5.5.A - TECHNISCHE DIENST MILIEU NATUURVERGUNNING FORT 3 NEGATIEF ADVIES

Transcriptie

1 5.5.A - TECHNISCHE DIENST MILIEU NATUURVERGUNNING FORT 3 NEGATIEF ADVIES Voorgeschiedenis Op 7 maart 2006 heeft het provinciebestuur een natuurvergunningsaanvraag over de wijziging van de vegetatie door het kappen en snoeien van bomen op het domein Fort 3 deel Mortsel ter advies aan het college overgemaakt (dossier NATAV1/06-4/JOVA) Feiten en context Aanvrager Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap afdeling personenvervoer en luchthavens Koning Albert II-laan 20 bus Brussel Voorwerp van de aanvraag Wijziging van de vegetatie door het kappen en snoeien van bomen op het domein Fort 3 deel Mortsel over een oppervlakte van m² (kadastraal gekend als Mortsel afdeling 2 sectie B perceel 228 F). De werken worden uitgevoerd in het kader van de internationale reglementering burgerluchtvaart (verwijderen niet bebakende obstakels in de aanvliegroute). Ter informatie De aanvrager voorziet ook nog het ontbossen van m³ op Fort 3 grondgebied Mortsel. Hiervoor zal een afzonderlijke stedenbouwkundige vergunning worden aangevraagd (staat volledig los van dit dossier). Op het grondgebied Borsbeek wordt op m² gekapt en gesnoeid en wordt m³ ontbost. In totaal wordt er dus m² gesnoeid, gekapt of ontbost. Juridische grond -Decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en zijn uitvoeringsbesluiten (verder natuurdecreet) -Artikel 193 van het gemeentedecreet dat bepaalt dat het college beslist tot het in rechte trede namens de gemeente Adviezen geen Argumentatie Analyse op basis van artikel 36 ter van het natuurdecreet Algemeen Fort 3 is door de Vlaamse regering aangeduid als speciale beschermingszone (voor vleermuizen) in het kader van de Europese habitatrichtlijn. Artikel 36 ter van het natuurdecreet is van toepassing: De administratieve overheid dient, ongeacht de bestemming van het betrokken gebied, alle nodige maatregelen te treffen om elke verslechtering van de natuurkwaliteit en het natuurlijk milieu van de habitats en elke betekenisvolle verstoring van de vleermuis te vermijden. Passende beoordeling en compensatie De geplande werken kunnen een betekenisvolle aantasting van de natuurlijke kenmerken van de speciale beschermingszone veroorzaken. Er moet een passende beoordeling over de betekenisvolle effecten voor de speciale beschermingszone worden opgesteld. Het Instituut voor natuurbehoud heeft op 15 maart 2005 een passende beoordeling (ref.a ) opgesteld voor de geplande werken.

2 Uit de passende beoordeling blijkt dat de gevraagde vergunning een betekenisvolle aantasting van de natuurlijke kenmerken van de betrokken speciale beschermingszone kan veroorzaken. Volgende compenserende maatregelen moeten worden opgelegd: -Het kappen in de gevoelige zones waar vleermuizen overwinteren mag pas starten vanaf 15 april of 15 mei. -De boscompensatie moet aansluitend met Fort 3 worden gerealiseerd en moet beplant worden met bomen van voldoende hoogte. De boscompensatie zou moeten gerealiseerd zijn voor augustus. -Het struweel moet op Fort 3 aanwezig blijven of voorzien worden. -Afsluiten of verkleinen van openingen in de gebouwen dient te gebeuren na kaping in overleg met de beheerders en voor augustus. De aanvrager vermeld op plan AW/U/9020 een mogelijk compensatiegebied met een oppervlakte van m². Beoordeling De oppervlakte van het door de aanvrager voorziene compensatiegebied is onvoldoende daar deze vergunningsaanvraag betrekking heeft op een oppervlakte van m² en het compensatiegebied conform artikel 36 ter 5 minstens een gelijkaardige oppervlakte moet hebben. Bovendien moet er ook voor het ontbossen van de voorziene m³ (voorwerp afzonderlijke stedenbouwkundige vergunning) nog een compensatiegebied gevonden worden conform de passende beoordeling (artikel 36 ter 5). Groot openbaar belang en onderzoek van de alternatieven Een aantal in Fort 3 aanwezige vleermuizensoorten (ingekorven vleermuis) zijn prioritaire soorten van Europees belang. De bestendige deputatie kan slechts een vergunning verlenen nadat is gebleken dat er voor de natuurlijke kenmerken van de speciale beschermingszone geen minder schadelijke alternatieve oplossingen zijn EN omwille van dwingende redenen van groot openbaar belang. Enkel argumenten die verband houden met de menselijke gezondheid, de openbare veiligheid of met voor het milieu wezenlijk gunstige effecten dan wel, na advies van de Europese Commissie, andere dwingende redenen van groot openbaar belang, komen in aanmerking. De Vlaamse regering oordeelt over het bestaan van een dwingende reden van groot openbaar belang. Elke beslissing wordt met redenen omkleed. Beoordeling De in artikel 36 ter 5 bedoelde gemotiveerde beoordeling van de Vlaamse regering over het bestaan van een dwingende reden van groot openbaar belang ontbreekt. De aanvrager kan zich niet in de plaats van de Vlaamse regering stellen. De bestendige deputatie kan bijgevolg geen natuurvergunning verlenen daar het bestaan van een dwingende reden van groot openbaar belang niet is aangetoond. De aanvrager toont op geen enkele manier aan dat hij het bestaan van minder schadelijke oplossingen heeft onderzocht. Wij denken hier onder meer aan het gebruik van een kortere landingsbaan zodat de drempel en de veiligheidsvlakken verplaatsen zoals in London City Airport (lengte baan m), het toepassen van een steilere glijhoeken (zogenaamde steep approach) zoals in London City zodat de veiligheidsvlakken verschuiven. In uitvoering van de circulaire CIR GDF-03 van het federale directoraat-generaal luchtvaart (de bevoegde overheidsinstantie op het vlak van de veiligheid van de luchtvaart) is het mogelijk om Fort 3 als 1 geheel (open hindernis) te bebakenen, eventueel gecombineerd met het verwijderen van een zeer beperkt aantal echt hoge bomen. De aanvrager stelt dat ze het certificaat bedoeld in ICAO bijlage 14 en het KB van 27/1/2004 niet kunnen bekomen omwille van de aanwezigheid van de niet bebakende bomen op Fort 3.

3 Er dient evenwel vermeld te worden dat er, conform de circulaire CIR GDF-09 van het federale directoraat-generaal luchtvaart, nog andere redenen zijn waarom het certificaat niet kan bekomen worden. De belangrijkste reden is ongetwijfeld het ontbreken van de RESA veiligheidszone aan de zijde Krijgsbaan. Deze zone kan niet op korte termijn worden ingericht (er moet nog een gewestelijk RUP en een plan-mer worden opgesteld, de nodige onteigeningen dienen nog te gebeuren en de Krijgsbaan moet ondertunneld of verlegd worden). Al deze ingrepen kosten zeer veel tijd en geld zodat onderzoek naar alternatieven hoe dan ook noodzakelijk is om de certificatie en dus het voortbestaan van de luchthaven op korte termijn te garanderen. Op dit moment bestaat er daarom geen dwingende reden van groot openbaar belang om de werken vermeld in de natuurvergunning nu uit te voeren. Vergunningsvoorwaarden De vergunning kan bovendien slechts toegestaan worden nadat voldaan is aan de volgende voorwaarden: -de nodige compenserende maatregelen en de nodige actieve instandhoudingsmaatregelen zijn of worden genomen die waarborgen dat de algehele samenhang van de speciale beschermingszone en - zones bewaard blijft; -de compenserende maatregelen zijn van die aard dat een evenwaardige habitat of het natuurlijk milieu ervan, van minstens een gelijkaardige oppervlakte in principe actief is ontwikkeld. De bestendige deputatie houdt bij haar beslissing rekening met de passende beoordeling en het advies van de administratie bevoegd voor het natuurbehoud. De afdeling natuur van AMINAL meldt in haar schrijven van 21 maart 2005 (referentie EG/VOHA/ ) dat de in de passende beoordeling van het instituut voor natuurbehoud (referentie A ) vermelde compenserende maatregelen als bindende vergunningsvoorwaarden moeten worden opgenomen. De bestendige deputatie motiveert elke beslissing over de voorgenomen actie in het bijzonder op volgende punten: -de keuze voor de voorgenomen actie, een bepaald alternatief of bepaalde deelalternatieven; -de aanvaardbaarheid van de te verwachten betekenisvolle aantasting van de natuurlijke kenmerken van een speciale beschermingszone; -de in de passende beoordeling voorgestelde compenserende maatregelen en actieve instandhoudingsmaatregelen. Beoordeling De bestendige deputatie dient minstens de compenserende maatregelen vermeld in de passende beoordeling op te leggen. Het gaat hier meer bepaald over: Het kappen in de gevoelige zones waar vleermuizen overwinteren mag pas starten vanaf 15 april of 15 mei. De boscompensatie moet aansluitend met Fort 3 worden gerealiseerd en moet beplant worden met bomen van voldoende hoogte. De boscompensatie zou moeten gerealiseerd zijn voor augustus. Het struweel moet op Fort 3 aanwezig blijven of voorzien worden Afsluiten of verkleinen van openingen in de gebouwen dient te gebeuren na kaping in overleg met de beheerders en voor augustus. De aanvrager stelt in zijn aanvraag een mogelijke compensatiegebied voor. Dit perceel is momenteel eigendom van de familie Tibos. Uit telefonisch contact met Marc Tibos op 28 maart 2006 blijkt dat zij wel benaderd zijn door de afdeling personenvervoer en luchthavens maar dat er van een eventuele verkoop nog lang geen sprake is. Het is dus zo goed als onmogelijk dat de aanvrager voor augustus 2006 effectief eigenaar zal zijn van dit perceel en heeft kunnen zorgen voor de aanplant met bomen van voldoende hoogte. Het is de plicht van de aanvrager om deze compensatie concreet te realiseren en te financieren op basis van een door de bestendige deputatie goedgekeurde vergunning. Het is dus vrijwel uitgesloten dat de verplichte compensatie tegen augustus 2006 kan worden uitgevoerd op deze plaats. Beroep -Vlaamse minister voor leefmilieu

4 Het college van burgemeester en schepenen kan bij de Vlaamse minister voor leefmilieu beroep aantekenen tegen een eventuele toekenning van de natuurvergunning door de bestendige deputatie. Dit beroep werkt niet schorsend en het is niet denkbeeldig dat de werken intussen starten (verwachte startdatum tweede helft van april) of zelf uitgevoerd zijn. De Vlaamse minister heeft immers 5 maanden tijd om een uitspraak te doen. -Raad van State Indien de werken starten alvorens de Vlaamse minister voor leefmilieu een uitspraak heeft gedaan over een eventueel beroep van het college van burgemeester, kan het college van burgemeester en schepenen bij de Raad van State de schorsing van tenuitvoerlegging bij uiterst dringende noodzakelijkheid vorderen, zoals het gemeentebestuur van Borsbeek in maart 2005 met succes heeft uitgevoerd. Het feit dat er bij de behandeling van belangrijke procedurefouten zijn gemaakt zoals het ontbreken van een gemotiveerde beoordeling van de Vlaamse regering over het bestaan van een dwingende reden van groot openbaar belang, het ontbreken van het onderzoek naar minder schadelijke alternatieven en het ontbreken van concrete, haalbare en voldoende compensatiemaatregelen zoals voorzien in de passende beoordeling, zorgen voor een goede kans op een schorsing door de Raad van State. Meester C. Servais, werkzaam als advocaat bij Lawfort, Generaal Lemanstraat 55 bus 1 te 2018 Antwerpen heeft recent zowel in opdracht van ons bestuur (beroep bij de Raad van State ivb de milieuvergunning) als het gemeentebestuur Borsbeek (schorsing kapvergunning bij Raad van State) opgetreden en is vertrouwd met het dossier. -Europese Commissie Het feit dat er belangrijke procedurefouten zijn gemaakt en dat het hier gaat over een ernstige aantasting van een Habitatrichtlijngebied, maken het mogelijk om een klacht in te dienen bij de bevoegde diensten van de Europese Commissie. Dit kan leiden tot sancties voor het Vlaamse gewest wegens het schenden van EU-richtlijnen. Financiële weerslag geen Fasering -Openbaar onderzoek van 17 maart tot 18 april Advies college van burgemeester en schepenen aan de bestendige deputatie van de provincie Antwerpen VOOR 7 APRIL. -Beslissing bestendige deputatie -Mogelijkheid tot beroep bij de Vlaamse minister voor leefmilieu (niet schorsend beroep) -Mogelijkheid tot beroep bij de Raad van State in geval van procedurefouten en een dreigend niet te herstellen nadeel (= aanvang kapwerken) -Mogelijkheid om de beslissing van de bestendige deputatie ter beoordeling over te maken aan de Europese commissie (schending Habitatrichtlijn) BESLUIT Art.1: Het college geeft negatief advies over de natuurvergunningsaanvraag voor de wijziging van de vegetatie door het kappen en snoeien van bomen op het domein Fort 3 deel Mortsel over een oppervlakte van m² (dossier NATAV1/06-4/JOVA) Het college baseert zich hiervoor op volgende argumenten: -het ontbreken van een gemotiveerde beoordeling van de Vlaamse regering over het bestaan van een dwingende reden van groot openbaar belang. -het ontbreken van het onderzoek naar minder schadelijke alternatieven.

5 -het ontbreken van concrete, haalbare en voldoende compensatiemaatregelen zoals voorzien in de passende beoordeling, (de afdeling personenvervoer en luchthavens heeft momenteel geen enkele overeenkomst met de eigenaar van de terreinen waarop de compenserende beplanting moet plaatsvinden). Art.2: Kopie wordt bezorgd aan: Dienst Aantal Opdracht technische dienst 2 Voor gevolg

6