Reactie vanuit de Regio West-Brabant op regionale zienswijze ( ):

Transcriptie

1 BIJLAGEN: SJABLONEN AFZONDERLIJKE ZIENSWIJZEN 1. ZIENSWIJZE REGIO WEST-BRABANT 1 Wat heeft de GR gedaan met de vorige zienswijze? Regionale zienswijze begroting 2016 RWB: 1. De voormalige bijdrage jeugd dient vooralsnog niet te worden ingezet voor algemene ZWO-activiteiten. De RWB wordt verzocht eerst te komen met een nadere onderbouwing. 2. De voortgangsrapportage over het uitvoeringsprogramma van de Strategische Agenda in relatie tot het O&O fonds wordt verwacht bij de 2e bestuursrapportage Aan NV REWIN een financieel committent wordt afgegeven voor een periode van 4 jaar. 4. NV REWIN bij de begroting 2018 een evaluatie aanlevert over de inzet van extra budget voor acquisitie en promotie ten opzichte van de prestatienormen. Reactie vanuit de Regio West-Brabant op regionale zienswijze ( ): 1. De bijdrage van ,- voor ZWO wordt nu enkel aangewend voor In het portefeuillehoudersoverleg ZWO is in 2015 de discussie gevoerd over de uit te voeren activiteiten en de invulling daarvan in Met de uitkomst van deze discussie is ingestemd door het AB van In 2015 is ook de discussie gevoerd over de structurele ZWO activiteiten in verband met de begroting 2017 en volgende jaren. 2. Een voortgangsrapportage over het Uitvoeringprogramma van de Strategische Agenda in relatie tot het O&O zal met de 2de bestuursrapportage worden aangeboden. (Op 9 december 2015 heeft het Algemeen Bestuur de conclusies en aanbevelingen Evaluatie 0&0-fonds vastgesteld. Het besluit is gecommuniceerd met de colleges en gemeenteraden en wordt betrokken bij de opstelling van de begroting 2017). 3. De RvC/directeur NV REWIN wordt over de ingebrachte zienswijze van de afzonderlijke gemeenten door de RWB geïnformeerd. 4. De RvC/directeur NV REWIN wordt over de ingebrachte zienswijze van de afzonderlijke gemeenten door de RWB geïnformeerd. 2 Zijn de jaarstukken tijdig ingediend door de GR bij de gemeente? - De kaderbrief is vóór 1 februari 2016 ontvangen en is door het AB 9 december 2015 vastgesteld. - De gecontroleerde jaarstukken 2015 zijn tijdig (12 april 2016} ontvangen; - De ontwerpbegroting 2017 is op 12 april 2016 ontvangen en daarmee tijdig ingediend. 3 Inhoudelijke aandachtspunten, beleidsontwikkelingen e.d. 1. Uitbetaling OV samenwerkingsbijdrage; Om maximaal gebruik te maken van aanspraken op een door de provincie Noord-Brabant beheerde regionale reserve heeft de RWB in december 2015 besloten deze regionale reserve uit te keren aan 1

2 de deelnemende gemeente. Indien deze uitkering niet was gedaan zou deze vervallen zijn per 1 januari Door deze uitkering vervalt de demping van de vervoernota's voor de jaren Deze vervallen demping kan echter worden opgevangen door de ontvangen regionale reserve. 2. KCV aanbesteding; halverwege 2015 is de aanbesteding afgerond. Deze heeft geresulteerd in een nieuw contract voor minimaal 4 jaar, ingaande op 1 januari Als gevolg van de aanbesteding zijn de kosten per deeltaxirit, bezien op prijspeil 2015, gemiddeld met 10% gedaald. De keuze voor een andere betalingsgrondslag, kilometers in plaats van zones, leidt voor gemeenten en klanten tot kleine verschillen. 3. KCV budgetontwikkeling: met bijna 11 miljoen euro bepaalt de KCV-voorziening 60% van de totale begrotingsomvang {18 miljoen} van de Regio West-Brabant. De bijdrage voor KCV is voor 2017 iets lager dan in 2016 als het gaat om de vervoerskosten, maar daar staat tegenover dat de samenwerkingsbijdrage van de provincie lager wordt. 4. REWIN; In juli 2015 is de nieuwe uitvoeringsagenda van de Strategische Agenda West-Brabant door alle gemeenten vastgesteld. Een belangrijk onderdeel van deze agenda is het versterken van de regionale economische concurrentiekracht, gericht op nieuwe innovatie activiteiten en daarmee werkgelegenheid voor de hele regio West-Brabant. Het versterken van deze concurrentie kracht vraagt om een gerichte programmatische aanpak. Onderdelen hierbij zijn acquisitie, business development, arbeidsmarkt en vestigingsklimaat. REWIN speelt als onze regionale ontwikkelings- en uitvoeringsorganisatie een belangrijke rol voor de regionale economische agenda. Om deze rol waar te maken heeft de RvC op 1 april het meerjaren productplan vastgesteld. Om de noodzakelijke slagkrachtversterking waar te maken wordt in dit plan voorgesteld een extra bijdrage beschikbaar te stellen van 0,70 in 2017 oplopend naar 1,00 per inwoner in Belangrijkste argumenten om de bijdrage te verhogen zijn de beëindiging van de bijdrage van bedrijfsleven (sponsoring} vanwege de samenwerking met de BOM heeft de REWIN, de relatieve lage bijdrage per inwoner i.r.t. omliggende regio (aantoonbare achterstand in slagkracht), het nieuwe regionaal afgestemd ambitie-niveau en de borging voor langere termijn van het daarbij horende nieuwe produktplan en de daarvoor benodigde doorontwikkeling van de REWIN. Met de bijdrage wordt extra ingezet op het werven van nieuwe bedrijven, het versterken van de topsectoren logistiek, maintenance en biobased economy en het betrekken van het MKB. Dit alles in een programmatische aanpak die de basis legt voor meer effectieve samenwerking tussen de (boven}regionale partijen. Voorgesteld wordt om in te stemmen met structurele verhoging van de bijdrage aan de REWIN met een evaluatie van de resultaten van de extra inzet over drie jaar (2019). 4 Financiële aandachtspunten 1. Resultaatbestemmingsvoorstellen 2015; De jaarrekening van 2015 sluit af met een positief resultaat van Dit resultaat is grotendeels incidenteel van aard. De RWB stelt voor om het resultaat als volgt te bestemmen: 2

3 1) Mobiliteitscentrum, recruitment software ) Kleinschalig Collectief Vervoer, diverse mutaties reserves ) Algemeen RWB, website vernieuwen ) Algemeen RWB, toevoeging aan knelpuntenpot personeel ) Resultaat uitkeren aan gemeenten Er kan worden ingestemd met deze resultaatbestemmingsvoorstellen. 2. 1,4 % indexering; In de kaderbrief heeft de RWB aangegeven de kosten met 0,5% te indexeren. In de begroting 2017 is echter, ten aanzien van de apparaatskosten, een indexering gehanteerd van 1,4%. De oorzaak van deze gewijzigde indexering is het nieuwe CAO-akkoord waardoor de loonkosten met 3,4% stijgen. Gelet hierop is het niet realistisch de loonkosten met 0,5% te indexeren. Met deze verhoogde indexering voor de apparaatskosten kan worden ingestemd. 3. O&O fonds; Uit de jaarrekening 2015 blijkt dat de vrije bestedingsruimte van het fonds is. Het verdient de aanbeveling om te onderzoeken of het fonds een structureel overschot heeft. Als uit het onderzoek blijkt dat er sprake is van een structureel overschot wordt aan de RWB verzocht dit overschot uit te keren aan de deelnemende gemeenten. 4. Onderbouwing reserves; Onderbouwing en de besteding van de reserves rekeningsaldo MARB en functiewaardering HR21 zijn niet in de begroting opgenomen. Als er geen onttrekkingen aan deze reserves worden voorzien dienen de reserve - bij moment van de jaarrekening - uitgekeerd te worden aan de deelnemende gemeenten. 5. Risico's; In de zowel de jaarrekening als in de begroting worden de risico's beschreven. Deze risico's zijn echter niet gekwantificeerd en/of geprioriteerd. 5 Financieel overzicht Bedragen in onderstaande tabel x 1.000,- Regio West-Brabant Begroting Resultaat Begroting Ontwerpbegroting Totaal GR Bijdrage gemeente Breda 6 Overige aandachtspunten De begroting is overzichtelijk en goed leesbaar; de infographics dragen hieraan zeker bij. 7 De zienswijze Gelet op bovenstaande aandachtspunten, wordt de volgende zienswijze voorgesteld. (Deze tekst wordt opgenomen in het raadsbesluit.) 1. Kennis te nemen van de jaarrekening 2015 en de daarin opgenomen resultaatbestemmingsvoorstellen. 2. De volgende zienswijze ten aanzien van de ontwerpbegroting 2017 van de RWB 3

4 incl. REWIN naar voren te brengen: a) Bij de volgende aanbesteding van het KCV nadrukkelijk te onderzoeken of dat alternatieve, slimmere vervoersconcepten kunnen worden gehanteerd. b) De extra bijdrage voor REWIN structureel beschikbaar te stellen en het resultaat van de extra inzet over drie jaar evalueren. Met REWIN concrete prestatieafspraken te maken over de besteding van de extra bijdrage. Deze prestatieafspraken tussentijds te monitoren (bij voorkeur via de P&C-cyclus van de RWB). c) Te onderzoeken of het O&O fonds een structureel overschot heeft. En zo ja, dit overschot dan bij het moment van de jaarrekening uit te keren aan de deelnemende gemeenten d) De reserves rekeningsaldo MARB en functiewaardering HR21 nader te onderbouwen. Als deze onderbouwing niet te geven is de reserves uit te keren aan de deelnemende gemeenten. e) In de volgende P&C documenten de risico's nader te kwantificeren en te profiteren. 4

5 2. ZIENSWIJZE VEILIGHEIDSREGIO MIDDEN- EN WEST-BRABANT Gemeenschappelijke regeling: Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant 1 Wat heeft de GR gedaan met de vorige zienswijze? De Veiligheidsregio heeft de zienswijzen op de begroting 2016 betrokken in de besluitvorming ten aanzien van de begroting Zij heeft na de vaststelling een inhoudelijke reactie gegeven op de zienswijzen. Daarmee is voor Breda een aantal aandachtspunten, aangehaald uit de 'Nota Verbonden Partijen' uit 2015, ook beantwoord. Reactie: n.v.t. 2 Zijn de jaarstukken tijdig ingediend door de GR bij de gemeente? Ja. Reactie: n.v.t. 3 Inhoudelijke aandachtspunten, beleidsontwikkelingen e.d. In de Kaderbrief heeft de Veiligheidsregio de belangrijkste beleidsinhoudelijke en financiële kaders aangegeven voor de beleidsbegroting 2017 en deze vertaald in de door het DB vastgestelde begroting 2017, die nu voor een zienswijze wordt voorgelegd aan de deelnemers. De begroting is bijgevoegd. De Kaderbrief is in een eerder stadium aan de raad gezonden. Reactie: De gemeente Breda neemt deel aan de gemeenschappelijk regeling Veiligheidsregio Midden West Brabant. Met de Wet veiligheidsregio is bepaald dat de brandweerzorg en hulpverlening middels een gemeenschappelijke regeling georganiseerd dient te worden door gemeenten. De gemeenten blijven daarmee eindverantwoordelijk en de uitvoering is hiermee op afstand georganiseerd. In 2010 zijn 25 Veiligheidsregio's gevormd in Nederland. De Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant (Veiligheidsregio MWB) is een samenwerkingsverband tussen 26 gemeenten. Om de fysieke veiligheid in de regio Midden- en West- Brabant te vergroten en beter voorbereid te zijn op rampen en crises, werken de 26 gemeenten, de GHOR (Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen), de brandweer en de politie intensief samen op het gebied van crisisbeheersing, rampenbestrijding, brandweerzorg, geneeskundige hulpverlening bij rampen en handhaving van openbare orde en veiligheid. Wat wordt Breda hier beter van. Regionaal georganiseerd, maar lokaal operationeel dragen de onderdelen van de Veiligheidsregio zorg voor het vergroten van de fysieke veiligheid van de inwoners van Breda. Hieronder valt ook de brandweerzorg voor Breda. Daarnaast heeft de Veiligheidsregio als belangrijke tweede taak Breda beter voorbereid te laten zijn op crisissituaties en rampen. Ontwikkelingen Veiligheidsregio MWB in 2017 Voor 2017 ligt de nadruk op het samen met partners in de regio veiliger maken van Midden- en West-Brabant. Gemeenten, bedrijven, maatschappelijke organisaties vormen 5

6 met de veiligheidsregio een keten in veiligheid. leder vanuit een eigen verantwoordelijkheid - samenwerken daar waar dat kan. In de afgelopen jaren is het resultaat van de samenwerking steeds meer zichtbaar en merkbaar geworden. Denk daarbij ook aan partijen als Rijkswaterstaat voor een betere waarborg voor veiligheid op het water, ProRail en anderen voor veiligheid op het spoor en internationale partners, zoals de Belgische autoriteiten waar het gaat om nucleaire veiligheid. Via de netwerken bouwt de veiligheidsregio aan vitale ketens voor veiligheid. Ook in 2017 zal zij als organisatie en met haar partners op een gemotiveerde en betrokken manier de veiligheid dienen. In nauwe samenwerking en goede afstemming met de gemeenten in de regio. De gemeenten zijn voor de Veiligheidsregio in toenemende mate een belangrijke partner. Thema's als risicobeheersing, risicocommunicatie, zelfredzaamheid/samenredzaamheid zijn daarbij actueel en relevant. Een nadere beschrijving van ontwikkelingen voor de VRMWB in 2017 is in haar begroting te lezen. 4 Financiële aandachtspunten De Kaderbrief is vóór 1 februari 2016 ontvangen en is door het AB 28 januari 2016 vastgesteld. De begroting 2017 is tijdig ontvangen. De jaarstukken zijn tijdig ontvangen; de jaarrekening 2015 sluit met een batig saldo van Gelet op het in 2012 bestuurlijk vastgestelde kostenverdeelmodel wordt niet meer gewerkt met een bedrag per inwoner en een verdeling naar specifieke onderdelen binnen de Veiligheidsregio (VR) maar wordt gesproken over één bedrag als bijdrage aan het totaal van producten van de Veiligheidsregio. De gemeente Breda draagt op basis van dit model in ,-- bij aan de VR. Dit bedrag loopt op tot ,- in Dit zijn de geraamde bedragen inclusief loon- en prijscompensaties en inclusief kosten voor de FLO (in ,--, oplopend tot ,-- in 2020). Meerjarenoverzicht in begroting VRMWB 2017 Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting Veiligheidsregio: Totaal GR Bijdrage gemeente Breda Geraamd in begroting 2016 Verschil raming en bijdrage / Als te zien in bovenstaande schema is er een verschil van circa euro tussen de bijdrage gemeente Breda 2017 ten opzicht van wat eerder in 2015 op basis van toen bekend zijnde gegevens, bij het opstellen van de begroting 2016, voor het jaar 2017 werd verwacht. In de begroting van de gemeente Breda voor 2016 is voor de Verbonden partij de Veiligheidsregio MWB een geraamde exploitatie bijdrage voor 2016 aangegeven van 6

7 euro. Een vergelijking tussen de gemeentelijke begroting voor 2016 en de begroting van de VRMWB van 2017 laat zien dat de exploitatie bijdrage voor 2017 in de begroting van Breda omhoog gaat met circa Dit wordt veroorzaakt door de jaarlijkse prijs/ loon index compensatie die toegepast wordt door de VRMWB en de doorrekening van kosten voor de FLO intekentaken voor Breda. Het genoemde bedrag wordt dus meegenomen in de begroting Financieel overzicht GR-VRMWB Begroting 2015 Resultaat 2015 Begroting 2016 Ontwerpbegroting 2017 Totaal GR Bijdrage gemeente Breda * *)De bijdrage 2016 voor Breda wordt conform besluit AB VRMWB met dit bedrag verminderd. 6 Overige aandachtspunten n.v.t. 7 De zienswijze De Veiligheidsregio heeft de zienswijzen op de begroting 2016 betrokken in de besluitvorming ten aanzien van de begroting Zij heeft na de vaststelling een uitvoerige inhoudelijke reactie gegeven op de zienswijzen. Daarmee zijn voor Breda een aantal aandachtspunten, benoemd in de 'Nota Verbonden Partijen' uit 2015 ook beantwoord. De begroting 2017 van de Veiligheidsregio is opgesteld in lijn met het meerjarenbeleidsplan voor de Veiligheidsregio Midden en West Brabant In het beleidsplan zijn in totaal 40 actiepunten opgenomen, die uiterlijk in 2019 moeten zijn gerealiseerd. Deze actiepunten zijn vooral gericht op continuïteit van beleid en kwaliteit. In de kaderbrief 2017 geeft de Veiligheidsregio aan welke actiepunten in 2017 centraal staan. In de begroting geeft de Veiligheidsregio aan op welke wijze deze actiepunten worden ingevuld. Vanzelfsprekend komen hier de ook voor Breda vitale aandachtsgebieden in terug: Nucleaire Veiligheid in internationale context; Veiligheid op het spoor; (Natuur)brand veiligheid; Industriële veiligheid. De cijfers genoemd in de begroting zijn conform vigerend financiële beleid van de Veiligheidsregio aangepast. Het bestuur heeft in haar vergadering van 14 april

8 besloten over het benutten van de reserves en op dezelfde wijze als voorgaande jaren is het loon en prijspijlindexering doorgerekend. De bedrijfsvoering en financiële huishouding van de Veiligheidsregio is gezond en transparant. Hoewel deze gemeenschappelijke regeling een regeling is met een zeer uiteenlopend pallet aan taken, met een groot aantal betrokken partners en afdelingen en tevens met verscheidene geldstromen, weet zij te presteren op een verantwoorde wijze de financiële middelen te benutten voor een veiliger Breda en een veiligere regio. Het college adviseert daarom de gemeenteraad om kennis te nemen van de financiële documenten en geen aanvullende zienswijze kenbaar te maken. 8 Communicatie GR De begroting 2017 en het jaarverslag 2015 worden in de gemeenteraad van 23 juni a.s. behandeld. Omdat de Veiligheidsregio de gelegenheid beidt om uiterlijk 24 juni 2016 een zienswijze aan te dragen, zal het voorstel van het college voor de zienswijze vooruitlopend op de behandeling in de raad, in briefvorm/ als concept zienswijze, na besluitvorming in het college van 24 mei a.s. naar de Veiligheidsregio worden gezonden. 8

9 3. ZIENSWIJZE REGIONALE AMBULANCE VOORZIENING (RAV) 1 Wat heeft de GR gedaan met de vorige zienswijze De raad besloot in te stemmen met de RAV-Beleidsbegroting De Bredase raad had geen zienswijze ingediend, maar wel wordt de boodschap uitgedragen dat de RAV zich tot het uiterste inspant om de met de zorgverzekeraars afgesloten prestatieafspraken in 2016 daadwerkelijk te realiseren. Net als de andere bestuurlijk vertegenwoordigers in het dagelijks bestuur (DB) van de RAV, draagt wethouder Haagh deze boodschap uit. 2 Zijn de jaarstukken tijdig ingediend door de GR bij de gemeente? Van de RAV is geen kaderbrief ontvangen. De RAV maakt prestatieafspraken met de zorgverzekeraar(s) en er wordt geen financiële bijdrage aan de deelnemende gemeenten gevraagd. De invoering van de Tijdelijke wet op de Ambulancezorg per 1 januari 2013 bracht met zich mee dat ambulancezorg geen publieke taak meer is en feitelijk is de wettelijke grondslag voor de instandhouding van de GR RAV hiermee komen te vervallen. Zie verder onder hoofdstuk 3, Toekomst GR RAV. De ontwerpbegroting 2017 is op 13 april 2016 ontvangen en daarmee tijdig ingediend. De zienswijze kan t/m 28 juni 2016 bij het DB van de RAV worden ingediend. Deze planning wijkt lichtelijk af van de termijnen zoals opgenomen in de Nota Verbonden Partijen (in deze nota wordt een einddatum van 30 juni gehanteerd). De jaarrekening 2015 is in concept op 13 april 2016 ontvangen. De jaarrekening ligt nog ter goedkeuring bij de accountant. GGD Hart voor Brabant, GGD West-Brabant en de RAV worden via Het Service Centrum bediend door 1 accountant. Prioriteit is gegeven aan een tijdige accountantscontrole voor de GGD-en omdat de gemeenten daar financiële bijdragen aan verstrekken. De (definitieve) jaarrekening van de RAV wordt medio juni 2016 opgeleverd. 3 Inhoudelijke aandachtspunten, beleidsontwikkelingen e.d. De RAV verwacht in 2017 voor Midden- en West-Brabant in totaal ritten (2016: ). Opvallend is dat vooral het aantal Al-ritten (spoedeisende ritten) toeneemt. Van ritten in 2016 naar in Een opvallende stijging van ruim 12%. Voor 2017 wil de RAV als prestatie-indicator een overschrijdingspercentage van 6% op de responstijd voor Al-ritten (melding-aankomst meer dan 15 minuten) hanteren, terwijl dit percentage in 2016 op 5,5% lag. Hoewel de RAV als ambitie uitspreekt dat het beleid in 2017 gericht is op consolidatie, c.q. verbetering van de prestaties, is een iets hoger overschrijdingspercentage te rechtvaardigen. Het aantal Al-ritten neemt binnen een jaar met 12% toe en er is sprake van een trendmatige stijging van de ritten. Deze stijging is vanwege een (aanzienlijk) hoger aantal ritten dat de RAV op verzoek van de huisartsenposten rijdt. Het overschrijdingspercentage op de responstijd voor Al-ritten binnen de gemeente 9

10 Breda blijft overigens ruim binnen de norm. In 2014 bedroeg dit 2,5% en in ,7%. Om beter in te kunnen spelen op de trendmatige stijging van andersoortige ritten - in plaats van acute zorg gaat het namelijk om zorg voor patiënten met allerlei chronische aandoeningen, in de leeftijdscategorie 70 plus -gaat de RAV onderzoeken in hoeverre anders opgeleid personeel hiervoor ingezet kan worden. De RAV streeft er in 2017 naar om de inzet van uitzendkrachten tot een minimum te beperken. Enerzijds omdat het niveau van vakbekwaamheid niet gegarandeerd kan worden en anderzijds omdat de kosten erg hoog zijn. Om dit te bereiken zal de RAV (budgettair neutraal) haar eigen formatie uitbreiden. In het proces om te komen tot (landelijk) 10 meldkamerlocaties op 1 januari 2020 treft de RAV voorbereidingen voor de samenvoeging van de meldkamers Midden- en West-Brabant en Zeeland door afstemming en eenduidigheid in de meld kamerprocessen. Recent heeft de minister van VWS besloten om de Tijdelijke wet Ambulancezorg (Twaz) met 2 jaar te verlengen. Dit betekent dat de RAV haar huidige vergunning voor ambulancezorg tot 1 januari 2020 behoudt (dit was tot 1 januari 2018). Toekomst GR RAV Met de invoering van de Twaz is ambulancezorg geen publieke taak meer en is de wettelijke grondslag voor de instandhouding van de GR RAV komen te vervallen. Het DB van de RAV heeft een stappenplan opgesteld voor een onderzoek naar een alternatieve rechtsvorm voor de GR en gaat de rechtspositionele gevolgen voor de medewerkers van de RAV uitwerken. In dit stappenplan is opgenomen dat hierover in de eerste helft van 2017 bestuurlijke besluitvorming in het algemeen bestuur (AB) plaatsvindt. Vervolgens wordt een voorstel aan de gemeenten voorgelegd. Dit onderzoek en de stand van zaken wordt node gemist in de Beleidsbegroting Financiële aandachtspunten Aanvullend op de nieuwe Wet gemeenschappelijke regelingen is regionaal een Nota Verbonden Partijen opgesteld die spelregels bevat over hoe concreet omgegaan moet worden met verbonden partijen in het algemeen en gemeenschappelijke regelingen in het bijzonder. In de nota zijn een zestal kaderstellende spelregels opgenomen. Eén van de spelregels in deze nota verbonden partijen is dat er vooraf gezamenlijke financiële en inhoudelijke richtlijnen worden meegegeven aan de gemeenschappelijke regelingen. We verwachten dat deze richtlijnen door de gemeenschappelijke regelingen als basis worden gebruikt voor hun kaders die ze voorafgaand aan hun begroting toezenden aan de gemeenteraden. De Nota Verbonden Partijen schrijft de volgende financiële richtlijnen voor: Van het DB van de gemeenschappelijke regeling (GR) wordt verwacht dat zij een structureel financieel-sluitende begroting aanbiedt aan de deelnemende gemeenten. De gehanteerde begrotingsuitgangspunten door de GR dienen in de begroting van de GR inzichtelijk te worden gemaakt. Het indexcijfer van 0,5% (algemene prijsontwikkeling BBP) uit de septembercirculaire 10

11 2015 is de basis voor de toe te passen indexering voor de begroting De begroting dient te worden opgesteld op basis van ongewijzigd beleid. Dat wil zeggen dat geen nieuwe taken of uitbreiding van bestaande taken in de primitieve begroting mogen worden opgenomen. Tenzij dit reeds door het Algemeen Bestuur is besloten. De begroting dient te voldoen aan het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten (BBV). Concept Jaarrekening 2015 Eind 2015 is de RAV overgegaan naar de nieuwe accountant Deloitte. Het bleek niet mogelijk om de jaarrekening op tijd van een controleverklaring te voorzien. Zoals onder hoofdstuk 2 al vermeld, wordt de jaarrekening later gecontroleerd omdat de RAV geen gemeentelijke bijdrage heeft. De verwachting is dat de conceptcijfers nog wel gedeeltelijk aangepast zullen worden. Bij de jaarrekeningcontrole 2015 is een tekortkoming geconstateerd op het gebied van Europese aanbesteding, hetgeen zal resulteren in een onrechtmatigheid. Ten einde dit issue op te lossen zullen de aanbestedingen van de nog op te lossen inkoopcontracten onderdeel gaan uitmaken van de aanbestedingskalender 2016 t/m De onrechtmatigheid zal deels doorlopen in De concept jaarrekening sluit met een negatief resultaat van Het resultaat is te verklaren door een nadeel van op de baten, een voordeel van op de lasten en een voordeel op de buitengewone baten en lasten van Het negatieve resultaat wordt onttrokken aan de reserve Aanvaardbare kosten. Begroting 2017 Het ambulancevervoer in de regio vindt plaats binnen de kaders van de bekostigingssystematiek voor de ambulancezorg. De RAV ontvangt geen gemeentelijke bijdrage, maar ontvangt middelen van de zorgverzekeraars. Uitgangspunt voor de begroting zijn de met de zorgverzekeraars overeengekomen prestatieafspraken. Om deze reden valt de RAV dan ook niet onder de financiële kaders zoals deze zijn opgenomen in de Nota Verbonden Partijen onder spelregel 5 "Begroting en Jaarrekening". Het begrote resultaat 2017 van de RAV Brabant Midden-West-Noord komt uit op een negatief saldo van , waarvan bij de MKA Brabant Noord en bij de RAV Brabant-Noord. Dit tekort wordt onttrokken aan de Reserve aanvaardbare kosten Daarnaast wordt bij de RAV Midden West Brabant een overschot van verwacht. Het tekort bij de meldkamer (MKA) Brabant-Noord wordt grotendeels verklaard door extra bezetting op de meldkamer om de druk overdag en in de vooravond op te vangen vanwege de jaarlijkse toename van het aantal meldingen. Het weerstandsvermogen is (ruim) voldoende om de in de beleidsbegroting genoemde risico's op te vangen. 11

12 5 Financieel overzicht Bedragen in onderstaande tabel x 1.000,- RAV Begroting Resultaat Begroting 2016 Totaal GR Bijdrage gemeenten 0,- 0,- 0,- 0,- Ontwerpbegroting Overige aandachtspunten 7 De zienswijze (Deze tekst wordt opgenomen in het raadsbesluit) Gelet op eerder vermelde aandachtspunten stelt de raad de volgende zienswijze op: 1. De raad is benieuwd of u als RAV in staat bent om het overschrijdingspercentage voor Al-ritten voor de hele RAV-regio binnen de norm van 6% te houden. U spreekt van een trendmatige stijging, vooral veroorzaakt door het grotere beroep dat huisartsenposten op u doen. Wij verwachten dat u al het mogelijke doet om binnen de norm van 6% te blijven. 2. De raad verzoekt om in de Beleidsbegroting 2017 aandacht te besteden aan (de vordering van) het onderzoek naar een alternatieve rechtsvorm voor de RAV. Wij verwachten van u dat u een duidelijke stand van zaken medio half juni 2016 opneemt en ook beschrijft wat de voorgenomen stappen in 2017 zullen zijn. 3. Het is ons bekend dat veel van uw bestuurlijke stukken alleen via een beschermde, digitale omgeving zijn te benaderen. Wij vinden het voor optimale openheid van uw organisatie - ook voor de burgers in uw regio - van belang dat u de volgende stukken op uw website publiceert: - de gemeenschappelijke regeling en de samenstelling van uw bestuurlijke organen; - de jaarstukken (begroting en jaarrekening, evt. een kaderbrief); - agenda's en stukken van de vergaderingen van het algemeen bestuur (voor zover openbaar). Meer transparantie is in het belang van iedereen. Tenslotte, de raad gaat er vanuit dat het bestuur de begroting vaststelt met inachtneming van deze zienswijze en dat de raad hierover wordt geïnformeerd. 12

13 4. ZIENSWIJZE OMGEVINGSDIENST MIDDEN EN WEST-BRABANT (OMWB) Volgt 13

14 5. ZIENSWIJZE REGIONAAL BUREAU LEERPLICHT 1 Wat heeft de GR gedaan met de vorige zienswijze? Reactie: n.v.t., vorig jaar was het advies om in te stemmen met de begroting. Er is toen geen zienswijze ingediend door de gemeente Breda. 2 Zijn de jaarstukken tijdig ingediend door de GR bij de gemeente? Zowel de jaarstukken 2015 als de begroting 2017 zijn aan de colleges aangeboden d.m.v. brieven, gedateerd 8 april De stukken zijn dus tijdig ingediend, maar hadden formeel (ook) aan de raad gericht moeten zijn. Er is geen Kaderbrief ontvangen, op grond van de WGR had deze uiterlijk 15 april 2016 aangeboden moeten zijn. In de nota "Verbonden Partijen, zes kaderstellende spelregels" is bepaald dat de kaderbrief uiterlijk 1 februari in het jaar, voorafgaande aan het begrotingsjaar, moet zijn aangeboden. Het bestuur geeft gemeenten de gelegenheid om binnen 8 weken, doch uiterlijk op 3 juni 2016 schriftelijk over de beoordeling van de stukken te berichten. Dit in verband met de behandeling in het "Gemeenschappelijk Orgaan" op 24 juni In de nota Verbonden Partijen is als datum voor het kenbaar maken van de zienswijze, "voor 1 juli" vermeld. In een mailbericht van het onderzoekpanel is hiervoor bij de contactpersoon van de gemeenschappelijke regeling aandacht gevraagd. Voor de vaststelling van de begroting 2016 heeft men vorig jaar de bestuurlijke agenda aangepast. 3 Inhoudelijke aandachtspunten, beleidsontwikkelingen e.d. In de begroting 2017 is in hoofdstuk 2 "Programmaplan" een afzonderlijk onderdeel "speerpunten 2017" opgenomen. Dit is nieuw ten opzichte van de begroting 2016 en kan zeker een verbetering worden genoemd. Er wordt een 9-tal speerpunten benoemd, waarvan, gelet op de formulering, de volgende als nieuwe speerpunten kunnen worden aangemerkt: - Scholen en RMC-trajectbegeleiders voeren eerder en frequenter gesprekken met verzuimende jongeren; - We gaan aan de slag met nieuwe methoden om voortijdig schoolverlaters met een grote afstand tot de arbeidsmarkt beter te bereiken; - Social media en de vernieuwde website zullen actief worden ingezet; - Om het aantal thuiszitters nog verder te verlagen gaan leerplichtambtenaren en de West-Brabantse Regionale Samenwerkingsverbanden Voortgezet Onderwijs (RSV's) de afspraken m.b.t. thuiszitters aanscherpen. In de jaarstukken 2015 wordt voorgesteld een deel van het batig saldo over dat jaar te bestemmen voor tijdelijke uitbreiding (tot 1 januari 2018) van de bezetting voor verbetering van kwaliteit, applicatiebeheer en administratie. Deze onderwerpen komen in de begroting 2017 niet terug. Zie onder 4 Financiële aandachtspunten voor wat betreft de afhandeling van het batig saldo Financiële aandachtspunten Jaarstukken 2015: De jaarrekening 2015 sluit met een batig saldo van ,00. Een bedrag van ,00 wenst men te reserveren de bezetting voor verbetering van 14

15 kwaliteit, applicatiebeheer en administratie. Meer concreet gaat het om een uitbreiding met 12 uur per week tot 1 januari Voor een zuivere afweging is het gewenst een dergelijk initiatief op te nemen in de begroting 2017 en voorafgaand daaraan, in de Kaderbrief. Het moment van vaststelling van de jaarrekening en de resultaatsbestemming is niet het meest geijkte moment om dit soort besluiten te nemen. Het genoemde bedrag lijkt voorts fors ten opzichte van de gewenste inspanning van 12 uur tot 1januari2018. Gelet op de ramingen in de begroting 2016 gaan we er van uit dat de voordelen van 2014 en 2015 zich minimaal ook in 2016 zullen voordoen. Daarmee kan mogelijk een tussentijds aan DB en AB aan te bieden voorstel worden bekostigd. Het is gewenst (en verplicht op grond van het BBV) een verschillenverklaring op te nemen (werkelijke baten en lasten t.o.v. raming na wijziging). Aan dit voorschrift is slechts zeer beperkt voldaan. Het college van Breda heeft besloten het RBL op te dragen de reserves 2015 aan de hand van een op te stellen bestedingsplan in 2016 en 2017 te besteden. Dit aandachtspunt zal in het eerst volgende bestuurlijk overleg aan de orde gesteld worden Begroting 2017: De prijzen van 2016 zijn ook gehanteerd voor 2017, met uitzondering van de loonkosten. Hiervoor zijn de cao-ontwikkelingen, 3% voor 2016 en 0,4 voor 2017 gebruikt. De loonkosten omvatten 90% van de totale omzet in Opvallend is dat in 2016 de prijzen van 2015 zijn gehanteerd, dit impliceert dat 2017 wordt geraamd op het kostenniveau van Voor de jaren ná 2017 heeft op geen enkele kostensoort indexering plaatsgevonden. Dit betekent dat gemeenten ook geen rekening zullen houden met mogelijk stijgende kosten vanaf Aanbevolen wordt in volgende begrotingen dé kosten te indexeren. Daarvoor dient een norm te worden opgenomen in de eerdergenoemde Kaderbrief. Inherent daaraan is het dan ook handig om de gemeentelijke bijdragen meerjarig in een tabel op te nemen. Ook bij de begroting ontbreekt de voorgeschreven verschillenverklaring (begroting begroting 2016 en begroting rekening 2015). 5 Financieel overzicht Regionaal Bureau Leerplicht Totaal GR Bijdrage gemeente Breda Begroting Resultaat Begroting Ontwerpbegroting positief Overige aandachtspunten 7 De zienswijze Gelet op bovenstaande aandachtspunten, wordt de volgende zienswijze voorgesteld. Begroting 2017: Aan het bestuur van de GR mede te delen dat: a. voor de begroting 2018 vóór 1 februari 2017 een Kaderbrief aan de gemeenten dient te worden aangeboden en dat daarin ook de indexering voor de meerjarenbegroting dient te worden opgenomen; b. het opnemen van speerpunten voor 2017 in het programmaplan een goede 15

16 ontwikkeling is; c. voor de begroting 2018 wordt gevraagd een verschillenverklaring conform Besluit Begroting en Verantwoording op te nemen (begroting begroting 2017 en begroting rekening 2016) De raad gaat er vanuit dat het bestuur de begroting vaststelt met inachtneming van deze zienswijze en dat de raad hierover wordt geïnformeerd, met daarbij een verantwoording aan welke onderdelen van zijn zienswijze is tegemoetgekomen en aan welke onderdelen niet en waarom. 16

17 6. ZIENSWIJZE GGD WEST-BRABANT 1 Wat heeft de GR gedaan met de vorige zienswijze? Op de Beleidsbegroting 2016 is geen zienswijze ingediend. Op de Kadernota 2017 is wel een zienswijze ingediend namens de raad van Breda. Deze zienswijze luidde: "Aan goedkeuring van de Kadernota 2017 van de GGD de voorwaarde te stellen dat de Beleidsbegroting 2017 meer inzicht geeft in de wettelijke taken en aanvullende basistaken, maatwerktaken en plustaken die door u uitgevoerd worden; daarnaast vraagt de raad u extra aandacht te besteden aan drugspreventie." Het eerste deel van de zienswijze heeft geleid tot het beter inzichtelijk maken van welke basistaken, maatwerk (voor 2017 betreft dit alleen nog het maatwerk Preventieprogramma's) en plustaken de GGD uitvoert. Op pagina 51 van de beleidsbegroting geeft de GGD in een bijlage per Productgroep aan welke basistaken door de GGD worden uitgevoerd. In de bijlage 'Maatwerk Preventieprogramma's 2017' - specifiek voor gemeente Breda - wordt inzicht gegeven in de voorgenomen activiteiten voor In de aparte bijlage 'Plustaken CJG' staat vermeld welke taken de GGD in 2016 specifiek voor gemeente Breda uitvoert. Voor 2017 kan dit nog niet aangegeven worden, omdat nog niet duidelijk is wat de GGD in 2017 in het kader van het CJG gaat uitvoeren. Het tweede deel van de zienswijze betreft het inhoudelijke punt 'drugspreventie jongeren'. Dit heeft Breda ook aan de orde gesteld tijdens de vergadering van het algemeen bestuur (AD) van de GGD van 7 april Het is echter nog niet duidelijk op welke wijze de GGD hier in samen met partijen als politie, Novadic-Kentron en de scholen - nadere aandacht aan gaat besteden. Dit inhoudelijke punt wordt opnieuw opgenomen in de zienswijze op de Beleidsbegroting Zijn de stukken tijdig ingediend door de GR bij de gemeente? De GGD heeft alle stukken tijdig ingediend: de kaderbrief voor 2017 (door de GGD 'Kadernota 2017' genaamd) is voor 1 februari 2016 naar raad en college gestuurd; de ontwerpbegroting y+l (GGD: Beleidsbegroting 2017) en jaarrekening y-1 (GGD: Jaarstukken 2015, inclusief jaarrekening) zijn voor 15 april 2016 toegestuurd. Bij de Jaarstukken 2015 betreft het wel nog de voorlopige jaarrekening, aangezien de accountant nog de laatste hand aan zijn controle aan het leggen is. 3 Inhoudelijke aandachtspunten, beleidsontwikkelingen e.d. Beleidsbegroting GGD Het beleid van de GGD richt zich op het bewaken, beschermen en bevorderen van de gezondheid van alle inwoners in West-Brabant, in het bijzonder die van de meest kwetsbaren. Samenwerking staat daarbij centraal. De GGD wil haar kennis actief verbinden aan partijen in het sociaal- en veiligheidsdomein en het openbaar bestuur. In de beleidsbegroting zien wij onze speerpunten op het gebied van gezondheidsbeleid terug. Basistaken, maatwerk en plustaken worden per Productgroep in beeld gebracht. In een bijlage op pagina 51 zijn de basistaken per productgroep overzichtelijk op een rij gezet. Opname prestatie-indicatoren binnen beleidsbegroting Wij zijn verheugd dat de GGD een begin heeft gemaakt met het opnemen van prestatieindicatoren binnen de Productgroepen. Wel verwachten wij van de GGD dat deze indicatoren verder worden geoptimaliseerd en dat daarbij beter in beeld wordt gebracht 17

18 wat de maatschappelijke waarde (outcome) van de belangrijkste producten en diensten van de GGD is. Maatschappelijke en beleidsontwikkelingen in 2017 Inwoners die het moeilijk hebben krijgen in samenwerking met ketenpartners de aandacht die zij nodig hebben. De GGD brengt in beeld met welke maatschappelijke- en beleidsontwikkelingen zij te maken heeft en waar in 2017 de accenten gelegd worden. Aandacht voor kwetsbare kinderen en gezinnen blijkt uit het nieuwe integrale basispakket Jeugdgezondheidszorg (JGZ). Jeugdige vluchtelingen krijgen hierin aandacht en er zullen meer kwetsbare kinderen in beeld zijn die doorverwezen worden naar de juiste zorg. (ter voorkoming van voortijdig schoolverlaten) wordt geïntensiveerd en toegewerkt wordt naar een verdubbeling van het aantal ouders dat gebruik maakt van 'Mijn Kind in Beeld'. Aandacht voor kwetsbare groepen blijkt uit het bieden van ontwikkelingskansen voor mensen met achterstand (inzet op laaggeletterdheid), focus op kwetsbare ouderen (met vereenzamings- en psychische problemen) en verwarde mensen in de wijk in samenwerking met ketenpartners binnen de Openbare Geestelijke Gezondheidszorg (OGGZ). Tevens vindt een evaluatie van de sociaal medische zorg voor dak- en thuislozen plaats. Voor asielzoekers en statushouders levert de GGD ondersteuning op maat, bijvoorbeeld op het gebied van de JGZ en infectieziektebestrijding. Rond de 'online maatschappij' benut de GGD technologische en sociale innovatie om gezondheid en zelfredzaamheid te bevorderen. De GGD maakt al gebruik van diverse ehealth toepassingen en wil meer inzicht in haar eigen behoeften en die van haar cliënten op dit terrein. Doel is te komen tot een middellange termijn strategie. Ontwikkelingen gaan razendsnel: cliënten hebben toegang tot eigen medische dossiers, online gezondheidsapps, zelfmetingen online, etc. Toepassingen op maat blijven echter gewenst, aangezien 1 op de 10 West-Brabanders laaggeletterd is. Werd in het verleden vooral uitgegaan van "zorgen voor", de GGD en gemeenten werken in 2017 met het concept 'Positieve gezondheid', waarbij de nadruk ligt op voeren van eigen regie en wat de mogelijkheden van bewoners zelf zijn. Vanuit de invalshoek Positieve gezondheid wordt naar steeds slimmere samenwerkingsverbanden gezocht die de publieke gezondheid stimuleren. Binnen de Veiligheidsregio zorgt de GGD voor een passende rol in de voorbereiding op rampen en incidenten. Risicoprofielen van bedrijven, wijken en zorginstellingen zijn in beeld en ingezet wordt op een sterke keten van zorgpartners. De GHOR (waaraan GGD professionals levert) heeft een ondersteunende, coördinerende en controlerende rol in acute fases bij rampen en incidenten. De samenwerking tussen GHOR Brabant-Noord en GHOR Midden- en West-Brabant is verbeterd. De teams zijn crisisbekwaam, 24/7 bereikbaar en kennen hun werkveld door en door. De GGD treft haar voorzorgsmaatregelen rond infectieziektebestrijding, vanwege een grotere kans op uitbraken door het toenemende aantal ouderen, ons reisgedrag en de komst van meer mensen uit andere werelddelen. Ingezet wordt op preventie met focus op goede hygiëne en voorkomen van infecties en intensivering van de regionale samenwerking (huisartsen, zorg, GHOR, wijkteams). Gemeenten adviseren rond ruimtelijke ordening is een basistaak vanuit medische milieukunde. In 2017 speelt de GGD in op de nieuwe Omgevingswet die een meer integrale aanpak beoogt tussen fysiek, ruimtelijk en sociaal, inclusief gezondheid en met een sterke link naar wijkgericht werken. De GGD trekt hierin op met gemeenten vanuit 18

19 Positieve gezondheid: mensen voelen zich gezond wanneer zij zich veerkrachtig kunnen aanpassen aan uitdagingen in hun leven en leefomgeving. Flexibilisering In de afgelopen jaren is nadrukkelijk geïnvesteerd in toenemende keuzevrijheid en flexibelere GGD-producten. Dit heeft geleid tot betere maatwerkafspraken rond lokale preventie, het naar eigen wens afnemen van inspecties kinderopvang en adequate aansluiting van de GGD op het sociaal domein. Tevens worden monitoring en de vangnetfunctie van de GGD optimaler ingezet. Op deze gebieden kan de gemeente Breda inmiddels goede afspraken met de GGD maken. Ook in 2017 blijft aandacht nodig voor doorgaande flexibilisering van de taken van de GGD. Hier staat de GGD ook voor open en in de Beleidsbegroting 2017 benoemt de GGD dit bij (het vernieuwde integrale basispakket) Jeugdgezondheidszorg en Technische hygiënezorg. Hiermee komt de GGD tegemoet aan de onder gemeenten levende behoefte aan meer keuzevrijheid en flexibele(re) GGD producten en -diensten. Binnen het DB van de GGD komt dit aandachtspunt geregeld op de agenda. Vernieuwd basistakenpakket jeugdgezondheidszorg met ruimte voor plustaken In afwachting van de besluitvorming over het nieuwe basistakenpakket Jeugdgezondheidszorg (JGZ) - dat naar verwachting nog dit jaar binnen het AB zal plaatsvinden - doen wij nu geen uitspraak over de inhoud van de JGZ en de hiervoor geraamde kosten in de Beleidsbegroting 2017 van de GGD. Wij vragen aandacht van de GGD voor het volgende: Als gevolg van het verdwijnen van het maatwerkdeel binnen de Productgroep JGZ en het per 2017 realiseren van een basis(taken)pakket met meer ruimte voor plustaken dient inzichtelijk gemaakt te worden of op dit onderdeel tot een begrotingswijziging gekomen moet worden. In de nog aan te passen Beleidsbegroting 2017 zal het onderscheid in basistaken en plustaken zowel inhoudelijk als financieel tot uitdrukking moeten komen. Naar aanleiding van de door de raad ingediende zienswijze op de Kadernota 2017 (zie hoofdstuk 1 van dit sjabloon), zijn bij de Beleidsbegroting 2017 twee aparte bijlagen gevoegd, namelijk: a. Een Prognose van het Maatwerk Preventieprogramma's b. Een korte beschrijving van de tussen gemeente en GGD voor 2016 gemaakte afspraken inzake het Centrum voor Jeugd & Gezin (CJG), aangezien voor 2017 nog niet duidelijk is of de GGD wel of niet de penvoerder van het CJG blijft. 4 Financiële aandachtspunten Aanvullend op de nieuwe Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) is regionaal een Nota Verbonden partijen opgesteld die spelregels bevat over hoe concreet omgegaan moet worden met verbonden partijen in het algemeen en gemeenschappelijke regelingen in het bijzonder. In de nota zijn zes kaderstellende spelregels opgenomen. Eén van de spelregels in deze nota is dat er vooraf gezamenlijke financiële en inhoudelijke richtlijnen worden meegegeven aan de gemeenschappelijke regelingen. We verwachten dat deze richtlijnen door iedere gemeenschappelijke regeling (GR) als basis wordt gebruikt voor de kaders die voorafgaand aan de jaarlijkse begroting aan de gemeenteraden wordt toegezonden. 19

20 De Nota Verbonden partijen schrijft de volgende financiële richtlijnen voor: Van het dagelijks bestuur (DB) van de GR wordt verwacht dat zij een structureel financieel-sluitende begroting aanbiedt aan de deelnemende gemeenten. De door de GR gehanteerde begrotingsuitgangspunten dienen in de begroting van de GR inzichtelijk te worden gemaakt. Het indexcijfer van 0,5% (algemene prijsontwikkeling BBP) uit de septembercirculaire 2015 is de basis voor de toe te passen indexering voor de begroting De begroting dient te worden opgesteld op basis van ongewijzigd beleid. Dat wil zeggen dat geen nieuwe taken of uitbreiding van bestaande taken in de primitieve begroting mogen worden opgenomen. Tenzij dit reeds door het algemeen bestuur (AB) is besloten. De begroting dient te voldoen aan het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten (BBV). Indexering van loonontwikkeling: Door recente cao-ontwikkelingen is per 1 januari 2016 sprake van een salarisstijging van 3%. Dit betekent dat de indexering voor de reguliere GGD-taken gewijzigd is ten opzichte van de Kadernota In de kadernota was rekening gehouden met een cao-verhoging van 1,4%. Omdat de begroting 2017 nu is gebaseerd op de meest recente inzichten, kan worden ingestemd met het hanteren van een afwijkend percentage ten opzichte van de kadernota. Indexering van prijsontwikkeling In de richtlijnen was, conform de spelregels uit de Nota Verbonden partijen, een prijsindexeringspercentage opgenomen van 0,5%. De GGD gaat in de begroting uit van een prijsindex van 1,2%. Dit percentage wijkt dus af van de richtlijnen. Wij willen u erop wijzen dat in de jaren na 2017 de richtlijn voor de toegestane prijsindexering gevolgd wordt. Reserves en risico's: De GGD heeft een ruime reservepositie; begroot eind 2016: 4,5 miljoen. De reserves zijn vooral gevormd om (bedrijfsmatige) risico's op te vangen. Het aanhouden van de minimum norm van ca. 3,6 miljoen is voldoende, men hoeft geen maximum aan te houden. Anders worden er onnodig middelen afgezonderd. De huidige werkwijze van de GGD is niet conform spelregel 5 van de Nota Verbonden Partijen. Hierin wordt bepaald dat de weerstandscapaciteit aanwezig is bij de deelnemende gemeenten en het jaarrekeningresultaat terugvloeit naar de gemeenten. De verbonden partij kan afwijken van dit uitgangspunt, maar dient dit dan expliciet via een voorstel Resultaatbestemming aan het AB van de verbonden partij voor te leggen (zie ook hierna onder de paragraaf 'Jaarrekening 2015'). Cijfermatige specificatie van de risico's ontbreekt: De inventarisatie van de risico's levert een benodigde weerstandscapaciteit op van 3,6 miljoen. Een cijfermatige specificatie van de onderliggende risico's ontbreekt, zodat de omvang van de risico's niet goed kan worden beoordeeld. Daarnaast is meer beschikbaar 20

21 aan reserves dan nodig is om de risico's te dekken. Investeringsbegroting 2017: De investeringsbegroting 2017 (blz. 45) is tamelijk kort. Er wordt geen toelichting gegeven op de investeringen. Een inzicht in de aard van de investering ontbreekt (nieuw/vervanging) en de investeringsbegroting is niet meerjarig opgezet. Jaarrekening 2015: De jaarrekening 2015 van de GGD heeft een (fors) positief resultaat van , waarvan inzake JGZ 0-4 jarigen en overige taken. De GGD doet in de Jaarstukken 2015 een voorstel voor bestemming van dit resultaat. De GGD stelt voor een groot deel van dit resultaat te gebruiken voor het vormen of aanvullen van diverse reserves. Ten aanzien van de volgende voorgestelde bestemmingen is er geen nut of noodzaak voor aanvulling van de reserves: vormen van bestemmingsreserve 0-4 jarigen JGZ. Dit is conform de Nota reserves en voorzieningen zoals vastgesteld in het AB van de GGD van 7 april jl., maar niet in lijn met spelregel 5 van de Nota verbonden partijen. Gelet op het (aanzienlijke) positieve resultaat in 2015 op dit onderdeel lijkt een aparte reserve hiervoor niet per se noodzakelijk toevoegen aan de Algemene reserve: deze reserve is per eind , 7 miljoen. Dit is nagenoeg gelijk aan het minimum van 0, 709 miljoen zoals vastgesteld in de Nota reserves en voorzieningen. Vraag is of aanvullende storting benodigd is toevoegen aan bestemmingsreserve Risico plustaken: hierdoor komt de reserve op en is daarmee ruim boven het minimum van Overwogen kan worden de beoogde toevoeging terug te betalen aan de gemeenten vorming van bestemmingsreserve Hogere loonkosten 2016: In de begroting 2016 van de GGD is geen rekening gehouden met de cao ontwikkelingen zoals die recentelijk bekend zijn geworden. De GGD stelt voor hiervoor een reserve in te stellen. 5 Financieel overzicht Begroting Resultaat Begroting Ontwerpbegroting GGD Totaal GR (lasten excl. financiële (voordelig) baten en lasten) Bijdrage n.v.t gemeente Breda Voor 2017 vraagt de GGD aan gemeente Breda een bijdrage van in totaal (was in 2016: ). Dit bestaat uit 2 onderdelen: 21

22 - Een bedrag van ,- voor uitvoering van het basistaken pakket (inclusief maatwerkdeel) in heel Breda. Dit is ,- hoger dan in de Kadernota 2017 door een hogere indexering vanwege Cao-afspraken; - Een bedrag van ,- voor uitvoering van de JGZ 0-4 jarigen in Teteringen, Prinsenbeek, Bavel en Ulvenhout. 6 Overige aandachtspunten Jaarrekening 2015: formeel kan er geen zienswijze worden ingediend op de jaarrekening. Wel kan al dan niet worden ingestemd met het (door de GGD gedane) voorstel voor de bestemming van het jaarrekening-resultaat. Gezien de opmerkingen onder 4 'Financiële aandachtspunten' is het voorstel kennis te nemen van de (concept)jaarrekening 2015 en in dit stadium nog niet in te stemmen met het volledige voorstel van resultaatbestemming van de GGD. Al wel kan ingestemd worden met de volgende onderdelen: van het resultaat 0-4 jarigen JGZ terugbetalen aan de gemeenten; vormen van bestemmingsreserve individueel keuzebudget; vormen bestemmingsreserve sociaal medische zorg dak- en thuislozen; aanvulling bestemmingsreserve monitors. 7 De zienswijze {Deze tekst wordt opgenomen in het raadsbesluit) Gelet op eerder vermelde aandachtspunten stelt de Bredase raad de volgende zienswijze op: 1. Positieve rol GGD binnen Bredaas sociaal domein: Wij zien meerdere Bredase speerpunten op het gebied van gezondheidsbeleid terug in de Beleidsbegroting Kwetsbare kinderen en ouderen die het moeilijk hebben in de samenleving krijgen de aandacht die zij nodig hebben. Dit doet u samen met ketenpartners en het is ons duidelijk dat samenwerking een belangrijk middel in uw werk is. Naar onze mening speelt u ook adequaat in op nieuwe ontwikkelingen en stelt u waar gewenst uw beleid bij. Wij hebben er waardering voor dat u uw kennis actief verbindt aan partijen in het sociaal domein, het domein veiligheid en het openbaar bestuur. Tot slot waarderen wij het zeer dat u een start hebt gemaakt met het opnemen van prestatie-indicatoren binnen uw beleidsbegroting. Dit zien wij als een stap voorwaarts. 2. Blijvende aandacht voor flexibilisering: Het betreft hier een beweging die al in voorgaande jaren is ingezet. Dit heeft tot goede resultaten geleid: de GGD sluit adequaat aan op ontwikkelingen op lokaal niveau. Dit geldt voor de vangnetfunctie rond kwetsbaren, op het gebied van monitoring (Lokaal Planbureau waarin met onderzoekers van gemeente en RIVM wordt samengewerkt), het vraaggericht inzetten van het maatwerk Preventie(programma's) en het naar eigen wens afnemen van inspecties kinderopvang. Wij verwachten dat de GGD aandacht blijft besteden aan flexibilisering binnen het gehele takenpakket en onderzoekt waar mogelijkheden tot flexibelere GGD producten liggen. 22