NOTULEN VERGADERING GEMEENTERAAD UTRECHT

Transcriptie

1 NOTULEN VERGADERING GEMEENTERAAD UTRECHT 10e vergadering 22 april 2010, middag Extra buitengewone vergadering van de Gemeenteraad, gehouden op donderdag 22 april 2010 te uur. Voorzitter: de heer mr. A. Wolfsen Tegenwoordig zijn de leden: mevr. Baş, Beerlage, mevr. Bikker, mevr. De Boer, mevr. De Bondt, mevr. Bottse, mevr. Bouazani, Buunk, Van Corler, mevr. Crowe, mevr. Dibi, Dijk, Eggermont, Fokke, Geldof, mevr. Van Gemert, mevr. Haage, mevr. Hakbijl, mevr. Hamid, Hoek, Isabella, Işik, Janssen, Koopmans, Kleuver, Kreijkamp, mevr. Mos, mevr. Nalis, Oldenborg, mevr. Oskam, Post, Ravesteijn, Rollingswier, Roodenburg, Rottier, Rijpma, mevr. Schell, Van Schie, Schipper, Smid, mevr. Vink, Verschuure, De Vries, Werensteijn, mevr. Wijntuin en Zwanenberg Tevens zijn aanwezig de wethouders mevr. Den Besten, Bosch, Everhardt, Kreijkamp, Lintmeijer en mevr. De Rijk. Griffier: drs. A.A.H. Smits, griffier. Opening van de vergadering door de voorzitter. De VOORZITTER opent de vergadering en spreekt als volgt: Dames en heren! Ik heet u allen van harte welkom bij de bijzondere raadsvergadering die wij vandaag houden. Een speciaal welkom voor de gasten hier in de zaal. Ook welkom voor degenen die meekijken en -luisteren. Wij vinden het altijd hartstikke mooi als er veel belangstelling is voor een raadsvergadering. Houdt u dat de komende periode vooral vol! Ik constateer dat van de raadsleden alleen mevrouw Van Gemert van de SP-fractie nog niet aanwezig is. De heer SCHIPPER (SP): Voorzitter! Mevrouw Van Gemert heeft autopech. Het is niet helemaal duidelijk hoe laat zij hier kan zijn. De VOORZITTER: Ik constateer dat mevrouw Van Gemert later komt. Het is vandaag een bijzondere raadsvergadering. Als gevolg van de onlangs gehouden verkiezingen hebben wij gisteren afscheid genomen van een aantal wethouders. Vak-C, het vak van het college, is dan ook leeg op de gemeentesecretaris na. Ik sluit niet uit dat dat aan het eind van de vergadering weer helemaal anders is en dat wij weer een vol vak-c hebben. De logistiek van vandaag is wat ingewikkeld. Zo zullen er enkele schorsingen zijn voor onderzoeken door een commissie tot het onderzoek van de geloofsbrieven. Dat is vanwege wettelijke vereisten. Na de verkiezingen is een coalitieakkoord tot stand gekomen tussen de fracties van GroenLinks, PvdA en D66. Straks wordt tussen de lijsttrekkers dan wel de leiders van de in deze raad vertegenwoordigde politieke partijen het debat gevoerd over het door de coalitie opgestelde Collegeprogramma Ik stel voor dat wij het debat beginnen met de woordvoerder van een oppositiepartij en dat vervolgens een coalitiepartij aan het woord komt enz. Ik schat in dat op die manier afwisselend voor- en tegenstanders van het collegeprogramma het woord zullen voeren..

2 Middagvergadering van 22 april Ingekomen stukken: 1. Een drietal de 20 e en 21 e april 2010 ingekomen brieven van mevrouw drs. A.C. den Besten en de heren mr. drs. V. Everhardt en ir. J. Kreijkamp, alhier, waarin deze hun ontslag nemen als raadslid. Besloten wordt deze brieven voor kennisgeving aan te nemen. 1. Debat inzake het Collegeprogramma "Groen, Open en Sociaal". Mevrouw DE BONDT (VVD): Voorzitter! Vandaag treedt in Utrecht een nieuw college aan. Dat is een gedenkwaardig moment. Voor sommigen een erg mooi moment. Ook anderen zullen zich het college nog jarenlang herinneren. Groen, open en sociaal: daar kan natuurlijk niemand iets op tegen hebben. De VVD-fractie deelt de ambities voor een groene stad en een open bestuurscultuur. Iedereen zal weten dat de VVD met de coalitiepartijen van mening verschilt over wat nu eigenlijk sociaal is. Een advies van onze kant over het onderdeel groen: graag een langetermijnbeleid voor het groen. Kijk hoe je een milieu-euro het beste kunt uitgeven. De VVD staat namelijk voor rationeel milieubeleid. Zeg dus ja tegen energiezuinig, ja tegen duurzame energiebronnen, maar ga bijvoorbeeld niet klakkeloos achter windenergie aanlopen, want dat is geen permanente energiebron en kost heel veel geld. Over het algemeen geldt: zoek duurzame oplossingen, hype niet mee en zet dogma's overboord. Ook op het gebied van bewonersparticipatie een advies onzerzijds. Wij kennen allemaal onze pappenheimers in de stad. Er is een beperkt circuit van mensen en organisaties die, gelukkig, zeer betrokken zijn bij de lokale politiek. Maar in Utrecht wonen en werken ruim mensen die belasting betalen en hier ook vaak recreëren. Deze mensen staan misschien wat verder van de lokale politiek af, maar ook hun stem moet worden gehoord. Op het gebied van bereikbaarheid zijn GroenLinks, D66 en PvdA duidelijk een beetje vergeten wat participatie inhoudt. Dat betekent dat je bedrijven en inwoners niet voor een voldongen feit stelt en de plannen al klaar hebt, maar dat zij eerst mogen participeren. Maar nieuwe plannen zijn al klaar: de parkeertarieven gaan omhoog, parkeerplaatsen verdwijnen en de spoorlaan wordt geschrapt. Ondernemers, mensen die dagelijks met de auto naar het werk moeten of mindervaliden worden duidelijk niet gehoord. Ook zijn de coalitiepartijen vergeten, of daar lijkt het op, dat het gebrek aan parkeerplaatsen ergernis nummer 1 is in Utrecht. Als je parkeerplaatsen opheft, vergeet je de stem van de bewoners die dit jaar in jaar uit bij de Beleidsmonitor aangeven. De VVD-fractie noemt dit bewonersparticipatie binnen het beperkte linkse kader in deze stad. Als dat illustratief is voor bewonersparticipatie, dan maken wij ons grote zorgen. Wij maken ons ook zorgen over het begrip betrouwbare overheid. Een jaar geleden rollebolden nog twee van de drie huidige coalitiepartijen met elkaar over straat. De problemen waren echt onoverkomelijk, maar nu zijn ze opeens opgelost. Laat ik helder wezen: ik ben blij dat dat ze zijn opgelost, maar wat betekent dat eigenlijk? Ging dat conflict vorig jaar ergens over of was het voor de bühne en gaan de partijen nu weer net zo lichtzinnig met verschillen van mening om? Natuurlijk zal ik het vandaag namens de VVD-fractie over de spoorlaan hebben. De icoon van dit college is een weg die er niet komt. Ik hoop dat de collegepartijen de komende jaren een nieuw icoon weten te vinden, anders gaan ze de boeken in als het college dat daadkracht toonde door iets niet te doen. De VVD-fractie vindt dat de discussie over de spoorlaan inmiddels wat idiote vormen aanneemt. De VVD-fractie is voor die weg, want die is hard nodig voor de bereikbaarheid. Verschillende mensen, onder wie ook journalisten, hebben mij de afgelopen maanden gevraagd waar die weg nu eigenlijk komt te lopen. Als ik ze dan vertel dat het een weg is over een industrie-terrein direct langs het spoor, dan zeggen de mensen: dat is toch een prima plek voor nieuwe infrastructuur! Velen die iets verder van de Utrechtse politiek af staan, vragen zich af of men in dit stadhuis een beetje gek is geworden als je vertelt dat colleges vallen over een weg over een industrieterrein, dat daar decennialang over wordt gesproken en dat opnieuw geldabsorberende studies worden gedaan om te voorkomen dat deze weg er komt, een weg die niet de komende collegeperiode en ook niet in die daarna komt, maar die in de boeken stond voor de derde periode vanaf nu. En daar wordt nu zo veel discussie over gevoerd.

3 Middagvergadering van 22 april De laatste ontwikkeling in deze gekte is toch wel een beetje de houding van de PvdA-fractie tegenover deze weg. Die blijft draaien. Een jaar geleden, en dat is in december herhaald, hoorde ik een wethouder van PvdA-huize zeggen dat deze weg echt nodig is en de enige optie is om te voldoen aan de normen voor luchtkwaliteit. Nu plopt er ineens een alternatief op. En zeg het maar: óf ik heb hier in december een wethouder iets horen vertellen wat niet helemaal waar was, óf de PvdA-fractie gelooft niet in het akkoord dat nu voorligt. Als VVD'er weet ik niet wat het ergste van die twee is. Het realiteitsgehalte van het nieuwe alternatief dat op is komen ploppen is ongeveer nul. Het is heel eenvoudig om ongeveer 15% van het verkeer weg te denken en niet aan te geven hoe die 15% minder verkeer wordt gerealiseerd. Wij weten allemaal dat de ambitie op het gebied van openbaar vervoer bij het BRU al zeer ambitieus is. Je komt er dus niet door extra openbaar vervoer. En in de rest van het akkoord heb ik weinig nieuws gelezen over verkeer. Over de financiële paragraaf kan ik kort zijn. De VVD-fractie is blij dat de onderhandelaars erkennen dat er nog een uitwerking nodig is. De huidige onderbouwing vonden wij onder de maat. Intensiveringen worden betaald door geld te vinden op de grondexploitatie en door het ambtenarenapparaat in te krimpen. Daar heb ik een aantal vragen bij, vragen die allemaal met "hoe" beginnen. Hoe gaan de coalitiepartijen dat doen? Ik kan nog wel de hele riedel oplezen die ik hier heb staan, maar laat ik het hier bij houden. De hoevraag is gewoonweg niet beantwoord. Alle zware keuzes zijn vooruitgeschoven. Als wij dit programma goed lezen, is de coalitie ongeveer halverwege de onderhandelingen. Dat geldt ook voor de bezuinigingen. De nieuwe collegepartijen hebben een heel rooskleurig beeld van de bezuinigingen die het Rijk bij ons gaat neerleggen. Ondanks dat de politieke partijen volgens hun landelijke verkiezingsprogramma al in 2011 bezuinigen, wordt dat in deze stad niet gedaan. De lokale partijen zeggen: nee hoor, dat gaan ze in Den Haag toch niet doen. Ook als je kijkt naar het ingroeipad dat in de landelijke verkiezingsprogramma's van bijvoorbeeld de PvdA, D66 en ook de VVD staat, dan weet je dat het ingroeipad steiler zal zijn voor wat er aan bezuinigingen op ons afkomt dan zoals het in het voorliggende collegeprogramma staat. Als VVD-fractie zijn wij blij met de ambitie om het ambtenarenapparaat op orde te brengen en in te dammen. Dat is hard nodig. Daarvoor moeten harde keuzes worden gemaakt en impopulaire beslissingen worden genomen. Wij zullen het college daarin steunen, maar wij weten niet hoe. Dit klinkt bijna als een blanco cheque. Zoals men weet, zijn wij altijd wat voorzichtig mee met het geven van een blanco cheque. Maar wat ik vandaag zeg, meen ik. Als het college, ondanks dat wij nog niet weten waar het over gaat en het eigenlijk verder uitgewerkt had moeten zijn, voor 90% met goede plannen komt, zullen wij niet al te hard piepen over die laatste 10%. Het hoe ontbreekt dus. De verantwoordelijkheid ligt bij één wethouder. Die zal vanaf dag één ten strijde moeten gaan om EUR 55 miljoen te vinden. Een strijdplan is er echter nog niet. Wij willen dat wij als raad nog voor het zomerreces daarover met elkaar en met het college van gedachten kunnen wisselen. Wij willen dat de contouren van wat de bezuinigingen moeten gaan behelzen helder zijn. Ik laat het aan de collegepartijen over om een plan voor te bereiden. Ik kan desgewenst wel wat suggesties geven. Ik hoor in de termijnen van de woordvoerders van de nieuwe collegepartijen graag wanneer zij ons dat toesturen. In januari heeft het vorige college gemeld dat het werk van de toezichthouders op straat in 2010 nog op het niveau van 2009 blijft, maar dat het niveau daarna achteruit zal gaan. Voor ons is het heel simpel: dat mag niet gebeuren. Wij vonden in 2009 al dat er meer toezicht moest komen. Daarmee bedoel ik: politie, straatcoaches, camera's en toezichthouders van de gemeente. Wij maken ons nu dus grote zorgen. Het college dat vandaag wordt beëdigd, vindt het niet erg dat het toezicht op straat terugloopt. Dat vinden wij niet goed. Daar staat tegenover de geruststellende gedachte dat juist de partijen die het college gaan vormen de bewonersparticipatie zeer belangrijk vinden. Omdat veiligheid bij de bewoners een heel hoge prioriteit heeft, verwachten wij gewoon dat het collegeprogramma de komende jaren op dit punt zal worden aangepast. Als de collegepartijen de bewoners serieus nemen, weten zij ook dat er meer aan veiligheid gedaan zal moeten worden. Iets dergelijks geldt voor de plannen voor de coffeeshops. De collegepartijen willen verdere legalisering en dat de coffeeshops blijven zitten waar ze zitten. Softdrugs worden echter steeds harder en leiden regelmatig tot problemen. Verdere legalisering vindt de VVD-fractie dan ook onverstandig. Ook veel bewoners vinden dat. Vele bewoners willen dat de coffeeshops naar de randen van de stad worden verplaatst. Dat wil de VVD-fractie ook. Ik raad de collegepartijen dan ook aan om de bewonersparticipatie serieus te nemen. Dan zullen zij ook dit punt van het collegeakkoord aanpassen. In het akkoord staan verschillende zaken waar de VVD-fractie het op hoofdlijnen mee eens is, zoals onderwijs, het punt van de centrale aanmelding daargelaten. De VVD-fractie is ook blij met de inspanning om ervoor te zorgen dat Utrecht Culturele Hoofdstad wordt.

4 Middagvergadering van 22 april Er staan echter ook veel zaken in waar de VVD-fractie anders over denkt, zoals de re-integratie. Het nieuwe college zal relatief minder energie steken in mensen die recent werkloos zijn geworden. Dat vinden wij niet verstandig. Wij vinden de aandacht van de coalitiepartijen voor de economie aan de magere kant. Dat moet een tandje meer worden. De komende jaren zullen wij in deze raadzaal voldoende gelegenheid hebben om met het dan zittende college van gedachten te wisselen. Wij zullen altijd eerlijk en duidelijk laten weten wat wij van de collegeplannen vinden. Als wij het ermee eens zijn, laten wij dat horen en als wij het er niet mee eens zijn, doen wij dat zeker ook. Mevrouw MOS (GroenLinks): Voorzitter. De GroenLinks-fractie is apentrots op het vrijdag gepresenteerde coalitieakkoord neergelegd in het collegeprogramma Utrecht groen, open en sociaal. Het is een mooi akkoord waarin het gedachtegoed van GroenLinks, PvdA en D66 prachtig is verwerkt. Het is evenwichtig en solide. Het moet vanzelfsprekend zijn dat bewoners, maatschappelijke organisaties en bedrijven meebepalen hoe het gemeentelijke beleid eruitziet. Met dit akkoord leggen wij hiervoor een stevige basis. Zoals GroenLinks vaak in de verkiezingscampagne heeft aangegeven, staan wij met z'n allen voor vier grote maatschappelijke vraagstukken of uitdagingen. Die gaan over: 1. de rijksbezuinigingen; 2. bereikbaarheid, leefbaarheid en luchtkwaliteit; 3. duurzaamheid en 4. een sociale stad. Wij zijn er goed in geslaagd om een adequaat antwoord te geven op de belangrijkste vragen waar Utrecht vandaag de dag voor staat. In mijn bijdrage loop ik de vier genoemde thema's een voor een af. Er is uiteraard een sluitende begroting. Ook het meerjarenperspectief is sluitend. Ondanks forse tegenvallers in het vorige jaar waardoor het weerstandsvermogen flink was afgenomen, brengen wij deze stedelijke spaarpot op 0,8. Om financieel gezond te blijven, goed voorbereid te zijn op de rijksbezuinigingen en onze ambities waar te kunnen maken, zijn forse bijstellingen nodig. Wij zijn ons ervan bewust dat dit een flinke klus is. Het scenario van EUR 50 miljoen, de rijksbezuinigingen die over acht jaar verdeeld worden, toveren wij niet zomaar uit de hoge hoed, maar is een opdracht die het vorige college ons geadviseerd heeft om uit te voeren. Ik refereer hiermee aan de opmerking van mevrouw De Bondt dat het scenario veel te licht is. Het is echt het scenario waarmee wij volgens het vorige college, waarin zij zelf zitting had, rekening zouden moeten houden. Dat hebben wij precies gedaan. Mevrouw DE BONDT (VVD): Het klopt dat mevrouw Mos daar een brief over heeft gekregen. Maar zij vergeet even dat daarna heel veel verkiezingsprogramma's zijn verschenen. Op basis van die programma's zal een nieuwe regering worden gevormd. Het is nog altijd zo dat de politieke realiteit in Den Haag mede bepaalt wat wij in Utrecht te spenderen hebben. Het lijkt mij dat de nieuwe verkiezingsprogramma's en ook datgene wat uw eigen landelijke partijen daarin zeggen, in het collegeprogramma hadden moeten doorklinken en dat het niet alleen gebaseerd zou moeten zijn op ambtelijke signalen van vóór de tijd dat er in Den Haag politieke discussie had plaatsgevonden. Mevrouw MOS (GroenLinks): Natuurlijk houden wij rekening met datgene wat er uit de verkiezingen komt, maar het maakt nogal wat uit wat voor soort kabinet er na 9 juni a.s. wordt gevormd. Als er een GroenLinks/VVD/PvdA-kabinet of GroenLinks/D66/PvdA-kabinet komt, kan dat een heel ander scenario opleveren dan in het geval er een VVD/CDA/PVV-kabinet wordt gevormd. Dat maakt heel veel uit voor het soort bezuinigingen en op welke die terreinen terechtkomen. Daarom hebben wij als uitgangspunt gekozen voor het scenario van EUR 50 miljoen over acht jaar. Ik vind dat onze onderbouwing behoorlijk zorgvuldig is. Wij hebben ook een buffer van EUR 8 miljoen weten te creëren, want als je doortelt tot 2015 valt er structureel ook nog eens EUR 8 miljoen vrij. Dat biedt de gelegenheid om te anticiperen. Als in de herfst van 2010 het nieuwe kabinet er is, zal duidelijk worden wat voor bezuinigingen wij op ons dak krijgen en welke extra taken de gemeente erbij krijgt. Op dat moment kunnen wij bekijken of het scenario van EUR 50 miljoen reëel is. Misschien valt het mee, misschien valt het gigantisch tegen. Als het scenario niet reëel is, zullen wij moeten bijstellen. Op zichzelf is daar ruimte voor. Mevrouw DE BONDT (VVD): Ik hoor mevrouw Mos twee dingen zeggen. Ten eerste zegt zij dat de coalitiepartners in het najaar opnieuw met elkaar gaan onderhandelen. Ten tweede Mevrouw MOS (GroenLinks): Dat zei ik niet! Ik zei De VOORZITTER: Niet door elkaar heen. Eerst maakt mevrouw De Bondt haar interruptie af en daarna kan mevrouw Mos daarop reageren.

5 Middagvergadering van 22 april Mevrouw DE BONDT (VVD): Laat ik dan het tweede punt eerst noemen. Wanneer mevrouw Mos de verschillende verkiezingsprogramma's heeft gelezen, dan weet zij dat het scenario aan de lage kant zit. De PvdA stelt bijvoorbeeld dat in 2014 al bijna 70% moet zijn bezuinigd. Dat moet je dan doortrekken naar het bedrag van EUR 50 miljoen. D66 heeft het over EUR 52 miljoen. Lokaal zit de coalitie op een derde daarvan. Dat is echt aan de magere kant. Wel vind ik het geruststellend dat mevrouw Mos nu toch ook erkent dat wij in het najaar nog eens met de koppen bij elkaar moeten gaan zitten. Ik wens haar heel veel succes bij dat overleg, want dat is onderhandelingsronde nummer twee. Mevrouw MOS (GroenLinks): Wij hebben financiële spelregels voor de bezuinigingen afgesproken en ik maak mij daar dan ook geen grote zorgen over. Bij de bezuinigingen willen wij het uitvoerende werk zo veel mogelijk ontzien. De zorg voor kwetsbaren moet overeind blijven, evenals de dienstverlening aan bewoners, het onderhoud van het groen en de openbare ruimte. Dat vergt een inkrimping van de gemeentelijke organisatie met 15%, efficiënter en effectiever werken met 15% minder personeel, minder overhead en minder externe inhuur. De gemeentelijke organisatie moet ranker en slanker. Een stevige opdracht voor het nieuwe college en de gemeentelijke organisatie. Wij hebben daar, Gerda, Rinda en ik, inmiddels constructieve gesprekken over gevoerd met De VOORZITTER: Voor de mensen die meeluisteren voeg ik hieraan toe dat bedoeld worden: mevrouw Oskam, mevrouw Den Besten en uzelf. Mevrouw MOS (GroenLinks): Ik bedoel de drie lijsttrekkers van D66, PvdA en GroenLinks in Utrecht. Wij hebben constructieve gesprekken gevoerd met het management en de ondernemingsraad. Dat vonden wij heel belangrijk, omdat wij een akkoord presenteren met een forse boodschap richting de gemeentelijke organisatie. Daar moeten wij zelf de verantwoordelijkheid voor nemen en het gesprek over aangaan en gezamenlijk bekijken hoe wij een en ander voor elkaar krijgen. Wij leggen hier zeker geen kleine opdracht neer en ook de gemeenteraad zal daarin zijn verantwoordelijkheid moeten nemen. Volgens mij zijn wij het er raadsbreed over eens dat wij die slanke en ranke organisatie willen. Laten wij daar constructief aan werken. Ik ben blij dat ik mevrouw De Bondt heb horen zeggen dat ook de VVD-fractie het een heel belangrijke opdracht vindt om ervoor te zorgen dat de organisatie ranker en slanker wordt. Zij geeft aan dat zij de contouren voor die slankere organisatie graag voor de zomervakantie ten tonele ziet verschijnen. Het zou heel geweldig zijn als wij dat voor elkaar zouden kunnen krijgen. Zelf hebben wij ons tot doel gesteld gezegd de contouren in het derde kwartaal duidelijk te hebben. Die gaan wij dan met de gemeenteraad bespreken. Wij zullen ook opdrachten in de organisatie uitzetten. De nieuwe wethouder zal echt eerst de gelegenheid moeten hebben om in de organisatie zelf en met de ondernemingsraad te verkennen hoe zij een en ander voor elkaar kan krijgen. Mevrouw DE BONDT (VVD): Ik zou graag een verhelderende vraag stellen die voor mij van belang is om te weten of ik over dit onderwerp een motie ga indienen. Mevrouw Mos spreekt over het derde kwartaal. Dat betekent dat uiterlijk september de contouren er moeten zijn om een en ander bij de begrotingsbehandeling te kunnen meenemen. Mevrouw MOS (GroenLinks): Ik durf dat niet zo keihard toe te zeggen. Mevrouw OSKAM (D66): Misschien kan mevrouw De Bondt nog even wat geduld oefenen, want de D66-fractie komt met een voorstel hoe wij het eventueel gaan doen. De VOORZITTER: En zodra er wethouders zijn, kunt u ook met de wethouders in debat gaan over het tempo. Mevrouw MOS (GroenLinks): Dat het uitvoerende werk overeind blijft, is belangrijk. Het is ook belangrijk dat wij juist in deze tijden van financiële krapte kritisch blijven op de effectiviteit. Wij moeten het lef hebben om maatregelen die niet werken in te ruilen voor andere maatregelen. Het gaat er uiteindelijk om dat wij het beoogde eindresultaat halen. Een goed begin is het halve werk. Wij zijn de onderhandelingen gestart in gesprek met heel veel betrokkenen, bewoners, maatschappelijke organisaties en bedrijven, deskundigen uit de stad en van daarbuiten.

6 Middagvergadering van 22 april Iedereen heeft zijn steentje bijgedragen, voor- en tegenstanders en ook, mevrouw De Bondt, veel ondernemers. Wij danken al deze mensen voor hun bijdrage. Deze werkwijze is ons goed bevallen. Ze leidt tot nieuwe inzichten en creatieve oplossingen. Deze werkwijze, denken en handelen met en vanuit de belangen van bewoners, maatschappelijke organisaties en ondernemers, willen wij graag voortzetten via de raadsinformatieavonden -of moet ik ze raadsinspiratieavonden gaan noemen?- alsook in de planvorming en handelwijze van het college zelf. Deze werkwijze wordt leidraad in de uitvoering en totstandkoming van beleid, bijvoorbeeld op het gebied van wonen. Herstructureringsplannen voor een wijk leggen wij niet als blauwdruk op, maar geven wij in samenspraak met bewoners vorm. De plannen van bewoners uit De Gagel en Overvecht krijgen een nieuwe kans. Het woonwensenonderzoek in Kanaleneiland-Noord wordt leidend voor het verdere planproces. GroenLinks is ervan overtuigd dat zo'n werkwijze leidt tot betere plannen, breder draagvlak en minder vertraging. Kijk bijvoorbeeld naar de Kop van Lombok. Het resultaat was: nul bezwaarschriften. Deze werkwijze, open en aanspreekbaar in directe interactie, vraagt om een open houding van bestuurders, raadsleden en ambtenaren. Het vraagt om een andere organisatiecultuur. Wij hebben de contouren hiervoor neergelegd in ons programma. Wij zetten wijkgericht werken centraal en geven wijkmanagers doorzettingsmacht. Utrecht OV- en fietsstad. De verkiezingen stonden voor een groot deel in het teken van verkeer, bereikbaarheid en luchtkwaliteit. Talloze bewonersgroepen, bijvoorbeeld in Lunetten, Rijnsweerd, Voordorp, Noordwest en Oog in Al, roeren zich al jaren. Zij vragen met klem om de gezondheid van bewoners en de leefbaarheid van de wijken voorop te stellen. Dit past bij onze opvatting over verkeer. Wij zetten de stad niet op slot voor auto's, maar wij gaan de uitdaging aan om de groei van het autoverkeer serieus in te dammen, rekening houdend, beste Harm, met de bevolkingsgroei: inwoners in Wij hebben de ambitie dat Utrecht OV- en fietsstad van Nederland wordt en de doelstelling om de groei van het autoverkeer terug te brengen naar 15% in plaats van 30%. Dat is niet wegdromen, maar kiezen voor een gezonde en leefbare stad. Het kan, als bewoners voor ritjes onder de 7,5 kilometer vaker de fiets pakken. Het kan, als ouders hun kinderen minder vaak met de auto naar school brengen. Het kan, als bedrijven werknemers belonen als zij met het OV of de fiets komen en niet met de auto. Het kan, als de spitsheffing of een regionale heffing wordt ingevoerd. De rekenmeesters van minister Eurlings zelf hebben aangegeven dat beprijzing leidt tot 15% minder autoverkeer in het algemeen en 50% minder in de spits. Dit college kiest voor een gezonde en leefbare stad. Geen spoorlaan, maar wel bloembakken. Mevrouw DE BONDT (VVD): Voorzitter. Over het onderwerp bereikbaarheid heb ik het meeste in het programma kunnen terugvinden, maar over de snelwegen rond Utrecht was het niet heel duidelijk. Mevrouw Mos zegt nu wel wat zij niet wil, maar zij zegt niet wat zij wél wil. Waar staat het nieuwe college als het gaat over verbreding van de snelwegen en over de NRU? Mevrouw MOS (GroenLinks): In het collegeprogramma staat dat wij de Kracht van Utrecht tot en met de tweede fase MER als volwaardig alternatief willen meenemen. Daarmee zeggen wij heel duidelijk wat wij heel graag willen. Mevrouw DE BONDT (VVD): Ja, het is allemaal al eens uitgerekend. Maar stel dat blijkt dat de Kracht van Utrecht niet voldoende probleemoplossend vermogen heeft. In dat geval komen wij toch weer uit bij het alternatief dat de wegen moeten worden verbreed. Is dat voor het college acceptabel? Mevrouw MOS (GroenLinks): Zolang Utrecht medebevoegd gezag is, zullen wij ons met man en macht inzetten om ervoor te zorgen dat de Kracht van Utrecht volwaardig wordt meegenomen. Wat ons betreft zou het heel mooi zijn als dit als beste alternatief uit de bus komt. Wij zullen het met elkaar moeten uitzoeken en wij zijn nog niet bij de eerste fase MER, dus helemaal nog niet bij de tweede fase MER. Tot die tijd willen wij dat de Kracht van Utrecht van het begin tot het eind wordt meegenomen, zoals de Tweede Kamer dat heeft uitgesproken. Ik zie de heer Geldof nu nee schudden, maar laat hij niet vergeten dat deze raad er een unanieme uitspraak over heeft gedaan. Die volgen wij en de Kracht van Utrecht wordt dus gewoon tot en met de tweede fase MER meegenomen. Mevrouw DE BONDT (VVD): Ik vind dit een interessante uitspraak en want ik begrijp dat, als de Kracht van Utrecht niet voldoende probleemoplossend vermogen heeft, het nieuwe college zich achter de oplossing van verbreding kan scharen.

7 Middagvergadering van 22 april Mevrouw MOS (GroenLinks): Mevrouw De Bondt trekt nu een conclusie die ik nog niet heb getrokken. De gemeente heeft hierin een eigen bevoegdheid. Als je ervoor wilt zorgen dat het autoverkeer zo veel mogelijk wordt teruggedrongen, zul je een volwaardig alternatief in de vorm van openbaar vervoer moeten bieden. Daarvoor heb je de Kracht van Utrecht keihard nodig. Groene en duurzame stad: Utrecht klimaatneutraal in Daar hebben wij als gemeente voor gekozen. Maar door het te blijven roepen, komen wij er niet begint nu. Dit college moet de echte stappen zetten om dat waar te maken. Vandaar een groot bedrag van EUR 26 miljoen. Wij gaan fors inzetten op energiebesparing, gebruikmaking van nieuwe energie, hergebruik en verduurzaming van de economie. Wij gaan dit samen doen met bewoners, maatschappelijke organisaties, de kennisinstellingen in de stad en het bedrijfsleven. Met die EUR 26 miljoen willen wij anderen verleiden om ook te investeren. Wij willen dit fonds gebruiken voor voorinvesteringen die zich later weer terugverdienen. Investeren in duurzaamheid is goed voor de economie. Dat gaat banen opleveren. Er is meer dan de EUR 26 miljoen. Er wordt ook meer geld besteed aan het groen in de stad. Er is ook EUR 6 miljoen voor een banenplan. Dat geld willen wij slim combineren en inzetten. Wat is er mooier dan bij de renovatie van de werven en het groenonderhoud in de stad jonge werklozen in te zetten en op te leiden? Verduurzamen en versterken van de economie betekent ook inzetten op startersadvisering, revitalisering van bestaande bedrijventerreinen in plaats van ongebreidelde groei. Het gaat om het versterken van de wijkeconomie. In de krachtwijkenaanpak krijgen onderwijs en werk meer aandacht. Je helpt mensen het best door hun sociaaleconomische positie te versterken. Cultuur is vaak het eerste de dupe als het om bezuinigingen gaat. Maar niet in Utrecht. Er is ruimte voor een bescheiden groei. Sommige mensen noemen cultuur een linkse hobby, maar het blijkt dat cultuur een van de belangrijkste factoren is voor een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor bedrijven. Het een linkse hobby noemen, mag natuurlijk best. Culturele activiteiten in de wijken versterken de sociale binding. Utrecht is de stad met de meest creatieve beroepsbevolking. Dat moet je koesteren met broedplaatsen en aandacht voor jong talent. De ambitie voor Culturele Hoofdstad blijft overeind. Dat geldt ook voor de culturele trekpleister in Leidsche Rijn Centrum. Er zijn ook concrete plannen om de wachttijden voor betaalbare woningen terug te dringen. Ook voor de studenten. Er wordt minder gesloopt. De bouwopgaaf voor de komende periode is realistisch en haalbaar. Utrecht is en blijft een sociale en tolerante stad. Iedereen krijgt de kans om mee te doen. Wij leggen het accent op het creëren van kansen voor mensen met de grootste afstand tot de arbeidsmarkt. Wij creëren nieuwe banen. Het armoedebeleid zetten wij voort, evenals het beleid voor mensen die daken thuisloos zijn, asielzoekers en vluchtelingen en Agenda 22. Wij gaan voor een effectief, activerend en emanciperend welzijnsbeleid waarbij de kracht in de samenleving, zoals het particulier initiatief, volop de kans krijgt. Wij steunen buurthuizen en jongerencentra in zelfbeheer, zodat het buurthuis weer van de buurt wordt. Ook het homolesbische emancipatiebeleid zetten wij voort. Wij besteden extra aandacht aan ouderenbeleid. De laatste miljoen bezuiniging op welzijn hebben wij teruggedraaid. De wethouder welzijn is tevens coördinerend wethouder diversiteit en integratie. Wij hebben hiervoor geen apart programma gemaakt. Maar de ambities zijn onveranderd. Discriminatie en stigmatisering pakken wij aan, evenals taalachterstand en ondersteuning van migrantenorganisaties. Wij hebben een mooi programma met mooie ambities in moeilijke tijden. Het moet kunnen, als wij het samen doen: samen met de hele stad, samen in de gemeenteraad. Wij nodigen de niet-coalitiepartijen nadrukkelijk uit om mee te denken en mee te doen. Wij staan open voor nieuwe ideeën. Het collegeprogramma moet natuurlijk vastgesteld worden. Daarom heb ik een prachtige motie gemaakt waarin ik elk hoofdstuk van het collegeprogramma apart noem. Dat biedt de oppositiepartijen de kans om aantekening te vragen bij de hoofdstukken waarmee zij het echt niet eens kunnen zijn en om met het overige in te stemmen. Voorzitter, GroenLinks heeft er zin in en wij zijn klaar voor de toekomst. De VOORZITTER: Dames en heren! Door mevrouw Mos is de volgende motie ingediend: "Motie 2010/11. 'Utrecht: groen, open en sociaal' De gemeenteraad van de gemeente Utrecht, in vergadering bijeen op donderdag 22 april 2010, ter bespreking van het Collegeprogramma 'Utrecht, groen, open en sociaal'

8 Middagvergadering van 22 april Stemt in met het collegeakkoord 'Utrecht, groen, open en sociaal', bestaande uit de hoofdstukken: 1. lerende en open stad 2. sociale en actieve stad 3. duurzame stad 4. gezonde en actieve stad 5. aantrekkelijke en bereikbare stad 6. woonstad 7. veilige stad 8. financieel gezonde stad. en gaat over tot de orde van de dag." Deze motie is ondertekend door mevrouw Mos, mevrouw Den Besten en mevrouw Oskam. De heer JANSSEN (CDA): Voorzitter! Ik hoor al zeggen: komt hij ook met een motie? Nee, wij hebben niet zo'n behoefte om op deze eerste dag van de nieuwe collegeperiode meteen al een motie in te dienen. Wij hebben nog vier jaar, wie weet wat korter, waarin wij moties genoeg kunnen indienen. Het nieuwe collegeprogramma ligt er. Dat is op zich goed, want de stad moet bestuurd worden. Bij eerste lezing dacht ik: er wordt wel het een en ander aan beleid gecontinueerd. Dat is mooi. Zo vindt de CDA-fractie het goed dat op het gebied van onderwijs veel van het beleid wordt voortgezet. Er komt zelfs extra geld beschikbaar voor onderwijshuisvesting. Over de financiering van het geheel van het programma maak ik straks nog een enkele opmerking. Maar over het algemeen tevredenheid over de onderwijsparagraaf, al zal de CDA-fractie alert blijven als het gaat om de vrije schoolkeuze. Een afspiegeling van de wijk is prachtig, een gelijktijdige aanmelding begrijpelijk, maar het blijven voor ons wel de ouders die bepalen waar hun kind naar school gaat. Dat is niet aan de overheid. Wij blijven dat scherp in de gaten houden. Ook op gebied van sport zien wij een voortzetting van beleid. Een beetje gemakkelijk opgeschreven zijn wel de zinnen over een hockeycentrum en een roeibaan. Die juicht de coalitie toe - als ze zelf geld meenemen. Ja, dan juicht iedereen dat toe. Het is aan het nieuwe college te komen met slimme oplossingen op dit punt. Wij zien de voorstellen wel tegemoet. Kortom, twee aardige onderdelen uit het collegeprogramma. Maar er staat meer in. En dat vindt de CDA-fractie niet allemaal even geslaagd. Zonder volledig te willen zijn, licht ik er een paar punten uit. Onbegrijpelijk vinden wij het punt over de bevoorrading van coffeeshops. Althans, begrijpelijk is het nog wel, maar uitvoerbaar is het niet en bovendien is het zeer ongewenst. Even werden wij blij toen wij lazen dat er geen nieuwe coffeeshops bij komen in onze stad. De CDA-fractie onderschrijft dat. Ah, dacht ik toen ik het las, het heeft toch iets geholpen, onze actie tegen coffeeshops bij de Berenkuil en in de Croeselaan. (Ik neem aan dat de coalitie ervoor gekozen heeft de participatie met de omwonenden daarover maar gewoon niet aan te gaan. Verstandig, want de uitkomst laat zich wel raden.) Omdat wij daarmee een van punten uit het CDA-verkiezingsprogramma eigenlijk al een beetje gerealiseerd hebben, wil ik mevrouw Mos vragen om een cadeautje in ontvangst te nemen. Het is tenslotte een beetje feest. De heer Janssen overhandigt mevrouw Mos een straatnaambord met daarop de tekst "Coffeeshopvrije straat". Deze borden zijn heel gewild: wij hadden er een bij de Biltstraat opgehangen, maar die was na een dag al weg. Wij weten nog steeds niet wie het heeft gedaan, maar misschien is er ook al iemand anders in deze zaal die dit straatnaambord heeft, al weet ik dat natuurlijk niet. Het is dus goed dat de coalitiepartijen uitspreken dat zij meer coffeeshops in de stad niet verstandig vinden. Maar hoe is het mogelijk dat zij deze duidelijke lijn volledig ondergraven door een gemeentelijk drugswinkeltje te beginnen onder de noemer legale bevoorrading? Hoe kan iets legaal zijn wat in landelijk en Europees verband verboden is? Nog los van het signaal dat je er als stad mee geeft: kom maar naar Utrecht, hier mag het allemaal, wij verstrekken de drugs als gemeente zelf wel. Wij zullen als CDA doen wat wij kunnen om, nu wij de coalitiepartijen er al van overtuigd hebben dat uitbreiding van het aantal coffeeshops niet gewenst is, hen ook te overtuigen van het feit dat een eigen drugshandel niet de bedoeling is.

9 Middagvergadering van 22 april Mevrouw MOS (GroenLinks): Ik vind dat de heer Janssen de dingen heel erg uit hun verband rukt. Wanneer je als gemeente een experiment begint om de achterdeur te reguleren, begin je daar toch nog geen drugshandel mee? De heer JANSSEN (CDA): Hoe het al klinkt, mevrouw Mos: de achterdeur reguleren. Dat is op zich al bijzonder genoeg. Onze fractie heeft geen enkele behoefte aan dat soort experimenten en zal voorstellen daartoe de komende jaren dan ook niet ondersteunen. Mevrouw MOS (GroenLinks): De achterdeur reguleren betekent gewoon dat je het gedoogbeleid dat al jaren in Nederland geldt, beter gaat regelen en uit de criminele sfeer haalt. Je zou juist denken dat het CDA daar voor moet zijn. De heer JANSSEN (CDA): Het CDA is niet voor softdrugs en dus ook niet voor het legaal bevoorraden. Mevrouw OSKAM (D66): Voorzitter! Ik ken het CDA als een rechtlijnige en rechtgeaarde partij. Op het moment dat de voordeur legaal is, wat voor soort legaal dat ook is, is het vreemd dat de achterdeur illegaal is. Bovendien trekt de heer Janssen conclusies over de invulling van het experiment die nog niet kunnen worden getrokken. Daar komen wij later nog over te spreken. De heer JANSSEN (CDA): Ik vind het vreemd dat zo gemakkelijk wordt gesproken over legaliseren van de bevoorrading van coffeeshops door een overheid. Mevrouw Oskam kent onze standpunten over softdrugs. Zij suggereert nu dat de uitwerking er heel anders uit gaat zien dan het beeld dat ik voor ogen heb. Wij wachten dat maar even af. Ik heb wel willen aangeven hoe de CDA-fractie tegenover dit punt van het collegeprogramma staat. Als het college met een uitwerkingsvoorstel komt, zal het waarschijnlijk niemand verbazen wanneer de CDA-fractie dan met een motie komt. De heer WERENSTEIJN (Trots): Voorzitter, ik heb een vraag aan mevrouw Oskam. Wat maakt dit project zo verschillend van dat in Tilburg, Eindhoven en Maastricht? Daar is het al geprobeerd en het was niet succesvol. Mevrouw OSKAM (D66): Ik ken niet alle details, maar je moet grip op de zaak zien te krijgen om ervoor te zorgen dat om redenen van volksgezondheid de hoeveelheid verslavende stoffen in softdrugs wordt verlaagd. Daar hebben wij al eens een motie over ingediend. Een van de manieren om er grip op te krijgen, is de mogelijkheid die de heer Janssen al noemde: als gemeente een eigen coffeeshop beginnen. Dat zou heel vreemd zijn. In elk geval zijn wij er als liberalen helemaal niet voor dat de overheid dat soort dingen gaat doen. Wat je wel kunt doen bij een experiment binnen de wettelijke mogelijkheden, is het geven van een keurmerk aan telers die cannabis telen waarin geen schadelijke stoffen zitten. De invulling van het experiment willen wij als coalitiepartijen samen met de raad bepalen, zoals wij dat met alles willen doen. Wat dat betreft is de discussie na vandaag nog lang niet gesloten. De VOORZITTER: Ik stel voor dat wij later in het debat, wanneer mevrouw Oskam het woord voert, terugkomen op het onderwerp coffeeshops. Ik verzoek nu de heer Janssen om zijn betoog te vervolgen. De heer JANSSEN (CDA): Ik heb mevrouw Oskam horen zeggen dat de gemeente niet zelf voor voorzieningen ter bevoorrading van coffeeshops gaat zorgen. Dat punt is dan alvast binnen. Wij zullen het onderwerp kritisch volgen en wachten de voorstellen af. Mevrouw OSKAM (D66): Voor de duidelijkheid: ik heb gezegd dat het mij een slecht idee lijkt om als gemeente iets als een eigen kwekerij neer te zetten. Ik vind als liberaal dat een overheid dat soort dingen niet moet gaan doen. De heer JANSSEN (CDA): Dat bedoelde ik te herhalen en het is nu nog eens helder bevestigd. Nu ik het toch over bevoorrading heb: prima dat er straks nog meer elektrische boten en cargohoppers in de stad bij komen. Daar zijn wij ook voor. Maar in algemene zin gaat het met de bevoorrading in deze stad niet de goede kant op. Hoe moet je over enkele jaren je doel nog bereiken? Oké, per openbaar vervoer en fiets kan er het een en ander. Dat juichen wij toe. Maar er wordt weinig tot niets gedaan om de bereikbaarheid van de stad per auto een beetje op peil te houden.

10 Middagvergadering van 22 april NOUW, NOUW, NOUW, hoor ik u denken, wij gaan toch de NOUW2, de Nieuwe Ontsluiting Utrecht West 2, inpassen als definitieve oplossing? Dat betekent dat dit college afstand neemt van de principes die ooit golden toen Leidsche Rijn onder een GroenLinks-wethouder op de tekentafel lag. Wat was het principe ook alweer? Leidsche Rijn wordt aangesloten op de bestaande stad door middel van de Hogeweidebrug, de gele brug, en de A2 krijgt een andere verbinding. Maar wat gaat er nu gebeuren? Alle verkeer gaat straks over die ene brug. Sinds ik de afgelopen weken regelmatig bijtijds aan het eind van de middag naar huis in Leidsche Rijn fiets, heb ik kunnen constateren dat om die tijd het verkeer op de hele route vanaf de Cartesiusweg tot aan de snelweg helemaal vaststaat. En de coalitiepartijen vinden dat daar nog wel wat verkeer bij kan. Mevrouw MOS (GroenLinks): Ik wil de heer Janssen eraan herinneren dat ook het CDA zitting had in het college dat de ontsluiting van Leidsche Rijn heeft bekeken. Yet van den Bergh heeft ervoor gezorgd dat de NOUW2 er kwam als alternatief voor de spoorlaan. Dat is de oplossing die wij nu ook volgen en definitief maken. Dat betekent niet dat auto's nu opeens massaal vaststaan op de Hogeweidebrug. In een bijlage van het collegeprogramma kan men de cijfers erop nalezen. Die passen prima bij de Hogeweidebrug, wanneer je de ambitie waarmaakt dat het autoverkeer niet meer dan 15% groeit. Dat is een heel erg belangrijke doelstelling, want die gaat ook over de gezondheid van bewoners en over de leefbaarheid van de wijken, ook Leidsche Rijn. De heer JANSSEN (CDA): Deze partij zat inderdaad ook in het college dat zich destijds over de ontsluiting van Leidsche Rijn heeft gebogen en zat met Leefbaar Utrecht in het college toen de eerste oplossingen voor de bereikbaarheid werden geschetst, eerst met de NOUW1 en vervolgens met de NOUW2, de tijdelijke oplossing. Deze partij zat in het college dat in de periode is gaan nadenken welke volgende stappen moeten worden gezet om de autobereikbaarheid goed te houden. Daar kwam zonder enige onduidelijkheid de conclusie uit dat de spoorlaan aangelegd zou moeten worden. Daarmee kom ik op de cijfers. Als je opschrijft dat je uitgaat van 50% minder autogroei, dan kan er veel. Toch valt dat in de categorie auto s wegdromen. Nergens staat hoe die groei precies moet worden beperkt. Groei die voornamelijk wordt veroorzaakt door de bouw van Leidsche Rijn en daarna Rijnenburg en niet door die paar extra auto s in Overvecht of in Oog in Al, want die kunnen er nog wel bij op het bestaande wegennet. Laat ik die 50% minder groei van de coalitie even concreet maken. Er moeten nog zo n woningen in Leidsche Rijn worden opgeleverd. Dat betekent feitelijk dat de coalitiepartijen tegen de helft van de nieuwe bewoners, ten minste 7500 huishoudens, zegt: u mag geen auto meer rijden, want wij willen de groei met de helft beperken. Dat kan toch niet de bedoeling zijn van dit collegeprogramma? Mevrouw MOS (GroenLinks): Daarmee versimplificeer je wel heel erg. De heer JANSSEN (CDA): Maar het is in ieder geval duidelijk. Mevrouw MOS (GroenLinks): Zeker. Maar als je kijkt waar al het autoverkeer vandaan komt, dan zie je dat 25% van alle autoverkeer in Utrecht woon-werkverkeer is, wat op zichzelf dus niet zo veel te maken heeft met de bewoners van Leidsche Rijn. Het betekent wel dat er heel veel te winnen dan wel terug te dringen is door een goed prijsbeleid en door goede afspraken met het bedrijfsleven te maken. In mijn bijdrage heb ik al gezegd dat niet GroenLinks zegt dat het effect van beprijzing zo hoog is; dat heeft CDA-minister Eurlings laten berekenen. Dat effect is 15% minder verkeer in het algemeen en 50% minder in de spits. En dat is precies het kritieke moment. De heer JANSSEN (CDA): Mevrouw Mos heeft gelijk dat onze CDA-minister die berekeningen heeft laten maken. Maar hij zei er nog iets bij, namelijk dat je heel forse tarieven per kilometer moet berekenen om dat effect te bereiken. Daar kiest het CDA niet voor en ook minister Eurlings niet. Ik heb namelijk nooit begrepen dat hij heeft bedoeld zodanig hoge tarieven te gaan heffen, dat het voor een gemiddelde werknemer nauwelijks nog betaalbaar is om, als hij van de auto afhankelijk is, zijn werk bereiken. Ook het bedrijfsleven is op zijn zachtst gezegd niet echt gelukkig met de bereikbaarheidsplannen in het collegeprogramma. Het is goed te horen dat de coalitiepartijen afspraken willen maken met het bedrijfsleven, dus wellicht is er hoop, want zij gaan voor een participatieve democratie. Ik ben alleen bang dat het resultaat op dit punt niet zo heel veel in beweging kan worden gebracht.

11 Middagvergadering van 22 april Dan nog enkele opmerkingen over het geld. De CDA-fractie vindt het verstandig dat een financiële paragraaf aan het programma is toegevoegd. Er wordt nu wat gelachen, maar een jaar of tien geleden was het nog helemaal niet gebruikelijk om een financiële paragraaf in het collegeprogramma op te nemen. Het is goed dat dit ook nu gebeurd is. De vraag is nog wel hoe het plaatje er over een jaar of twee uit zal zien. Wij weten nog helemaal niet wat er gaat gebeuren. Ook de CDA-fractie begrijpt dat heel goed, maar maakt zich wel enige zorgen om het eufemistisch te zeggen over de dekkingskant van het verhaal. Wij zijn helemaal niet tegen een slanke, efficiënte organisatie, maar wij vinden de hoeveelheid geld die u denkt daarin te vinden oplopend tot EUR 55 miljoen euro structureel een enorm bedrag, als je niet concreet aangeeft waar je op gaat bezuinigen. Voorgesteld wordt een kerntakendiscussie te voeren. Daar kan je snel mee klaar zijn als je gewoon zegt: de gemeente doet zijn wettelijke taken en dat is het. Onze voorspelling is dat het zo niet zal gaan. Het komt uiteindelijk toch gewoon neer op keuzes maken. Keuzes die nu nog vooruit worden geschoven. En natuurlijk snap ik ook wel dat je een en ander in de komende tijd eens goed tegen het licht moet houden. Ik begrijp dat om te beginnen een externe doorlichting van de organisatie gaat plaatsvinden. Op zich verstandig, al helpt het niet direct om de kosten voor externe inhuur terug te dringen. Maar goed. Daarna zullen keuzes moeten worden gemaakt. Wij zullen die keuzes op dat moment scherp tegen het licht houden. Trouwens, wij zijn met anderen erg benieuwd wanneer wij die te zien krijgen. Wij wachten het maar even af. Mevrouw MOS (GroenLinks): In mijn bijdrage heb ik gezegd dat in het derde kwartaal de eerste contouren worden geschetst. Het blijft natuurlijk vaag zolang er geen concrete invulling ligt, maar ik denk dat men het ermee eens kan zijn dat het belangrijk is dat wij dit heel zorgvuldig doen, in overleg met de organisatie, de ondernemingsraad en de diensten. Dat betekent dat wij niet meteen een plaatje kunnen neerleggen waarop staat wat wij willen afschaffen. Maar het is ook weer niet zo dat wij er geen enkel idee over hebben. De heer JANSSEN (CDA): Dat zeg ik helemaal niet. Ik betoogde dat ik nieuwsgierig was wanneer ons de keuzes gepresenteerd worden en dat wij die dan scherp tegen het licht zullen houden. Mevrouw DE BONDT (VVD): Voorzitter, ik ben even in verwarring. Ik vroeg aan GroenLinks of wij die contouren concreet in het derde kwartaal van dit jaar, dus uiterlijk september 2010, kunnen verwachten. Daarop zei mevrouw Mos dat zij het niet kon toezeggen en werd ik doorverwezen naar het betoog van mevrouw Oskam. Maar nu hoor ik mevrouw Mos weer derde kwartaal zeggen. Mevrouw MOS (GroenLinks): Ik zei derde kwartaal. Daarop had mevrouw De Bondt het over een concretisering voor de begroting Dat durfde ik niet hard toe te zeggen. Maar derde kwartaal is derde kwartaal. Mevrouw DE BONDT (VVD): Ja, dat klopt, er zit een week tussen het einde van het derde kwartaal en de begrotingsbehandeling. De heer JANSSEN (CDA): Vanuit mijn verleden weet ik nog wel wanneer in de regel de begrotingen worden opgesteld. Als mevrouw Mos zegt dat de contouren er in het derde kwartaal komen, dan hebben wij ruim voldoende de tijd om bij de vaststelling van de begroting in november over de suggesties en keuzes iets te zeggen en besluiten te nemen. Ik ga er dus van uit dat wij een en ander bij de begroting 2011 mee kunnen nemen. Ik rond af. Ik zou nog heel veel voorbeelden uit het collegeprogramma kunnen noemen waar wij ook iets van vinden. Dat doe ik niet. Daarover hoort u ons wel in de komende jaren. Wij zullen het college kritisch blijven volgen en waar nodig komen met voorstellen om bij te sturen. De CDA-fractie is niet enthousiast over dit collegeprogramma. Desondanks wensen wij de coalitiefracties sterkte bij de uitvoering ervan. Maar wij houden ons hart vast. Niet alleen als CDA-fractie, maar zeker voor al die inwoners van Leidsche Rijn die straks met de auto niet meer vooruit of achteruit kunnen. Zeker ook voor al die inwoners die misschien geen coffeeshop in hun straat krijgen, maar die wel zien dat de coffeeshops gewoon legaal bevoorraad worden en zeker voor alle ondernemers in de stad die het als het een beetje tegenzit voor wat de bereikbaarheid betreft straks gewoon kunnen schudden.

12 Middagvergadering van 22 april Mevrouw DEN BESTEN (PvdA): Voorzitter! Utrecht is van iedereen. Iedereen telt mee! Met die slogan voor de verkiezingen heeft de PvdA Utrecht weer deelgenomen aan een collegeakkoord dat wij vandaag met trots aan de raad presenteren. Wij hebben de afgelopen vier jaar keihard gewerkt aan een Utrecht waar sterk, sociaal en duurzaam hand in hand gaan. Utrecht groeit, maar wel op een duurzame en eerlijke manier. Met het collegeprogramma Groen, open en sociaal, dat wij vandaag laten zien en bespreken, hebben wij recht gedaan aan onze verkiezingsbelofte. Een sociale en sterke stad waar ruimte is voor iedereen, van welke afkomst, geloofsovertuiging, seksuele geaardheid dan ook en waar iedereen gelijke kansen krijgt om zich te ontwikkelen op school, op de arbeidsmarkt en in de sport. Talenten aanboren en stimuleren, dat maakt een stad sterk. Dat doen wij samen met mensen in die stad, instellingen en bedrijfsleven. Voorzitter, de PvdA is blij met het voorliggende collegeprogramma, blij met hoe het tot stand is gekomen, in constructieve coalitiebesprekingen onder leiding van een bevlogen formateur, Tof Thissen, die nu ergens op zijn fiets zit. (Zijn we niet jaloers?) En wij zijn blij met de inhoudelijke manier waarop wij gediscussieerd hebben met GroenLinks en D66, met ruimte en respect voor ieders uitgangspunten. Met name willen wij dankzeggen aan Marry Mos, die als eerste onderhandelaar zeer nadrukkelijk vorm heeft gegeven aan dit proces. Wij willen ook als PvdA dankzeggen aan alle mensen, instellingen en bedrijven die ons hebben toegesproken en van nieuwe ideeën hebben voorzien in de inspiratiesessies tijdens de onderhandelingen. Dit waren leuke, heel vrije en open sessies waar veel ideeën naar voren kwamen die wij hebben meegenomen in het collegeprogramma. Ik kan mevrouw De Bondt geruststellen: ook op het terrein van bereikbaarheid hebben wij participatie toegepast en hebben verschillende partners uit het bedrijfsleven met ons gesproken over de uitdagingen en de kansen die zij daar in zien. Wij zijn natuurlijk trots dat wij als eerste grote stad een collegeprogramma kunnen presenteren en dat met dit programma de stad weer door kan. Want dat moet, een stad moet niet stilstaan, op geen enkele manier. Dit programma geeft een duidelijke richting aan deze stad: groen, open en sociaal. Zeer tevreden zijn wij over de sociale paragrafen. Wij hebben als PvdA-fractie gestreden voor het vasthouden en verbeteren van ons onderwijsbeleid, van ons re-integratiebeleid en van ons armoedebeleid. Het deed ons deugd om in die zelfde inspiratiesessies te horen dat de partners in de stad zo veel lof uitspraken over ons sociale beleid en ons aanspoorden om, met kleine wijzigingen, dit vooral vast te houden. Dat gaan wij doen. Wij investeren extra in sociale zaken en er komt een banenplan dat 1200 mensen tijdelijke werkervaring biedt, zodat ze meer kans maken op de arbeidsmarkt. Ook staan wij voor duurzame groei van de stad. Wij gaan vasthouden en volhouden in onze krachtwijken. Wij gaan een masterplan binnenstedelijk bouwen maken en er komen maar liefst nieuwe woningen, waarvan 40% sociaal, 500 extra studentenwoningen, starterwoningen en 50 woningen voor mensen met een functiebeperking. Een stad met ruimte voor iedereen. Het zal niemand verbazen dat wij lang hebben gesproken over het dossier bereikbaarheid. Na de verkiezingen was duidelijk dat de in het Actieplan Luchtkwaliteit gekozen oplossing, de spoorlaan, geen meerderheid meer had in de huidige raad. Na lang puzzelen, rekenen en tekenen is er een alternatief voor deze invalsweg in het akkoord opgenomen waar de PvdA-fractie achter kan staan. Niet omdat de auto in de ban moet, zeker niet, want, ik citeer uit het Collegeprogramma : "Ook automobiliteit is - mits gedoseerd- een onlosmakelijk element in de bereikbaarheid van een vitale en aantrekkelijke stad." Mevrouw BIKKER (ChristenUnie): Voorzitter! De ChristenUnie heeft altijd gezegd open te staan voor een andere oplossing voor de spoorlaan. Mevrouw Den Besten zegt nu dat er is gepuzzeld, gerekend en getekend en dat het nu goed komt. Ook ik puzzel, reken en teken met al die cijfers die ik in een enkel bijlagetje heb gekregen, maar ik zie daar niet in staan hoe het probleem van de auto's en de spoorlaan op termijn wordt opgelost. Men gaat uit van de aanname dat de groei halveert, maar voor die aanname zie ik geen onderbouwing. Kan mevrouw Den Besten mij haar puzzels, berekeningen en tekeningen schetsen, zodat ik wellicht het vertrouwen dat zij in de oplossing heeft, wellicht met haar kan gaan delen? Met het verlangen ben ik het helemaal eens, maar de onderbouwing heb ik niet gevonden. Mevrouw DEN BESTEN (PvdA): Ik kom daar nog op terug. Ook verwijs ik mevrouw Bikker naar de verslagen van de onderhandelingen die midden volgende week openbaar worden gemaakt. Daar staat veel meer in dan in het voorliggende collegeprogramma. Ik wil nu alvast wat dieper op de opmerking van mevrouw Bikker ingaan. De PvdA-fractie vindt het belangrijk dat er een omslag in het denken over autogebruik komt. Wij denken dat onze oplossing haalbaar is als wij inzetten op maximale maatregelen om het gebruik van het openbaar vervoer en de fiets te stimuleren en het gebruik van de auto af te remmen.