Continuïteit en ambitie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Continuïteit en ambitie"

Transcriptie

1 Continuïteit en ambitie Onderzoek naar de toekomst van gezinsbedrijven in de binnenvaart AHA DATA ONDERZOEKEN / PROJECTEN Drs. A.C.C. Hubens maart 2004

2 Colofon ISBN Realisatie en design Digitalents Press & Publishing, Hedel Lay-out: Susanne Smits Foto's AHA DATA Foto-archief Teun de Wit Binnenscheepvaartarchief Jos Hubens Delta Desk Jos Hoffmann Digitalents Press & Publishing, Hedel Uitgave Eerste druk maart Intes International, Hedel All rights reserved. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted, in any form or by any means, electronic, mechanical, photocopying, recording or otherwise, without the prior permission in writing of the publisher, nor be otherwise circulated in any form of binding or cover other than that in which it is published and without a similar condition including this condition being imposed on the subsequent purchaser.

3 I INHOUDSOPGAVE LIJST VAN TABELLEN LIJST VAN FIGUREN VOORWOORD SAMENVATTING EN CONCLUSIES I Inleiding 11 II Actuele stand van zaken en de toekomst 12 IIa Eigen bedrijf 12 IIb Varend bestaan 14 IIc Varend beroep 16 IId Vormen van gezinsbedrijven 17 III Aanbevelingen 19 HOOFDSTUK 1. INLEIDING 1.1 Achtergrond van het onderzoek Doelstelling van het onderzoek Opzet en uitvoering van het onderzoek Mate van representativiteit Indeling van het rapport 31 HOOFDSTUK 2. BINNENVAART EN GEZINSBEDRIJVEN 2.1 Wat is een gezinsbedrijf? De binnenvloot en het aandeel van gezinsbedrijven Trends in de binnenvaart a Schaalvergroting en nieuwbouw b Afschaffing toerbeurtstelsels c Sociale ontwikkelingen d ICT ontwikkelingen 42

4 HOOFDSTUK 3. HET GEZINSBEDRIJF ONDER DE LOEP 3.1 Eigen bedrijf a Algemene bedrijfskenmerken b Financiële kenmerken c Ondernemerschap Varend bestaan a Achtergrond b Het gezin en de kinderen c Het takenpakket d Het sociale leven Varend beroep a Opleiding en werkervaring b Exploitatiewijze c Bemanning Vormen van gezinsbedrijven 88 HOOFDSTUK 4. STARTERS EN BEDRIJFSBEËINDIGERS 4.2 Starters a Startersprofiel b Redenen om te starten c Soorten starters Bedrijfsbeëindigers a Profiel van bedrijfsbeëindigers b Redenen voor bedrijfsbeëindiging c Soorten bedrijfsbeëindigers d Na de bedrijfsbeëindiging Wat is nodig? 110 HOOFDSTUK 5. TOEKOMST VAN GEZINSBEDRIJVEN 5.1 Sterke en zwakke punten kansen en bedreigingen Toekomstverwachtingen 122 GERAADPLEEGDE LITERATUUR SPONSOREN OPDRACHT KLANKBORDGROEP

5 T LIJST VAN TABELLEN Tabel 1. Selectie van Nederlandse binnenvloot naar scheepstype. 26 Tabel 2. Vrachtschepen naar bouwjaarklasse. 27 Tabel 3. Tankschepen naar bouwjaarklasse. 28 Tabel 4. Nederlandse ondernemingen naar ondernemingsgrootte. 28 Tabel 5. Nederlandse ondernemingen naar maximaal laadvermogen. 29 Tabel 6. Nederlandse ondernemingen naar provincie van domicilie. 29 Tabel 7. Per onderzoeksmethode de ondernemingen naar maximaal laadvermogen. 30 Tabel 8. Per onderzoeksmethode de ondernemingen naar ladingsector. 30 Tabel 9. Per onderzoeksmethode de ondernemingen naar exploitatiewijze. 31 Tabel 10. Per onderzoeksmethode de respondenten naar leeftijd. 31 Tabel 11. Selectie van Nederlandse gezinsbedrijven naar laadvermogen. 36 Tabel 12. Verhouding tussen ondernemingen die met gezinsleden en met andere personeelsleden werken. 37 Tabel 13. Gezinsbedrijven naar vaargebieden in de afgelopen tien jaar. 38 Tabel 14. Personal computer bezit onder Nederlandse bevolking, kleine zelfstandigen en gezinsbedrijven. 42 Tabel 15. Gebruik van personal computer onder Nederlandse bevolking, zelfstandigen en gezinsbedrijven. 43 Tabel 16. Gezinsbedrijven naar schepen, scheepsruimte en bemanning, uitgesplitst naar vaartgroepen in Tabel 17. Gezinsbedrijven uitgesplitst in vaartgroepen naar algemene bedrijfskenmerken in percentages van subtotalen. 49 Tabel 18. Gezinsbedrijven naar bruto-omzet per jaar in Tabel 19. Mannen en vrouwen werkzaam in gezinsbedrijven naar leeftijdsklasse in 1992 en Tabel 20. Nederlandse zelfstandigen en gezinsbedrijvenpopulatie naar leeftijdklasse. 57

6 Tabel 21. Nederlandse bevolking en gezinsbedrijvenpopulatie naar kerkelijke gezindte. 59 Tabel 22. Kerkelijke gezindte en kerkbezoek. 59 Tabel 23. Bezigheden van schipperszonen en -dochters in 1992 en Tabel 24. Tijdsbesteding per onderzoekspopulatie in gemiddeld aantal uren per week. 68 Tabel 25. Hoogst behaalde opleidingsniveau naar sekse in 1992 en Tabel 26. Behaalde binnenvaartdiploma's en documenten naar sekse in 1992 en Tabel 27. Functieverdeling naar sekse en naar mate van verwantschap. 85 Tabel 28. Oprichtingen en opheffingen van binnenvaartbedrijven in Tabel 29. Belangrijkste redenen om het bedrijf te beëindigen. 106 Tabel 30. Overzicht van de sterke, zwakke punten en kansen en bedreigingen van gezinsbedrijven in de binnenvaart. 121 Tabel 31. Aandeel man-vrouwbedrijven en gezinsbedrijven met personeel in 2003 en een schatting voor

7 F LIJST VAN FIGUREN Figuur 1. Hoofdelementen en de verschillende aspecten van een gezinsbedrijf in de binnenvaart. 24 Figuur 2. Aantal actieve ondernemingen naar tonnageklasse voor de periode Figuur 3. Gemiddelde bruto-omzet per ton in 2002 uitgesplitst naar vaartgroepen. 52 Figuur 4. Vaartgroepen naar toekomstplannen. 53 Figuur 5. Aandeel van mannen en vrouwen die aspecten betreffende ondernemerschap als positief ervaren. 54 Figuur 6. Of men de toekomst van het eigen bedrijf positief tegemoet ziet, uitgesplitst naar vaartgroep. 56 Figuur 7. Histogram naar leeftijd. 58 Figuur 8. Vaartgroepen en Nederlandse bevolking naar kerkelijke gezindte (exclusief overige). 60 Figuur 9. Vaartgroepen naar afkomst uit de binnenvaart via de ouders. 61 Figuur 10. Aandeel van gezinnen die oplossingen voor de schoolgaande kinderen zeker wel overwegen, uitgesplitst naar gezinsfase. 65 Figuur 11. Taakverdeling van huishoudelijke taken tussen mannen en vrouwen. 70 Figuur 12. Aandeel van mannen en vrouwen die de helft of meer van de bedrijfstaken uitvoeren. 71 Figuur 13. In hoeverre kunnen vrouwen een goed sociaal leven leiden, uitgesplitst naar vaartgroepen. 75 Figuur 14. Hoogste opleidingsniveau naar sekse en naar leeftijd. 77 Figuur 15. Exploitatiewijze van gezinsbedrijven, uitgesplitst naar vaartgroepen. 80 Figuur 16. Zondagrust houden uitgesplitst naar vaartgroepen. 82 Figuur 17. Aandeel van man-vrouwbedrijven van gezinsbedrijven uitgesplitst naar vaartgroep in 1992, 1999 en

8 Figuur 18. Aandeel respondenten die het eens zijn met de uitspraken over personeel naar wel of geen personeel. 86 Figuur 19. Bemanningsgrootte en exploitatiewijze van startende en niet-startende bedrijven. 94 Figuur 20. Leeftijdsverdeling naar starters in de binnenvaart en het gehele Nederlandse bedrijfsleven. 95 Figuur 21. Hoogste onderwijsniveau van mannelijke ondernemers jonger dan 40 jaar naar wel of geen starter. 96 Figuur 22. Gezinsfase naar wel of geen starter. 97 Figuur 23. Laadvermogenklasse naar wel of niet beëindigen. 103 Figuur 24. Gemiddelde bruto-omzet per ton in 2002 naar wel of niet beëindigen. 103 Figuur 25. Wonen aan boord of aan de wal naar wel of niet beëindigen. 105 Figuur 26. Werkzaamheden na beëindiging van het bedrijf. 109

9 V VOORWOORD Bijna 100 jaar geleden, namelijk in mei 1905, werd bij Koninklijk Besluit een Staatscommissie ingesteld Tot het nagaan van den toestand waarin het Binnenvaartbedrijf verkeert. Aanleiding was het feit, dat begin vorige eeuw de financiële uitkomsten van het bedrijf meer dan treurig waren. Genoemd onderzoek kan worden gezien als de eerste officiële en gefundeerde rapportage over de binnenvaartsector. Door de jaren heen zijn over de binnenvaart in al haar boeiende facetten vele rapporten uitgebracht. Het betrof vaak economische en sociaal-economische onderwerpen met analyses, beschouwingen en aanbevelingen. Sterk in de belangstelling stond, regelmatig en indringend, het onderwijs aan en de huisvesting van schipperskinderen. Ook nautisch-technische vraagstukken en de toestand van vaarwegen en kunstwerken werden regelmatig beschreven. Er is met name ook voor sociale thema s herhaaldelijk aandacht gevraagd door middel van rapportages. De onderzoeksvragen kwamen veelal uit de binnenvaartbranche zelf of uit de daarin opererende instellingen op de terreinen onderwijs, welzijn en kerk. Het oogmerk daarbij was om tot verbeteringen op de betreffende terreinen te komen. In het kader van de eigen verantwoordelijkheid was daarbij steeds een belangrijke rol weggelegd voor de branchegenoten zelf. Maar met name werd ook beleid en aandacht gevraagd van onderscheiden overheidsinstanties. Immers, om de gewenste verbeteringen of veranderingen te realiseren was in veel gevallen overheidsbeleid onontbeerlijk, hetzij in de voorwaardenscheppende sfeer, hetzij in de ondersteunende sfeer. Het rapport Continuïteit en ambitie, verschijnt in opdracht van de gezamenlijke binnenvaartorganisaties. Het is om die reden dat Stichting Watertransport als hoofdsponsor dit onderzoek van harte mede mogelijk heeft gemaakt. Het rapport geeft een helder zicht op de gevraagde actuele situatie van gezinsbedrijven in de binnenscheepvaart maar biedt ook toekomstbeelden. Aan het voortbestaan van gezinsbedrijven hoeft men niet te twijfelen. Het gezinsbe-

10 drijf is in het midden- en kleinbedrijf in het algemeen al een gouden formule, maar dat is het zeker ook in de binnenscheepvaart. Toch is het uiterst nuttig dat de kansen en bedreigingen nog eens worden beschreven. Een van de doelstellingen van dit rapport is om aanknopingspunten te vinden voor de binnenvaartorganisaties en voor de overheid om gezinsbedrijven te kunnen ondersteunen. Als deze beide geledingen - overheid en binnenvaartbranche - dit rapport aangrijpen voor een constructieve discussie en ambitieuze aanpak, zal de continuïteit van het gezinsbedrijf in de binnenvaart verzekerd blijven. Maart 2004 Sijko Veninga Voorzitter Stichting Watertransport De Stichting Watertransport is in 1948 opgericht met als doel transportovername binnen het systeem van evenredige vrachtverdeling mogelijk te maken. Dit was aanvankelijk succesvol tot in de zeventiger jaren in de toen ontstane marktsituatie het oorspronkelijke doel niet meer kon worden gerealiseerd. SWT ging zich daarom toeleggen op het aanbieden van vaarvakanties waar in de vijftiger jaren al ervaring mee was opgedaan Het oorspronkelijk doel van de stichting, waaronder het ondersteunen van de Nederlandse particuliere binnenvaart, bleef echter behouden, hetgeen statutair is vastgelegd. De stichting heeft daartoe een fonds ingesteld. Eén van de doelen is het ondersteunen van de Nederlandse particuliere binnenvaart en het verheugt ons daarom zeer dat het bestuur van de stichting middelen van het fonds ter beschikking heeft gesteld en daarmee het onderzoek naar de toekomst van het gezinsbedrijf in de binnenvaart mogelijk maakte. Het leek ons daarom gepast de voorzitter van SWT te vragen een voorwoord voor het onderzoeksrapport te schrijven.

11 11 S SAMENVATTING EN CONCLUSIES Allereerst wordt in dit hoofdstuk een inleiding gegeven. Vervolgens worden in de tweede paragraaf de belangrijkste bevindingen en conclusies uit het onderzoek weergegeven. Tenslotte worden in de derde paragraaf aanbevelingen gegeven voor de overheid en de binnenvaartorganisaties om de gezinsbedrijven beter te ondersteunen. Hoofdstuk S - Samenvatting en conclusies I INLEIDING Dit rapport beschrijft een actueel beeld van de Nederlandse gezinsbedrijven in de binnenvaart, de belangrijkste veranderingen van de afgelopen tien jaar, en een toekomstperspectief. Het is een beschrijvend onderzoek waarbij drie onderzoeksmethoden zijn gehanteerd en waarin de mening van de betrokkenen zelf centraal staat. Hiervoor is ten eerste een schriftelijke enquête gehouden onder alle Nederlandse varende gezinsbedrijven. De respons op deze enquête is 36%, waarmee er een representatief beeld onstaat van de gezinsbedrijven in de binnenvaart. Ten tweede zijn er diepte-interviews afgenomen bij mannen en vrouwen werkzaam in een gezinsbedrijf. En ten derde is er een telefonische enquête gehouden bij starters en bedrijfsbeëindigers in de binnenvaart. Bij deze diepte-interviews en telefonische enquête zijn de verschillende subgroepen goed vertegenwoordigd. Een gezinsbedrijf is gedefinieerd als een bedrijf dat voornamelijk of alleen met hulp van de leden van het gezin in stand wordt gehouden. In de binnenvaart betekent dit dat het management en de bemanning van het schip of de schepen voornamelijk of uitsluitend bestaat uit gezinsleden. De verwachting is dat het aandeel van gezinsbedrijven de komende tien jaar onveranderd hoog zal blijven, circa 75-80%. Deze verwachting steunt enerzijds op het gegeven dat het de afgelopen tien jaar nauwelijks is afgenomen, maar is vooral gebaseerd op de sterke betrokkenheid, grote inzet en de verknochtheid aan het varen. Bovendien gaan de gezinsbedrijven mee in de trend van schaalvergroting en de verhoging van de omloopsnelheid.

12 12 Deze laatste trend zorgt er voor dat de bedrijfsvorm voor een deel van de gezinsbedrijven verandert. Hoofdstuk S - Samenvatting en conclusies De belangrijkste sterke punten voor alle vormen van gezinsbedrijven in de binnenvaart zijn: flexibiliteit in werktijden, financiën, vaargebieden en ladingmarkten; het met gezins- en familieleden werken en tenslotte het plezier in het werk. De flexibiliteit wordt ingezet om de invloed van de bedreigingen zoals de concurrentie van grote schepen, de 24-uurseconomie, de toename van regel- en wetgeving en onvoldoende afmeervoorzieningen en auto-afzetplaatsen te weerstaan. Ook wordt het werken met gezins- en familieleden effectief ingezet om de problemen rondom de personeelsbezetting op te lossen. Aan de andere kant kunnen de zwakke punten zoals de kwetsbaarheid in verband met de gezondheid, de waardevermindering en slechte verkoopbaarheid van oudere schepen, de schoolgaande kinderen en gebrek aan sociale contacten voor vrouwen de sterke punten verzwakken. Uit het onderzoek komt naar voren dat intrinsieke motivatie voor het eigen gezinsbedrijf vaak erg hoog is en dat dit de sterke punten versterkt. De kansen voor gezinsbedrijven zoals: toename van het vervoer over water, goed onderhouden vaarwegen en kunstwerken, betere planning van laden en lossen, gespecialiseerd vervoer en het zelf kunnen laden en lossen, kunnen door de brancheorganisaties bevorderd worden. Voorwaarde is dat zoveel mogelijk gezinsbedrijven zijn aangesloten bij de brancheorganisaties en dat de verschillende brancheorganisaties goed samenwerken. II ACTUELE STAND VAN ZAKEN EN DE TOEKOMST In deze paragraaf worden de actuele stand van zaken en verwachtingen voor de toekomst van de gezinsbedrijven beschreven. Achtereenvolgens worden de aspecten betreffende het eigen bedrijf, het varend bestaan en het varend beroep beschreven. Tot slot wordt ingegaan op de verschillende vormen van gezinsbedrijven. IIa Eigen bedrijf Gezinsbedrijven komen in alle vaargebieden voor. Meer dan de helft van de gezinsbedrijven vaart op de Rijn, de zijrivieren van de Rijn, de Duitse kanalen, en de Donau. De andere helft is actief in Nederland, België en Frankrijk ofwel het Binnenlandse en Noord- Zuid vaargebied. Het gemiddelde laadvermogen van de schepen van alle gezinsbedrijven in de binnenvaart is circa ton en de gemiddelde leeftijd van de schepen is 21 jaar. Gemiddeld is men 21 jaar zelfstandig ondernemer en vaart men 12 jaar op het huidige schip. De grote meerderheid van de gezinsbedrijven kent als rechtsvorm de Vennootschap Onder Firma (VOF) en de gemiddelde bruto-omzet is circa euro per jaar.

13 De vaartgroepen Tussen de gezinsbedrijven in de binnenvaart bestaan grote verschillen. Het type vervoer en vaargebied zijn het meest bepalend. In de Rijn droge ladingvaart is de helft van de gezinsbedrijven actief. De meerderheid van de schepen is groter dan ton en heeft een gemiddelde bruto-omzet van circa euro per jaar. In deze vaartgroep is de afgelopen jaren een grote afname van man-vrouwbedrijven geweest en zien we meer familiebedrijven ontstaan. Veel mannen en vrouwen in deze vaartgroep zijn afkomstig uit een schippersfamilie en het sociale leven wordt minder positief ervaren. In de Binnenlands/Noord-Zuid droge ladingvaart is een vijfde deel van de gezinsbedrijven actief. De meerderheid van de schepen is kleiner dan ton en heeft een bruto-omzet lager dan euro per jaar. De afschaffing van de toerbeurtstelsels heeft volgens de meerderheid in deze vaartgroep niet geleid tot nieuwe impulsen voor gezinsbedrijven. Het aandeel van ondernemers dat het bedrijf wil beëindigen is in deze vaartgroep het hoogste. Tevens is het aandeel van ondernemers die vertrouwen in het eigen bedrijf hebben hier het laagste en ook het sociale leven wordt hier minder positief ervaren. In de Zand/grindvaart is ook een vijfde deel van de gezinsbedrijven actief en is men voornamelijk op het binnenlandse en Noord-Zuid vaargebied georiënteerd. De meerderheid van de schepen is kleiner dan ton en heeft een bruto-omzet lager dan euro per jaar. In deze vaartgroep bevinden zich meer jonge ondernemers. Veel bedrijven zijn man-vrouwbedrijven, maar er zijn ook veel bedrijven waarvan de man met een personeelslid vaart en de vrouw overwegend aan de wal woont. Het afgelopen jaar (2003) is een slecht jaar geweest voor dit segment, maar toch ziet een meerderheid de toekomst positief tegemoet. In de Containervaart is een klein deel van de gezinsbedrijven actief. Veel schepen zijn groter dan ton en de gemiddelde bruto-omzet is hoger dan euro per jaar. In deze vaartgroep bestaat een minderheid uit man-vrouwbedrijven en dit is de laatste jaren nog sterk afgenomen. Een deel bestaat uit familiebedrijven waarin het schip volcontinu geëxploiteerd wordt. In deze vaartgroep bevinden zich veel jonge ondernemers met veelal jonge schepen, die graag willen vernieuwen of uitbreiden. Het sociale leven wordt in de containervaart het meest positief ervaren. In de Tankvaart zijn maar weinig gezinsbedrijven en deze varen voornamelijk op de Rijn. De meeste schepen zijn groter dan ton en de bruto-omzetten zijn hier het hoogste. In deze vaartgroep zijn andere rechtsvormen zoals een BV of een CV meer gebruikelijk dan een VOF. Ook hier bevinden zich veel jonge ondernemers met jonge schepen, die graag willen vernieuwen of uitbreiden. Meerdere eigenaars die samen met personeel een volcontinu bedrijf exploiteren komt hier het meeste voor. 13 Hoofdstuk S - Samenvatting en conclusies ICT De gezinsbedrijven kunnen goed meekomen in de huidige ontwikkelingen van de informatie- en communicatietechnologie, zowel op privé en zakelijk, als op nautisch gebied. Opvallend is dat de online verbinding, die in de binnenvaart tot op heden traag is

14 14 Hoofdstuk S - Samenvatting en conclusies en vaak slecht functioneert en duur is, toch door meer dan de helft van de gezinsbedrijven wordt gebruikt. Internet en worden als een noodzaak gezien door de meeste varende ondernemers. Reikhalzend wordt uitgezien naar technische oplossingen die zorgen dat de snelheid van de online verbinding wordt verhoogd en daardoor ook beter betaalbaar wordt. Wij verwachten dat dit op korte termijn het geval zal zijn. Dit betekent dat het vanaf het schip mogelijk is om nevenactiviteiten te verrichten, die ook inkomsten kunnen voortbrengen. Ook zorgt dit ervoor dat bedrijfstaken lichter worden en efficiënter kunnen worden uitgevoerd. Bovendien maakt het ook het wonen aan boord aantrekkelijker, omdat men minder is afgesloten van de buitenwereld. De informatie- en communicatietechnologie op nautisch gebied, met name die van het GPS-systeem worden overwegend positief gewaardeerd. Een meerderheid van de ondernemers verwacht niet dat dit er uiteindelijk toe leidt dat het vakmanschap van schipper overbodig wordt of dat kan worden volstaan met een éénpersoonsbemanning. Wij verwachten niet dat de ontwikkelingen op nautisch gebied op korte termijn gevolgen hebben voor de bemanningsgrootte. Op lange termijn verwachten wij dat op de routes met gunstige vaaromstandigheden en voldoende ladingaanbod het mogelijk wordt om schepen te laten varen met minder bemanning. We denken echter niet dat dit de komende tien jaar gevolgen zal hebben voor het voortbestaan van gezinsbedrijven. IIb Varend bestaan Bij het varend bestaan beschrijven we de persoons- en gezinskenmerken en ook de verschillen tussen mannen en vrouwen. Persoonskenmerken De gemiddelde leeftijd van de mannen en vrouwen werkzaam op de gezinsbedrijven is 45 jaar. Naar verhouding zijn de ouderen (> 50 jaar) oververtegenwoordigd, de 35 tot 50 jarigen zijn ondervertegenwoordigd en de jongeren tot 35 jaar zijn normaal vertegenwoordigd. Het is gebruikelijk om al op jonge leeftijd een gezinsbedrijf te starten. De helft van de mannen en vrouwen behoort tot de Nederlands Hervormde of tot de Gereformeerde Kerk, terwijl dit slechts voor een vijfde deel van de Nederlandse bevolking geldt. Dit aandeel is de laatste tien jaar toegenomen. Een gevolg hiervan zal zijn dat een groot deel van de gezinsbedrijven ook in de toekomst de zondagsrust zal handhaven. Verder verwachten wij weinig andere gevolgen, omdat ook gelovigen de maatschappelijke ontwikkelingen, weliswaar soms vertraagd, volgen. Bij de Gereformeerde kerken zijn in verhouding meer jonge mensen dan oudere mensen aangesloten, hierdoor verwachten we dat het aandeel van de gereformeerden relatief nog verder zal toenemen ten opzichte van de andere kerkelijke stromingen. Een opvallende uitkomst is, dat van de gelovigen de varenden relatief vaker de kerk bezoeken dan mensen die aan de wal wonen.

15 De mannen zijn overwegend schipperszonen en dus van schippersafkomst. Bij de vrouwen is de helft van schippersafkomst. Door de jaren heen is dit een redelijk stabiel beeld geweest. We zien wel dat jonge vrouwen relatief vaker van de wal afkomstig zijn dan oudere vrouwen. Tevens is geconstateerd dat de mannelijke starters relatief vaker van de wal afkomstig zijn. Wij denken dat dit een gunstige ontwikkeling is, omdat niet-ingewijden vaak sterk gemotiveerd zijn om het varend gezinsbedrijf te laten slagen. De keuze van schipperszonen voor een eigen binnenvaartbedrijf is de laatste tien jaar flink afgenomen. De keuze van schipperszonen en -dochters om te gaan werken in het ouderlijk bedrijf of bij een ander binnenvaartbedrijf is ongeveer gelijk gebleven. Ouders verwachten en wensen voor een groot deel ook niet dat hun kinderen in de binnenvaart gaan werken. De keuze voor de binnenvaart door de schipperszonen en -dochters moet dan ook de uitgesproken wens van de kinderen zelf geweest zijn. Gezinskenmerken Driekwart van de gezinnen, ook bij de startende bedrijven is dit het geval, woont overwegend aan boord. Hierin is de laatste jaren weinig verandering gekomen. Men ervaart het overwegend als positief om niet gebonden te zijn aan één plaats. We zien wel dat bij de bedrijfsbeëindigers de gezinnen relatief vaker wisselend aan de wal en aan boord wonen. 15 Hoofdstuk S - Samenvatting en conclusies Nagenoeg alle mannen en vrouwen zijn getrouwd of wonen samen, het aantal alleenstaanden is heel klein. Het gemiddeld aantal kinderen per gezin is 2,19 en ligt duidelijk hoger dan dat van de Nederlandse bevolking van 1,72. Ook tien jaar geleden was dit reeds het geval. Dit hangt samen met het hoge aandeel van gereformeerden en Nederlands hervormden. De invloed van de kinderen op de bedrijfsvoering is over het algemeen groot. Vaak worden het vaargebied en de vaartijden aangepast als de kinderen naar school gaan. Andere oplossingen, zoals dat de vrouw aan de wal gaat wonen of te stoppen met varen vanwege de schoolgaande kinderen, worden vaker overwogen dan vroeger. Het is veel minder vanzelfsprekend geworden dat kinderen naar het internaat gaan. De meerderheid van de schoolgaande kinderen gaat naar het internaat, alhoewel dit ook door de meerderheid als negatief wordt ervaren. Het internaat wordt als de minst slechte oplossing gezien. Mannen en vrouwen Mannen hebben andere redenen om te gaan varen dan vrouwen. Mannen kiezen voornamelijk om te gaan varen omdat zij van schippersafkomst zijn. Bij de oudere mannen is soms sprake van beïnvloeding door de ouders, bij de jongere mannen is dit eigen keuze. Vaak wilde men van kinds af aan al varen, dit geldt ook voor de mannen die niet van schippersafkomst zijn. Ook is er de reden dat varen een gevoel van vrijheid geeft. Voor vrouwen is de keuze voor het varen vooral bepaald door de keuze voor het huwelijk of het samenwonen. Dit betekent dat het bij de meeste vrouwen geen initiële keuze is geweest.

16 16 Hoofdstuk S - Samenvatting en conclusies De keuze voor het ondernemerschap wordt vooral bepaald door de wens om eigen baas te zijn, de (mogelijke) financiële voordelen en de hulp van familie of werkgevers, waardoor het lukt om een eigen bedrijf te beginnen. Over het algemeen worden de aspecten die eigen zijn aan het ondernemerschap, zoals het eigen baas zijn, het kunnen beïnvloeden van het eigen inkomen, de relaties met opdrachtgevers en klanten en het kunnen inspelen op risico s en kansen, als zeer positief ervaren. Het eigen baas zijn wordt het meest positief ervaren. Voor alle aspecten geldt dat mannen dit positiever ervaren dan vrouwen. Mannen voeren hoofdzakelijk de bedrijfstaken met betrekking tot het varen uit, zoals navigeren, manoeuvreren en verhalen, lading verwerven, laden en lossen, onderhoud en schoonmaken van het schip. Terwijl vrouwen overwegend de zorg- en huishoudelijke taken uitvoeren. De bedrijfstaken, zoals personeelszaken en administratie, worden vaker gedeeld door mannen en vrouwen. De vrouwen ervaren het sociale leven negatiever dan mannen in de gezinsbedrijven. Enerzijds is bij de mannen de behoefte aan sociale contacten minder groot en anderzijds hebben mannen ook juist meer sociale contacten door allerlei bedrijfsmatige werkzaamheden. Terwijl de vrouwen voor een groot deel alleen de zorg- en huishoudelijke taken uitvoeren. Wel is het zo, dat de binnenvaart een meer open samenleving is geworden, waarbij contacten met de walsamenleving meer gangbaar zijn geworden. Een duidelijke verandering van de afgelopen tien jaar is dat er meer prioriteit wordt gegeven aan het onderhouden van een sociaal leven. IIc Varend beroep Bij het varend beroep beschrijven we de opleiding, werkervaring, exploitatiewijze van het schip en de bemanning. Opleiding en werkervaring Het opleidingsniveau is de laatste tien jaar hard gestegen, met name het aandeel van mannen en vrouwen dat alleen basisonderwijs gevolgd heeft is drastisch afgenomen. Over het algemeen hebben vrouwen een hoger opleidingsniveau dan mannen. Tevens hebben startende ondernemers, ook indien de leeftijd buiten beschouwing wordt gelaten, een hoger opleidingsniveau dan niet-startende ondernemers. De verwachting is dat gezien de hoge correlatie tussen leeftijd en opleidingsniveau, het opleidingsniveau de komende jaren nog verder zal stijgen, hetgeen een gunstige ontwikkeling te noemen is voor het voortbestaan van de gezinsbedrijven. Zowel bij de mannen als bij de vrouwen neemt het aandeel van de meest noodzakelijke vaardocumenten toe, zoals het Rijnschipperspatent, het radardiploma en het certificaat marifonie. Opvallend is dat mannen veel meer in het bezit zijn van deze vaardocumenten dan vrouwen. Slechts een minderheid van de vrouwen heeft de meest noodzakelijke

17 vaardocumenten in haar bezit. De meerderheid van de mannen heeft werkervaring opgedaan in de binnenvaart, en de meerderheid van de vrouwen heeft werkervaring opgedaan aan de wal, voordat zij met het zelfstandig bedrijf begonnen. Exploitatie en bemanning De helft van alle gezinsbedrijven vaart in de dagvaart, ruim een derde in semi-continuvaart en een klein deel in de continuvaart. De laatste jaren is het aandeel van bedrijven dat in dagvaart werken afgenomen ten koste van de semi-continuvaart. Van de bedrijven die in continuvaart werken, combineert maar de helft dit met een regelmatige vrijetijdsregeling. In de toekomst zal meer gewerkt gaan worden met een regelmatige vrijetijdsregeling, hierdoor zal de bemanningsgrootte verder toenemen. Een groot deel van de gezinsbedrijven houdt zondagsrust, waaronder ook bedrijven die aangeven in continuvaart te werken. Religieuze overtuigingen spelen hierbij de belangrijkste rol, maar er zijn ook andere redenen. Bij de helft van de gezinsbedrijven wordt gebruik gemaakt van oproepkrachten. De redenen voor het inschakelen van oproepkrachten zijn divers. Oproepkrachten worden incidenteel ingezet bij de bedrijven met meer personeelsleden en vrijwel nooit bij manvrouwbedrijven. 17 Hoofdstuk S - Samenvatting en conclusies De meerderheid van de bedrijven werkt met twee personen; dit zijn de man-vrouwbedrijven. Het aandeel van man-vrouwbedrijven is de laatste tien jaar sterk afgenomen en we zien een toename van gezinsbedrijven met grotere bemanningen. In de toekomst verwachten we dat gezinsbedrijven met personeel toenemen en de man-vrouwbedrijven zullen afnemen. We denken dat de overgebleven man-vrouwbedrijven een goed bedrijfsresultaat kunnen behalen, met name omdat dit nu ook al geldt voor een groot deel van de man-vrouwbedrijven. Maar ook omdat de onderhandelingspositie zal versterken omdat de vraag naar schepen soms groter zal zijn dan het aanbod. Belangrijke voorwaarde hiervoor is wel dat de kleine vaarwegen goed onderhouden moeten worden. Bij de man-vrouwbedrijven is het over het algemeen een zeer bewuste keuze om te varen zonder personeel en wil men dit dan ook graag zo houden. Over de samenwerking met partners en gezinsleden is nagenoeg iedereen positief. Bij de gezinsbedrijven met personeel wordt het personeel noodzakelijk gevonden en wordt de samenwerking met het personeel niet onverdeeld positief beoordeeld. IId Vormen van gezinsbedrijven Eerst gaan we kort in op de starters en bedrijfsbeëindigers om daarna de vormen van gezinsbedrijven toe te lichten en de eindconclusie te presenteren. Starters zijn gedefinieerd als ondernemers die korter dan drie jaar geleden een bedrijf zijn begonnen. Opvallend is dat starters vaker met personeel werken. De helft van de starters bestaat uit jongeren en families met ambitieuze toekomstplannen. Zij streven vooral

18 18 Hoofdstuk S - Samenvatting en conclusies naar uitbreiding en vernieuwing van het bedrijf. De andere helft bestaat uit jongeren en ouderen met een meer behoudende visie. Bij deze starters streeft men ernaar om het binnenvaartbedrijf te continueren, waarbij het varend bestaan en het gezinsleven centraal staan. Bedrijfsbeëindigers zijn gedefinieerd als ondernemers die de wens hebben om het bedrijf te beëindigen of het bedrijf al beëindigd hebben. Het merendeel bestaat uit manvrouwbedrijven en het komt relatief het meeste voor bij de schepen met een kleiner laadvermogen en ook een lagere bruto-omzet per jaar. De belangrijkste redenen om het bedrijf te beëindigen zijn: het pensioen, het onaantrekkelijk zijn van het gezinsleven aan boord, de schoolgaande kinderen en soms ook de financiën. Kijken we specifiek naar de bedrijfsbeëindigers die niet vanwege het pensioen willen beëindigen, dan zien we dat de helft hiervan het varen en het eigen ondernemerschap toch als positief waardeert. Een deel van deze helft beëindigt het bedrijf vanwege één duidelijke privéreden, deze reden is meestal dat de kinderen naar school moeten. Bij een ander deel wordt de situatie aangepast, waardoor het binnenvaartbedrijf toch kan worden voortgezet. De andere helft van deze bedrijfsbeëindigers ervaart het varen en het gezinsleven aan boord negatief en wenst om deze reden te beëindigen. Echter slechts een deel hiervan is hiertoe ook werkelijk in staat; een ander deel vaart noodgedwongen door omdat het schip niet onder acceptabele condities verkocht kan worden. De twee hoofdvormen zijn man-vrouwbedrijven en gezinsbedrijven met personeel. Bij deze laatste groep kunnen drie belangrijke subvormen onderscheiden worden. Ten eerste de gezinsbedrijven met schepen tot 86 meter, waarvan de man met een personeelslid vaart in dagvaart of semi-continuvaart en de vrouw overwegend aan de wal woont en de kinderen verzorgt. Ten tweede de familiebedrijven waarbij ouders en kinderen en personeel gezamenlijk een volcontinu bedrijf exploiteren. Ten derde bedrijven waarbij meerdere eigenaars samen met personeel in loondienst een volcontinubedrijf exploiteren. De bedrijfsvorm die ondernemers kiezen is voor een groot deel afhankelijk van de bedrijfsvisie. De ondernemers met een behoudende bedrijfsvisie zullen eerder kiezen voor een man-vrouwbedrijf of voor een bedrijf met een klein schip waarbij de man met personeel vaart en de vrouw aan de wal voor de kinderen zorgt. De ondernemers met meer ambitieuze bedrijfsvisie zullen eerder kiezen voor een familiebedrijf of voor een bedrijf met meerdere eigenaars. Beide visies komen in de binnenvaart in grote mate voor. Wij verwachten dat in de toekomst beide visies, zowel de ambitieuze als de behoudende bedrijfsvisie in even grote mate blijven voorkomen. Met name omdat wij dit ook zien bij de startende bedrijven. Daarnaast wordt de keuze voor de bedrijfsvorm voor een groot deel bepaald door de gezinsfase waarin men zich bevindt. Gezinnen met schoolgaande kinderen zullen in de toekomst vaker gaan kiezen voor bedrijfsvormen waarbij de man met personeel vaart of bedrijven waarbij meerdere eigenaars samen met personeel het bedrijf exploiteren.

19 Daarentegen zullen jonge echtparen zonder kinderen of met jonge kinderen en ook oudere echtparen vaker kiezen voor een man-vrouwbedrijf. 19 Onze eindconclusie is dat de bedrijfsvisie en de gezinsfase sterk bepalend zijn voor de keuze van de bedrijfsvorm. Wij verwachten dat de behoudende en de ambitieuze bedrijfsvisie in even grote mate blijven voorkomen en dat over tien jaar de helft van de gezinsbedrijven uit man-vrouwbedrijven bestaat en de andere helft uit gezinsbedrijven met personeel. Man-vrouwbedrijven zullen met name voorkomen in de Binnenlands/Noord-Zuid droge ladingvaart, in de zand/grindvaart en voor een deel in de Rijn droge ladingvaart. Zij zullen kleinere schepen exploiteren en in dagvaart of in semi-continuvaart werken. Voor een groot deel zullen dit jonge echtparen zonder kinderen of met jonge kinderen zijn en voor een deel oudere echtparen waarvan de kinderen al (bijna) volwassen zijn. Gezinsbedrijven met personeel zullen met name in de Rijn droge ladingvaart, in de container-, en in de tankvaart voorkomen. In de Rijn droge ladingvaart en in de Rijn containervaart zullen vaker familiebedrijven voorkomen, waarbij ouders en kinderen gezamenlijk een volcontinu bedrijf exploiteren. Hoofdstuk S - Samenvatting en conclusies III AANBEVELINGEN 1. De gezinsvaart kent twee bedrijfsvisies: De behoudende, waarbij de continuïteit van het bedrijf centraal staat, en de ambitieuze, die zich richt op uitbreiding en vernieuwing. De eerste visie zien we met name bij man-vrouwbedrijven, de tweede vooral bij gezinsbedrijven met personeel. De verwachting is dat over tien jaar de helft van de gezinsbedrijven uit man-vrouwbedrijven bestaat en de andere helft gezinsbedrijven met personeel zijn. Het is belangrijk te erkennen dat beide visies een belangrijke rol spelen in het voortbestaan van het gezinsbedrijf. Dat zorgt voor verscheidenheid, wat een evenwichtige ontwikkeling van de sector waarborgt. 2. Prioriteit geven aan het onderhoud van de vaarwegen. Geconstateerd is dat er voldoende betrokkenheid, inzet en verknochtheid aan het varen aanwezig zijn voor succesvolle exploitatie van binnenvaartbedrijven. Noodzakelijke voorwaarde is dat de vaarwegen, en met name de kleine vaarwegen waar het man-vrouwbedrijf hoofdzakelijk actief is, goed onderhouden worden. De voorzieningen rondom de kunstwerken in de grote vaarwegen moeten aangepast worden aan de grotere schepen. 3. De meerderheid van de gezinsbedrijven heeft behoefte aan informatie en adviezen om het bedrijf te managen en aan een klankbord voor het bespreken van financiële en zakelijke aangelegenheden. Deze rol wordt voor een groot deel vervuld door het administratiekantoor, door de familieleden of door een vertrouwens-

20 20 Hoofdstuk S - Samenvatting en conclusies persoon. Het lijkt een taak voor de brancheorganisaties om hierin een grotere rol te vervullen. Er is behoefte aan algemene informatie voor startende ondernemers en informatie over personeelsbeleid en aan op maat gesneden advies voor individuele ondernemers. Met name voor man-vrouwbedrijven zou de dienstverlening veel verder kunnen gaan omdat zij, vergeleken met bedrijven met personeel, minder mogelijkheden hebben brede ervaring en deskundigheid op te doen. 4. Uit het onderzoek blijkt, dat veel mensen problemen hebben met het samenwerken met personeel en het opleiden van personeel niet erg belangrijk vinden. Het is een taak van de brancheorganisaties uit te dragen dat opleiden van personeel een vak is waar veel tijd en energie aan moet worden besteed. Opleiden en samenwerken met personeel zijn noodzakelijk voor de continuïteit van het gezinsbedrijf. Bovendien maakt een positieve houding ten opzichte van personeel het werken in de binnenvaart aantrekkelijker. 5. De taakverdeling in de gezinsbedrijven is vrij traditioneel. Mannen voeren hoofdzakelijk bedrijfstaken uit, vrouwen voornamelijk zorg- en huishoudelijke taken. De meerderheid van de vrouwen is niet in bezit van belangrijke vaardocumenten als het Rijnschippers- en het radarpatent. Voor het voortbestaan van het gezinsbedrijf zou het wenselijk zijn als de vrouw, die vaak mede-eigenaar van het bedrijf is, eigen kennis en kunde toevoegt. Als zij daadwerkelijk als schipper gaat fungeren komt ze ook eerder in contact met (vrouwelijke) collega s en zal het isolement, waarin een deel van de vrouwen nu verkeert, verminderen. De fysieke arbeid aan boord wordt steeds minder en door de instroom van vrouwelijke matrozen en stuurlieden zou het personeelstekort enigszins worden verlicht. Er moet worden gezocht naar maatregelen die enerzijds de vakbekwaamheid en de kunde van vrouwen bevorderen die werkzaam zijn in de bedrijfstak en anderzijds de instroom van vrouwelijke personeelsleden stimuleren. Vrouwen die nu al allerlei bedrijfstaken verrichten zullen daarbij een voortrekkersrol kunnen vervullen. 6. De brancheorganisaties moeten meedenken in oplossingen voor schoolgaande kinderen. In de toekomst zullen, ongeacht de mate van subsidie voor de internaten, meer gezinnen een andere oplossing kiezen. Die ontwikkeling zal versneld plaatsvinden als de subsidie op korte termijn drastisch verminderd wordt. De verwachting is dat gezinnen met schoolgaande kinderen vaker kiezen voor bedrijfsvormen met personeel en dus ook vaker (tijdelijk) een ambitieuze bedrijfsvisie er op nahouden. De meest gekozen oplossing zal zijn, dat de vrouw de kinderen aan de wal opvoedt en verzorgt. Andere mogelijkheden zijn een combinatie van meerdere gezinnen in een gezamenlijk leefgroephuis, waar altijd een aantal ouders en verzorgend personeel aanwezig zijn. Op die manier is de invloed en betrokkenheid bij de kinderen groter dan die nu is. In enkele gevallen zullen ouders, voort-

21 bouwend op het onderwijs aan varende kleuters, ervoor kiezen hun kinderen zelf les te geven met hulp van bijvoorbeeld de Wereldschool Uit het onderzoek blijkt dat een behoorlijk aantal ondernemers het bedrijf wil beëindigen, maar dat niet kan door de waardevermindering van schepen en het stilvallen van de markt voor oudere schepen. Op basis van de verrichte schriftelijke enquête kan een schatting gemaakt worden van het aantal bedrijven waarvoor dit geldt en kan ook aangegeven worden in welke segmenten zij zich bevinden. De brancheorganisaties zullen zich gezamenlijk in moeten zetten voor een oplossing, waarbij uitgangspunt blijft dat de verscheidenheid aan gezinsbedrijven en scheepstypen blijft voortbestaan. 8. Oplossen van het grote tekort aan afmeervoorzieningen en auto-afzetplaatsen. Overheidsinstanties moet duidelijk worden gemaakt dat die voorzieningen noodzakelijk zijn voor gezinnen die aan boord wonen, maar ook voor bedrijven in de systeemvaart waarvan de bemanningen regelmatig afgelost moeten worden. Het is niet nodig uitgebreid onderzoek te doen naar de gewenste voorzieningen en locaties, er is in de binnenvaart voldoende gedetailleerde informatie beschikbaar. De financiering zal met de vaarwegbeheerders besproken moeten worden. Ook met de Duitse, want het grootste tekort doet zich voor op de Rijn in Duitsland. Hoofdstuk S - Samenvatting en conclusies

22 22 Hoofdstuk S - Samenvatting en conclusies

23 23 1 INLEIDING Hoofdstuk 1 - Inleiding In de eerste paragraaf wordt informatie gegeven over de achtergrond van dit onderzoek. In de tweede en derde paragraaf komen de doelstelling, de opzet en uitvoering van het onderzoek aan bod. Vervolgens wordt in de vierde paragraaf ingegaan op de representativiteit van het onderzoek. Tot slot wordt in de vijfde paragraaf een indeling van het rapport gegeven. 1.1 ACHTERGROND VAN HET ONDERZOEK De verwachting is en was dat door schaalvergroting in de binnenvaart en de liberalisering van de markt het aantal gezinsbedrijven drastisch zal afnemen. De veranderingen in het leven en werken als gevolg van de trend van de toenemende omloopsnelheid van schepen zal het functioneren van het gezin aan boord onder druk zetten. Dit spanningsveld tussen sociaal welbevinden en economische noodzaak zou leiden tot een toename van huisvesting van gezinnen aan de wal en soms tot bedrijfsbeëindiging. Ook het eindrapport van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart, Schepen van de toekomst, 2002 stelt: Het gezinsleven aan boord, lange tijd de basis van het zelfstandig ondernemerschap, lijkt steeds minder te kunnen beantwoorden aan de verwachtingen en lijkt zijn langste tijd te hebben gehad. Maar het gezinsbedrijf zelf is de afgelopen jaren veranderd. Men kan zich afvragen of het gezinsleven aan boord nog wel de basis is van zelfstandig ondernemerschap. Zijn er niet al andere verschijningsvormen van gezinsbedrijven ontstaan met aantrekkelijke toekomstperspectieven? Om de verschillende vormen van gezinsbedrijven te kunnen onderscheiden is het van belang om het gezinsbedrijf nader te beschouwen. In het gezinsbedrijf vormen de man en vrouw de spil en kunnen drie overlappende elementen onderscheiden worden: eigen bedrijf, varend bestaan en varend beroep. In de volgende figuur worden de hoofdelementen met de verschillende aspecten van een gezinsbedrijf in de binnenvaart schematisch weergegeven.

24 24 eigen bedrijf Hoofdstuk 1 - Inleiding - rechtspositie - eigen baas - risico s en kansen - management/bedrijfsvoering - ICT toepassingen varend beroep man en vrouw - voor-, vakopleiding - functie - exploitatiewijze schip - bemanning - bedrijfstaken varend bestaan - mobiliteit - flexibiliteit - wonen aan boord en/of aan de wal - kinderen - kerkelijke gezindte - afkomstig uit binnenvaart Figuur 1. Hoofdelementen en de verschillende aspecten van een gezinsbedrijf in de binnenvaart. De verschillende aspecten zullen in dit onderzoek nader worden belicht. Deze zullen met name aan bod komen in hoofdstuk 3, waarbij ook een onderverdeling zal worden gemaakt naar de verschillende verschijningsvormen van gezinsbedrijven. 1.2 DOELSTELLING VAN HET ONDERZOEK In het onderzoek zijn drie doelen te onderscheiden: 1. Een actueel beeld verschaffen van de gezinsbedrijven in de Nederlandse binnenvaart. 2. Een beeld schetsen van de toekomst van het Nederlandse gezinsbedrijf. Hierbij de sterke en zwakke kanten en de kansen en bedreigingen voor de verschillende vormen van gezinsbedrijven inzichtelijk maken. 3. Aanknopingspunten bieden voor de binnenvaartorganisaties en voor de overheid, om de gezinsbedrijven krachtig te ondersteunen. Onderzoeksvragen 1. Welke vormen van gezinsbedrijven kunnen op basis van de verschillende aspecten (zie figuur 1) onderscheiden worden? 2. In hoeverre zijn de verschillende aspecten van gezinsbedrijven (zie figuur 1) de afgelopen tien jaar veranderd en hoe zijn hierover de toekomstverwachtingen? 3. Wat zijn de afwegingen geweest voor mannen en vrouwen om te kiezen voor een varend gezinsbedrijf? 4. Welke aspecten van een varend gezinsbedrijf (zie figuur 1) zijn voor mannen en

25 voor vrouwen positief en hoe zou dit nog verbeterd kunnen worden? 5. Welke aspecten van een varend gezinsbedrijf (zie figuur 1) zijn voor mannen en voor vrouwen negatief en welke knelpunten zouden opgelost kunnen worden? 6. Wat zijn de afwegingen geweest voor mannen en voor vrouwen om te kiezen voor beëindiging van een varend gezinsbedrijf? 7. Welke vormen van gezinsbedrijven hebben de meeste potentie voor de toekomst? 1.3 OPZET EN UITVOERING VAN HET ONDERZOEK 25 Hoofdstuk 1 - Inleiding Het is een beschrijvend onderzoek dat bestaat uit een kwantitatief en een kwalitatief deel. Het kwantitatieve deel betreft met name de schriftelijke enquête onder Nederlandse gezinsbedrijven in de binnenvaart. De schriftelijke enquête heeft plaatsgevonden in de maanden juni tot en met september Zowel kwantitatief als kwalitatief zijn twee telefonische enquêtes gehouden onder starters van een gezinsbedrijf in de binnenvaart en onder bedrijfsbeëindigers. Het kwalitatieve deel van het onderzoek betreft diepte-interviews bij varende gezinsbedrijven in de periode september tot en met december Voor de schriftelijke enquête is gebruik gemaakt van het adressenbestand van de Internationale Vereniging het Rijnschepenregister (IVR). Uit dit bestand is, in zoverre dit mogelijk is, een selectie gemaakt van Nederlandse gezinsbedrijven, waarbij de volgende criteria zijn gehanteerd: - bedrijven met één, twee of drie schepen - de totale tonnage moet groter zijn dan 250 ton (met uitzondering van duw- en/of sleepboten) - het scheepstype is motorvrachtschip, motorbeunschip, motortankschip, containerschip, ro-ro schip, sleepschip, duw- en/of sleepboot Ook is naar de naamgeving en adressering van de bedrijven in het IVR-databestand gekeken. Wat betreft naamgeving: rederijen, bevrachtingkantoren, natte aannemerij en dergelijke zijn zoveel mogelijk uitgesloten. Wat betreft adressering: in het geval van meerdere bedrijven op één adres is altijd slechts naar één bedrijf een enquêteformulier verzonden. Van de verstuurde vragenlijsten zijn 933 vragenlijsten geretourneerd, hetgeen een respons oplevert van 36%. Het aantal bruikbare vragenlijsten is 836, waarmee in totaal de gegevens van 836 bedrijven en van mannen en vrouwen werkzaam op deze bedrijven, bekend zijn. Voor de telefonische enquête onder starters en bedrijfsbeëindigers is voornamelijk gebruik gemaakt van de respons onder de schriftelijke enquête en is ook een aantal adressen via tussenpersonen verkregen. In totaal waren 62 adressen bekend van starters en 60 adressen van bedrijfsbeëindigers. Lang niet in alle gevallen waren de adressen volledig.

26 26 Hoofdstuk 1 - Inleiding Toch was de respons op de telefonische enquête onder starters 66% en onder bedrijfsbeëindigers 70%. De non-respons is dan ook met name veroorzaakt doordat telefoonnummers onjuist waren of omdat men niet bereikbaar was. Het percentage mensen dat niet wilde meewerken aan het onderzoek betrof bij de telefonische enquêtes slechts 3%. Het aantal geënquêteerde starters bedraagt 41 bedrijven, waarvan bij 36 het bedrijf korter dan 3 jaar geleden is gestart en 5 binnenkort een bedrijf gaan starten. In totaal is gesproken met 27 mannen en 14 vrouwen (binnenkort) werkzaam in deze bedrijven. Het aantal geënquêteerde bedrijfsbeëindigers bedraagt 42 bedrijven, waarvan 31 hebben aangegeven het bedrijf te willen beëindigen en 11 reeds het bedrijf beëindigd hebben. In totaal is gesproken met 30 mannen en 12 vrouwen. De diepte-interviews hebben plaatsgevonden bij 25 binnenvaartbedrijven en er is afzonderlijk gesproken met 25 mannen en 25 vrouwen van deze bedrijven. In de volgende paragraaf komt aan bod hoe de diepte-interviews zijn verdeeld over de binnenvaart. 1.4 MATE VAN REPRESENTATIVITEIT In deze paragraaf wordt allereerst nagegaan of de respondenten van de schriftelijke enquête een representatief beeld geven over de gehele populatie. Anders gezegd; of de binnenvaartondernemers die hun vragenlijst hebben geretourneerd een dwarsdoorsnede vormen van alle actieve binnenvaartondernemers. In de volgende tabel staan de verschillende scheepstypen vermeld van de selectie uit het IVR-bestand en van de respons op de schriftelijke enquête. De basis is de registratie van scheepstypen zoals de IVR die hanteert. Tabel 1. Selectie van Nederlandse binnenvloot naar scheepstype. IVR-bestand 1 Respons schriftelijke enquête Type schip motorvrachtschip duw- /sleepboot motorbeunschip motortankschip sleepvrachtschip vrachtduwbak containerschip motorcementtankschip overige Totaal aantal schepen perc. v. tot. 73% 8% 8% 5% 2% 2% 1% 0% 2% 100% aantal schepen perc. v. tot. 77% 5% 7% 4% 2% 2% 1% 0% 1% 100% respons perc. 37% 21% 34% 34% 26% 44% 56% 21% 24% 35% 1 selectie uit het bestand van de Internationale Rijnscheepvaart Register,

27 We zien dat alle scheepstypen vertegenwoordigd zijn in de schriftelijke enquête, waarbij motorvrachtschepen, vrachtduwbakken (dit is in combinatie met een motorvrachtschip een koppelverband) en containerschepen iets beter zijn vertegenwoordigd dan de andere scheepstypen. Om de representativiteit beter te kunnen beoordelen vergelijken we onze gegevens met die van het Centraal Bureau voor de Statistiek en van de Adviesdienst Verkeer en Vervoer. Het voordeel van het CBS-AVV bestand is dat dit onderscheid maakt naar actieve en niet-actieve ondernemingen, met uitzondering van duw- en sleepboten. Om de resultaten met elkaar te kunnen vergelijken hebben we de bestanden zoveel mogelijk op elkaar afgestemd en worden twee afzonderlijke tabellen weergegeven voor vracht- en tankschepen. 27 Hoofdstuk 1 - Inleiding Tabel 2. Vrachtschepen naar bouwjaarklasse. CBS-AVV bestand 1 IVR-bestand 2 Respons schriftelijke enquête Bouwjaarklasse aantal perc. v. aantal perc. v. aantal perc. v. schepen tot. schepen tot. schepen tot. < % % % 1950 : % % % 1960 : % % % 1970 : % 188 8% 71 8% 1980 : % 147 6% 61 7% 1990 : % 92 4% 47 5% 2000 : % 95 4% 45 5% Totaal % % 1 bron: tabel 5.03 Actieve binnenvloot op 1 januari 2003, Nederland en de scheepvaart op % de Binnenwateren, CBS en AVV. 2 selectie uit het IVR bestand 2003 inclusief, vracht-, beun- en containerschepen. respons perc. 32% 37% 38% 38% 41% 51% 47% 37% De vrachtschepen gebouwd na 1970 tot 2000 in het IVR-bestand zijn in verhouding tot het CBS-AVV bestand iets minder goed vertegenwoordigd. Dit wordt weer rechtgetrokken doordat juist de ondernemers met jongere schepen vaker gereageerd hebben en dus ook alle bouwjaarklassen goed vertegenwoordigd zijn in de schriftelijke enquête.

Bijlage. Behoeftepeilingen Haven- en Transportdagen Maasbracht en Nijmegen

Bijlage. Behoeftepeilingen Haven- en Transportdagen Maasbracht en Nijmegen Bijlage Behoeftepeilingen Haven- en Transportdagen Maasbracht en Nijmegen Behorend bij het rapport VMBO-opleiding Rijn- en binnenvaart in Nijmegen ; Onderzoek naar de behoefte aan een VMBO-opleiding Rijn-

Nadere informatie

Een onderzoek naar het integrale onderwijssysteem van de school voor Landelijk Onderwijs aan Varende Kleuters

Een onderzoek naar het integrale onderwijssysteem van de school voor Landelijk Onderwijs aan Varende Kleuters Een onderzoek naar het integrale onderwijssysteem van de school voor Landelijk Onderwijs aan Varende Kleuters Rapport Varende kleuters tellen mee Een onderzoek naar het integrale onderwijssysteem van

Nadere informatie

Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015

Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015 Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015 Willemstad, Mei 2016 Inhoudsopgave Inleiding... 2 Methodologie... 3 Resultaten conjunctuurenquête... 3 Concluderende opmerkingen... 17 1 CBS Curaçao mei 2016 Inleiding

Nadere informatie

Een onderzoek naar de organisatiegraad in de binnenvaart

Een onderzoek naar de organisatiegraad in de binnenvaart Een onderzoek naar de organisatiegraad in de binnenvaart Een onderzoek naar de organisatiegraad in de binnenvaart Rapport September 2011 Drs. A.C.C. Hubens Oude Engelenseweg 25 5222 AB Den Bosch 073-6230120

Nadere informatie

Starters zien door de wolken toch de zon

Starters zien door de wolken toch de zon M201206 Starters zien door de wolken toch de zon drs. A. Bruins Zoetermeer, mei 2012 Starters zien door de wolken toch de zon Enkele jaren nadat zij met een bedrijf zijn begonnen, en met enkele jaren financieel-economische

Nadere informatie

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Inleiding Chris M. Jager In mei en juni 2015 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) een groot aantal bedrijven benaderd met vragenlijsten. Doel

Nadere informatie

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2015

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2015 Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2015 Willemstad, oktober 2015 Inleiding In mei en juni 2015 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) een groot aantal bedrijven benaderd met vragenlijsten.

Nadere informatie

Overzicht van de Europese binnenvaart Rapportage

Overzicht van de Europese binnenvaart Rapportage Overzicht van de Europese binnenvaart Rapportage Juli 2012 Drs. A.C.C. Hubens Oude Engelenseweg 25 5222 AB Den Bosch 073-6230120 06-17418733 www.ahadata.nl Inhoudsopgave LAND VAN REGISTRATIE... 1 SCHEEPSLENGTE...

Nadere informatie

STARTFLEX. Onderzoek naar ondernemerschap onder studenten in Amsterdam

STARTFLEX. Onderzoek naar ondernemerschap onder studenten in Amsterdam Onderzoek naar ondernemerschap onder studenten in Amsterdam Colofon ONDERZOEKER StartFlex B.V. CONSULTANCY Centre for applied research on economics & management (CAREM) ENQETEUR Alexander Sölkner EINDREDACTIE

Nadere informatie

Resultaten Conjunctuurenquete 2014

Resultaten Conjunctuurenquete 2014 Willemstad, april 15 Inhoud Inleiding... 2 Methodologie... 2 Resultaten conjunctuurenquête... 3 Investeringsbelemmeringen en bevorderingen...3 Concurrentiepositie...5 Vertrouwen in de economie...5 Vertrouwen

Nadere informatie

M200802. Vrouwen aan de start. Een vergelijking tussen vrouwelijke en mannelijke starters en hun bedrijven. drs. A. Bruins drs. D.

M200802. Vrouwen aan de start. Een vergelijking tussen vrouwelijke en mannelijke starters en hun bedrijven. drs. A. Bruins drs. D. M200802 Vrouwen aan de start Een vergelijking tussen vrouwelijke en mannelijke starters en hun bedrijven drs. A. Bruins drs. D. Snel Zoetermeer, juni 2008 2 Vrouwen aan de start Vrouwen vinden het starten

Nadere informatie

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014 Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 214 Willemstad, Maart 214 Inleiding In juni 214 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) de bedrijven benaderd met vragenlijsten op Curaçao. Doel van deze

Nadere informatie

Van baan naar eigen baas

Van baan naar eigen baas M200912 Van baan naar eigen baas drs. A. Bruins Zoetermeer, juli 2009 Van baan naar eigen baas Ruim driekwart van de ondernemers die in de eerste helft van 2008 een bedrijf zijn gestart, werkte voordat

Nadere informatie

Resultaten Conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2018

Resultaten Conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2018 Resultaten Conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2018 Chris M. Jager Inleiding In juni en juli 2018 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) bijna 360 bedrijven benaderd. Doel van deze enquête is om

Nadere informatie

De stand van Mediation in Nederland

De stand van Mediation in Nederland De stand van Mediation in Nederland drs. R.J.M. Vogels Zoetermeer, 17 november 2011 In opdracht van het Nederlands Mediation Instituut (NMI). De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Stratus.

Nadere informatie

Kostenontwikkeling binnenvaart 2015 en raming 2016

Kostenontwikkeling binnenvaart 2015 en raming 2016 Kostenontwikkeling binnenvaart 2015 en raming 2016 Uitgave januari 2016 Rapport uitgebracht aan: Centraal Bureau voor de Rijn- en Binnenvaart W. van der Geest C11540/2016/0188 Zoetermeer, 29 januari 2016

Nadere informatie

Resultaten Conjunctuurenquête jaar 2017

Resultaten Conjunctuurenquête jaar 2017 Willemstad, april 2018 Inhoudsopgave Inleiding... 2 Investeringsbelemmeringen... 3 Vertrouwen in de economie... 4 Vertrouwen in de toekomst... 5 Perceptie investeringsklimaat... 6 Conjunctuurindex... 7

Nadere informatie

M Starters en de markt. drs. A. Bruins drs. D. Snel

M Starters en de markt. drs. A. Bruins drs. D. Snel M201010 Starters en de markt drs. A. Bruins drs. D. Snel Zoetermeer, juni 2010 Starters en de markt Ondernemers die met een bedrijf zijn begonnen in de maanden voordat de economie in 2008 van groei omsloeg

Nadere informatie

M200916. Parttime van start. drs. A. Bruins

M200916. Parttime van start. drs. A. Bruins M200916 Parttime van start drs. A. Bruins Zoetermeer, 24 september 2009 Parttime van start Van de startende ondernemers werkt een kleine meerderheid na de start fulltime in het bedrijf. Een op de vier

Nadere informatie

Resultaten enquête: ICT in de binnenvaart

Resultaten enquête: ICT in de binnenvaart Resultaten enquête: ICT in de binnenvaart De binnenvaartondernemer Profiel Gebruik ICT ICT-maturiteit Nood aan online informatie RIS De bevrachter Profiel Gebruik ICT Nood aan online informatie RIS Conclusies

Nadere informatie

Starten in een dal, profiteren van de top

Starten in een dal, profiteren van de top M200715 Starten in een dal, profiteren van de top drs. A. Bruins drs. D. Snel Zoetermeer, november 2007 2 Starten in een dal, profiteren van de top Ondernemers die in 2003 een bedrijf begonnen, waren zich

Nadere informatie

Werken in startende bedrijven

Werken in startende bedrijven M201211 Werken in startende bedrijven drs. A. Bruins Zoetermeer, september 2012 Werken in startende bedrijven De meeste startende ondernemers hebben geen personeel. Dat is zo bij de start met het bedrijf,

Nadere informatie

Ervaringen van vrijwilligers

Ervaringen van vrijwilligers Ervaringen van vrijwilligers Synthese [Externe versie] Ronald De Meyer Laura Beurskens-Claessens Augustus 2017 2017 Praktikon Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen

Nadere informatie

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017 Gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 26 juni 2017 DATUM 26 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076) 515

Nadere informatie

Onderzoek als project

Onderzoek als project Onderzoek als project Onderzoek als project Met MS Project Ben Baarda Jan-Willem Godding Eerste druk Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten Ontwerp omslag: Studio Frank & Lisa, Groningen Omslagillustratie:

Nadere informatie

Een onderzoek naar varende ouders en hun behoeften betreffende het integrale onderwijs van de LOVK

Een onderzoek naar varende ouders en hun behoeften betreffende het integrale onderwijs van de LOVK Een onderzoek naar varende ouders en hun behoeften betreffende het integrale onderwijs van de LVK Rapport Varende kinderen beter in beeld Een onderzoek naar varende ouders en hun behoeften betreffende

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Argès mens & werk B.V.

Tevredenheidsonderzoek Argès mens & werk B.V. Tevredenheidsonderzoek 2015 Argès mens & werk B.V. Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van Argès mens & werk B.V. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van

Nadere informatie

Een eigen bedrijf is leuk!

Een eigen bedrijf is leuk! M200815 Een eigen bedrijf is leuk! Ervaringen van starters uit de jaren 1998-2000 drs. A. Bruins drs. D. Snel Zoetermeer, december 2008 2 Een eigen bedrijf is leuk! Een eigen bedrijf geeft ondernemers

Nadere informatie

RESULTATEN CONJUNCTUURENQUETE 1STE HELFT 2018

RESULTATEN CONJUNCTUURENQUETE 1STE HELFT 2018 RESULTATEN CONJUNCTUURENQUETE 1STE HELFT 2018 Willemstad, september 2018 Inhoudsopgave Inleiding... 2 Investeringsbelemmeringen Vertrouwen in de economie... 4 Vertrouwen in de toekomst... 5 Perceptie investeringsklimaat...

Nadere informatie

Een onderzoek naar de herkenbaarheid en de continuïteit van de dienstverlening van de afdeling Binnenvaart van Bibliotheek Rotterdam

Een onderzoek naar de herkenbaarheid en de continuïteit van de dienstverlening van de afdeling Binnenvaart van Bibliotheek Rotterdam Een onderzoek naar de herkenbaarheid en de continuïteit van de dienstverlening van de afdeling Binnenvaart van Bibliotheek Rotterdam Rapport Bibliotheek voor de binnenvaart Een onderzoek naar de herkenbaarheid

Nadere informatie

SYLLABUS SECURITY AWARENESS WORKSHOP Personeel

SYLLABUS SECURITY AWARENESS WORKSHOP Personeel 3/10/2012 TRIO SMC SYLLABUS SECURITY AWARENESS WORKSHOP Personeel Pagina 1 van 9 Verantwoording 2012 Uniformboard te Vianen en 2012 Trio SMC te Almere. Copyright 2012 voor de cursusinhoud Trio SMC te Almere

Nadere informatie

De oudere starter in Nederland Quick Service

De oudere starter in Nederland Quick Service De oudere starter in Nederland Quick Service Heleen Stigter Zoetermeer, januari 2003 Dit onderzoek maakt deel uit van het programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap, dat wordt gefinancierd door het Ministerie

Nadere informatie

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017 Gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 20 juni 2017 DATUM 20 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076) 515

Nadere informatie

Samenwoonrelaties stabieler

Samenwoonrelaties stabieler Anouschka van der Meulen en Arie de Graaf Op 1 januari 25 telde Nederland bijna 75 duizend paren die niet-gehuwd samenwonen. Ten opzichte van 1995 is dit aantal met bijna 45 procent toegenomen. Van de

Nadere informatie

Fase A. Jij de Baas. Gids voor de Starter. 2012 Stichting Entreprenasium. Versie 1.2: november 2012

Fase A. Jij de Baas. Gids voor de Starter. 2012 Stichting Entreprenasium. Versie 1.2: november 2012 N W O Fase A Z Jij de Baas Gids voor de Starter Versie 1.2: november 2012 2012 Stichting Entreprenasium Inleiding 2 School De school Inleiding 2 Doelen 3 Middelen 4 Invoering 5 Uitvoering 6 Jij de Baas:

Nadere informatie

Ervaringen van vrijwilligers

Ervaringen van vrijwilligers Ervaringen van vrijwilligers Synthese [Externe versie] Ronald De Meyer Laura Beurskens-Claessens Augustus 2018 2018 Praktikon Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen

Nadere informatie

Uitstroom van ouderen uit de werkzame beroepsbevolking

Uitstroom van ouderen uit de werkzame beroepsbevolking Uitstroom van ouderen uit de werkzame beroepsbevolking Clemens Siermann en Henk-Jan Dirven De uitstroom van 50-plussers uit de werkzame beroepsbevolking is de laatste jaren toegenomen. Een kwart van deze

Nadere informatie

Noordelijke Arbeidsmarkt Verkenning 2004

Noordelijke Arbeidsmarkt Verkenning 2004 Noordelijke Arbeidsmarkt Verkenning 2004 Hoofdrapport Samenstelling: Dr. L. Broersma & Drs D. Stelder, Sectie Ruimtelijke Economie, FEW, RuG Prof. Dr. J. van Dijk, Faculteit der Ruimtelijke Wetenschappen,

Nadere informatie

Opdrachtgevers & Netwerkpartners

Opdrachtgevers & Netwerkpartners Opdrachtgevers & Netwerkpartners van Synthese Mate van tevredenheid [Externe versie] Rapportage 2017 Ronald De Meyer Laura Beurskens-Claessens Februari 2018 2 2018 Praktikon Behoudens de in of krachtens

Nadere informatie

Ondernemerschap in Zuidoost-Brabant in perspectief

Ondernemerschap in Zuidoost-Brabant in perspectief M201208 Ondernemerschap in in perspectief Ondernemerschap in vergeleken met en de rest van Ro Braaksma Nicolette Tiggeloove Zoetermeer, februari 2012 Ondernemerschap in in perspectief In zijn er meer nieuwe

Nadere informatie

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHOONMAAKDIENST GEMEENTE HAREN

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHOONMAAKDIENST GEMEENTE HAREN KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHOONMAAKDIENST GEMEENTE HAREN Klanttevredenheidsonderzoek Schoonmaakdienst gemeente Haren Colofon Opdrachtgever Gemeente Haren Datum December 2016 Auteurs Tessa Schoot Uiterkamp

Nadere informatie

RESULTAATGERELATEERDE

RESULTAATGERELATEERDE erde OVER NO CURE NO PAY RESULTAATGERELATEERDE BELONING Resultaatgerelateerde beloning Over no cure no pay OVER NO CURE NO PAY RESULT AATGERELATEERDE BELONING RESULTAATGERELATEERDE BELONING 02 Resultaatgerelateerde

Nadere informatie

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014 Nummer 6 juni 2014 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014 Factsheet Ondanks eerste tekenen dat de economie weer aantrekt blijft de werkloosheid. Negen procent van de Amsterdamse beroepsbevolking is werkloos

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015. Regionaal Autisme Centrum onderdeel Autismewerk.nl

Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015. Regionaal Autisme Centrum onderdeel Autismewerk.nl Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015 Regionaal Autisme Centrum onderdeel Autismewerk.nl Zoetermeer, vrijdag 13 november 2015 In opdracht van Regionaal Autisme Centrum onderdeel Autismewerk.nl De verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Trends in het gebruik van informele zorg en professionele zorg thuis: gebruik van informele zorg neemt toe

Trends in het gebruik van informele zorg en professionele zorg thuis: gebruik van informele zorg neemt toe Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Trends in het gebruik van informele zorg en professionele zorg thuis: gebruik van informele zorg neemt toe, G. Waverijn

Nadere informatie

Aanscherpingen glijdende schaal. Geschatte resultaten van recente en voorgenomen aanscherpingen. Samenvatting

Aanscherpingen glijdende schaal. Geschatte resultaten van recente en voorgenomen aanscherpingen. Samenvatting Aanscherpingen glijdende schaal Geschatte resultaten van recente en voorgenomen aanscherpingen Samenvatting WODC, Ministerie van Veiligheid en Justitie 2014 Drs. Zosja Berdowski; Ir. Alexandra Vennekens

Nadere informatie

Excerpt Gemeenteraad Rotterdam VITALE VERENIGINGEN 2017

Excerpt Gemeenteraad Rotterdam VITALE VERENIGINGEN 2017 Excerpt Gemeenteraad Rotterdam VITALE VERENIGINGEN 2017 Inleiding & samenvatting Inleiding Rotterdam Sportsupport spant zich in voor vitale sportverenigingen, streeft er naar sport toegankelijk te maken

Nadere informatie

Uit huis gaan van jongeren

Uit huis gaan van jongeren Arie de Graaf en Suzanne Loozen Jaarlijks verlaten bijna een kwart miljoen jongeren het ouderlijk huis. Een klein deel van hen is al vóór de achttiende verjaardag uit huis gegaan. De meeste jongeren gaan

Nadere informatie

M Nieuwe werkgevers in 2004: De stap naar het aannemen van personeel. Guido Brummelkamp Wim Verhoeven Sjaak Vollebregt

M Nieuwe werkgevers in 2004: De stap naar het aannemen van personeel. Guido Brummelkamp Wim Verhoeven Sjaak Vollebregt M200919 Nieuwe werkgevers in 2004: De stap naar het aannemen van personeel Guido Brummelkamp Wim Verhoeven Sjaak Vollebregt Zoetermeer, december 2009 Nieuwe werkgevers Boodschap Nederland kent over de

Nadere informatie

Effectiviteitonderzoek naar de kennisoverdracht van I&E Milieu

Effectiviteitonderzoek naar de kennisoverdracht van I&E Milieu Effectiviteitonderzoek naar de kennisoverdracht van I&E Milieu SAMENVATTING dr. L.A. Plugge 1, drs. J. Hoonhout 2, T. Carati 2, G. Holle 2 Universiteit Maastricht IKAT, Fac. der Psychologie Inleiding Het

Nadere informatie

BNA Conjunctuurmeting

BNA Conjunctuurmeting BNA Conjunctuurmeting September 2011 Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten Jollemanhof 14 Postbus 19606 1000 GP Amsterdam T 020 555 36 66 F 020 555 36

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2014 / De Nieuwe Werkgever

Tevredenheidsonderzoek 2014 / De Nieuwe Werkgever Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015 De Nieuwe Werkgever Zoetermeer, dinsdag 4 augustus 2015 In opdracht van De Nieuwe Werkgever De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van

Nadere informatie

Resultaten Conjuntuurenquete 2018

Resultaten Conjuntuurenquete 2018 Resultaten Conjuntuurenquete 2018 Datum, maart 2019 Inleiding In november en december 2018 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) ruim 500 bedrijven benaderd. Doel van deze enquête is om op reguliere

Nadere informatie

MKB ziet wel brood in ondernemerschapsonderwijs

MKB ziet wel brood in ondernemerschapsonderwijs M201114 MKB ziet wel brood in ondernemerschapsonderwijs MKB-ondernemers over ondernemen in het reguliere onderwijs drs. B. van der Linden drs. P. Gibcus Zoetermeer, november 2011 MKB ziet wel brood in

Nadere informatie

Ervaringen Wmo. Cliëntervaringsonderzoek Berg en Dal 2017

Ervaringen Wmo. Cliëntervaringsonderzoek Berg en Dal 2017 Ervaringen Wmo Cliëntervaringsonderzoek Berg en Dal 2017 Inhoud 1. Achtergrond van het onderzoek... 2 2. Het regelen van ondersteuning... 4 3. Kwaliteit van de ondersteuning... 6 4. Vergelijking regio...

Nadere informatie

Projectdocument. PQR scope 3 emissieinventarisatie. Betreft: Bij: Versie: 2.0 Datum: 7 mei 2018 Referentienummer: CO2-prestatieladder eis 4.A.

Projectdocument. PQR scope 3 emissieinventarisatie. Betreft: Bij: Versie: 2.0 Datum: 7 mei 2018 Referentienummer: CO2-prestatieladder eis 4.A. Betreft: Bij: Auteur(s): Najim Belkadi Versie: 2.0 Datum: 7 mei 2018 Referentienummer: CO2-prestatieladder eis 4.A.1 2018 PQR, all rights reserved. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, op

Nadere informatie

Gemeente Nederweert. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 30 juni 2017

Gemeente Nederweert. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 30 juni 2017 Gemeente Nederweert Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 30 juni 2017 DATUM 30 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl

Nadere informatie

Onderzoek financieel fitte werknemers

Onderzoek financieel fitte werknemers Onderzoek financieel fitte werknemers Een onderzoek naar de wensen en behoeften rondom hulp van de werkgever bij financiële vragen 1 Inhoudsopgave Samenvatting 4 Inleiding 7 Resultaten Financiële gevolgen

Nadere informatie

De verdeling van arbeid en zorg tussen vaders en moeders

De verdeling van arbeid en zorg tussen vaders en moeders De verdeling van arbeid en zorg tussen vaders en moeders Marjolein Korvorst en Tanja Traag Het krijgen van kinderen dwingt ouders keuzes te maken over de combinatie van arbeid en zorg. In de meeste gezinnen

Nadere informatie

Veranderingen in arbeidsparticipatie van gescheiden moeders

Veranderingen in arbeidsparticipatie van gescheiden moeders Veranderingen in arbeidsparticipatie van gescheiden moeders Suzanne Peek Gescheiden moeders stoppen twee keer zo vaak met werken dan niet gescheiden moeders. Ook beginnen ze vaker met werken. Wanneer er

Nadere informatie

Heeft uw bedrijf meer baat bij een relatie met meerdere banken of met één enkele bank?

Heeft uw bedrijf meer baat bij een relatie met meerdere banken of met één enkele bank? Heeft uw bedrijf meer baat bij een relatie met meerdere banken of met één enkele bank? Heeft uw bedrijf meer baat bij een relatie met meerdere banken of met één enkele bank? De voorbije jaren is het bankenlandschap

Nadere informatie

ERVARINGEN VAN INSTELLINGEN NA EEN JAAR DECENTRALISATIE

ERVARINGEN VAN INSTELLINGEN NA EEN JAAR DECENTRALISATIE ERVARINGEN VAN INSTELLINGEN NA EEN JAAR DECENTRALISATIE drs. Frank Kriek drs. Luuk Mallee drs. Katrien de Vaan dr. Miranda Witvliet Amsterdam, januari 2016 Regioplan Jollemanhof 18 1019 GW Amsterdam Tel.:

Nadere informatie

Willemstad, mei Resultaten Conjunctuurenquête 2016

Willemstad, mei Resultaten Conjunctuurenquête 2016 Willemstad, mei 2017 Resultaten Conjunctuurenquête 2016 Inhoudsopgave Inleiding... 2 Methodologie... 3 Resultaten conjunctuurenquête... 5 1.1 Investeringsbelemmeringen en bevorderingen... 5 1.2 Concurrentiepositie...

Nadere informatie

DOORDRINKEN DOORDRINGEN. Effectevaluatie Halt-straf Alcohol Samenvatting. Jos Kuppens Henk Ferwerda

DOORDRINKEN DOORDRINGEN. Effectevaluatie Halt-straf Alcohol Samenvatting. Jos Kuppens Henk Ferwerda DOORDRINGEN of Effectevaluatie Halt-straf Alcohol Samenvatting DOORDRINKEN Jos Kuppens Henk Ferwerda In opdracht van Ministerie van Veiligheid en Justitie, Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum,

Nadere informatie

Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016

Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016 Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016 Werken er nu meer of minder huisartsen dan 10 jaar geleden en werken zij nu meer of minder FTE? LF.J. van der Velden & R.S. Batenburg,

Nadere informatie

Inleiding Administratieve Organisatie. Opgavenboek

Inleiding Administratieve Organisatie. Opgavenboek Inleiding Administratieve Organisatie Opgavenboek Inleiding Administratieve Organisatie Opgavenboek drs. J.P.M. van der Hoeven Vierde druk Stenfert Kroese, Groningen/Houten Wolters-Noordhoff bv voert

Nadere informatie

Overzicht uitgeschreven huisartsen NIVEL Lud van der Velden Daniël van Hassel Ronald Batenburg

Overzicht uitgeschreven huisartsen NIVEL Lud van der Velden Daniël van Hassel Ronald Batenburg Overzicht uitgeschreven huisartsen 1990-2015 NIVEL Lud van der Velden Daniël van Hassel Ronald Batenburg ISBN 978-94-6122-424-8 http://www.nivel.nl nivel@nivel.nl Telefoon 030 2 729 700 Fax 030 2 729 729

Nadere informatie

Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid 1998-2012

Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid 1998-2012 Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid 1998-2012 drs. K.L. Bangma drs. A. Bruins drs. D. Snel drs. N. Timmermans Zoetermeer, 5 juli 2013 Rapportnummer : A201337 Dit onderzoek is gefinancierd door het programmaonderzoek

Nadere informatie

Huishoudensprognose : belangrijkste uitkomsten

Huishoudensprognose : belangrijkste uitkomsten Huishoudensprognose 26 2: belangrijkste uitkomsten Elma van Agtmaal-Wobma en Coen van Duin Het aantal huishoudens blijft de komende decennia toenemen, van 7,2 miljoen in 26 tot 8,1 miljoen in 23. Daarna

Nadere informatie

Wonen zonder partner. Arie de Graaf en Suzanne Loozen

Wonen zonder partner. Arie de Graaf en Suzanne Loozen Arie de Graaf en Suzanne Loozen In 25 telde Nederland 4,2 miljoen personen van 18 jaar of ouder die zonder partner woonden. Eén op de drie volwassenen woont dus niet samen met een partner. Tussen 1995

Nadere informatie

Demografie van de detailhandel. Inkomenspositie van ondernemers in de detailhandel

Demografie van de detailhandel. Inkomenspositie van ondernemers in de detailhandel Demografie van de detailhandel Inkomenspositie van ondernemers in de detailhandel Inleiding Door ITS-Nijmegen is een onderzoek uitgevoerd in het kader van het onderzoeksprogramma Demografie van de detailhandel

Nadere informatie

Kengetallen ondernemerschap

Kengetallen ondernemerschap Kengetallen ondernemerschap Tabellenboek drs. N.G.L. Timmermans R. in 't Hout K. Bakker drs. W. H.J. Verhoeven Zoetermeer, 14 augustus 2009 Dit onderzoek is gefinancierd door het Ministerie van Economische

Nadere informatie

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Gemeente s-hertogenbosch, afdeling Onderzoek & Statistiek, februari 2019 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Vrijwilligerswerk... 4 3. Mantelzorg... 8

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2011. Dienst inburgeren Studiecentrum Talen Eindhoven bv

Tevredenheidsonderzoek 2011. Dienst inburgeren Studiecentrum Talen Eindhoven bv Tevredenheidsonderzoek 2011 Dienst inburgeren Studiecentrum Talen Eindhoven bv Zoetermeer, zaterdag 4 februari 2012 In opdracht van Studiecentrum Talen Eindhoven bv De verantwoordelijkheid voor de inhoud

Nadere informatie

De basis van het Boekhouden

De basis van het Boekhouden De basis van het Boekhouden Werkboek Niveau 3 BKB/elementair boekhouden Hans Dijkink de basis van het boekhouden Niveau 3 BKB/elementair boekhouden Werkboek Hans Dijkink Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten

Nadere informatie

Taal en Taalwetenschap

Taal en Taalwetenschap Taal en Taalwetenschap Antwoorden bij de opdrachten René Appel, Anne Baker, Kees Hengeveld, Folkert Kuiken en Pieter Muysken (redactie) Blackwell Publishers 2002 by Blackwell Publishers Ltd a Blackwell

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Hogeschool van Amsterdam

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Hogeschool van Amsterdam Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 Hogeschool van Amsterdam Zoetermeer, woensdag 9 november 2016 In opdracht van Hogeschool van Amsterdam De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het

Nadere informatie

M200705. Werkgelegenheid bij startende bedrijven. drs. A. Bruins

M200705. Werkgelegenheid bij startende bedrijven. drs. A. Bruins M200705 Werkgelegenheid bij startende bedrijven drs. A. Bruins Zoetermeer, mei 2007 2 Werkgelegenheid bij startende bedrijven Van startende bedrijven wordt verwacht dat zij bijdragen aan nieuwe werkgelegenheid.

Nadere informatie

Studenten aan lerarenopleidingen

Studenten aan lerarenopleidingen Studenten aan lerarenopleidingen Factsheet januari 219 In de afgelopen vijf jaar is het aantal Amsterdamse studenten dat een lerarenopleiding volgt met ruim 9% afgenomen. Deze daling is het sterkst voor

Nadere informatie

Werkbelevingsonderzoek 2013

Werkbelevingsonderzoek 2013 Werkbelevingsonderzoek 2013 voorbeeldrapport Den Haag, 17 september 2014 Ipso Facto beleidsonderzoek Raamweg 21, Postbus 82042, 2508EA Den Haag. Telefoon 070-3260456. Reg.K.v.K. Den Haag: 546.221.31. BTW-nummer:

Nadere informatie

VARENDE KLEUTERS BLIJVEN TELLEN

VARENDE KLEUTERS BLIJVEN TELLEN VARENDE KLEUTERS BLIJVEN TELLEN VARENDE KLEUTERS BLIJVEN TELLEN Onderzoek naar de toekomstige omvang van het aantal varende kleuters en het toekomstige gebruik van onderwijsvoorzieningen van varende ouders

Nadere informatie

Overview. Zorgsector. Microsoft Dynamics NAV. 2006 dvision Automatiseringsbureau.

Overview. Zorgsector. Microsoft Dynamics NAV. 2006 dvision Automatiseringsbureau. Microsoft Dynamics NAV Overview 2006 dvision Automatiseringsbureau. All Rights Reserved. No part of this document may be photocopied, reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted, in any form

Nadere informatie

Meting economisch klimaat, november 2013

Meting economisch klimaat, november 2013 Meting economisch klimaat, november 2013 1.1 Beschrijving respondenten Er hebben 956 ondernemers meegedaan aan het onderzoek, een respons van 38. De helft van de respondenten is zzp er (465 ondernemers,

Nadere informatie

Verandering in de frequentie van het gemengde huwelijk

Verandering in de frequentie van het gemengde huwelijk Verandering in de frequentie van het gemengde huwelijk G. Dekker Aan het kerkelijk gemengde huwelijk wordt vanuit de sociale wetenschappen niet zo bijzonder veel aandacht geschonken. De belangstelling

Nadere informatie

SYLLABUS FRAUDEWAARSCHUWING: PHISHING! WORKSHOP TRIO SMC. De nieuwste tactieken en de mogelijke impact op uw business in 2013 Uniformboard & Trio SMC

SYLLABUS FRAUDEWAARSCHUWING: PHISHING! WORKSHOP TRIO SMC. De nieuwste tactieken en de mogelijke impact op uw business in 2013 Uniformboard & Trio SMC 12/10/2012 TRIO SMC SYLLABUS FRAUDEWAARSCHUWING: PHISHING! WORKSHOP Pagina 1 van 9 Verantwoording 2012 Uniformboard te Vianen en 2012 Trio SMC te Almere. Copyright 2012 voor de cursusinhoud Trio SMC te

Nadere informatie

Stand van zaken huisvesting kinderopvang in Nederland 2011

Stand van zaken huisvesting kinderopvang in Nederland 2011 Stand van zaken huisvesting kinderopvang in Nederland 2011 Utrecht, juli 2011 Buitenhek Management & Consult Winthontlaan 200 Postbus 85183 3508 AD Utrecht T +030 287 59 59 F +030 287 59 60 info@buitenhek.nl

Nadere informatie

De ontwikkeling van geweld in de Nederlandse samenleving VEEL MONITOREN, WEINIG EENDUIDIGHEID

De ontwikkeling van geweld in de Nederlandse samenleving VEEL MONITOREN, WEINIG EENDUIDIGHEID SECONDANT #1 MAART 2011 53 De ontwikkeling van geweld in de Nederlandse samenleving VEEL MONITOREN, WEINIG EENDUIDIGHEID door Maartje Timmermans en Miranda Witvliet De auteurs werken als onderzoeker bij

Nadere informatie

Effecten van cliëntondersteuning. Samenvatting van een haalbaarheidsonderzoek naar de meetbaarheid van door de cliënt ervaren effecten

Effecten van cliëntondersteuning. Samenvatting van een haalbaarheidsonderzoek naar de meetbaarheid van door de cliënt ervaren effecten Effecten van cliëntondersteuning Samenvatting van een haalbaarheidsonderzoek naar de meetbaarheid van door de cliënt ervaren effecten MEE Nederland, 4 februari 2014 1. Inleiding In deze samenvatting beschrijven

Nadere informatie

Doel van het onderzoek Inzicht bieden in de gevolgen van de Wet kinderopvang voor de verschillende gebruikersgroepen.

Doel van het onderzoek Inzicht bieden in de gevolgen van de Wet kinderopvang voor de verschillende gebruikersgroepen. SAMENVATTING 1. Doel en onderzoeksopzet De invoering van de Wet kinderopvang per 1 januari 2005 heeft veel veranderingen gebracht voor de gebruikers van formele kinderopvang in kinderdagverblijven (KDV),

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2011. Dienst inburgeren Universiteit van Amsterdam, INTT

Tevredenheidsonderzoek 2011. Dienst inburgeren Universiteit van Amsterdam, INTT Tevredenheidsonderzoek 2011 Dienst inburgeren Universiteit van Amsterdam, INTT Zoetermeer, zaterdag 4 februari 2012 In opdracht van Universiteit van Amsterdam, INTT De verantwoordelijkheid voor de inhoud

Nadere informatie

Hoofdstuk 9. Gemeentelijke website

Hoofdstuk 9. Gemeentelijke website Hoofdstuk 9. Gemeentelijke website Samenvatting Het percentage Leidenaren dat thuis kan beschikken over internet is, na een snelle toename in eerdere jaren, dit jaar vrijwel gestabiliseerd tot op 77%.

Nadere informatie

Cultuur telt: sociologische opstellen voor Leo d Anjou

Cultuur telt: sociologische opstellen voor Leo d Anjou Cultuur telt: sociologische opstellen voor Leo d Anjou Cultuur telt: sociologische opstellen voor Leo d Anjou Dick Houtman, Bram Steijn en John van Male redactie Shaker Publishing BV Maastricht Copyright

Nadere informatie

Ouderschapsverlof. Ingrid Beckers en Clemens Siermann

Ouderschapsverlof. Ingrid Beckers en Clemens Siermann Ouderschapsverlof Ingrid Beckers en Clemens Siermann Ruim een kwart van de werknemers in Nederland die in 24 recht hadden op ouderschapsverlof, hebben daarvan gebruik gemaakt. nemen veel vaker ouderschapsverlof

Nadere informatie

Artikelen. Een terugblik op het ouderlijk gezin. Arie de Graaf

Artikelen. Een terugblik op het ouderlijk gezin. Arie de Graaf Artikelen Een terugblik op het ouderlijk gezin Arie de Graaf Driekwart van de kinderen die in de jaren zeventig zijn geboren, is opgegroeid bij twee ouders. Een op de zeven heeft een scheiding van de ouders

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Fox AOB

Tevredenheidsonderzoek Fox AOB Tevredenheidsonderzoek 2015 Fox AOB Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van Fox AOB De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek De Opstap, Leerwerktraject van De Kapstok

Tevredenheidsonderzoek De Opstap, Leerwerktraject van De Kapstok Tevredenheidsonderzoek 2014-2015 De Opstap, Leerwerktraject van De Kapstok Zoetermeer, maandag 3 augustus 2015 In opdracht van De Opstap, Leerwerktraject van De Kapstok De verantwoordelijkheid voor de

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Accessio Inburgering

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Accessio Inburgering Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015 Accessio Inburgering Zoetermeer, woensdag 5 augustus 2015 In opdracht van Accessio Inburgering De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik

Nadere informatie

Verlangd basisonderwijs in de wijk Overvecht, gemeente Utrecht. Rapportage. Menno Wester

Verlangd basisonderwijs in de wijk Overvecht, gemeente Utrecht. Rapportage. Menno Wester Verlangd basisonderwijs in de wijk Overvecht, gemeente Utrecht Rapportage Menno Wester Maart 2014 Projectnummer: 34001333 Opdrachtgever: Stichting HIO 2014 ITS, Radboud Universiteit Nijmegen Behoudens

Nadere informatie

Klanttevredenheid. Vereenzaming Ouderen Soest VOS

Klanttevredenheid. Vereenzaming Ouderen Soest VOS 2011 Klanttevredenheid Vereenzaming Ouderen Soest VOS Stichting Welzijn Ouderen Soest Molenstraat 8c 3764 TG Soest 035 60 23 681 info@swos.nl www.swos.nl KvK 41189365 Klanttevredenheidsonderzoek Vereenzaming

Nadere informatie

SAMENVATTING RAPPORT VAN HET KWALITEITSONDERZOEK NAAR MATE VAN KLANTTEVREDENHEID OVER DIENSTVERLENING VAN ADVOCATEN

SAMENVATTING RAPPORT VAN HET KWALITEITSONDERZOEK NAAR MATE VAN KLANTTEVREDENHEID OVER DIENSTVERLENING VAN ADVOCATEN SAMENVATTING RAPPORT VAN HET KWALITEITSONDERZOEK NAAR MATE VAN KLANTTEVREDENHEID OVER DIENSTVERLENING VAN ADVOCATEN 1. ALGEMEEN 1.1 INHOUD Onderwerp Pagina 1. ALGEMEEN 1.1 Inhoud 1 1.2 Het onderzoek en

Nadere informatie