PROTOCOL COACHGESPREKKEN OBS DE ROLPAAL

Transcriptie

1 PROTOCOL COACHGESPREKKEN OBS DE ROLPAAL Versie januari

2 Inleiding:... 3 Gebruikte termen in dit document... 4 Stamgroep:... 4 Stamgroepleider:... 4 Coach:... 4 Specialist:... 4 Workshop:... 4 IOP... 4 Coachgesprek... 4 Portfolio... 5 Doelen van een coachgesprek... 6 Inhoud van een coachgeprek... 7 Rol van de leerling:... 8 Vooraf:... 8 Tijdens:... 8 Na:... 8 Rol van de coach:... 9 Vooraf:... 9 Tijdens:... 9 Na: Rol van de ouder(s): Vooraf: Tijdens: Na: Rol van de stamgroepleider

3 INLEIDING: Dit document gaat over hoe op OBS De Rolpaal coachgesprekken gevoerd worden. Doelen zijn: Beschrijving van de werkwijze bij coachgesprekken. Beschrijving van wat er van de betrokkenen wordt verwacht. Naslagwerk voor (nieuwe) leerkrachten. Informatiebrochure voor ouders. 3

4 GEBRUIKTE TERMEN IN DIT DOCUMENT Stamgroep: Op OBS De Rolpaal zijn de leerlingen verdeeld over stamgroepen. Een stamgroep is een heterogene groep met een maximaal verschil van 4 leerjaren. We hebben een stamgroep Onderbouw (OB), Middenbouw (MB) en Bovenbouw (BB). Stamgroepleider: De stamgroepen hebben 1 of 2 stamgroepleiders. Dit zijn de vaste leerkrachten van de groep. Zij zijn verantwoordelijk voor de leerlingen in de groep en zij begeleiden het groepsproces. Coach: Elke leerling krijgt een leerkracht toegewezen als coach. Dit is in principe altijd de/een leerkracht die ook stamgroepleider is van haar* stamgroep. Als er twee stamgroepleiders zijn, verdelen zij de leerlingen van wie zij coach zijn (naar rato van hun werktijdfactor). De coach is eerstverantwoordelijke voor haar coachleerling. Taken die hierbij horen: Het maken, evalueren en bijwerken van het Individueel Ontwikkelingsplan (IOP). Andere administratieve taken rondom de coachleerling. Het voeren van ontwikkelgesprekken met haar coachleerlingen. Het voeren van de formele gesprekken met de ouders (en leerling). Specialist: Elke leerkracht is naast stamgroepleider en coach ook specialist in een aantal vakgebieden. Zij geeft zoveel mogelijk les in haar specialisme. Workshop: Een workshop is een les over een bepaald onderwerp. Meestal bestaat de workshop voor het grootste deel uit instructie; het aanleren van een bepaalde vaardigheid. Een deel van de workshop kan bestaan uit een korte verwerking; het inoefenen van de aangeleerde vaardigheid. Zo kan de specialist checken of het aangeleerde is begrepen. Een workshop kan ook bestaan uit begeleide inoefening. D.w.z. dat een aangeleerde vaardigheid onder leiding van een specialist wordt geoefend. IOP Dit staat voor Individueel OntwikkelPlan. In dit plan staan per vakgebieden de doelen van de afgelopen en komende periode. Coachgesprek Een coachgesprek wordt eens in de 6 schoolweken gevoerd. Het is een gesprek tussen de leerling, zijn/haar coach en de ouder(s)**. 4

5 Portfolio Een portfolio is een verzameling documenten en andere bewijzen die samen een impressie geven van hoe de taken zijn uitgevoerd en hoe competenties zich hebben ontwikkeld. Het werkportfolio bevat werk dat een leerling belangrijk vindt. Dit werk kan zowel digitaal bewaard worden (op de ipad), als fysiek (in de klas). Toetsen behoren ook tot het portfolio van de leerling. Deze worden digitaal opgeslagen door de school. Na invoering van de coachgesprekken (februari 2016) wordt door de school een protocol ontwikkeld voor de omgang met en het gebruik van het portfolio. Dit document Protocol coachgesprekken, is een werkdocument. Wanneer we nieuw beleid hebben vaststellen, passen we dit document ook aan. * Bij een mannelijke leerkracht kan in dit document ook hij of zijn gelezen worden. ** Het kan ook gaan om de verzorgers van een leerling. 5

6 DOELEN VAN EEN COACHGESPREK Een coachgesprek heeft 2 doelen: 1. Het evalueren van de gestelde doelen van de afgelopen periode. 2. Het vaststellen van nieuwe doelen voor de komende periode. De doelen kunnen verschillende ontwikkelgebieden* beslaan: Cognitieve ontwikkeling Sociaal-emotionele ontwikkeling Motorische ontwikkeling (dit heeft met name in de kleuterperiode onze aandacht) * We noemen hier alleen de ontwikkelgebieden die bij de invoering van O4NT in ons IOP beschreven zullen worden. Wanneer er aan de twee bovenstaande doelen wordt gewerkt, informeren ouders, leerling en coach elkaar. Dit informeren is een automatisch effect van een coachgesprek en een voorwaarde voor het effectief stellen van doelen. 6

7 INHOUD VAN EEN COACHGEPREK In een coachgesprek wordt het volgende besproken: 1. Zijn de doelen van de afgelopen periode wel of niet behaald? 2. Wat heeft de afgelopen periode wel/niet gewerkt t.a.v. de te behalen doelen? Denk hierbij aan: Welke (soort) instructie heeft de leerling nodig? Welke (soort) verwerking heeft de leerling nodig? Welke leerstijl past bij de leerling? Welke materialen werken het beste bij het leren? Werkt de leerling graag alleen, of samen, en met wie? Wat is een goede werkplek voor de leerling? 3. Bespreken van een selectie van doelen waaraan in de komende periode gewerkt kan worden*. 4. Vaststellen van de doelen voor de komende periode. De leerling heeft hierin een bepaalde mate van keuzevrijheid, die bij hem/haar en bij de organisatie van de school past. 5. Vaststellen van de manier waarop er de komende periode aan de doelen wordt gewerkt. De leerling heeft hierin een voor hem/haar passende mate van keuzevrijheid. De duur van het coachgesprek is idealiter 15 minuten. Dit is mogelijk wanneer het gesprek goed is voorbereid en de betrokkenen ervaren zijn met het voeren van coachgesprekken. * We houden bij de selectie van persoonlijke doelen rekening met het aanbod in de workshops van de komende periode. Tegelijkertijd plannen we de inhoud van de workshop op basis van de behoefte van (groepen) leerlingen. 7

8 ROL VAN DE LEERLING: Vooraf: De leerling evalueert de doelen van de afgelopen periode. Hij/zij evalueert of de resultaten zijn behaald en hoe dat is gegaan. Hierbij heeft de leerling de beschikking over: het huidige IOP, een evaluatieformulier dat bij de leeftijdsgroep past*, zijn/haar (digitale) werkportfolio. Tijdens: Afhankelijk van de leeftijd en ontwikkeling van de leerling, neemt de leerling een steeds grotere inbreng in het coachgesprek. Het streven is dat een leerling in de loop der jaren een ontwikkeling doormaakt waarbij hij/zij zelf het coachgesprek kan leiden. Hij/zij heeft zich voor bereid. Hij/zij weet welke gespreksonderwerpen ter sprake komen. Hij/zij kan een reëel beeld van zijn/haar ontwikkeling presenteren aan de coach en ouder(s). Hij/zij vraagt om aanvullingen van de coach en ouder(s). Bovenstaand streefbeeld wordt niet direct bereikt. Elke leerling is in ontwikkeling hierin. Totdat de leerling bovenstaande allemaal zelf kan, zullen de coach en ouders nog zaken voor hem/haar verwoorden. Hierbij houden de coach en ouders altijd voor ogen: De leerling staat centraal! Na: De leerling gaat aan de slag met de gemaakte afspraken. * Vanaf januari 2016 zal in de groepen een aantal lessen worden besteed aan leren reflecteren. We zullen een evaluatieformulieren ontwikkelen die t.z.t. tijdens deze lessen aan de leerlingen gepresenteerd worden. 8

9 ROL VAN DE COACH: Vooraf: De coach maakt een afspraak met ouder(s) en leerling voor een datum en tijd van een coachgesprek. De coach checkt of de doelen behaald zijn, o d.m.v. observaties, o zo nodig d.m.v. toetsen, o in overleg met andere specialisten. De coach begeleidt de leerling in zijn/haar voorbereiding op het coachgesprek op een bij de leerling passende wijze. De coach verwerkt de evaluatie van de afgelopen periode in het IOP. De coach deelt het bijgewerkte IOP met leerling en ouder(s). Het (bijgewerkte) IOP staat op de ipad van de leerling en wordt minimaal 3 dagen voor het IOP-gesprek naar ouders g d. Tijdens: Afhankelijk van de mate waarin de leerling zelf het gesprek kan leiden, leidt de coach het gesprek. Zie ook bij Inhoud van het coachgesprek, punt 1 t/m 5. Zij stelt vragen, zoals: Wat is gelukt? Hoe kwam dat? Wat is niet (helemaal) gelukt? Hoe kwam dat? Wat ga je de komende tijd leren? Hoe ga je dat doen? Hoe weten we of je het doel hebt bereikt? De coach laat ruimte aan de leerling om te vertellen over zijn/haar ontwikkeling en over zijn/haar wensen en ambities voor de komende periode. Daar waar de leerling dat (nog) niet zelf kan, verwoordt de coach wat zij heeft waargenomen in de ontwikkeling. De coach heeft tijdens het gesprek de beschikking over een weergave van: Het IOP. De leerlijnkaarten met leerdoelen op verschillende vakgebieden. Overzichten van Cito-scores. Overzichten van resultaten op andere (methode gebonden) toetsen. 9

10 De coach noteert de gemaakte afspraken zoveel mogelijk tijdens het gesprek en checkt deze bij de leerling en ouder(s). Na: De coach zorgt ervoor dat het bijgewerkte IOP op de ipad van de leerling staat. De coach mailt het bijgewerkte IOP naar de ouder(s), binnen 1 week. 10

11 ROL VAN DE OUDER(S): Vooraf: De ouders lezen zich in in de evaluatie van de doelen van de afgelopen periode. De ouder zet zich in om bij het coachgesprek aanwezig te kunnen zijn*. De ouder bereidt zich voor op zijn/haar inbreng. Tijdens: De ouder laat ruimte aan de leerling om te vertellen over zijn/haar ontwikkeling en zijn/haar wensen en ambities voor de komende periode. Daar waar de leerling dat (nog) niet zelf kan, verwoordt de ouder wat hij/zij heeft waargenomen in de ontwikkeling. Na: Indien er afspraken zijn gemaakt over de ondersteuning die ouders thuis bieden, gaan de ouders hiermee aan het werk. * Eén van de ouders is bij het coachgesprek aanwezig. Indien de ouders dit wensen, kunnen beide ouders aanwezig zijn. Het is de verantwoording van beide ouders om de informatie aangaande het coachgesprek met elkaar te delen. Dit geldt ook voor ouders die gescheiden leven. Er wordt één coachgesprek per 6 schoolweken gevoerd. 11

12 ROL VAN DE STAMGROEPLEIDER In de stamgroepen is er regelmatig aandacht voor het leren reflecteren. De stamgroepleider beidt hiervoor lessen en verwerkingsstof aan. De school beschikt over een leerlijn Leren reflecteren voor leerjaar 1 t/m 8. De stamgroepleider zorgt ervoor dat de leerlingen op de hoogte zijn van de werkwijze van coachgesprekken en de rollen en taken die hierbij horen, dit uiteraard op het niveau van de ontwikkeling van de leerlingen. 12