Genetische identificatie van patiënten en families met lange-qt-syndroom: grote regionale verschillen in de resultaten van 10 jaar
|
|
- Esther Geerts
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 oorspronkelijke stukken Genetische identificatie van patiënten en families met lange-qt-syndroom: grote regionale verschillen in de resultaten van 10 jaar N.Hofman, P.G.Postema, I.M.van Langen, E.A.Nannenberg, M.Alders, R.Jongbloed, H.J.M.Smeets en A.A.M.Wilde Zie ook het artikel op bl Doel. Inventariseren van de verwijzing van Nederlandse patiënten met lange-qt-syndroom (LQTS) op grond van de postcodes van de indexpatiënten van wie bloedmonsters ingestuurd werden voor DNAdiagnostiek. Opzet. Retrospectief cohortonderzoek. Methode. Vanuit de databanken die gekoppeld zijn aan de DNA-diagnostiek werden de indexpatiënten, voor wie LQTS-diagnostiek werd aangevraagd bij de 2 klinisch-genetische centra (in het Academisch Medisch Centrum in Amsterdam en het Academisch Ziekenhuis Maastricht) in de periode , geïncludeerd. De diagnostiek werd in kaart gebracht met de postcode van de verwezen patiënt en gecorrigeerd voor het aantal inwoners van de betreffende regio s. Resultaten. In totaal werden 421 potentiële indexpatiënten geïncludeerd. Gecorrigeerd voor het aantal inwoners in de diverse postcodegebieden werd een variatie gevonden van verwijzing van per miljoen inwoners. Gezien de prevalentieschatting van 1:2000 werd tot op heden slechts 15% van de LQTS-mutatiedragers opgespoord. Conclusie. Er waren grote regionale verschillen in Nederland in het aanvragen van DNA-diagnostiek bij patiënten met klinisch LQTS. Het overgrote deel van de LQTS-patiënten in Nederland werd nog niet verwezen of geïdentificeerd. Uitbreiding van scholing en nascholing door de medewerkers van de cardiogenetische centra voor huisartsen en cardiologen in het land is aangewezen. Ned Tijdschr Geneeskd. 2007;151:644-8 Academisch Medisch Centrum/Universiteit van Amsterdam, Huispost M0-229, Meibergdreef 9, 1105 AZ Amsterdam. Afd. Klinische Genetica: mw.n.hofman, genetisch consulent; mw.dr. I.M.van Langen, klinisch geneticus; mw.e.a.nannenberg, assistent-geneeskundige; mw.dr.m.alders, klinisch moleculair geneticus. Afd. Cardiologie: hr.p.g.postema, arts-onderzoeker; hr.prof.dr.a.a.m. Wilde, cardioloog. Academisch Ziekenhuis Maastricht, afd. Klinische Genetica, Cardiovasculair Research Instituut Maastricht, Maastricht. Mw.dr.R.Jongbloed, moleculair geneticus; hr.dr.h.j.m.smeets, klinisch moleculair geneticus. Correspondentieadres: mw.n.hofman (n.hofman@amc.uva.nl). Het lange-qt-syndroom (LQTS) is met een geschatte prevalentie van 1:2000 levendgeborenen de meest voorkomende primair elektrische, erfelijke hartritmestoornis. 1 LQTS kenmerkt zich door een abnormale vorm van de ST-segmenten en een verlenging van de QT-tijd op het oppervlakte-ecg. LQTS kan zich op diverse leeftijden manifesteren, maar de eerste symptomen doen zich vaak al op jonge kinderleeftijd voor. 2 De symptomen variëren van duizeligheid tot recidiverende syncopes en plotselinge hartdood. LQTS is een genetisch heterogeen ziektebeeld: sinds de eerste beschrijving in 1957 zijn inmiddels 8 verschillende typen te onderscheiden op basis van hun moleculaire achtergrond (LQT1-8). 3-5 Alle typen LQTS erven autosomaal dominant over, met uitzondering van het zeer zeldzame autosomaal recessief overervende syndroom van Jervell en Lange- Nielsen, waarbij naast een verlengde QT-tijd ook aan geboren doofheid bestaat. 6 De klinische expressie van de verschillende typen is wisselend en de penetrantie, dat wil zeggen dat deel van de dragers bij wie de ziekte tot uiting komt, bedraagt ongeveer 50%, met uitschieters naar beneden. 7 De meeste genetisch geïdentificeerde families blijken LQTS type 1, 2 of 3 te hebben, namelijk ongeveer 85%. 8 De diagnose LQTS is in de regel met cardiologisch onderzoek te stellen. De opbrengst van DNA-diagnostiek bij LQTS ligt rond de 65%. Dit is het percentage indexpatiënten (dat zijn personen met symptomen bij wie in de familie nog niet eerder DNA-diagnostiek werd verricht) bij wie een pathogene mutatie wordt gevonden in de onderzochte genen. Bij de overige 35% is de diagnose LQTS niet zeker of zij hebben een mutatie in niet-onderzochte of nog onbekende genen. Hoewel de diagnose LQTS zoals gezegd met car diologisch onderzoek is te stellen, is genotypering van LQTSpatiënten van belang voor de genotype-specifieke adviezen en behandelopties In Nederland wordt DNA-diagnostiek naar LQTS sinds 644 Ned Tijdschr Geneeskd maart;151(11)
2 1996 aangeboden door 2 klinisch-genetische centra, die in het Academisch Medisch Centrum (AMC) in Amsterdam en het Academisch Ziekenhuis Maastricht (AZM) in Maastricht. In de afgelopen 10 jaar werden in toenemende mate patiënten naar de diverse poliklinieken voor cardiogenetica in het land verwezen. Indien bij de DNA-diagnostiek een pathogene mutatie wordt aangetoond in een van de betrokken genen, kan vervolgens de naaste familie van de indexpatiënt worden onderzocht op dragerschap van deze specifieke mutatie, de zogeheten cascadescreening. Familieleden laten meestal minder concrete afwijkingen op het ecg zien, waardoor dragerschap van een mutatie op grond van cardiologisch onderzoek alleen soms zeer moeilijk te bepalen is. 11 Op basis van de recentst berekende prevalentie van 1:2000, wordt in Nederland het aantal LQTS-patiënten geschat op 500 per miljoen personen, dat wil zeggen in totaal 8000 patiënten. 1 De conservatievere, maar tot recent aangehouden prevalentie van 1:5000 leidt tot een geschat vóórkomen van 3200 patiënten in Nederland, ofwel 200 per miljoen. Wij onderzochten na 10 jaar DNA-diagnostiek op LQTS bij de indexpatiënten bij wie tot nu toe het genotype bepaald werd uit welke regio s van Nederland zij afkomstig waren dan wel waar zij woonachtig waren. Hieruit kan direct afgeleid worden vanuit welke regio s wel, geen of nauwelijks patiënten verwezen werden voor moleculaire LQTS-diagnostiek. Aan de hand van de postcodes keken wij naar de herkomst van de voor DNA-diagnostiek verwezen indexpatiënten. Op die manier konden eventuele grote regionale verschillen in het verwijzingspatroon geïnventariseerd worden. patiënten en methoden In Nederland wordt DNA-diagnostiek naar LQTS aangeboden sinds 1996, de eerste verwijzingen naar klinisch-genetische centra dateren derhalve uit dat jaar. Voor deze studie analyseerden wij de gegevens van de indexpatiënten die van januari 1996-juli 2005 verwezen werden. Beide centra voor DNA-diagnostiek achterhaalden geboortedata, geslacht en postcodes van de betreffende indexpatiënten in afgeschermde, niet-openbare databanken die gekoppeld werden aan de diagnostische data. Deze gegevens werden vervolgens gecontroleerd op eventuele dubbele registraties. Dubbeltellingen konden veroorzaakt worden doordat bloedmonsters van patiënten met symptomen uit dezelfde familie, met dezelfde indexpatiënt, onafhankelijk van elkaar waren ingestuurd (dat was te controleren op geboortedatum), of doordat materiaal van verschillende familieleden als indexpatiënt door verschillende verwijzers was ingestuurd (dat was te controleren op grond van dubbele eerste beide cijfers van de postcode en de achternamen). In voorkomende gevallen werden de te vergelijken gegevens uitgebreid met achternamen en de eventueel gevonden mutatie. In Nederland hebben wij circa postcodegebieden. De analyse werd uitgevoerd op basis van de zogenaamde PC2-code (die bestaat uit de eerste 2 cijfers van de postcode) van de indexpatiënt, dus niet op basis van het centrum waar de diagnostiek werd uitgevoerd. Deze 90 verschillende PC2-codes (10, 11, tot en met 99) hadden gemiddeld inwoners (uitersten: ). De verschillende aantallen indexpatiënten per PC2-code werden met gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) gecorrigeerd voor het aantal inwoners in het betreffende PC2-codegebied. Aan de hand van de veronderstelde prevalentie van LQTS in Nederland werd berekend hoeveel patiënten per PC2-code nog opgespoord zouden kunnen worden. Hiervoor werd zowel de recentste prevalentie van 1:2000 als de conservatievere van 1:5000 gebruikt. Uit het tot op heden gevonden gemiddelde aantal mutatiedragers van 4,5 per familie (inclusief de indexpatiënt) werd het aantal indexpatiënten dat nog onderzocht zou kunnen worden voor DNA-diagnostiek afgeleid. De gegevens werden gevisualiseerd met het softwarepakket MapInfo Professional (MapInfo, Toronto, Canada). resultaten In totaal werd in Nederland in de periode januari 1996-juli 2005 materiaal van 421 indexpatiënten doorgestuurd naar een klinisch-genetisch centrum voor DNA-diagnostiek op LQTS. Uit 6 postcodegebieden werd geen enkele patiënt verwezen, terwijl de andere PC2-gebieden per code 1-25 patiënten opleverden. Na correctie van het aantal inwoners (in miljoenen) werd het hoogste aantal personen verwezen uit PC2-code 62 (omgeving Maastricht; n = 25; aantal inwoners ) en het kleinste uit PC2-code 75 (omgeving Enschede; n = 1; aantal inwoners ). De 6 PC2-gebieden waaruit geen enkele verwijzing kwam, lagen verspreid over het land en telden tot inwoners. Uit deze analyse bleek het verschil van het aantal verwijzingen per PC2-code te variëren van 3 per miljoen inwoners tot het ruim 35-voudige daarvan: namelijk 110 per miljoen (figuur 1). Opvallend was de hogere concentratie verwezen indexpatiënten in de regio s van de academische ziekenhuizen met de al langer bestaande poliklinieken Cardiogenetica: Groningen, Amsterdam en Maastricht (zie figuur 1). Landelijk waren bij afsluiting van het onderzoek ongeveer 1200 mutatiedragers, inclusief de indexpatiënten, opgespoord met cascadescreening: dit was 15% van het te verwachten aantal van 8000 personen die volgens de laatste prevalentieschatting aangedaan zouden zijn en daarmee at risk. Uitgaande van het opgespoorde gemiddelde aantal mutatiedragers per familie (4,5 inclusief de indexpatiënt) en de 2 veronderstelde LQTS-prevalentiefrequenties (1:2000 en 1:5000) werden de regionale verschillen nader in kaart gebracht. Op deze wijze werd inzichtelijk gemaakt hoeveel Ned Tijdschr Geneeskd maart;151(11) 645
3 (1) (5) (5) (6) (7) (26) (21) 5-9 (10) 1-4 (3) 0 (6) figuur 1. Aantal patiënten met de klinische diagnose lange-qtsyndroom van wie bloed werd opgestuurd voor DNA-diagnostiek, gecorrigeerd voor het aantal inwoners van het betreffende postcodegebied per miljoen inwoners (tussen haakjes: aantal postcodegebieden). indexpatiënten per PC2-code er naar verwachting nog niet geïdentificeerd waren. Dit aantal varieerde van 5 (daarbij zou er overdiagnostiek kunnen zijn) tot +49, uitgaande van een prevalentie van 1:2000 en van 20 tot +20 bij een prevalentie van 1:5000 (figuur 2). beschouwing In deze studie brachten wij de postcodegebieden van de in Nederland wonende indexpatiënten met klinische diagnose LQTS in kaart, van wie een bloedmonster werd ingestuurd voor DNA-diagnostiek. Uit de resultaten kan worden opgemaakt dat er opvallend grote regionale verschillen waren. Zoals af te lezen uit figuur 1, was in de regio Amsterdam en Maastricht het grootste aantal aanvragen voor DNA-diagnostiek ingestuurd. In deze figuur werd gecorrigeerd voor het aantal inwoners per gebied en uit bijvoorbeeld Noord- Friesland waren evenveel aanvragen ingestuurd. Het lijkt onwaarschijnlijk dat regionale verschillen voortkomen uit een verschil van prevalentie in verschillende delen van het land, omdat er in Nederland bij LQTS, voor zover bekend, geen zogenaamde founder -mutaties zijn aangetoond, zoals dit wel het geval is bij bijvoorbeeld hypertrofische cardiomyopathie en familiaire hypercholesterolemie (een foundermutatie is een vaker voorkomende mutatie die terug te voeren is op één voorouder, de founder (stam vader), in een tijdlang, waarschijnlijk geïsoleerde populatie). Dergelijke foundermutaties kunnen leiden tot een verhoogd vóórkomen van een erfelijke aandoening in een bepaalde regio, omdat meerdere generaties van deze families vaak in dezelfde regio blijven wonen en van generatie op generatie de mutatie overerven. Ook leken etnische verschillen (van belang in bepaalde postcoderegio s) geen rol te spelen, aangezien er geen aanwijzingen zijn dat LQTS bij bepaalde etnische identiteiten meer of minder voorkomt. Mogelijke verklaringen voor de gevonden regionale verschillen zouden kunnen zijn (a) dat LQTS-patiënten in bepaalde regio s niet herkend worden door de betrokken huisartsen en specialisten of (b) dat zij wel herkend worden, maar niet verwezen naar een genetisch centrum voor DNAdiagnostiek. Het is van groot belang te benadrukken dat het moleculair-genetische substraat de behandelingsstrategie bepaalt, voor zowel leefstijladviezen als de keuze van medicatie of invasieve behandelingsopties. De onbekendheid met onder meer deze primair elektrische hartritmestoornis in combinatie met de mogelijkheden van DNA-diagnostiek werd reeds eerder gepubliceerd na een enquête gehouden onder Nederlandse cardiologen. 14 De hogere concentratie verwijzingen rondom de bestaande poliklinieken voor cardiogenetica pleit mogelijk voor regionaal grotere bekendheid met het ziektebeeld. Over problemen bij de implementatie van verwijzen naar aanleiding van toenemende beschikbare moleculaire diagnostiek is, voor zover bekend, niet eerder geschreven. Het aantal patiënten met LQTS bij wie nog het genotype bepaald zou kunnen worden op basis van een geschatte prevalentie van 1:2000 of 1:5000 valt op te maken uit figuur 2. Wanneer deze figuur vergeleken wordt met figuur 1, blijkt bijvoorbeeld dat er in de regio Amsterdam reeds een groot aantal patiënten werd verwezen. Echter, op basis van de nieuwste prevalentieschatting van 1:2000 blijkt dit nog maar 30% van het verwachte aantal indexpatiënten te zijn. Verder blijkt dat in de regio Maastricht, gecorrigeerd voor het aantal inwoners in deze regio, een relatief groot aantal indexpatiënten wordt verwezen. Of het hierbij daadwerkelijk gaat om overdiagnostiek hebben wij niet onderzocht. Onze resultaten impliceren dat de voorlichting aan huisartsen en cardiologen in de regio s vanwaaruit weinig patiënten verwezen werden mogelijk onvoldoende is geweest. Gerichte scholing en nascholing door de cardiologen en klinisch genetici/genetisch consulenten van de polikliniek Cardiogenetica zouden hierin verandering kunnen brengen; daarbij dient de aandacht uit te gaan naar zowel de aard en de erfelijkheid van het LQTS als de indicaties voor ver- 646 Ned Tijdschr Geneeskd maart;151(11)
4 (0) (0) (0) (3) (1) (14) (53) 5-9 (11) 1-4 (7) 0 (0) 1 (0) 5-2 (1) 10-6 (0) (0) (0) (0) (0) (0) (0) (0) (3) 5-9 (22) 1-4 (46) 0 (5) 1 (4) 5-2 (8) 10-6 (1) (1) a b figuur 2. Het aantal nog op te sporen indexpatiënten van families met lange-qt-syndroom per postcodegebied (a) uitgaande van een prevalentie van 1:2000. In formule: het aantal nog op te sporen indexpatiënten = (het aantal inwoners per postcode/2000/4,5) (het aantal indexpatiënten uit de betreffende regio van wie reeds bloed voor DNA-diagnostiek werd ingestuurd); (b) idem uitgaande van een prevalentie van 1:5000 (4,5 is het tot op heden gevonden gemiddelde aantal mutatiedragers per familie, inclusief de indexpatiënt). wijzing. Nu al kan een arts, bij twijfel over een indicatie voor verwijzing, dagelijks telefonisch of via de website (www. cardiogenetica.nl) laagdrempelig contact met de verschillende centra opnemen. Gezien de toename van het aantal cardiogenetische adviezen per jaar in de klinisch-genetische centra wordt verwacht dat binnen enkele jaren de samenwerking met diverse perifere poliklinieken voor cardiologie wordt uitgebreid, waarbij op locatie periodiek gelegenheid komt voor een cardiogenetisch consult. conclusie Er waren in Nederland grote regionale verschillen in het aantal patiënten van wie bloed was opgestuurd voor moleculaire diagnostiek naar LQTS. Mede vanuit de veronderstelling dat in Nederland na 10 jaar moleculaire diagnostiek op dit moment nog geen 20% van de LQTS-mutatiedragers is opgespoord, is het van groot belang om de verwijzende huisartsen en specialisten voldoende te informeren en te overtuigen van het belang van genetische counseling en DNA-diagnostiek. Uitbreiding van scholing en nascholing van de verwijzers in grote delen van het land lijkt opportuun. Daarnaast is het voor de verwijzers van belang te weten op welke wijze en naar welk klinisch-genetisch centrum de betreffende patiënten kunnen worden verwezen. De verschillende poliklinieken voor cardiogenetica in de verschillende academische centra van het land staan vermeld op de internetsites en ca.nl. Dit onderzoek was niet mogelijk geweest zonder de verwijzende artsen. Y.Blauw (Boston Scientific, Guidant) stelde het programma MapInfo ter beschikking. Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld. Aanvaard op 10 oktober 2006 Literatuur 1 Crotti L, Stramba-Badiali M, Ferrandi C. Prevalence of the long QT syndrome [abstract]. Circulation. 2005;112:II, II Creanza M, Dam-Koopman IM van, Wilde AAM, Robles de Medina EO. Het aangeboren lange-qt-tijdsyndroom. Ned Tijdschr Geneeskd. 1997;141: Ned Tijdschr Geneeskd maart;151(11) 647
5 3 Jervell A, Lange-Nielsen F. Congenital deaf-mutism, functional heart disease with prolongation of the Q-T interval and sudden death. Am Heart J. 1957;54: Wilde AAM, Langen IM van. Van gen naar ziekte; ionkanaaleiwitten en het lange QT-intervalsyndroom. Ned Tijdschr Geneeskd. 2000;144: Wilde AAM, Bezzina CR. Genetics of cardiac arrhythmias. Heart. 2005;91: Schwartz PJ, Spazzolini C, Crotti L, Bathen J, Amlie JP, Timothy K, et al. The Jervell and Lange-Nielsen syndrome: natural history, molecular basis, and clinical outcome. Circulation. 2006;113: Priori SG, Napolitano C, Schwartz PJ. Low penetrance in the long-qt syndrome: clinical impact. Circulation. 1999;99: Splawski I, Shen J, Timothy KW, Lehmann MH, Priori S, Robinson JL, et al. Spectrum of mutations in long-qt syndrome genes. KVLQT1, HERG, SCN5A, KCNE1, and KCNE2. Circulation. 2000;102: Schwartz PJ, Priori SG, Spazzolini C, Moss AJ, Vincent GM, Napo litano C, et al. Genotype-phenotype correlation in the long-qt syndrome: gene-specific triggers for life-threatening arrhythmias. Circulation. 2001;103: Priori SG, Napolitano C, Schwartz PJ, Grillo M, Bloise R, Ronchetti E, et al. Association of long QT syndrome loci and cardiac events among patients treated with beta-blockers. JAMA. 2004;292: Hofman N, Wilde AAM, Kaab S, Langen IM van, Tanck MW, Mannens MM, et al. Diagnostic criteria for congenital long QT syndrome in the era of molecular genetics: do we need a scoring system? Eur Heart J. [ter perse]. 12 Alders M, Jongbloed R, Deelen W, Wijngaard A van den, Doevendans P, Cate F ten, et al. The 2373insG mutation in the MYBPC3 gene is a founder mutation, which accounts for nearly one-fourth of the HCM cases in the Netherlands. Eur Heart J. 2003;24: Fouchier SW, Defesche JC, Umans-Eckenhausen MW, Kastelein JJP. The molecular basis of familial hypercholesterolemia in the Netherlands. Hum Genet. 2001;109: Langen IM van, Birnie E, Leschot NJ, Bonsel GJ, Wilde AAM. Genetic knowledge and counselling skills of Dutch cardiologists: sufficient for the genomics era? Eur Heart J. 2003;24: Abstract Genetic identification of patients and families with a long-qt syndrome: large regional differences in the result of 10 years Objective. To determine the pattern of referral of Dutch patients with a long-qt syndrome (LQTS) on the basis of the postal codes of the LQTS probands from whom blood samples were submitted for DNA diagnostics. Design. Retrospective cohort study. Method. From the databases that are coupled to DNA diagnostics, all index patients were included for whom LQTS diagnostics had been requested during the period at two clinical genetics centres (the University Medical Centre in Amsterdam and Maastricht Univer sity Hospital). The results were related to the postal code of the referred patient and corrected for the number of inhabitants of the region concerned. Results. A total of 421 potential LQTS probands were included. Corrected for the numbers of inhabitants in the various postal codes, the number of referrals varied from 3 per million to 110 per million inhabitants. In view of the most recent estimated prevalence of LQTS (1:2000), this means that only 15% of the carriers of the LQTS mutation have so far been detected. Conclusion. There were large regional differences in the Netherlands in the requests for DNA diagnostics in patients with clinical LQTS. The overwhelming majority of the LQTS patients in the Netherlands have not yet been referred or identified. Expanding the available courses for general practitioners and cardiologists that are given by the staff of the cardiogenetic centres would seem to be indicated. Ned Tijdschr Geneeskd. 2007;151: Ned Tijdschr Geneeskd maart;151(11)
CARDIOGENETICA. Marja van Brug, Verpleegkundig Specialist CNE Hartfalen 29 oktober 2013
CARDIOGENETICA Marja van Brug, Verpleegkundig Specialist CNE Hartfalen 29 oktober 2013 Inhoud Polikliniek Cardiogenetica DNA en mutaties Erfelijkheid en gedilateerde cardiomyopathie Taken Verpleegkundig
Nadere informatieCascadescreening: hoe kan het (nog) beter?
Cascadescreening: hoe kan het (nog) beter? Irene M. van Langen NACGG lustrumbijeenkomst Utrecht 22 september 2011 Wat is cascadescreening Systematisch familieonderzoek in families met (autosomaal dominant)
Nadere informatieCardiologisch onderzoek
Het lange QT-syndroom Het lange QT-syndroom (LQTS) is een erfelijke aandoening waarbij de elektrische functie van het hart is verstoord. Hierdoor is er een verhoogd risico op hartritmestoornissen. Het
Nadere informatieCardiologisch onderzoek
Het lange QT-syndroom Het lange QT-syndroom (LQTS) is een erfelijke aandoening waarbij de elektrische functie van het hart is verstoord. Hierdoor is er een verhoogd risico op hartritmestoornissen. Het
Nadere informatieCardiologisch onderzoek
Hypertrofische Cardiomyopathie Een hypertrofische cardiomyopathie (HCM) is een erfelijke aandoening waarbij de hartspier, met name het tussenschot tussen de hartkamers, is verdikt. Een verdikking van de
Nadere informatieCardiogeneticapoli VUmc. Geïntegreerd traject van opsporing, diagnostiek en behandeling
Cardiogeneticapoli VUmc Geïntegreerd traject van opsporing, diagnostiek en behandeling De gecombineerde cardiogeneticapoli van de afdelingen cardiologie en klinische genetica is bedoeld voor patiënten
Nadere informatieCentrum voor Erfelijke Hartziekten UZ Gasthuisberg, Leuven
Centrum voor Erfelijke Hartziekten UZ Gasthuisberg, Leuven Cardiogenetica Prognostische aspecten: diagnostisch en predictief Cardiogenetica De genen bij hart-ritme-stoornissen, hypertrofische en gedilateerde
Nadere informatieCardiologisch onderzoek
Non-compactie Cardiomyopathie Een non-compactie cardiomyopathie (NCCM) is een aandoening waarbij er diepe groeven in de hartspier zitten. NCCM kan het enige verschijnsel zijn, maar kan ook worden gevonden
Nadere informatieCardiologisch onderzoek
Het Brugada-syndroom Het Brugada-syndroom (BrS) is een aandoening waarbij de elektrische functie van het hart is verstoord. Op het elektrocardiogram (ECG of hartfilmpje) is de aandoening meestal te herkennen.
Nadere informatieGenetische testen. Professor Martina Cornel and Professor Heather Skirton Gen-Equip Project.
Genetische testen Professor Martina Cornel and Professor Heather Skirton Gen-Equip Project. Inzicht krijgen in genetische testen en testresultaten Inhoud Wat is genetisch testen? Klinische toepassingen
Nadere informatieCardiologisch onderzoek
Hypertrofische Cardiomyopathie Een hypertrofische cardiomyopathie (HCM) is een erfelijke aandoening waarbij de hartspier, met name het tussenschot tussen de hartkamers, is verdikt. Een verdikking van de
Nadere informatieCardiogenetische testing (probands) - Antwerp. Cardiomyopathy panel (n=51 genes) Arrhythmia panel (n=51 genes) Aneurysm panel (n=30 genes)
Cardiogenetische testing (probands) - Antwerp 800 800 700 700 600 500 400 300 600 500 400 300 Cardiomyopathy panel (n=51 genes) Arrhythmia panel (n=51 genes) Aneurysm panel (n=30 genes) 200 200 100 100
Nadere informatieHartziekten door PLN mutatie Wat is de rol van de cardioloog
Hartziekten door PLN mutatie Wat is de rol van de cardioloog Patiëntendag PLN vereniging Paul van Haelst, cardioloog Antonius Ziekenhuis Sneek Erfelijke hartziekten Welke hartziekten kunnen erfelijk zijn?
Nadere informatieVan gen tot genoom en daarbuiten: recente revoluties in genetisch onderzoek
Van gen tot genoom en daarbuiten: recente revoluties in genetisch onderzoek Anne Herkert, klinisch geneticus Jan Jongbloed, moleculair geneticus Landelijke dag erfelijke hartziekten 29 oktober 2016 Erfelijkheid
Nadere informatieCardiologisch onderzoek
Dilaterende Cardiomyopathie Een dilaterende cardiomyopathie (DCM) is een aandoening waarbij de hartspier is verwijd. Dit gaat doorgaans gepaard met het dunner worden van de hartspier. DCM kan veel verschillende
Nadere informatiePremature plotse dood
Premature plotse dood Denk aan ernstige familiaire hartritmestoornissen Pieter G. Postema, Imke Christiaans, Marielle Alders, Nynke Hofman, Arthur A.M. Wilde Erratum Ned Tijdschr Geneeskd. 2011;155:A3391
Nadere informatieCardiologisch onderzoek
Aritmogene Cardiomyopathie Een aritmogene cardiomyopathie (ACM) is een aandoening waarbij de hartspier deels wordt vervangen door vet- of bindweefsel. Meestal is bij deze aandoening voornamelijk de rechterhartkamer
Nadere informatieCardiologisch onderzoek
Cathecholaminerge polymorfe ventriculaire tachycardie (CPVT) CPVT is een erfelijke hartritmestoornis. Het hart zelf vertoont een normale structuur, maar is gevoeliger voor bepaalde hormonen (catecholaminen).
Nadere informatieCardiologisch onderzoek
Dilaterende Cardiomyopathie Een dilaterende cardiomyopathie (DCM) is een aandoening waarbij de hartspier is verwijd. Dit gaat doorgaans gepaard met het dunner worden van de hartspier. Geschat wordt dat
Nadere informatieSTICHTING OPSPORING FAMILIAIRE HYPERCHOLESTEROLEMIE (StOEH) BEVOLKINGSONDERZOEK ERFELIJK VERHOOGD CHOLESTEROLGEHALTE IN FAMILIES
STICHTING OPSPORING FAMILIAIRE HYPERCHOLESTEROLEMIE (StOEH) BEVOLKINGSONDERZOEK ERFELIJK VERHOOGD CHOLESTEROLGEHALTE IN FAMILIES De StOEH heeft ten doel personen met deze Familiaire Hypercholesterolemie
Nadere informatiePALB2 en het risico op borstkanker
PALB2 en het risico op borstkanker Deze informatie is tot stand gekomen met hulp van de werkgroep Oncogenetica (WKO) van de Vereniging Klinische Genetica Nederland (VKGN) Maart 2018 Inleiding Met betrekking
Nadere informatieCardiologisch onderzoek
Cathecholaminerge polymorfe ventriculaire tachycardie (CPVT) CPVT is een erfelijke hartritmestoornis. Het hart zelf vertoont een normale structuur, maar is gevoeliger voor bepaalde hormonen (catecholaminen).
Nadere informatieQTc, Wat moet je ermee? J.A. Janson fellow IC, AIOS cardiologie
QTc, Wat moet je ermee? J.A. Janson fellow IC, AIOS cardiologie 01-11-2018 Waarom QT-tijd? - Verhoogd risico op levensbedreigende ritmestoornissen - Verlenging van QT-tijd bij veel medicijnen, derhalve
Nadere informatieIdiopathisch ventrikelfibrilleren
Idiopathisch ventrikelfibrilleren Ventrikelfibrilleren (VF) is een ernstige hartritmestoornis waarbij de hartkamers onsamenhangend samentrekken. Hierdoor wordt geen bloed meer door het lichaam gepompt,
Nadere informatieHet LEEFH Centrum. Wat kan U als patiënt verwachten. Lisette Vugts Snels Verpleegkundig Specialist, LEEFH consulente
Het LEEFH Centrum Wat kan U als patiënt verwachten Lisette Vugts Snels Verpleegkundig Specialist, LEEFH consulente Start StOEH Stichting Opsporing Erfelijke Hypercholesterolemie Ontwikkeld in het AMC in
Nadere informatieAlgemene aspecten van erfelijkheid. Waarom is kennis over erfelijke aspecten van een ziekte belangrijk? Wanneer erfelijkheidsadvies/onderzoek?
Erfelijke nierziekten: algemene aspecten van erfelijkheid, overerving en erfelijkheidsadvies Nine Knoers Klinisch Geneticus Commissie Erfelijke Nierziekten NVN 4 november 2006 HUMAN GENETICS NIJMEGEN Inhoud
Nadere informatieCardiomyopathie door phospholamban mutatie
Cardiomyopathie door phospholamban mutatie De term cardiomyopathie betekent ziekte van de hartspier. Hartspierziekten kunnen verschillende oorzaken hebben, waaronder erfelijke oorzaken. Bij verschillende
Nadere informatieVraag & Antwoord over PLN. Dr. P.A. van der Zwaag Landelijke dag Erfelijke Hartaandoeningen 29 oktober 2016
Vraag & Antwoord over PLN Dr. P.A. van der Zwaag Landelijke dag Erfelijke Hartaandoeningen 29 oktober 2016 Indeling 1. Preïmplantatie genetische diagnostiek (PGD) en andere mogelijkheden rondom de zwangerschap
Nadere informatieBijzondere aspecten rondom cardiogenetisch onderzoek bij kinderen
Bijzondere aspecten rondom cardiogenetisch onderzoek bij kinderen Dr Ingrid PC Krapels Klinisch geneticus Dr Stefan Frerich Kindercardioloog Waarom nog een extra praatje over de cardiogenetica-spreekuur
Nadere informatieRecessieve Overerving
12 Recessieve Overerving Aangepaste informatie van folders geproduceerd door Guy s and St Thomas Hospital en Londen Genetic Knowledge Park, aangepast volgens hun kwaliteitsnormen. Juli 2008 Vertaald door
Nadere informatiePlotselinge hartdood bij sporters. Plotselinge hartdood bij sporters. Plotselinge dood in de Sport. Plotse dood tijdens sport in Nederland
Plotselinge hartdood bij sporters Plotselinge hartdood bij sporters 3 juni 2009 6e reanimatiecongres Arend Mosterd Meander Medisch Centrum, Amersfoort Julius Centrum & HLC, UMC Utrecht Is sporten gezond?
Nadere informatieCardiologisch onderzoek
Het Brugada-syndroom Het Brugada-syndroom (BrS) is een aandoening waarbij de elektrische functie van het hart is verstoord. Op het elektrocardiogram (ECG of hartfilmpje) is de aandoening meestal te herkennen.
Nadere informatieErfelijkheidsonderzoek anno 2015. Lizet van der Kolk klinisch geneticus 11-06-2015
Erfelijkheidsonderzoek anno 2015 Lizet van der Kolk klinisch geneticus 11-06-2015 Erfelijkheidsonderzoek Bij wie, hoe en waarom? Consequenties en belang voor patiënt(e) en familieleden Nieuwe ontwikkelingen
Nadere informatieKlinische Genetica. Het lange QT syndroom (LQTS)
Klinische Genetica Het lange QT syndroom (LQTS) Inhoud Inleiding 1 LQTS 1 De oorzaak van LQTS 2 Ziekteverschijnselen van LQTS 3 De diagnose LQTS 4 Behandeling van het LQTS 5 Controle (follow up) 6 Erfelijkheid
Nadere informatieDuchenne/Becker spierdystrofie in de familie, zijn. vrouwen getest met behulp van DNA onderzoek?
Duchenne/Becker spierdystrofie in de familie, zijn vrouwen getest met behulp van DNA onderzoek? Paula Helderman-van den Enden, klinisch geneticus, Leiden en Maastricht Inleiding: In het kader van mijn
Nadere informatieBevolkingsonderzoek Familiaire Hypercholesterolemie
Bevolkingsonderzoek Familiaire Hypercholesterolemie Casuïstiek Mw. K, slanke en sportieve 30 jarige vrouw wordt verwezen voor behandeling van haar verhoogde cholesterol. Haar vader kreeg op 57 jarige leeftijd
Nadere informatieKinderwens spreekuur Volendam
Kinderwens spreekuur Volendam Voor wie is deze folder? Deze folder is voor mensen afkomstig uit Volendam met kinderwens. Wat is het kinderwens spreekuur? Het spreekuur is een samenwerking tussen de afdelingen
Nadere informatieINFO VOOR PATIËNTEN CARDIOGENETISCHE CONSULTATIE
INFO VOOR PATIËNTEN CARDIOGENETISCHE CONSULTATIE INHOUD 01 Inleiding 4 02 Hartaandoening 5 03 Erfelijkheidsonderzoek 6 04 Genetische counseling 6 05 Wie komt in aanmerking 7 06 (Preventieve) behandeling
Nadere informatieGenetic Counseling en Kanker
Genetic Counseling en Kanker (erfelijke en familiaire kanker in de praktijk) dr Rolf Sijmons, klinisch geneticus afdeling Genetica UMC Groningen (Theoretische en) Practische aspecten Erfelijke Kanker Counseling
Nadere informatieX-gebonden Overerving
12 http://www.nki.nl/ Afdeling Genetica van het Universitair Medisch Centrum Groningen http://www.umcgenetica.nl/ X-gebonden Overerving Afdeling Klinische Genetica van het Leids Universitair Medisch Centrum
Nadere informatieCardiogenetica Sudden Cardiac Death. Amsterdam, 2016 Marieke Bronk Physician assistant i.o. Klinische Genetica
Cardiogenetica Sudden Cardiac Death Amsterdam, 2016 Marieke Bronk Physician assistant i.o. Klinische Genetica Casus Dirk Riet (32 jr) komt op je SU omdat hij nu al 2x is flauwgevallen: 1x toen hij grieperig
Nadere informatieInzicht hebben in veel voorkomende patronen van overerving. Professor Martina Cornel and professor Heather Skirton Gen-Equip Project
Inzicht hebben in veel voorkomende patronen van overerving Professor Martina Cornel and professor Heather Skirton Gen-Equip Project Leerdoelen Inzicht hebben in de drie belangrijkste patronen van overerving
Nadere informatieCongenitaal lange-qt-tijdsyndroom: oorzaak van recidiverende wegrakingen en plotse dood op jonge leeftijd
klinische lessen Congenitaal lange-qt-tijdsyndroom: oorzaak van recidiverende wegrakingen en plotse dood op jonge leeftijd J.M.Akkerhuis, H.F.Baars, C.L.M.Marcelis, K.M.Akkerhuis en A.A.M.Wilde Dames en
Nadere informatieKlinische Genetica. Autosomaal dominante overerving
Klinische Genetica Autosomaal dominante overerving Klinische Genetica U bent (of uw kind is) doorverwezen naar de polikliniek Klinische Genetica. Tijdens de eerste afspraak legt een klinisch geneticus
Nadere informatie21. Multipele Endocriene Neoplasie Type 1 (MEN1)
21. Multipele Endocriene Neoplasie Type 1 (MEN1) Expert opinion Diagnostische criteria Vaststelling van een mutatie in het MEN1-gen Combinatie van hyperplasie of adenomen van de bijschildklieren, neuroendocriene
Nadere informatieDominante Overerving. Informatie voor patiënten en hun familie. Illustraties: Rebecca J Kent www.rebeccajkent.com rebecca@rebeccajkent.
12 Dominante Overerving Aangepaste informatie van folders geproduceerd door Guy s and St Thomas Hospital en Londen Genetic Knowledge Park, aangepast volgens hun kwaliteitsnormen. Juli 2008 Vertaald door
Nadere informatieFamiliaire Hypercholesterolemie (FH)
Familiaire Hypercholesterolemie (FH) Familiaire hypercholesterolemie (FH) is één van de meest voorkomende (vet-) stofwisselingsziekten in Nederland. Ongeveer 1 op de 450 Nederlanders heeft FH. FH is een
Nadere informatieEind goed, al goed? Of ook nog erfelijkheidsonderzoek? Margreet Ausems Afdeling Medische Genetica UMCU
Eind goed, al goed? Of ook nog erfelijkheidsonderzoek? Margreet Ausems Afdeling Medische Genetica UMCU Darmkanker in de familie? familie anamnese negatief: 85% -sporadische vorm- familie anamnese positief:
Nadere informatiePrenataal testen voor genetische aandoeningen begrijpen. Professor Martina Cornel & Professor Heather Skirton Gen-Equip Project.
Prenataal testen voor genetische aandoeningen begrijpen Professor Martina Cornel & Professor Heather Skirton Gen-Equip Project. Prenataal testen verwijst naar het testen van de foetus tijdens de zwangerschap
Nadere informatieWil ik het wel weten?
Wil ik het wel weten? Vera Hovers en Joyce de Vos-Houben 3 oktober 2015 Wil ik het wel weten? De consequenties van erfelijkheidsonderzoek Vera Hovers en dr. Joyce de Vos-Houben Genetisch consulenten polikliniek
Nadere informatieClinical genetic care in diseases predisposing to sudden cardiac death van Langen, I.M.
UvA-DARE (Digital Academic Repository) Clinical genetic care in diseases predisposing to sudden cardiac death van Langen, I.M. Link to publication Citation for published version (APA): van Langen, I. M.
Nadere informatieRecessieve overerving
12 Recessieve overerving Aangepaste informatie van folders geproduceerd door Guy s and St Thomas Hospital en Londen Genetic Knowledge Park, aangepast volgens hun kwaliteitsnormen. Januari 2008 G e s t
Nadere informatieAangeboren hartafwijkingen en erfelijkheid
Aangeboren hartafwijkingen en erfelijkheid 13 november 2010 Klaartje van Engelen Klinische genetica Academisch Medisch Centrum, Amsterdam Wat kunnen we met alle kennis over DNA en genen in de medische
Nadere informatieDownloaded from UvA-DARE, the institutional repository of the University of Amsterdam (UvA) http://hdl.handle.net/11245/2.38675
Downloaded from UvA-DARE, the institutional repository of the University of Amsterdam (UvA) http://hdl.handle.net/11245/2.38675 File ID Filename Version uvapub:38675 List of publications unknown SOURCE
Nadere informatieKinderwens en Cardiogenetische aandoeningen Dr. Yvonne Arens, klinisch geneticus Afdeling Klinische Genetica, MUMC+
Kinderwens en Dr. Yvonne Arens, klinisch geneticus Afdeling Klinische Genetica, MUMC+ Kinderwens en cardiogenetische aandoeningen : de keuzes Spontaan zwanger worden met het aanvaarden van het risico Spontaan
Nadere informatieGENETISCHE COUNSELING SYLVIA DE NOBELE, GENETISCH COUNSELOR CENTRUM MEDISCHE GENETICA, UZGENT (CMGG) FAPA 19/11/2016
GENETISCHE COUNSELING SYLVIA DE NOBELE, GENETISCH COUNSELOR CENTRUM MEDISCHE GENETICA, UZGENT (CMGG) FAPA 19/11/2016 INHOUD 1. Erfelijke dikkedarmkanker 2. Betrokken genen en overerving 3. DNA, chromosomen
Nadere informatieUitgebreide genentest (exoom sequencing) naar oorzaak cardiomyopathie
& Kindercardiologie Uitgebreide genentest (exoom sequencing) naar oorzaak cardiomyopathie Informatie voor ouders Uw klinisch geneticus (erfelijkheidsarts) / dokter heeft voorgesteld om uitgebreid onderzoek
Nadere informatieHartelijk welkom bij de Landelijke HCM dag Verleden, heden en de toekomst van Hypertrofe Hartspierziekte. 18 november
Hartelijk welkom bij de Landelijke HCM dag Verleden, heden en de toekomst van Hypertrofe Hartspierziekte 18 november 11.00-11.20 De ontwikkeling van het ziektebeeld Wie zijn wij? Michelle Michels, cardioloog
Nadere informatieKlinische Genetica. Autosomaal recessieve overerving
Klinische Genetica Autosomaal recessieve overerving Klinische Genetica U of uw kind is doorverwezen naar de polikliniek Klinische Genetica. Tijdens de afspraak legt een klinisch geneticus of een genetisch
Nadere informatieGenetische counseling Dementie
Genetische counseling Dementie Desiderius Erasmus Alois Alzheimer Erfelijkheid en Dementie Genen in Alzheimer en Frontotemporale Dementie Genetische counseling : waarom, wie, wat, wanneer, hoe? Welk nut
Nadere informatie2. Erfelijkheid en de ziekte van Huntington
2. Erfelijkheid en de ziekte van Huntington Erfelijkheid Erfelijk materiaal in de 46 chromosomen De mens heeft in de kern van elke lichaamscel 46 chromosomen: het gaat om 22 paar lichaamsbepalende chromosomen
Nadere informatieEpidemiology and clinical aspects of sudden cardiac death in the young van der Werf, C.
UvA-DARE (Digital Academic Repository) Epidemiology and clinical aspects of sudden cardiac death in the young van der Werf, C. Link to publication Citation for published version (APA): van der Werf, C.
Nadere informatieEen familieanamnese afnemen. Professor Martina Cornel and Professor Heather Skirton Gen-Equip Project.
Een familieanamnese afnemen Professor Martina Cornel and Professor Heather Skirton Gen-Equip Project. This project has been co-funded by the European Union under the Erasmus+ programme. The material in
Nadere informatieMolecular aspects of HNPCC and identification of mutation carriers Niessen, Renee
Molecular aspects of HNPCC and identification of mutation carriers Niessen, Renee IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please
Nadere informatieX-gebonden overerving
12 Universiteit Gent - UG http://medgen.ugent.be/cmgg/home.php Tel. +32(0)9 240 36 03 X-gebonden overerving Université Libre de Bruxelles - ULB Tel. +32 (0)2 555 31 11 Vrije Universiteit Brussel - VUB
Nadere informatieGenetica van hemochromatose
Genetica van hemochromatose 28-11-2015 Prof.Dr. M.H. Breuning, klinisch geneticus M.H.Breuning@lumc.nl Wat is ijzer? Twee oxidatietoestanden: Fe 2+ Fe 3+ (divalent) (trivalent) IJzer is noodzakelijk voor
Nadere informatieOnderzoeksgroep Neurodegeneratieve Hersenziekten
WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK NAAR DE ROL VAN GENETICA IN JONGDEMENTIE: FAMILIES, MUTATIES EN GENETISCHE TESTEN. Christine Van Broeckhoven Neurodegeneratieve Hersenziekten Groep, Department Moleculaire Genetica,
Nadere informatieInformatiebrief. Geachte heer/mevrouw,
Informatiebrief Geachte heer/mevrouw, Via deze brief wordt u geïnformeerd over de Biobank Biomarkers Cardiogenetica van de afdeling Klinische Genetica van het AMC en gevraagd om deel te nemen aan deze
Nadere informatieNederlandse samenvatting. Tweede primaire tumoren en excessieve sterfte na retinoblastoom
Nederlandse samenvatting Tweede primaire tumoren en excessieve sterfte na retinoblastoom Retinoblastoom is een kwaadaardige oogtumor die ontstaat in het netvlies. Deze vorm van oogkanker is zeer zeldzaam
Nadere informatieHoe kan wetenschappelijk onderzoek versneld worden met de diagnosethesaurus? Jan Verschuuren. Symposium DHD 24 september 2015
Hoe kan wetenschappelijk onderzoek versneld worden met de diagnosethesaurus? Jan Verschuuren Symposium DHD 24 september 2015 Spierziekten ALS Polyneuropathie Myasthenia Myopathie Spierziekten ALS Polyneuropathie
Nadere informatie(MAP) Informatie over het ziektebeeld
MUTYH-geassocieerde polyposis (MAP) Informatie over het ziektebeeld Wat is MAP? Polyposis coli is een erfelijke aandoening die wordt D gekenmerkt door de ontwikkeling van poliepen in de dikke darm. De
Nadere informatieGenetische basis principes
Wetenschappelijk nieuws over de Ziekte van Huntington. In eenvoudige taal. Geschreven door wetenschappers. Voor de hele ZvH gemeenschap. Het genetisch 'grijze gebied' van de ziekte van Huntington: wat
Nadere informatieKlinische Genetica heeft veel raakvlakken. Cystic Fibrosis. Rol van Klinische Genetica in de praktijk:
Rol van Klinische Genetica in de praktijk: Cystic Fibrosis Klinische genetica is een belangrijk en nog steeds groeiend medisch specialisme. Vragen gesteld aan klinisch genetici hebben onder andere betrekking
Nadere informatieBehandeling en controle zijn erop gericht om de kans op nadelige gevolgen bij mensen met (een aanleg voor) LQTS zo klein mogelijk te houden.
VLC 609 vervangen Klinische Genetica Het lange QT syndroom (LQTS) Inleiding U of één van uw familieleden staat onder behandeling van een cardioloog. Deze heeft vastgesteld dat er sprake is van (een verdenking
Nadere informatiePatiënten Informatie Brochure Erfelijkheidsonderzoek: Exoom Sequencing
2 Patiënten Informatie Brochure Erfelijkheidsonderzoek: Exoom Sequencing Algemene informatie Exoom Sequencing is een nieuwe techniek voor erfelijkheidsonderzoek. In deze folder vindt u informatie over
Nadere informatieWat is een genetische test?
12 Wat is een genetische test? Aangepaste informatie van folders geproduceerd door Guy s and St Thomas Hospital en Londen Genetic Knowledge Park, aangepast volgens hun kwaliteitsnormen. Juli 2008 Vertaald
Nadere informatieVoor Cindy zorgt Harteraad dat ze haar erfelijke hartaandoening een plekje kan geven
Voor Cindy zorgt Harteraad dat ze haar erfelijke hartaandoening een plekje kan geven Een erfelijke hartaandoening? Wat nu? Harteraad verbindt, versterkt en vertegenwoordigt mensen met hart- en vaataandoeningen
Nadere informatieEmotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: The Manager as a Resource.
Open Universiteit Klinische psychologie Masterthesis Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: De Leidinggevende als hulpbron. Emotional Job Demands, Vitality and Opportunities
Nadere informatieCounseling bij situs inversus
Counseling bij situs inversus Klinische Genetica, 2018 S. Alsters, AIOS Inhoud Genetische counseling Situs afwijkingen Onderliggende genetische afwijking Primaire ciliaire dyskinesie Monogenetische oorzaken
Nadere informatieDe rol van de pathologie en genetica bij de herkenning van Lynch syndroom
De rol van de pathologie en genetica bij de herkenning van Lynch syndroom Marjolijn Ligtenberg Laboratorium specialist klinische genetica Klinisch moleculair bioloog in de Pathologie VAP dag 28-3-2017
Nadere informatieAcknowledgement. Acknowledgement
Acknowledgement Acknowledgement This study is part of TREND (Trauma RElated Neuronal Dysfunction), a Dutch Consortium that integrates research on epidemiology, assessment technology, pharmacotherapeutics,
Nadere informatieSnelle ontwikkelingen rond DNA en de gevolgen voor de screeningen
Snelle ontwikkelingen rond DNA en de gevolgen voor de screeningen Derde landelijke conferentie pre- en neonatale screeningen Doorn 17 april 2012 Martina Cornel Hoogleraar Community Genetics & Public Health
Nadere informatieSamenvatting. Chapter 7.2
Samenvatting Chapter 7.2 Samenvatting In mijn proefschrift geef ik een overzicht van het Li-Fraumeni syndroom in Nederland, zowel klinisch als moleculair. Het belangrijkste doel van mijn studie was om
Nadere informatieKanker en genetisch testen
Kanker en genetisch testen Dirk Jan Boerwinkel Freudenthal Instituut voor didactiek van wiskunde en natuurwetenschappen Nascholing Reizende DNA labs als voorbereiding voor het examen 4 november 2011 Definitie
Nadere informatieMammacarcinoom en erfelijkheid. Dr. Marleen Kets, klinisch geneticus Afdeling genetica UMC St Radboud
Mammacarcinoom en erfelijkheid Dr. Marleen Kets, klinisch geneticus Afdeling genetica UMC St Radboud Mammacarcinoom Life time risk 12-13% Meest voorkomende kanker bij vrouwen Circa 20% hiervan heeft een
Nadere informatieThoracaal Aorta Aneurysma (met kans op) Dissectie (TAAD)
Thoracaal Aorta Aneurysma (met kans op) Dissectie (TAAD) Wanneer de thoracale aorta (lichaamsslagader in de borstkas) boven een bepaalde diameter komt (verwijd is) spreekt men van een aneurysma. Een aneurysma
Nadere informatieAfspraak bij de arts
Afspraak bij de arts Informatie voor patiënten en hun familie 2 Afspraak bij de arts Deze informatie werd samengesteld voor ouders, patiënten en familieleden die een afspraak hebben met een klinisch geneticus.
Nadere informatieHoe informeer ik mijn familie bij erfelijke of familiaire aanleg voor kanker?
Hoe informeer ik mijn familie bij erfelijke of familiaire aanleg voor kanker? Brochure voor patiënten en familieleden Inhoud 1. Inleiding 2. Erfelijke en familiaire kanker 3. Waarom familie informeren?
Nadere informatieFAP (Familiale adenomateuse polyposis)
FAP (Familiale adenomateuse polyposis) Kenmerken Familiale Adenomateuse Polyposis (FAP) wordt gekenmerkt door het vóórkomen van honderden tot duizenden poliepen in de dikke darm (colon en rectum). De eerste
Nadere informatieZiekte van von Hippel Lindau
Ziekte van von Hippel Lindau Kenmerken De ziekte van von Hippel Lindau (VHL) is een zeldzame erfelijke aandoening die wordt gekenmerkt door goed- of kwaadaardige gezwellen (tumoren) op verschillende plaatsen
Nadere informatieMicrodataservices. Documentatierapport Diagnosen behorend bij ziekenhuisopnamen Landelijke Basisregistratie Ziekenhuiszorg (LBZDIAGNOSENTAB)
Documentatierapport Diagnosen behorend bij ziekenhuisopnamen Landelijke Basisregistratie Ziekenhuiszorg (LBZDIAGNOSENTAB) Datum:3 mei 2017 Bronvermelding Publicatie van uitkomsten geschiedt door de onderzoeksinstelling
Nadere informatieAddressing the diagnostic and therapeutic challenges in inheritable arrhythmia syndromes: with emphasis on the pediatric population Chockalingam, P.
UvA-DARE (Digital Academic Repository) Addressing the diagnostic and therapeutic challenges in inheritable arrhythmia syndromes: with emphasis on the pediatric population Chockalingam, P. Link to publication
Nadere informatieBrochure ExomeScan. Whole Exome Sequencing. Achtergrond
Brochure Whole Exome Sequencing De laatste jaren is er een schat aan informatie gepubliceerd over de genetische achtergrond van overerfbare en somatische aandoeningen. In grootschalige Next Generation
Nadere informatieDe Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work.
De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work Merijn Daerden Studentnummer: 850225144 Werkstuk: Empirisch afstudeeronderzoek:
Nadere informatieHoe kijken we naar het DNA van een patiënt?
Hoe kijken we naar het DNA van een patiënt? Ies Nijman UMC Utrecht Dept of Genetics, Centre for Molecular Medicine Center for Personalized Cancer Treatment (CPCT), Hartwig Medical Foundation 1994 DNA sequenties,
Nadere informatiePolikliniek Klinische Genetica Kanker en erfelijkheid
Polikliniek Klinische Genetica Kanker en erfelijkheid Polikliniek Klinische Genetica Kanker en erfelijkheid 1. Inleiding 3 2. Introductie 3 3. Kenmerken van erfelijke kanker 4 4. Het eerste gesprek 4 5.
Nadere informatieZeldzame zieken in Registratie Net Huisartspraktijken Professor Jean Muris Hoofd Vakgroep Huisartsgeneeskunde Universiteit Maastricht
Zeldzame zieken in Registratie Net Huisartspraktijken 28-02-2019 Professor Jean Muris Hoofd Vakgroep Huisartsgeneeskunde Universiteit Maastricht Introduction RNH 1988 start Registration Network Family
Nadere informatieWat is Familiaire Exsudatieve Vitreoretinopathie?
Wat is Familiaire Exsudatieve Vitreoretinopathie? U hebt te horen gekregen dat er bij u (of uw kind) mogelijk sprake is van familiaire exsudatieve vitreoretinopathie (FEVR). FEVR is een, weinig bekende,
Nadere informatieUw kans op een kind met cystic fibrosis (taaislijmziekte) of sikkelcelziekte en thalassemie (erfelijke bloedarmoede)
Uw kans op een kind met cystic fibrosis (taaislijmziekte) of sikkelcelziekte en thalassemie (erfelijke bloedarmoede) Deze folder is bedoeld voor mensen die samen met hun partner een kind willen krijgen
Nadere informatie