college van burgemeester en schepenen Zitting van 19 februari 2016

Transcriptie

1 beraadslaging/proces verbaal Kopie college van burgemeester en schepenen Zitting van 19 februari 2016 Besluit B-punt GOEDGEKEURD stadsontwikkeling / vergunningen Samenstelling de heer Bart De Wever, burgemeester de heer Koen Kennis, schepen; de heer Philip Heylen, schepen; de heer Ludo Van Campenhout, schepen; de heer Claude Marinower, schepen; de heer Marc Van Peel, schepen; de heer Rob Van de Velde, schepen; mevrouw Nabilla Ait Daoud, schepen; de heer Fons Duchateau, schepen de heer Roel Verhaert, stadssecretaris _CBS_01265 Milieuvergunningen Vlarem klasse 2 overheid - Havenbedrijf Antwerpen nv pr, Bremenstraat 3, 2030 Antwerpen. Dossiernummer MV2016/020/IB. Voorwaardelijk gunstig advies - Goedkeuring Beknopte samenvatting Havenbedrijf Antwerpen nv pr vraagt een milieuvergunning klasse 2 aan voor de exploitatie van een nieuwe loods voor zoutopslag. Motivering Aanleiding en context Aanvrager(s): Havenbedrijf Antwerpen nv pr - Entrepotkaai Antwerpen. De aanvraag omvat de exploitatie van een nieuwe loods voor zoutopslag. Juridische grond Het milieuvergunningendecreet van 28 juni 1985, meermaals gewijzigd, en haar uitvoeringsbesluiten (Vlarem I en II) bepalen dat niemand zonder vergunning of melding een hinderlijk inrichting mag exploiteren. Regelgeving: bevoegdheid Artikel 35, 3 b) van Vlarem I bepaalt dat het college een advies dient te verlenen over een milieuvergunning klasse 2 van openbare besturen. Argumentatie Het college beslist op basis van het verslag van de dienst milieuvergunningen, dat als bijlage bij dit besluit is gevoegd en sluit zich aan bij deze motivatie. Financiële gevolgen Nee 1 / 6

2 Besluit Artikel 1 Het college beslist het gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, goed te keuren onder volgende voorwaarde: tijdens de wintermaanden dient een duidelijke aan- en afrijroute afgebakend te worden voor de zoutstrooiers zodat de veiligheid van de overige gebruikers van het terrein niet in het gedrang komt. Artikel 2 Het college geeft opdracht aan: Dienst Taak het advies over te maken aan de Stadsontwikkeling/vergunningen/milieuvergunningen voorzitter van de provinciale milieuvergunningscommissie. Artikel 3 Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen. Bijlagen 1. mv201_020_ib_bijlage_ebesluit_kl2_overheid.pdf 2 / 6

3 Verslag van de dienst milieuvergunningen Feiten en context Op 12 januari 2016 vraagt de deputatie advies aan het college over de milieuvergunningsaanvraag klasse 2 ingediend door Havenbedrijf Antwerpen nv pr - Entrepotkaai 1, 2000 Antwerpen, voor het exploiteren van een loods voor zoutopslag, gelegen aan de Bremenstraat 3, 2030 Antwerpen, kadastraal gekend als Antwerpen afdeling 7, sectie G, nummer 1543 F2. De aanvraag wordt door de deputatie omschreven met als voorwerp: het exploiteren van een opslagplaats voor strooizout, als volgt: de opslag van 30 ton CaCl 2 in big bags ( a); de opslag van 520 ton NaCl waarvan 400 ton NaCl in bulk en 120 ton op paletten (50); Vlarem-rubricering volgens aanvrager: a - 50; Fasering Procedurestap Datum ontvangst milieuvergunningsaanvraag 12 januari 2016 uiterste uitspraak 2 maart 2016 Adviezen De gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar heeft op 8 februari 2016 advies gegeven (referentienummer ): Stedenbouwkundige gegevens uit de plannen van aanleg Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn. De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen. Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing. Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Grensgebied met het grootstedelijk gebied omgeving Noorderlaan. Het gebied is bestemd voor zeehaven- en watergebonden bedrijven zoals omschreven in lid 1 van artikel R1. en voor de bestaande bedrijven of activiteiten die aanwezig zijn in dit gebied op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. De bestaande bedrijven of activiteiten kunnen blijven bestaan tot de stopzetting. De handelingen die nodig zijn om een bestaand bedrijf of activiteit te bestendigen zijn toegelaten voor zover zij beperkt zijn tot het behoud binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Andere verbouwingen of uitbreidingen zijn niet toegelaten. In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van havenen industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten. 3 / 6

4 De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan. Stedenbouwkundige beoordeling De aanvraag betreft een milieuvergunning voor de exploitatie van loods voor zoutopslag. De aanvraag is in overeenstemming met de bestemmings- en inrichtingsvoorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. De opslag gebeurt in een bestaande loods. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt is er geen principieel bezwaar en kan het dossier daarom als gunstig worden geadviseerd. Beoordeling In het kader van de renovatie van de Royerssluis wordt gepland om de Panamaloods af te breken in de loop van het jaar De opslag van strooizout wordt dan ook verplaatst naar een andere loods in de Bremenstraat 3 te 2030 Antwerpen. Hiervoor wordt nu een vergunningsaanvraag ingediend voor de exploitatie van een nieuwe inrichting. Er wordt maximum 520 ton natriumchloride (NaCl) opgeslagen, 400 ton in bulk en 120 ton op paletten (rubriek 50). Daarnaast is er opslag van 30 ton calciumchloride (CaCl 2 ) in bigbags. Dit product heeft als eigenschap: schadelijk (rubriek a). De bulkopslag zal niet meer bijgevuld worden in de toekomst. Op verschillende locaties in het havengebied worden zoutsilo s geplaatst of zijn deze al aanwezig, wat een centrale bulkopslag op termijn zal vervangen. In dat geval kan er vanuit gegaan worden dat de maximale opslaghoeveelheid strooizout na enkele winters 150 ton zal zijn. Op de locatie zelf zal geen personeel te werk gesteld worden zodat er geen huishoudelijk afvalwater is. Bedrijfsafvalwater is evenmin van toepassing. De loods wordt niet verwarmd, gekoeld of verlucht. Er zal wel verlichting aanwezig zijn. Het strooizout wordt opgeslagen op een betonnen verharding. Er wordt vanuit gegaan dat er gedurende vier maanden per jaar zout wordt opgehaald en gebruikt. De ophaling gebeurt rechtstreeks door zoutstrooiers en dit gemiddeld vier maal per dag. De hoeveelheid zoutstrooiers wordt niet opgegeven. Indien de bulkopslag echter vermindert, zal ook het aantal transportbewegingen in de toekomst verminderen. Het zout op de paletten en in de big bags wordt met de vrachtwagen geleverd en gelost. In het dossier wordt vermeld dat er in de loods nog allerhande andere materialen zullen worden opgeslagen, weliswaar niet ingedeeld. In dat geval zal ook dit materiaal transportbewegingen genereren. Op het uitvoeringsplan is te zien dat er zich op het perceel ook een kantoorgebouw, een douanegebouw en was- en kleedruimtes bevinden. Er dient voldoende aandacht besteed te worden aan een duidelijk zichtbare en afgebakende aan- en afrijroute voor de zoutstrooiers tijdens de wintermaanden zodat de veiligheid van de overige gebruikers van het terrein hierdoor niet in het gedrang komt. Conclusie Mits voldaan wordt aan de voorgestelde vergunningsvoorwaarden, is deze aanvraag in overeenstemming met de Vlarem wetgeving. Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt positief advies gegeven de vergunning te verlenen. Algemene en sectorale voorwaarden algemene milieuvoorwaarden algemeen hoofdstuk 4.1, 4.7, 4.9 en bijlagen , 4 / 6

5 , , en 4.8; algemene milieuvoorwaarden geluid hoofdstuk 4.5 en bijlagen 2.2.1, 2.2.2, 4.5.1, 4.5.2, 4.5.3, 4.5.4, en 4.5.6; algemene milieuvoorwaarden hoofdstuk 4.2 en bijlagen , en oppervlaktewater algemene milieuvoorwaarden lucht algemene milieuvoorwaarden licht hoofdstuk ; hoofdstuk 4.4 en bijlagen tot en hoofdstuk 4.10; opslag van gevaarlijke producten hoofdstuk ; gemeenschappelijke bepalingen gevaarlijke vaste stoffen en vloeistoffen hoofdstuk ; algemene bepalingen gevaarlijke vloeistoffen opslag in hoofdstuk ; ondergrondse houders gevaarlijke vloeistoffen opslag in hoofdstuk ; bovengrondse houders zout hoofdstuk Bijzondere voorwaarde tijdens de wintermaanden dient een duidelijke aan- en afrijroute afgebakend te worden voor de zoutstrooiers zodat de veiligheid van de overige gebruikers van het terrein niet in het gedrang komt. 5 / 6

6 Niet digitale bijlagen Het volledige dossier is ter inzage volgens de richtlijnen van de openbaarheid van bestuur. 6 / 6