GROENENDIJK ONDERWIJS ADMINISTRATIE BV

Transcriptie

1 WERKKOSTENREGELING Korte uitleg werkkostenregeling GROENENDIJK ONDERWIJS ADMINISTRATIE BV 1 november 2013 Aangepast door: Wim IJzerman Versie 01

2 WERKKOSTENREGELING Korte uitleg werkkostenregeling Inhoud INLEIDING WAT HOUDT DE WERKKOSTENREGELING IN?... 2 REKENVOORBEELD WAT VALT WEL EN WAT VALT NIET ONDER DE WERKKOSTENREGELING? VERGOEDINGEN EN VERSTREKKINGEN NIET IN HET KADER VAN DE DIENSTBETREKKING INTERMEDIAIRE KOSTEN VRIJGESTELD LOON VERSTREKKINGEN WAARVOOR DE WERKNEMER EEN EIGEN BIJDRAGE VAN TENMINSTE DE (FACTUUR)WAARDE BETAALT GERICHTE VRIJSTELLINGEN NIHIL WAARDERINGEN GEBRUIKELIJKHEIDSTOETS WAAR DIENT U OP TE LETTEN? TOETSEN EN AFREKENEN?... 8 BIJLAGE: MEEST VOORKOMENDE ZAKEN

3 Inleiding Zoals u ongetwijfeld gehoord hebt is met ingang van 1 januari 2011 de werkkostenregeling ingevoerd. Zoals het er nu naar uit ziet zal de werkkostenregeling per 1 januari 2015 voor iedere werkgever verplicht worden gesteld. In deze brochure willen wij u op hoofdlijnen informeren over de inhoud van de werkkostenregeling. Deze brochure geeft geen uitputtend overzicht van alle ins en outs. Wij adviseren u dan ook de berichtgeving hierover te volgen en bij eventuele vragen en onduidelijkheden contact met ons als uw AK op te nemen. Een uitgebreide brochure over de werkkostenregeling kunt u downloaden van de site van de Belastingdienst. Wij zullen beginnen met een korte uitleg van de werkkostenregeling en de wijzigingen ten opzichte van de oude situatie. Daarna volgt een overzicht van wat wel onder de nieuwe regeling valt en wat niet. Tot slot geven we u nog een aantal tips. 1. Wat houdt de werkkostenregeling in? De werkkostenregeling vervangt het huidige systeem van onbelaste vergoedingen en verstrekkingen. Op dit moment bestaat er een flink aantal categorieën vergoedingen en verstrekkingen waarvoor fiscaal aparte regels gelden, u kunt hierbij denken aan (o.a.) kerstpakketten, laptops etc. Deze categorieën worden vervangen door één regeling, de werkkostenregeling. Vergoedingen betreffen altijd een geldbedrag, verstrekkingen zijn altijd in natura. Deze regeling kent één nieuw basisprincipe: er bestaan geen vrije (of onbelaste) vergoedingen en verstrekkingen meer. De wetgever heeft voor een strakke opzet gekozen. Alle vergoedingen (in geld) en verstrekkingen (in natura) die een werkgever aan zijn werknemer toekent, worden in beginsel tot het loon gerekend. Die vergoedingen en verstrekkingen zijn dus belast, tenzij de werkgever ze aanwijst als werkkosten. Deze regeling heeft een zogenaamd forfaitair karakter. Dat houdt dat er een vrijstelling komt van een bepaald percentage van de totale fiscale loonsom. Bij invoering bedroeg deze 1,4% van de totale fiscale loonsom (kolom 14-loon van de loonstaat, het loon waarover u loonbelasting en premie volksverzekeringen moet inhouden). Dit percentage is met ingang van 1 januari 2013 opgetrokken naar 1,5% van de fiscale loonsom. Blijft het totaal van de vergoedingen en verstrekkingen onder deze grens, dan zijn de vergoedingen en verstrekkingen onbelast. Zijn de vergoedingen en verstrekkingen hoger dan dit percentage, dan moet de werkgever over het meerdere van deze vergoeding en verstrekking (dus over het bedrag dat boven de 1,5% uit komt) een eindheffing van 80% afdragen. Het eindheffingsloon omvat dus de vergoedingen en verstrekkingen die de forfaitaire ruimte van 1,5% te boven gaan. 2

4 Eindheffing is de loonbelasting/premie volksverzekering die u als werkgever zelf moet betalen over bepaalde vormen van loon. Dit behoort niet tot het belastbaar loon van de werknemer en komt ook niet voor op zijn loonstrook. Rekenvoorbeeld In uw organisatie werken 100 werknemers, het totale fiscaal loon bedraagt euro. Volgens de werkkostenregeling kunt u dan jaarlijks euro ( x 1,5%) aan uw personeel onbelast aan werkkosten vergoeden. Is dit bedrag uitgekomen op , dan betaalt de werkgever over het meerdere 80% eindheffing. In dit voorbeeld: x 80% = euro. De werkgever moet vooraf de vergoedingen en verstrekkingen aanwijzen die straks onder de forfaitaire vrijstelling van 1,5% vallen. Hier geldt wel een beperking: de totale omvang van de vergoedingen en verstrekkingen die de werkgever aanwijst als werkkosten mag niet meer dan 30% afwijken van de gebruikelijke kosten. Gebruikelijk is wat in de branche als min of meer normaal geldt. Wellicht kan een voorbeeld buiten het onderwijs dit verhelderen: voor werknemers van een elektronica zaak is een flat screen als kerstgeschenk niet ongebruikelijk. Deze werkgever kan dit geschenk dus binnen de vrije ruimte laten vallen. De kosten die de werkgever als werkkosten aanwijst verlaten dan de reguliere loonstrook en worden als werkkosten verloond. Hierop mag de werkgever een vrijstelling van 1,5% van zijn fiscale loonsom toepassen. Het eventuele saldo wordt bij de werkgever belast tegen 80% eindheffing. Als er vooraf geen aanwijzing plaatsvindt, zijn de vergoedingen en verstrekkingen gewoon belastbaar loon. De keuze dient gemaakt te worden uiterlijk op het moment van vergoeden of verstrekken. Let er ook op, dat alle bestaande afspraken met de Belastingdienst over vergoedingen en verstrekkingen waarvoor geen gerichte vrijstelling bestaat, komen te vervallen. Naast vergoedingen en verstrekkingen die niet onder het begrip loon vallen zijn er ook vergoedingen en verstrekkingen die niet ten koste gaan van de vrije ruimte van 1,5 %. Dit zijn gerichte vrijstellingen, nihil waarderingen en intermediaire kosten. Verder is er nog vrijgesteld loon dat niet onder de werkkosten regeling valt Op deze begrippen komen we in hoofdstuk 2 nog terug. Op de volgende bladzijde ziet u de werkkostenregeling in schema. 3

5 1M.I.V. 1 JANUARI 2013 IS HET PERCENTAGE VAN HET FORFAIT 1,5% Zoals al vermeld in de inleiding treedt de werkkostenregeling met ingang van 1 januari 2011 in werking getreden. De staatssecretaris van Financiën heeft echter voorzien in een overgangsregeling. Deze houdt in, dat het huidige systeem van vergoedingen en verstrekkingen nog tot en met 2014 mag worden toegepast. Werkgevers mogen gedurende het jaar 2014 zelf kiezen welk regime voor hen van toepassing is. Wel is het zo, dat als een keuze voor is gemaakt deze gedurende het jaar niet meer gewijzigd mag worden. Een andere belangrijke wijziging is de verandering van het loonbegrip. In de Wet op de Loonbelasting 1964 wordt het begrip loon in artikel 10, lid 1 als volgt omschreven: Loon is al hetgeen uit een dienstbetrekking of een vroegere dienstbetrekking wordt genoten. Met ingang van 1 januari 2011 is daar de volgende toevoeging bij gekomen: daaronder mede begrepen hetgeen wordt vergoed of verstrekt in het kader van de dienstbetrekking. Gevolg hiervan is, dat de werkgever centraal komt te staan en niet de werknemer en dat er op werkgeversniveau gekeken moet worden naar het collectief en niet meer vanuit de individuele werknemer! 4

6 2. Wat valt wel en wat valt niet onder de werkkostenregeling? Algemene regel is dat ieder voordeel uit de dienstbetrekking als loon beschouwd moet worden en dus ook belast dient te worden. Er moet sprake zijn van een zogenaamd causaal verband tussen het verkrijgen van het voordeel en de dienstbetrekking. Hoofdregel is vervolgens dat de vergoedingen en verstrekkingen tegen factuurwaarde (inclusief BTW) worden gewaardeerd. Ontbreekt de factuur, dan geldt de waarde in het economische verkeer. Als een bedrijf producten uit eigen bedrijf aan het eigen personeel verstrekt geldt de consumentenprijs als waarde, dus de prijs (inclusief BTW) die de consument voor dit product dient te betalen. De volgende vergoedingen en verstrekkingen vallen niet onder de werkkostenregeling: vergoedingen en verstrekkingen niet in het kader van de dienstbetrekking intermediaire kosten vrijgesteld loon gerichte vrijstellingen nihil waarderingen. Voor alle duidelijkheid: deze categorieën vallen dus niet binnen de forfaitaire ruimte van 1,5% en kunnen dus gewoon belastingvrij vergoed worden naast wat op basis van deze forfaitaire ruimte wordt vergoed! 2.1 Vergoedingen en verstrekkingen niet in het kader van de dienstbetrekking. Loon is alles wat u een werknemer geeft op grond van zijn dienstbetrekking. Als u een werknemer een vergoeding of verstrekking geeft die buiten de relatie werkgeverwerknemer valt, is dat geen loon. Het gaat dus om zaken die de werkgever verstrekt anders dan uit hoofde van werkgeverschap. Te denken valt bijvoorbeeld aan een fruitmand bij ziekte of een rouwkrans bij overlijden. 2.2 Intermediaire kosten. Dit zijn kosten voor de werkgever, die de werknemer voorschiet en die hij van de werkgever terugkrijgt. De werknemer doet dat in opdracht en voor rekening van de werkgever. In het onderwijs valt hierbij te denken aan de OP er die bij de lokale bouwmarkt hout en lijm gaat halen voor de techniek les en deze afrekent met zijn eigen pinpas. Vervolgens declareert hij dit bij de school die het bedrag vergoedt. Officieel heet het: kosten die zien op: de aanschaf of onderhoud van zaken die tot het vermogen van de werkgever behoren zaken die tot het vermogen van de werkgever horen en die hij aan de werknemer ter beschikking heeft gesteld kosten die specifiek samenhangen met de bedrijfsvoering. kosten die hij maakt voor externe representatie. Het element arbeidsbeloning speelt geen enkele rol, terugbetalingen geschieden geheel buiten het loonbegrip en zijn dus onbelast. Ook hierover zal nog wel de nodige discussie ontstaan, vooral over de vraag of iets tot het vermogen van de werkgever behoort of samenhangt met de bedrijfsvoering. 5

7 2.3 Vrijgesteld loon Deze zijn te verdelen in 2 categorieën: vrijgestelde aanspraken vrijgestelde uitkeringen en verstrekkingen. In beide gevallen gaat het in principe om loon maar het is meestal geheel of gedeeltelijk vrijgesteld. Bij vrijgestelde aanspraken gaat het o.a. om: eenmalige uitkeringen bij ontslag (pre)pensioen- en VUT regelingen verlof. N.B. let erop dat deze aanspraken bij uitkering vaak wel belast worden (bij de werknemer). Bij vrijgestelde uitkeringen en verstrekkingen kunt u o.a. denken aan: vergoedingen en verstrekkingen wegens schade aan of verlies van persoonlijke zaken eenmalige verstrekkingen en uitkeringen bij overlijden. 2.4 Verstrekkingen waarvoor de werknemer een eigen bijdrage van tenminste de (factuur)waarde betaalt. Uiteraard is hier geen sprake van belast loon en de verstrekking valt niet onder de vrije ruimte van 1,5%. 2.5 Gerichte vrijstellingen. Zoals de benaming al zegt gaat het hier om een aantal gerichte vrijstellingen voor zakelijke kosten. Deze zijn door de wetgever uitgezonderd van heffing. Voor deze kosten geldt dat ze per individu geadministreerd moeten worden en dat er aan additionele voorwaarden moet zijn voldaan. De voornaamste zijn: bepaalde reiskosten (reizen met OV, 0,19 per km voor reizen met eigen vervoer); cursussen, congressen, studiekosten, outplacement; verhuiskosten in het kader van de dienstbetrekking (kosten verhuizing inboedel 2.188, % van het jaarsalaris met een minimum van en een maximum van 5.445) verblijfskosten bij zakelijke reizen kosten van uit het buitenland afkomstige werknemers (30% regeling) rentevoordelen van door de werkgever verstrekte hypothecaire leningen. maaltijden als gevolg van overwerk vakliteratuur In de praktijk krijgen bepaalde groepen werknemers een vaste onkostenvergoeding. Deze vergoeding is bedoeld om declaratiegedrag en de daarmee gepaard gaande administratieve lasten te voorkomen. Over deze afspraken zijn in veel gevallen afspraken gemaakt met de Belastingdienst. Wanneer u overstapt naar de werkkostenregeling, dan komen deze afspraken in veel gevallen automatisch te vervallen. Vaste onkostenvergoedingen mogen in de basis alleen nog maar betrekking hebben op de vergoedingen die vallen in de categorie gerichte vrijstellingen. 6

8 2.6 Nihil waarderingen. Sommige vergoedingen en verstrekkingen hangen dusdanig met een behoorlijke vervulling van de dienstbetrekking samen, dat het niet redelijk zou zijn als deze een deel van forfaitaire ruimte zouden verbruiken. Ten aanzien van bepaalde voorzieningen op de werkplek zal een nihil waardering of een eigen aparte waarderingsregeling gelden. Let er op dat deze nihil waarderingen alleen gelden voor loon in natura (verstrekkingen dus) en niet voor vergoedingen in geld. Voorbeeld: als u op school een arts laat komen voor een griepprik geldt dit als verstrekking en heeft dit geen invloed op de vrije ruimte van 1,5%. Gaat de werknemer voor de griepprik naar de huisarts en vergoedt u vervolgens het factuurbedrag, dan heeft dit wel invloed op de vrije ruimte van 1,5%! De volgende verstrekkingen mag u op nihil waarderen: voorzieningen op de werkplek (bijvoorbeeld fitness, vast computer, kopieerapparaat) arbovoorzieningen consumpties op de werkplek die geen deel uitmaken van de maaltijd kleding, alleen geschikt om tijdens het werk te dragen of met een logo groter dan 70 cm renteloze personeelslening voor een (elektrische) fiets voor woon- werkverkeer kosten en rentevoordeel van een personeelslening voor de eigen woning mobiele telefoon, black Berry of smart Phone, als het zakelijk gebruik minstens 10% is ov-jaarkaart en voordeelurenkaart, als de werknemer deze ook voor het werk gebruikt. De waarde van loon in natura is altijd het bedrag van de inkoopfactuur inclusief BTW. Als er geen factuur is of als deze van een verbonden vennootschap is moet de werkgever uitgaan van de waarde in het economisch verkeer. 2.7 Gebruikelijkheidstoets Binnen de werkkostenregeling kan de werkgever zelf beslissen welke vergoedingen of verstrekkingen hij geeft en ook aan welke werknemers. Er is één beperking: de gebruikelijkheidstoets. Deze houdt in, dat de vergoedingen en verstrekkingen niet in belangrijke mate (voor meer dan 30%) mogen afwijken van wat gebruikelijk is in overeenkomstige situaties. Tot slot zijn er nog een aantal posten niet genoemd zoals de dienstwoning en auto van de zaak. Ook deze worden uitgezonderd van het forfait van 1,5% en behoren altijd tot het loon. 7

9 3. Waar dient u op te letten? U kunt een keuze maken: wel of niet overgaan naar de werkkostenregeling in Van belang is na te gaan welk systeem het meest voordelig is. Werkgevers moeten een inventarisatie maken van alle huidige vergoedingen en verstrekkingen. Deze kostenposten moet de werkgever vergelijken met de kosten die naar verwachting zullen opkomen bij toepassing van de werkkostenregeling en het forfait van 1,5%. Het is belangrijk om goed uit te (laten) rekenen of een aanwijzing voordelig is. 3.1 Toetsen en afrekenen? Voor het berekenen van de vrije ruimte en het toetsen van vergoedingen en verstrekkingen aan deze vrije ruimte zijn er 3 methoden. Hoofdregel. De vrije ruimte wordt berekend per aangiftetijdvak (maand) van het lopende kalenderjaar en de toets is ook per aangiftetijdvak van dat jaar. Dit houdt dus in, dat u per maand 1,5% van de fiscale loonsom berekent. Nadeel is dat er per maand eindheffing plaatsvindt en er niet gecompenseerd kan worden. Dus stel dat in januari 0,8% van de fiscale loonsom voor die maand is verbruikt en in februari wordt er 1,6% verbruikt, dan moet er over het gedeelte dat hoger is dan 1,5% 80% naheffing afgedragen worden; U schat de vrije ruimte in op basis van het voorgaande kalenderjaar. Vervolgens toets u per aangiftetijdvak van het lopende jaar en u herrekent na afloop van het jaar. U neemt dus de fiscale loonsom van 2012 en deelt deze door 12. Per maand rekent u af met de belastingdienst. U voorkomt bepaalde pieken in de hoogte van het loon en u mag na calculeren, want eind 2013 gaat u de afdrachten vergelijken met de totale fiscale loonsom over 2013 en dat wordt verrekend; U schat opnieuw de vrije ruimte op basis van het voorgaande kalenderjaar. U toetst gedurende het lopende jaar en herrekent na afloop van het jaar. Ook hier neemt u dus weer de fiscale loonsom van Nu laat u echter eerst de vrije ruimte van 1,5% vollopen en rekent pas af bij overschrijding. Bepaalde pieken worden zo voorkomen. Zeker voor onderwijsinstellingen, waar de piek in december ligt, is de laatstgenoemde methode de beste. De Belastingdienst gaat er vanuit dat uit het grootboek blijkt of u de werkkostenregeling toepast. Het is belangrijk om de administratieve organisatie door te lichten. Kunnen bijvoorbeeld alle kosten die van belang zijn voor de werkkostenregeling uit het grootboek worden gehaald? Verder is het van belang dat de financiële administratie op de hoogte is wat als werkkosten is aangewezen. Op deze wijze kunnen zij meteen signaleren als er van werkkosten sprake is en kunnen zij de post op de juiste grootboekrekening verwerken. Kortom samenwerking tussen personeelsfunctionarissen, salarisadministratie, financiële administratie en uiteraard u als klant is een noodzaak! 8

10 BIJLAGE: MEEST VOORKOMENDE ZAKEN Geschenken Contante betalingen: kunnen alleen gebruteerd worden wat betekent dat de belasting voor rekening komt van de werkgever. Een contante betaling als geschenk is daarom dan ook af te raden. Cadeaus Cadeaubonnen: Een cadeaubon of een VVV-bon valt altijd onder de WKR. Het is echter de vraag wat het maximale bedrag van een cadeaubon mag zijn. Hier is de belastingdienst niet helder over. De belastingdienst geeft alleen aan dat dit een gebruikelijk bedrag moet zijn. Het is hierbij alleen de vraag wat gebruikelijk is. Een VVV-bon van 25,00 zal waarschijnlijk gebruikelijker zijn dan een bedrag van 250,00. Het is lastig om hier een standpunt over in te nemen omdat hier nog geen jurisprudentie over is. Het is daarom aan te raden om terughoudend te zijn om een groot bedrag in cadeaubonnen te verstrekken. Bloemen/ kleine cadeaus onder de WKR: Kerstpakket Geschenken gegeven uit een persoonlijke relatie (verjaardag of huwelijksjubileum) vallen niet onder de WKR. Bloemen in geval van pensionering of jubileum vallen wel onder de WKR. Een cadeau in verband met een huwelijk of geboorte kan uit hoofde van een persoonlijke relatie gegeven worden mits de waarde in het economisch verkeer niet groter is van 25,00. Kerstpakketten vallen altijd onder de WKR. Kerstpakketten gegeven aan relaties vallen onder de eindheffing van 45%. Indien de werkgever deze eindheffing niet betaald dienen deze relaties deze pakketten op te geven bij hun aangifte inkomstenbelasting. Jubilea Afscheidsfeest: Dient gelijk gesteld te worden aan een personeelsfeest indien enig zakelijk karakter ontbreekt. Een afscheidsfeest valt dan ook binnen de vrije ruimte. Geschenken: Bijvoorbeeld een horloge, schilderij of iets voor de tuin etc. kunnen in de vrije ruimte van de WKR ondergebracht worden. Geschenken met een ideële waarde zijn vrijgesteld en vallen buiten de WKR. Eten in het kader van een afscheid: Indien het personeel in het kader van een afscheid met elkaar dineren (in de school en niet in een restaurant, al dan niet met partners) dan is dat mogelijk (bijvoorbeeld een warm en koud buffet). In dat geval dient er een bepaald bedrag opgenomen te worden in de WKR ( 2,90 per medewerker). 9

11 Indien er een afscheidsreceptie gegeven wordt waarbij ook relaties uitgenodigd worden dan vallen deze kosten niet onder de WKR. In dit geval is er sprake van een nihil waardering als gevolg van consumpties op de werkplek. Een aansluitend of voorafgaand diner (tussen en uur) wordt in de WKR opgenomen als gerichte vrijstelling in het kader van tijdelijk verblijf. Het wordt voor de medewerker namelijk gezien als een soort van overwerk waardoor de medewerker niet thuis kan eten. Afscheidsborrel: Indien de genuttigde etenswaren in totaliteit niet aan te merken zijn als een volledige maaltijd dan vallen deze kosten onder de gerichte vrijstellingen. Aan een afscheid kleven een aantal haken en ogen. Het is dan ook aan te raden om in contact te treden met de administrateur om te bepalen hoe het afscheid fiscaal gezien het beste aangekleed kan worden. Hierdoor worden vanaf het begin zaken uitgesloten die later voor onaangename zaken kunnen zorgen. Telefonie/ internet Mobiele telefonie: Indien een mobiele telefoon ter beschikking wordt gesteld dan dient deze voor meer van 10% zakelijk gebruikt te worden. Tevens dient er een overeenkomst opgesteld te worden waaruit blijkt dat de telefoon eigendom is en blijft van de werkgever. In dit geval is er dan sprake van een nihil waardering. Een vergoeding voor mobiele telefoonkosten valt onder de WKR en maakt onderdeel uit van de forfaitaire ruimte. Internetaansluiting: Een vergoeding of het ter beschikking stellen van een internetaansluiting thuis valt onder de forfaitaire ruimte van de WKR. Verklaring omtrent gedrag Cafetariamodel De kosten voor het aanvragen van een VOG vallen onder de forfaitaire ruimte van de WKR. Vakbondscontributie: Fietsenplan: Uitruil reiskosten: Bedrijfsfitness: Forfaitaire ruimte Forfaitaire ruimte Forfaitaire ruimte Indien op de werkplek dan is er sprake van een nihil waardering. Zodra de bedrijfsfitness buiten de werkplek plaatsvindt dan is sprake van de forfaitaire ruimte. De huidige voorwaarden voor zowel het fietsenplan als de bedrijfsfitness komen te vervallen. Wel is het noodzakelijk om vast te leggen wat werkgever en werknemer met elkaar afspreken. 10

12 Personeelsfeest Een personeelsfeest valt in de meeste gevallen onder de forfaitaire ruimte van de WKR. In een aantal gevallen kan hier van afgeweken worden. Er dient dan sprake te zijn van een zakelijke bijkomstigheid. Denk hierbij aan een seminar, de jaarlijkse kick-off, een bijeenkomst waarbij de festiviteit van bijkomstig belang is of de afsluiting van het seminar met een hapje en een drankje. Het is dan niet nodig de verschillende kosten te splitsen. Het geheel van deze kosten kan in de WKR onder de gerichte vrijstelling gebracht worden als zijnde tijdelijke verblijfskosten (consumpties). Tevens hoeven evenementen met een meer dan bijkomstig educatief karakter niet meegenomen te worden. Denk hierbij aan een studiedag. Het is mogelijk om een personeelsfeest te combineren met een educatief gebeuren. In dat geval kunnen de kosten van een personeelsfeest in de hand gehouden worden. Representatie Representatiekosten en relatiegeschenken vallen niet in de WKR indien deze in het kader van de persoonlijke relatie zijn gegeven. Dat wil zeggen dan een willekeurig persoon deze geschenken ook gegeven zou kunnen hebben bijvoorbeeld de buurman of een vriend. Denk hierbij aan representatiekosten in het kader van een presentje bij verjaardag, geboorte, huwelijk en afscheid. Interne representatiekosten, dus in het kader van de dienstbetrekking, dienen in de forfaitaire ruimte onder gebracht te worden. Externe representatiekosten, aan bijv. een accountant of leverancier is onbelast en neemt geen forfaitaire ruimte in. De ontvanger dient deze geschenken echter wel op te geven in zijn of haar aangifte inkomstenbelasting. Ook is het mogelijk dat de over deze geschenken eindheffing wordt toegepast. Deze komt dan voor rekening van werkgever. Reiskosten Reiskosten: Eigen vervoermiddel Reiskosten inzake woon-werkverkeer wordt conform de CAO vergoed. Deze reiskosten vallen niet in de WKR en zijn vrijgesteld. Zakelijke reiskosten worden vergoed conform CAO à 0,28 per kilometer. Fiscaal is 0,19 per kilometer toegestaan en valt binnen de WKR onder de gerichte vrijstelling. Alle vergoeding boven 0,19 is bovenmatig en valt binnen de WKR onder de forfaitaire ruimte. Openbaar vervoer Indien de werknemer voor woon-werkverkeer of zakelijke reizen gebruik maakt van het openbaar vervoer ontvangt deze maximaal 0,19 per kilometer. Het is echter ook mogelijk de werkelijke kosten te vergoeden. Deze vergoeding valt binnen de WKR eveneens onder de gerichte vrijstellingen. 11