexterne interventies Op 3 februari 2011 werd, onder impuls van de regioteams IJH 1 Vlaams-Brabant en Brussels Hoofdstedelijk Gewest, een beleidsgroep Leerrecht opgericht met als doel afstemming te realiseren tussen de 3 bestaande netwerken Leerrecht. De groep was samengesteld uit vertegenwoordigers uit de netwerk stuurgroepen Leerrecht (Leuven, Asse-Halle-Vilvoorde en Brussel) en werd later uitgebreid met vertegenwoordigers van het Meldpunt Schoolexterne Interventies. In de loop van 2011 beslisten de Provincie Vlaams Brabant (dienst onderwijs) en de VGC om hun verdere steun voor de drie Netwerken Leerrecht, het Provinciaal Meldpunt Schoolexterne Interventies en de verschillende initiatieven te koppelen aan een gemeenschappelijk doel. Zij vroegen dat, naast de realisatie van de begeleidingsactiviteiten, ook een duidelijk advies gegeven werd over: Een landschapstekening, die het aanbod van schoolexterne interventies beschrijft, met de betrokkenen evalueert en voorstellen doet voor optimalisering. De manier waarop de overdracht kan gerealiseerd worden van de know-how van schoolexterne interventies naar onderwijs. De wenselijkheid van een meldpunt: wat dit kan inhouden en welke plaats het meldpunt best inneemt in het veld van de schoolexterne interventies. De beleidsgroep schoolexterne interventies besliste in december 2011 gezamenlijk de verantwoordelijkheid te nemen voor de realisatie van deze doelstellingen. De regioteams IJH Vlaams- Brabant en Brussels Hoofdstedelijk Gewest toonden zich bereid de werking van deze beleidsgroep te blijven ondersteunen. Hiermee wordt deze beleidsgroep nog meer het gemeenschappelijke platform voor beleidsaangelegenheden van de drie Netwerken Leerrecht en het Meldpunt Schoolexterne Interventies. 9 De gemeenschappelijke ambitie was om in de loop van het laatste kwartaal van 2012 tot een gedragen en overkoepelende formulering te komen van een voorstel tot structurering en financiering van alle initiatieven die zich bewegen op het veld van schoolexterne interventies, dagopvang en interventies die gericht zijn op jongeren die de verbinding met onderwijs verliezen. De verslaggeving van de beleidsgroep is opgenomen in bijlage 13 1 IJH = Integrale JeugdHulp

10 III. Activiteitenverslag 1. Praktische organisatie Daar het meldpunt bij de start van het schooljaar nog geen toekenning van de financiering had ontvangen, werd de werking (met minimaal aanbod) gegarandeerd door een betrokken aanbieder. Concreet betekende dit dat de CLB-medewerkers nog steeds hun aanmeldingen via mail moesten sturen naar het meldpunt, zoals voorheen. Het meldpunt had wel nog steeds een informerende rol en verzorgde de dispatching van de meldingen. Vanaf januari 2012 ging het meldpunt, met de middelen van de dienst onderwijs van de Provincie Vlaams-Brabant van start. Een belangrijke opdracht bestond in het optimaliseren van de aanmeldinigsprocedure en de gegevensopslag. Er werd een online-aanmeldingsformulier ontwikkeld gekoppeld aan een databank. Het oorspronkelijk werkingsgebied van het meldpunt is Vlaams-Brabant-Oost, maar een verkenning van de mogelijkheid tot uit te breiden naar heel de provincie, behoorden dit jaar tot het takenpakket van het meldpunt (zie verder). De meeste activiteten van het meldpunt worden uitgevoerd door één medewerker. Dit is zeker het geval voor de operationele werking. Voor technische, onderzoeksmatige en beleidsondersteuning worden andere bronnen aangesproken. Het meldpunt is gevestigd in de gebouwen van VCLB Leuven, maar de medewerker kan werken in de nabijheid van het Netwerk Leerrecht, wat een goede terreinkennis en logistieke ondersteuning garandeert. Voor het vlot functioneren van het netwerk wordt een beschikbaarheid van twee dagen per week (niet tijdens de schoolvakanties) gerealiseerd.

11 2. Activiteiten van het voor Meldpunt Schoolexterne Interventies Voor de beschrijving van de activiteiten baseren we ons op de structuur van de afsprakennota Leerrecht Schoolexterne Interventies (zie bijlage 3). In de bijlage van deze nota (zie bijlage 4) zijn de indicatoren ter operationalisering van de doelstellingen opgenomen. We volgen hier de specifieke indicatoren zoals daar opgenomen. 2.1 Bekendmaken van de verschillende schoolexterne interventies De schoolexterne interventies aangesloten bij het meldpunt zijn al geruime tijd actief in deze regio. Enerzijds weten heel wat scholen en CLB-medewerkers dat ze bestaan, maar weten ze niet altijd wat ze juist aanbieden. Anderzijds is er ook een groep die geen weet heeft van deze initiatieven of deze onvoldoende kent. Het meldpunt heeft zich gefocust op de bekendmaking van deze schoolexterne interventies. Zowel het op de kaart zetten ervan, als deze inhoudelijk beschrijven. Website Er werd aandacht besteed aan het verder ontwikkelen en uitbreiden van de website van het Meldpunt ( Zo werd er een nieuwe en fris uiterlijk gegeven aan de website. Ook werd er een logo ontwikkeld dat op de site staat en op elk document, samen met het logo van de Provincie Vlaams-Brabant, aanwezig is. 11 Op de website staat het aanbod van elke aanbieder van SI 2 duidelijk omschreven en kan men de contactgegevens terug vinden. Ook is er de mogelijkheid om de folder van de aanbieders te downloaden en af te drukken. De reeds beschikbare beschrijvingen zijn geactualiseerd. Bovendien is, vooruitlopend op een uitbreiding naar heel de provincie, een beschrijving van het aanbod in Brussel en Asse-Halle-Vilvoorde toegevoegd. Op de site zijn tevens nuttige links terug te vinden, een tal van bruikbare documenten en het rapport Recht op anders leren van L.Thys die werd gemaakt op basis van het cijfermateriaal dat werd verzameld door het Meldpunt in het schooljaar Ook alle gedetailleerde infofiches die de SI in het kader van de landschapstekening maakten, zijn terug te vinden op de website. Antwoorden op vragen Via verschillende kanalen komen vragen binnen op het meldpunt. De medewerker beantwoordt informatieve vragen en leidt cliënten toe naar de CLB-medewerker die voor hun begeleiding kan instaan. 2 SI = Schoolexterne Interventie

12 Indien er geen CLB-medewerker direct betrokken is bij een aan te melden leerling, hebben zich twee medewerkers van het CLB (één vanuit VCLB en één vanuit CLB GO!) zich geëngageerd om deze leerlingen verder te begeleiden. Vragen van aanbieders m.b.t. het functioneren van het meldpunt worden niet enkel onthaald, maar ook beantwoord, eventueel verwezen naar de stuurgroep. De medewerker is steeds telefonisch bereikbaar (2 dagen per week) om alle vragen van verwijzers te beantwoorden en toelichting te geven over de aanbieders. Zij heeft dus geen sturende rol, maar een informatieve rol. Meldpunt-nieuwsbrief Op de stuurgroep MSI 3 werd een eventuele start van een meldpunt-nieuwsbrief besproken, die vanuit het meldpunt één- tot maximum drie-jaarlijks via mail zou kunnen verstuurd worden. De bedoeling van deze nieuwsbrief is dat de aanbieders die onder het meldpunt vallen, vernieuwende informatie rond hun aanbod via deze weg kunnen verspreiden naar de CLB medewerkers. Er werd op de stuurgroep besloten dat het in gebruik nemen van deze nieuwsbrief zou starten in september 2012, bij de start van het nieuwe schooljaar en enkel wanneer het gaat om vernieuwende informatie en niet om zichzelf (nogmaals) voor te stellen aan de verwijzers. Deze wordt twee maal per jaar verstuurd en dit midden november 2012 en midden maart MSI = Meldpunt Schoolexterne Interventies

13 2.2 Centraliseren van meldingen Het meldpunt creëert een gemeenschappelijk aanspreekpunt voor alle CLB s van de regio Vlaams- Brabant-Oost die op zoek zijn naar een externe partner om een verstoorde relatie van de jongere met de school te helpen herstellen. Volgende CLB s engageren zich om aan te melden via het meldpunt : - VCLB Aarschot - VCLB Diest-Tessenderlo - VCLB Haacht-Keerbergen - VCLB Leuven - CLB GO! Leuven-Landen-Tienen - CLB GO! Limburg-Noord (vestiging Aarschot en Diest) - CLB GO! Mechelen (voor scholen van Vlaams-Brabant) - VCLB Tienen - CLB GO! Vilvoorde-Zaventem-Tervuren Waar de CLB-medewerker voordien een elektronische aanmeldingsfiche (Word) moest invullen en deze nadien moest bezorgen via mail, kan dit momenteel via een online-aanmeldingsformulier dat bereikbaar is via een link op de website. Dit vergemakkelijkt het aanmelden. Door zich eenmalig te registreren kan een CLB-medewerker, d.m.v. zijn persoonlijke login-gegevens, een aanmelding invoeren die automatisch in de databank worden opgeslagen. 13 Alle CLB-medewerkers van de vestigingen die zich onder het meldpunt hebben gezet kunnen gebruik maken van dit aanmeldingsformulier en kunnen zich registreren. CLB medewerkers uit een andere vestiging melden telefonisch aan bij de medewerker van het meldpunt. Zij zal deze aanmelding dan invoeren in de databank en doorsturen naar de gevraagde aanbieder. Alle aanmeldingen worden dus automatisch bijgehouden in een databank en gecentraliseerd op één plaats. Zo kan er een duidelijk beeld gecreëerd worden op de noden in deze regio. Bij een tweede aanmelding van dezelfde leerling kan de CLB-medewerker de beschikbare gegevens opvragen en aanpassen waar nodig, wat een grote efficiëntiewinst betekent.

14 2.3 Registreren van meldingen Doordat bij de start in januari 2012 de vernieuwde aanmeldingsfiche nog ontwikkeld moest worden, werd het nieuwe systeem van aanmelden operationeel vanaf 16 april 2012 (na paasvakantie). Tot dan werd aan de aanmelders gevraagd om de voorgaande aanmeldingsfiche te gebruiken. De medewerker van het meldpunt heeft al deze aanmeldingen (1 september 2011 tem 15 april 2012) ingevoerd in de databank. Zo bevat de databank gegevens van een volledig schooljaar en kunnen de noden in deze regio kaart gebracht worden. Om de overgang vlot te laten verlopen, werden alle CLB-medewerkers die tijdens het schooljaar al een aanmelding(en) hadden gedaan al geregistreerd door het meldpunt. Vóór de paasvakantie kregen zij een mail met de informatie betreffende de vernieuwingen van het meldpunt, alsook hun login gegevens. Aan de andere CLB-medewerkers werd, via hun vestiging, de oproep gedaan zich te registreren indien ze gebruik wensen te maken van een SI. Deze procedure is vlot verlopen. Er is een handleiding ontwikkeld die aanmelders moet ondersteunen bij het invullen van hun aanmelding. Als er bijkomende vragen of onduidelijkheden zijn bij het invullen van deze aanmeldingsfiche, kan men het meldpunt ook telefonisch contacteren. Deze handleiding werd als bijlage toegevoegd bij de informatieve mail die de CLB-medewerkers kregen en is ook terug te vinden op de site. Aanmeldingen die via het oude kanaal werden bezorgd aan het meldpunt werden door de medewerker in de databank geplaatst, maar werd er vriendelijk verzocht aan de aanmelder in de toekomst de nieuwe manier van aanmelden te gebruiken. 14 De aanmeldingfiche/database is relatief eenvoudig in te vullen en bestaat uit verschillende onderdelen: Algemene informatie van de aanmelder Deze informatie wordt automatisch gegenereerd nadat de CLB-medewerker zich éénmalig heeft geregistreerd en ingelogd. Er wordt gevraagd naar hun naam, de CLB vestiging waaruit ze actief zijn (keuzelijst), hun bereikbaarheid (tijd en plaats waar men te bereiken is) en hun contactgegevens. Dit is vooral bruikbaar voor de aanbieder, doordat deze hierdoor een duidelijk beeld krijgt wanneer hij de aanmelder best kan contacteren.

15 Keuzemogelijkheid aanbieders SI 15 Bovenaan de aanmeldingsfiche staat een lijst van SI die kunnen aangevinkt worden. De aanmelder kan op deze manier zijn voorkeur kenbaar maken. Er kan slechts één aanbod aangevinkt worden. Als de aanmelder niet zeker is van zijn keuze, is de mogelijkheid voorzien om een twijfelgevalmelding aan te vinken (= meerdere keuzes). Dit geeft de CLB-medewerker de mogelijkheid om samen met de aanbieders waartussen hij twijfelde, na te denken over de meest gepaste interventie voor de leerling. Het is de taak van het meldpunt om deze bespreking te plannen. Er werd afgesproken dat deze zou doorgaan op dinsdagvoormiddag op het aanmeldend CLB. Indien dit voor één van de partijen niet lukt, is het aan deze partij om een nieuwe afspraak te maken. Dit moet steeds worden meegedeeld aan het meldpunt. Om redenen van privacy wordt de aanmelding niet in verstuurd naar de aanbieders bij een twijfelgevalmelding. De aanmeldingfiche wordt na de twijfelgevalbespreking gegeven aan het project waar uiteindelijk voor wordt gekozen.

16 Algemene informatie over de leerling Dit wordt gevraagd zodat de aanbieder meer informatie verkrijgt over de leerling die bij hem werd aangemeld. Zo krijgt elke aanbieder wat achtergrond informatie en kunnen zij tevens nagaan of het gaat of de aanvraag in overeenstemming is met het aanbod (vb. leeftijdsgrens, regio-bepalingen, ). Open vragen Hier kan de aanmelder de noden duidelijker omschrijven. Er wordt gevraagd naar de reden van deze aanmelding, alsook naar eventuele problemen in vorige schooljaren, welke begeleidingsinitiatieven er al ondernomen zijn en of er externe actoren betrokken zijn bij de leerling (voorbeeld : hulpverlening). Hierdoor kan de aanbieder al van bij de start een goed beeld krijgen van de problematiek, alsook van een eventueel netwerk dat al betrokken is bij de leerling. Bij elke aanmelding moet de CLB-medewerker zich eerst inloggen. Nadien moet hij de geboortedatum en de initialen van de leerling invullen. Zo kan de databank nagaan of deze leerling al dan niet in het systeem aanwezig is. Het is dus mogelijk om na te gaan of er voor de leerling in het verleden al een aanmelding is gebeurd. Als de leerling al in het systeem zit, verschijnen voor de aanmelder de gegevens van laatste aanvraag. Tevens worden de meest recente gegevens (van de leerling) automatisch gegenereerd zodanig dat de CLB-medewerker vlugger de aanmelding kan invullen. Uiteraard moet de aanmelder nagaan of al de informatie nog steeds correct is en moet aanpassingen aanbrengen waar nodig. 16 Indien de leerling nog niet gekend is door het systeem, zal er een volledige aanmeldingsfiche ingevuld moeten worden. Gekoppeld aan elke (individuele) aanmelding is er een opvolginggedeelte. Zo kan per aangemelde leerling bekeken worden wat het gevolg was van deze aanmelding en welk traject deze jongere heeft gelopen. Dit punt wordt verder uitvoeriger besproken onder het punt 2.6. Opvolgen van de aanmeldingen (zie verder).

17 2.4 Dispatching naar verschillende aanbieders De medewerker van het meldpunt is elke woensdag en vrijdag aanwezig. Op deze momenten worden de aanmeldingen verzameld en doorgestuurd naar de gekozen aanbieders. De verschillende externe partners die zich onder het meldpunt zetten zijn: Arktos KTO 4 en Hergo 5 De korte time-out biedt een korte, maar intensieve ondersteuning aan op maat van leerlingen en eventueel leerkrachten om schooluitval en definitieve uitsluiting te voorkomen zodat meer jongeren met een kwalificatie het onderwijs verlaten. Hergo op school is een groepsoverleg met specifieke methode en neutrale begeleiding dat gericht is op herstel na conflicten of concrete incidenten. Koïnoor KTO en LTO 6 17 Het eigene aan korte (maximum 10 dagen) en lange time-out (maximum 6 weken) bestaat erin dat er gelijktijdig op 2 sporen gewerkt wordt. Allereerst is er een gevarieerd & flexibel vormingsaanbod, waarin ruim plaats voorzien wordt voor takenpakketten die de leerling van school meekrijgt, voorbereiding examens, studiemethodiek. Gelijktijdig wordt het terrein geëffend om met de verschillende relevante actoren, gezamenlijk of in wisselende coalities tot een gesprek te komen waarin een constructief antwoord gezocht wordt op de dreigende of voltrokken schooluitval. 4 KTO = Korte Time-Out 5 Hergo = Herstelgericht Groepsoverleg 6 LTO = Lange Time-Out

18 Project Netwerk Leerrecht Een regionaal netwerk waarin verschillende schoolvervangende en andere initiatieven op elkaar afgestemd worden en toegankelijk worden voor elke leerling waarbij het schools perspectief beperkt of totaal afwezig is. Het Netwerk Leerrecht wordt gestuurd door een adviesgroep met voorzitter en leden vanuit het VCLB 7, CLB GO 8, LOP 9, Platform Bijzondere Jeugdzorg, Gehandicaptensector, Jongerencentrum Cidar, Arktos, armoedewerking, Provincie, Integrale Jeugdhulp en Koïnoor. Reisburo Door een ruim aanbod (van alternatieve dagbesteding) voor de jongere beschikbaar te stellen, wil het Reisburo hen oefenkansen bieden op vlak van werk en sociale vaardigheden en structuur op het vlak van tijdsbesteding. Zo krijgen ze de kans ervaringen op te doen en vaardigheden te ontdekken of verder te ontwikkelen, wat kan leiden tot een beter zelfinzicht. 18 Roulot Jongeren verliezen soms aansluiting bij onderwijs omwille van heel uiteenlopende redenen. Ze proberen vanuit de krachten van de jongere terug verbinding te maken met wat wel goed loopt. Doorheen het project groeit bij de jongere misschien het geloof in een nieuwe start of maken ze een andere (schoolse)keuze die bij hen past. De Roulot is sterk oriënterend voor jongeren en brengt hen in een vernieuwde dynamiek. 7 VCLB = Vrij Centrum voor Leerlingenbegeleiding 8 CLB GO = Centra voor LeerlingenBegeleiding van het Gemeenschaps Onderwijs 9 LOP = Lokaal Overleg Platform Gelijke Onderwijskansen

19 Steunpunt Groene Zorg Het Steunpunt Groene Zorg coördineert de intermediaire dienstverlening rond zorgboerderijen. Zorgboerderijen zijn actieve land- en tuinbouwbedrijven die zorg en activering aanbieden aan kwetsbare groepen uit de samenleving. Het gaat hier steeds over samenwerkingsverbanden tussen actieve land- of tuinbouwbedrijven en welzijnsvoorzieningen en/of centra voor leerlingenbegeleiding. Twijfelgevalmelding Zoals al eerder vermeld is er ook de mogelijkheid om een twijfelgevalmelding aan te vragen. Dit is mogelijk wanneer de CLB-medewerker niet zeker is welke interventie het meest geschikt is voor de leerling. Hij kan dan verschillende aanbieders in de aanmeldingsfiche aanduiden. De medewerker van het meldpunt staat in om dit overleg te plannen en deze gaan steeds door op dinsdag voormiddag op het aanmeldend CLB. Indien dit voor één van de partijen niet zou lukken, is het aan deze partij om een nieuwe afspraak te maken. Dit moet steeds worden meegedeeld aan het meldpunt. Op de bespreking zelf zijn de ouders en de leerling niet aanwezig. Het gaat namelijk over een verkennend gesprek tussen de aanmelder en de aanbieders. Samen denken zij na over de meest gepaste interventie. Pas als de uiteindelijke keuze is gemaakt, wordt er een eerste ronde tafel gepland en kan er eventueel een traject starten. 19 Omwille van privacy redenen wordt de aanmeldingsfiche niet vrijgegeven aan de aanbieders van SI voor de twijfelgevalbespreking. Eénmaal de bespreking heeft plaats gevonden, krijgt de SI wie de leerling zal begeleiden de aanmeldingsfiche in handen.

20 2.5 Rapporteren van meldingen We geven hieronder een overzicht van de aanmeldingen die in het schooljaar behandeld zijn door het Meldpunt en dit per aanbieder, per CLB-vestiging en een overzicht van de twijfelgevalmeldingen. Een rapportering van de basisgegevens aan de aanbieders en de aanmelders gebeurt drie keer per jaar in de stuurgroep van het meldpunt. Een grondige uitdieping van deze cijfers is terug te vinden in het rapport van het Meldpunt Hierin is ook verwerking gebeurd van de gegevens over opvolging. De stuurgroep formuleerde de onderzoeksvragen waarop het rapport een antwoord moet bieden. Het rapport bevat belangwekkende gegevens over het profiel van de aangemelde leerlingen, de mate waarin een traject wordt opgenomen, de vormgeving van het traject en het resultaat ervan (met ondermeer cijfers over de herintegratie in onderwijs of werk). Het rapport Meldpunt schoolexterne interventies. Ontsluiting van de gegevens van de databank. Aanmeldingen Vlaams-Brabant-Oost schooljaar is beschikbaar op de website We nemen in bijlage 14 de inhoudstafel van het rapport op. De gegevens uit de databank blijven beschikbaar voor verdere analyses. Overzicht van aanmeldingen per aanbieder 20 In het schooljaar zijn er 281 aanmeldingen voor schoolexterne interventies gebeurd. Hier een overzicht van het aantal aanmeldingen per aanbieder. Arktos Hergo 13 Arktos KTO 27 Koïnoor KTO 35 Koïnoor LTO 36 Netwerk Leerrecht 93 Reisburo 37 Roulot 16 Steunpunt Groene Zorg 16 Twijfelgevalmelding 8 Totaal 281 Overzicht van de twijfelgevalmelding : naar waar gegaan? In het schooljaar werden er in totaal 8 twijfelgevalmeldingen geregistreerd. In onderstaande tabel wordt weergegeven wat het gevolg was van die bespreking, m.a.w. werd de leerling ingeschreven in een SI of resulteerde de twijfelgevalbespreking niet in een opname.

21 Arktos Hergo 0 Arktos KTO 0 Koïnoor KTO 1 Koïnoor LTO 1 Netwerk Leerrecht 1 Reisburo 1 Roulot 1 Steunpunt Groene Zorg 1 Nergens ingeschreven 2 Totaal 8 Overzicht van de aanmeldingen per CLB-vestiging Hieruit blijkt al dat het aantal aanmeldingen hoger ligt dan het aantal aangemelde jongeren. Een aantal jongeren wordt immers meer dan één keer aangemeld. Twee centra zorgen voor ongeveer de helft van de aanmeldingen. In de bestanden vinden we 225 jongeren terug terwijl er hier 229 in de tabel staan. Vier jongeren worden dus door 2 verschillende CLB s aangemeld, wat wijst op een schoolverandering tijdens het schooljaar. CLB-vestiging Aantal aanmeldingen Aantal leerlingen VCLB Leuven CLB GO! Leuven-Tienen-Landen VCLB Aarschot VCLB Tienen VCLB Diest-Tessenderlo CLB GO! Limburg-Noord Adite VCLB Haacht-Keerbergen 10 8 Andere 6 6 CLB GO! Mechelen 6 5 CLB Het Kompas, vestiging Mechelen 3 3 CLB GO! Zuid-Limburg 3 3 VCLB Zuid-limburg, vestiging Sint - Truiden 1 1 VCLB Vilvoorde 1 1 VCLB Het Kompas, vestiging Heist-op-den-Berg 1 1 CLB GO! Hasselt 1 1 Totaal

22 2.6 Opvolgen van de aanmeldingen In samenwerking met de aanbieders is er een opvolgsysteem voor de aanmeldingen inclusief de twijfelgevalmeldingen uitgewerkt (zie bijlage 6). Het voorbereidend werk werd uitgevoerd door de medewerker van het meldpunt Op basis van haar ervaringen van voorgaande jaren maakte ze een ontwerp van opvolgingsfiche die nadien getoetst werd bij elke aanbieder individueel. Tot slot werd een consensus gezocht in de stuurgroep SI. Na goedkeuring door alle partijen werd dit opvolgsysteem geïmplementeerd in de databank. Er is een lijst waarin, voor elke melding, wordt aangegeven welke aanbieders zijn aangeschreven (specifieke keuze versus twijfelgevalmelding) en wie het traject (al dan niet) effectief heeft gerealiseerd. Zo wordt het mogelijk dat men, d.m.v. de rapportering van het meldpunt, een zicht krijgt op het al dan niet starten van een traject en het verloop van het effectieve traject dat de leerling doorloopt. Het doel van dit opvolgsysteem is dat men in kaart kan brengen wat er met de leerlingen gebeurt nadat ze zijn aangemeld. Het betreft geen lange termijn follow-up. Concreet wordt een antwoord gegeven op volgende vragen: - Is de leerling na de aanmelding ook daadwerkelijk gestart bij de gevraagde aanbieder. - In geval van een twijfelgevalmelding : wanneer vond deze plaats en voor welke aanbieder is er uiteindelijk gekozen - In geval dat de aanmelding niet leidde tot een opname, wordt gevraagd naar de reden waarom er geen traject werd opgestart (keuzelijst gebaseerd naar analogie van de bevraging van het departement onderwijs t.a.v. time-out projecten) - Inschrijvings- en uitschrijvingsdatum van de leerling (termijnbepaling) - Gelopen traject tijdens de schoolexterne interventie. Dit onderdeel verschilt voor elke aanbieder. Zij hebben zelf een keuzelijst kunnen samenstellen waarin zij omschrijven wat hun aanbod is. Hierbij polst men ook of dat er tijdens het traject van de jongere er nog een combinatie is met onderwijs (= leerling is minimum een halve dag aanwezig op de school en bezig met school). - De leerplichtigheid van de leerling na het verlaten van de SI. - De nieuwe dagbesteding van de leerling. Is deze naar een regulier onderwijssysteem, werkzoekend, schoolloos, 22 Aangezien de medewerker van het meldpunt geen zicht heeft op deze informatie, werd er op de stuurgroep SI afgesproken dat de aanbieders deze informatie zouden bezorgen aan het meldpunt op het einde van het schooljaar. Deze gegevens werden nadien ingevoerd in de databank door het meldpunt. Enkel de medewerker van het meldpunt kan dit opvolgdocument bekijken. Deze is dus niet zichtbaar wanneer een CLB medewerker een nieuwe aanmelding wenst te doen voor eenzelfde leerling.

23 2.7 Privacybeleid Een aanvraag voor een SI veronderstelt steeds een toestemming van de leerling en de ouders/opvoedingsverantwoordelijken. Zonder hun toestemming kunnen de gegevens van het aanmeldingsformulier niet aan de aanbieder doorgegeven worden en kan een traject niet opgestart worden. Er wordt van de CLB medewerker verwacht dit eerst na te gaan bij de betrokkenen. Aangezien er persoonlijke gegevens van leerlingen worden opgeslagen in de databank is er een privacybeleid ontwikkeld betreffende deze gegevens en de verwerking hiervan. Het is opgenomen in bijlage 7. Hiervoor werd ondersteuning gevraagd aan de juridische dienst van de VCLB-koepel. 23

24 2.8 Verkennen van de mogelijkheid de meldpuntwerking uit te breiden naar heel de provincie Vanuit de beleidsgroep Leerrecht-schoolexterne interventies werd de vraag gesteld aan de regio s Brussel en Asse-Halle-Vilvoorde of ze willen instappen in de werking van het Meldpunt voor Schoolexterne Interventies zoals deze nu is uitgebouwd in de regio Leuven-Hageland. Aan de hand van een nota tot wenselijkheid van aansluiting bij het Meldpunt SI (zie bijlage 8) werd de vraag gesteld aan beide stuurgroepen Leerrecht of zij bereid waren in te stappen in de werking van het meldpunt. Deze vraag werd ondersteund door de beleidsgroep en op het provinciaal directieoverleg van de CLB s. De instap in de werking kon op 3 niveaus gerealiseerd worden: - Een eerste niveau bestaat uit het kenbaar maken van het aanbod van SI op de site van het meldpunt (informatief). - Een tweede niveau omvat een instappen in de databank: de aanmelders verschaffen de aanmeldingsgegevens aan het meldpunt, zodat deze de gegevens kan noteren in de databank en aldus kan meenemen in het rapport (databank). - Een derde niveau is een volledige aansluiting bij de meldpuntwerking door gebruik te maken van de online-aanmeldingsfiche. De medewerker van het Meldpunt is op beide stuurgroepen uitgenodigd om de werking van het Meldpunt toe te lichten, alsook het aanbod tot aansluiting bij het Meldpunt. Zij heeft respectievelijk op maandag 18 juni 2012 deelgenomen aan de stuurgroep Leerrecht Brussel en op 1 juni 2012 aan de stuurgroep Leerrecht Asse-Halle-Vilvoorde. 24 Beide stuurgroepen beslisten om in 2013 volledig in te stappen in de werking van het meldpunt omdat zij de meerwaarde ervan inzien. Tegelijk vragen zij aandacht voor het vermijden van vertraging door de aanmeldingsprocedure en voor het onderzoeken van de mate waarin de werking van het meldpunt tegemoet komt aan de eigenheid van de regio s. Deze uitbreiding werd reeds op het einde van het werkjaar intensief voorbereid: Verzamelen van informatie over het aanbod (schriftelijk en ter plaatse), naar analogie met de reeds beschikbare omschrijvingen Aanpassen van de website Aanpassen van de databank en het online-aanmeldingsformulier

25 3. Gezamenlijke indicatoren voor Meldpunt Schoolexterne Interventies en Netwerk Leerrecht Asse-Halle-Vilvoorde Voor de weergave van de activiteiten die de operationele werking van het Meldpunt SI overstijgen, inspireren we ons eveneens op de doelstellingen in de afsprakennota Leerrecht Schoolexterne Interventies (zie bijlage 3) en de bijhorende indicatoren (zie bijlage 4). In de loop van het werkjaar zijn de partners tot een operationalisering gekomen die zich niet altijd letterlijk laat vertalen in de termen van de afsprakennota. Daarom gebruiken we hier een andere indeling. De drie Netwerken Leerrecht (Leuven, Asse-Halle-Vilvoorde en Brussel), het meldpunt SI, samen met Integrale Jeugdhulp, namen het initiatief voor de opstart van een beleidsgroep Leerrecht- Schoolexterne interventies, waaraan ook geïnteresseerde aanbieders op het terrein aan kunnen deelnemen. Dit gebeurde in het kader van de opdracht van de Provincie Vlaams Brabant en de Vlaamse Gemeenschapscommissie, de financiers van vele initiatieven die zich richten op (dreigende) schooluitval in onderwijs en welzijn. Deze overheden vroegen aan het werkveld, via de Netwerken Leerrecht en het Meldpunt Schoolexterne Interventies, om hen inzicht te geven in de vele initiatieven en de wijze waarop de processen lopen m.b.t. schooluitval. Dit betekent dat naast de realisatie van de begeleidingsactiviteiten in de interventies van time-out, dagbesteding, e.d., ook een duidelijk advies gegeven wordt over: Een landschapstekening, die het aanbod van schoolexterne interventies beschrijft, met de betrokkenen evalueert en voorstellen doet voor optimalisering. De manier waarop de overdracht kan gerealiseerd worden van de know-how van schoolexterne interventies naar onderwijs. De wenselijkheid van een meldpunt: wat dit kan inhouden en welke plaats het meldpunt best inneemt in het veld van de schoolexterne interventies? 25

26 3.1 Landschapstekening als aanzet voor een provinciaal Netwerk Leerrecht / schoolexterne interventies. Beschrijving van het bestaande landschap De bedoeling van deze landschapstekening is om een duidelijk overzicht te krijgen van het aanbod van time-out en schoolexterne initiatieven in de provincie Vlaams Brabant. Bij de start is er werk gemaakt om een opsomming van deze schoolexterne initiatieven te maken, daar hiervan nog geen overzicht bestond. Deze informatie werd via allerlei kanalen opgevraagd. Allereerst het overzicht dat al in het bezit was van het Meldpunt SI (vorige werkjaren), kennis van de partners in zake, de sociale kaart en tenslotte een bevraging bij de voorzieningen BJB10 en VAPH11. De realisatie van deze opdracht werd opgenomen door Hilde Geudens (beleidsmedewerkster Tonuso) voor de regio Asse-Halle en het Brussels Gewest. Ann Sophie Labar (medewerkster Meldpunt SI) stond in voor de gegevensverzameling voor de regio s Vilvoorde en Leuven (Vlaams- Brabant-Oost). Het geheel werd gecoördineerd door An Sprangers (directie van Tonuso). De beleidsgroep bepaalde welke informatie over het aanbod en de organisatie relevant kon zijn voor het in kaart brengen van het landschap en het geven van een beleidsadvies. Deze werden in een format gegoten (zie bijlage 10) die bezorgd werd aan alle aanbieders van time-out en schoolexterne interventies. Aangezien een deel van deze informatie mogelijks in andere contexten al eerder opgevraagd werd bij deze aanbieders, brachten we de beschikbare informatie over het aanbod al in het format. 26 Overzicht van de aanbieders van SI op basis van de verkregen formats per regio zijn terug te vinden in bijlage 10. Nadat al deze informatie werd verzameld, heeft de beleidsgroep een extra bijeenkomst gehouden om, op basis van de fiches die verzameld werden door Ann Sophie Labar en Hilde Geudens en verwerkt werden door Hilde Geudens, een analyse te maken die dan later op een uitwisseldag wordt voorgelegd aan alle partners. De analyse die werd uitgewerkt bestond uit 4 clusters als 1 mogelijke manier om naar de initiatieven te kijken. Er zijn ook andere vertrekpunten mogelijk (methodiek, doelgroep, enz.), maar de beleidsgroep heeft besloten zich aan de 4 clusters te houden. Per cluster kan nog gedifferentieerd worden naar doelgroep, duur trajecten, nazorg, enz. Binnen elke cluster zijn er dus grote lijnen/gelijkenissen (tussen de aanbieders), maar vooral telkens heel wat verschillen. De variëteit en diversiteit is groot bij de aanbieders en misschien moeten we dit als sterkte ook vasthouden. 10 BJB = Bijzondere Jeugd Bijstand 11 VAPH = Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap

27 De informatie uit deze bevraging is beschikbaar gemaakt op de website van het meldpunt SI. Toetsing bij de partners Op 19 april 2012 werd er een feedback-moment georganiseerd voor Iedereen die actief betrokken is op/bij het ontwikkelen en aanbieden van schoolexterne interventies (beleidsmakers, directies, CLBmedewerkers, zorgleerkrachten, projectmedewerkers, vrijwilligers, ). Het doel was om een gedragen advies te geven aan beleidsmakers over welk aanbod en welke organisatie we wenselijk vinden op het terrein. Concreet betekent dit dat de resultaten van de bevraging en de gemaakt analyse werd besproken. De wijze van verwerking stimuleerde het nadenken over het aanbod in functie van een wenselijk landschap. Hier werd de omslag gemaakt van het vaststellen van gelijkenissen en verschillen naar de vraagstelling Waar willen we landen?. Thema s die kwamen bovendrijven waren: rol van een meldpunt, duidelijkere profilering van het aanbod, functie van de rondetafel, al dan niet onafhankelijke trajectbegeleiding. Hiermee werd de basis gelegd voor de ontwikkeling van een wenselijke landschapstekening. Adviestekst over een wenselijk landschap Leerrecht De beleidsgroep engageerde zich om een door alle partners in het veld gedragen adviestekst te maken. Ze wilde daarmee drie doelstellingen realiseren: 27 - een gedragen concept ontwikkelen, waarin elke betrokkene bij de netwerken Leerrecht in Vlaams-Brabant en Brussel zich kan vinden; - voldoen aan de opdracht zoals die geformuleerd werd door de provincie Vlaams-Brabant; - een referentiepunt creëren voor het gemeenschappelijke streven naar een stabiele vorm van verankering. Zowel de conceptuele onderbouw als de organisatorische vertaling, die in de tekst worden toegelicht, zijn het resultaat van wat de Beleidsgroep Leerrecht als wenselijke situatie ziet. Achtereenvolgens worden de gewenste organisatievorm (4), de gewenste kwaliteitseisen (5), het pedagogisch concept (6) en de financieringsbehoeften (7) verder geëxpliciteerd. Kern van de tekst is de beschrijving van het dynamisch procesverloop, van aanmelding door CLB via het meldpunt, activeren van de draaischijf Leerrecht (met als functies rondetafel(s) en trajectbegeleiding en instappen in een aan de noden van de leerling aangepast aanbod. De adviestekst werd regelmatig in december 2012 gefinaliseerd. De partners in de beleidsgroep blijven zich in 2013 engageren om de communicatie m.b.t. deze landschapstekening te ondersteunen en te blijven meewerken aan een structurele verankering van het aanbod.

28 3.2 Beleidssignalering en streven naar een structurele verankering van de werking De uiteindelijke doelstelling van de Beleidsgroep en van alle betrokkenen bij de netwerken Leerrecht, is tot een structurele verankering te komen van de schoolexterne interventies, inclusief het Meldpunt, in de regio s Vlaams-Brabant en Brussel. Deze structurele inbedding situeert zich tegelijk op het provinciale, op het Vlaamse en op het Brusselse (VGC) niveau. Tot op dit ogenblik zijn middelen van de provincie Vlaams-Brabant (vanuit de departementen welzijn en onderwijs) en vanuit de Vlaamse Gemeenschapscommissie (Brussels Hoofdstedelijk Gewest) cruciaal geweest om het meldpunt, de netwerken leerrecht en een belangrijk deel van het aanbod aan schoolexterne interventies mogelijk te maken. Van bij het begin zijn de regioteams Integrale Jeugdhulp bij het project Leerrecht in Leuven betrokken geweest. De netwerken Leerrecht in Halle-Vilvoorde en Brussel zijn zelfs met financiële ondersteuning van Integrale Jeugdhulp tot stand gekomen, naast de ondersteuning van provincie en VGC. Hierbij zijn twee aanknopingsfactoren van belang geweest: Enerzijds zijn de netwerken Leerrecht een schoolvoorbeeld van intersectorale samenwerkingsverbanden, ontstaan vanuit een bottom-up dynamiek, om voor een moeilijke doelgroep een oplossing uit te werken, die aansluit bij de basisverzuchting waaraan Integrale Jeugdhulp tegemoet dient te komen. Anderzijds biedt de organisatielogica van het hulpprogramma dat ontwikkeld werd voor de netwerken Crisishulp, elementen die inspirerend kunnen zijn om het organisatiemodel van een netwerk Leerrecht te vertalen in begrippen die aansluiten bij de actuele erkennings- en financieringslogica van de Vlaamse Overheden. 28 De verankering en structurele financiering op het Vlaamse niveau is aangewezen. Dit reguliere kader waarborgt niet alleen de erkenning en financiering van het programma Leerrecht, maar garandeert ook de kwaliteit en intersectorale aanpak. De inbedding op het Vlaamse niveau waarborgt de rechtsgelijke toegang tot het programma Leerrecht voor alle jongeren. De Beleidsgroep en beide regionale stuurgroepen zien in de structurele samenwerking tussen Onderwijs en Welzijn, een opportuniteit om de visie en organisatie van Leerrecht te verankeren. Zij zijn van mening dat deze volledig aansluiten bij de werkingsprincipes beschreven in de mededeling aan de Vlaamse Regering betreffende recht op leren voor jongeren die uit de boot vallen. Bovendien vinden alle partners een perspectief in het ontwerpdecreet IJH, dat voorziet in het aanmaken van intersectorale hulpprogramma s voor bepaalde problematieken en in een regionale verankering en aansturing in de opdrachten van het Intersectorale Regionale Overleg Jeugdhulp (IROJ). Onderwijs en Welzijn zijn niet toevallig de dragende partners van het project Integrale Jeugdhulp. De Beleidsgroep Leerrecht sluit logischerwijze dan ook aan bij de structuur van Integrale Jeugdhulp (IJH), en werkt nauw samen met de regionale stuurgroepen IJH Vlaams-Brabant en Brussel. Beide regionale stuurgroepen beslisten een samenvatting van de landschapstekening over te maken aan het managementcomité Integrale Jeugdhulp met de vraag de organisatiestructuur van het netwerk Leerrecht met zijn hulpprogramma structureel te verankeren in een samenwerking Onderwijs- Welzijn, waarbij het hulpprogramma Leerrecht mede een basis vindt in het nieuwe decreet op de Integrale Jeugdhulp. (zie bijlage 11 voor de volledige nota)

29 3.3 Transfer naar onderwijs Binnen de beleidsgroep werd afgesproken dat m.b.t. tot deze opdracht het initiatief zou genoemd worden door Netwerk Leerrecht Asse-Halle-Vilvoorde. Zij werkten een regionaal aanbod uit. Gelijktijdig met de vraag naar een transfer uitte het departement Welzijn van de provincie ook de wens om haar open voorzieningendag voor een eerste maal in de regio Asse-Halle-Vilvoorde te organiseren. Aan de stuurgroep van Netwerk Leerrecht AHV werd gevraagd deze dag mee te organiseren. De beleidsgroep besloot daarop om het actiepunt transfer naar onderwijs te integreren in de open voorzieningendag. De kennismaking met een (beperkt) aantal welzijnsvoorzieningen werd behouden, maar staat helemaal in het teken van de transfer. De studiedag kreeg de naam 'wisselstroom'. Het uitgangspunt voor de studiedag was de vaststelling dat onderwijs en welzijn weliswaar samenwerken, maar dat er eigenlijk nog nooit echt werd stilgestaan bij wat we voor elkaar kunnen betekenen in het kader van schooluitval, zowel praktisch als theoretisch. De studiedag is daarom pas een vertrekpunt, waarvan de resultaten de nodige voeding en inspiratie moeten geven om op verder te bouwen. Daarom bestaat 'Wisselstroom' uit 3 delen: 1. Een kritische, maar ook enthousiaste en inspirerende kijk op onderwijs en welzijn waarbij enerzijds wordt gefocust op de tekortkomingen die bestaan, en waarbij anderzijds een uitdagende visie wordt ontwikkeld over een onderwijs waarin ieder zijn weg vindt Vanuit welzijnsorganisaties wordt een diversiteit aan projecten aangeboden voor jongeren die de aansluiting bij de school, bij onze samenleving niet meer vinden. Deze projecten hebben heel wat ervaring opgebouwd in methodieken om jongeren terug in beweging te brengen. Tijdens 'Wisselstroom' willen we allereerst op zoek gaan naar de werkzame elementen in deze methodieken. We gaan dus op zoek naar de kern van deze expertise. Dat doen we door een theoretisch kader te scheppen dat we vervolgens concreet maken aan de hand van 6 concrete projecten en methodieken. We kijken verder dan het concrete project en stellen ons de vraag: 'Welke elementen zorgen ervoor dat deze methodiek werkt?' 3. We willen de know how vervolgens ter discussie stellen en aan de aanwezige leerkrachten, directies, clb-medewerkers... vragen: wat is werkbaar op school? Welke elementen kunnen jullie binnen de school gebruiken? Welke problemen stellen zich? Wat kunnen we van elkaar leren. Door het uitwisselen van ervaringen beogen we een win-winsituatie waar scholen, organisaties en vooral de leerlingen beter van worden. We hopen op het einde van de studiedag concrete wensen, dromen en problemen te kunnen oplijsten die de basis moeten vormen van een verdieping in de samenwerking tussen onderwijs en welzijn.

30 IV. Financieel verslag : Voorlopige jaarrekening 2012 Referentie Datum nr Leverancier omschrijving Bedragen tss.totaal/rubriek INKOMSTEN 73 Lidgeld, schenkingen, legaten en SUBSIDIES aanvullende opdrachten (decreet CLB art 26) 9/02/2012 ZR4/0115 Provincie Vlaams-Brabant subs.time-out (60% van totaal , ,00 nog te ontvangen toelagen - 40% (na Inkomsten Proj.Meldpunt SI toed.jrl.eindvsl.) ,00 7 Totaal inkomsten ,00 UITGAVEN 61 DIVERSE GOEDEREN EN DIENSTEN 611 Werkingskosten Werkingskosten Meldpunt SI 31/03/ Onkostennota 2T Ann Sophie reiskosten jan/apr 12 58, ,64 4/04/ KPOT Website/logo Meldpunt Si 290,40 31/07/ Onkostennota 3T Ann Sophie reiskosten mei/jul 12 47,60 13/10/ infinIT bvba - Averbode ontwikkeling meldpuntsi-aanm. 871,20 31/12/2012 Onkostennota 1T12-13 Ann Sophie reiskosten aug/dec 12 55,10 31/12/2012 VCLB Leuven vergoed. Vaste kosten gebr.lokaal+verwarming+onderh ,00 31/12/2012 VCLB Leuven vergoed.variabele kosten telef.gespreksk.+vergaderingen 60,00

31 loonkosten ,32 nettoloon Ann Sophie Labar 30/01/2012 Div 1 VCLB Leuven via SD Worx loon januari'12-40% mw 663,20 23/02/2012 Div2 VCLB Leuven via SD Worx loon februari'12-40% mw 836,94 27/03/2012 Div3 VCLB Leuven via SD Worx loon maart'12-40% mw 857,20 30/04/2012 Div4 VCLB Leuven via SD Worx loon april'12-40% mw 846,68 24/05/2012 Div5 VCLB Leuven via SD Worx loon mei'12-40% mw 847,31 27/06/2012 Div6 VCLB Leuven via SD Worx loon juni'12-40% mw 685,28 16/07/2012 Div7 VCLB Leuven via SD Worx loon juli'12-40% mw 846,68 22/08/2012 Div9 VCLB Leuven via SD Worx loon augustus'12-40% mw 849,91 25/09/2012 Div10 VCLB Leuven via SD Worx loon september'12-40% mw 846,68 26/10/2012 Div11 VCLB Leuven via SD Worx loon oktober'12-40% mw 847,31 29/11/2012 Div12 VCLB Leuven via SD Worx loon november'12 847,31 19/12/2012 Div13 VCLB Leuven via SD Worx loon december'12+eindej.toel , ,98 Bedrijfvoorheffing+ belastb.afh. 30/11/2012 VCLB Leuven via SD Worx jan.tot november' ,22 VCLB Leuven via SD Worx dec'12+eindejaarstoel. 410,86 32,88% van brutoln+ej.t. RSZ 30/11/2012 VCLB Leuven via SD Worx (jan/dec'12) 4.221,72 bijdrage sociaal secretariaat 30/06/2012 VCLB Leuven via SD Worx jan.tot jun.'12 (6x16,48) 98,88 31/12/2012 VCLB Leuven via SD Worx jul.tot dec.'12 (6x16,71) 100, ,86 Diverse kosten + Wetsverzekering VCLB Leuven via SD Worx 2% div.kosten+2,5%wetsverzek , Totaal uitgaven ,96 SALDO ,96 nog te ontvangen factuur: rapportering?

32 V. Bijlagen 1. Oorspronkelijke projectaanvraag Provinciale subsidies innovatieve onderwijsflankerende projecten AANVRAAG van euro tot euro Formulier terugsturen naar: Provincie Vlaams-Brabant - dienst onderwijs Provincieplein Leuven Verzendingsdatum: 15 juni 2011 Gegevens over het project naam van het project: Meldpunt schoolexterne interventies - Continuering en uit breiding van bestaand meldpunt met oog op structurele verankering datum: van 1 oktober 2011 tot 30 september 2012 plaats: Leuven rekeningnummer: op naam van: VCLB Leuven gevraagde subsidie: euro Gegevens over de aanvragers verantwoordelijke - functie binnen de organisatie: directeur voornaam: Filip naam: Mels straat: Karel Van Lotharingenstraat nr.: 5 postcode: 3000 gemeente: Leuven telefoon: filip.mels@vclbleuven.be aard van de vereniging: school vereniging

33 Handtekening Samenwerkingspartners Provinciaal Internettenoverleg van de CLB's van Vlaams-Brabant en Brussels Hoofdstedelijk Gewest (BBRIO): CLB GO! Leuven-Tienen-Landen, CLB GO! Vilvoorde-Zaventem-Tervuren, CLB GO! Adite, CLB GO! Mechelen, CLB GO! Brussel, CLB GO! De Ring Halle, VCLB Diest-Tessenderlo, CLB Aarschot, CLB Haacht-Keerbergen, VCLB Leuven, CLB Noordwest- Brabant, VCLB Halle, CLB Pieter Breughell, VCLB Tienen CLB VGC Brussel Doelstellingen en een korte omschrijving van het project (max. 1 pagina) Het project heeft als doel te komen tot de realisatie van een structureel verankerd platform dat als meldpunt fungeert voor schoolexterne interventies, naar analogie van gelijkaardige stedelijke initiatieven in Gent en Antwerpen. Het meldpunt is een samenwerkingsverband dat de brug maakt tussen onderwijs en welzijn en bestaat uit vertegenwoordigers van de centra voor leerlingenbegeleiding en van de schoolexterne initiatieven met een relevant aanbod. 33 Het Meldpunt Schoolexterne Interventies was in experimentele vorm actief in de Leuvense regio in de periode van 9 november 2009 tot 30 juni 2011, dank zij tijdelijke projectmiddelen van het Departement Onderwijs. Omwille van budgettaire beperkingen zal de Minister deze subsidiëring niet verlengen. De werking van het meldpunt bestond uit volgende activiteiten: - de bekendmaking van de verschillende schoolexterne initiatieven bij verwijzers - de organisatie van de afstemming tussen de initiatieven - het centraliseren van aanmeldingen - de dispatching ervan naar de verschillende aanbieders - het organiseren van overleg wanneer de aanmelder onzeker was over het meest geschikte aanbod - de registratie van de meldingen en de rapportering erover. De volgende doelen worden bijkomend opgenomen in deze projectaanvraag: - het verkennen en indien mogelijk realiseren van de uitbreiding naar de volledige provincie (en indien mogelijk in afstemming met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest) - het ondersteunen van cliëntparticipatie bij de toeleiding naar initiatieven - het zichtbaar maken van de nood aan schoolexterne initiatieven om de overheden te ondersteunen in hun intenties tot structurele financiering van schoolexterne interventies.

34 Het meldpunt schoolexterne interventies optimaliseert de werking van de mogelijkheden die bestaan inzake schoolexterne interventies (zie schema in bijlage voor wat arrondissement Leuven betreft) maar kan ze niet vervangen. Volgende elementen moeten als bijlage bij deze subsidieaanvraag gevoegd worden (zie artikel 7 van het reglement): Voorstelling Projecttoelichting Timing Criteria Begroting Mogelijke return voor de provincie Vlaams-Brabant 34

35 2. Bijlagen bij de oorspronkelijke aanvraag Voorstelling Ondanks inspanningen van school en begeleidingsinstanties, verliezen sommige leerlingen de aansluiting bij het dagelijkse schoolgebeuren in gewoon of buitengewoon secundair onderwijs. Op dat moment kunnen zij voor korte of langere tijd terecht in schoolexterne initiatieven. De aanmelding hiervoor gebeurt door de betrokken CLB-medewerker. Het veld van schoolexterne interventies is breed. Het exacte aanbod van de verschillende initiatieven niet altijd goed gekend door de verwijzers. De resultaten van onderzoek (zie rapport Recht op anders leren. In de marge., Laurent Thys) tonen aan dat de keuze van een gepast aanbod niet vanzelfsprekend is. Toeleiding tot initiatieven dient zorgzaam te gebeuren. Deze toeleiding optimaliseren was, naast het beschrijven van de nood aan schoolexterne interventies, één van de doelstellingen van het experimenteel Meldpunt Schoolexterne Interventies dat van 9 november 2009 tot 30 juni 2011 in de Leuvense regio werd georganiseerd, naar het voorbeeld van stedelijke initiatieven in Gent en Antwerpen. De werking van het meldpunt bestond uit volgende activiteiten: - de bekendmaking van de verschillende schoolexterne initiatieven bij verwijzers - de organisatie van de afstemming tussen de initiatieven - het centraliseren van aanmeldingen - de dispatching ervan naar de verschillende aanbieders - het organiseren van overleg wanneer de aanmelder onzeker was over het meest geschikte aanbod - de registratie van de meldingen en de rapportering erover. De werking werd zowel door de verwijzers als door de voorzieningen ervaren als een belangrijke meerwaarde die finaal de leerlingen ten goede kwam. Het betreft vaak de meest kwetsbare jongeren in ons onderwijs, waarbij schools afhaken vaak leidt tot ongekwalificeerde uitstroom en moeilijke maatschappelijke integratie. De resultaten van onderzoek (zie jaarverslagen Netwerk Leerrecht en het onderzoek dat de overheid voerde naar de effecten van de Time-outprojecten) tonen aan dat schoolexterne interventies voor een belangrijk aantal onder hen de aansluiting bij één of andere vorm van leren opnieuw mogelijk maakt. 35 De duur van dit experiment was te kort om tot structurele verankering te kunnen leiden. Bij een heropstart van het initiatief is de realisatie van deze verankering een belangrijke doelstelling. Daarnaast worden volgende bijkomende doelen geformuleerd: - het verkennen en indien mogelijk realiseren van de uitbreiding naar de volledige provincie (en indien mogelijk in afstemming met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest) - het ondersteunen van cliëntparticipatie bij de toeleiding naar initiatieven - het zichtbaar maken van de nood aan schoolexterne initiatieven om de overheden te ondersteunen in hun intenties tot structurele financiering van schoolexterne interventies. Het meldpunt schoolexterne interventies zal de realisatie van deze doelen mogelijk maken. Deze typisch intersectorale opdracht op het grensgebied tussen onderwijs en welzijn kan op dit moment door geen enkele andere organisatie opgenomen worden.

36 Het meldpunt functioneert in een netwerk van organisaties en initiatieven. Dit is visueel voorgesteld in het schema in bijlage. Verschillende hiervan worden door de provincie Vlaams-Brabant financieel gesteund. Het netwerk heeft een belangrijke toegevoegde waarde voor deze intiatieven, maar is ook slechts zinvol wanneer zij kunnen blijven bestaan. Het Meldpunt schoolexterne interventies biedt mee een antwoord op de maatschappelijke uitdaging om met jongeren die afhaken op zoek te gaan naar een leercontext die hen motiveert. Door te investeren in emancipatie en het leren van de meest kwetsbare jongeren voorkomen we ongekwalificeerde uitstroom en risicogedrag. Op die manier willen de CLB s bijdragen tot de maatschappelijke integratie van deze jongeren. Projecttoelichting 2.1 Algemene doelstelling De algemene doelstelling van het project meldpunt is jongeren die schoollopen in het secundair onderwijs maar definitief dreigen uit te vallen, op een adequate manier toe te leiden naar de verschillende schoolexterne interventies die in de provincie worden aangeboden, via de organisatie van een provinciaal platform. 2.2 Operationele doelen en de wijze waarop ze gerealiseerd zullen worden Bekendmaking van schoolexterne initiatieven naar verwijzers, aanbieders en cliënten Onderhouden en actualiseren van de website Organiseren van bekendmakingsvergaderingen bij betrokken CLB s en aanbieders Onthalen van vragen van leerlingen, ouders, scholen en aanbieders m.b.t. schoolexterne initiatieven Via verschillende kanalen komen vragen binnen op het meldpunt. De medewerker beantwoordt informatieve vragen en leidt cliënten toe naar de CLB-medewerker die voor hun begeleiding kan instaan. Vragen van aanbieders m.b.t. het functioneren van het meldpunt worden niet enkel onthaald, maar ook beantwoord, eventueel verwezen naar de stuurgroep. 36 Ontvangen van de meldingen De CLB-medewerkers kunnen via elektronische weg een leerling aanmelden bij het meldpunt. Op basis van de actuele ervaringen kan het gaan om een 500-tal meldingen per schooljaar. Een medewerker zal deze meldingen ontvangen en eventuele vragen van CLB-medewerkers in dit verband beantwoorden. Verwerken van de meldingen De medewerker zal de aanmeldingen voor specifieke schoolexterne interventies dispatchen naar de verschillende schoolexterne interventies, zodat snel contacten worden gelegd tussen de begeleiders, de CLBmedewerker en de leerling en zijn ouders. Wanneer de CLB-medewerker aangeeft dat er twijfel bestaat welk aanbod meest is aangewezen, zal de medewerker overleg organiseren tussen de betreffende schoolexterne interventies en de CLB-medewerker. Registratie van de meldingen Er zal een registratiesysteem ontwikkeld worden voor het verwerken van de meldingen. Hiervoor wordt geanalyseerd welke informatie noodzakelijk is voor een verhelderende rapportering van de resultaten. De medewerker zal de ontvangen meldingen invoeren in het systeeem. 2.3 Beleidsgerichte activiteiten

37 Organiseren van de afstemming tussen de aanbieders en het meldpunt Het meldpunt heeft enkel een faciliterende werking. Het neemt geen regiefunctie op. Toch zullen vanuit het meldpunt stimulansen gegeven worden aan de aanbieders om hun werkingen en toeleidingsprocedures indien nodig te verhelderen en op elkaar af te stemmen. Elementen die hierbij onderzocht kunnen worden zijn: Onderzoeken van de opportuniteit het Meldpunt te laten functioneren als gemeenschappelijke toegangspoort Harmoniseren van de intakeprocedures Zichtbaar maken van de beschikbare plaatsen (en eventuele wachtlijsten) Verkennen van de uitbreiding van de werking van het meldpunt naar de volledige provincie Bij een structurele verankering is schaalvergroting een meerwaarde. Hiertoe zal met de CLB s en de aanbieders van schoolexterne interventies in de regio Asse-Halle-Vilvoorde verkend worden in welke mate de methodiek zoals gebruikt in de regio Leuven ook beantwoordt aan een behoefte die daar leeft. Rapportering over de resultaten van de registratie De geregistreerde data zullen geanalyseerd worden en verwerkt in een rapport dat voorgesteld zal worden aan alle betrokkenen en belangstellenden. Voorbereiding van de structurele verankering Er wordt nagegaan welke de voorwaarden zijn voor een structurele verankering van dit meldpunt in september Bij partners die gebruik maken van het meldpunt wordt bevraagd welke meerwaarde het meldpunt voor hen realiseert en in welke mate dit ten goede komt aan de betreffende leerlingen. Ook wordt nagegaan welke structurele maatregelen genomen moeten worden om de werking te optimaliseren. Op basis hiervan wordt motivatie gemobiliseerd voor het inzetten van reguliere middelen in een aan de noden aangepast werkmodel. 2.4 Sturing van het project 37 Er functioneert een stuurgroep met vertegenwoordigers van de schoolexterne interventies, de CLB s en andere relevante partners. De medewerker rapporteert over de werking aan deze stuurgroep. Tegelijk worden in de stuurgroep de beleidsgerichte activiteiten van het meldpunt gepland en gecoördineerd. 2.5 Praktische organisatie De meeste activiteten van het meldpunt worden best uitgevoerd door één medewerker. Dit is zeker het geval voor de operationele doelen. Voor technische, onderzoeksmatige en beleidsondersteuning kunnen andere bronnen worden aangesproken. De medewerker kan werken in de nabijheid van het Netwerk Leerrecht, wat een goede terreinkennis en logistieke ondersteuning garandeert. Voor het vlot functioneren van het netwerk is een beschikbaarheid van twee dagen per week (niet tijdens de schoolvakanties) noodzakelijk. 2.6 Partners Het initiatief tot aanvraag van subsidiëring is genomen door de stuurgroep van het exprimenteel meldpunt: Vertegenwoordigers van CLB: VCLB Leuven CLB GO! Leuven-Tienen-Landen

38 CLB GO! Adite Vertegenwoordigers van structurele aanbieders van schoolexterne interventies: Netwerk Leerrecht Arktos Steunpunt Groene Zorg Koinoor Reisburo De aanvragers van dit project zijn de CLB s van alle netten van de provincie Vlaams-Brabant en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het VCLB Leuven treedt (voor dit project) op als rechtspersoon voor deze groep. Timing Het project kan lopen van begin oktober 2011 tot eind september Dit maakt het voorbereiden en begeleiden van een structurele verankering mogelijk. 1 oktober 30 juni: voortdurende realisatie van de operationele doelen oktober: samenstellen stuurgroep, plannen bekendmaking, voorbereiden registratiesysteem november: verkennen van noden in regio s Asse-Halle-Vilvoorde en Brussel en voorbereiden eventuele instap december: bekendmaking in deze regio s vanaf januari: (indien realiseerbaar) veralgemening van de registratie over de provincie februari: evaluatie bij de partners maart: voorbereiding structurele verankering april mei: voorbereiding rapportering september: voorstelling rapportering 38 Criteria 4.1 Aansluiting bij de prioritaire beleidsaccenten van de deputatie Gelijke onderwijskansen: ouderbetrokkenheid en een geslaagde schoolcarriëre Sommige ouders en leerlingen vinden (vaak omwille van gevoelens van verwerping of onbegrip) de weg niet naar de onderwijspartners school of CLB. Zij kunnen met hun vragen omwille van (dreigende) schooluitval opgevangen worden door het meldpunt. De medewerker kan bemiddelend toeleiden naar de betrokken CLBmedewerker en participatie van ouders en leerling stimuleren. Hiermee wordt reeds de basis gelegd voor een eventueel rondetafeloverleg dat in veel schoolexterne initiatieven de opstart van de begeleiding vormt. Optimaliseren van de toeleiding naar schoolexterne intiatieven zal ten goede komen aan een significant aantal kansarme gezinnen. Zij zijn immers oververtegenwoordigd in de groep van leerlingen die schools afhaken. De investering in toeleiding via het meldpunt zal de middelen die ingezet worden voor schoolexterne intitiatieven beter laten renderen. Zo zullen minder kwetsbare jongeren (en hun ouders) de voeling met leren, groeien en maatschappelijke integratie verliezen. Aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt school en ouders ontdekken en ontwikkelen talenten Bij sommige jongeren geraakt het het intentioneel leren op school geblokkeerd, wat leidt tot demotivatie en afhaken. Schooluitval leidt vaak tot ongekwalificeerde uitstroom en problematische maatschapppelijke integratie. Schoolexterne intitiatieven blijken regelmatig een noodzakelijke context te bieden waarin jongeren

39 opnieuw zelfvertrouwen opbouwen, eigen talenten leren ontdekken en zo openheid voor leren opnieuw ontwikkelen. School en wereld burgerzin en democratie: een taak voor school en ouders Onderwijsparticipatie en maatschappelijke integratie zijn basisvoorwaarden voor de ontwikkeling van burgerzin en een democratische ingesteldheid. Ze voorkomen gevoelens van uitsluiting die vaak aan de basis liggen van risicogedrag. Begroting Raming tijdsbesteding voor basiswerking: Meldingen 500 x 20 = 22 dagen Twijfelgevalmldingen organiseren: 15 x 60 : 3 dagen Stuurgroep 4x 2 dagen (inclusief voorbereiding en verslaggeving: 4 dagen Bekendmaking: 6 dagen Beleidsvoorbereiding (relaties werkplekken en clb): 15 dagen Registratie (voorbereiding database, registratie dossiers): 8 dagen Rapportering (en voorbereiding): 10 dagen Evaluatie: 5 dagen Onthaal: 2 dagen Totaal 73 dagen Personele middelen basiswerking 2 dagen per week, 40 weken Loonkost (nog te bepalen welke sector als werkgever fungeert) raming sector CLB (raming sector Welzijn ) Nog te bepalen wie werkgever wordt Kosten eigen aan werkgever (verzekering, sociaal secretariaat ) 700 Verwerking registratiegegevens en rapportering Technische en ICT-ondersteuning Werkingskosten Totaal Mogelijke return voor de provincie Vlaams-Brabant Overzicht maken en bijhouden van het aanbod (wat en waar) en aanwending (hoeveel en wie) aan schoolexterne initiatieven in Vlaams-Brabant - time-outs en dagbestedingen - zodat het ondersteuningbeleid vanuit de provincie ten behoeve jongeren die dreigen uit de 'schoolse' boot te vallen gerichter en gecoördineerder kan gebeuren. Optimaliseren van het model meldpunt SI, zodat verankering realiseerbaar wordt. Zichtbaar maken van de nood aan schoolexterne initiatieven ter ondersteuning van de realisatie van structurele financiering op termijn. Ondersteunen van een initaitief dat sectoroverschrijdend (CLB, BJB, VAPH, Jeugdwerk) en netoverschrijdend samenwerking bevordert ten behoeve van de doelgroep. Door rapportering van de resultaten de inspanningen die de Provincie doet om bij te dragen tot de realisatie van de prioritaire beleidsaccenten van de deputatie.

40 3. Subsidiebesluit Leerrecht Schoolexterne Interventies Tussen ondergetekenden: Provincie Vlaams-Brabant, gevestigd te 3010 Leuven, Provincieplein 1, vertegenwoordigd door de deputatie voor wie optreden mevrouw Karin Jiroflée, gedeputeerde-verslaggever en de heer Jos Mertens, directeur cultuur en onderwijs, handelend ter uitvoering van de beslissing van de deputatie in zitting van 15 december hierna genoemd "de provincie" en 1. Groep Intro vzw met zetel te 1501 Halle, J. Degelaenstraat 3-5, vertegenwoordigd, in overeenstemming met haar statuten, door mevrouw Lies Vereecke, Directeur Groep Intro vzw Vlaams-Brabant 2. VCLB Leuven met zetel te Leuven, K. Van Lotharingenstraat 5, vertegenwoordigd door dhr. Filip Mels, Directeur, gemandateerd namens de stuurgroep Meldpunt Schoolexterne Interventies wordt het volgende overeengekomen: Artikel 1. Voorwerp van de afsprakennota 40 De partijen wensen samen te werken rond LEERRECHT - SCHOOLEXTERNE INTERVENTIES Art. 2. Duur van de afsprakennota Deze afsprakennota treedt in werking op 15 december 2011 en loopt voor de periode van 12 maanden tot 14 december Art. 3. Omschrijving van de samenwerking 1. De afsprakennota wordt als volgt ingevuld: specifiek voor Groep Intro vzw (Netwerk leerrecht Asse Halle Vilvoorde) bestaande schoolexterne initiatieven in de regio Asse-Halle-Vilvoorde blijvend oplijsten, bezoeken en in kaart brengen beroep doen op bestaande leerplaatsen en nieuwe plaatsen zoeken inrichten van rondetafels voor elke aangemelde jongere (bij opstart en ter opvolging) het perspectief op regulier onderwijs en de onderlinge verhouding tussen regulier onderwijs, jongere en andere betrokkenen bespreekbaar houden specifiek voor Meldpunt Schoolexterne interventies

41 bekendmaken van de verschillende schoolexterne initiatieven bij de verwijzers centraliseren van de meldingen, registreren en rapporteren in Oost-Brabant en verkennen van de mogelijkheid dit uit te breiden naar heel de provincie dispatching naar verschillende aanbieders (indien nodig na organisatie van overleg bij twijfelgevalmeldingen) opvolging gezamenlijk voor de beide initiatieven aanzet geven tot realisatie van een provinciaal Netwerk leerrecht / meldpunt; zo ontstaat een transparante structuur die tegemoet komt aan de noden terzake. Dit draagt op een provinciale schaal bij tot de maximalisatie van de leer- en ontwikkelingswinst en persoonlijk en maatschappelijk welbevinden van alle leerlingen. de aanbieders stimuleren en ondersteunen om het gehanteerde uitgangspunt "het bieden van een noodzakelijke context waarin jongeren opnieuw zelfvertrouwen opbouwen, eigen talenten leren ontdekken en zo openheid voor leren opnieuw ontwikkelen" en hun expertise inzake daartoe gebruikte werkvormen en methodieken, te vertalen naar scholen en CLB s zodat deze kunnen ingezet worden om draagkracht van scholen te versterken beleidssignalering en streven naar een structurele financiering van de werking 2 Als bijlage zijn per doelstelling (minimaal) te bereiken indicatoren opgenomen. 3 Voor de realisatie van deze doelstellingen wordt intensief samengewerkt met/beroep gedaan op/engagement gevraagd van: Netwerk Leerrecht Leuven Netwerk Leerrecht Brussel aanbieders van time-out en andere schoolexterne interventies CLB s die actief zijn in de provincie Vlaams-Brabant (en BHG) Integrale Jeugdhulp Vlaams-Brabant en Brussel regioteams Integrale Jeugdhulp Vlaams-Brabant en Brussels Hoofdstedelijk Gewest. beleidsgroep Leerrecht en Schoolexterne interventies voor Vlaams-Brabant en Brussels Hoofdstedelijk Gewest in de stuurgroepen vertegenwoordigde organisaties 41 4 Ook worden contacten gelegd met volgende bevoorrechte partners: scholen, directies, leerkrachten, leerlingbegeleiders, ouders (mogelijk via scholengemeenschappen, overleg leerlingbegeleiders scholen,...) LOPs themagroep schooluitval pedagogische begeleidingsdiensten koepels andere projecten als: Centrum Leerzorg Leuven, Open therapeuticum, TAnder, GTB, Deze contacten kunnen een bundeling en integratie van alle ervaringen die worden opgedaan met specifieke doelgroepen een extra meerwaarde geven.

42 5. Wijzigingen of bijsturingen aan deze omschrijving kunnen enkel na voorafgaand overleg tussen de provincie en de betrokken partners en na goedkeuring door de stuurgroep. Art. 4. Stuurgroep 1. Er wordt samen met de betrokken partners een stuurgroep opgericht. Deze stuurgroep komt minimaal 3 maal per jaar samen om de samenwerking te concretiseren, te evalueren en indien nodig bij te sturen. Een medewerker van de dienst onderwijs maakt deel uit van deze stuurgroep. 2. De taken van de stuurgroep omvatten minimaal: vanuit eigen identiteit en expertise en binnen het kader van de omschrijving van de afsprakennota, mee vorm geven aan inhouden en verloop van de samenwerking; op regelmatige basis feedback geven over bevindingen en vooruitgang zowel waar het gaat om knelpunten als om opportuniteiten; vanuit die feedback mee richting geven aan een eventueel vervolgtraject; 3. Daarnaast kan de stuurgroep zelf bepalen welke taken nog worden opgenomen. Zij kan daarvoor relevante externen uitnodigen. Art. 5. Pers en communicatie 1. Bij communicatie, drukwerk en evenementen in het kader van deze afsprakennota's, worden de logo's van alle partners zichtbaar aanwezig gesteld. U kunt het logo downloaden via onze website: Externe communicatie en contacten met de pers, in het kader van deze afsprakennota, worden in onderling overleg tussen de partners en de provincie geregeld. Art. 6. Rapportering 1. Groep Intro vzw en VCLB Leuven bezorgen de provincie, uiterlijk drie maanden na afloop van het werkjaar, een inhoudelijk rapport met minimaal de documenten zoals afgesproken in de bijlage bij deze nota waarin per doelstelling (minimaal) te bereiken indicatoren opgenomen zijn. 2. Groep Intro vzw en VCLB Leuven bezorgen de provincie, uiterlijk drie maanden na afloop van het werkjaar, een gedetailleerde afrekening betreffende het gebruik van de subsidie, zoals bepaald in artikel Voor subsidies van meer dan euro zijn de begunstigden, met toepassing van de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en de aanwending van sommige toelagen, ertoe gehouden om uiterlijk op 31 augustus volgend op het (de) ja(a)ren waarin het project werd uitgevoerd een verslag inzake beheer en financiële toestand, balans en rekeningen in te dienen. Bij deze balans en resultatenrekening bezorgd men tevens een detaillering (a.d.h.v. uittreksel grootboekrekening in de boekhouding of detail resultatenrekening) of een nota die kan verduidelijken/detailleren/toelichten of de ontvangsten en de uitgaven in verband met de subsidie Vlaams-Brabant correct werden opgenomen in de boekhouding.

43 Art. 7. Financiering 1. In het kader van deze afsprakennota wordt een nominatieve subsidie van maximum euro toegekend aan betrokken partners als volgt verdeeld: euro voor Groep Intro vzw en euro voor VCLB Leuven. 2. Bovengenoemde bedragen betreffen zowel werkings- als personeelskosten. De middelen dienen niet om projectplaatsen te financieren. 3. Bij de toekenning van de nominatieve subsidie wordt 60% vereffend. Het saldo van 40% zal worden uitbetaald na indiening van de in art. 6 bedoelde verslagen. De dienst onderwijs brengt advies uit over deze verslagen en het te vereffenen saldo. Aldus opgemaakt te Leuven op 15 december 2011 in 3 exemplaren, waarvan elke partij verklaart een exemplaar te hebben ontvangen. Voor de Provincie: Namens de deputatie, In opdracht van de provinciegriffier, Jos MERTENS Karin JIROFLÉE directeur cultuur en onderwijs De verslaggever, gedeputeerde voor onderwijs 43 Voor Groep Intro vzw Voor VCLB Leuven Mevr. Lies Vereecke directeur Dhr. Filip Mels Directeur gemandateerd namens de stuurgroep Meldpunt Schoolexterne Interventies

44 4. Bijlage bij de afsprakennota 'Leerrecht - schoolexterne interventies' Indicatoren ter operationalisering van de doelstellingen opgenomen in de afsprakennota voor de periode 15/12/ /12/2012 Specifiek voor Netwerk leerrecht Asse Halle Vilvoorde Bestaande schoolexterne initiatieven in de regio Asse-Halle-Vilvoorde blijvend oplijsten, bezoeken en in kaart brengen er is een actuele lijst van bestaande schoolexterne initiatieven in AHV de schoolexterne initiatieven zijn in de landschapstekening (zie verder) geplaatst Beroep doen op bestaande leerplaatsen en nieuwe plaatsen zoeken er is een overzicht van het aantal trajecten per leerplaats er is een overzicht van nieuwe leerplaatsen ten opzichte 1/12/2011 Inrichten van rondetafels voor elke aangemelde jongere (bij opstart en ter opvolging) er is een overzicht van ingerichte ronde tafels per jongere (zowel bij opstart als ter opvolging), ook ronde tafels die niet tot een traject leiden Het perspectief op regulier onderwijs en de onderlinge verhouding tussen regulier onderwijs, jongere en andere betrokkenen bespreekbaar houden er is een dossier waarin voor elke jongere is opgenomen via welke contacten/op welke manieren de relatie met het regulier onderwijs zijn besproken 44 Specifiek voor Meldpunt Schoolexterne interventies Bekendmaken van de verschillende schoolexterne initiatieven bij de verwijzers er is een lijst van acties/initiatieven (vb. documenten/folders/bestanden/ bijeenkomsten) waarmee de verwijzers geïnformeerd zijn over de verschillende schoolexterne initiatieven Centraliseren van de meldingen, registreren en rapporteren in Oost-Brabant en verkennen van de mogelijkheid dit uit te breiden naar heel de provincie er is een oppuntstelling van het systeem van centrale melding (via elektronische weg) er wordt een een gestructureerde database voor registratie en opvolging van de meldingen ontwikkeld er is een verslag dat een beeld geeft van de meldingen en hun behandeling er is een nota over de mogelijkheid van en aanzet tot de uitbreiding van de centralisering tot heel Vlaams-Brabant

45 Dispatching naar verschillende aanbieders (indien nodig na organisatie van overleg bij twijfelgevalmeldingen) er is een overzicht van aangesproken aanbieders en georganiseerde twijfelgevalmeldingen Opvolging in samenwerking met de aanbieders is een opvolgsysteem voor de aanmeldingen - inclusief de twijfelgevalmeldingen - uitgewerkt er is een lijst waarin voor elke melding wordt aangegeven welke aanbieders zijn aangeschreven en wie het traject heeft gerealiseerd. Gezamenlijk voor de beide initiatieven aanzet geven tot realisatie van een provinciaal Netwerk leerrecht / meldpunt; zo ontstaat een transparante structuur die tegemoet komt aan de noden terzake. Dit draagt op een provinciale schaal bij tot de maximalisatie van de leer- en ontwikkelingswinst en persoonlijk en maatschappelijk welbevinden van alle leerlingen. er is een landschapstekening time out en schoolexterne interventies er is een nota met een visie en een model voor toekomstige werking in overleg met de partners ontwikkeld er is een werkdocument waarin de haalbaarheid en de modaliteiten van een dergelijke structuur worden opgelijst en de resultaten van een bevraging van de partners over de voorwaarden waaronder ze zich hierin kunnen engageren de aanbieders stimuleren en ondersteunen om het gehanteerde uitgangspunt "het bieden van een noodzakelijke context waarin jongeren opnieuw zelfvertrouwen opbouwen, eigen talenten leren ontdekken en zo openheid voor leren opnieuw ontwikkelen" en hun expertise inzake daartoe gebruikte werkvormen en methodieken, te vertalen naar scholen en CLB s zodat deze kunnen ingezet worden om draagkracht van scholen te versterken uitgaande van de praktijk in schoolexterne interventies er is een beschrijving van voor onderwijs relevante goede praktijken, werkvormen en methodieken; in deze beschrijving is aandacht voor preventieve en structurele maatregelen deze beschrijving wordt via (bestaande) overlegkanalen aan scholen en CLB kenbaar gemaakt er is een lijst van de kanalen via dewelke deze bundeling aan scholen en CLB kenbaar is gemaakt er is overzicht van georganiseerde gemengde trajecten schoolintern + schoolextern waarbij de nazorg op school bij herinstap is geëxpliciteerd 45 beleidssignalering en streven naar een structurele financiering van de werking er is een overzicht van de initiatieven genomen naar verschillende beleidsniveaus

46 5. Blanco aanmeldingsformulier 46

47 47

48 48

49 49

50 6. Blanco opvolgingsgedeelte 50

51 51

52 7. Privacybeleid Doel: De algemene doelstelling van het meldpunt is jongeren die schoollopen in het secundair onderwijs, maar definitief dreigen uit te vallen, op een adequate manier toe te leiden naar de verschillende schoolexterne interventies die in de provincie worden aangeboden. De CLB-medewerkers kunnen via elektronische weg een leerling aanmelden bij het meldpunt. Zij geven daarbij een aantal relevante persoonsgegevens door (zie kopie aanmeldingsformulier in bijlage, of link). Een medewerker zal deze meldingen ontvangen en eventuele vragen van CLBmedewerkers in dit verband beantwoorden. De medewerker van het meldpunt zal deze meldingen doorsturen naar de gekozen aanbieder van schoolexterne interventies. De geregistreerde data zullen geanalyseerd worden en verwerkt in een ganoniemiseerd rapport dat voorgesteld zal worden aan alle betrokkenen en belangstellenden. Hierdoor wil men de nood aan schoolexterne initiatieven zichtbaar maken, om de overheden te ondersteunen in hun intenties tot structurele financiering van schoolexterne interventies. Hoe de toestemming van de cliënten voor het doorgeven van informatie geregeld wordt. Een aanvraag tot een schoolextern initiatief veronderstelt steeds een toestemming van de leerling en de ouders/opvoedingsverantwoordelijken. Zonder hun toestemming kunnen de gegevens van het aanmeldingsformulier niet aan de aanbieder doorgegeven worden en kan een traject niet opgestart worden. Er wordt van de CLB medewerker verwacht dit eerst na te gaan bij de bovengenoemden. Bovenaan de aanmeldingsfiche staat eveneens vermeld dat de fiche enkel mag ingevuld worden mits uitdrukkelijke toestemming van de leerling, ouders/opvoedingsverantwoordelijken. 52 Hoe wordt gegarandeerd dat enkel rechtstreeks betrokkenen toegang hebben tot persoonsgegevens? De persoonsgegevens worden opgeslagen in een databank, beheerd door het VCLB Leuven. Eens de aanmelding is gebeurd wordt de informatie doorgegeven aan: De CLB medewerker die aanmeldt (kopie van zijn/haar aanvraag) De medewerker van het meldpunt (nodig voor dispatching en rapportage) De gekozen aanbieder (nodig voor opstart traject) Buiten deze 3 betrokken, heeft niemand toegang tot deze gegevens. De CLB-medewerker kan deze gegevens opslaan in het CLB-dossier. Wanneer een (andere) CLB medewerker een aanmelding doet voor een jongere die voordien als eens werd aangemeld, krijgt deze ook toegang tot de gegevens van betreffende leerling. Deze gegevens zijn in principe ook beschikbaar in het CLB-dossier. De procedure hiervoor : De CLB medewerker geeft de initialen van de jongere in. Wanneer deze initialen worden herkend (door de databank enkel mogelijk bij een voorgaande aanmelding) zal de al verkregen informatie verschijnen.

53 Er wordt gevraagd aan de CLB medewerker de informatie indien nodig aan te passen. Enkel de nieuwe aanmeldingsgegevens worden doorgegeven aan de betrokken aanbieder. Technische voorzieningen voor het beveiligen van het internetverkeer en de database? Ontwikkeling in PHP. Gebruikte database: MySQL (wordt samen met de nodige webruimte gehost bij AlfaNet) Er zal gebruik gemaakt worden van het HTTPS-protocol voor een veilige uitwisseling van de gegevens. Gebruikers krijgen enkel toegang tot het aanmeldingsformulier en de eventueel reeds beschikbare gegevens van de leerling waardoor toestemming is gegeven na authenticatie. Een gebruikersnaam en wachtwoord worden verkregen door het invullen van een online formulier. Pas na nazicht van de medewerker door het meldpunt ontvangt de aanvrager een gebruikersnaam en wachtwoord waarmee hij kan inloggen. De medewerker van het meldpunt geeft de toestemming door op een link te klikken die zij automatisch via verkrijgt na een aanvraag via de website. Wachtwoorden van gebruikers worden geëncrypteerd opgeslagen in de database. Er worden 3 soorten sessies aangemaakt bij het inloggen in het systeem. Wanneer 1 van deze 3 sessies verlopen is wordt er automatisch uitgelogd. Verwerking van de gegevens in een onderzoeksrapport Bij de verwerking van de gegevens voor een onderzoeksrapport zullen deze geanonimiseerd worden. 53

54 8. Nota rond de wenselijkheid tot aansluiting bij het Meldpunt voor Schoolexterne Interventies. Vanuit de beleidsgroep Leerrecht-schoolexterne interventies werd de vraag gesteld aan de regio s Brussel en Halle-Vilvoorde of ze willen instappen in de werking van het Meldpunt voor Schoolexterne Interventies zoals deze nu is uitgebouwd in de regio Leuven-Hageland. Het meldpunt heeft 3 doelstellingen: Informatie: Informatie verspreiden over schoolexterne interventies via de site en antwoorden op telefonische vragen of vragen via mail. Databank: Het aanleggen van een database van leerlingen die gebruik maken van schoolexterne interventies en een aantal kenmerken van de leerling, schoolgegevens en de hulpvraag. Hieraan is tevens een opvolgingsgedeelte gekoppeld waarbij het aangeboden traject in kaart wordt gebracht. 54 Online-aanmeldingsfiche: Aanmelding voor alle schoolexterne interventies door de betrokken CLB-medewerker via een beveiligde toegang tot een internettoepassing. Alle gegevens worden dan door de CLBmedewerker rechtstreeks ingevoerd in de database. De gegevens over zichzelf moeten ze eenmalig invoeren, de gegevens over de leerling en de hulpvraag kunnen bij elke nieuwe aanvraag opgevraagd en gewijzigd worden (indien een leerling al in de databank is opgenomen). Een bijkomende service is dat het meldpunt in geval van twijfel bij de CLBmedewerker, over welk aanbod best geschikt is, een overleg tussen aanbieders organiseert. De regio s Brussel en Halle-Vilvoorde kunnen zich inschrijven in deze werking voor de 3 doelstellingen, maar ook een gedeeltelijke deelname is mogelijk (bvb enkel doelstelling 1 of 1 en 2).

55 Voordelen van het Meldpunt: Voor de aanbieder: De aanbieders van schoolexterne interventies kunnen zichzelf zichtbaar maken door hun aanbod te omschrijven op de site van het meldpunt (+ folder). Alle informatie die CLB ers kunnen hebben omtrent het aanbod kan tevens ook bevraagd worden bij het meldpunt (na informatie-overdracht van de aanbieder aan het meldpunt). Doordat de aanmeldingsfiches online worden ingevuld, zullen de aanbieders minder tot geen telefonische vragen betreffende aanmeldingen krijgen, zodat deze workload wordt verminderd. Ze ontvangen 2x per week de aanmeldingen door de medewerker van het meldpunt (via mail op woensdag en vrijdag), zodat zij een overzichtelijk beeld en vooral volledige informatie krijgen rond de leerling en de hulpvraag. Worden mee opgenomen in de cijfergegevens van het meldpunt en krijgen zo een duidelijk zich van de vraag en het aanbod naar een schoolexterne interventie van de regio s die zich onder het meldpunt zetten. Voor de CLB-medewerker: De CLB-medewerker kan zichzelf informeren door te surfen naar de site van het meldpunt en zo een duidelijk zicht krijgen op het aanbod van schoolexterne interventies. Kan bijkomende vragen stellen aan een contactpersoon van het meldpunt en dit zowel telefonisch (woensdag-vrijdag), als via mail. In geval van twijfel (wat is nu het beste aanbod voor deze leerling?) kan men een vraag doen naar een twijfelgevalbespreking. Het meldpunt zal dan een overleg organiseren tussen de aanbieders (naar keuze) en de CLB-medewerker en dit op het aanmeldend CLB. Door een relatief eenvoudig in te vullen online-aanmeldingsformulier, kan de CLBmedewerker zijn aanmelding doen. De gegevens over zichzelf moeten ze eenmalig invoeren, de gegevens over de leerling en de hulpvraag kunnen bij elke nieuwe aanvraag ingevoerd worden of opgevraagd en gewijzigd worden (indien een leerling al in de databank is opgenomen). 55 Voor de overheid: Zij kunnen een duidelijk zicht krijgen op het aanbod van schoolexterne initiatieven per regio. D.m.v. cijfergegevens die het meldpunt genereert uit de databank, krijgen zij een duidelijk beeld op de hoeveelheid vraag per schoolexterne interventie, het aantal leerlingen waarvoor een aanmelding werd gedaan, de leeftijd, schoolinformatie, D.m.v. de informatie die wordt gehaald uit de opvolging van deze aanmeldingen zal men tevens ook zicht krijgen op het verloop van het traject van de leerling.

56 9. Begroting meldpunt inkomsten door Provincie Vlaams-Brabant, dienst Onderwijs voorzien december voorzien maart uitgaven wedde 40% MW gedurende 52 weken* extra 4 jaar ancienniteit 700 kosten arbeidsongevallenverzekering 200 sociaal secretariaat 400 werkingskosten variabel (telefoon, kopies, internet ) 500 vast (huur lokaal, verwarming, ) verwerking registratiegegevens en rapportering organisatie bekendmakingsactiviteiten technische en ict-ondersteuning saldo 0 * arbeidscontract bediende volgens weddeschaal 333 van departement Onderwijs 14,4 uur per week, met minimaal aanwezigheid op woensdagnamiddag en vrijdag dienstprestaties in variabel rooster

57 10. Format gebruikt voor de landschapstekening Naam van de schoolexterne interventie: Inhoud van de schoolexterne interventie Algemeen kader: Ontstaansgeschiedenis 12 Visie Belangrijke uitgangspunten Doelstelling(en) Doelgroep(en) 13 Duur van het traject 14 Actieradius 15 Gemiddeld aantal trajecten (expliciteer per kalenderjaar of per schooljaar en maak eventueel onderscheid tussen minimaal te behalen en effectief gerealiseerd) Concrete invulling: Hoe wordt het traject met de jongere concreet ingevuld? 16 Welke methodiek(en) gebruik je hierbij? 17 Welke ingezette methodiek(en) zouden kunnen inspirerend zijn voor het onderwijs? Waarom? Wordt er tijdens het traject samengewerkt met de context? Zo ja, met wie? Hoe? Wanneer? 18 Wordt er tijdens het traject samengewerkt met andere organisaties/partners? Zo ja, met wie? Hoe? Wanneer? Graag een korte schets van de ontstaansgeschiedenis van je schoolexterne interventie, met je focus op de redenen waarom je precies met deze schoolexterne interventie bent gestart + vergeet ook niet te vermelden wanneer precies deze schoolexterne interventie van start is gegaan. 13 Omschrijf je doelgroep zo concreet mogelijk, ook bijv. brede toegang of (eerder) beperkt tot bepaalde sector(en),? Expliciete insluitings- en/of uitsluitingscriteria? 14 Van aanmelding tot afsluiting van het dossier 15 Hiermee wordt het werkterrein bedoeld. Werk je bijvoorbeeld voor een ganse provincie of een deel ervan? Welk deel dan exact? Etc? 16 Bijvoorbeeld: Welke activiteit(en) bied je tijdens het traject aan? Atelierwerking?, werkplekleren?, coaching? 17 Bijvoorbeeld methodiek van ronde tafel, van actieve vorming, van ervaringsleren,? 18 Wordt er tijdens het traject van de jongere samengewerkt met de context? Zo ja, wie uit de context? Bijv. de ouders? Het gezin van de jongere? Ruimere context,?. Zo ja, wanneer en hoe? 19 Wordt er tijdens het traject samengewerkt met andere organisaties/partners? Dit kan zowel intern zijn, bijv. een aanbod dat binnen je organisatie aanwezig is, of extern, dit is dan buiten je eigen organisatie. Met leerplekken bijvoorbeeld? Met vrijwilligers? Etc. En/of werk je ook samen met interventies binnen onderwijs? Welke eventueel?

58 Meet je op een bepaalde manier het resultaat van je traject? 20 Zo ja, wat precies? En hoe doe je dit concreet? Proces van de schoolexterne interventie Proces van aanmelding tot afsluiting Wanneer exact? Na afsluiting? Andere? Wie kan er aanmelden bij jouw schoolexterne interventie? Wat gaat vooraf aan de aanmelding bij jouw schoolexterne interventie? 21 Hoe kan een aanmelding plaatsvinden? 22 Hoe verloopt de besluitvorming tot opstart van het traject? 23 Hoe wordt de effectieve start genomen? 24 Zijn er bepaalde noodzakelijke administratieve formaliteiten? 25 Is er regelmatige opvolging tijdens het traject. Zo ja, hoe verloopt dit? Met wie? Hoe gebeurt de afsluiting van het traject? Met wie? Is er een evaluatie 26? Zo ja, hoe verloopt dit? Met wie? In welke fase van de probleemontwikkeling tav het schooltraject wordt je schoolexterne interventie ingezet? 27 Vinden er nog acties plaats na afsluiting van het traject van de jongere? Bijv. Nazorg? 28 Zijn er nog andere activiteiten die je tijdens of na het traject doet? 29 Zo ja, wat? Maak je bijvoorbeeld gebruik van bepaalde vormen van kwalificering tijdens het traject met de jongere zoals EVC (Elders Verworven Competenties)? 21 Wat gebeurt er meestal concreet voor dat er een aanmelding wordt gedaan. Wie heeft bijv. welke stappen gezet? Of heb je er geen zicht op.? 22 Via meldpunt, schriftelijk (hoe dan concreet), telefonisch,? 23 Welke stappen worden allemaal genomen? Hoe loopt het besluitvormingsproces van aanmelding tot effectieve opstart? 24 Met effectieve start bedoelen we: de eerste dag dat de jongere effectief deelneemt aan de schoolexterne interventie. 25 Of nog, moeten bepaalde administratieve formaliteiten zijn vervuld opdat de jongere effectief kan starten? Zo ja, welke dan precies? 26 Met evaluatie bedoelen we: wordt er op een gegeven moment teruggeblikt op het traject van de jongere? Stilgestaan bij de vraag hoe één en ander is gelopen? Edm. 27 Dit kan gaan van jongeren die niet meer op school zitten tot zij die er nog dagdagelijks zijn. Of nog: binnen welke radius tussen het loopt prima op school en de jongere heeft geen school/is uitgesloten van de school situeert jouw schoolexterne interventie zich? 28 Hoe wordt dit dan ingevuld? Intern? Extern?? Hoe verloopt dit?

59 Structurele inbedding van de schoolexterne interventie Wat is je organisatievorm? 30 Hoe ziet de personeelsequipe eruit qua -statuut (professioneel/vrijwilligers)? -diploma( s)? -tewerkstellingsvolume? Welke middelen worden ingezet? 31 Welke financieringslogica wordt gehanteerd, bijv. per dossier, voor de algemene werking,? Wat is/zijn je financieringsbron(nen)? 32 Over welke periode(n) loopt de financiering? Reguliere financiering: sinds wanneer? Projectfinanciering: duur vd financiering? Welk(e) bedrag(en)? Wie stuurt de ontwikkeling van je aanbod concreet inhoudelijk aan? 33 Aan welke overlegorganen in het kader van je schoolexterne interventie participeer je? Knelpunten? 59 Ervaar je bepaalde belangrijke knelpunten in verband met je schoolexterne interventie? Zo ja, beschrijf ze kort. Administratieve gegevens van de schoolexterne interventie Contactperso(o)n(en)? Contactgegevens? 29 Bijvoorbeeld informatie/advies? Toeleiden naar hulpverlening tijdens het traject van schoolexterne interventie? Nog andere? 30 Staat bijv. je interventie op zich of maakt het deel uit van een groter geheel (organogram toevoegen)? of nog anders? 31 Denk hierbij zowel aan personele, werkings- als eventuele andere middelen. Is dit eigen financiering vanuit de organisatie? Externe financiering? Vrijwilligers? Combinatie? Vergeet zeker ook niet eventuele indirecte financiering te vermelden. 32 Specifieer voldoende naar bijv. welke overheid precies levert welke middelen aan. 33 Of nog anders gezegd: wie beslist hoe je schoolexterne interventie concreet wordt ingevuld? Zich verder ontwikkelt? Is dit je eigen organisatie? Een samenwerking tussen organisaties? Een stuurgroep? Nog andere? Combinatie?.

60 60

61 11. Landschapstekening Netwerken Leerrecht en Meldpunt Schoolexterne Interventies Vlaams-Brabant en Brussels Hoofdstedelijk Gewest (Woensdag 21 november 2012) Goedgekeurd door de regionale stuurgroepen IJH Vlaams-Brabant en Brussels Hoofdstedelijk Gewest situering van de landschapstekening Opdracht De opdracht om tot een landschapstekening te komen waarin alle schoolexterne interventies, inclusief het Meldpunt, een plaats krijgen toegewezen, gaat initieel uit van de Provincie Vlaams-Brabant. Deze opdracht werd ingeschreven in de voorwaarden waaronder het Meldpunt Schoolexterne Interventies (arrondissement Leuven) en het netwerk Leerrecht (arrondissement Halle-Vilvoorde), financiële ondersteuning genieten van de provincie Vlaams-Brabant voor het werkjaar Ook de VGC was sterk vragende partij voor deze denkoefening. Om deze opdracht tot een goed einde te brengen, is het initiatief om deze landschapstekening te realiseren overgedragen aan de Beleidsgroep Leerrecht. De Beleidsgroep bestaat uit vertegenwoordigers van de netwerkstuurgroepen Leerrecht Halle-Vilvoorde en Brussel, de adviesgroep Leerrecht Leuven-Hageland, de stuurgroep Meldpunt Schoolexterne Interventies en het regioteam IJH. De volledige samenstelling is opgenomen in bijlage 4. Het betrekken van het netwerk Leerrecht Brussel in de opmaak van de landschapstekening is het logische gevolg van de organische verbondenheid van initiatiefnemers in het Brusselse met de initiatiefnemers uit het arrondissement Halle-Vilvoorde. De partners in deze netwerken zijn de CLB s, de organisatoren van time-out, en de aanbieders, voornamelijk uit bijzondere jeugdbijstand en VAPH. Onderwijs maakt nog geen deel uit van de netwerken. Van bij het begin willen we verduidelijken dat we in de opdracht tot landschapstekening focussen op de schoolexterne interventies voor leerlingen bij wie het leerrecht ernstig in het gedrang komt. We houden daarbij ook rekening met de schoolexterne interventies die zich nog binnen het onderwijskader situeren (korte en lange time-out, persoonlijke ontwikkelingstrajecten), maar beschrijven ze niet uitvoerig. 61 Doelen Dat de overkoepelende beleidsgroep Leerrecht de verantwoordelijkheid op zich genomen heeft deze landschapstekening te verwezenlijken,dient drie doelstellingen: - een gedragen concept ontwikkelen, waarin elke betrokkene bij de netwerken Leerrecht in Vlaams- Brabant en Brussel zich kan vinden; - voldoen aan de opdracht zoals die geformuleerd werd door de provincie Vlaams-Brabant; - een referentiepunt creëren voor het gemeenschappelijke streven naar een stabiele vorm van verankering. Met deze laatste doelstelling heeft de overkoepelende beleidsgroep Leerrecht de opdracht van de provinciale overheid aangegrepen om een gemeenschappelijk referentiekader te ontwikkelen voor de andere overheden. Het referentiekader veronderstelt een structurele ondersteuning door de Vlaamse en Brusselse overheden. Zowel de conceptuele onderbouw als de organisatorische vertaling, zoals verder in deze tekst toegelicht, zijn het resultaat van wat de Beleidsgroep Leerrecht als wenselijke situatie ziet. Op basis van dit beeld van een wenselijke situatie zullen achtereenvolgens de gewenste organisatievorm (4), de gewenste kwaliteitseisen (5), het pedagogisch concept (6) en de financieringsbehoeften (7) verder geëxpliciteerd worden.

62 Structurele inbedding De uiteindelijke doelstelling van de Beleidsgroep en van alle betrokkenen bij de netwerken Leerrecht, is tot een structurele verankering te komen van de schoolexterne interventies, inclusief het Meldpunt, in de regio s Vlaams-Brabant en Brussel. Deze structurele inbedding situeert zich tegelijk op het provinciale, op het Vlaamse en op het Brusselse (VGC) niveau. Tot op dit ogenblik zijn middelen van de provincie Vlaams-Brabant (vanuit de departementen welzijn en onderwijs) en vanuit de Vlaamse Gemeenschapscommissie (Brussels Hoofdstedelijk Gewest) cruciaal geweest om het meldpunt, de netwerken leerrecht en een belangrijk deel van het aanbod aan schoolexterne interventies mogelijk te maken. Van bij het begin zijn de regioteams Integrale Jeugdhulp bij het project Leerrecht in Leuven betrokken geweest. De netwerken Leerrecht in Halle-Vilvoorde en Brussel zijn zelfs met financiële ondersteuning van Integrale Jeugdhulp tot stand gekomen, naast de ondersteuning van provincie en VGC. Hierbij zijn twee aanknopingsfactoren van belang geweest: Enerzijds zijn de netwerken Leerrecht een schoolvoorbeeld van intersectorale samenwerkingsverbanden, ontstaan vanuit een bottom-up dynamiek, om voor een moeilijke doelgroep een oplossing uit te werken, die aansluit bij de basisverzuchting waaraan Integrale Jeugdhulp tegemoet dient te komen. Anderzijds biedt de organisatielogica van het hulpprogramma dat ontwikkeld werd voor de netwerken Crisishulp, elementen die inspirerend kunnen zijn om het organisatiemodel van een netwerk Leerrecht te vertalen in begrippen die aansluiten bij de actuele erkennings- en financieringslogica van de Vlaamse Overheden. De verankering en structurele financiering op het Vlaamse niveau is aangewezen. Dit reguliere kader waarborgt niet alleen de erkenning en financiering van het programma Leerrecht, maar garandeert ook de kwaliteit en intersectorale aanpak. De inbedding op het Vlaamse niveau waarborgt de rechtsgelijke toegang tot het programma Leerrecht voor alle jongeren. De Beleidsgroep en beide regionale stuurgroepen zien in de structurele samenwerking tussen Onderwijs en Welzijn, een opportuniteit om de visie en organisatie van Leerrecht te verankeren. Zij zijn van mening dat deze volledig aansluiten bij de werkingsprincipes beschreven in de mededeling aan de Vlaamse Regering betreffende recht op leren voor jongeren die uit de boot vallen. Bovendien vinden alle partners een perspectief in het ontwerpdecreet IJH, dat voorziet in het aanmaken van intersectorale hulpprogramma s voor bepaalde problematieken en in een regionale verankering en aansturing in de opdrachten van het Intersectorale Regionale Overleg Jeugdhulp (IROJ). Onderwijs en Welzijn zijn niet toevallig de dragende partners van het project Integrale Jeugdhulp. 62 De Beleidsgroep Leerrecht sluit logischerwijze dan ook aan bij de structuur van Integrale Jeugdhulp (IJH), en werkt nauw samen met de regionale stuurgroepen IJH Vlaams-Brabant en Brussel. Beide regionale stuurgroepen beslisten een samenvatting van de landschapstekening over te maken aan het managementcomité Integrale Jeugdhulp met de vraag de organisatiestructuur van het netwerk Leerrecht met zijn hulpprogramma structureel te verankeren in een samenwerking Onderwijs-Welzijn, waarbij het hulpprogramma Leerrecht mede een basis vindt in het nieuwe decreet op de Integrale Jeugdhulp. (zie bijlage 1 voor de volledige nota) Ontstaan Het concept van de netwerken Leerrecht ontstond in de werkgroep dagbesteding van het Platform Bijzondere Jeugdzorg regio Leuven, in antwoord op de vraag hoe er kon worden omgegaan met schooluitval van jongeren. De betrokkenen ervoeren een gemeenschappelijke nood aan een gepaste omkadering voor jongeren die om één of andere reden (tijdelijk) niet meer op de schoolbanken raakten, terwijl ze toch leerplichtig zijn. Hiervoor waren reeds gezamenlijke initiatieven voor dagbesteding ontwikkeld. In 2006 werd met financiële steun van de provincie Vlaams-Brabant een eerste netwerk Leerrecht in het Leuvense ontwikkeld, waarin diverse initiatieven die het recht

63 op leren invullen buiten het reguliere onderwijs op elkaar afgestemd werden en maximaal toegankelijk werden gemaakt voor elke jongere. In 2010 volgde met middelen vanuit de Provincie Vlaams-Brabant, de VGC en Integrale Jeugdhulp een Netwerk Leerrecht Brussel en een Netwerk Leerrecht Asse-Halle-Vilvoorde. In Tonuso vzw was voorheen al het project KLIK opgezet, wat later is overgegaan in het project Leerrecht omdat het exact dezelfde principes hanteert. KLIK wordt door de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) gesubsidieerd voor Brussel en door de provincie Vlaams Brabant voor de werking in Halle-Vilvoorde. Werkwijze Om tot de hieronder ontwikkelde landschapstekening te komen volgde de Beleidsgroep Leerrecht volgende werkwijze. Op 10 november 2011 kwam de Beleidsgroep een eerste keer samen en werden volgende werkingsprincipes vastgelegd: 1. Deelname aan de Beleidsgroep werd opengesteld voor alle betrokkenen bij de bestaande netwerken. 2. Er werd een plan van aanpak opgesteld om tot de landschapstekening te komen. Het plan van aanpak werd opgebouwd in volgende stappen: De eerste stap behelsde een grondig in beeld brengen van de actuele situatie op basis van een uitgebreide bevraging van alle initiatiefnemers in de netwerken Leerrecht. Deze bevraging en de verwerking van de resultaten werd gerealiseerd door Tonuso en het meldpunt in de periode januari-maart De verwerking van de resultaten werd op 19 april 2012 voorgelegd aan alle betrokkenen bij de netwerken Leerrecht. Dit was de volgende stap. De verwerking werd op dit overlegmoment benaderd vanuit de vraag hoe deze massa informatie te ordenen. De veronderstelling hierbij was dat er clusters konden gemaakt worden die een leidraad zouden bieden om tot de explicitering van de gewenste situatie te komen. Op de bijeenkomst werd duidelijk dat er heel wat clusteringen mogelijk zijn, en dat al naargelang het gehanteerde criterium er telkens een te beperkt beeld werd geproduceerd over de bestaande situatie. Deze weg werd dan ook verlaten, en er werd voor gekozen om op zoek te gaan naar werkingsprincipes waar alle deelnemers belang aan hechten. Hieruit bleek dat pluraliteit van pedagogische omgevingen, flexibiliteit t.a.v. de jongeren, flexibiliteit qua tijdsinvestering en de nood aan participatie als basis voor het inzetten en opvolgen van de trajecten de leidende principes zijn in het gewenste landschap. Op basis van deze principes werd verder gewerkt aan de formulering van de landschapstekening als uitdrukking van een gewenste situatie. Op de beleidsgroepen van 22 mei 2012 en 20 september 2012 werden de contouren geformuleerd waarop de landschapstekening uiteindelijk gestalte heeft gekregen. Op de beleidsgroep van 13 november 2012 werd de formulering van de landschapstekening goedgekeurd door de partners. Bronnen

64 Bronnen bij de uittekening zijn: Jaarverslagen Leerrecht Rapport Recht op anders leren, L. Thys en J. Meyer (meldpunt schoolexterne interventies 2010) Verslagen beleidsgroep Leerrecht Landschapstekening en terugkoppeling uit de workshops (opgenomen in bijlage 2 en 3) Decreet en ontwerpdecreet IJH Mededeling aan de Vlaamse Regering betreffende recht op leren voor jongeren die uit de boot vallen Staten-Generaal Agentschap Jongerenwelzijn Advies van de VLOR bij de Staten-Generaal Kandidatuur prijs Jeugdzorg Voor de conceptuele onderbouw zijn volgende referenties uit de literatuur richtinggevend: Bouverne-De Bie, M.; De Vos, K.; Roose, R. (2012) Geweld op school: kanttekeningen bij een probleemdefinitie. Tijdschrift voor Onderwijsrecht en Onderwijsbeleid. Mei-juni Die Keure. Brugge De Bie, M., Integrale jeugdhulp: maatschappelijke noodzaak of maatschappelijk engagement?, Handboek Integrale Jeugdhulp, Basisboek, Maatschappelijke noodzaak visies en concepten 1/1, Brussel, Politeia, De Vos, K. (2009) Leerrecht. Handboek Integrale Jeugdhulp. Afl. 3 juli Maatschappelijke noodzaak praktijk 3/1 tot 3/21. Politeia. Brussel Fret, L. Vermaatschappelijking op de eerste lijn. Zorgtrajecten ombuigen naar de samenleving, Alert, 2011, nr. 5, 2-5 Walgrave, L., Met het oog op herstel, Universitaire Pers Leuven, 2010, 32. Dossier schooluitval, onderwijs en welzijn in Brussel, BWN nr 196 januari-maart Gewenste Organisatievorm Netwerk Een netwerk 34 is een samenwerkingsverband van diensten en voorzieningen die juridisch of qua management geen geheel vormen. De voorzieningen werken op vrijwillige wijze samen, omdat ze gezamenlijk een sterkere positie innemen dan wanneer ze afzonderlijk zouden opereren. Er kunnen diverse redenen zijn om de samenwerking aan te gaan: de partners hebben een aanvullend aanbod, waardoor gezamenlijk opdrachten aanvaard kunnen worden die ze afzonderlijk niet kunnen uitvoeren (additionaliteitsmotief); gezamenlijk kan men grotere opdrachten aan dan afzonderlijk (capaciteitsmotief); de voorzieningen behouden graag hun eigen onafhankelijkheid en identiteit, maar hebben behoefte aan vaste partners (samenwerkingsmotief). Het zijn precies deze motieven die verschillende voorzieningen en initiatieven aanzetten tot samenwerking in het netwerk Leerrecht. De partners in het netwerk hebben elkaar nodig om een gepast antwoord te bieden. In termen van Integrale Jeugdhulp kan dit gepaste antwoord omschreven worden als hulpprogramma Leerrecht op maat van jongeren die dreigen uit het reguliere onderwijs te vallen. In de netwerkliteratuur wordt dit interdependentie genoemd. Op dit moment zijn er 3 netwerken Leerrecht in Vlaams-Brabant en Brussel met elk een (hulp)programma Leerrecht. Gebiedsgericht werken is belangrijk omdat de bereikbaarheid voor 34 Geïnspireerd op de definitie van bedrijvennetwerken van Wikipedia en de Werkmap IJH

65 jongeren en context belangrijk is, maar ook omdat de samenwerking met scholen i.f.v. terugkeer van de jongere een doelstelling is. Regionale coördinatie van het netwerk is eveneens belangrijk i.f.v. een goede afstemming en i.f.v. het garanderen van kwaliteitsvol aanbod voor de jongere. Daarom is het kiezen van de juiste schaalgrootte ook van belang. Partners in het netwerk Het netwerk bestaat uit partners van onderwijs (CLB s en scholen), de aanbieders van POT en timeout en de aanbieders van dagbesteding en leerplekken binnen hulpverlening (VAPH en BJB), jeugdwerk, vormingswerk, sociale economie, groene zorg en andere (musea, bedrijven, vrijwilligerswerk ). Het netwerk verbindt de verschillende bestaande initiatieven en plaatsen waar het recht op leren van leerplichtige jongeren kan ingevuld worden buiten het reguliere onderwijs (zowel privé- als projectpartners), en maakt ze toegankelijk voor elke leerling die een beroep doet op het netwerk. De partners in het netwerk maken samen een hulpprogramma. Het netwerk bevat minimaal de partners uit het hulpprogramma (zie kwaliteitseisen). Het is geen hiërarchische structuur maar een functioneel samenwerkingsverband van partners die vanuit eenzelfde visie een gemeenschappelijk kwaliteitsvol (hulp)programma uitwerken. Procesverloop: schematische voorstelling 65 Procesverloop: beschrijving Aanmelding bij het Meldpunt De aanmelding vertrekt in principe vanuit het CLB. Indien ze van een voorziening of therapeutische setting vertrekt, activeert het Meldpunt een CLB-medewerker. Op vraag van de aanmelder neemt het meldpunt volgend initiatief:

66 1. Activering van Lange Time-out, korte Time-out, of POT indien de jongere nog een schools perspectief heeft, en indien er nog een engagement van een school of andere vorm van opleiding is. 2. Activering van de draaischijf Leerrecht indien er geen schools perspectief is of een combinatietraject onderwijs en andere dagbesteding moet uitgewerkt worden. Ronde Tafel De uitkomst van een Ronde Tafel kan drie vormen aannemen: a. er is onmiddellijk een heraansluiting bij een reguliere onderwijsvorm; b. er wordt een combinatietraject uitgewerkt waarbij afgewisseld wordt tussen deelname aan reguliere onderwijsonderdelen (vakken) en leerplekken; c. er wordt een tijdelijk alternatief voor school uitgewerkt via een traject langs één of meerdere leerplekken. Trajectbegeleiding In de gevallen b en c wordt van op de Ronde Tafel trajectbegeleiding ingezet. Degene die de rol van trajectbegeleider opneemt, volgt de jongere op bij zijn leerplek of een andere schoolexterne interventie en zorgt voor de verbinding tussen leerplek en ronde tafel. Tussentijdse Ronde Tafels 66 Het traject van de jongere wordt indien nodig opgevolgd op tussentijdse ronde tafels. Hierbij wordt bijzondere aandacht besteed aan de perspectieven op eventuele heraansluiting bij onderwijs. Einde De interventie door het netwerk Leerrecht eindigt wanneer de jongere opnieuw volledig aansluit bij onderwijs of bij het bereiken van de meerderjarigheid. Nazorg, bijvoorbeeld onder de vorm van evaluatieve contacten met jongeren, school, andere betrokkenen behoort tot de mogelijkheden. Functies In de opbouw van het hulpprogramma Leerrecht kunnen verschillende functies onderscheiden worden.. Een functie is een geheel van activiteiten die samenhangen en een specifiek doel dienen. Functies worden niet per definitie gekoppeld aan bestaande inrichters of beheerders. Ze vallen ook niet samen met inrichters of beheerders, wat nauw aansluit bij de realiteit van netwerken. Vooraf: evaluatie van nood aan schoolexterne interventie

67 Door school en CLB wordt de nood aan een schoolexterne interventie geëvalueerd, in nauwe communicatie met de leerling en de ouders. Op de cel leerlingenbegeleiding gebeurt de indicatiestelling voor time-out, POT of een meer ingrijpende interventie. De CLB-medewerker appelleert de school op blijvende verantwoordelijkheid en vraagt om, indien mogelijk, een gemeenschappelijk traject aan te gaan. Meldpunt Schoolexterne interventies Brug tussen onderwijs en welzijns- en gezondheidspartners CLB s en scholen informeren over het aanbod (site) Beantwoorden van telefonische vragen of vragen per CLB-rol garanderen voor jongeren zonder school of CLB (aanmelding van voorzieningen) Opvolging van kennisgevingen i.f.v. recht op leren voor jongere Online- aanmeldingssysteem organiseren voor alle CLB-medewerkers Acteren of ondersteunen van de indicatiestelling van de aanmeldende CLBmedewerker en dispatching volgens perspectief Verzamelen van gegevens over gevolgde trajecten Registratie, verwerking en rapportering Beleidssignalering samen met beleidsgroep Leerrecht en IROJ 35 Draaischijf Leerrecht: inrichten van Ronde Tafels toewijzing van trajectbegeleiding en nazorg Voorzitten en organiseren van Ronde Tafel actoren betrekken (jongere, ouders, school, CLB, hulpverlening en anderen, naargelang de noden) schooluitval problematiseren als gemeenschappelijk probleem van alle actoren het zoeken naar de meest geschikte oplossing faciliteren in gedeelde verantwoordelijkheid van alle actoren traject samenstellen voor zover mogelijk trajectbegeleiding toewijzen, in onderling overleg nazorg, bvb. In de vorm van evaluatie info voor registratie leveren aan het meldpunt 67 Trajectbegeleiding het traject organiseren leer of rustplekken zoeken indien nodig contacten onderhouden met aanbieders traject evalueren en afsluiten tussentijds afstemmen met CLB en hulpverlening indien nodig tussentijdse rondetafel aanvragen indien nodig traject afrondenen terugkoppelen terug naar de draaischijf leerrecht info voor registratie leveren aan het Meldpunt Aanbod Schoolexterne Interventies deelnemen aan Ronde Tafel indien nodig lerende of rustgevende omgeving aanbieden krachten en talenten ontwikkelen toekomstgericht handelen met perspectief op school/opleiding/arbeidsmarkt informatie voor registratie aan het Meldpunt leveren 35 Intersectoraal regionaal overleg jeugdhulp: het regionaal overlegorgaan van partners in de integrale jeugdhulp dat de realisatie van de integrale jeugdzorg opvolgt en stuurt (voorzien in ontwerpdecreet IJH)

68 Deze functies worden opgenomen door verschillende actoren. De draaischijf leerrecht wordt bemand door hulpverleners die een onafhankelijke rol kunnen spelen (dus geen betrokken onderwijspartner, geen in de casus betrokken CLB-medewerker, geen aanbieder van een schoolexterne interventie). Zij kunnen de rol van trajectbegeleider opnemen, maar dit kan ook gebeuren door hulpverleners uit voorzieningen of door CLB-medewerkers. Aansturing en beheer Aansturing Het netwerk Leerrecht wordt aangestuurd door de netwerkstuurgroep Leerrecht. Vertegenwoordigers van de verschillende partners in het netwerk (zie 4.2) maken er deel van uit. De stuurgroep evalueert de werking van het netwerk, aan de hand van rapportage van het Meldpunt, aan de hand van inbreng van de draaischijf Leerrecht en aan de hand van de inbreng van de aanbieders. De concrete werking van het netwerk kan in het perspectief van Integrale Jeugdhulp omschreven worden als hulpprogramma. De stuurgroep stuurt het hulpprogramma waar nodig bij. De stuurgroep werkt aan overdracht van methoden uit welzijn naar onderwijs en omgekeerd, dit met het oog op de versterking van de draagkracht van leerkrachten, het introduceren van een participatieve en oplossingsgerichte aanpak. De stuurgroep rapporteert en signaleert beleidsaanbevelingen aan het IROJ. Beheer Beheer en aansturing vallen niet noodzakelijk samen. Het is wenselijk dat het beheer van de draaischijf Leerrecht collectief gebeurt. De beheerders (houders van de portefeuilles) van actoren die schoolexterne interventies organiseren verbinden er zich toe de aansturing van aan het netwerk Leerrecht gerelateerde aspecten van hun initiatieven, aan de stuurgroep Leerrecht over te laten. Ze behouden echter volledig hun methodische autonomie. 68 Gewenste Kwaliteitseisen Missie Het Netwerk Leerrecht wil een oplossing bieden voor jongeren die (tijdelijk) geen aansluiting meer vinden in het reguliere onderwijs. Leerrecht vertrekt van de feitelijke situatie, nl. geen aansluiting meer vinden op school, niet van een bepaalde doelgroep of sector. Door deze jongeren op het spoor te houden wil het netwerk leerrecht het risico op toekomstige maatschappelijke uitsluiting (werkloosheid, armoede, criminaliteit) tegengaan en zo meewerken aan de uitbouw van een inclusieve samenleving. 36 Leerrecht is complementair aan de initiatieven die binnen onderwijs genomen worden om schooluitval tegen te gaan. Naast initiatieven die school en CLB schoolintern nemen, zijn dit in de actuele context korte en lange time-out, en de persoonlijke ontwikkelingstrajecten binnen Deeltijds Beroepssecundair Onderwijs (DBSO). Leerrecht is (ook) complementair aan de initiatieven binnen de hulpverlening om maatschappelijke inclusie te bevorderen en om te werken aan ontwikkelingsdoelen van jongeren. Werkingsprincipes en kwaliteitseisen De realisering van deze missie veronderstelt dat wordt voldaan aan specifieke kwaliteitseisen op verschillende vlakken: de bevoegdheden tot erkenning en de bevoegdheden tot het formuleren van erkenningsvoorwaarden, het regionale bereik van een netwerk, het casusniveau. Deze kwaliteitseisen bieden de garantie dat de netwerken de gewenste flexibiliteit, diversiteit en participatie in het dagelijkse werk waarmaken. 36 Missie van Leerrecht Leuven-Hageland

69 De bevoegdheid tot erkenning en tot het formuleren van erkenningsvoorwaarden De belangrijkste gewenste kwaliteitseis op dit vlak is dat de activiteit die door de netwerken Leerrecht wordt ontplooid, tot een gedeeld bevoegdheidsdomein behoort van Onderwijs, Welzijn en Jeugd. Het onderkennen van gedeelde bevoegdheden impliceert de onderkenning van gedeelde verantwoordelijkheden. Gezien vanuit dit perspectief beantwoordt de huidige situatie in Vlaams-Brabant gedeeltelijk aan deze kwaliteitseis op het provinciale niveau: zowel het departement Welzijn als het departement Onderwijs van de provincie ondersteunen de netwerken Leerrecht. Een verankering op lange termijn is dit echter niet. Het tijdsperspectief van de ondersteuning blijft tijdelijk en dus onzeker. Vanuit Vlaanderen is er op vandaag geen ondersteuning van de netwerken Leerrecht. Wel was er een éénmalige ondersteuning bij de opstart van de netwerken Halle-Vilvoorde en Brussel, met middelen voorzien voor regionale samenwerkingsprojecten Integrale Jeugdhulp en van de opstart van het Meldpunt Schoolexterne Interventies. Ook op het Brusselse niveau is de situatie precair: de Vlaamse Gemeenschapscommissie ondersteunt het Brusselse initiatief met een tot op dit moment beperkte en tijdelijke financiering. De gewenste situatie voor de landschapstekening houdt twee concrete vragen in: - De eerste vraag is dat de financieringsstromen die uit erkenningen volgen, beter op mekaar worden afgestemd en in een tijdsperspectief van minimaal 5 jaar worden georganiseerd. - De tweede vraag is dat het Vlaamse niveau een overkoepelende rol zou spelen. Dit impliceert dat de departementen Welzijn en Onderwijs gedeelde erkenningskaders en erkenningsvoorwaarden voor het geheel van leerplichtvervangende alternatieven uitwerken, en die ook vertalen naar financiering van de netwerken Leerrecht. Kwaliteitseisen aan de regionale samenwerkingsverbanden 69 Ook binnen de actieradius van de samenwerkingsverbanden tussen de actoren die werkzaam zijn in de netwerken is gedeelde verantwoordelijkheid een kwaliteitseis. Dit impliceert dat elke actor zowel de organisatieprincipes als de kwaliteitseisen van het hulpprogramma onderschrijft en bewaakt. Deze gewenste kwaliteitseis heeft drie concrete implicaties: - Elke actor respecteert de kwaliteitseisen en werkingsprincipes van het hulpprogramma - Elke actor respecteert en ondersteunt de positie van elke andere actor in het netwerk en respecteert en ondersteunt de communicatielijnen tussen de actoren zoals die in de organisatievorm (zie hoger) gedefinieerd worden. - De opvolging en aansturing van het netwerk is niet ingebed in een specifieke voorziening, en ressorteert onder een collectieve bevoegdheid die waargenomen wordt door een beheersorgaan waarin elke actor en partner een gelijkwaardige plaats kan innemen. Deze gewenste kwaliteitseis sluit nauw aan bij het dagdagelijkse reilen en zeilen van de netwerken Leerrecht, behalve wat betreft de deelname van onderwijsvoorzieningen aan de aansturing van de netwerken (zie 4.6). Deelname van deze partij aan de aansturing van de netwerken wordt dan ook nadrukkelijk gewenst. De voorwaarde om deze kwaliteitseis levensvatbaar te maken is dat de organisatievorm van het netwerk duidelijk gemaakt wordt, en tevens aanvaard en gerespecteerd wordt door alle actoren en partijen betrokken bij een netwerk. Een tweede kwaliteitseis is, dat gebiedsgericht gewerkt wordt op een schaal die een levendige samenwerking tussen de actoren mogelijk maakt.

70 Kwaliteitseisen op casusniveau Op casusniveau is er één fundamentele kwaliteitseis, namelijk participatie. Deze kwaliteitseis dient uiteraard verfijnd omschreven te worden om te vermijden dat het een holle slogan wordt. Essentieel voor de werking van de netwerken Leerrecht en het hulpprogramma is dat alle perspectieven die aanleiding geven om een beroep op het hulpprogramma van een netwerk Leerrecht, aan bod kunnen komen: de perspectieven van de leerling, zijn ouders en/of opvoedingsverantwoordelijken, het CLB, de school, eventueel de welzijnsvoorziening, én het perspectief van de inrichters van het netwerk leerrecht zelf. De randvoorwaarde hiervan is dat alle actoren en partijen, betrokken bij een netwerk Leerrecht, het Decreet Rechtspositie van minderjarigen in de Jeugdhulp onderschrijven of erkennen De participatievereiste dient op gerichte wijze terug te vinden te zijn in de setting zelf van de ronde tafels als draaischijf voor de interventie die een netwerk Leerrecht ontwikkelt: het grondbeginsel van een ronde tafel bestaat er precies in dat de verschillende perspectieven op een situatie uitgesproken en onderzocht worden in gelijktijdige aanwezigheid van de dragers van de verschillende perspectieven: de jongere, zijn ouders, opvoedingsverantwoordelijken, het CLB, de school, eventueel de welzijnsvoorziening en de inrichter van de ronde tafel. De randvoorwaarde van deze gewenste kwaliteitseis t.a.v. de ronde tafel bestaat erin dat de inrichters van ronde tafels noch op het vlak van inhoudelijke aansturing noch op het vlak van financiering, afhankelijk zijn van een specifieke inrichtende macht van een sectorale organisatie. De funderende kwaliteitseis participatie draagt in zijn kielzog ook andere gewenste kwaliteitseisen: - de interventie door het netwerk is krachtgericht, dat wil zeggen dat ze de talenten en mogelijkheden van jongeren, ouders en context valideert; - de interventie is toekomstgericht: ze faciliteert de mogelijkheid van heraansluiting bij school of arbeidsmarkt - de interventie is intersectoraal georganiseerd en toegankelijk voor alle jongeren die dreigen uit te vallen uit onderwijs. 70 Specifieke kwaliteitseisen voor het Meldpunt, de inrichters van de Ronde Tafels, trajectbegeleiders en de leerplekken Het Meldpunt o Grondige kennis van CLB-werking en onderwijscontext o Grondige kennis van het globale aanbod van de partners in het netwerk (aanbieders) o Hanteert gedeeld beroepsgeheim o Bewaakt de kwaliteit van gegevensverwerking en rapportering Draaischijf Leerrecht: inrichters van Ronde Tafels en toewijzers van trajectbegeleiding o Autonome positie t.a.v. onderwijs, welzijn, gezondheid, justitie, aanbieders o Grondige kennis CLB-werking en onderwijscontext o Grondige kennis van het globale aanbod van de partners in het netwerk (aanbieders) o Deskundig in voorzitten van de Ronde Tafel (niet oordelen, luisteren, verbindend werken, engagementen krijgen, ) o Motiverend naar jongeren en partners in het netwerk

71 o Respecteert en implementeert zorgcontinuüm (voorkeur voor minder ingrijpende interventies) Trajectbegeleiding o Grondige kennis CLB-werking en onderwijscontext o Grondige kennis van het globale aanbod van de partners in het netwerk (aanbieders) o Motiverend naar jongeren en partners in het netwerk o Respecteert en implementeert zorgcontinuüm (voorkeur voor minder ingrijpende interventies) Schoolexterne interventies o Flexibel inzetbaar o Diversiteit o Niet doelgroepgebonden o Geloven in krachten o Aanklampend o Participatief en opbouwend werken o Toekomstgericht Alle actoren hanteren het gedeeld beroepsgeheim of houden zich aan de geheimhoudingsplicht. Pedagogisch Concept Opzet van het Netwerk Leerrecht Het Netwerk Leerrecht is ingericht om voor elke leerling die niet op school aankomt, een forum in te richten waarop een beroep kan worden gedaan om uit deze situatie te komen. Het Netwerk Leerrecht grijpt in op de problematische leersituatie waarin de jongere zich bevindt. Of deze situatie veroorzaakt wordt door een probleem dat zich bij de jongere of zijn opvoedingsverantwoordelijken situeert, wordt bij aanvang in het midden gelaten. Het effect hiervan is dat het Netwerk Leerrecht zich niet richt tot een doelgroep met specifieke kenmerken, maar bij wijze van spreken tot een doelsituatie (wederzijdse onbereikbaarheid tussen jongere en onderwijs). 71 Leerrecht- leerplicht? De situaties waarop het Netwerk Leerrecht inspeelt zijn dramatisch in hun eenvoud. Leerlingen komen niet (meer) aan op school. De school, noch de leerling, noch het CLB of de hulpverlening, noch de ouders slagen erin een werkbaar wederzijds contact te realiseren. De onderliggende oorzaken van deze situaties zijn even divers als de leerlingen die erin verzeild raken. Het effect hiervan is dat deze jongeren niet meer aan leren toekomen op plaatsen waar een publieke relevantie wordt aan toegedicht (voltijds onderwijs, leren en werken ). Zij komen in een verborgen isolement, waardoor ze het risico lopen overbodig te worden. Feitelijk zijn ze gevat in een non-situatie: door de wederzijdse onbereikbaarheid tussen leerlingen en onderwijswereld, kan de situatie zelf niet meer verwoord worden als een gedeeld veld, bij gebrek aan interacties. De jongeren en hun opvoedingsverantwoordelijken verliezen hun relevantie als gesprekspartner, en vice versa: de school verliest zijn relevantie voor de jongeren en eventueel hun opvoedingsverantwoordelijken. Dit kan zo ver gaan dat er zich niets meer afspeelt tussen onderwijswereld en betrokken jongeren en ouders, zelfs geen lopend conflict. Vervolging en

72 beboeting wegens het niet voldoen aan de leerplicht spelen zich eenzijdig t.a.v. deze jongeren en ouders af, en bevestigen dat er niets meer bestaat tussen hen en de onderwijswereld. Door leerrecht te differentiëren van recht op (toegang tot) onderwijs, en leerplicht, wordt de ruimte gecreëerd om zich te bevrijden van de voorstructureringen en beelden op voorhand, eigen aan de logica van de leerplicht, in zijn toepassing op de leerlingen voor wie onderwijs onbereikbaar is geworden. Dat de onbereikbaarheid voor onderwijs veroorzaakt is door een kenmerk van de leerling of zijn ouders ( ze voldoen niet ) en dat onderwijs met zijn op de arbeidsmarkt gerichte finaliteit hetzelfde is als leren, zijn de voorstructureringen waaruit zowel de professionals als de jongere en zijn ouders of opvoedingsverantwoordelijken zich dan kunnen losmaken. De referentie naar leerrecht leidt tot de vaststelling dat de non-situatie waarin leerlingen zich bevinden, voor wie geregeld onderwijs onbereikbaar is, geproblematiseerd moet worden, omdat de situatie waarin ze zich bevinden hun ontwikkelingsmogelijkheden aantast. In die zin is Leerrecht eerder een uitdrukking van het recht op ontwikkeling waarvan o.a. sprake is in het Kinderrechtenverdrag 37, dan van het recht op onderwijs. De oorzaken van deze aantasting van hun ontwikkelingsmogelijkheden liggen niet bij de kenmerken van jongeren of ouders, maar in het gegeven dat in de onderwijswereld de basisvoorwaarden om tot leren en dus tot scholing te komen t.a.v. déze jongeren niet worden vervuld. Die basisvoorwaarden zijn dezelfde als de algemene, gewone voorwaarden om jongeren tot ontwikkeling te laten komen: ze moeten op plaatsen kunnen komen waar ze de ruimte en de tijd krijgen om in te gaan op uitnodigingen, gedragen door volwassenen, om iets te betekenen. Hierover in interactie gaan moet hen dan ook aantrekken, wat maar kan als ze zich aangesproken weten. Het leren bestaat er dan in dat ze tot de ontdekking of ontwikkeling kunnen komen van wat hen aanspreekt. Basaal hierin is de ontwikkeling van het besef dat er hoegenaamd iets kan bestaan wat hen aanspreekt. 72 Leerrecht als referentie impliceert een wijziging van de vraagstelling. De uitgangsvraag is niet zozeer wat er met de jongere moet gebeuren of wat er aan de jongere moet veranderen, maar wat er aan de situatie moet veranderen. De vraag wordt: op welke plaats is er ruimte en tijd om tot leren te komen, wat ook de kenmerken van jongere of ouders zijn? Dit kan nooit in abstracto of in het verborgene. De decodering van de non-situatie van de jongeren moet in elk particulier geval opnieuw gebeuren, in een gesprekssituatie waarin de betekenis van leren en de aantrekkingspolen voor jongere en ouders gethematiseerd worden, eerder dan hun tekortkomingen. Dit is niet gemakkelijk omdat vele jongeren zich niet meer kunnen voorstellen dat er nog iets is wat hen aanspreekt, of dat wat hen aanspreekt relevant zou zijn. De taak van de professionals ligt in deze optiek niet zozeer in het toepassen van bijzondere methodieken om specifieke deficiënties te remediëren, maar in het blijvend zoeken naar manieren waarop jongeren uitgenodigd en aangesproken blijven en in interactie kunnen blijven Het ontvlechten van leerrecht, van recht op onderwijs en leerplicht opent de mogelijkheid om plaatsen te openen buiten onderwijs en los van de finaliteit van onderwijs, waar aan de basisvoorwaarden om tot leren te komen wordt voldaan. Dit kan op zijn beurt de ondergrond 37 O.a. Art De staten die partij zijn, erkennen dat ieder kind het inherente recht op leven heeft 2. De staten die partij zijn, waarborgen in de ruimst mogelijke mate de mogelijkheden tot overleven en de ontwikkeling van het kind.

73 worden om voor jongeren de onderwijscontext opnieuw tot een plaats te maken waar ze tot leren kunnen komen en dan ook tot scholing. Door te stellen dat er een recht op leren is, zelfs als dit recht als zodanig geen eigen juridische onderbouw heeft, wordt aangegeven dat dit proces een publieke relevantie heeft. De zorg die hieraan ten gronde ligt, is vermijden dat jongeren overbodig worden, omdat ze niet zouden voldoen. Ronde tafels Concept Het forum (Ronde Tafel) waarop de situatie besproken wordt, is samengesteld uit al wie op basis van een mandaat 38 iets te zeggen heeft over de scholing en de leersituatie van de jongeren : jongere, ouders en/of opvoedingsverantwoordelijke, CLB, school, medewerker draaischijf Leerrecht. Deze Ronde Tafel heeft als opdracht de feitelijke leersituatie van deze jongeren opnieuw in te stellen. De activiteit van de Ronde Tafel loopt dan uit in drie mogelijkheden: - er wordt opnieuw een aansluiting gevonden bij het geregelde onderwijs; - er wordt tijdelijk een plaats gevonden buiten het geregelde onderwijs waar de jongere tot leren kan komen; - of er wordt een langdurig alternatief voor het geregelde onderwijs gezocht. Voor elke vraag die aan het Netwerk gesteld wordt i.v.m. een leerling die onbereikbaar is geworden voor onderwijs en vice versa, wordt een Ronde Tafel georganiseerd, waarop al wie op basis van een mandaat iets te zeggen heeft over de leer- en onderwijssituatie van de jongere, wordt uitgenodigd. Formeel gebeurt de aanmelding via het CLB dat is verbonden aan de laatste school waar de jongere nog verscheen. Ook wanneer de jongere gedurende langere tijd uit het blikveld is verdwenen van de school waarin hij is ingeschreven wordt het CLB bij de aanmelding betrokken. Een aanmelding bij het Netwerk Leerrecht gebeurt uiteraard in overleg en met de instemming van de jongere en de ouders. Wanneer CLB s niet op de hoogte zijn van problematische (non-)situaties die via andere kanalen bekend worden gemaakt bij het Netwerk, wordt door het meldpunt aan het CLB gevraagd zich over de situatie te buigen en eventueel een formele aanmelding te doen. 73 De gesprekspartners De deelnemers aan een ronde tafel in het Netwerk Leerrecht zijn in elk geval: - de jongere zelf; - de ouders en de feitelijke opvoedingsverantwoordelijken (evtl. welzijnsvoorziening); - een CLB-medewerker; - indien relevant, een vertegenwoordiger van de laatste school waarop de jongere nog verschenen is; - de beroepskracht verbonden aan het Netwerk Leerrecht. 38 Het begrip mandaat duidt er in de context van dit artikel op dat we de referentie naar de juridische onderbouw van de zeggingschap die de gesprekspartners hebben, belangrijk vinden. Dit mandaat drukt de publieke dimensie uit waarin de gesprekspartners zich t.a.v. mekaar bevinden, en bepaalt gelijktijdig de begrenzingen ervan. Zie ook verder in de tekst.

74 De samenstelling van de Ronde Tafels is niet willekeurig. De inrichting van de Ronde Tafel is erop gericht een gesprekssituatie te creëren, waarop elke deelnemer uitgenodigd wordt uit zijn isolement te komen t.a.v. de anderen. Dit kan uiteraard maar in fysieke aanwezigheid van die anderen. De gesprekssituatie wordt getekend door het verschil in positie van waaruit elke gesprekspartner deelneemt aan het gesprek. Dat verschil in positie is gebaseerd op een mandaat over de leer- en onderwijssituatie van de jongere, met verantwoordelijkheden en limieten. De belangrijkste limiet aan elke mandaat is dat het mandaat van de andere deelnemers niet ongedaan kan gemaakt worden. Bijvoorbeeld: een hulpverlener (feitelijke opvoedingsverantwoordelijke) kan de vrije schoolkeuze van de ouders niet ongedaan maken. Gerichtheid en richtingen De gesprekssituatie die op de Ronde Tafels wordt ingericht, is primair gericht op de leer- en onderwijssituatie van de jongere, en niet op zijn problematiek of tekortkoming t.a.v. de leerplicht. Er wordt nagegaan wat het onbereikbaar worden van onderwijs betekent voor de ontwikkelingskansen van de jongere. Het onbereikbaar worden wordt gereconstrueerd, en er wordt gezocht naar welke aantrekkingspolen er bij en t.a.v. de jongere nog voor handen zijn, die een basis kunnen vormen voor een engagement tussen jongere en volwassenen op een leerplek. Op dit forum wordt een consensus gezocht over de richting die met de jongere wordt uitgegaan. Grosso modo zijn er drie richtingen mogelijk: Een (her-)onderhandeling met het geregelde onderwijs, gericht op het herstellen van een werkbare verbinding tussen leerling en onderwijs op korte termijn. Het organiseren van een ronde-tafelgesprek met alle betrokkenen onder de regie van een neutrale partij (beroepskracht Netwerk Leerrecht) kan op zich al nieuwe openingen maken in een problematische verhouding tussen onderwijs en jongere, of zelfs een band instellen waar er geen meer was. 74 Het activeren van één of meerdere plaatsen van het netwerk, ter ondersteuning van een engagement vanwege een school ten aanzien van een leerling, dat tijdelijk niet kan waargemaakt worden. De activering van het netwerk gebeurt dan in het perspectief van een heraansluiting met het geregelde onderwijs. Het activeren van één of meerdere plaatsen van het netwerk, als alternatief voor geregeld onderwijs. Het perspectief hier is een langdurig engagement van het Netwerk t.a.v. bepaalde jongeren. De opvolging van de jongere: trajectbegeleiding De leerling wordt door een trajectbegeleider opgevolgd gedurende zijn traject in één of meerdere leerplekken. De beroepskracht van het Netwerk kan deze functie op zich nemen, of er kan in onderling overleg een trajectbegeleider verbonden aan andere organisaties ingezet worden. De trajectbegeleider vergezelt de jongere bij de contactname met de leerplekken, voert gesprekken met verantwoordelijken van de leerplekken en de jongere, bemiddelt bij eventuele conflicten of moeilijkheden, volgt de aanwezigheid van de jongere op de leerplek op, en functioneert als draaischijf tussen jongere, ouders, opvoedingsverantwoordelijken en andere betrokkenen.

75 Hierover wordt teruggekoppeld op Ronde Tafels. De vraag naar de relevantie en haalbaarheid van onderwijs of opleiding blijft open. Einde van een traject in het Netwerk Leerrecht Er is geen vooropgezette duur van een traject in het Netwerk. Het traject kan lopen tot het einde van de leerplichtperiode van een jongere. Dezelfde jongere kan ook meermaals een traject in het Netwerk aanvangen. Een traject stopt als er tussen de jongere, de ouders en een geregelde onderwijsvorm een engagement tot stand komt. Het engagement van het Netwerk Leerrecht blijft behouden, ook als een traject moeilijk loopt. Bij het einde van een traject wordt een afsluitende ronde tafel ingericht waaraan alle betrokkenen deelnemen. Er wordt dan teruggeblikt op het doorlopen traject, toekomstperspectieven worden verwoord. Wanneer de moeilijkheden van die aard zijn dat de engagementen tussen jongere en een leerplek geen stand kunnen houden, dan worden er alternatieve plaatsen gezocht. Zolang er een contact en interactie bestaat in het Netwerk Leerrecht met een jongere, is er geen uitval uit het Netwerk Leerrecht, zelfs als de jongere slechts sporadisch of tijdelijk verschijnt op een leerplek. De pogingen die ondernomen worden om met een jongere ergens aan te komen en het gezamenlijk thematiseren van de moeilijkheden die jongeren of volwassenen in die pogingen ondervinden, worden beschouwd als een volwaardige activiteit van het Netwerk en van de betrokken jongere en volwassenen. Slechts wanneer de interacties en contacten in het Netwerk Leerrecht met en omtrent een jongere afbreken, is er sprake van uitval. 75 De leerplekken Het Netwerk Leerrecht bestaat bij gratie van een diversiteit van plaatsen, met een verschillend pedagogisch klimaat, met een verschillende leerfinaliteit (attitude-gericht, vaardigheidsgericht, kennisgericht, enz ) en tevens bij de gratie van het engagement dat op die plaatsen ontstaat om jongeren toe te laten via het Netwerk Leerrecht, en wel op de manier waarop het Netwerk werkt. Dit impliceert dat sommige initiatieven hun controle over de toegang tot hun initiatief gedeeltelijk opgeven. Dit is uiteraard geen gemakkelijke oefening voor initiatieven die in het welzijnslandschap ontstaan zijn, omdat ze de verbinding tussen de ingerichte activiteit en hun definitie van de doelgroep van de activiteit, tussen haakjes zetten voor de jongeren die via het Netwerk in hun initiatieven terechtkomen. De draaischijf leerrecht zoekt met de jongere naar wat hem/ haar aanspreekt, raakt of in beweging zet. Gelijktijdig wordt met de jongere een plaats gezocht die hem/haar aanspreekt, en waar leren opnieuw kan gerealiseerd worden, in een zoektocht naar eigen mogelijkheden. De opbouw van specifieke schoolse kennis en vaardigheden, kan een thema zijn, gebaseerd op de gesprekken op de Ronde Tafels. De toeleiding van een jongere naar een bepaalde plaats gebeurt niet op basis van de diagnostiek van beperkingen of voortvloeiend uit de problematische kenmerken (psychiatrische aandoening, gedragsstoornis, anti-sociaal gedrag...) van de jongeren, maar gebeurt op basis van de aantrekking die uitgaat van die plekken.

76 Vaak komt een engagement op een bepaalde plaats tot stand na enkele keren uitproberen. Het Netwerk kan beroep doen op plaatsen die ingericht worden door welzijnsorganisaties. 39 Een lijst van de organisaties die in voorbereiding op de landschapstekening zichzelf beschreven hebben, is opgenomen in bijlage 2. Alle informatie die ze verstrekten over hun werking vind je in bijlage 3. Daarnaast kan het Netwerk een beroep doen op tal van plaatsen bij privépersonen, bedrijven en vrijwilligersorganisaties 40. Financieringsbehoefte en gewenste financiering De gewenste financiering omvat verschillende componenten: gewenste stabiliteit van financiering, omvang van financiering, bestemming van de financiering en financieringsbron. Meldpunt Gewenste financieringsbron: idealiter zou dit het Vlaams Ministerie van Onderwijs moeten zijn. Subsidiair, en in een overgangsperiode: Provincie Vlaams-Brabant en VGC Gewenste omvang van de Financiering: een Meldpunt Vlaams-Brabant en Brussels Hoofdstedelijk Gewest dient minimaal over 1 FT personeelslid te beschikken Bij benadering dient het Meldpunt over euro personeelssubsidie per jaar te beschikken euro voor de werkingskost. Gewenste bestemming: het Meldpunt wordt best beheerd door de CLB s. Gewenste stabiliteit: Financiering dient vastgelegd te worden per 5 jaar. 76 Draaischijf Leerrecht (Inrichters van Ronde Tafels en trajectbegeleiding) Gewenste financieringsbron: idealiter zou dit onderdeel gefinancierd dienen te worden in een co-financiering door de Vlaams Ministers van Onderwijs en Welzijn, en ondergebracht worden in Integrale Jeugdhulp. Subsidiair en in een overgangsperiode: Provincie Vlaams-Brabant en VGC Gewenste omvang van de Financiering 41 : De 3 netwerken samen hebben minimaal 6 voltijdse krachten nodig om de ronde tafels voor heel de Provincie Vlaams-Brabant en Brussels Hoofdstedelijk Gewest in te kunnen richten. 39 De plaatsen ingericht door welzijnsorganisaties in arrondissement Leuven zijn : Rizsas, Equicanis en Stretch-It ingericht door V.Z.W. De Wissel, het Reisburo en de Roulot van V.Z.W. Sporen, het Sociaal Restaurant van Leren Ondernemen, Radick, Kookatelier en Multimediaclub van het Jongerencentrum Cidar V.Z.W.. Voor Asse- Halle-Vilvoorde en Brussel gaat het om, Roulot en Reisburo van V.Z.W. Sporen. Ook Auxilia kunnen we hier vermelden 40 De leerplekken waarop de Netwerken Leerrecht een beroep kon doen in de voorbije schooljaren bevinden zich in volgende categorieën: winkels (aankoop, verkoop en distributie; vb. bloemenwinkel, groenten- en fruitwinkel, doe-het-zelf-zaken, ), administratie en boekhouding, onderhoud en schoonmaak, bouwsector, rust- en ziekenhuizen, kinderdagverblijven, thuiszorg, horeca, land- en tuinbouwbedrijven (oa. via Groene Zorg), logistiek en transport, metaal en mechanica, scholen (vb. kleuterklassen), buurtwerkingen, culturele en sportieve sector, 41 Deze cijfers kunnen verfijnd worden aan de hand van de registraties van schoolexterne interventies bij het meldpunt. Het rapport voor Oost-Brabant, schooljaar , is beschikbaar in januari In het najaar

77 Hiermee kunnen gemiddeld 250 dossiers per schooljaar behandeld worden. Dit betekent +/ euro per jaar aan personeelssubsidie en aan werkingssubsidie. Gewenste bestemming: Belangrijk is dat de inrichters van Ronde Tafels de facto autonoom zijn van voorzieningen en actoren die andere activiteiten in het netwerk ontplooien of andere posities innemen. Dit kan de vorm aannemen van een specifiek orgaan, bijvoorbeeld een expertise-centrum, onder eigen beheer. Andere vormen bestaan in de uitbesteding van het beheer onder voorwaarde dat de inhoudelijke aansturing door de Stuurgroep gegarandeerd blijft. Gewenste stabiliteit: Financiering dient vastgelegd te worden per 5 jaar. Initiatiefnemers van leerplekken Om de financieringsbehoefte en gewenste financiering van de inrichters van leerplekken te omschrijven, dient er een onderscheid gemaakt te worden tussen de leerplekken die geheel of gedeeltelijk gefinancierd worden via reguliere subsidies aan voorzieningen, en tussen de leerplekken die geen enkele financieringsbron hebben. Geheel of gedeeltelijk gefinancierde leerplekken In dit geval gaat het over de leerplekken die ingericht worden door voorzieningen, en die vaak toegankelijk zijn vanuit verschillende kanalen: als dagopvang voor eigen cliënteel en als leerplek in het netwerk Leerrecht. Gewenste financieringsbron: idealiter worden deze leerplekken volledig gefinancierd door de erkennende overheid of overheden van de voorziening die de leerplek inricht. Subsidiair: provincie, stad, gemeente,. Gewenste omvang van de financiering: dit moet initiatief per initiatief bekeken worden. Een referentiepunt hierbij kan de dagprijs zijn die aan zorgboerderijen wordt betaald: 35 euro per jongere per dag. Gewenste bestemming van de financiering: de inrichtende macht van de voorziening die de leerplek inricht. Gewenste stabiliteit van de financiering: Financiering dient vastgelegd te worden per 5 jaar. 77 Niet-gefinancierde leerplekken Gewenste financieringsbron: idealiter worden deze leerplekken gefinancierd in een cofinanciering door Onderwijs en Welzijn. Subsidiair: de provincie. Gewenste omvang van de financiering: de omvang van de financiering kan per leerplek verschillen. Ook hier kan de dagprijs van zorgboerderijen als bovengrens van de financiering worden voorgesteld. Gewenste bestemming van de financiering: de inrichter van de leerplek. Gewenste stabiliteit van de financiering: ad hoc te bepalen. van 2013 is rapportering mogelijk over het schooljaar voor de volledige provincie Vlaams-Brabant en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (zie bijlage 5)

78 Bijlagen 1. Samenvattende nota voor het managementcomité IJH 2. Overzicht van het aanbod schoolexterne interventies in de netwerken leerrecht 3. Voorbereidende documenten voor de landschapstekening (bevraging, ingevulde fiches van de 24 schoolexterne interventies en verwerking) 4. Samenstelling van de beleidsgroep 78

79 BIJLAGE 1: NOTA MANAGEMENTCOMITÉ INTEGRALE JEUGDHULPVERLENING MC aangeboden door IJH regio s Vlaams- Brabant en Brussel besproken op het Managementcomité van en door hen overgemaakt aan de stuurgroep onderwijs-welzijn. LEERRECHT EN MELDPUNT SCHOOLEXTERNE INTERVENTIES BRUSSEL EN VLAAMS- BRABANT Situering In 2010 beslisten de Regionale Stuurgroepen (RS) zowel in Brussel als in Vlaams-Brabant om de regionale projectmiddelen IJH te besteden aan de uitbouw van een project Leerrecht in Brussel en in de regio Asse-Halle-Vilvoorde. Van meet af aan konden beide initiatieven rekenen op de inhoudelijke ondersteuning van het al langer bestaande project Leerrecht Leuven-Hageland. IJH bracht toen de 3 projecten samen in een beleidsgroep Leerrecht met als doel een eenheid in visie en organisatiestructuur uit te werken, met het oog op een structurele verankering in de toekomst. Vandaag worden de 3 projecten Leerrecht (tijdelijk) gefinancierd door de VGC en de Provincie Vlaams-Brabant. De subsidie van de Provincie is een cofinanciering van de afdeling Onderwijs en Welzijn. 79 Opdracht en samenstelling Beleidsgroep Leerrecht De beleidsgroep Leerrecht heeft, in opdracht van de Provincie Vlaams-Brabant, een rapport 42 uitgewerkt met een breed gedragen visie op leerrecht, werkingsprincipes en een voorstel van organisatiestructuur of wenselijke landschapstekening, waarin alle schoolexterne interventies, inclusief het Meldpunt Schoolexterne Interventies (MSI), een plaats krijgen toegewezen. Op basis van dit voorstel beslist de Provincie over een eventuele verlenging van haar financiering voor De Beleidsgroep Leerrecht bestaat uit vertegenwoordigers van de netwerkstuurgroepen Leerrecht Halle-Vilvoorde en Brussel, de adviesgroep Leerrecht Leuven-Hageland, de stuurgroep Meldpunt Schoolexterne Interventies en het regioteam IJH. De partners in deze netwerken zijn de CLB s, de organisatoren van time-out, en de aanbieders van leerplekken, voornamelijk uit bijzondere jeugdbijstand en VAPH. De Beleidsgroep Leerrecht sluit aan bij de structuur van Integrale Jeugdhulp (IJH) en werkt nauw samen met de regionale stuurgroepen IJH Vlaams-Brabant en Brussel. Met deze nota vragen de Regionale Stuurgroepen van Brussel en Vlaams-Brabant de steun van het Managementcomité om de werkingsprincipes en de organisatiestructuur van het netwerk met zijn hulpprogramma Leerrecht te realiseren en structureel te verankeren op Vlaams niveau. 42 In bijlage bij deze nota is de volledige landschapstekening Netwerken Leerrecht en Meldpunt Schoolexterne Interventies Vlaams-Brabant en Brussels Hoofdstedelijk Gewest van de Beleidsgroep Leerrecht toegevoegd.

80 Missie van Leerrecht Leerrecht wil een oplossing bieden voor jongeren die (tijdelijk) geen aansluiting meer vinden in het reguliere onderwijs. Leerrecht vertrekt van de feitelijke situatie, nl. geen aansluiting meer vinden op school, niet van een bepaalde doelgroep of sector. Door deze jongeren op het spoor te houden wil Leerrecht het risico op toekomstige maatschappelijke uitsluiting (werkloosheid, armoede, criminaliteit) tegengaan en zo meewerken aan de uitbouw van een inclusieve samenleving. Organisatiestructuur: een netwerk leerrecht met hulpprogramma leerrecht De beleidsgroep kiest voor een netwerkstructuur, waar de partners in het netwerk Leerrecht op vrijwillige wijze samenwerken omdat ze elkaar nodig hebben om een gepast antwoord (hulpprogramma) te bieden op maat van jongeren die dreigen uit het reguliere onderwijs te vallen. Belangrijke uitgangspunten zijn: het gebiedsgericht werken, omwille van de bereikbaarheid voor jongere en context en omwille van de goede samenwerking met scholen, in functie van de terugkeer van de jongere naar school; de regionale coördinatie van het netwerk: de keuze voor de juiste schaalgrootte is van belang in functie van een goede afstemming tussen de partners in het netwerk en in functie van het garanderen van een kwaliteitsvol aanbod voor de jongere. Het netwerk Leerrecht bestaat uit partners van onderwijs (CLB s en scholen), de aanbieders van POT en time-out en de aanbieders van dagbesteding en leerplekken binnen hulpverlening (VAPH en BJB), jeugdwerk, vormingswerk, sociale economie, groene zorg en andere. Het netwerk verbindt de verschillende bestaande initiatieven en plaatsen waar het recht op leren van leerplichtige jongeren kan ingevuld worden buiten het reguliere onderwijs (zowel privé- als projectpartners), en maakt ze toegankelijk voor elke leerling die een beroep doet op het netwerk. Het netwerk is geen hiërarchische structuur, maar een functioneel samenwerkingsverband van partners die vanuit dezelfde visie een gemeenschappelijk kwaliteitsvol hulpprogramma Leerrecht uitwerken. Het netwerk wordt aangestuurd door een stuurgroep Leerrecht. 80

81 Procesverloop en functies Schematische voorstelling: 81 Functies: Het hulpprogramma Leerrecht is opgebouwd uit volgende functies: aanmelding, dispatching en registratie; organisatie van Ronde Tafels met uitwerking van een traject; trajectbegeleiding; organisatie van een gediversifieerd aanbod van schoolexterne interventies; nazorg. De functies worden uitgevoerd door een Meldpunt Schoolexterne Interventies, een Draaischijf Leerrecht en een breed aan bod van schoolexterne interventies. Beschrijving van het procesverloop: Aanmelding bij het Meldpunt Schoolexterne interventies (MSI): het CLB is in principe altijd de aanmelder, na overleg en beslissing in de cel leerlingenbegeleiding. Indien de jongere geen school meer heeft en er dus ook geen CLB meer actief is kan een voorziening of therapeutische setting rechtstreeks aanmelden. Het MSI activeert dan een CLB-medewerker om het hulpprogramma Leerrecht mee op te volgen. Wanneer een jongere in een therapeutische setting verblijft en tijdelijk geen schoolactiviteiten meer kan opnemen, wordt het MSI daarvan in kennis gesteld. In overleg met de aanmelder neemt het meldpunt één van volgende initiatieven: o activering van lange time-out, korte time-out, POT of deeltijds onderwijs, indien de jongere nog een schools perspectief heeft;

82 o activering van de Ronde Tafel, bij de Draaischijf Leerrecht, indien er geen schools perspectief (meer) is. Organisatie van de Ronde Tafel door de Draaischijf Leerrecht, waarop het probleem van schooluitval vanuit meerdere perspectieven wordt besproken (ouders, leerling, relevante personen uit context, CLB, school, hulpverlener,..) en tot een gedeelde verantwoordelijkheid wordt gemaakt. De voorzitter van de Ronde Tafel is onafhankelijk. De uitkomst van een Ronde Tafel is uitgewerkt op maat en kan grosso modo drie vormen aannemen: o er is onmiddellijk een heraansluiting bij een reguliere onderwijsvorm; o er wordt een combinatietraject uitgewerkt waarbij afgewisseld wordt tussen deelname aan reguliere onderwijsonderdelen (vakken) en leerplekken; o er wordt een tijdelijk alternatief voor school uitgewerkt via een traject langs één of meerdere leerplekken. Trajectbegeleiding: in de laatste twee situaties wordt op de Ronde Tafel afgesproken wie trajectbegeleiding opneemt. De trajectbegeleider volgt de jongere op bij zijn leerplek en zorgt voor de verbinding tussen leerplek en Ronde Tafel. Schoolexterne interventie: De schoolexterne interventie of leerplek biedt een lerende of rustgevende omgeving aan, gericht op krachten en talenten van jongeren. Nazorg: de Draaischijf Leerrecht organiseert de nazorg onder de vorm van evaluatieve contacten met jongeren, school en andere betrokkenen. Structurele verankering van het netwerk en het hulpprogramma Leerrecht op het Vlaamse niveau Met de uitwerking van een transparante organisatiestructuur met flexibel intersectoraal inzetbaar hulpprogramma Leerrecht, beogen beide regionale stuurgroepen op korte termijn een structurele, maar tijdelijke verankering op het provinciale/ VGC- niveau. Op middellange termijn streven de regionale stuurgroepen naar een verankering op het Vlaamse niveau, in een regulier kader. Dit reguliere kader waarborgt niet alleen de erkenning en financiering van het programma Leerrecht, maar garandeert ook de kwaliteit en intersectorale aanpak. De inbedding op het Vlaamse niveau waarborgt de rechtsgelijke toegang tot het programma Leerrecht voor alle jongeren. De regionale stuurgroepen zien in de structurele samenwerking tussen Onderwijs en Welzijn, een opportuniteit om de visie en organisatie van Leerrecht te verankeren. Zij zijn van mening dat deze volledig aansluiten bij de werkingsprincipes beschreven in de mededeling aan de Vlaamse Regering betreffende recht op leren voor jongeren die uit de boot vallen. Bovendien vinden beide regionale stuurgroepen een perspectief in het ontwerpdecreet IJH, dat voorziet in het aanmaken van intersectorale hulpprogramma s voor bepaalde problematieken en in een regionale verankering en aansturing in de opdrachten van het Intersectorale Regionale Overleg Jeugdhulp (IROJ). 82 Besluit Het Managementcomité stelt deze nota ter beschikking van de interkabinettenwerkgroep Onderwijs en Welzijn die op last van de Vlaamse regering omtrent dit thema een regelgevend initiatief voorbereidt.

83 Bijlage 2: Overzicht van het aanbod aan schoolexterne interventies in de netwerken Leerrecht In de netwerken zijn volgende partners actief: Regio Ingevulde fiche Contactpersoon Wat? Brussel Don Bosco LTO Don Bosco KTO Groep Intro ipot Brussel MPI levenslust Netwerk leerrecht Brussel Asse- Halle- Vilvoorde Groep Intro Lange time-out Vlaams- Brabant Oost Netwerk Leerrecht AHV Wereld van Indra Klik Koïnoor LTO Koïnoor KTO Netwerk leerrecht leuven Maarten Van Camp Maarten Van Camp Jesse Goethals Ilse Wauters Pats Crombruggen Els Vrijdag Van Combinatie van trajectbegeleiding en eigen aanbod van dagbegeleiding/-opvang Combinatie van trajectbegeleiding en eigen aanbod van dagbegeleiding/-opvang Combinatie van trajectbegeleiding en eigen aanbod van dagbegeleiding/-opvang Combinatie van trajectbegeleiding en eigen aanbod van dagbegeleiding/-opvang, excl. voor eigen jongeren Vorm van trajectbegeleiding, zoekt een dagbesteding via o.a. leer- en/of werkplekken, andere initiatieven, maar richt zelf geen dagbesteding in. Combinatie van trajectbegeleiding en eigen aanbod van dagbegeleiding/-opvang Maarten Van Rillaer Vorm van trajectbegeleiding, zoekt een dagbesteding via o.a. leer- en/of werkplekken, andere initiatieven, maar richt zelf geen dagbesteding in. Inge Colen Pats Crombruggen Marie-Thérèse Michel Marie-Thérèse Michel Elke Verlaenen Van Combinatie van trajectbegeleiding en eigen aanbod van dagbegeleiding/-opvang Vorm van trajectbegeleiding, zoekt een dagbesteding via o.a. leer- en/of werkplekken, andere initiatieven, maar richt zelf geen dagbesteding in. Combinatie van trajectbegeleiding en eigen aanbod van dagbegeleiding/-opvang Combinatie van trajectbegeleiding en eigen aanbod van dagbegeleiding/-opvang Vorm van trajectbegeleiding, zoekt een dagbesteding via o.a. leer- en/of 83

84 werkplekken, andere initiatieven, maar richt zelf geen dagbesteding in. Arktos POT Leuven Arktos KTO Arktos HERGO Reisburo Roulot Groene zorg Rizsas DDO Ter Bank Equicanis Stretch-it Radick Multi-media club Kookatelier Cidar Dirk De Rijdt Laurens Vanderbrugghen Heidi Defever Jan Benaerts Jan Benaerts Hilde Weckhuyzen Koen Elsen Mart Cockx Annelies Peeters Nele Steno Karel De Vos Karel De Vos Karel De Vos Combinatie van trajectbegeleiding en eigen aanbod van dagbegeleiding/-opvang Combinatie van trajectbegeleiding en eigen aanbod van dagbegeleiding/-opvang Specifieke interventie nav incident op school Combinatie van trajectbegeleiding en eigen aanbod van dagbegeleiding/-opvang Combinatie van trajectbegeleiding en eigen aanbod van dagbegeleiding/-opvang Combinatie van trajectbegeleiding en eigen aanbod van dagbegeleiding/-opvang Combinatie van trajectbegeleiding en eigen aanbod van dagbegeleiding/-opvang Combinatie van trajectbegeleiding en eigen aanbod van dagbegeleiding/-opvang, excl. voor eigen jongeren Biedt activiteiten aan ter invulling van leerrechttraject Biedt activiteiten aan ter invulling van leerrechttraject Biedt activiteiten aan ter invulling van leerrechttraject Biedt activiteiten aan ter invulling van leerrechttraject Biedt activiteiten aan ter invulling van leerrechttraject 84 Bijlage 3: Voorbereidende documenten voor de landschapstekening - bevraging, ingevulde fiches van de 24 schoolexterne interventies en verwerking Documenten elektronisch beschikbaar via an.sprangers@tonuso.be En op de website

85 Bijlage 4: samenstelling van de beleidsgroep Els Vrijdag Vicky Victor Lies Vereecke Maarten Van Rillaer An Sprangers Hilde Geudens Pats Van Crombrugghe Filip Mels Martine Puttaert Marian Haspeslagh Karel De Vos Sven Timmermans Elke Verlaenen Isabel Vangelder Georges Baeten Koen Elsen Dirk De Rijdt Marie-Thérèse Michel Jan Decooman Ann-Sophie Labar Els Breunig Groep Intro vzw Vlaams-Brabant Groep Intro vzw Vlaams-Brabant Groep Intro vzw Vlaams-Brabant Leerrecht Halle-Vilvoorde Tonuso vzw Tonuso vzw Leerrecht Brussel VCLB Leuven IJH Vlaams-Brabant en Brussel IJH Vlaams-Brabant en Brussel Cidar vzw VCLB Halle - Leerrecht Asse-Halle-Vilvoorde Leerrecht Leuven Leerrecht Leuven CLB GO Leuven-Tienen-Landen Riszas (vzw De Wissel) Arktos vzw Koinoor vzw Sporen vzw Meldpunt schoolexterne interventies Provincie Vlaams-Brabant 85 Bijlage 5: Rapportage gegevens Meldpunt Schoolexterne Interventies De rapportage van het jaar 2010 is beschikbaar op De rapportage van het schooljaar verschijnt daar in het voorjaar van 2013.

86 12. Verslagen stuurgroep meldpunt SI Verslag stuurgroep : 27 september 2011 Aanwezigen: Georges Baeten (directie CLB GO! Leuven-Tienen-Landen), Jan Benaerts (reisburo), Dirk De Rijdt (coördinator Arktos Vlaams-Brabant), Karel De Vos (directie O.O.O.C. Cidar), Ann Sophie Labar (Koïnoor en medewerkster meldpunt), Filip Mels (directie VCLB Leuven), Marie-Thérèse Michel (coördinator time-out Koïnoor), Elke Verlaenen (coördinator Netwerk Leerrecht Leuven), Verontschuldigd: Katrien Bonneux (departement onderwijs en vorming), Colette Snoeck (CLB GO! Mechelen-Keerbergen), Evi Neven (departement onderwijs en vorming), Hilde Werckhuyzen (Steunpunt Groene Zorg), Isabel Vangelder (Netwerk Leerrecht Leuven) Verslag: Ann Sophie Labar Goedkeuring verslag Verslag goedgekeurd. Verslaggeving van het vorige schooljaar (+cijfers) 86

87 Hierbij verwijzen we ook naar het rapport van Laurent Thys : Recht op anders leren. Deze is ook terug te vinden op de site van het meldpunt ( - links). Filip Mels zal aan Laurent ook de besluiten vragen van zijn rapport. Projectaanvraag geweigerd: (hoe) reageren we hierop? De projectaanvraag van het meldpunt (via VCLB Leuven) werd geweigerd. Over de continuïteit in het schooljaar zie verder (punt 4 & 5). Filip Mels gaat na of er een consensus bestaat over het verderzetten van het meldpunt en of CLB s bereid zijn een omkadering af te staan (september 2012) op provinciaal en netoverschrijdend niveau. Werking meldpunt tot einde Cidar/Koïnoor zet zich stand-by tot einde Dit houdt in dat Koïnoor het meldpunt wilt depanneren (analoge werking aan vorig schooljaar, maar verminderde telefoonpermanentie). Wat vanaf januari 2012? Voorstel Koïnoor vanaf januari 2012 tot einde schooljaar: het bijhouden van de aanmeldingen (dwz dat aan de CLB er wordt gevraagd een dubbel van de aanmeldingsfiche te sturen naar het meldpunt) niet langer verspreiden van de aanmeldingen (aanmeldingen moeten dan opnieuw rechtstreeks naar de projecten gestuurd worden). Wel verder organiseren van de twijfelgevalbesprekingen. 87 Voorstel Reisburo: gedeelde verantwoordelijkheid, met name: projecten bemannen elk om beurt het meldpunt, zodat er voor dit schooljaar een continuering is van alle aspecten van het meldpunt. Zo zijn de veranderingen voor de aanmelder minimaal. Zij zouden nog steeds hun aanmelding naar het meldpunt kunnen sturen en deze zullen op dezelfde dagen behandeld worden. Enkel het telefoonnummer waarop ze informatie kunnen verkrijgen zal per trimester veranderen. De twijfelgevalbesprekingen blijven ook doorgaan, maar deze zullen ook per trimester op een andere locatie plaatsvinden. Concreet betekent dat het meldpunt zal bemand worden door: Koïnoor: september december 2011 Reisburo: januari maart 2012 Arktos: april juni 2012 Het CLB bekijkt of ze iemand kunnen aanstellen die zich bezig zal houden met de verzameling van de cijfers via deze projecten / aanmaken van een databank voor dit te vergemakkelijken. Meer info tegen volgende bijeenkomst.

88 Alle projecten engageren zich om geen begeleiding op te starten zonder dat er een aanmeldingsfiche via het meldpunt is gegaan. De consensus is dat het niet ten koste gaat van de jongere als de projecten de aanmelding als toelatingsvoorwaarde stellen. Wat met de website? Door de veranderingen die hierboven werden besproken is het noodzakelijk de site aan te passen. Er blijken enkele problemen te zijn bij het openen van de documenten op de site. Veranderingen in de informatie van de projecten zelf. Karel De Vos bekijkt de kosten van de websitebeheerder. Ann sophie Labar zal een bestek vragen van deze aanpassingen. Deze worden naar het VCLB gestuurd. Vervolg. Stuurgroep wordt werkgroep Er moet nog bekeken worden wie dit zal voorzitten. De werkgroep zal nog 3 keer bij elkaar komen op: - dinsdag 20 december dinsdag 13 maart dinsdag 12 juni 2012 En dit steeds van 12u30 tot 14 uur op Koïnoor (schapenstraat 13, 3000 Leuven). Het verslag van deze werkgroep wordt gemaakt door het project dat het meldpunt in de komende periode zal bemannen. 88

89 12.2. Verslag stuurgroep : 20 december 2011 Aanwezigen: Georges Baeten (directie CLB GO! Leuven-Tienen-Landen), Jan Benaerts (reisburo), Dirk De Rijdt (coördinator Arktos Vlaams-Brabant), Karel De Vos (directie O.O.O.C. Cidar), Ann Sophie Labar (Koïnoor en medewerkster meldpunt), Filip Mels (directie VCLB Leuven), Elke Verlaenen (coördinator Netwerk Leerrecht Leuven), Isabel Vangelder (Netwerk Leerrecht Leuven), Hilde Weckhuysen (Steunpunt Groene Zorg) Verontschuldigd: An Dylst (directie CLB GO! Limburg-Noord Adite), Ellen Goovaerts (arktos), Evi Neven (departement onderwijs en vorming), Marie-Thérèse Michel (coördinator time-out Koïnoor), Colette Snoeck (CLB GO! Mechelen-Keerbergen) Verslag: Ann Sophie Labar Goedkeuring verslag Verslag goedgekeurd. Afsprakennota Leerrecht Schoolexterne interventies 89 De provincie gaat akkoord met de aanvraag tot verderzetting van het meldpunt (en netwerk leerrecht Asse-Halle-Vilvoorde) mits enkele voorwaarden en gezamenlijke voorwaarden. Deze kan u terug vinden in de bijlage. Zij leggen de nadruk op een transparante structuur, zodat er een duidelijke landschapstekening kan gemaakt worden, en het vergelijken en afstemmen van de methodieken om deze te vertalen naar scholen en CLB s. De leden van de stuurgroep geven aan hier tevreden mee te zijn, doch stellen ze zich de vraag of dit kan bereikt worden met de middelen die daarvoor ter beschikking staan. De dagelijkse werking van het meldpunt kan met deze middelen worden gegarandeerd, maar geldt dit ook voor alle projectdoelstellingen? Ze ervaren dit alvast als een goede opstart voor het geheel in kaart te brengen. Dirk De Rijdt stelt zich wel de vraag over hoe concreet ze alles op elkaar willen afstemmen? Beleidsgroep Leerrecht/Schoolexterne interventies Er is een (provinciale) beleidsgroep Leerrecht/Schoolexterne interventies opgericht. De leden van deze beleidsgroep bestaan uit de leden van de verschillende stuurgroepen (nl. deze van Netwerk Leerrecht Leuven Asse-Halle-Vilvoorde Brussel, alsook deze van het meldpunt schoolexterne interventies.) Begroting + Werking meldpunt De begroting werd door de stuurgroep goedgekeurd.

90 De bemanning van het meldpunt zal verder gebeuren door Ann Sophie Labar. Zij zal in de lokalen van het VCLB het meldpunt voor een jaar bemannen op woensdag namiddag en vrijdag. Zij zal bereikbaar zijn op het nummer 016/ De aanmeldingen mogen nog steeds naar hetzelfde adres worden opgestuurd. Er zal een nieuwe aanmeldingsfiche worden ontwikkeld. Hierover meer onder punt 7. De twijfelgevalbesprekingen zullen vanaf heden doorgaan op het aanmeldend CLB. Stuurgroep meldpunt Filip Mels zal de stuurgroep voorzitten. Cijfers van dit schooljaar 90 De cijfers die hier terug te vinden zijn, zijn opgevraagd bij de projecten die zich onder het meldpunt bevinden. Zo hebben we een beter beeld van de aantal aanmeldingen die via het meldpunt zijn gekomen en de effectief opgestarte begeleidingen. Reisburo neemt waar dat er bij hun een opvallende stijging is van (rechtstreekse) aanmeldingen door schooluitval/schoollozen vanuit de eigen voorziening. Zij starten met deze jongeren direct een traject en vragen nadien aan de CLB er om het aanmeldingsformulier in te vullen. Op deze vraag ervaren ze een weerstand vanuit sommige CLB-medewerkers. Eventueel is een opsplitsing van traject aangewezen: is het een traject vanuit de eigen voorziening of is het een traject vanuit onderwijs. Dit ging intern besproken worden. Groene Zorg geeft aan dat vanuit bepaalde scholen de aanmelding steeds gebeurt door de leerlingbegeleiding en niet vanuit het CLB. Daardoor wordt ook geen gebruik gemaakt van de aanmeldingsfiche. Ook zij vragen steeds de aanmelding nadien nog op te sturen. De CLB s en de projecten moeten de CLB ers blijven appelleren op het gebruiken van het meldpunt. Ontwerp aanmeldingsformulier / database.

91 Er zal een nieuwe aanmeldingsfiche worden ontwikkeld die gekoppeld zal zijn aan een database. Zo zal het aanmelden zelf vergemakkelijkt worden. Eens een CLB er een aanmeldingsfiche heeft ingevuld, zal zijn/haar algemene gegevens in de toekomst automatisch worden ingevuld. Als de jongere in kwestie voordien al eens werd aangemeld, zal ook hiervan de algemene gegevens automatisch verschijnen. Ook het verwerken/rapporteren van deze aanmeldingen zal vlotter verlopen. Groene zorg geeft aan dat dit formulier niet voldoende is voor hun. Graag zouden ze hun aanmeldingsformulier aan deze van het meldpunt koppelen. Er werd een mail gestuurd naar alle projecten om hun reacties weer te geven op dit ontwerp, zodat hiermee kan rekening worden gehouden. Algemene afspraken. De volgende stuurgroep zal plaatsvinden op dinsdag om 13 uur op Koïnoor (schapenstraat 13, 3000 Leuven). 91

92 12.3. Verslag stuurgroep : 13 maart 2012 Aanwezigen: Ann Sophie Labar (Koïnoor en medewerkster meldpunt), Filip Mels (directie VCLB Leuven), Marie- Thérèse Michel (coördinator time-out Koïnoor), Elke Verlaenen (coördinator Netwerk Leerrecht Leuven) Verontschuldigd: An Dylst (directie CLB GO! Limburg-Noord Adite), Evi Neven (departement onderwijs en vorming), Georges Baeten (directie CLB GO! Leuven-Tienen-Landen), Jan Benaerts (reisburo), Dirk De Rijdt (coördinator Arktos Vlaams-Brabant), Karel De Vos (directie O.O.O.C. Cidar), Emilie Le Roi (departement onderwijs), Colette Snoeck (CLB GO! Mechelen-Keerbergen), Hilde Weckhuyzen (Steunpunt Groene Zorg) Verslag: Ann Sophie Labar Goedkeuring verslag Verslag goedgekeurd. Database en aanmeldingsformulier 92 Er is een nieuw elektronisch aanmeldingsformulier ontwikkeld dat gekoppeld is aan een database. Dit formulier is in de ontwikkelingsfase bevraagd bij alle aanbieders en hun aanpassingen zijn in de mate mogelijk doorgevoerd. Ze werd tevens voorgesteld op de beleidsgroep Leerrecht- Schoolexterne interventies. Er kwamen vanuit de stuurgroep nog twee aanpassingen bij het formulier. Een eerste was het benoemen van de volledige naam Cidar, namelijk jongerencentrum Cidar (bij de vraag of de jongere in een voorziening BJB verblijft). Een tweede bemerking, die tevens op de beleidsgroep werd geopperd was het vervolledigen van de vraagstelling externe actoren op dit moment met en/of hulpverlening, zodat er geen misverstanden zouden ontstaan rond de gevraagde informatie in deze vraag. Om een aanmelding te kunnen doen moet de CLB medewerker (van vestigingen verbonden aan het meldpunt) zich eenmalig registreren. Hierdoor krijgen zij een login en kunnen zij via het elektronisch formulier een aanmelding versturen. Planning en opvolging Bij elke aanmelding zal er een extra formulier worden toegevoegd omtrent de opvolging van deze aanmelding. Deze zal worden ingevoerd door de medewerker van het meldpunt in overleg met de aanbieder in kwestie. De opvolging zal door de aanbieders zelf worden ingevuld (per aanmelding) en aan het

93 meldpunt worden bezorgd op het einde van het schooljaar. Er wordt gevraagd aan de aanbieders dit in te leveren tegen uiterst 10 juni Zo wordt het mogelijk dat men, d.m.v. de rapportering van het meldpunt, een zicht krijgt op het al dan niet starten van een traject en het verloop van het effectieve traject dat de leerling doorloopt. Hierbij polst men ook of dat er tijdens het traject van de jongere er nog een combinatie is met onderwijs (= leerling is minimum ½ dag aanwezig op de school en bezig met school). automatische rapportering Via een eenvoudige functie op de databank, zal het mogelijk zijn om rapporten te genereren. Dit is enkel mogelijk voor de beheerder van de databank, met name het meldpunt. De geregistreerde data zullen geanalyseerd worden en verwerkt in een rapport dat voorgesteld zal worden aan alle betrokkenen en belangstellenden. Hierdoor wil men de nood aan schoolexterne initiatieven zichtbaar maken, om de overheden te ondersteunen in hun intenties tot structurele financiering van schoolexterne interventies. Privacybeleid Zie bijlage 5 Cijfers meldingen voor dit jaar (en vergelijk met vorige jaren) 93 Hou er rekening mee dat de het meldpunt in (eerste kolom) pas actief was vanaf november Deze cijfers bedekken dus geen volledig schooljaar. Vanaf dit schooljaar ( ) is er een opsplitsing gekomen (in de cijfers) tussen Arktos KTO en Hergo. In de voorgaande jaren waren deze samengevoegd, doordat deze niet apart werden bevraagd

94 op het aanmeldingsformulier. Om toch een correct beeld te krijgen van het aantal aanmeldingen zijn deze op heden gesplist. Er is dit schooljaar geen cijfermateriaal meer beschikbaar van de POT van Arktos, doordat zij een schoolintern initiatief zijn en niet schoolextern. Beslissingen rond : Goedkeuring van de begroting Begroting goedgekeurd. (Zie bijlage 6) Datum lancering elektronische aanmelding Het online-aanmeldingsformulier zal na de paasvakantie (vanaf maandag ) in werking treden. Er zal vóór de paasvakantie een mail worden gestuurd naar alle CLB s en aanbieders om dit aan te kondigen. Vanaf dan is aanmelden via het oude formulier niet meer mogelijk. Aanmeldingen die toch op die manier toekomen zullen bij wijze van uitzondering éénmalig worden ingevoerd door de medewerker van het meldpunt. Er wordt een herinneringsmail gestuurd naar de aanmelder in kwestie om vanaf dan via het online-aanmeldingsformulier een aanvraag te doen. Een de 2 e niet-online-aanmelding van eenzelfde CLB-medewerker wordt niet meer ingevoerd, dan wordt er gevraagd aan de aanmelder de correcte weg te gebruiken. Regeling voor invoer van trajecten door CLB s buiten de regio 94 Er is steeds een CLB-medewerker betrokken op de leerling (=decretaal verplicht). CLB medewerkers uit een andere vestiging die een aanmelding willen doen, doen dit telefonisch met de medewerker van het meldpunt. Ann Sophie zal deze aanmelding dan elektronisch invoeren en doorsturen naar de gevraagde aanbieder. Werking beleidsgroep leerrecht-schoolexterne initiatievn Momenteel is deze beleidsgroep volop bezig met het verzamelen en analyseren van de gegevens m.b.t. het maken van een landschapstekening. Alle aanbieders van de schoolexterne initiatieven worden tevens uitgenodigd op 19 april 2012 (voormiddag) op een reflectie en dialoogmoment. Een uitnodiging wordt jullie nog opgestuurd. De beleidsgroep komt nogmaals samen op om 17 uur tot 19 uur op het VCLB Leuven. Er werd op de stuurgroep van het meldpunt nogmaals bevraagd of de aanbieders hieraan wensen deel te nemen. Indien iemand dit wenst kan u dit laten weten aan Filip Mels of Ann Sophie Labar via mail. Algemene afspraken Nieuwsbrief meldpunt

95 Enige tijd geleden werd aan de aanbieders gevraagd of ze het zinvol zouden vinden dat het meldpunt een nieuwsbrief-meldpunt zou inlassen. Hierop is positief gereageerd. De bedoeling van deze nieuwsbrief is dat de aanbieders die onder het meldpunt vallen, vernieuwende informatie rond hun aanbod via deze weg kunnen verspreiden naar de CLB medewerkers. Er is besloten op de stuurgroep dat het ingebruik nemen van de nieuwsbrief pas zal starten in september, bij de start van het nieuwe schooljaar. Volgende bijeenkomst De stuurgroep zal nogmaals samenkomen op 12 juni 2012 om 13 uur op Koïnoor (schapenstraat 13,3000 Leuven) 95

96 12.4. Verslag stuurgroep : 12 juni 2012 Aanwezigen: Jan Benaerts (reisburo), Ann Sophie Labar (Meldpunt Schoolexterne Interventies), Filip Mels (directie VCLB Leuven), Marie-Thérèse Michel (coördinator Time-Out Koïnoor), Elke Verlaenen (coördinator Netwerk Leerrecht Leuven), Isabel Van Gelder (Netwerk Leerrecht). Verontschuldigd: Els Breunig (Provincie Vlaams-Brabant), Georges Baeten (directie CLB GO! Leuven-Tienen-Landen), Dirk De Rijdt (coördinator Arktos Vlaams-Brabant), Emilie Le Roi (departement onderwijs), Hilde Weckhuyzen (Steunpunt Groene Zorg). Verslag: Ann Sophie Labar. Online aanmeldingsformulier Volgens de aanwezige partijen loopt alles goed via het online-aanmeldingsformulier. De vraag wordt wel gesteld wat de aanbieders moeten zeggen tegen de CLB-medewerkers (uit een vestiging die niet onder het meldpunt valt) m.b.t. de manier van aanmelden. Er mag aan deze mensen worden gevraagd telefonisch contact op te nemen met Ann Sophie zodat zij de aanmelding kan invoeren in de databank. Zo ontvangen de aanbieders hun aanmelding nog steeds electronisch en worden deze vragen tevens opgenomen in het cijfermateriaal vanuit het Meldpunt. 96 Cijfers meldingen voor dit jaar (en vergelijk met vorige jaren) Er waren dit schooljaar 8 twijfelgevalmeldingen. Deze daling vloeit waarschijnlijk voort omdat de CLB-medewerkers een betere kennis hebben van het aanbod van de verschillende aanbieders. Toch is de stuurgroep zeer tevreden dat er nog steeds twijfelgevalmeldingen zijn en ervaren de aanbieders dit als belangrijk. De afspraak om de twijfelgevalbesprekingen te laten doorgaan op dinsdag voormiddag (9u-10u) blijft onveranderd. Indien een samenkomst op het voorgestelde moment, om praktische redenen niet past voor een aanbieder, is het de verantwoordelijkheid van deze aanbieder om een nieuwe afspraak te maken met al de betrokkenen. Deze persoon dient dus zowel het aanmeldend CLB, alsook de andere aanbieders te contacteren om een nieuw moment te plannen voor deze twijfelgevalbespreking. Opvallend is dat er meer jongens als meisjes worden aangemeld. Dit wordt door de aanbieders wel bevestigd. Ook bij Netwerk Leerrecht, waar vroeger deze verhouding was, is er een verschuiving naar Er zijn 20 aanmeldingen gekomen vanuit DBSO. Hoe komt dit? Vinden deze jongere geen plaats binnen het POT? Dit zou een onderzoeksvraag kunnen zijn voor de analyse van het cijfermateriaal. Toch komt het grootste deel van de aanmeldingen uit het voltijds onderwijs (191), wat in de verwachtingen ligt van de aanbieders. Er zijn tevens 42 aanmelding vanuit BuSO. Bij Netwerk Leerrecht omvat deze groep 40% van hun aantal. Koïnoor had 1 leerling uit deze groep en Reisburo geen. Verbreding nodig?

97

98 Wat met aanmeldingen die niet via het meldpunt zijn gegaan? Blijkbaar is er een gunstige evolutie. Er zijn niet veel aanmeldingen die niet via het Meldpunt gaan. Er wordt aan de aanbieders gevraagd om achterstallige aanmeldingen te bezorgen aan Ann Sophie. Zij zal deze invoeren in de databank zodat het cijfermateriaal zo correct mogelijk is. Enkel zo kan er een duidelijk signaal gegeven worden. Wel zal er een verschil merkbaar zijn tussen de cijfers van het Meldpunt en de jaarverslagen van (sommige) aanbieders. Dit komt doordat de aanbieders ook de vragen turven die nooit een formele aanvraag worden (vb. telefonische info van CLB of ouders), een 2 e traject opstarten met dezelfde leerling (vb. na opname) of m.b.t. interne vragen. Opvolgingsgedeelte Er werd enige tijd geleden aan alle aanbieders gevraagd een document op te stellen per aanmeldingen m.b.t. de opvolging van deze aanmelding. Er wordt gevraagd om van alle afgeronde dossiers deze opvolging te maken en op te sturen naar Ann Sophie. Zij zal deze dan invoeren in de databank. Dossiers die nog niet zijn afgerond, mogen worden opgestuurd zodra het traject wordt afgesloten. Na het overlopen van de opvolging blijkt dat deze moet worden vervolledigd. Er werd afgesproken dat de veranderingen nog worden besproken (volgende stuurgroep) met alle aanbieders en dat deze pas in voegen treedt vanaf volgend schooljaar (dit omdat er al aanbieders zijn die hun opvolging hebben ingevuld). Onderzoeksvragen databank

99 Door tijdsgebrek is dit thema niet aan bod kunnen komen. We voorzien op de volgende stuurgroep meer tijd zodat we iedereen kunnen bevragen naar welke onderzoekvragen zeker aan bod moeten komen bij de analyse van de databank van het Meldpunt. In de bijlage vinden jullie al een opsomming van eventuele onderzoeksvragen. Tijdens de stuurgroep is wel al aan bod gekomen dat volgende items interessant zouden zijn: 20 leerlingen vanuit DBSO : Waarom niet POT? 42 leerlingen vanuit BuSO : Dubbele aanmeldingen? Voor welke aanbieders? Volgende stuurgroep Op dinsdag zal de volgende stuurgroep van het Meldpunt doorgaan op Koïnoor (schapenstraat 13, 3000 Leuven) vanaf 15 uur 17 uur. 99

100 12.5. Verslag stuurgroep : 2 oktober 2012 Aanwezigen: Georges Baeten (directie CLB GO! Leuven-Tienen-Landen), Jan Benaerts (coördinator Reisburo en Roulot), Ann Sophie Labar (Meldpunt Schoolexterne Interventies), Emilie Le Roi (departement onderwijs), Filip Mels (directie VCLB Leuven), Elke Verlaenen (coördinator Netwerk Leerrecht Leuven), Isabel Van Gelder (Netwerk Leerrecht), Hilde Weckhuyzen (Steunpunt Groene Zorg). Verontschuldigd: Els Breunig (Provincie Vlaams-Brabant), Marleen Maes (CLB GO! Leuven-Tienen-Landen), Marie- Thérèse Michel (coördinator Time-Out Koïnoor), Verslag: Ann Sophie Labar. Werking beleidsgroep Leerrecht-Meldpunt Schoolexterne Interventies De beleidsgroep bestaat uit leden vanuit de verschillende stuurgroepen Leerrecht en deze van het Meldpunt SI. Hun opdrachten kaderen binnen het uitvoeren van de afsprakennota van de provincie en zullen voor één jaar samenkomen. De opdrachten bestaan uit het creëren van een landschapstekening, het meldpunt SI organiseren en verder uitbreiden en de transfer naar onderwijs. Wel blijkt dat dit voor de leden tijdsintensief is, waardoor er op de afzonderlijke stuurgroepen regelmatig partijen afbellen. 100 Emilie Le Roi verwijst hierbij naar het onderzoek over garantie van het recht op leren in residentiële voorzieningen. Op de website ( kan men met het onderzoeksrapport, de vaststellingen alsook de nota hieromtrent terug vinden. Er is ook een stuurgroep onderwijs en jeugd ontstaan waarin administratie en kabinetten onderwijs en welzijn vertegenwoordigd zijn. Vandaar is mededeling aan de Vlaamse Regering vertrokken. Hierin drie grote clusters: Versterken van het reguliere onderwijs : naar een betere afstemming tussen onderwijs en welzijn Meer flexibele trajecten (SI) Regiefunctie Tegen het einde van de legislatuur wordt een mini-decreet gepland. Toekomst Meldpunt en uitbreiding naar Brussel/Asse-Halle-Vilvoorde Toekomst Er is een fout gebeurd in de aanvraag voor de provincie. Deze datum was reeds verstreken op 15 juni 2012, waardoor de aanvraag van het meldpunt niet meer kon worden verstuurd.

101 Op 15 januari 2013 zal er een nieuwe aanvraag worden gedaan. Concreet betekent dit dat het meldpunt, met middelen van de provincie, pas effectief kan starten op 1 april 2013 mits de toekenning van deze middelen. Er wordt momenteel bekeken of er vanuit de CLB s een overbrugging kan gerealiseerd worden voor de periode van drie maand. Uitbreiding Ann Sophie Labar is einde vorig schooljaar uitgenodigd op de stuurgroep Leerrecht Brussel en Asse- Halle-Vilvoorde. Zij is daar de werking van het meldpunt gaan voorstellen en hun bevraagd naar de wenselijkheid tot aansluiting bij het meldpunt. Zij konden dit doen, indien gewenst, op 3 niveau s (of een combinatie van deze niveau s). Een eerste niveau bestaat uit hun aanbod kenbaar te maken op de site van het meldpunt (informatief). Een tweede uit het verschaffen van de aanmeldingen aan het meldpunt, zodat deze de cijfergegevens kan noteren in de databank en aldus kan meenemen in het rapport (databank). Tenslotte kunnen ze zich volledig onder het meldpunt plaatsen en aldus gebruik maken van de aanmeldingsfiche zoals deze wordt gebruikt in Vlaams-Brabant-Oost (online-aanmeldingsfiche). Hierop werd nog geen sluitend antwoord gegeven, maar deze wordt binnenkort verwacht. Indien de uitbreiding zal plaats vinden, zal het noodzakelijk zijn dat het meldpunt het aanbod van alle aanbieders goed kent. Ann Sophie zal dan bij elke aanbieder ter plaatse gaan om een duidelijk beeld te vormen over hun aanbod, hun manier van werken, 101 Vanuit de stuurgroep meldpunt kwam volgende bedenking : Er zal rekening gehouden moeten worden met de grenzen van het werkingsgebied (+provinciegrenzen) van de aanbieders. Vb) Groene zorg heeft geen aanbod in Brussel. Als de lijst van aanbieders in de aanmeldingsfiche hierdoor wordt vergroot, zal het nodig zijn dat ieder zijn aanbod zeer duidelijk kan omschrijven (op de site). Zo kan de aanmelder in kwestie een goede afweging maken vooraleer zijn keuze kenbaar te maken. Dit om te vermijden dat een aanmelder kiest voor een aanbod dat niet mogelijk is binnen zijn regio. We blijven ons met het meldpunt richten op alle aanvragen voor SI die vanuit de provincie komen, ook al ligt het uiteindelijke aanbod buiten de provincie (bvb zorgboerderij) Cijfergegevens schooljaar Schooljaar

102 Er zou een kleine fout kunnen zijn van max. 16 aanmeldingen in deze cijfers. De cijfers moeten, ter confirmatie, nogmaals getoetst worden met de databank. Eénmaal dit is gebeurd, kunnen de correcte cijfers worden verwerkt. Schooljaar Opvolgingsgedeelte van de aanmeldingen Het opvragen en het verkrijgen van de opvolgingen van de aanmeldingen is vlot verlopen, waarvoor nogmaals dank aan alle aanbieders! Zie bijlage blanco opvolging : herwerkte versie De geel gearceerde gebieden in de bijlage zijn de aanvullingen of aanpassingen die op de stuurgroep werden besproken. Welke wijzigingen zijn nodig voor ? Trajectinvulling: Netwerk Leerrecht:

103 Merkten dat de invulling van het traject soms moeilijk was om enkel in de voorgestelde vakjes te plaatsen. Zij stelden voor om een optie andere toe te voegen. Reisburo: Ook zij willen, omwille van bovengenoemde reden, graag een extra optie andere toevoegen. De optie roulot stond ook bij hun trajectinvulling. Deze is verwijderd en vervangen door reis onder begeleiding, wat hun aanbod beter beschrijft. Roulot: Hun onderverdeling wordt volledig verwijderd en er wordt gekozen voor een individueel traject eventueel in combinatie met combinatie met onderwijs. Reden geen opname: In deze categorie is er gekozen om 4 opties toe te voegen: Omwille van mobiliteitsproblemen : Hilde Weckhuyzen gaf aan dat een aantal trajecten niet starten omwille van vervoer, los van het engagement van de leerling. Doorverwijzing naar hetzelfde SI in een andere regio: Elke Verlaenen zei dat een doorverwijzing naar (vb.) Netwerk Leerrecht Brussel voorvalt en dat dit kenbaar moet worden gemaakt als reden. Opname Psychiatrie: Aangegeven door Netwerk Leerrecht en bevestigd door andere SI dat dit regelmatig voorkomt als reden voor het niet starten. Maatregel bijzondere Jeugdzorg: Aangegeven door Netwerk Leerrecht en bevestigd door andere SI dat dit regelmatig voorkomt als reden voor het niet starten. Vroegtijdig stoppen: George Baeten gaf aan dat het interessant zou zijn om te bevragen waarom en traject vroegtijdig werd afgebroken. Hiervoor hanteren we dezelfde onderverdeling als bij reden geen opname. Ook gaf hij aan dat dit een interessante onderzoeksvraag zou zijn voor de analyse van de gegevens. Dit is echter niet mogelijk voor het voorbije schooljaar, aangezien dit toen nog niet werd bevraagd. Bij onderzoek in verder schooljaren, zou dit wel mogelijk kunnen zijn. 103 Dagbesteding na de interventie: In deze categorie zijn er 4 opties toegevoegd. Dit doordat de aanbieders vonden dat de bestaande lijst niet volledig genoeg was. Tevens is er geopteerd om een onderscheid te maken de casussen die in de loop van het schooljaar of op het einde van het schooljaar zijn beëindigd. Deze aanvulling kwam van de aanbieders die met de jongeren werken tot einde schooljaar en waar het dus niet bij voorbaat duidelijk is of er een (al dan niet) schools perspectief is, of waar al duidelijk is dat die leerling opnieuw bij hun zal ingeschreven worden. Hulpverlening: Tenslotte zal de opvolging nog worden aangevuld met de vraag of er hulpverlening betrokken was tijdens het traject. Dit zou vooral interessant zijn voor de verwerking van de gegevens. Onderzoeksvragen databank

104 Jo Meyer, die voordien samen met Laurent Thys het onderzoek deed, zal ook dit maal het onderzoek uitvoeren. Een deel van de projectmiddelen werd hiervoor gereserveerd. Hij liet weten dat we al kunnen nadenken over onderzoeksvragen, maar dat deze vooral gaandeweg naar boven zullen komen.best dat er een werkgroep wordt samengesteld om op regelmatige basis samen na te denken over de gestelde vragen en extra vragen. Tijdens de stuurgroep zijn er heel wat interessante pistes/onderzoeksvragen naar boven gekomen. Spijtig genoeg zijn sommigen daarvan niet realiseerbaar omwille van verschillende redenen (financieel, tijdsintensief, niet geturfd in databank, ). Vb1) Hoeveel leerlingen zijn er naar een andere aanbieder gegaan omwille van plaatsgebrek bij een project? Vb2) Wat is het werkzame bestand van een traject? Aanvulling bij de onderzoeksvragen vanuit de stuurgroep: Carrouselbeweging in kaart brengen = hoeveel aanmeldingen zijn er per unieke leerling? Waar is deze leerling naartoe gegaan? Van 1 project in het andere? (is er sprake van een zorgcontinuüm?) Van een project naar school en terug naar hetzelfde/andere project? Is er een verband tussen deze leerlingen en het vroegtijdig afbreken van een traject? Analyse van de jongerenkenmerken De stuurgroep heeft geopteerd om hierover een dubbele analyse uit te voeren. Concreet betekend dit dat de analyse zal worden uitgevoerd voor al de aanmeldingen en voor al de gerealiseerde aanmeldingen. Zo kan er een duidelijk beeld geschept worden over de niet-gerealiseerde trajecten. Waaraan ligt dit? Heeft dit te maken met bepaalde periodes in het jaar? (volzet? Schoolse situatie na 1 februari?, ) Andere kwantitatieve gegevens Er moet duidelijk gemaakt worden dat er veel meer leerlingen beroep doen op het aanbod van groene zorg dan deze die via het meldpunt worden aangemeld. Er zijn heel wat leerlingen die via netwerk leerrecht of reisburo naar groene zorg gaan. Hoeveel keer heeft een aanbieder op de diensten van groene zorg beroep gedaan? Kunnen hieruit jongerenkenmerken worden afgeleidt? Wat met de -15 jarigen? De eerste versie van het document wordt op basis hiervan bijgewerkt. 104 Aanmeldingsfiche Doorheen het bespreken van mogelijke onderzoeksvragen kwam er een eventuele aanvulling voor de aanmeldingsfiche, namelijk: Wat was een ideaal traject voor deze jongere? (+ keuzelijst van alle aanbieders) Deze vraag zou dus enkel moeten worden ingevuld indien de aanmelder in kwestie eigenlijk liever voor een andere aanbieder had gekozen, maar dit niet heeft gedaan omwille van volzet. Toch willen we blijven benadrukken dat er van alle aanmelders wordt verwacht een aanmelding te doen voor het project van hun eerste keuze. Daar alle gegevens in een databank zitten, is het zeer

105 makkelijk en snel om de aanmelding opnieuw op te roepen en enkel de keuze van aanbieder aan te passen. Enkel zo kan men een duidelijk beeld krijgen. Deze optie zal tevens niet direct worden veranderd in de aanmeldingsfiche. Er wordt eerste bekeken hoe het zit met de uitbreiding van het meldpunt en pas dan worden alle veranderingen samen aangebracht. Meldpunt nieuwsbrief Zoals op voorgaande stuurgroepen afgesproken, kan men nu (indien gewenst) gebruik maken van de meldpunt-nieuwsbrief. De bedoeling van deze nieuwsbrief is dat de aanbieders die onder het meldpunt vallen, vernieuwende informatie rond hun aanbod (niet om hun bestaand aanbod nogmaals te omschrijven) via deze weg kunnen verspreiden naar de CLB medewerkers. Er werd afgesproken dat er dit schooljaar 2 momenten gaan zijn dat de nieuwsbrief zal worden verspreidt. De aanbieders die hiervan wensen gebruik te maken, mogen hun informatie doormailen naar Ann Sophie (melspuntsi@gmail.com) en dit uiterst tegen: 1 november maart 2012 Na max. 2 weken zal het meldpunt deze verzamelde informatie verspreiden naar de CLB vestigingen verbonden aan het meldpunt. Volgende stuurgroep/werkgroep 105 Werkgroep (i.v.m. onderzoeksvragen) De eerste werkgroep zal samenkomen op dinsdag 4 december 2012 om 15 uur tot 17 uur op Koïnoor. Tot nu toe nemen hier aan deel: Ann Sophie Labar Jo Meyer George Baeten en collega Elke Verlaenen of Isabel Van Gelder Willem Rombauts (moet nog worden bevestigd) Emilie Le Roi (via verslag) Uiteraard zijn extra mensen steeds welkom. Stuugroep Meldpunt: De volgende twee stuurgroepen zullen doorgaan op: Dinsdag 19 februari 2013 om 15 tot 17 uur op Koïnoor Dinsdag 28 mei 2013 om 15 tot 17 uur op Koïnoor

106 13. Verslagen beleidsgroep Leerrecht-meldpunt SI Verslag beleidsgroep : 29 februari 2012 Aanwezig: An Sprangers, Filip Mels, Hilde Geudens, Georges Baeten, Koen Elsen, Karel De Vos, Ann Sophie Labar, Jan Benaerts, Sven Timmermans, Maarten Van Rillaer, Els Vrijdag Verontschuldigd: Els Breunig, Elke Verlaenen, Pats Vancrombruggen, Martine Puttaert, Linda Aerts, Inge Colen, Dirk De Rijdt Goedkeuring en opvolging vorig verslag (10 januari 2012) Geen opmerkingen: het verslag wordt goedgekeurd. Organisatie en samenstelling van de beleidsgroep De relatie tussen de beleidsgroep en de stuurgroepen wordt besproken. De beleidsgroep is de plaats waar alle initiatieven genomen worden en het verzamelpunt waarnaar alle werkgroepen terugkoppelen. Er komt een beurtrol voor het voorzitterschap, telkens afgesproken op het einde van elke vergadering. Volgende bijeenkomst is Filip voorzitter en maakt Sven verslag. Uitnodigingen worden door de voorzitter bezorgd aan Integrale, die ze vervolgens verstuurd. 106 Transfer naar onderwijs Voorstel is om dit thema mee te laten opnemen in de 'open voorzieningendag' van de provincie. Deze wordt elke 2 jaar georganiseerd om scholen ea te laten kennismaken met de Bijzondere Jeugdzorg. Tot nog toe gebeurde dat steeds in beursvorm. Men wil nu van die formule afstappen en de deelnemers aan de dag bijvoorbeeld uitnodigen in de voorzieningen zelf. De volgende editie zal ook voor de eerste maal georganiseerd worden in de regio Halle-Vilvoorde, en niet in Leuven zoals voordien. Op elke locatie van de 'open voorzieningendag' zou dan over 'transfer naar onderwijs' kunnen nagedacht worden. Jan zetelt in de werkgroep die deze dag voorbereidt en zal ons voorstel daar voorleggen. In deze formule zou de 'open voorzieningendag' moeten plaats vinden in 2013, zodat er voldoende ruimte blijft om het voorbereidend werk te doen. Het stappenplan ziet er voorlopig als volgt uit: inventarisering van bestaande methodieken en 'good practices' uit de verschillende organisaties en projecten. voorstelling van de methodieken op de 'open voorzieningendag'.

107 de methodieken ter beschikking stellen. Het voorbereidend werk zal door een werkgroep gebeuren. We wachten op feedback van Jan om te bepalen welke de volgende stap is. Beleidsgroep mbt transfer op 6/6 in de namiddag. Meldpunt schoolexterne interventies Ann Sophie stelt de werking van 't meldpunt voor. Binnenkort wordt er gestart met een online aanmeldingsformulier (zie bijlage). Online aanmelden kan pas na toestemming van Ann Sophie en dit omwille van privacyredenen (zie bijlage). CLB's van buiten de provincie kunnen via de oude fiche aanmelden. Als een voorziening wil aanmelden wordt dit besproken op de stuurgroep. Op basis van de aanmeldingsfiches kunnen heel wat gegevens gegenereerd worden. Op dit moment is er nog geen zekerheid over 't voorbestaan van het meldpunt volgend jaar. Wat kan het meldpunt betekenen voor de ganse provincie? De vraag die zich nu aandient is of het meldpunt kan/ moet worden uitgebreid naar de ganse provincie. Die vraag wordt opgenomen door een werkgroep. De stuurgroep van het meldpunt wordt eveneens de werkgroep van het meldpunt. Zodoende moet er geen extra werkgroep opgericht worden. De werkgroep zal terugkoppelen naar de beleidsgroep. aanmelding De uitbreiding naar de ganse provincie is heel sterk verbonden met de landschapstekening en hoe men daarin de toeleiding ziet. Hoe staan de verschillende stuurgroepen tegenover aanmelding via het meldpunt? 107 registratie Er zijn op dit moment 3 databanken: Time-out, Leerrecht en het meldpunt. Een aantal vragen werpen zich op: Zijn deze compatibel? Moeten ze samengevoegd worden? Wat met meldpunten van andere regio's? Zal de registratie van de eigen dossiers door het meldpunt gebeuren? Opvolging van de afspraken mbt landschapstekening Verloop van het proces bevraging analyse (28/3 - zie onder) terugkoppeling (uitwisseldag - zie onder) herwerking (via feedback uit de stuurgroepen - zie onder) goedkeuring (op beleidsgroep september - oktober) Analyse De beleidsgroep zal op 28/3 (17u - CLB Leuven) een extra bijeenkomst houden om, op basis van de fiches die verzameld en verwerkt werden door Ann Sophie en Hilde, een analyse te maken die dan later op de uitwisseldag wordt voorgelegd aan alle partners.

108 Uitwisseldag 19/4 Herwerking An en Els nemen de organisatie in handen. Aan integrale wordt gevraagd of zij de kosten op zich kunnen nemen. Als dat niet kan, kunnen de kosten misschien verdeeld worden over de 3 Leerrecht-regio's. We verwachten maximum 60 aanwezigen. Locatie wordt zaal Lindegroen van Groep Intro in Buizingen, indien deze vrij is. Het secretariaat van Groep intro doet de inschrijvingen, An maakt de lijst van genodigden. afspraken mbt catering worden later gemaakt. Worden uitgenodigd: de CLB's, de aanbieders van schoolexterne interventies, de stuurgroepen, beleidsbetrokkenen. Deze mensen zouden ook op de beleidsgroep van september/ oktober aanwezig moeten zijn omdat de landschapstekening dan goedgekeurd wordt en naar de overheid gaat voor financiering. voorlopige planning: ontvangst van 9u tot 9.30u. Overleg van 9.30u tot 13.00u. Indien nodig komt er nog een 2de uitwisselmoment. Op de beleidsgroep van 22/5 (9u - 12u) wordt de tekening herwerkt op basis van de feedback van de uitwisseldag. Locatie: kan Integrale een lokaal in het Ellipsgebouw voorzien? An checkt de afgesproken data bij de afwezigen 108

109 13.2. Verslag beleidsgroep : 28 maart 2012 Aanwezig: An Sprangers, Filip Mels (voorzitter), Hilde Geudens, Georges Baeten, Koen Elsen, Karel De Vos, Ann Sophie Labar, Jan Benaerts, Sven Timmermans (verslag), Maarten Van Rillaer, Elke Verlaenen, Martine Puttaert, Dirk De Rijdt, Jan De Cooman, Marie-é Michel, Pats Vancrombruggen Verontschuldigd: Els Breunig, Linda Aerts, Inge Colen, Els Vrijdag, Vicky Viktor Goedkeuring en opvolging vorig verslag (29 februari 2012) Els Vrijdag wordt in de toekomst bijgestaan/vervangen door Vicky Viktor. Het verslag wordt goedgekeurd. Verslag interkabinetten Welzijn-Onderwijs (Martine Puttaert) Interkabinettenoverleg op Vlaams niveau (Departementen Onderwijs, Welzijn en Jeugd), met als vertrekpunt oa. een landschapstekening op basis van een eerdere bevraging van de welzijnsvoorzieningen. Zowel beleidslijn van Onderwijs als Welzijn om hiermee iets te doen. Naast de bevraging hebben recent ook een aantal consultatierondes plaats gevonden. Eergisteren bijeenkomst van time-ins (schoolinterne projecten), gisteren bijeenkomst van NLR (Pats als vertegenwoordiger van de 3 regio s) en aantal andere gelijkaardige partners (met regiefunctie betr. schoolexterne initiatieven). Vandaag zou nog een consultatiebespreking met andere projecten gepland zijn. Het Meldpunt A pen heeft zich hierbij oa. voorgesteld (= CLB-medewerkers, telefonische vraagverheldering, regisseren, dispatchen van toeleiding, geen directe contacten met ouders, leerlingen). NLR kreeg bijval owv de trajecten op maat en de opvolging, hoewel ook discussiepunt inzake rol van CLB hierin (en de vraag waarom de regie niet volledig bij het CLB kan gelegd worden). Ook preventiepiramide van Johan Deklerck aan bod gekomen als referentiekader. Uitnodigen? Afhankelijk van verder opzet. 109 Vrijdag komt er een nota van Vlaamse regering met 3 thema s (breed onderwijs en preventieve samenwerking met Welzijn, flexibele trajecten op maat van de jongere, hoe regie voeren want veel versnippering en diversiteit). Dit is geen finale nota, maar zal wel richting geven. Dit alles heeft geen betrekking op de huidige vragen van de Provincie aan onze beleidsgroep. Op verschillende niveaus dus momenteel geen afstemming. Onze huidige initiatieven zijn in principe wel gekend via de stuurgroep van het Meldpunt (Evi verduyckt), en door Filip werd ook een uitnodiging verstuurd aan het adres van Evi Verduyckt ifv deelname 19 april. Het werk dat wij vanuit de beleidsgroep momenteel doen, kan als complementair beschouwd worden met de acties op Vlaams niveau. We weten dat als we met een signaal komen en er ook in slagen éénduidig naar voor te komen, dat we (waarschijnlijk) gehoord zullen worden. Interessant ook in ons verhaal dat we zowel een stedelijke als landelijke omgeving en situatie beschrijven, wat we dan ook moeten meenemen in onze tekening. Bedenking: Met de nota en de acties hierrond schiet Vlaanderen plots snel uit de startblokken, moeten we ons rond de timing geen zorgen maken? We wachten natuurlijk af wat precies beslist

110 wordt in de Vlaamse regering, en we mogen er ook vanuit gaan dat de uitwerking naar decreet ook de nodige tijd zal vragen. Martine informeert. Bedenking: In heel de discussie moeten we opletten dat we de pedagogiek achter onze projecten niet verliezen en te veel in hokjes gaan denken. Vrees voor expertenmodel. Principes en concept van NLR zijn op de bijeenkomst wel benadrukt door Pats en Martine. Vanuit Welzijn is maatwerk zeer sterk benaderd. Problematisering vraagt in eerste instantie nadenken en niet dadelijk indicatiestelling en toeleiding. Positief ook dat problematiek van -15-jarigen op tafel is gekomen en hieromtrent actie werd beloofd. Analyse van de landschapstekening Vooropgesteld verloop van het proces Bevraging (is gebeurd, en op basis van vergadering is geclusterd en frame gemaakt door Hilde) analyse (vandaag) terugkoppeling (uitwisseldag) herwerking (via feedback uit de stuurgroepen) goedkeuring (op beleidsgroep september - oktober) Analyse Vandaag bijeenkomst beleidsgroep om, op basis van de fiches die verzameld en verwerkt werden door Hilde en Ann Sophie, een analyse te maken die later op de uitwisseldag van 19 april wordt voorgelegd aan alle deelnemende partners. Geen makkelijke oefening, want hoever romen we af om tot duidelijke lijnen te komen, en gaan de verschillende initiatieven zich hierin dan blijven herkennen? Het is heel erg zoeken naar een manier om alles via clustering overzichtelijk in kaart te brengen, en er zijn verschillende insteken mogelijk. Concreet ligt de vraag voor of we momenteel een goede manier van (ver)werken en analyseren hanteren om daar op door te kunnen gaan en de uitwisseldag zinvol in te vullen. 110 Overzicht door Hilde 4 clusters als 1 mogelijke manier om naar de initiatieven te kijken. Ook andere vertrekpunten mogelijk (methodiek, doelgroep, enz.). Per cluster kan nog gedifferentieerd worden naar doelgroep, duur trajecten, nazorg, enz. Binnen elke cluster grote lijnen, maar vooral telkens heel wat verschillen. Dus in presentatie zullen we toch vrij gedetailleerd moeten gaan want anders gaan initiatieven zich niet herkennen op 19 april. Variëteit en diversiteit is groot en misschien moeten we dit als sterkte ook vasthouden. 19 april Ideeën, bedenkingen, vragen die op tafel zijn gelegd: - Doelstelling: het beeld dat verzameld is teruggeven aan de makers, aan de initiatieven: grote diversiteit, maar ook overlap. Waar zit die overlap? Waar ervaren we als projecten grenzen? Waar trekken we onze grenzen? Wanneer stopt het, hoe verwijzen we door, naar wie? Wie welk mandaat?

111 Kracht RT, regiefunctie? We zitten dadelijk al sterk in de uitgangspunten. Kunnen we daar op 19 april wel uitblijven? - Voor wie maken we de landschapstekening? CLB-ers als verwijzers? Pragmatisch standpunt: wat is er voor de verwijzers en vooral voor de jongere nodig? In welke mate sluit aanbod aan op specifieke noden van jongere. Dit gebeurt in overleg (problematiseren en nadenken). Kan eventueel ook louter ondersteunen van de school betekenen. Voor een stuk opnieuw al met wenselijkheid bezig, wat aanvankelijk geen prioritaire doelstelling was van 19 april. Wat zijn sterke kanten, lacunes, wat zijn de indicatiestellingen als uitgangspunt voor de 19 de? - Doelstelling zou kunnen zijn: bekijken welke verschillen ook gewilde verschillen zijn (naar regio, doelgroep, enz.). Er zijn idd een aantal kenmerken die mss eerder toevallig zijn (owv subsidiëring, ), maar welke elementen in de werking zijn zo van belang voor alle projecten en partners om identiteit te bewaren? Er zijn grote verschillen maar blijkbaar is er wel nood aan een aantal type -activiteiten. - Vraag om maakbaar traject te behouden en vooral vraaggestuurd, flexibel en op maat te kunnen werken (naar aard van interventie). Het traject moet telkens bijgestuurd kunnen worden (stappen in de noden die worden gezien en ervaren). Dit was ook steeds het uitgangspunt van bij de start van NLR, vertrekkende vanuit een instantie die dit inricht en opvolgt. - Hoe een context creëren op 19 april om dergelijke standpunten naar boven te laten komen? Conclusie: We willen de resultaten van de bevraging en het overzicht van Hilde terugbrengen naar de initiatieven. De oefening is niet de waarheid maar de fiches zijn de waarheid! Dit wordt het uitgangspunt. Waar willen we landen? Duidelijkere profilering, gesprek en discussie over een aantal fundamentele inhoudelijke dingen (RT of niet, Trajectbegeleider of niet, enz.), en dit als tussenstation en als opstap naar het wenselijke. Presentatie: om het overzicht te brengen ter illustratie is niet zo veel tijd nodig. Alle fiches kunnen voor iedereen gekopieerd worden, het frame kan er aan toegevoegd worden met overzicht van kruisjes om aan te tonen hoe divers het landschap is. Vertrekken vanuit de vraag: waar hecht ik als project belang aan en wat wil ik (inhoudelijk en organisatorisch) effectief bewaren? In 5 kernwoorden. Uitwisseling hierrond, bekijken van essentiële verschilpunten en hier mogelijke thema s uithalen, door het formuleren van een aantal kernvragen Gesprek/discussie over de geformuleerde fundamentele vragen. 111 Regie van de dag wordt opgenomen door An en Hilde. Praktische organisatie in overleg met Maarten/Els/Vicky. Medewerking aan de andere deelnemers van de beleidsgroep wordt gevraagd waar nodig. Thema s benoemen als oefening: RT, gedeelde Verantwoordelijkheid, autonomie Vorm van trajectbegeleiding, methodiek, financiering Van onderuit, op maat Termijnen, duur van aanbod Contextueel werken Schoolondersteuning Financiering Samenwerkingverbanden

112 RT, maat van jongere, netwerk Toeleiding en aanmelding Diversiteit aan leerplekken Continüum van interventies, zorg en hoe schakelen recht op leren trajectopvolging Volgende beleidsgroep Op de beleidsgroep van 22/5 (9u - 12u) wordt de tekening herwerkt op basis van de feedback van de uitwisseldag. Locatie: kan Integrale een lokaal in het Ellipsgebouw voorzien? Martine kijkt na. Voorzitter: An Verslag: Linda. 112

113 13.3. Verslag beleidsgroep : 22 mei 2012 Aanwezig: Filip Mels, Hilde Geudens, Georges Baeten, Koen Elsen, Karel De Vos, Ann Sophie Labar, Sven Timmermans, Elke Verlaenen, Martine Puttaert, Pats Vancrombruggen, Els Vrijdag, Vicky Viktor, Julie de Leege, An Sprangers (voorzitter), Marian Haspeslagh (verslaggever) Verontschuldigd: Maarten Van Rillaer, Jan Benaerts, Jan De Cooman, Marie- Thérèse Michel, Dirk Derijdt, Els Breunig Goedkeuring en opvolging vorig verslag (29 februari 2012) Het verslag wordt goedgekeurd. Vanuit IJH Vlaams-Brabant wordt Linda Aerts vervangen door Marian Haspeslagh. Stand van zaken transfer naar onderwijs (Sven Timmermans) Er valt weinig nieuws te melden. De werkgroep transfer plant een actie rond transfer van methodieken naar onderwijs in december 2012/ begin De werkgroep valt samen met de stuurgroep Leerrecht Asse- Halle-Vilvoorde. De laatste tijd is er weinig opkomst. Mobilisatie is nodig. Er moet worden gezocht hoe je een uitwisseling rond methodieken kan stimuleren. Een aantal ideeën: Koppeling met open voorzieningendag: Willy Vannieuwenhuyse vraagt om een open voorzieningendag te organiseren in Halle-Vilvoorde. Dit zou kunnen gecombineerd worden met de actie van de werkgroep transfer. Uit de feedback- dag op 19 april komen een aantal suggesties. Hilde bezorgt het verslag en de fiches aan Sven ter inspiratie. Een reflectiedag waarop onderwijs (interne leerlingenbegeleiders, CLB-medewerkers) kan leren uit de antwoorden die welzijn biedt binnen de projecten en die transfereerbaar zijn naar onderwijs. Een bezoek aan projecten kan worden gecombineerd met toelichting over methodieken. Participatieve basishouding zit heel sterk in de projecten en kan worden doorgegeven aan onderwijs. Leuvense projecten kunnen aan de partners van Halle-Vilvoorde hun methodieken voorstellen, ter inspiratie. Organisatorisch kan het draaiboek van Leuven worden gebruikt. Concrete afspraken: De stuurgroep Leerrecht AHV/ werkgroep transfer werkt de actie verder uit. De actie spitst zich toe op de regio Asse-Halle-Vilvoorde. Qua timing lijkt het voorjaar van 2013 haalbaar. Dit voldoet aan de overeenkomst met de provincie. Sven neemt verder contact op met Willy Vannieuwenhuyse en met Els Breunig. 113

114 Stand van zaken meldpunt schoolexterne interventies (Filip Mels en Ann Sophie Labar) De online- toepassing voor aanmeldingen is actief en wordt vlot gebruikt. Alle aanmeldingen sinds september 2011 worden ingevoerd. Een overzicht van het aantal aanmeldingen en een nota met stand van zaken worden uitgedeeld en toegelicht. De stand van zaken werd gepresenteerd aan de provincie en aan de CLB-directies. Vraag is of de toepassing kan worden verruimd naar Halle-Vilvoorde. De vraag werd gesteld of de CLB s hiervoor vragende partij zijn. Er is nog geen besluitvorming. Vraag is ook wat de concrete noden zijn in Brussel en Halle-Vilvoorde, met zowel grootstedelijke als landelijke kenmerken en op welk niveau (bekendmaking, invoering van het aanbod in databank, effectieve aanmelding via het meldpunt) de regio s wensen te participeren. Voordeel van het automatisch aanmelden via de website zijn dat de gegevens slechts één keer moeten worden ingevoerd en daarna voor elke aanmelder en bij elke volgende aanmelding beschikbaar zijn. Op het einde van het jaar wordt opvolging voorzien: aan alle aanmelders wordt gevraagd hoe de trajecten zijn verlopen aan de hand van een aantal vragen. Dit wordt geregistreerd. In de toekomst is het de bedoeling dat de partners zelf de gegevens invoeren. Finale bedoeling is dat het meldpunt wordt geïntegreerd in de landschapstekening. Er zijn middelen gereserveerd voor onderzoek (2000 euro). Op de beleidsgroep zal op een later moment worden gevraagd naar zinvolle onderzoeksvragen. Concrete afspraken: Sven en Pats agenderen de vraag naar participatie aan het meldpunt op de eerstkomende stuurgroepen Leerrecht AHV (1 juni) en Brussel (18 juni). Filip en Ann Sophie bereiden dit voor met een motiverende nota. Ann Sofie zal aanwezig zijn om een toelichting te geven. Sven en Pats bezorgen haar de concrete gegevens (uur, locatie, timing). 114 Stand van zaken landschapstekening (An Sprangers) De informatie die uit de groepen van de feedback- dag op 19 april kwam, werd opgelijst en in een synthese gegoten. Alle fiches zijn beschikbaar. Vraag is hoe die informatie kan worden gedeeld. Voor de projecten is de informatie onderling opvraagbaar. Een suggestie is om de gegevens op te nemen op de website van het meldpunt. Daarover moet met de provincie worden afgestemd. De beleidsgroep beslist om het eindresultaat eerst te bezorgen aan de provincie en dit daarna pas op de website beschikbaar te stellen. De vraag die nu concreet voorligt, is waar we willen landen met de landschapstekening. Hoe ziet de wenselijke tekening eruit? Komen er uit de feedback- dag een aantal basisprincipes waar we van kunnen vertrekken? Wat willen we niet verliezen? Concrete afspraken: An, Hilde, Karel, Filip, Martine en Marian werken, met mandaat van de beleidsgroep, een voorstel uit en leggen dit hier neer tegen de beleidsgroep in september. Bijeenkomst op woensdag 4 juni, 9u-12.30u in vergaderzaak 1 op het VAC in Leuven, daarna gezamenlijke

115 lunch. Er wordt rekening gehouden met en verwezen naar de uitgangspunten die zijn voorgelegd aan de Vlaamse regering. We formuleren een voorstel op vlak van aanbod, kwaliteitsvoorwaarden van het aanbod, financiering, structuur en proces, met suggesties van vormgeving. Ook de huidige investering van de projecten wordt in kaart gebracht. Bespreking van het voorstel op de beleidsgroep in september. Om het draagvlak te verhogen en de stuurgroepen te honoreren, gaat het voorstel van de beleidsgroep naar de stuurgroepen Leerrecht in oktober. Eventueel bespreking a.h.v. concrete casussen. Terugkoppeling naar de projecten aanwezig op de feedback- dag: het eindresultaat, het advies dat we neerleggen bij de provincie, wordt in een latere fase toegelicht op een infomoment. Verhouding beleidsgroep- drie stuurgroepen Leerrecht- stuurgroep meldpunt We moeten de verhouding tussen deze groepen duidelijk stellen, om te verhinderen dat de stuurgroepen leeglopen of mensen met verkeerde verwachtingen gaan. Stuurgroep meldpunt: de concrete cijfers worden overlopen. Stuurgroep Leuven gaat over casuïstiek. Er was een duidelijke vraag om het luik beleid naar de beleidsgroep over te hevelen. Stuurgroep Brussel gaat ook over concrete trajecten, praktijkervaring. Het beleidsstuk is voor velen ver van hun bed. Leden van de stuurgroep komen niet naar de beleidsgroep. Halle-Vilvoorde: niveau project en casuïstiek was een keuze. De lage opkomst is vooral probleem van tijd maken. Conclusie: de stuurgroepen zitten op het niveau van casussen/ concrete trajecten. De verhouding met de beleidsgroep is duidelijk. 115 Implicatie voor financiering van de projecten Er komt een nieuwe logica van financiering van projecten BJB, in voorbereiding van het nieuwe jeugdhulplandschap met de installatie van de intersectorale toegangspoort (ITP). Basisredenering is dat subsidiëring zal worden gekoppeld aan modules. Iedereen die nu een project heeft, moet omschakelen. De middelen die nu toegekend zijn, gaan terug in een globale pot. Iedereen kan nieuwe aanvragen indienen. De subsidies zijn gekoppeld aan dienstverlening ten aanzien van jongeren met een BJB-dossier. De middelen van project Leerrecht en Koïnoor kunnen niet meer worden gelegitimeerd. Concreet betekent dit dat op 1 januari 2013 de capaciteit van Leerrecht en van Koïnoor halveert. Opname in de nota MC (zie verder): Vaststelling van de beleidsgroep is dat de engere financiering vanuit AJW tegen de basisprincipes van het minidecreet is en een bedreiging vormt voor het intersectorale werken en voor de werking van Leerrecht. Planning verdere activiteiten Martine agendeert een nota vanuit de beleidsgroep Leerrecht op het MC op 9 juli. Inhoud: Cijfers Leerrecht (meldpunt en drie projecten)

116 Stand van zaken en resultaten beleidslijnen in de beleidsgroep (meldpunt, transfer, landschapstekening) Organisatie en aansturing van beleidsgroep en vier stuurgroepen Financiering projecten BJB: bedreiging intersectoraal werken Elke, Pats en Maarten leveren de cijfergegevens aan, An schetst het proces en de stand van zaken van de landschapstekening, Filip schetst de vraag naar de stuurgroepen Leerrecht om in te stappen in het meldpunt, Els schetst de plannen rond transfer, Karel bezorgt info rond financiering projecten BJB. De nota mag in totaal maximum één A4 bedragen. Iedereen bezorgt de gegevens aan Martine uiterlijk tegen 15 juni. De geplande beleidsgroep Leerrecht op 6 juni valt weg. Globale afspraken: Voorzitterschap en verslaggeving gebeurt in beurtrol, telkens vooraf af te spreken. De voorzitter mailt de uitnodiging door, de verslaggever mailt het verslag door. IJH staat in voor de lokalen (Ellips in Brussel of VAC in Leuven, naargelang beschikbaarheid). Data en locatie beleidsgroep najaar 2012: 20 september, 9u-12u, Ellips, Brussel, lokaal Voorzitter: Karel, verslag: An/ Hilde 13 november, 13-16u, VAC, Leuven, lokaal 05A. Voorzitter: Filip, verslag: Ann Sophie 18 december, 13u-16u, VAC, Leuven, lokaal 03. Voorzitter: An, verslag: Marian Afsprakenrooster 116 Afspraak Wie Tegen Opmerkingen Timing mini- decreet onderwijswelzijn nagaan Nota beleidsgroep agenderen op MC Verslag en fiches feedbackdag bezorgen aan Sven Contact met Willy Vannieuwenhuyse en Els Breunig Martine asap Martine 9 juli Bijdragen aan Martine tegen 15 juni (zie 7) Hilde Sven asap asap Motiverende nota meldpunt Filip en Ann Sophie 1 juni Agendering vraag meldpunt op volgende SG Leerrecht AHV en BRU Uitwerking landschapstekening voorstel Sven en Pats An, Hilde, Karel, Filip, Martine, Marian BRU: 1 juni AHV: 18 juni Bijeenkomst 4 juni Ann Sophie zal aanwezig zijn om toelichting te geven Bespreking beleidsgroep 20/9 Lokalen beleidsgroep reserveren Marian VAC of Ellips op

117 13.4. Verslag beleidsgroep : 20 september 2012 Aanwezig: Marian Haspeslagh, Jan De Cooman, Koen Elsen, Els Breunig, Pats Vancrombrugge, Tina Luyckx, An Sprangers, Sven Timmermans, Karel De Vos, Martine Puttaert, Marie- Thérèse Michel, Ann Sophie Labar, Elke Verlaenen, Georges Baeten, Filip Mels, Hilde Geudens Verontschuldigd: Vicky Victor (Groep Intro) en Jan Benaerts (Sporen) Verslag: Hilde en An (Tonuso) Verdere bespreking landschapstekening op basis van tekst van Martine met afbeeldingen 117

118 Afkortingen in schema van Martine: 1 e tandwiel = meldpunt (MP), 2 e tandwiel = HPLR = hulpprogramma Leerrecht, RT=ronde tafel, TB=trajectbegeleiding, TW=toewijzing, 3 e tandwiel = SI = schoolexterne interventie, LTO=lange time-out, KTO=korte time-out. Uit haar tekst: (2.1.) Missie: nu enkel van LR Leuven-Hageland, moet nog verder worden aangevuld + complementariteit met opdrachten onderwijs moet nog worden toegevoegd. (3.3.) Binnen IJH worden nog steeds hulpprogramma s gebruikt, vandaar dat dit een mogelijke vorm zou kunnen zijn. (3.4.) Keuze voor term functies, elk tandwiel heeft bepaalde functie, nu (nog) niet geformuleerd wie welke functie opneemt. (3.5.) Kwaliteitseisen, gehaald uit verslag van de feedbackdag in Buizingen + bedenking bij 2 e tandwiel : start HPLR en de onafhankelijke positie hiervan. Hiermee wordt bedoeld en dit werd ook op de feedbackdag sterk benadrukt dat de start van een leerrechttraject op de ronde tafel plaatsvindt, daar wordt het traject uitgestippeld maximaal op maat van de jongere. Uiteraard kijken de verschillende aanwezige partners vanuit hun eigen bril naar de jongere, maar doel is om tot een samenwerking tussen de verschillende partners te komen die aansluit op wat het best is voor de jongere om zijn doel(en) te kunnen realiseren. De term onafhankelijk slaat dus op de trajectbegeleiding en niet op de aanwezige partners. Conclusie: term onafhankelijk wordt geschrapt en tav wordt tussen. 118 Nog toevoegingen: *Filip voegde tweede dia toe met rechtstreekse lijn van meldpunt naar TO en POT + pijl van MP naar aanbieders werd geschrapt, m.a.w., altijd via RT behalve TO en POT. *Thema beheersstructuur moet nog worden uitgewerkt. Twee niveaus worden onderscheiden, inhoudelijk en financieel/administratief.

119 Inhoudelijk: Een parallel met crisis binnen IJH wordt aangehaald: netwerk wordt aangestuurd door stuurgroep, met vertegenwoordigers van de verschillende partners. Zij engageren zich om samen bepaald aanbod uit te werken en uit te voeren. Op dit moment heeft elk netwerk een eigen stuurgroep en is er overkoepelend deze beleidsgroep. Ook komen de praktijkwerkers uit de drie netwerken regelmatig samen voor afstemming en casusbespreking ed. Hoe zien we dit in de toekomst? Twee functies worden onderscheiden: bewaken van het concept, kan op grote(re) schaal, bijv Provinciaal niveau; verfijnen van concrete samenwerking tussen de partners, casusbespreking, ed., belangrijk meer lokaal ingebed. Netwerk Leuven heeft ondertussen keuze gemaakt om alles mbt eerste functie naar beleidsgroep te schuiven. De stuurgroep is dus eerder een soort praktijkoverleg geworden. Financieel/administratief: moet ook nog worden uitgetekend, bijv. hoe gaan in de toekomst de middelen naar de concrete projecten stromen? Indien we er bijv. voor kiezen om leerrecht als een hulpprogramma IJH te beschouwen, dan is hierover wetgeving en financiering, en de IROJ bewaakt eea. De wetgever legt uiteindelijk wel vast, maar wij kunnen eea toch adviseren? Bijv. het integrale gegeven, hoe de processturing idealiter verloopt, wat wij vinden dat een minimaal aanbod moet zijn (bijv. werkplekken met IB moet nog worden toegevoegd) etc Indien we dit doen, moeten we dit uiteraard nog verder bespreken. De Provincie verwacht ook adviezen mbt financiering, dit verhoogt bovendien de kans op goedkeuring. *Voorliggende tekening aanvaarden betekent dat we kiezen voor een meldpunt als start van het proces, dat dispatcht en registreert, en zelf geen RT organiseert. Tweede stap is RT met onafhankelijke persoon als voorzitter (uitz: aanmelding bij MP voor TO en POT). RT stelt een HPLR op, met afspraken omtrent TB, TW en nazorg. Soms zal al bij melding aan MP duidelijk zijn welke SI, soms ook niet. Speelt geen rol, de RT bespreekt in haar tussenpositie tussen alle partners wat nodig is op maat van deze jongere. De weg van terugkeer naar regulier onderwijs moet trouwens ook steeds nog open liggen. Dit impliceert dat de voorzitter van de RT niet de uitvoerder van de SI kan zijn (=je kan dus niet tegelijk in 2 e en 3 e tandwiel zitten). Kan diegene die de RT voorzit, de trajectbegeleider van het LR-traject van de jongere zijn? We moeten verwarring vermijden met wat we nu nog even noemen een TB+, want die wordt opgenomen door een SI, en bevindt zich dus in 3 e tandwiel. Deze TB+ kan alvast zeker niet de voorzitter zijn. De voorzitter van de RT moet minstens een goed overzicht hebben over welke SI er allemaal in 3 e tandwiel ter beschikking is + goede kennis van onderwijs. Achterliggende vraag is: wat willen we zeker vrijwaren met de RT en met TB? Op de RT moet zeker worden afgesproken wie het traject van de jongere opvolgt = TB. Dit kan de voorzitter van de RT zijn of andere partner, maar dus niet een SI uit 3 e tandwiel. Anderzijds, sommige SI hebben er heel bewust voor gekozen om die twee functies in één persoon (dienst) te integreren, vanuit (oa.) duidelijkheid en één vast aanspreekpunt voor jongere en zijn context. 119 De plaats van de RT moet nog verder worden geëxpliciteerd. 1 e tandwiel kan op een grotere actieradius functioneren dan 2 e tandwiel dit laatste moet meer lokaal zijn ingebed. Een reeks minimale kwaliteitseisen kan worden meegegeven, bijv. omtrent maximumtermijnen, frequentie van RT in trajecten, minimale samenstelling, traject wordt OP de RT ingezet en niet enkel een bekrachtiging, makkelijk bereikbaar voor alle partners, MP is geen partner op de RT, etc.

120 Kortom, er wordt dus een nieuw orgaan gecreëerd, bijvoorbeeld bureau (dixit Filip) of expertisecentrum (dixit Els), waar start LR-traject begint met organiseren RT. Conclusies: *Inhoudelijk conceptueel nog toevoegen, tekst voor indiening Prijs Jeugdzorg kan hiervoor worden gebruikt (als bijlage bij verslag). *In het 3e wiel (aanbieders SI) mag (moet) een grote diversiteit aan SI aanwezig zijn, bij voorkeur zelfs een breed pallet aan concepten en werkwijzen, zodat maximaal op maat van elke jongere kan worden gewerkt. * onafhankelijk bij kwaliteitseisen schrappen en tav wordt tussen *Verhouding met onderwijs expliciteren *Beheersstructuur nog uitwerken (zowel inhoudelijk als financieel/administratief) *De organisatie/lokalisatie van de RT mag zich niet in het Meldpunt bevinden, en mag ook niet in een SI ingebed zitten (=geen enkel tandwiel kan dus samenvallen met ander tandwiel). Het zijn met andere woorden drie functies die los van elkaar moeten functioneren. De RT mag dus niet door een SI worden voorgezeten, omdat de RT sturing geeft aan het Leerrechttraject dat op dat moment onafhankelijk van het aanbod moet kunnen doorgaan. Vier bezorgdheden hierbij: (1) zullen de LR-trajecten nog voldoende snel kunnen worden opgestart? Of maw, hoe vlot haken de drie tandwielen in elkaar? (2) er moet dan voldoende capaciteit in 2 e tandwiel kunnen worden verwerkt, tot en met einde van het schooljaar (3) quid verdeling middelen over twee tandwielen (lees: kostprijs voor RT)? (4) quid in landelijke regio s? blijft dan opsplitsing tussen 2 e en 3 e tandwiel nog haalbaar? 120 Afspraken omtrent verdere redactie Tonuso bezorgt verslag ten laatste op Andere documenten: tekst van Martine en tekst prijs Jeugdzorg. Filip en Karel en Martine verzorgen tweede redactie van tekst, ten laatste tegen eind oktober wordt die verspreid. Terugkoppeling werkveld Tijdens de feedbackdag in april werd uitdrukkelijk gesteld dat iedereen welkom is op de beleidsgroep. Er komt een eindproduct vanuit de beleidsgroep met hierna een beslissing vanuit de Provincie. Op dit moment een tweede terugkoppeling organiseren lijkt niet zinvol. Aan het eind van het traject kan de verspreiding van de tekst zeker wel, in één of andere vorm dat nog moet worden beslist, eventueel in samenwerking met de Provincie. Verdere planning beleidsgroep Op de volgende beleidsgroep van wordt de tweede redactie van de tekst besproken en afgeklopt. Nadien kan hij binnen onderwijs worden verspreid. Aangezien de data van de verschillende stuurgroepen niet volledig accorderen met onze planning, kan de inhoud van de tekst nu reeds worden toegelicht ( A-H-V is dit 19.10, Bxl en Leuven 2.10). De regionale stuurgroepen IJH kunnen wel na 13.11, die van Vl-Brabant is op en Bxl op 13.12

121 Varia: Stand van zaken twee andere opdrachten (MP en transfer naar onderwijs)? *MP= wordt op volgende beleidsgroep geagendeerd. Twee regio s moeten nog standpunt innemen omtrent uitbreiding van MP. Ivm registratie mogen we nadenken omtrent de vraag = welke vragen willen we vanuit de registratie beantwoord zien? *Transfer naar onderwijs: de dag zal doorgaan op of Werkgroepje bereidt dit voor, is wel beperkt maar loopt. Nog veel werk om de dag concrete inhoud te geven. Op volgende beleidsgroep worden de plannen concreter toegelicht. (Ter info: binnenkort een studiedag over herstelgericht en oplossingsgericht werken op school is alvast voorbeeld van een transfer van welzijn naar onderwijs) Stuurgroepen Leerrecht Brussel en Halle-Vilvoorde Vatstelling is dat stuurgroep H-V een voorzitter heeft maar beperkte opkomst en stuurgroep Brussel net omgekeerd: heel wat geëngageerde partners maar geen voorzitter? En dus kwam logisch de gedachte tot samenwerking opborrelen. Conclusie: we wachten concept vanuit beleidsgroep af om definitieve beslissingen te nemen. Voorlopig wordt er samengewerkt door de twee stuurgroepen samen te laten doorgaan. -Ter info: Filip: Vanaf geen subsidies meer voor MP. Voorstel om voor vanuit beleidsgroep nieuwe aanvraag doen en dan zouden er opnieuw centjes zijn vanaf april. Eventueel kunnen de CLB s de overbrugging dekken? Sven: vanaf zou 1/2 VTE vanuit Welzijn doorlopen 121

122 13.5. Verslag beleidsgroep : 13 november 2012 Aanwezig: Verontschuldigd Filip Mels, Georges Baeten, Koen Elsen, Karel De Vos, Ann Sophie Labar, Sven Timmermans, Elke Verlaenen, Pats Vancrombruggen, Els Vrijdag, Vicky Viktor, An Sprangers, Marian Haspeslagh, Jan Benaerts, Jan De Cooman, Marie- Thérèse Michel,Els Breunig, Isabel Van Gelder Dirk De Rijdt Goedkeuring en opvolging vorig verslag (20 september 2012) Het verslag wordt goedgekeurd. Stand van zaken landschapstekening Zie tekst Landschapstekening (geredigeerd en eindversie) in bijlage. We hopen met deze tekst een consensus te verkrijgen van de leden van de beleidsgroep. De procestekening moet is essentie gevolgd en erkend worden door iedereen. Indien er een finaal akkoord is, zal deze tekst ter goedkeuring voorgelegd worden naar de regionale stuurgroep integrale jeugdhulp Vlaams-Brabant van 22 november. Daarna ook aan de RSG Brussel. Er wordt (na goedkeuring) een samenvatting voorgelegd aan het managementscomité IJH. De schriftelijke reacties die binnen kwamen (Dirk De Rijdt, Luc Deneffe) waren ondersteunend voor het globaal concept. Filip verwerkte opmerkingen waar dit zonder discussie mogelijk was in de tekst. 122 Suggesties/opmerkingen van de leden van de beleidsgroep: Het woord hulpprogramma roept vragen op. Onderwijs heeft ook een belangrijke rol in dit speelveld en is niet gevat in IJH. Het woord wordt is gekozen om strategische redenen. Het geeft een kapstok in integrale jeugdhulp. Het luik time-out, POT, onderwijs is in de tekst ook niet beschreven. De doelstelling van de tekst is niet om het continuüm van de zorg volledig mee te nemen, maar gaat over Leerrecht en het Meldpunt. In de inleiding zal de situering (beperking) van de landschapstekening wel verhelderd worden. Vertraagt deze constructie de opstart (RT) van sommige projecten niet? Vrees voor vertraging is terecht, maar het is ook een principiële keuze om gezien de ernst van de beslissing voldoende gewicht te geven aan het moment en de kwaliteit van het proces. In het verleden werd het installeren van een RT als positief ervaren. Aandacht voor de spreiding van de middelen: leerrecht heeft maar zin als de leerplekken beschikbaar zijn (en gefinancierd worden). Vraag naar financiering van de plekken is opgenomen in de tekst. Verduidelijking trajectbegeleiding (2 e tandwiel) Trajectbegeleider moet niet per sé de persoon zijn die de RT leidt, maar kan ook actief zijn in het derde tandwiel. Diegene die de RT inricht heeft de opdracht deze te leiden en de trajectbegeleiding toe te wijzen. Op de RT kan beslist worden dat deze persoon de

123 trajectbegeleiding zelf kan doen (of iemand anders). De organisatie van het hulpprogramma Leerrecht is opgebouwd rond functies. Een functie is een geheel van activiteiten die functioneel samenhangen en doelgericht zijn. Functies vallen niet noodzakelijk samen met specifieke inrichters of beheerders, wat nauw aansluit bij de realiteit van netwerken. De titel onder wordt Draaischijf Leerrecht: inrichten van Ronde Tafels en toewijzen van trajectbegeleiding. Onder functies in de tekst (4.5) wordt een extra punt aangebracht, namelijk een aparte omschrijving van wie de trajectbegeleiding kan opnemen. Bij sommigen bestaat de vrees dat de onafhankelijke deskundige die de RT voorzit zich in een hiërarchische positie bevindt tegenover de aanbieders van trajectbegeleiding, aangezien hij / zij ook zelf de trajectbegeleiding kan opnemen. Dit is uitdrukkelijk niet de bedoeling. De rondetafel beslist welke actor als trajectbegeleider meest functioneel is. Dit kan samenhangen met specifieke noden van de cliënt of met kenmerken van de trajectbegeleider. De stuurgroep leerrecht moet bewaken of gelijkwaardigheid van alle actoren gerealiseerd is. Waar situeren de huidige activiteiten van Reisburo zich in dit schema? Aangezien het om trajectbegeleiding gaat: In het 2 e tandwiel. Er is een verbazing vanuit de regionale stuurgroep van Brussel dat POT en Time-Out hebben een aparte plaats hebben gekregen. Dit is te verantwoorden vanuit de basisoptie van de tekst om niet te focussen op time-out en POT. 1 stuurgroep voor de 3 regio s en toch 3 netwerken hoe dit georganiseerd moet worden moet verduidelijkt worden. Niet in de tekst opgenomen. Gebiedsgericht (lokaal verankerd) werken is belangrijk (voor netwerken en meldpunt). Andere bemerkingen die onmiddellijk in de tekst geïntegreerd konden worden werden op die manier verwerkt Vraag om expliciet te vermelden dat de netwerken leerrecht zelf een mandaat krijgen om het leerrecht te garanderen: niet weerhouden wegens geen consensus. 123 Stand van zaken meldpunt schoolexterne interventies (Filip Mels en Ann Sophie Labar) Doordat de aanvraag bij de provincie te laat werd ingediend, is er geen financiering voor het Meldpunt vanaf 31 december In Januari zal er een nieuwe aanvraag naar de provincie vertrekken (al dan niet samen met Leerrecht Asse-Halle-Vilvoorde). De CLB s hebben samen middelen verzameld, zodat het Meldpunt actief kan blijven tot de goedkeuring van de volgende aanvraag. Het Meldpunt zal vanaf januari-februari 2013 worden uitgebreid met de regio s Asse-Halle-Vilvoorde en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Wat betekent dit concreet? Vanaf januari zal het aanbod van schoolexterne interventies van beide regio s worden omschreven op de site van het Meldpunt (

124 Vanaf 15 februari zal aan de CLB-medewerkers uit de regio Asse-Halle-Vilvoorde gevraagd worden om aanmeldingen, bedoeld voor schoolexterne interventies, via het online-formulier te laten gebeuren, zoals dit reeds voor de regio Vlaams-Brabant-Oost het geval is. De aanmeldingen bedoeld voor de schoolexterne interventies uit Brussel, dienen nog steeds te gebeuren door contact name met de aanbieders in kwestie (en niet via het online-formulier). Deze uitbreiding zal het mogelijk maken op basis van de gegevens in de databank van het Meldpunt het geheel van schoolexterne interventies in Vlaams-Brabant en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in kaart te brengen. Er wordt een mail gestuurd naar al de schoolexterne initiatieven (SI) in de regio Asse-Halle-Vilvoorde en Brussels hoofdstedelijk gewest om hun aanbod te omschrijven (Ann Sophie vult de nodige informatie al in met de informatie vanuit de landschapstekening). Deze informatie is bedoeld voor de site van het Meldpunt. Zij zal ook bij de SI s op bezoek gaan om een duidelijk beeld te krijgen over hun aanbod, doelgroep, werkingsgebied, Ook wordt er gekeken of het haalbaar zou zijn om de aanmeldingen van het schooljaar van deze twee regio s met terugwerkende kracht in de databank kunnen geplaatst worden. Stand van zaken transfer naar onderwijs (Sven Timmermans) Vanuit de provincie werden 2 opdrachten of vragen gesteld: het organiseren van een open projectendag (zoals die al om de twee jaar in Leuven wordt georganiseerd) en het opzetten van een uitwisseling rond methodieken tussen Onderwijs en Welzijn. Wij bundelden deze vragen en organiseren op 7 maart 2013 de studiedag "Wisselstroom - een uitwisseling over jongeren tussen onderwijs en welzijn". Deze gaat door in De Zandloper te Wemmel. 124 Momenteel is er een voorlopig programma. In de voormiddag zou er een gemeenschappelijk gedeelte zijn met twee sprekers (over schooluitval en de werkzame bestanden van schoolexterne interventies). In de namiddag zal er een voorstelling zijn van de methodieken die worden gebruikt in de SI s. (vb. Ronde tafel, leerplekken, rots&water, ervaringsleren, LSCI, vuur werkt). Het doelpubliek voor deze dag zijn leerlingenbegeleiders, zorgleekrachten, CLB s en schooldirecties. De Provincie zorgt voor de financiering en aankondiging. Volgende vergadering: u 16.00u VAC Leuven Agendapunten: Werkwijze verspreiding tekst landschapstekening bij alle actoren Onderzoek databank meldpunt SI Opvolging regionale stuurgroepen en managementcomité IJH Stand van zaken financiering meldpunt en netwerk leerrecht AHV en Brussel

125 13.6. Verslag beleidsgroep : 18 december 2012 Aanwezig: Verontschuldigd Verslag Dirk De Rijdt, Filip Mels, Georges Baeten, Koen Elsen, Karel De Vos, Ann Sophie Labar, Sven Timmermans, Elke Verlaenen, Pats Van Crombruggen,, An Spranger, Jan Benaerts, Jan De Cooman, Marie- Thérèse Michel, Isabel Van Gelder, Els Breunig, Martine Puttaert, Marian Haspelslagh, Els Vrijdag, Vicky Victor, Lies Vereecke, Hilde Geudens. Ann Sophie Labar Goedkeuring en opvolging vorig verslag (13 november 2012) Het verslag wordt goedgekeurd. Stand van zaken Landschapstekening Netwerken Leerrecht Feedback stuurgroepen: Vanuit de stuurgroepen leerrecht werd er aangegeven dat de meeste mensen zich konden vinden in de tekst. Er zijn enkele aandachtspunten Er leeft nog steeds de vrees bij partners in de netwerken dat het aanmeldings- en toewijzingsproces het leerrechttrajct kan vertragen. De beleidsgroep oordeelt dat dit een belangrijk item is om op te blijven volgen. Dit is in elk geval niet de bedoeling. Ook de vraag of deze tekening moet openstaan voor vragen vanuit het lager onderwijs komt aan bod. Maar vanuit een reguliere time-out is er geen aanbod voor LO. Netwerk Leerrecht, Reisburo en Roulot werken met leerlingen vanaf 12 jaar (cfr.leerplekken><kinderarbeid). Enkel de Wereld van Indra heeft een aanbod voor LO, namelijk vanaf 6 jaar). De Wereld van Indra gaf aan dat er enkel over gefinancierde leerplekken of leerplekken met reeds een dagprijs word gesproken ( 3e tandwiel). Zij beogen met hun project ook een structurele verankering en vinden zich hierdoor niet terug in de tekst. Conclusie : De beleidsgroep zegt dat aanbod als de wereld van Indra zeker van belang is en in het netwerk thuishoort. In de oplijsting zal het vermeld zijn. Men is zeker bereid om samen na te denken over hoe dit kan worden aangepakt. Er zal vanuit de stuurgroep Leerrecht Brussel-Asse-Halle-Vilvoorde initiatief genomen worden om contact op te nemen met directies van de voorzieningen uit de streek. Er zal extra documentatie als bijlage bij de tekst worden geplaatst. Namelijk een opsomming van de schoolexterne interventies vanuit de landschapstekening (overzicht gemaakt door Tonuso) en eventueel het rapport van het meldpunt SI. 125 We kunnen concluderen dat deze tekst definitief is met de toevoeging van 1 tot 2 bijlagen. Verspreiding tekst + officiële overhandiging: De tekst zal verspreid worden eind februari/begin maart via een persconferentie aan de gouverneur en de députées. Dit wordt afzonderlijk gedaan in beide regio s (Vlaams-Brabant en Brussel).

126 Het rapport van het Meldpunt kan eventueel in bijlage worden gezet indien deze klaar is tegen de opgegeven datum. Filip Mels en Sven Timmermans hebben vrijdag een afspraak met Els Breunig en zullen dit voorstel aankaarten. Het voorstel tot datumbepaling wordt aan de députées gelaten.(er is al afgesproken ondertussen dat Els Breunig initiatief zal nemen voor Vlaams Brabant) Vanaf het moment dat de tekst in definitieve vorm beschikbaar is, mag deze aan alle mogelijke belangstellenden/platfora verspreid worden. Karel De Vos zal de tekst zeker doorsturen naar de stuurgroep onderwijs en welzijn An Sprangers bezorgt de tekst aan de VUB, die een opdracht heeft via de VGC om een onderzoek te leiden naar dagbestedingsprojecten. Stand van zaken financiering van de drie netwerken leerrecht: Brussel: Nog geen officiële goedkeuring vanuit de VGC, maar alle kaarten liggen goed. Indien een positieve besluitvorming kan het gaan over 1,5 FTE die we kunnen inzetten. AHV: Toekenning halftime vanuit welzijn. Vanuit onderwijs moeten ze nog samenzitten met de provincie. Leuven: Nog 1 jaar gegarandeerd Ook de structurele financiële verankering van Meldpunt en netwerk Leerrecht is een belangrijk thema om op te volgen voor de beleidsgroep. Stand van zaken meldpunt schoolexterne interventies (toelichting : Filip Mels 126 en Ann Sophie Labar) Het gaat om een voorlopig rapport, er moet tevens nog een inleiding en een besluit bij geschreven worden. Er zal in de inleiding duidelijk gemaakt moeten worden dat dit een beschrijvend onderzoek is vanuit de gegevens van de databank van het Meldpunt SI. Er werd aan de beleidsgroep gevraagd of er bijkomende onderzoeksvragen/opmerkingen waren. Consistent doortrekken van vermelding percentages in tabellen (naast de absolute aantallen) Positief verwoorden van de commentaren Nummering van tabellen en grafieken zijn niet steeds chronologisch Tabel 4.3 wordt geschrapt Tabel + grafiek 5.2 : Er zal een extra tekst geschreven moeten worden om duidelijk te maken dat het aantal niet-starters in het 3 e trimester een onderschatting is. Aangezien de aanmelders weten dat sommige aanbieders hun maximum capaciteit hebben bereikt (vb. LTO is opgebruikt) of dat anderen een wachtlijst hebben, zullen zij hun aanmelding naar een andere aanbieder richten of zelf geen aanmelding meer doen. Is het noodzakelijk om in de toekomst na te denken om op het aanmeldingsformulier een extra vraag toe te voegen? hebt u deze aanmelding gedaan bij uw 1 e keuze? Onderaan tabel 5.4, de categorieën: ook hiervan cijfers genereren. Punt 6 laten vallen wegens te weinig relevantie. Wel kan dit in tekst geplaatst worden bij punt 5.

127 Naar volgend jaar toe bij de aanpassing van de aanmeldingsfiche een extra vraag toevoegen bij DBSO, namelijk is deze leerling reeds naar POT geweest. Zo kan er besloten worden hoeveel POT ers in een andere SI terecht komen. Stand van zaken transfer naar onderwijs (Sven Timmermans) Sven heeft gisteren de tekst van vooraankondiging bezorgd aan Willy van Nieuwenhuyzen. Kort nadien zal deze verspreidt worden. Tom van Waterschoot zal één van de sprekers zijn en er wordt ook eventueel gedacht aan Nicole Vettenburg. Sven appelleert op Lies van Groep Intro om naar arbeidsondersteuning dingen duidelijk te krijgen. Rol van de beleidsgroep in Vanuit de ervaring van dit jaar, zijn de aanwezigen het erover eens dat de beleidsgroep ifv strategische ontwikkelingen haar rol heeft gespeeld. Men ziet zelf volgende thema s voor 2013 om beleidsgroep te behouden voor Vlaams Brabant en Brussel HG. We zien dezelfde rode draad als afgelopen werkjaar Strategische en structurele aspecten van schoolexterne interventies Opvolgen van de ontwikkeling van het nodige aanbod Opvolging van de financiering Behandelen van structurele problemen, bv. de instroom van LO-kinderen Opvolgen van de hypothetische zorgen van de processen (vb. vertraging) Strategische en structurele aspecten van verbinding/uitwisseling onderwijs en welzijn Discussies stuurgroep onderwijs-welzijn Strategische en structurele aspecten van de meldpuntwerking 127 De beleidsgroep zal zich dus enkel bezig houden met de strategische en financiële ontwikkelingen. Netwerkstuurgroepen kunnen zich dan focussen op de concrete en ibhoudelijke werking van het netwerk in hun werkingsgebied. De beleidsgroep vraagt om deze opdracht van de beleidsgroep af te toetsen bij de netwerkstuurgroepen. Varia De volgende beleidsgroep werd gepland op

128 19 maart 2013 om 13u30 tot 15u30 in het VAC gebouw te Leuven. Zaal 5A 128

129 14. Inhoudstafel van het rapport Meldpunt schoolexterne interventies. Ontsluiting van de gegevens van de databank. Aanmeldingen Vlaams-Brabant-Oost schooljaar